gereformeerd 72E JAARGANG • NUMMER 12 • 14 JUNI 2019
KERKELIJK LEVEN
2
Tegenwoordig wordt steeds meer post digitaal verzonden. Ik denk dat de postvakjes binnenkort verdwijnen. Het is een tijdgebonden middel.
KERKBLAD IN DE SCHIJNWERPER
4
Een artikel over de samenwerking tussen de GKv en de vGKN en de mooie stappen naar kerkelijke eenheid die die samenwerking met zich meebrengt.
LITURGISCHE ZAKEN
13 BijAvondmaal de viering van het Heilig zetten veel mensen
een begrafenisgezicht op. Is dat terecht? Hoe kun je vrolijk zijn als het over de dood gaat?
Door onze liefde (bis) Ik geef jullie een nieuw gebod: heb elkaar lief. Zoals ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben. Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn (Joh. 13:34,35). DOOR DS DAVID DE JONG
De Here Jezus geeft een nieuwe gebod voor de tijd dat na zijn hemelvaart. Hij bedoelt er niet mee dat we maar veel van elkaar moeten houden als Hij er niet meer is. Nee, Hij bedoelt: “Houd maar veel van elkaar, want daaraan moet iedereen zien dat Ik er
ben”. De liefde voor elkaar komt dus niet in de plaats van Jezus’ aanwezigheid, maar in onze liefde voor elkaar blijkt Jezus’ aanwezigheid. Wanneer gaan wij die opdracht echt serieus nemen: het gebod om ook hen lief te hebben die het niet verdienen dat je van ze houdt? Ik geloof dat daar maar één antwoord op is: Wanneer je dat geboden serieus neemt? Op het moment dat je het evangelie serieus neemt. Want het gebod om elkaar lief te hebben, is niet het zoveelste oude gebod, van het kaliber: je moet dit en je moet dat. Aan de liefde valt niets te moeten. Je kunt niet van iemand houden omdat het moet. Het is juist andersom, je moet wel van iemand houden, omdat je van hem houdt. Zo is het ook bij Jezus. Hij houdt niet van ons omdat dat moet, maar Hij moet
wel van ons houden omdat Hij van ons houdt. Let op, ik zeg dus niet: Zo wás het ook bij Jezus, maar: zo ís het ook bij Jezus. Want Jezus is geen voorbeeld van de liefde uit het verleden, maar Hij is de bron van de liefde in het heden. Wij hoeven Hem niet waar te maken met onze liefde, maar Hij maakt zichzelf waar in onze liefde. Wij moeten wel liefhebben als we Hem kennen. En als we niet liefhebben, dan kennen we Hem nog niet. Maar Hij kent ons wel. En in ons gekend zijn, zijn we geliefd. En in ons geliefd zijn, wordt Hij bekend. And they ‘ll know we are christians by our love, by our love: En ze zullen weten dat we christenen zijn door onze liefde, door ons liefde.
KERKELIJK LEVEN
Postvakje De meeste gemeenten hebben een systeem van postvakjes, postbakjes of hangmappen. Daarin komt post voor gemeenteleden in te liggen. Het kerkblad, informatie van de TU, een persoonlijk bericht, een kaartje vol meeleven op blijde momenten of bij droevige gebeurtenissen. Het postvakje voorziet in een behoefte. Tegenwoordig wordt steeds meer post ook digitaal verzonden. Ik denk dat de postvakjes binnenkort weer gaan verdwijnen. Het is een tijdgebonden middel.
DOOR DS HENK JAN VISSER De postvakjes zijn er nog niet zolang. In mijn herinnering zijn ze eind tachtiger jaren verschenen. Ze deden hun intrede toen er meer op papier werd uitgedeeld aan gemeenteleden. Vroeger werden de kerkblaadjes rondgebracht door de wijkouderling of –diaken of een gedienstig gemeentelid. Zo kwam men nog eens bij elkaar over de vloer. Men deed de ronde om overal het blaadje persoonlijk af te geven en gelijk even een praatje te maken over wat er zoal speelde. Maar het rondbrengen was nogal omslachtig en kostte best veel tijd. Dus kwam men op het idee postvakjes te maken in de kerk. Iedereen kon dan zijn post op zondag meenemen, als men in de kerk kwam. Opsturen zou ook teveel geld gaan kosten en bovendien was het bezoeken aan de kerkdiensten een goede gewoonte.
Meeleven
Het persoonlijke postvakje past in deze tijd. Het is een handig middel om te kijken of iemand wel of niet in de kerk komt. Zie je de stapel groeien, dan wordt het eens tijd, de post voor iemand mee te nemen en er eens een bezoekje aan te wagen. Want wat is de reden dat de post niet wordt meegenomen of opgehaald? Is er ziekte of zijn er andere klachten? Kan de persoon zich niet vinden in de kerk? Zijn er problemen met het geloof?
2
Laksheid of gelatenheid? Een postvakje dat niet geleegd wordt, roept onvermijdelijk vragen op? Wat is hier aan de hand? Krijgt hij of zij wel de aandacht die nodig is? Ik raad ouderlingen en diakenen aan regelmatig eens bij de postvakjes te kijken uit de wijk. Maar ook voor wijkgenoten of andere gemeenteleden is het goed post eens te bezorgen. Er is behoefte aan persoonlijke aandacht en gesprek. Wat is het dan mooi, dat je uit liefde voor elkaar echt naar elkaar omziet en betrokken bent op de ander. Jezus heeft het ons zelf geleerd om elkaar van harte lief te hebben. ‘Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben zoals ik jullie heb liefgehad’, staat te lezen in Johannes 15:12. Laat dat voor ons de motivatie zijn om naar elkaar om te kijken en liefde te tonen. Het meeleven kan vorm krijgen door te letten op elkaars postvakje. Maar voor het meeleven kun je de postvakjes ook gebruiken. Schrijf gerust eens een kaartje in geval van ziekte of andere moeiten. Het is goed mee te leven in kwade dagen en goede dagen, bij gezondheid en ziekte, bij verjaardagen en overlijden, bij jubilea of trouwpartijen. Genoeg situaties waarin we het meeleven kunnen geven en beleven.
Ongewenste post
Soms komt het voor dat je in je postvakje iets aantreft, waar je niet direct
om hebt gevraagd. Iemand heeft de aandacht op iets willen vestigen en gebruikt daarvoor de postvakjes van de gemeente. Meestal gebeurt het anoniem. Soms is duidelijk wat men ermee beoogd, soms blijft het in de mist. Het is niet de bedoeling van de postvakjes om daar maar reclame of andere schrijfsels in te stoppen, waar je niet om gevraagd hebt en wat ook niet past binnen het postvakjesreglement van de gemeente. Meestal is er wel iemand aangewezen als toezichthouder voor de postvakjes. In sommige gevallen is dat de koster. Het lijkt mij handig dat iemand over het beheer van de postvakjes gaat en toeziet of de regels worden nageleefd. Bovendien is het van belang dat de kerkelijke stand goed wordt bijgehouden. Het is vervelend als iemand post krijgt, terwijl dat gemeentelid al is overleden. Het is onmogelijk dan nog iets te bezorgen. Ook als iemand al is vertrokken naar een andere gemeente of al is uitgeschreven komt het slordig over als er nog steeds een postvakje van zo iemand bestaat.
Verkeerd vakje
Soms komt het voor dat je iets open maakt en dat je er achter komt dat het net in het vakje erboven of eronder had moeten liggen. Dat voelt niet goed. Je neust zomaar in andermans post. Daar kun je zelf niets aan doen. Iemand anders heeft blijkbaar het juiste vakje gemist. Maar je bent natuurlijk niet te beroerd om het even terug te bezorgen in het juiste vakje. Controleer altijd even of de post juist geadresseerd is voordat je het open maakt.
