gereformeerd 72E JAARGANG • NUMMER 15 • 2 AUGUSTUS 2019
KERKBLAD @GerefKerkBlad
KERKELIJK LEVEN
2
Pas gekozen ouderlingen en diakenen hebben in de zomer een rustige tijd om zich voor te bereiden voor een (eerste) ambtstermijn.
RECENSIE
4
Hóórt twijfelen misschien bij het geloof? Is het misschien normaal? Kun je je eigenlijk wel een gelovige voorstellen die nooit twijfelt?
WWW.GEREFORMEERDKERKBLAD.NL
DENKEN EN DOEN
7
De kerk verlaten is een een beslissing die een jongere niet zo maar neemt. Integendeel, daar gaat vaak een heel proces van jaren aan vooraf.
Niet te barmhartig zijn… En ontferm u over sommigen, en ga daarbij met onderscheid te werk. Red anderen echter met vrees, en ruk hen uit het vuur. U moet ook het onderkleed haten dat door het vlees bevlekt is. (Judas vers 22-23, HSV) DOOR JAC DE GROOT MA Wel eens het boek Judas gelezen? Valt niet mee hè? Er staan bijzondere passages in over engelen, aartsvaders en profeten. Én dan aan het einde ook nog deze bijzondere tekst: “Ontferm u over sommigen”. Ontferming is toch een goddelijke eigenschap, gelijk aan barmhartigheid? Gevoelsmatig strookt deze tekst niet met de woorden van Jezus: “Hebt uw vijanden lief, bidt voor wie u vervolgen (Mattheus
5:44)”, of met de woorden van Paulus: “uw vriendelijkheid is bij alle mensen bekend (Filippenzen 4:5).” En nu vertelt Judas ons dat wij ons over sommige mensen niet hoeven te ontfermen? Wie dan? Die drugsverslaafde dakloze in de tunnel van Utrecht Centraal? Of de pedofiel in de straat? Of de steenrijke crimineel Willem Holleeder? Het briefje van Judas lezend, besef ik dat juist deze verschoppelingen wél onze ontferming verdienen. Onderscheid maken, moeten we juist doen binnen de kerk. Heel de brief gaat over dwaalleraars, die ons bij Christus vandaan trekken. Zij moeten zijn als melaatsen onder ons: over hen hoeven wij ons niet te ontfermen. De dwaalleraars worden vergeleken met ongelovige Israëlieten, gevallen engelen en Sodom en Gomorra. En in de afgelopen 2000 jaar zijn er zovele dwaalleraars opgestaan: Marcion, Arius, Dona-
tus, Pelagius, Mohammed om maar een aantal namen te noemen. Andere vertalingen hebben het over ontferming over hen die twijfelen; dwaalleraars zijn geen twijfelaars. We moeten echter deze dwaalleraars mijden als de pest. De volgelingen van deze dwaalleraars moeten we met vrees redden, hen uit het vuur rukken. Onderscheid dan de dwaalleraar van de volgeling. En dat onderkleed? Zal dat dan de leer van de dwaalleraar zijn, dat ook zijn volgeling draagt? Mijdt dat onderkleed ook, want het is net zo melaats als de dwaalleraar. HET VOLGEND GEREFORMEERD KERKBLAD VERSCHIJNT OVER D.V. DRIE WEKEN OP 23 AUGUSTUS 2019.
KERKELIJK LEVEN
Ambtenaar zoekt uitvlucht of toevlucht? Kerkelijke verkiezingstijd ligt weer achter ons. De maanden mei en juni zijn druk met feestelijke diensten: doop, belijdenis, bevestiging. Daarna volgen de zomermaanden, juli en augustus: rust in de (kerkelijke of letterlijke) tent. Pas gekozen ouderlingen en diakenen hebben in de zomer een rustige tijd om zich voor te bereiden voor een (eerste) ambtstermijn. DOOR JAC DE GROOT MA Een kerkelijk ambt wordt niet vaak zonder schroom aanvaard. Rondom verkiezing hangt toch een vorm van faalangst. Allerlei gedachten kunnen daarin rondspoken over mentale belasting, tijd, gesprekken en noem maar op. Niet zelden horen we in de kerk: “Gehoord de redenen, heeft de kerkenraad ontheffing verleend aan broeder N.N. uit het ambt van ouderling/diaken.” Het neerleggen van een ambt is geen kleinigheid. In de voorafgaande periode heb je al je kunnen ingezet, om de gemeente van Christus te dienen, maar als blijkt dat dit niet (meer) lukt, dan is het neerleggen van het ambt geen zwakheid, maar sterkte. Het kunnen en durven neerleggen van een ambt betekent dat je in staat bent, je zwakte kenbaar te maken, al dan niet in een cryptische kerkenraadsbeschrijving.
Uitvluchten
Het neerleggen van een ambt kan lijken op een uitvlucht uit een werkelijkheid, die niet aan jou besteed is, maar dát is niet wat ik hier betoog. Uitvluchten staan veeleer aan het begin van een verkiezing. Het zijn niet de minste mannen, die een uitvlucht zochten: Mozes, Jeremia en Jona om maar een willekeurig drietal te noe-
2
men. Al deze mannen zochten redenen om maar niet in dienst van de HERE te mogen dienen. Mozes vond dat hij niet mondig genoeg was, Jeremia vond zichzelf te jong, en Jona maakte dat hij uit de voeten kwam. Het Oude Testament staat vol met namen van hen die uitvluchten zochten nadat de HERE riep. Uiteindelijk kwamen de drie genoemde mannen er niet onderuit: zij moesten wel werken in Gods Koninkrijk. Is het ook vaak niet onze eerste reactie, wanneer wij een belangrijke taak toebedeeld krijgen? Ja maar … “Dit wil ik niet.” “Dit kan ik niet.” “Moet dat nou?” “Hier ben ik niet voor opgeleid.” “Ik heb geen ervaring.” “Ik ben nog te jong.” Toch kiest de HERE ook in Zijn kerk mensen die Zijn gemeente leiden. Dit deed Hij in het Oude Testament bijvoorbeeld met de urim en tummim, bij de verkiezing van Saul tot koning. In Handelingen 1 lezen we dat via het werpen van het lot Matthias werd aangewezen als discipel in plaats van Judas. Een gezonde vorm van faalangst is goed bij het aanvaarden van zulk een grote verantwoordelijkheid, het geeft het besef weer dat de verkozene weet dat dit niet zomaar een vrijwillige taak is. Toch mag het besef er zijn, dat de ver-
kiezing, zoals bij ons gebruikelijk is, ook dat effect heeft: het maakt duidelijk wie er door God uitgekozen is voor een ambt. Zowel bij de urim en tummim, het werpen van een lot, of het zetten van een kruisje op een velletje papier is één ding zeker: de uitkomst staat niet van tevoren vast. Echter, hierdoor mag de verkozene zich gesterkt weten door Degene die hem geroepen heeft tot het dienstwerk.
