Volzin 1 2019

Page 1

Nr 1 · januari 2019 · jaargang 18 · volzin.nu

Stefan Paas Theoloog des Vaderlands Duurzaamheid Zonder plastic leef je beter Paul Ricoeur ‘Blijf altijd hoopvol’ Koetsveld & Odaci ‘Geen wij en zij’

✽ a brW entgt 2019? Winnaars Volzin-schrijfwedstrijd 2018

KUNST & RELIGIE: HEMELS OF HELS? pagina 30

Columnisten Roel Abraham ✽ Wilma Hartogsveld ✽ Jeroen Fierens

22_Cover_01R.indd 2

12-12-18 16:30


NIEUW: ‘Verwondering’

Een boek met kunst en poëzie van Jan Jippe van Herrikhuijzen

Al 33 jaar dé specialist RUSLAND MONGOLIË CHINA GEORGIË ARMENIË 108 pagina’s in kleur. Het boek is zeer geschikt als geschenk. Bestellen voor €24,90 (Nederland) of €26,45 (Europa) inclusief verzendkosten kan hier: webwinkel.uitgeverij-fama. nl/de-verwondering

OEKRAÏNE BALTISCHE LANDEN FINLAND INDIVIDUELE- EN GROEPSREIZEN • MAATWERK • CITYTRIPS • RIVIERCRUISES FLY & DRIVES • TRANS SIBERIË EXPRESS EN ANDERE TREINREIZEN

2019

Vraag nu de gratis brochure aan!

RUSLAND

MONGOLIË CHINA GEORGIË

Verwondering, we kennen het allemaal; een sterrenhemel met miljarden sterren, intense stilte in een weids landschap, prachtige herfstkleuren; je voelt je een kort ogenblik verbonden met de ultieme schoonheid van de wereld rondom je. Alle zintuigen werken optimaal, je drukke hoofd trapt op de rem. Vanuit die stille verwondering kan inzicht en inspiratie ontstaan. De afbeeldingen en gedichten zullen bij veel mensen die zich verbonden voelen met zelfonderzoek, mededogen en universele wetten, gedachten kunnen oproepen

van koestering en herkenning. De kunstenaar heeft met zijn werk getracht zijn verwondering een zichtbare en esoterische betekenis te geven. Vooral licht is daarbij een terugkerend thema. De schilderijen zijn veelkleurig - hier en daar vergezeld van een vleugje humor – en nodigen de kijkers uit tot bezinning. Abstracte vormen en taferelen komen samen die de beschouwer uitnodigen tot nadere beschouwing om daardoor steeds weer nieuwe inzichten te krijgen; inzichten die kunnen leiden tot inspiratie.

FAMA geeft boeken uit over allerlei onderwerpen die met vrijmetselarij, maar ook zingeving in de ruimste zin te maken hebben. Kijk maar eens op: uitgeverij-fama.nl

ARMENIË OEKRAÏNE BALTISCHE LANDEN FINLAND

22_Cover_01R.indd 3

020 – 2012777 | INFO@BOLSJOJ.NL | WWW.BOLSJOJ.NL

12-12-18 16:30


Beeld: Christiaan Krouwels

Redactioneel Jan van Hooydonk

Een zalig nieuwjaar en nieuw jaar begint tegenwoordig met ‘beste wensen’. Ook ik doe u, lezers, voor het nieuwe jaar mijn ‘beste wensen’ toekomen. Toen mijn lichaam nog jong was – ik verkeer in de illusie dat mijn geest dat nog altijd is – deden we elkaar in mijn Brabantse geboortedorp bij de jaarwisseling nog geen ‘beste wensen’ toekomen. ‘Zalig Nieuwjaar!’ was toen nog de uitdrukking. Veel mooier dan ‘beste wensen’ vind ik. In ‘zalig nieuwjaar’ klinkt nog iets door van het besef dat ons geluk niet alleen van onszelf afhangt, dat wij niet alleen leven van wat wij zelf maken maar vooral ook van wat ons geschonken wordt. Om het met een oud woord te zeggen: wij leven van genade. Dus laat ik u vooral ook dát toewensen: zalig nieuwjaar!