Vakjesgeloof
We denken allemaal wel in hokjes en vakjes. We plaatsen ook mensen in vakjes. Die hoort daarbij en die hoort daarbij. Maar de kunst is om elkaar niet van tevoren al in een bepaald hokje of vakje te stoppen. Waak voor lichtvaardig en ongehoord oordelen. Niemand is er gebaat bij om in een vakje geplaatst te worden, waardoor je de communicatie verliest en
14 JUNI 2019
NOG EVEN DIT
niet met maar alleen over de ander praat. Dat gevaar lopen we als ons denken teveel bepaald wordt door vakken vullen. Je kent dat wel in de supermarkt. Daar worden na een verkoopdag de vakken weer gevuld. Alle producten worden aangevuld en weer netjes neergezet, spiegelen noemen ze dat. Elk product moet apart in een vak komen te staan. We moeten geen mensen in vakjes stoppen. We kunnen ook op zo’n manier geloven, dat het geloof in een apart vakje komt te staan. Een deel van het leven zijn we dan met geloof bezig, op zondag, in de kerk, door de week als we bijbellezen aan tafel en bidden, de bijbelstudie nog. Maar dan is dat vak wel vol. De rest van de week zijn we met totaal andere zaken bezig, waar het geloof niets of nauwelijks nog iets mee te maken heeft. We hebben het geloof in een vak gestopt. Het beheerst niet meer ons hele leven. Wie zo het geloof in een vak stopt, zal het geloof uiteindelijk verliezen. God wil in heel je leven gediend worden. Hij gaat over alle vakken. Hij is het die ook heel de gemeente leidt samen en ieder persoonlijk. Stop het geloof dus nooit in een vakje. Geloof in Jezus Christus omvat heel je leven.
Geroepen om lief te hebben
Kijk regelmatig in je postvakje! Lees wat er in wordt gelegd! Daardoor wordt het meeleven met de gemeente en met de leden van de gemeente mogelijk. Ik heb de indruk dat de kerkblaadjes en andere lectuur weinig meer gelezen wordt. Vergeet niet, dat we geroepen zijn om elkaar lief te hebben. Je kunt die liefde alleen tonen als je van elkaar op de hoogte blijft en leest over wat er gaande is in de gemeente. Daar is het kerkblaadje tot nu toe altijd een belangrijk middel in geweest. Ik hoop dat het nog even zo blijft. Maar er zijn ook andere wegen en middelen, zoals Whatsapp, e-mail, Twitter of Instagram of facebook of wat dan ook. Het postvakje heeft tot nu toe in een behoefte voorzien.
De stem van God DOOR HEERCO WALINGA Een van onze kinderen, haar man en hun twee zonen verbrandden hun schepen achter zich en gingen zich richten op een discipelschapstraining. Nadat hun gezin, niet zonder moeiten en zorgen overigens, in een redelijk welvarend vaarwater was terechtgekomen, voelden ze de behoefte groeien om iets te gaan doen wat rechtstreeks ‘werken in het Koninkrijk’ genoemd kon worden. En dus gingen ze naar Orlando in Amerika. Waar zouden ze uiteindelijk terechtkomen? Azië? Afrika? Europa? Dat wisten ze niet, maar ze leerden om ‘naar de stem van God’ te luisteren. Mijn vrouw en ik hadden wel een oordeel over dat soort fenomenen. Luisteren naar de stem van God? Lees je Bijbel, dat is de stem van God, geloofden en geloven we. Nadat we – via Facetime, want ja, we leven in een moderne wereld – meerdere keren hoorden hoe dat ‘luisteren naar de stem van God’ concreet in het leven van dat gezin op niet mis te verstane manieren vorm kreeg, keken mijn vrouw en ik wat anders tegen onze bedenkingen aan. Vooral omdat onze kinderen er zelf heel ontspannen mee omgingen. Ze zeiden: ‘Ja, het kan de stem van God zijn geweest, maar er kan ook wat anders aan de hand zijn geweest. Hoe dan ook: dit gebeurt nu in ons leven. En we gaan er maar voor. Biddend.’ Nog steeds horen mijn vrouw en ik de stem van God als we rond de maaltijd de Bijbel open doen. En zondags in de kerk, als de dominee de Bijbel pakt en die uitlegt. Dat is niet veranderd. Wat wel veranderd is, is dat we andere manieren van omgaan met de invloed van Gods Geest in het leven van Zijn kinderen, niet meer direct van een sceptisch oordeel voorzien. ‘Het is misschien niet onze manier van luisteren,’ zeiden we tegen elkaar, ‘maar waarom zou het voor een ander (onze kinderen en kleinkinderen, dus) niet anders, of misschien wel meer zijn dan wij gewend zijn?’ Het blijkt een essentiële vraag in het christelijk leven te zijn: werkt Gods Geest bij alle kinderen van God op dezelfde manier? De vraag stellen is haar beantwoorden, denk ik. Alleen al het verschil tussen de manier waarop Hij werkt in mijn leven is al anders dan in het leven van mijn vrouw. Die ‘ontdekking’ haalt wel wat spanning van een oordeel weg. En wat me dan bezig houdt is de vraag: wordt van mij wel gevraagd om een oordeel te hebben over hoe anderen het werk van de Geest in hun leven ervaren? Gods stem heeft vele klanken en kleuren, geloof ik. En Hij past die aan Zijn kind aan. Laat ik maar niet klein van Hem denken. hwalinga@walinga.org
3
IN DE SCHIJNWERPER
De GKv en de vGKN; een nadere kennismaking In 2004 werd het kerkverband van de voortgezette Gereformeerde Kerken in Nederland gevormd. De GKv en vGKN groeien plaatselijk naar elkaar toe en ook landelijk worden er stappen tot samenwerking ondernomen. Hoog tijd dus om elkaar beter te leren kennen! Namens het Deputaatschap Kerkelijke Eenheid van de GKv sprak deputaat Ave Luth met Geert Bruinsma en Berthold Bloemendal. Zij zijn beide predikant in Frieschepalen. Bruinsma in de GKv en Bloemendal in de vGKN. Samen vertellen ze over (het ontstaan van) de samenwerking tussen beide kerkgemeenschappen en de mooie stappen naar kerkelijke eenheid die die samenwerking met zich meebrengt. DOOR AVE LUTH
Bezwaar tegen fusie PKN
Wie meer wil weten over de vGKN en de contacten die deze kerkgemeenschap heeft met de GKv, kan het beste bij het begin beginnen. Hoe zijn de voortgezette Gereformeerde Kerken in Nederland ontstaan? Ds. Berthold Bloemendal legt uit dat het kerkverband van de vGKN in 2004 gevormd is door zeven Gereformeerde Kerken (synodaal). “Deze kerken waren het niet eens met de fusie die hun kerkverband aanging met de Nederlandse Hervormde Kerk en de Evangelisch-Lutherse Kerk in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). De vGKN had meerdere bezwaren. Op geloofsniveau was men het bijvoorbeeld niet eens met de ruimte die de kerkorde van de PKN biedt om van de belijdenisgeschriften af te wijken. Zo hebben predikanten de ruimte om te ontkennen dat Jezus Christus en zijn verlossingswerk centraal staan in het christelijk geloof. Op organisatorisch vlak had men er
4
moeite mee dat de landelijke orga nen van de PKN veel meer beslag leggen op het leven van de plaatselijke kerken dan de landelijke organen van de Gereformeerde Kerken dat eerder deden.”
Bouwen aan samenwerking sinds 2014
Door de jaren heen hebben sommige plaatselijke kerken de vGKN verlaten en zijn er weer anderen toegetreden. Anno 2019 heeft de vGKN zeven lidkerken. In 2014 besloten de vGKN het deputaatschap voor de kerkelijke samenwerking op te richten. “Ons kerkverband is immers klein en daarnaast is het een bijbelse noodzaak om naar eenheid tussen christenen te streven”, vertelt Bloemendal. Met de oprichting van het deputaatschap begon ook de opbouw van officiële contacten met andere kerkverbanden op landelijk niveau.