Toevluchten
Het is niet zo dat een verkozene in angst voor het werk moet blijven liggen. Verkozen zijn mag ook betekenen dat er Hulp is. Een ambt mag blijmoedig aanvaard worden, zoals ook Jesaja dat deed in Jesaja 6:9: “Daarna hoorde ik de stem van de Heere. Hij zei: Wie zal Ik zenden? Wie zal er voor Ons gaan? Toen zei ik: Zie, hier ben ik, zend mij.” Jesaja stribbelt niet tegen, komt niet met uitvluchten nadat hij werd aangewezen. Voorafgaand aan dit vers zag Jesaja de heerlijkheid van de HERE en hij mocht dit overleven, ondanks dat hij dacht dat hij zou sterven. In plaats van uitvluchten te zoeken voor allerhande redenen, mogen deze redenen voorgelegd worden aan Hem die verkozen heeft en mag er gevraagd worden om kracht, bijstand, wijsheid, tijd, etc om het kerkelijk ambt te mogen vervullen. Voor diegenen, die net verkozen zijn in een kerkelijk ambt is het van onschatbare waarde, dat zij mogen weten dat voor de God van Israel geen uitvlucht gezocht hoeft te worden, maar dat bij de God van Israel toevlucht gezocht mag worden. De Here staat zijn dienaren bij; Hij is een hulp. Toevlucht associëren wij met gevaar: je zoekt toevlucht om te schuilen voor gevaar en je zoekt daarbij hulp. Maar toevlucht kan ook gezocht worden in onbekende situaties, waar men zich geen raad mee weet. Zowel Mozes als Elia namen beiden toevlucht tot God, toen zij telkens maar weer geconfronteerd werden met een ongehoorzaam en hardnekkig volk van God. Telkens weer was het
2 AUGUSTUS 2019
NOG EVEN DIT
God die Mozes kracht gaf om door te gaan om een volk door de woestijn te leiden. Het kan lijken of ambtswerk zinloos is: nieuwe initiatieven vinden lastig ingang, omdat niet overal mensen voor te vinden zijn. Jongeren verlaten de kerk, omdat zij geen aansluiting meer vinden. De diaconie moet mensen blijven helpen omdat de overheid een trage molen is.
Populisme bestrijden
Psalm 121
DOOR HEERCO WALINGA
Psalm 121 is een mooie psalm voor het ambtswerk. In drie strofen wordt neergezet dat de Here een hulp is voor de gelovige. Van Hem wordt het beeld neergezet van een God die zijn mensen vasthoudt, die waakzaam is, een schaduw tegen de hitte. De Psalm sluit af met de woorden: De Heere zal uw uitgaan en uw ingaan bewaren, van nu aan tot in eeuwigheid (Ps. 121:8, HSV). Als je uit huis weggaat voor het ambtswerk, zal de Here erbij zijn. Als je thuiskomt na het ambtswerk zal de Here er ook zijn. Hij is er bij het werk en de verwerking ervan. Als de Here meegaat met zijn knechten, mag er ook op vertrouwd worden dat de ambtsdragers niet voor zichzelf en eigen kerk hun werk doen. Het is werk voor de Here: de plaatselijke kerk van, om het even welke stad, is niet de hele Kerk van de Here, maar een klein onderdeel ervan. Heel de GKv is misschien maar een vingerkootje van de linker pink van het lichaam van Christus, en een plaatselijke kerk, misschien maar een huidcel bij dat ene kootje. Het werk lijkt klein, onbeduidend en wellicht onnodig in onze eigen ogen, omdat wij voelen dat al het werk al bij de handen afgebroken wordt. Achter ons ambtswerk, staat het Ambtswerk van Christus: Koning, Hogepriester en Profeet. Hij werkt tot redding en heling van de wereld, en als daar dat ene vingerkootje van de GKv voor noodzakelijk is, schakelt Hij dat in. Het ambtswerk kan alleen gedaan worden in afhankelijkheid van het Woord van God, als enige leidraad.
Het lijkt een onmogelijke taak, populisme bestrijden. De eerste vraag is al: moet dat dan? Mijn antwoord is: jazeker moet dat, want meningen en beslissingen die appelleren aan onderbuikgevoelens kunnen aan de oppervlakte misschien de roos raken, maar wat er achter die roos zit… dat wordt niet opgelost. En dus zal het op een ander moment weer opduiken. Ik vergelijk het maar even met zevenblad in de tuin. Dat is een probleem voor de tuingenieter. Het plantje verspreidt zich snel en overheerst het beeld in de aangelegde borders. Dat is niet de bedoeling. Wat te doen? Alles afknippen? Eruit trekken? Dat is voor het beeld van de tuin voor vandaag een mooie oplossing. Dan komen de hosta’s, de lelietjes-van-dale en de floxen wel beter tot hun recht. Maar kenners weten dan een ding zeker: twee weken later staat er nog veel meer van dat zevenbladspul. Dus als iemand roept: ‘Afsnijden die boel,’ dan weten de echte tuiniers dat dat niet helpt. Ze weten wel dat er voor de bestrijding van zevenblad alleen maar heel ingrijpende en dure maatregelen zijn, wil het afdoend zijn. Iemand zei zelfs eens: ‘Het enige middel tegen zevenblad is verhuizen.’ Migratie, dus. Er zijn, zo blijkt uit dit voorbeeld, maar veel meer nog uit de praktijk van het leven, geen eenvoudige oplossingen voor complexe problemen zoals migratie, islamisering, verdeling van bezit, behoud van werkgelegenheid, de klimaatproblematiek, de plastic-soep en noemt u de hot-items maar op. Dat geldt voor de politiek, maar ook voor de dagelijkse gezinspraktijk en voor het kerkelijk leven en voor elk terrein van het menselijk bestaan. Geen simpele oplossingen voor complexe problemen, en dat zullen we moeten accepteren. En waarom is dat zo? Nou, laat ik er eens een populistische one-liner op loslaten: omdat we er, als mensheid, maar ook als gezamenlijke christenen zelf een complexe puinhoop van hebben gemaakt. Maar daar willen we niet aan. Toch? Ik draag er toch geen schuld voor de ongelooflijke kerkelijke verdeeldheid? Het is toch niet mijn schuld dat de jonge mensen van vandaag andere keuzes maken? Voor alleen al die twee problemen in de kerk zijn geen eenvoudige oplossingen te bedenken. En zo zijn er meer: hermeneutiek, homoseksualiteit en gemeente, de vrouw in het ambt, noemt u maar op. Het belangrijkste in al die problematieken zal zijn dat we onze gebrekkigheid en beperktheid eens gaan erkennen… allemaal! U, jij en ik! Het lijkt me dat, in de strijd tegen (ook kerkelijk) populisme, dat het belangrijkste, maar vooral ook meest rustgevende element is. hwalinga@walinga.org
3
RECENSIE
Pleidooi voor twijfel Veel gelovige christenen twijfelen. Mag dat? Het wordt niet meer als een uitzondering beschouwd. De twijfel gonst rond. Wat onaardig gezegd misschien: twijfelaars steken elkaar aan en steunen elkaar in hun twijfel. Hóórt twijfelen misschien bij het geloof? Is het misschien normaal? Kun je je eigenlijk wel een gelovige voorstellen die nooit twijfelt, die altijd alleen maar onwrikbaar zeker is van zijn of haar geloof? Zou dat niet eerder een beetje vreemd zijn? Er zijn boekenplanken vol met hulp aan twijfelaars om op vaste grond te blijven of daar weer op te komen. Pastorale boeken. Het boekje ‘Spiritualiteit van de twijfel’ van Roger Dewandeler is anders: het is juist een pleidooi voor de twijfel. DOOR DRS PIET HOUTMAN Nadrukkelijk wil de schrijver het niet hebben over het object van de twijfel: waar twijfel je aan? Aan wat je ziet, aan God, of wat dan ook? Nee, het moet gaan over het fenomeen van de twijfel zelf.
4
Het eerste deel doet een paar grote stappen door de geschiedenis. Er komen drie vormen van twijfel naar voren. De eerste is de twijfel van sceptici, die al dateert van voor het christendom, uit de klassieke Oud-
heid. Doel van die twijfel is gemoedsrust. Als je aan vaststaande dogma’s hangt, word je maar zenuwachtig als die niet blijken te kloppen. De tweede komt voort uit nieuwsgierigheid. Hier is de naam van Descartes aan verbonden. Hij wil niet zonder meer aannemen wat als kennis wordt onderwezen. Zelfs je zintuigen kun je niet zomaar vertrouwen, want mensen nemen vanuit verschillende gezichtshoeken hetzelfde verschijnsel op verschillende manieren waar. Twijfel leidt je op het pad naar kennis die echt zeker is.
Klimaat
Nog weer later, in de negentiende eeuw, richt de twijfel zich niet langer alleen tegen het gezag en de macht van de kerk, maar ook op God zelf. Zo is volgens Karl Marx God een projectie van de mens: religie dient om de harde, pijnlijke realiteit van de economische ongelijkheid te rechtvaardigen en er troost en verdoving voor te bieden. Voor Freud is godsdienst een manier om met schuldgevoel om te kunnen gaan, nadat de mensen de patriarchale vaderfiguur vermoord hebben. Tenslotte verklaart Nietz-
2 AUGUSTUS 2019
sche God dood: de mens moet niet langer gebukt gaan onder de lasten van religie en moraal, maar sterk en vrij zijn als een leeuw. Het boekje is dun, het is vlot geschreven, en het brengt naast de bekende ook veel minder bekende namen, verhalen en anekdotes op tafel. Dit overzicht in het eerste deel verheldert het klimaat van twijfel vandaag. Tegelijkertijd legt het betoog een vloer van legitimiteit onder de twijfel. De geschiedenis van ons denken, wij zelf als mensen hebben ons zo ontwikkeld. We zijn nu in dat laatste stadium terechtgekomen en daar kunnen we niet achter terug.
Sympathiek
In de Bijbel, waar het tweede hoofdstuk over gaat, lijkt twijfel op het eerste gezicht een negatief imago te hebben. Denk aan Sara, Zacharias, profeten die terugdeinsden voor hun roeping, en de vele teksten tegen ongeloof, kleingeloof en twijfel. Maar dan zoomt de schrijver in op twee figuren: Thomas en Abraham. Thomas komt herhaaldelijk ter sprake in het evangelie van Johannes. Eigenlijk is hij een realist, hij wil aanraken, onderzoeken. Maar wat doet dit evangelie, als laatste geschreven, z’n best om alle twijfel de kop in te drukken, wat dringt het nadrukkelijk aan op geloof! Aan de andere kant is er Abraham. Hij wordt beschouwd als de gelovige bij uitstek en is geannexeerd als niet alleen de voorvader van één volk, maar als de vader van alle gelovigen. Maar ook hij heeft zijn twijfels gehad. En zijn onmiddellijke bereidheid om zijn zoon Isaak te offeren is eigenlijk kwalijk: had hij niet moeten betwijfelen of de stem die hem dat opdroeg wel de stem van God kon zijn? Eigenlijk vinden wij Thomas fatsoenlijker en sympathieker dan Abraham.