De eerste stappen van de GKv en de vGKN
Zo kregen de GKv en de vGKN elkaar in beeld. Landelijk is de vGKN al gelieerd aan de NGK door middel van een oecumenisch akkoord. Ds. Bruinsma zegt: “Nu er plannen liggen voor een fusie tussen de NGK en de GKv, zou het mijns inziens passend zijn om daarin die verbondenheid met de vGKN een plaats te geven. Vanuit de vGKN zelf ligt er een verzoek op tafel voor de komende generale synode van de GKv om het oecumenisch akkoord ook te sluiten met de GKv. Het mogelijk aanhaken bij dit oecume-
14 JUNI 2019
nisch akkoord zie ik als een stap die uitnodigt tot verder kennismaken en samenwerken. Het is mooi om te zien dat de samenwerkende kerken NGK en GKv de vGKN een warm hart toedragen en het toejuichen wanneer de nieuw te vormen kerk de vGKN op welke wijze dan ook in de fusieplannen zou kunnen betrekken.”
Frieschepalen en de verder gevorderde samenwerking
Dat sommige kerken op plaatselijk niveau al verder zijn dan landelijk, bewijst de samenwerking in Frieschepalen. Bloemendal en Bruinsma leggen uit dat het plaatselijk contact in Frieschepalen al vele jaren geleden tot stand is gekomen. Sinds 2004 hebben predikanten van beide gemeenten al gesprekken op persoonlijk niveau en in 2016 zijn die samensprekingen concreet gemaakt; de status van beide gemeenten samen is nu ‘samenwerkende gemeenten’. In de praktijk betekent dat toestemming voor gezamenlijke diensten, gezamenlijke avondmaalsvieringen, kanselruil (ook met classispredikanten van de GKv) en het aanvaarden van elkaars attesten. Bovendien is ds. Bloemendal waarnemer op de classis Drachten van de GKv. Inmiddels heeft de samenwerking ook in andere plaatsen geleid tot kennismaking en toenadering.
Elkaar herkennen en erkennen
Als Bloemendal en Bruinsma gevraagd wordt naar overeenkomsten en verschillen tussen de beide kerkgemeenschappen, noemen ze allereerst dat de gemeenten elkaar herkennen en erkennen op grond van Schrift en Belijdenis. Dat is ook de basis waarop de beide kerkverbanden elkaar vinden. “Daarnaast zijn de plaatselijke gemeenten in Frieschepalen op veel gebieden identiek qua geloofsbeleving en karakter. Beide gemeenten kampen met dezelfde problemen en worstelen met dezelfde vragen.”
Cultuurverschillen – man/vrouw en ambt
“Uiteraard zijn er cultuurverschillen gegroeid in de afgelopen 70 jaar.” De predikanten doelen op het verschil dat er altijd lag in de vragen rondom man/vrouw en ambt. “Bij de vGKN zijn vrouwelijke ambtsdragers, als erfenis uit de Gereformeerde Kerken in Nederland, sinds de jaren ’70 van de vorige eeuw gewoon. Daar wordt met name bij de predikanten van de vGKN verschillend en genuanceerd over gedacht en gesproken. In 2017 nam de synode van de GKv het besluit om alle ambten open te stellen voor vrouwen.” Bruinsma vertelt dat het op die synode de vrouwelijke vGKN-predikant ds. Van Harten – Tip was, die de synode heeft toegesproken vanuit haar eigen roeping en positie. “Dit maakte veel indruk.” De samenwerking tussen de vGKN en de GKv krijgt dus steeds duidelijker
vorm. Zoals gezegd ligt er vanuit de vGKN een verzoek op tafel voor de komende generale synode van de GKv, in 2020, om het oecumenisch akkoord dat de vGKN met de NGK heeft, ook te sluiten met de GKv. Wordt vervolgd! Berthold Bloemendal (1982) studeerde aan het Geistliches Rüstzentrum Krelingen, aan de Eberhard Karls Universität Tübingen en de PThU Kampen (Oudestraat). Sinds 2012 is hij gemeentepredikant in de vGK te Frieschepalen. Geert Bruinsma (1966) werd predikant op 42- jarige leeftijd (een zogenoemde ‘late’ roeping). Hij volgde een zij-instroomopleiding aan de TU Kampen en is sinds 2010 gemeentepredikant in de GKv te Frieschepalen. Noot van de redactie: dit artikel is overgenomen van de website gkv.nl.
5
SCHRIFT WERK
Jezus, Zoon van God en Lam van God AL VOOR DE GRONDVESTING VAN DE WERELD IS HIJ DOOR GOD UITGEKOZEN, EN NU IS HIJ, AAN HET EIND VAN DE TIJD, VERSCHENEN OMWILLE VAN U. 1 PETRUS 1:20 Gods raad gaat over alle tijden. De eeuwige Zoon van God is voor de schepping van hemel en aarde al uitgekozen en gekend als het Lam dat de zonde wegneemt. Dat is bijzonder. Maar betekent dit niet dat God de oorsprong is van de zonde en ellende? Hij wist toch al hoe het met de mens zou lopen? Is de zonde er dan bij de schepping al ingeschapen? Dat zijn indringende vragen. DOOR DS HENK JAN VISSER We zouden God onrecht doen als we zouden zeggen dat de zonde er al ingeschapen was bij de schepping. Dat lezen we nergens in de Bijbel en is ook een verkeerde conclusie als je dat uit deze tekst denkt te kunnen afleiden. God heeft juist duidelijk gemaakt dat de mens goed geschapen is naar het beeld van God. Dat betekent dat de mens in staat was om volmaakt voor God te leven in het paradijs. Terecht belijden we dan ook met de HC 3 vr./antw.6: “Heeft God de mens dan zo slecht en verkeerd geschapen? Nee, God heeft de mens goed en naar zijn beeld geschapen, dat wil zeggen: in ware gerechtigheid en heiligheid, opdat hij God zijn Schepper naar waarheid kennen, Hem van harte liefhebben en met hem in de eeuwige heerlijkheid leven zou, om hem te loven en te prijzen.” Het ligt niet aan God, dat de mens tegen God heeft gekozen. Man en vrouw leven volmaakt met God in het paradijs. Dat noemen we wel de staat van de rechtheid. Waarom zou God anders terug willen naar de situatie
6
van voor de zondeval en willen zorgen voor herstel van alle dingen, als er geen zondeval zou zijn geweest en ook Adam en zijn vrouw al met zonde belast waren, voor de val in zonde.
Het lam beloofd
Na de zondeval heeft God zijn beloften gegeven. Er zou een Redder komen, een lam dat zal worden geslacht. Op die manier wordt de schuld verzoend en komt er vrede met God. De tekst maakt dat ook duidelijk. Door God uitgekozen voor de grondlegging van de wereld, is hij aan het eind van de tijd verschenen. Hij is mens geworden en is ontvangen en geboren uit de maagd Maria. Paulus schrijft erover in Galaten 4: 4 “Maar toen de tijd gekomen was zond God zijn zoon, geboren uit een vrouw en onderworpen aan de wet, maar gezonden om ons vrij te kopen van de wet opdat wij zijn kinderen zouden worden.” Je doet God tekort als je zegt dat God zelf de zonde gewild heeft om zijn liefde te kunnen tonen in Jezus Christus de gekruisigde. Het
gaat niet buiten de raad van God om. Maar daarmee mag je nog niet zeggen, dat God het allemaal zo geschapen heeft. Dan geef je in feite God de schuld van de zondeval van de mens. Maar nergens lezen we in de Bijbel dat God de zonde gewild heeft.