Verhalen
Dan is er het boek Job. Dewandeler gaat niet uit van de vorm waarin dit boek uiteindelijk in de Bijbel terechtgekomen is, maar laat het uitlopen op de hoofdstukken waarin God spreekt. De vrienden van Job vertol-
ken in feite het traditionele godsdienstige standpunt: God straft de slechte mensen en beloont de vromen. Dat is de theologie geworden van het verdere Oude Testament, met name de boeken Samuël, Koningen en Kronieken, waarin bijna alle latere koningen er slecht afkomen. Hier stuiten we op nog een karakteristiek van dit boekje. Weliswaar worden er Bijbelgedeelten besproken – en dat kan op het eerste gezicht een christelijke indruk wekken – maar de schrijver beoordeelt naar eigen inzicht sommige gedeelten positief, andere negatief. De achtergrond daarvan is duidelijk: de Bijbel is een boek van mensen, met allerlei verschillende opvattingen, die onderling met elkaar in strijd kunnen zijn. Deze bundel boeken is niet meer gezaghebbend dan de eerste de beste filosoof of verhalenverteller.
Verbaasd
Dewandeler is predikant in de PKN (voor een aantal Waalse gemeenten, zijn boekje is uit het Frans vertaald). Hij behoort daarin tot de vrijzinnige vleugel, dat is duidelijk, maar als je zo’n boekje leest komt het toch wel heel dichtbij: dit kan dus vrijuit gedacht, gezegd en geschreven worden in een kerkgemeenschap waar de GKv een ‘Verklaring van verbondenheid’ mee heeft ondertekend. Laat de verbaasde lezer bedenken dat deze methode van bijbellezen sinds jaar en dag aan de theologische faculteiten van de grote universiteiten wordt onderwezen. Om op Job terug te komen: tegen de grootste monsters schijnt ook God
zelf niet goed op te kunnen. Het zijn symbolen voor het mensenleven. God treedt terug om ruimte te geven aan de mens. Die kerngedachte komt ook in het midden van de protestantse theologie voor.
Dynamisch
Het laatste deel van het boek biedt een toepassing. De schrijver gebruikt de wijzen uit het Oosten om te pleiten voor de reis in plaats van het vasthouden aan dogma’s. Dogmatisch geloof leidt tot geweld, tegenspelers van Calvijn wijzen de weg naar verdraagzaamheid. Hier zie je het nadeel van een boek over het thema twijfel op zichzelf. Dat het normaal is om zeker te zijn van sommige dingen die fundamenteel zijn voor je leven, en dat je dan tegelijkertijd andere inzichten kunt openlaten voor discussie en om ze bij te stellen, kan niet goed uit de verf komen. Het dogma blijft hier hangen in de bekende karikatuur van starheid. Terwijl in werkelijkheid dogma’s op hun manier het dynamische verhaal vertellen van Vader over wat Hij doet. De moderne mens doet het zonder die Vader; hij meent dat te kunnen. De lezer die moeite heeft met zijn eigen twijfel en toch wel graag wil geloven, wordt door dit boekje niet geholpen. Of misschien zou het juist positief werken: wie twijfelt maar wel van Jezus houdt, kan door het lezen van dit boekje ontdekken wat een zekerheid hij in feite heeft. N.a.v. Roger Dewandeler, Spiritualiteit van de twijfel. Utrecht: KokBoekencentrum, 2019. 127 pagina’s. € 12,99.
5
SCHRIFT WERK
Het zwaard van Elisa? WIE ONTKOMT AAN HET ZWAARD VAN HAZAËL, ZAL GEDOOD WORDEN DOOR JEHU. EN WIE ONTKOMT AAN HET ZWAARD VAN JEHU, ZAL GEDOOD WORDEN DOOR ELISA. 1 KONINGEN 19:17 Heeft Elisa het zwaard gehanteerd om het oordeel van God te voltrekken of niet? Dit is de vraag die me bereikte van een gemeentelid. De profeet Elisa is toch aangesteld om het woord van God te spreken en niet om met een zwaard rond te lopen.
gen 19:17 gesproken wordt van een zwaard. We lezen nergens dat Elisa het zwaard opgenomen heeft. Hij heeft het zwaard van de Geest gehanteerd, dat is het Woord van God. En dat Woord is zelf een tweesnijdend scherp zwaard. Aan dat oordeel van het Woord zal niemand kunnen ontkomen. De goddeloosheid en zonden worden gestraft door een rechtvaardig oordeel. Zo wordt er ook geprofeteerd in Jesaja 11:4 over de telg uit de stam van Isaï. ´Over de zwakken velt hij een rechtvaardig oordeel, de armen in het land geeft hij een eerlijk vonnis. Hij tuchtigt de aarde met de gesel van zijn mond, met de adem van zijn lippen doodt hij de schuldigen.´ Niemand komt onder het oordeel van God uit.
DOOR DS HENK JAN VISSER De profeet Elia is na de gebeurtenissen op de Karmel ten einde raad. Hij vlucht het land uit de woestijn in, omdat ze het op zijn leven hebben voorzien. Hij ziet het niet meer zitten en wil wel sterven. Hij gaat terug naar de berg Horeb. Daar waar God zijn verbond met het volk Israël gesloten heeft. Het volk heeft dat verbond naast zich neergelegd. En de profeten van God zijn gedood. Maar daar in de woestijn op de berg Horeb krijgt Elia nieuwe kracht en moed om met zijn taak verder te gaan. Hij moet Hazaël tot koning van Aram zalven, Jehu tot koning van Israël en Elisa moet tot opvolger van Elia worden gezalfd. En daarna volgt deze lugubere profetie. Het oordeel zal losbreken over Israël en het huis van Achab. Achab had er mee door zijn vrouw Izebel voor gezorgd dat overal in het land de Baäl werd gediend. Het was een gruwel voor de HEER. Toch had de HEER nog zevenduizend mensen, die niet voor Baäl hebben geknield en zijn beeld niet hebben gekust.
Het zwaard trekken
Gods oordeel over het huis van Achab. Jehu moet dat oordeel voltrekken. Maar wat de rol van Elisa is, is
6
uit de geschiedenis niet direct duidelijk. Heeft Elisa dan nog iemand gedood? Moest hij als profeet het zwaard trekken om Gods oordeel uit te voeren? Het is wel Elisa geweest die de opdracht gegeven heeft om Jehu te zalven. 2 Koningen 9:1-10. En ook heeft Elisa Hazaël gezegd, dat hij koning zou worden. 2 Koningen 8:715. Wat Jehu gedaan heeft, lezen we uitvoerig in 2 Koningen 9 en 10. God zei tegen Jehu: Je hebt juist gehandeld door te doen wat goed is in mijn ogen: je hebt mijn voornemens ten aanzien van het koningshuis van Achab volledig ten uitvoer gebracht. Daarom zullen jouw nakomelingen tot in de vierde generatie op de troon van Israël zitten.
Geestelijk
Maar moeten we het zwaard van Elisa dan meer geestelijk zien, zoals in 2 Koningen 2, waar Elisa de jongelingen van Betel vervloekt, die door twee berinnen gedood worden? Of heeft Elisa door zijn profetisch optreden aangezet tot het doden van de Baälpriesters? Het blijft een beetje gissen. Het is ook niet zo, dat er in 1 Konin-
2 AUGUSTUS 2019
DENKEN EN DOEN
Leren van kerkverlaters (I) In de afgelopen jaren heb ik regelmatig gesprekken gevoerd met jongeren die de het christelijk geloof hebben losgelaten. Je hebt het over beslissingen die een mens niet zo maar neemt. Integendeel, daar gaat vaak een heel proces van jaren aan vooraf. Ik had en heb bij deze gesprekken niet de illusie dat ik de jongere wel weer even op andere gedachten kan brengen. Ik luister naar de pijn die er vaak achter zo’n beslissing vandaan komt. Niet alleen bij de jongere, maar ook bij de familie die de jongere in de kerk heeft achter gelaten. Ook probeer ik door het verhaal van de jongere een beeld te krijgen van hoe hij/zij tot een dergelijke ingrijpende beslissing is gekomen en daar probeer ik van te leren en … daar heb ik veel van geleerd! In twee artikelen wil ik een aantal van die punten doorgeven in de hoop dat ik daar allicht ook weer anderen mee kan helpen. DOOR DS ROLF VAN OMMEN Het eerste punt wat ik wil noteren is: wees eerlijk en laat de Bijbel niet buikspreken. Jongeren zitten vol met vragen over hoe je geloof en Bijbel concreet toepast in je leven in deze maatschappij en tijd. De kloof wordt steeds groter. Neem jongeren daarin serieus. Ook in hun kritische en in onze oren ongelovige vragen. Bijvoorbeeld als het over Bijbel, geloof en wetenschap gaat. Nog maar al te vaak geven we jongeren de indruk dat de vragen die de wetenschap aan de Bijbel en aan gelovigen stelt, bij voorbaat verdacht zijn. Óf we hebben er ook geen antwoord op en geven daarmee impliciet de indruk dat we zelf ook de Bijbel niet (meer) serieus nemen. Jongeren moeten toch maar gewoon geloven wat de Bijbel (lees: hoe wij het vaak zelf geleerd hebben) zegt. Ik kan me nog steeds verbazen over hoe we zelf de Bijbel maar zo een juk opleggen en dus ook onze jongeren, als het gaat om wat de Bijbel zegt over de thema’s waar wetenschappers mee komen! Het wordt
maar zo buikspreken. Jongeren prikken door onze antwoorden heen. Ze zullen het eerst niet zo gauw zeggen, maar ondertussen komt de Bijbel zelf wel op afstand te staan en kan voor hen maar zo steeds onbetrouwbaarder worden. Ik wil hierbij één concreet voorbeeld geven. We laten de Bijbel buikspreken als we volhouden dat we vanuit de Bijbel weten dat de leeftijd van de aarde jong is en dat de aarde zeker geen miljoenen jaren oud kan zijn. Evenzo doen we de Bijbel geen recht als we proberen de leeftijd van de aarde in overeenstemming te brengen met getallen waar ik duizelig van wordt. Je helpt de wetenschap en jongeren wel verder door gewoon te lezen wat er staat in Genesis 1 en 2. In het scheppingsverhaal lees ik dat God de tijd geschapen heeft en wel op de vierde dag. Het gaat dan om het begrip tijd zoals daarmee gerekend wordt in natuur en wetenschap. Daarmee geeft de Bijbel zelf aan dat
alles wat ik lees over de schepping vóór deze vierde dag, buiten dit begrip van tijd staat. Ook de aanduiding van de eerste drie scheppingsdagen als dagen is daarmee door de Bijbel zelf buiten onze tijdrekening geplaatst. De Bijbel dwingt ons niet om over het ontstaan van de aarde in tijdrekening te denken en nogmaals dat kan dus ook niet omdat de tijd zelf pas op een gegeven moment geschapen is. We zullen nooit weten hoe oud de aarde is, omdat dit namelijk ons menselijk begrip te boven gaat. Deze wijsheid is trouwens niet van mij zelf. In prediker 3 vers 11 lezen we: ,,God heeft alles wat er is de goede plaats in de tijd gegeven, en ook heeft hij de mens inzicht in die tijd gegeven. Toch kan de mens het werk van God niet van het begin tot eind doorgronden’’. We hebben dit bijbelse begrip van tijd (nog) veel te weinig vertaald in wat dit betekent voor geloof en wetenschap. Ik vind het interessant om te lezen hoe de wetenschap zelf ook hoe langer hoe meer tot de ontdekking komt hoe relatief het begrip tijd(rekening) is. Ik denk bijv. aan wat ze ontdekken over zwarte gaten in het heelal. En zo zijn er meer voorbeelden te geven waarbij we ervoor moeten waken dat we de Bijbel laten buikspreken. Ik ben blij met hoe bovenstaand punt in de gewone catechismus, die onlangs is verschenen onder redactie van Theo Plezier, Arnold Huijgen en Dolf te Velde is verwoord. In vraag en antwoord 25 wordt ingegaan op de evolutietheorie met o.a. deze woorden: ,,Of het nu kort of lang heeft geduurd, … dat doet niets af van de liefdevolle bedoeling waarmee God deze wereld … gemaakt heeft’’. En in 26 worden we opgeroepen om juist niet argwanend tegenover wetenschap te staan. Ik hoop dat mede door deze eigentijdse benadering vanuit de breedte van de gereformeerde kerken ertoe mag bijdragen dat we jongeren weer positief leren omgaan met Bijbel, geloof en wetenschap. De volgende keer verder.