Het Woord is vlees geworden
Het Woord van God is eeuwig. Het Johannesevangelie begint ermee: “In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God.” Maar dat Woord is mens geworden en heeft onder ons gewoond. Je moet duidelijk blijven onderscheiden tussen het eeuwige Woord en het vleesgeworden Woord. Als je dat niet doet ga je uit van Jezus eeuwig bestaan als mens. En dat is niet waar. Hij is mens geworden om aan ons gelijk te zijn en zo de schuld te dragen die wij hebben verdiend. Jezus heeft menselijke natuur aangenomen. Zeker was de Zoon betrokken bij de schepping van hemel en aarde. Door het Woord is alles ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. De drieenige God staat aan het begin en brengt alles tot voltooiing aan het eind.
Gods plan bestaat allang
Wij lezen van de uitverkiezing van de Zoon al voor de grondlegging van de wereld. Dat klopt ook met wat we lezen in Efeze 1:4 : “In Christus immers heeft God, voordat de wereld gegrondvest werd, ons vol liefde uitgekozen om voor hem heilig en zuiver te zijn, en hij heeft ons naar zijn wil en verlangen voorbestemd om in Jezus Christus zijn kinderen te worden, tot eer van de grootheid van Gods genade, ons geschonken in zijn geliefde zoon.” De gemeente wordt hier aangesproken en niet de hele wereld. God heeft in Jezus Christus de wereld lief gehad, opdat ieder die in hem gelooft gered wordt. Zonder geloof in Jezus Christus is er geen redding mogelijk. Hij is het door God aangewezen offerlam, dat voor verzoening heeft gezorgd. Daarom is de oproep tot geloof in Jezus Christus onmisbaar in de evangelieverkondiging.
14 JUNI 2019
DENKEN EN DOEN
Hoe moet je nou reageren? Je bent druk bezig om je huis een nieuwe schilderbeurt te geven. Je hebt een mooie groene kleur uitgezocht. Dan komt de buurman langs die jou kent als serieus christenmens. Hij bekijkt je werk eens en zegt dan: ‘Ach buurman, waarom schildert u niet heel uw huis zwart, u bent toch een doorgewinterde zwartkijker?’ Geen prettige opmerking, zacht gezegd. Maar je weet dat die ander zich vaak stoot aan alles wat christelijk is, vooral aan jouw beleving daarvan. Hoe kun je dan het beste reageren? Moet je boos worden of net doen alsof je het niet hoort? Elke dag kent van die momenten dat je wordt uitgedaagd om een antwoord te geven. DOOR DS HANS DE WOLF
Zelfbescherming
Genoeg acties dus die jou uitdagen tot een reactie. De vraag is dan: moet je wel wat zeggen, en zo ja, wat? In de Bijbel is hier een mooie spreuk over die globaal de weg wijst. Ik bedoel Spreuken 26:4 en 5. Daar staat volgens de Herziene Statenvertaling: ‘Antwoord een dwaas niet naar zijn dwaasheid, anders zou ook u aan hem gelijk worden. Antwoord een dwaas naar zijn dwaasheid, anders zou hij in zijn eigen ogen wijs zijn.’ Die twee spreuken lijken op het eerste gezicht tegenstrijdig, maar dat is niet zo. De wijsheidsleraar bedoelt: je moet niet zo reageren, maar wel zus. Niet onverstandig maar wel verstandig. Het zit vast op die drie woorden naar zijn dwaasheid, waarmee je twee kanten op kunt. In vers 4 betekent dat woordje naar: overeenkomstig, op de manier van. Dus je moet niet de manier van die gemene praatjesmaker of van een activist of relschopper overnemen. Niet dezelfde wapens gebruiken, want dan ga je op die ander lijken en wordt het hard tegen hard. Dus als je belachelijk gemaakt wordt, niks terug zeggen en
als je uitgescholden wordt, niet terugschelden. Dan ben je trouwens in goed gezelschap, want dat staat in 1 Petrus 2 : 23 ook van de Heer Jezus geschreven. Daarom moet je iemand die uitdaagt en het bloed onder je nagels weghaalt, niet met gelijke munt betalen. Ieder weet hoe verleidelijk dat kan zijn. Zeker als de ander begint te treiteren en te sarren. Dan moet je oppassen dat je niet dezelfde toon aanslaat en je kalmte verliest. In die situaties moeten we dus niet reageren op dezelfde frequentie, maar een betere toonsoort uitkiezen. Dat is zeker van belang als het om je positie als werknemer gaat of om de sfeer in de familie of in je straat. Maar natuurlijk ook als het je kinderen betreft of zelfs je eigen man of vrouw. Kortom, we moeten ons zelf beschermen om niet in de dwaasheid van de zonde te vervallen en niet onze bezinning te verliezen.
Redelijkheid
Tegelijk moeten we proberen om die ander tot rede te brengen. Daar gaat het om in vers 5 van de genoemde tekst. De woorden naar zijn dwaas-
heid hebben daar namelijk een andere nuance. Je zou het kunnen weergeven als: naar dat zijn dwaasheid verdient. Je moet dus reageren op een manier waar zijn dwaasheid om vraagt. Als je niks zegt of alleen maar terugschiet, dan zou hij nog kunnen denken dat hij verstandig bezig is en dat zijn praat serieus wordt genomen. De kunst is om je tegenpartij te kalmeren en zover te brengen dat hij zich gaat schamen over wat hij zojuist deed of zei. Dat is natuurlijk niet eenvoudig. Want hij moet willen horen dat hij op de verkeerde weg zit. Om even de eerste zinnen van dit artikel tot voorbeeld te nemen. Je begreep natuurlijk heel goed wat de achtergrond was van wat de buurman zei. Hij vindt het maar dom dat je naar de kerk gaat en hij vindt dat christenen alles door een donkere bril bekijken. Als je in de lijn van vers 4 reageert, dan zeg je misschien dit: ‘Jij vindt wit voor je huis zeker een mooie kleur, met een witte vlag uit het raam, omdat je je zelf overgeeft aan alles wat de Bijbel slecht noemt.’ Dat is wel slim bedacht maar daarmee gooi je wel olie op het vuur. De buurman gaat dan vast door met modder gooien. Maar op de manier van vers 5 zou je als volgt kunnen reageren: ‘Ik voel me als christen helemaal geen zwartkijker. De Bijbel maakt van mij geen pessimist maar juist een optimist. Ik zie de toekomst met veel vertrouwen tegemoet en zo’n toekomst zou ik jou ook gunnen.’ Je hoopt dat zo de redelijkheid bij die buurman terugkeert. In elk geval moeten we altijd proberen de ander te vriend te houden en niet af te stoten, ook al zegt hij nog zulke rare dingen. Er wordt vandaag de dag heel wat onzin verkocht, met de mond of op papier, opzettelijk of ook zonder dat men het zelf door heeft. Laten we dus blijven proberen om de andere positief van repliek te dienen. En laat dan een woordenwisseling niet op een schotenwisseling uitlopen. Noot van de redactie: ds Hans de Wolf is emerituspredikant van de GKv Wezep en woont in Amersfoort.