7
LITURGIE
Lied van de Maand – augustus 2019 LB 62A, B, C – GEEN BEWEGING ZONDER RUST Stel je voor dat er geen rust zou bestaan. Alleen maar beweging, eindeloos doorgaande beweging, een wereld vol van perpetuum mobile’s. De filosofische vraag of we dan überhaupt de begrippen rust en tot stilstand komen zouden kennen, laten we maar achterwege.
DOOR ANJE DE HEER De gedachte aan een wereld zonder rust is op zich al bedreigend genoeg; zelfs de actiefste actieveling, de hoogst genoteerde topsporter of de snelste hoogintelligente uitvinder heeft op gezette tijden rust nodig. Zonder rust leidt beweging uiteindelijk alleen maar tot uitputting. Daarom eindigt het Lied van de Maand 2018-2019 met het begin van Psalm 62: ‘Alleen bij God vindt mijn ziel haar rust, van hem komt mijn redding. Hij alleen is mijn rots en mijn redding, mijn burcht, nooit zal ik wankelen.’ Na de berijmde versie van Psalm 62 biedt het Liedboek nog drie korte liederen bij deze psalm: ‘Bij God alleen verstilt mijn ziel’ (62a), ‘Mon âme se repose’ (62b) en ‘Stel je vertrouwen op God alleen’ (62c). Alle drie de liederen vallen in de categorie ‘kernvers’. Kernvers: dat is een toonzetting van één of hooguit enkele zinnen uit de Bijbel. Het woord wijst er ook op dat het gaat om de kern van een groter geheel; de tekst van het kernvers roept veel meer op dat alleen de letterlijke betekenis van de woorden.
(62b, ‘Mon âme se repose’, uit Taizé). De andere zijn opener (62a, ‘Bij God alleen verstilt mijn ziel’) en zekerder (62c, ‘Stel je vertrouwen op God alleen’, uit Iona). 62a en b komen het best tot hun recht als ze meerstemmig worden gezongen.
Hoe en wanneer zing je kernverzen? Dat kan op allerlei manieren, maar de tekst van 62a, b en c vragen om een meditatieve context. In ieder geval ‘Bij God alleen verstilt mijn ziel’ en ‘Mon âme se repose’ komen het meest tot hun recht bij herhaling. Alleen dit herhalen werkt al verstillend, al zingend en verstillend kom je langzamerhand steeds dichter bij dat wát je samen zingt. Het is goed mogelijk om de lezing van psalm 62 te omlijsten met een van de drie kernverzen. Denk ook aan de context van een pastoraal gesprek, een bijeenkomst in kleine kring, opening en afsluiting van een gebed. Denk vooral ook aan de vakantieperiode, als de drukte van het dagelijks leven even verdwenen is en je tijd en ruimte kunt nemen voor een diepere laag van rust. Vergeet dan niet al die mensen die geen vakantie hebben. Zing ook voor hen! Noot van de redactie: deze tekst verscheen op de website www.steunpuntliturgie.gkv.nl en is met toestemming overgenomen van het Steunpunt Liturgie.
De melodie voegt daar het hare aan toe. Dat is bij deze drie korte gezangen heel goed te merken. De een is ingetogen, een innerlijke dialoog
8
2 AUGUSTUS 2019
KERK ONDERWEG
Wanneer eerste communie? In een beknopt historisch overzicht van praktijken en visies betreffende avondmaal en eucharistie was te lezen, dat in de Rooms-katholieke kerk ‘kinderen van rond 7 jaar voor het eerst deelnemen aan de eucharistie.’ 1 Over de achtergrond van deze regel las ik ooit iets bij ene Dom Capelle 2. Daarvan geef ik hier een verkorte weergave. Op 27 december 1884 bepaalde de bisschop van Annecy (de stad bij dat Franse meer) per decreet, dat ‘geen enkel kind, jongen of meisje, zal worden toegelaten tot het doen van de eerste communie, als het niet 12 jaar geworden is.’
Annecy 1884
DOOR DS H.K. BOUWKAMP De aartspriester van Cluses (een plaats tussen Genève en de Mont Blanc) had bezwaar tegen dit vastleggen op een getal en gaat in beroep. De Congregatie voor de Religieuzen d.d. 21 juli 1888 geeft echter de bisschop gelijk. Toegevoegd wordt wel: Dit zal ‘de priesters niet kunnen verhinderen om bij de communie de kinderen te ontvangen, van wie zij zouden weten dat ze de leeftijd des onderscheids bereikt hebben conform de Lateraanse en Trentse decreten’. Wat wordt daar verstaan onder die ‘leeftijd des onderscheids’? In concilie-taal: anni discretionis (de jaren van het gaan onderscheiden).