7
KORTE BERICHTEN
Vijftig jaar kerkblad ‘De Amandeltak’ GKV Zwartsluis Het kerkblad ‘De Amandeltak’ van de Gereformeerde Kerk vrijgemaakt te Zwartsluis jubileert in 2019 met het vijftigjarig bestaan. Op 7 juni 1969 verscheen het eerste nummer met onder meer een meditatie over de Bijbeltekst 1 Timotheüs 3: 15. Bij de keuze voor de naam ‘De Amandeltak’ heeft de kerkenraad zich toen laten leiden door de tekst over Jeremia 1: 11 en 12. In de uitleg ervan is het ‘de Here die ons helpt bij het bewaren van Zijn Woord en waakt over zijn erfdeel. En wanneer alles slaapt en ook geen blad of bloem meer aan een boom of plant is, de amandelboom (met haar takken) bloeit, zelfs in de winter. Zo is nu de Here, Hij is waker over Zijn Woord om dat te doen. We hopen dan ook en we bidden dat ook ons kerkblaadje, hoe eenvoudig ook, daar dienstbaar aan mag zijn, tot opbouw van de gemeente en tot eer van Gods Naam’, aldus de kerkenraad in 1969. De naam ‘De Amandeltak’ kwam voor het eerst op de voorkant van het kerkblad van
13 september 1969 toen de naam bekend werd gemaakt. De huidige redactie bestaat uit de gemeenteleden Cor Boes en Roel Huls. De redacteuren schrijven in het kerkblad van 5 januari 2019:‘dit stukje lokale kerkelijke pers ondersteunt bij alle activiteiten die behoren tot het kerkelijk leven van onze gemeente in Zwartsluis. Hieronder ressorteren Genemuiden en Belt-Schutsloot. Wij zijn de Here dankbaar, dat ons kerkblad dit jaar mag jubi-
leren. 50 jaar is een lange periode. Onder Gods zegen en trouw mocht dit werk al die jaren worden gedaan’. De redactie geeft extra aandacht aan het 50e jubileumjaar door bij elke uitgave een kort stukje te citeren uit het verleden. Ook aan de vormgeving en inhoud wordt op basis van een gehouden enquête nieuwe aandacht gegeven. Het kerkblad is van vitaal belang voor het gemeenteleven. ‘De Amandeltak’ verschijnt digitaal en deels gedrukt eenmaal per drie weken.
Vluchtelingengebedsweek 2019: Bid mee en heb lief Zondag 23 juni vraagt Gave kerken en christenen om op deze Vluchtelingengebedsdag al biddend om vluchtelingen heen te staan. Ondanks lege handen, ondanks rauw verdriet en grote verschillen, toch de ander zoeken en liefhebben. Dat is wat God ons leert en het is precies wat vluchtelingen nodig hebben. Eén zondag per jaar bidden we samen voor mensen die gevlucht zijn. Niet alleen voor de vluchteling in onze straat, maar ook voor de vluchteling die moet overleven in kamp Moria, in landen als Pakistan, of in kampen langs de Syrische grens. We bidden om hoop en moed voor al deze mensen. Maar ook om liefde en kracht voor ons zelf, om er te zijn voor de
8
vluchteling en Jezus’ liefde te delen. Het thema is ‘bid mee en heb lief’. Gave roept kerken en christenen op om zich aan te sluiten bij dat gebed. Nieuw is dit jaar om een week lang met elkaar al toe te leven naar deze dag. Gave heeft een gebedsboekje ontwikkeld dat in de Vluchtelingengebedsweek voorafgaand aan 23 juni gebruikt kan worden. Gave-directeur Jan Pieter Mostert benadrukt het belang van gebed voor vluchtelingen: “Wilt u één week dagelijks voor deze vluchtelingen bidden? God belooft kracht aan gemeenschappelijk gebed. Er is zoveel verdriet, teleurstelling en frustratie in het leven van vluchtelingen. Als we die samen voor de
troon van de Allerhoogste God brengen dan weten we dat er dingen kunnen veranderen die nu onmogelijk lijken.” Gave biedt gratis kinderwerkmateriaal, preekschets, PowerPoint en andere materialen om de dag in gezin of kerk vorm te geven. Op www. gave.nl/gebedsweek2019 kan dit besteld worden. Wereldwijd wordt op de eerste zondag na Wereldvluchtelingendag (UNHCR) gebeden voor vluchtelingen. De Vluchtelingengebedsdag is een initiatief van het platform Refugee Highway Partnership en wordt door organisaties uit diverse landen gedragen.
14 JUNI 2019
BOEKAANKONDIGING
Presentatie nieuw boek ‘Een kerk die kan’ Op 15 juni presenteren we vanuit Nederland Zoekt een nieuw boek. Dit gebeurt tijdens het evenement Inspiratie 2019. De eerste exemplaren bieden we aan Gert-Jan Segers en aan René de Reuver. We zullen dan meer vertellen over het belang van dit praktijkverhaal en de inhoud en we gaan er dan interactief over in gesprek met de deelnemers. We doen dit in samenwerking met Kerk in de Buurt en partners van Nederland Zoekt.
Het boek raakt thema’s die momenteel breed leven: hoe ben je een inclusieve kerk met mensen vanuit verschillende achtergronden? Hoe kun je kerk zijn vanuit kleine groepen, vanuit communities die bewogen zijn met hun omgeving? Een kerk die in de buurt verbinding maakt en goed nieuws is en ook weer kan groeien met nieuwe mensen. Een kerk die gewaardeerd wordt door anderen bui-
ten de kerk omdat ze de bloei van de wijk of buurt zoekt. Hier ligt verlangen bij velen en tegelijk de vraag: hoe dan? Het boek bevat tal van praktijkverhalen, maar is tegelijk gericht op de theologische reflectie op deze vragen. Rudolf Setz en Marten van der Meulen hebben samen hun verhaal en reflecties op papier gezet. Rudolf Setz was oprichter van Stichting Present en daarna van Nederland Zoekt. Marten van der Meulen is universitair docent godsdienstsociologie aan de PThU en verbonden aan het landelijk dienstencentrum van de Protestantse Kerk. Beide zijn pioniers binnen Assen Zoekt. Samen schreven zij een praktisch boek dat tegelijk het denken over kerk zijn vandaag verdiept het anderen wil helpen hiermee. De titel geeft het al wel aan waar dit over gaat: Een kerk die kan. Zoek de bloei van je buurt.
Wanneer: 15 juni. Waar? In de Verrijzeniskerk in Zwolle. Bachlaan 150, 8031 HL Zwolle. Het middagprogramma is van 13.30 tot 17.00. Aansluitend op de middag is er een maaltijd en om 19.30 uur een concert met nieuwe liederen van het schrijverscollectief Reisgenoten met liederen die ontstaan zijn in de setting van deze manier van kerk zijn in Assen.
Je kunt het boek op Inspiratie 2019 kopen voor € 18,95 of online bestellen via de webshop van Nederland Zoekt. Voor meer info en intekenen kun je terecht op www.eenkerkdiekan.nl.
9
OPVOEDING
Er zijn… Ik wil jullie net als de vorige keren weer laten delen in ‘mijn opvoeding’. Ik wil letterlijk uit mijn verschillende scholen klappen: de gereformeerde basisschool waar ik werk en mijn leven dat ook een leerschool is. Wie weet leren we er samen iets van. DOOR MARINA VAN DER PLOEG-SCHUURMAN
Mijn man en ik kijken samen naar een lezing van de Vlaamse psychiater Dirk de Wachter. Ik verbaas me over de vele jongeren die hij met zijn boodschap raakt. Ik zie de honger op hun gezichten naar rust, ontspanning en geluk. Deze psychiater lijkt wel een dominee. Hij geeft in een interview een paar mooie gedachten mee. Nederland behoort tot de meest gelukkige landen ter wereld en toch zitten de wachtkamers van de psychiaters overvol. Mensen reizen veel, willen veel en jutten elkaar daarin op. Dirk de Wachter vertelt over het gevaar van de beeldcultuur. We laten met een plaatje zien wie we zijn. Mensen vragen hoe het gaat en je stuurt een foto via de app. We willen weten wie iemand is en we zoeken op Instagram of facebook en we denken iemand te kennen. We vertellen elkaar geen verhalen meer, delen steeds vaker alleen beelden. Mensen kunnen niet meer omgaan met tegenslag. Doordat religie grotendeels wegvalt uit de samenleving is er een vraag naar zingeving ontstaan. Als tegenwicht voor deze gevaren noemt hij het leren genieten van het alledaagse gewone leven. Van het thuiskomen uit je werk, van daar even over mopperen tegen je man. Genieten van het ommetje door de buurt. Van de ontmoetingen met vrienden. Allemaal dingen die voorhanden zijn, als je het maar wil zien. Als je kan zijn in het moment.