Lateranum IV 1215
Canon 31 van het (vierde) Lateraanse concilie stelt: ‘Elke gelovige van beiderlei geslacht, wanneer deze bereikt heeft de jaren des onderscheids, moet individueel en getrouw al zijn zonden biechten, tenminste een keer per jaar, bij zijn eigen priester en met alle mogelijke zorg de boetedoening vervullen die hem is gelast; hij zal met eerbied, tenminste op Pasen, het sacrament van de eucharistie ontvangen, wanneer hij althans, op advies van z’n eigen priester, niet van oor-
vreze voor het grote sacrament kwam op. Het verklaart waarom men nu grotere eisen gaat stellen aan ‘de jaren van de discretie’. Bij discretie gaat het niet meer om eenvoudig het goede van het kwade weten te onderscheiden en het eucharistisch brood van gewoon brood, maar om bekwaam te zijn tot een overwogen devotie om aan de communie de diepst mogelijke eerbied te kunnen aandragen. Ook wordt de leeftijd voor de biecht en die voor de communie verschillend gemaakt: voor de eerste kan ongeveer 7 jaar gelden en voor de tweede 12 jaar. Dit wordt al gauw 12 of 14. Capelle acht het een ‘rigoristische’ ontwikkeling, van de 13e tot de 20e eeuw.
deel is zich ervan te moeten onthouden wegens een redelijk motief.’ De grote theoloog Thomas van Aquino (1225-1274) haakt hierop in als hij schrijft, dat recent geboren kinderen niet moeten communiceren. De zeer kleinen zijn nog niet in staat te onderscheiden tussen geestelijk en gewoon voedsel. Maar wanneer de kinderen enig gebruik van de rede beginnen te krijgen, dusdanig dat zij werkelijke eerbied en toewijding (actualis reverentia et devotio) kunnen bevatten voor dit sacrament, dan kan men het hun geven. Het gaat om onderscheidingsvermogen, tekenen van discretie. Thomas voegt een regel van onschatbare draagwijdte toe: ‘bijvoorbeeld waar zij 10 of 11 jaar zijn of daaromtrent’. Een leerling van Thomas maakt er al van: 12 of 11 jaar. Dit wordt in de praktijk snel dominant.
Trente 1562
Na behandeling van de eucharistie spreekt het concilie van Trente zijn veroordeling (anathema) uit over mensen die menen, ‘dat voor kinderen, voordat zij de jaren des onderscheids bereikt hebben, de communie van de eucharistie noodzakelijk is’. Capelle oordeelt: Een geest van
De bisschop van Annecy betrok bij zijn overwegingen de catechese. ‘Niemand behoort toegelaten te worden zonder stevig en zeer verzorgd onderricht, en lange oefening in de catechismus’. Hij herinnert eraan, hoe ‘vanaf de tijd dat de jonge mensen waren toegelaten tot de heilige tafel, zij zich ontslagen achten van de catechisatie en er niet meer komen’. Hij stelt ook dat, indien men de leeftijd voor de eerste communie vervroegt, tegelijkertijd ‘ineenstort heel het samenstel van aangewende middelen, waarvoor de bisschoppen zich grote inspanning hebben getroost, met als doel dat de toekomstige generatie katholiek zou zijn en niet zou vervallen in het atheïsme’. Niettemin komt op 8 augustus 1910 uit Rome het resolute decreet van paus Pius X: ‘Eenzelfde leeftijd is nodig voor de biecht en de communie, de leeftijd van ongeveer 7 jaar’. Reden? Daarover een volgende keer. 1 ND7 22 juni 2019, pg. 14 2 Dom Bernard Capelle, Esprit et principes du décret de S. Pie X sur la communion des enfants (in: Traveaux liturgiques de doctrine et d’histoire, Louvain 1955, pg. 177-187). Capelle was abt van de abdij Keizersberg en hoogleraar (19361956) aan de Katholieke Universiteit te Leuven.
9
UIT DE CLASSES
Classis Hoogvliet 16 mei 2019
Allereerst wordt door Deputaten Toerusting Ambtsdragers (DTA) aandacht gevraagd voor de toerustingsochtend van D.V. 14 september. Alle ambtsdragers en pastorale medewerkers uit de classis worden van harte uitgenodigd om zich aan te melden. Ook het gemeenteleven stond niet stil. Er klinkt dankbaarheid voor initiatieven binnen gemeentes. Nieuw is de gemeentevergadering in de vorm van een gemeentemarkt. Bijzonder is dat in meerdere gemeentes de ambten snel en volledig vervuld zijn. Blijdschap is er als jonge en oudere mensen Gods roep in hun leven horen en beantwoorden. Zorgen worden ook gedeeld. Als de vacatures niet vanzelf verdwijnen en vacante gemeentes nadenken over de toekomst. Vaste prik is het onderdeel M/V en ambt. Geconstateerd wordt, na een korte rondvraag, dat de tempi van de verschillende kerken flink uiteenloopt. Waar de ene kerk al overgaat op het openstellen van alle ambten voor vrouwen, is de andere terughoudender en nog bezig met revisie. Op de volgende vergadering zal dit thema terugkomen om na te denken hoe we gegeven de situatie met elkaar rekening houden. Betreffend het eenwordingsproces tussen de NGK en de GKV blijkt uit rondvraag dat de ene kerk meer kennis genomen heeft van het proces dan de ander. Algemene teneur is dat kerken soms meer mogen meeleven met dit proces omdat het ook alle kerken aangaat. Er is een voortgezette vergadering uitgeschreven om een binnengekomen appelschrift te kunnen behandelen. Tot slot vermeldenswaardig dat sinds deze vergadering de nieuwe DAO actief is. Annemieke van der Veen wordt door de vergadering be-
10
dankt voor haar inzet als DAO de afgelopen periode. Op DV donderdag 12 september hoopt de classis weer bijeen te komen. MARLEEN VAN HOUWELINGEN, DAO CLASSIS HOOGVLIET – 23 MEI 2019
Classis Hardenberg 6 juni 2019
In deze vergadering sprongen de volgende zaken er uit: Er wordt weleens verzucht dat het beroepingswerk in ons kerkverband op slot zit. Daar was op 6 juni weinig van te merken. Hardenberg-Centrum is in afwachting van het antwoord van ds. Jaap Boerma die naar verwachting op 7 juni zal laten weten of hij naar het Hardenbergse (en Bergentheimse) komt. Heemse-Marslanden hoopt nog steeds voor de zomer een beroep te kunnen uitbrengen, en in Baalderveld-Zuid is het beroepingswerk opgestart. Dit laatste beroepingswerk houdt verband met het feit dat op D.V. 7 november 2019 ds A.P. Feijen met emeritaat hoopt te gaan. Het is nog maar juni, maar de classis, die de regelingen hieromtrent moet nazien, vergadert niet elke maand en je moet op tijd zijn mocht er nog iets moeten worden bijgestuurd of aangepast. Alles werd in orde bevonden en het voorgenomen emeritaat werd op de meest eervolle wijze aan ds. Feijen verleend. Een mooi moment in de vergadering was er toen ds Feijen vertelde dat hij ten aanzien van het kerkverbandelijk samenwerken binnen onze classis een warm gevoel meeneemt. In zijn jonge jaren was de druk op een predikant veel groter en was de hoeveelheid van, en het gemak waarmee het werk voor het kerkverband, op jonge schouders werd geladen bij tijden meer last dan lust.
Onze nestor gaat dus binnenkort vertrekken. Nu maar hopen dat als u dit leest ds. Boerma het beroep van Centrum inderdaad heeft aangenomen, want anders is ondergetekende ineens de oudste predikant in de classis en dat kan niet de bedoeling zijn… Ds Boerma is bijna een hele maand ouder dan ik… De afgevaardigden van Centrum en Baalder vertelden over de gang die zij met hun gemeente ten aanzien van de besluiten van de GS Meppel 2017 over de zusters en de ambten zijn gevaren. Waar de beide raden er nog wat verschillend in staan, Centrum sluit zich aan bij het openstellen van alle ambten, Baalder vraagt middels revisie op het punt van de Schriftuurlijke onderbouwing van de argumentatie onder de besluiten van 2017 een meer gedegen onderbouwing, verloopt een en ander klam. Beide raden melden dat het proces voor het overgrote deel in hun gemeente op een rustige manier verloopt. De kerkenraden wachten met het effectueren van hun uiteindelijke besluiten tot na de bespreking en uitkomst rond dit thema op de synode van Goes 2020. Beide raden doen dit mee om de rust in het kerkverband te dienen. Eén zaak had een vertrouwelijk karakter en is derhalve in comité behandeld en was aanleiding voor beleggen van een voortgezette zitting. Die zal D.V. plaatsvinden op 1 juli 2019. Voor de eerstvolgende reguliere classis is de gemeente van Baalderveld-Zuid de samenroepende kerk. NAMENS HET CLASSISBESTUUR, DS ADRIAN VERBREE, BESTUURSLID
2 AUGUSTUS 2019
COLOFON
Zonder commentaar Wat ik zie en beleef, de mensen die ik ontmoet en spreek
De zon schijnt weer
Het valt me altijd weer op, dat mijn Turkse overbuurman het heel normaal vindt dat je over God praat. Bij andere Nederlanders valt me juist op, dat dat bijna een soort taboe is. Oei! Iemand begint zo maar over God! Omdat de zon schijnt, ben je weer meer buiten. Het gras in mijn tuin groeit harder dan ik kan bijhouden. Met mijn machientje probeer ik er doorheen te komen. De jongeman van de kebabzaak aan de overkant is zijn motor aan het poetsen. We hebben elkaar al een tijdje niet gesproken. In de winter zie je elkaar slechts uit de verte. Nu roept hij: bakkie thee!? Prima, die gastvrijheid moet je niet afwijzen. Ik steek de straat over en daar hebben we zo een praatje. Even gezellig kletsen. Gezellig? Binnen no time gaat het over het geloof. Ze vragen me het hemd van het lijf. U bent toch de priester? Ja, de dominee, inderdaad. Hoe zit dat dan met Jezus? En komen er in jullie kerk ook jongeren? Is de Bijbel ook in het Arabisch geschreven? Ik heb een vraag over Jezus, die ik altijd al had willen stellen: hij wist toch alles? Maar waarom wist hij dan niet… U bent geleerd, dus ik vraag het gewoon. Ik zeg: het valt me op dat jullie het heel normaal vinden, praten over God. Ja, je kunt toch niet níet geloven, zeggen ze. Waar komt de wereld anders vandaan! Tja, voor mij is dat ook zonneklaar. Waarom voor zoveel anderen niet?
REDACTIE-SECRETARIAAT Aanleveradres voor classisverslagen en persberichten: Jac. de Groot, Ballade 12, 8265 SB Kampen gereformeerd.kerkblad@gmail.com De redactie behoudt zich het recht voor verslagen en berichten in te korten EINDREDACTIE Ds Henk Jan Visser (eindredacteur) Jac de Groot MA REDACTIE mr E. Bos e.bos01@hetnet.nl J.A. de Groot MA groot.jac.de@gmail.com ds R.P. Heij rheij@hetnet.nl drs P. Houtman piet.houtman@hotmail.com ds H.J. Visser henkjanvisser8@gmail.com H. Walinga hwalinga@walinga.org (vacature) REDACTIONEEL MEDEWERKER A.M. Pathuis anne-maaike@live.nl BLADMANAGEMENT BDUvakmedia Postbus 67, 3770 AB Barneveld Telefoon: 0342 49 48 46 Fax: 0342 49 29 99 Aanleveradres voor kerkdiensten: Kerkdiensten.gkb@bdu.nl Telefoon: 0342 494882
Gelezen op de weblog van Pastor Klaas: http://www.pastorklaas.nl/ Zonder Commentaar is een rubriek waarin redacteuren doorgeven uit allerlei bladen hoe men schrijft over christenen, geloof, bijbel, kerk enz. De redactie hoeft het helemaal niet eens te zijn met wat hierin wordt weergegeven, maar wil de lezer iets aanreiken van hoe men denkt.
UITGEVER, ABONNEMENTEN EN BEZORGING BDUvakmedia, afd. abonnementen Postbus 67, 3770 AB Barneveld Tel. 0342 494884 – fax 0342 494299 abonneeservice@bdu.nl OPGAVE ADVERTENTIES Roel Abraham Tel. 06 54274244 r.abraham@bdu.nl PRIJS JAARABONNEMENT - binnenland - studenten - buitenland - proefabonnement (10 nrs)
€ 64,93 € 35,43 € 103,54 € 14,35
OPZEGTERMIJN 2 kalendermaanden voor de nieuwe betalingsperiode Voor mensen met een leeshandicap zijn de artikelen uit dit blad verkrijgbaar op CD. Informatie: CBB tel. 0341 565477, e-mail klantenservice@cbb.nl www.gereformeerdkerkblad.nl
11