10
De kriebels
In de klas werken we over kriebelbeestjes. Je ziet aan de vragen van de kinderen dat het thema leeft. Ze zijn de hele buitenspeeltijd op zoek naar beestjes. Ze vragen bakjes om de gevangen beestjes in te bewaren. In de klas bekijken we ze goed en tekenen we ze na. Aan het eind van de dag brengen we ze weer naar de struiken. Zo ook vandaag. Milan rent naar buiten en heeft al snel iets gevonden. Een naaktslak! Kijk eens juf, wat mooi. Die wil ik natekenen. Mijn eerste reactie is een lichte rilling over mijn rug. Als ik de naaktslak uit de klas wil houden kan ik de discussie aangaan om te kijken of Milan dit nu onder een kriebelbeestje verstaat. Maar als ik zijn grijnzende koppie zie, laat ik het toe. Natuurlijk kruipt de naaktslak 10 minuten later over de tafel omdat hij liever de wijde wereld in wil. Het slijmspoor glimt op de tafel waar we straks weer fruit aan eten. Ik krijg er de kriebels van. Het is dus toch een kriebelbeestje… Om te begrijpen waarom Milan hem zo mooi vindt, moet ik ‘naar hem afdalen’. Meegaan in zijn moment en hem bevragen.
Schommelen
Onze dochter heeft op haar eerste verjaardag een schommel gekregen. Ze zit er graag op en schatert als het lekker hoog gaat. Op deze morgen waarin het nog wat fris is maar de zon net om de hoek van het huis kiert, zet ik haar erin. Ik stap op de schommel ernaast. Samen schommelen we. Genieten! Zijn
in het moment. En niet denken aan wat ik op mijn lijstje heb staan of wat ik ook nog allemaal zou kunnen doen.
Hij daalt af
Het is het Hemelvaartsweekend en we zijn met mijn familie een weekend weg. Vlakbij ons is het Strandheemfestival. Op zondagmorgen gaan we samen naar de kerkdienst die daar georganiseerd is. In een megagrote tent, samen met veel christenen luisteren we naar de boodschap uit de Bijbel. Het gaat over Jezus en Thomas. Thomas twijfelt. Jezus oordeelt niet, stuurt geen andere discipel naar Thomas toe om hem de waarheid te zeggen. Maar Jezus zoekt Thomas op in zijn twijfel. En Jezus geeft hem wat Hij nodig heeft. Thomas mag de wonden zien, hij mag Jezus zien. Daarna worden voorbeelden van Petrus, Mozes en Abraham genoemd. Aldoor zien we dat God de mens opzoekt, afdaalt naar het niveau waar de mens zich bevindt en Hij geeft vervolgens wat nodig is. Hij zoekt ons op in onze twijfels, in ons ongeloof. Wij hoeven ons niet te bewijzen, geen verre reizen te maken. We hoeven niet te presteren. Ons niet bij Hem bekend te maken. Hij daalt af naar waar wij zijn en geeft ons wat we nodig hebben. Zijn naam is: Ik zal er zijn. Zijn belofte bij zijn Hemelvaart: Ik ben altijd bij jullie, totdat de nieuwe wereld komt. Hij loopt met ons mee, bij ons ommetje door de buurt. Op onze levensweg.
14 JUNI 2019
LITURGIE
God zal erbij zijn
zijn handen niet loslaat.’ (Ps. 146:6 en Ps. 138:8). God is een werk met de gelovigen begonnen en zal hen niet loslaten.
Gods aanwezigheid
“Ga naar de kerk. Voor mijn part vertrek je weer na votum en groet, maar dan weet je in ieder geval weer dat je van genade leeft en uit welke bron je mag putten.” Dit zei een docent theologie ooit in een gesprek over het belang van geloof voor je persoonlijke leven. Een dienst houdt gelukkig niet op bij het votum en de groet, maar krijgt wel van daaruit juist zijn betekenis. De God die het overzicht bewaart zal in deze dienst en in de nieuwe week dichtbij zijn met zijn genade en vrede.
DOOR ANNE-MAAIKE PATHUIS De kerkdienst vindt – meestal – op zondag plaats, en dat is niet voor niets. Zondag is de eerste dag van de week, de dag dat we de opstanding van Jezus vieren. Tegelijkertijd staan de zondag en de kerkdienst niet los van de rest van de week. Aan het begin van een nieuwe week willen we weer met God beginnen, zijn Woord horen, hem de lof toezingen, en aan hem voorleggen wat er speelt in ons leven en in de wereld. We komen allemaal met onze eigen ervaringen en herinneringen van de afgelopen week, en met onze eigen verwachtingen en moeiten van de komende week, maar we zijn er toch samen als gemeente. Samen belijden we aan het begin van de dienst en aan het begin van een nieuwe week dat we alles verwachten van ‘de Heer die hemel en aarde gemaakt’. Dat is een belijdenis van afhankelijkheid waar ik iedere week weer aan herinnerd moet worden. Dat God zal helpen bij alles wat ik wil en moet doen. Dat de God die mij zal helpen de God is die het overzicht bewaart en die trouw is aan alles waar hij mee begonnen is.
Gods hulp
Het votum dat aan het begin van de
dienst wordt uitgesproken of gezongen werd vroeger alleen door de priester gesproken, voordat hij de mis zou opdragen. ‘Votum’ is Latijn voor ‘wijding’: de priester wijdde zich in een persoonlijk gebed aan God als een onwaardige dienaar. Sinds de Reformatie is het - vooral in Nederland - gebruikelijk dat het votum een gebed van afhankelijkheid van de héle gemeente is. De woorden van het votum komen uit Ps. 124:8. In deze psalm wordt Israël eraan herinnerd hoe groot de zegen van Gods aanwezigheid bij het volk is, hoe anders het zou zijn als God er níet zou zijn. Zoals het voor Psalmen voor Nu is gedicht: ‘Stel dat de Heer niet bij ons was geweest toen Israël door tegenstanders aangevallen werd. We waren van de kaart geveegd, verslonden, weggevaagd.’ De psalm zegt niet dat de tegenstanders er niet zullen zijn, dat er geen dingen zullen zijn in ons leven die ons angst aanjagen. Wel klinkt er door die omstandigheden heen vertrouwen op de God die zijn belofte van nabijheid en hulp aan zijn volk waarmaakt. Dat klinkt ook door in de woorden die soms aan het votum worden toegevoegd: ‘die trouw is tot in eeuwigheid en die het werk van
Dat is ook wat we in de groet horen: ‘Genade met u en vrede, van God onze Vader, en van onze Heer Jezus Christus.’ Het is de groet die Paulus gebruikt aan het begin van zijn brieven aan de Romeinen en de Korintiers. De genade en vrede die klinken komen van God en van Jezus, en natuurlijk door de Heilige Geest. God kijkt met genadige ogen naar de mensen die hij heeft geroepen om heilig te zijn en geeft hen de vrede die Jezus mogelijk heeft gemaakt. Het is de vrede die alomvattend is, de shalom die verwijst naar een vervuld leven, een leven zoals God het bedoeld heeft. Vrede is de heelheid die er is in de relatie tussen God en mensen, tussen mensen onderling, en in de relatie tussen God, mensen en de schepping. Die vrede is daar waar God aanwezig is, waar hij met zijn genade het leven van mensen verandert. Het verband tussen Gods genade en vrede en zijn aanwezigheid bij de gelovigen klinkt ook prachtig (vaak aan het einde van de dienst) in de priesterlijke zegen uit Num. 6:2426: ‘Moge de Heer het licht van zijn gelaat over u doen schijnen en u genadig zijn, moge de Heer u zijn gelaat toewenden en u vrede geven.’ Vanuit deze groet mogen we wat volgt in de dienst ook begrijpen. Soms klinken in de wet en in de preek woorden van aansporing, worden we gewezen op dat wat nog niet goed is in ons leven. Maar door Gods aanwezigheid en genade zijn wij in staat om die woorden te horen en er uit te leven. Soms zingen of bidden we klagend en vragen we om Gods ontferming in moeilijke situaties. Vanuit de vrede en genade die ons wordt aangezegd in de begroeting en die we uitspreken in het votum weten we dat ons bidden niet vergeefs zal zijn. En dat geeft vertrouwen, voor de dienst – en voor de week die komt.
11
VOOR U AAN HET WERK
Inwerken van nieuwe diakenen We zitten midden in de periode dat er weer nieuwe diakenen worden benoemd. Vaak jonge mannen en vrouwen zonder eerdere ervaring. Een duidelijk inwerkprogramma helpt hen bij het maken van een goede start. En dat komt het werk van de diaconie en gemeente zeker ten goede.
DOOR DERK JAN POEL Een eerste indruk is vaak heel erg bepalend. Dat geldt ook voor het beeld dat nieuwe diakenen van de diaconie krijgen. Je kunt daar positief aan bijdragen door diakenen bewust in te werken. Zo neem je nieuwe diakenen mee in het werk van de diaconie. Dat heeft een aantal voordelen. Allereerst help je nieuwe diakenen zich sneller op hun gemak te voelen. Het versterkt het gevoel dat ze onderdeel worden van het diaconale team. Verder voelen diakenen zich sneller zeker over de dingen die ze moeten weten en is sneller duidelijk wat er van hen wordt verwacht. Dat is prettig voor een diaken, maar het komt ook het diaconale werk en daarmee de gemeente ten goede.
Ouderlingen en diakenen
Ouderlingen en diakenen maken deel uit van een team dat samen aan het werk is in de gemeente. Ze zullen elkaar vaak tegenkomen en elkaars werk versterken en ondersteunen. Plan daarom samen met de kerkenraad een inwerkavond voor alle nieuwe ouderlingen en diakenen. Op een dergelijke bijeenkomst komen de volgende vragen aan bod: Wat is de visie van onze gemeente (waar willen we heen)? Wat houdt het werk van de ouderling en diaken op hoofdlijnen in? Waar zit het verschil en hoe werken we in onze gemeente samen? Hoe functioneren de kerkenraad en
12
diaconie (denk aan vergaderstructuur, gewoonten, enz.)? Hoe werken we samen in beleid en praktisch, bijvoorbeeld binnen de wijken?
Nieuwe diakenen
Daarnaast is het goed om in een apart overleg de nieuwe diakenen mee te nemen in het werk van de diaconie. Daarin kun je duidelijk het doel van de diaconie neerzetten: bouwen aan een diaconale gemeente. Daar moeten focus, energie en gebed steeds op gericht zijn. De diaconie is er immers niet om al het diaconale werk zelf te doen. Een actueel diaconaal plan kan hierbij behulpzaam zijn. Het helpt om nieuwe diakenen mee te nemen in de visie en de plannen van de diaconie. Ook is het een perfect moment om als diaconie weer eens even stil te staan bij de vraag: waar willen we over een aantal jaren staan met de diaconale gemeente en hoe werken we daar de komende jaren concreet naar toe? Daarnaast helpt een actuele versie van het handboek van de diaconie nieuwe diakenen praktisch op weg. Dit handboek bevat alles met betrekking tot de praktische organisatie van het diaconale werk. Denk aan allerlei afspraken en procedures rondom vergaderingen, steunverlening en financiële reserves,. Voor nieuwe diakenen is niets vanzelfsprekend. Het is daarom goed om dit handboek sa-
men met hen door te nemen. Maak aan het eind afspraken over het vervolg van de inwerkperiode. Het is belangrijk dat nieuwe diakenen weten bij wie ze met hun vragen terecht kunnen. Stel een ‘mentor’ of contactpersoon aan en kies daarvoor bij voorkeur iemand die goed kan overdragen.
Afronden inwerkperiode
Voer aan het eind van de inwerkperiode een gesprek met de nieuwe diaken. Heeft deze voldoende informatie ontvangen? Zijn alle belangrijke zaken aan de orde geweest? Is duidelijk wat er de komende tijd verwacht wordt? Zijn er nog vragen of zaken die extra aandacht nodig hebben? Voelt de diaken zich op zijn gemak in zijn nieuwe rol?
Een paar concrete tips
Geef je op voor een classicaal of regionaal georganiseerde training voor nieuwe ambtsdragers. Is zo’n training er in jouw classis of regio nog niet? Neem dan contact op met het Diaconaal Steunpunt en vraag naar de mogelijkheden. Volg als diaconie de videocursus ‘Bloeiend diaconaat’. Deze cursus wil diaconieën op een eigentijdse manier tools in handen geven. In drie avonden ga je aan de slag in je eigen gemeente, met behulp van een praktisch werkboek, diverse uitdagende verwerkingsopdrachten en een aantal korte videoclips. Kijk op www. bloeienddiaconaat.nl voor meer informatie. Voer een ‘exitgesprek’ met aftredende diakenen. In zo’n gesprek staan twee vragen centraal: Hoe heeft de diaken zijn tijd bij de diaconie ervaren en welke zaken kunnen verbeterd worden? Deze input kan waardevol zijn voor de diaconie. Informeer diakenen over de mogelijkheden van het Diaconaal Steunpunt en wijs ze op de maandelijkse nieuwsbrief: www.diaconaalsteunpunt.nl Noot van de redactie: dit artikel is afkomstig van de website www.diaconaalsteunpunt.nl
14 JUNI 2019
LITURGISCHE ZAKEN
Lied van de maand mei 2019 ‘VIER MET ALLES WAT IN JE IS’ LB 386 ´In de kerk kom je niet voor een feestje´ - vaak wordt het zo beleefd. Oudere en jongere jongeren kunnen klagen over eindeloze saaie en duffe diensten. Bij de viering van het Heilig Avondmaal lijkt het erop dat veel mensen een begrafenisgezicht opzetten. Is dat eigenlijk ook niet terecht? Hoe kun je vrolijk zijn als het over de dood van iemand gaat? Nog wel de dood van onze Heiland en redder? Of mis je dan iets? DOOR HENK SCHAAFSMA Dit lied laat zien dat je wel degelijk blij en vrolijk kunt worden van het Heilig Avondmaal. En ook nog met een swingende melodie. ‘Vier met alles wat in je is Christus dood en verrijzenis!’ Het is een oproep om in beweging te komen. Beweging in Woord en gebaar. Het lijf doet mee in de kerk: juichen, bidden, knielen, zingen, springen, swingen. In beweging kun je zoveel tot uiting brengen van wat je van binnen beroert en beweegt. Jezus, de Heer, die zelf letterlijk en figuurlijk is opgestaan, zet ons in dit lied in beweging: Hij geeft brood en ademtocht (refrein) Hij verbindt ons en maakt ons één (couplet 2) Hij spreekt ons in liefde aan ( couplet 3) Hij daagt ons uit om op weg te gaan (couplet 3) Hoe? Christus die uit de dood verrezen is (couplet 1) wil tastbaar aanwezig zijn. Hij spreekt ons in liefde aan met het brood van gerechtigheid en met de wijn van zijn koninkrijk ( couplet 3)
Het raakt me elke keer weer als we in onze gemeente met een paar honderd mensen in een grote kring staan. Op één en hetzelfde moment eten van we van het brood. Indrukwekkend, hartverwarmend en verbindend. Dat is wat Christus doet, zing je
in couplet 2: ‘Hij verbindt ons en maakt ons één tot een kring om zijn tafel heen.’ Dan kun je niet anders dan voluit zingen: ‘Vier de vrede van Christus, zing! Vier het leven in deze kring.’ Dit mooie lied is oorspronkelijk in het Engels geschreven door de Nederlandse theoloog Fred Kraan, die in Engeland zijn thuis vond. René van Loenen maakte de vertaling. Aan de melodie ligt een volksliedje uit Jamaica ten grondslag. Doreen Potter heeft die melodie zo geordend dat wij hem kunnen zingen. Het is wel aan te bevelen om met behulp van ritme instrumenten de swing er in te brengen. Mooi om een (kring)viering zingend en - wie weet - swingend af te sluiten: vier met alles wat in je is Christus’ dood en verrijzenis! Er valt wat te vieren in de kerk! Noot van de redactie: Dit lied is overgenomen van de website van het Steunpunt Liturgie van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt).
De viering van het Avondmaal in een kring komt meer en meer in gebruik.
13
UIT DE CLASSES
Classis Harderwijk 9 mei 2019
Het thema ‘veilige kerk’ zal zo nu en dan terugkeren op de classis en het kan als onderwerp meegenomen worden door de visitatoren. De volgende zaken worden door de kerken gedeeld. In Almere wordt onderzocht of geloofsonderwijs en ontspannen jeugdactiviteiten samen met de CKG/ NGK-gemeente De Zuiderpoort gedaan kunnen worden. De erediensten worden bezocht door 30-40 gasten, waaronder asielzoekers; dat geeft aanleiding voor doorspreken over bijvoorbeeld een kind dat spontaan mee aan het avondmaal gaat en mensen die (weer) in contact komen met God en gedoopt willen worden. In Barneveld-Voorthuizen is het beroepingswerk op gang gekomen. Ds. Buursema ziet ernaar uit weer te kunnen samenwerken; dat geeft vooral bij het preekwerk meer continuïteit. In Ermelo heeft de jeugdouderling voortijdig ontheffing gevraagd; dit is aanleiding de opzet van het jeugdwerk opnieuw te doordenken. Er doen 5 jongeren belijdenis. In Harderwijk zijn zusters op tal ge-
14
steld voor diaken. Het is niet gelukt kandidaten te vinden voor 4 vacatures voor wijkouderling; werd in het verleden opgezien tegen het bestuurlijke werk, nu lijkt dit juist voor het pastorale werk te gelden. Er worden jeugdouderlingen benoemd en er wordt gewerkt aan het aanstellen van een jeugdwerker, eventueel samen met andere kerken in Harderwijk. In Lelystad wordt gewerkt aan het uitrollen van de samenwerking met CGK/NGK-gemeente Het Anker op gemeenteniveau. Er is besloten de ambten alleen voor zusters open te stellen als Het Anker dat ook doet, omdat het anders moeite gaat geven in de classis van de CGK. In Putten heeft ds. Pieter van den Berg een analyse opgesteld, die met de gemeente is gedeeld. Op basis hiervan wordt een plan opgesteld, dat na de zomer uitgevoerd zal worden. Na 30 juni is ds. Van den Berg niet meer beschikbaar voor Putten, daarom vraagt Putten de classis of er een predikant is die 1 dag per week ruimte heeft om hierin mee te denken en er geestelijk leiding aan te geven; er worden enkele suggesties gedaan waar Putten mee aan de slag gaat. De kerkenraad ziet ruimte voor vrouwen in alle ambten; voor diake-
nen wordt dat direct ingevoerd, voor ouderling en predikant wordt na de GS 2020 een besluit genomen. In Zeewolde doen 13 jongeren belijdenis en worden 10 ouderlingen bevestigd, waarvan 5 jeugdouderlingen. Er zijn soms gezamenlijke diensten met de NGK en ook de predikanten ruilen soms. Br. J. Kramer uit Harderwijk vraagt verlenging van zijn preekbevoegdheid. Op de februariclassis was het rapport van zijn begeleider nog niet beschikbaar; inmiddels is dat er en nu kan worden besloten de bevoegdheid met 2 jaar te verlengen. Er is overleg geweest tussen de kerken van Ermelo, Harderwijk en Putten en de NGK van Ermelo. Er was het verlangen samen kerk van Christus te zijn en elkaar tot hand en voet te zijn; de intentie is om samen verder te gaan. De NGK wil wel als bestaande gemeente verder en niet opgaan in de GKv-gemeenten; ze hebben een band met elkaar en willen dat zo houden. Hiervoor is alle begrip. Namens de classis, E. HAAKSMA, DEPUTAAT ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING
14 JUNI 2019
COLOFON
Zonder commentaar Verleidingen (Lees: Prediker 1) Mijn ogen kunnen mij verleiden. Ze houden van mooie, afwisselende vormen en van mooie stralende kleuren. Ik moet me niet aan deze dingen overgeven maar aan de God die ze gemaakte heeft. De koningin van de kleuren, het licht, kan verleidelijk en gevaarlijk zijn. Maar ik kan U ook loven om het licht, o God, Schepper van alles. En dat wil ik doen. Mijn God en mijn luister, ik zing een loflied voor U en ik offer mijn lof aan U, want alle schoonheid die kunstenaarshanden kunnen maken, komt van de hoogste schoonheid, waar mijn ziel dag en nacht naar verlangt. Er is een andere verleiding die veel gevaarlijker is: kennis en wetenschap. De nieuwsgierige weetzucht. In dit onmetelijke woud vol valkuilen en gevaren heb ik al veel weggekapt en uit mijn hart verdreven, met de kracht die U me hebt gegeven, God van mijn heil. Maar wie kan zeggen hoeveel kleinigheden en nutteloze dingen onze weetgierigheid elke dag opwekken en hoe vaak wij dan struikelen. Mijn leven is vol van zulke dingen. Ik heb maar één hoop: uw heel grote barmhartigheid. Want als in ons hart dat soort onbenulligheden verzameld worden, dan worden onze gebeden verhinderd, in plaats dat ons hart zich tot U richt. Uit: De belijdenissen van Augustinus. Verkort en bewerkt door Sipke van der Land Zonder Commentaar is een rubriek waarin redacteuren doorgeven uit allerlei bladen hoe men schrijft over christenen, geloof, bijbel, kerk enz. De redactie hoeft het helemaal niet eens te zijn met wat hierin wordt weergegeven, maar wil de lezer iets aanreiken van hoe men denkt.
REDACTIE-SECRETARIAAT Aanleveradres voor classisverslagen en persberichten: Jac. de Groot, Ballade 12, 8265 SB Kampen gereformeerd.kerkblad@gmail.com De redactie behoudt zich het recht voor verslagen en berichten in te korten EINDREDACTIE Ds Henk Jan Visser (eindredacteur) Jac de Groot MA REDACTIE mr E. Bos e.bos01@hetnet.nl J.A. de Groot MA groot.jac.de@gmail.com ds R.P. Heij rheij@hetnet.nl drs P. Houtman piet.houtman@hotmail.com ds H.J. Visser henkjanvisser8@gmail.com H. Walinga hwalinga@walinga.org (vacature) REDACTIONEEL MEDEWERKER A.M. Pathuis anne-maaike@live.nl BLADMANAGEMENT BDUvakmedia Postbus 67, 3770 AB Barneveld Telefoon: 0342 49 48 46 Fax: 0342 49 29 99 Aanleveradres voor kerkdiensten: Kerkdiensten.gkb@bdu.nl Telefoon: 0342 494882
UITGEVER, ABONNEMENTEN EN BEZORGING BDUvakmedia, afd. abonnementen Postbus 67, 3770 AB Barneveld Tel. 0342 494884 – fax 0342 494299 abonneeservice@bdu.nl OPGAVE ADVERTENTIES Roel Abraham Tel. 06 54274244 r.abraham@bdu.nl PRIJS JAARABONNEMENT - binnenland - studenten - buitenland - proefabonnement (10 nrs)
€ 64,93 € 35,43 € 103,54 € 14,35
OPZEGTERMIJN 2 kalendermaanden voor de nieuwe betalingsperiode Voor mensen met een leeshandicap zijn de artikelen uit dit blad verkrijgbaar op CD. Informatie: CBB tel. 0341 565499, e-mail info@cbb.nl www.gereformeerdkerkblad.nl
15