E

In dit eerste nummer van het nieuwe jaar blikt Kees Posthumus vooruit. “In duizelingwekkende beelden en woorden stormt het nieuws in het komende jaar op ons af”, schrijft hij. “Kijk naar de chaos in de afgelopen jaren. Kijk naar wat er te gebeuren staat. En de conclusie moet wel luiden: 2019 kan niet anders dan opnieuw chaotisch worden.” Ik vrees dat hij gelijk heeft. Terwijl ik dit schrijf, maakt de Britse premier Theresa May een wanhoopsreis langs collegaregeringsleiders in de Europese Unie om hen tot extra concessies te verleiden wat betreft de brexit. Haar politieke bestaan hangt aan een zijden draadje; wellicht is dat draadje op het moment dat u dit leest, zelfs al geknapt. Groot-Brittannië en de Europese Unie verkeren onmiskenbaar in chaos. De brexit is een teken dat politici in toenemende mate er niet in slagen om geloofwaardige alternatieven te bieden. Onvrede met de politieke klasse en vervreemding van de gevestigde politieke

instituties is ook een van de redenen dat momenteel in Europa ‘gele hesjes’ de straat opgaan. Hebben onze politici een antwoord? “We hebben allemaal een geel hesje aan. We maken ons allemaal zorgen om ontwikkelingen om ons heen”, sust premier Mark Rutte, aanvoerder van een partij die als geen ander de hete adem van het populisme in de nek voelt. Tegenover het kwaadaardige populisme van PVV en Baudet vertolkt de VVD het goedmoedige populisme van ‘de hardwerkende Nederlander’ en ‘normaal doen’. CDA-leider Sybrand Buma paait intussen de ‘gele hesjes’ met de opmerking dat de laagstbetaalden niet de dupe mogen worden van noodzakelijke maatregelen in de sfeer van de ecologie. Dat de wereldwijde vervuiling en klimaatcrisis juist de armen treft, vertelt hij er niet bij. Paus Franciscus betoogde zoiets in zijn profetische encycliek Laudato Si’. Die vormt binnen het CDA kennelijk geen leesstof. “Weg met die hanengevechten met rondfladderende veren en ijdel gekraai”, schrijft Posthumus. Volgens hem hebben we bruggenbouwers nodig. Zeker! En wat we daarbij bovenal ook nodig hebben, denk ik, is hoop. Inspirerend om te lezen hoe de eerste denker in onze nieuwe reeks Denkers van nu, Paul Ricoeur, juist van de hoop een hoofdthema van zijn werk heeft gemaakt. Elze Riemer spreekt met Ricoeur-kenner Theo Hettema, die als predikant in Den Haag betrokken is bij het kerkasiel voor de Armeense familie Tamrazyan. Volgens Hettema ziet Ricoeur het leven als “een voortdurende uitdaging om hoopvol te blijven, om ons uit te strekken naar het goede, zonder daarbij het kwaad uit de weg te gaan”. De serie Denkers van nu past in Volzin als magazine ‘voor religie en samenleving’. Volzin probeert immers, met vallen en

opstaan, met een religieuze blik de werkelijkheid te doorgronden. Die religieuze blik is altijd ook een hoopvolle blik. Diezelfde blik was ook aanwezig in de ‘spiegelreis’ die Herman Koetsveld en Enis Odaci maakten langs islamitische en christelijke gemeenschappen en in de columns die laatstgenoemde de afgelopen jaren voor Volzin schreef. Aan die reis komt in dit nummer een einde en zo ook, met zijn instemming, aan de columns van Enis Odaci. Ik dank hen voor wat zij boden en ben blij dat Odaci als medewerker aan Volzin verbonden zal blijven. Ik heet op deze plek Roel Abraham welkom als nieuwe columnist en verwelkom Jedi Noordegraaf, die als ‘covermaker’ in de plaats komt van Diana van Houten. Aan haar veel dank voor prachtige omslagen. Dank ten slotte aan u, lezer, voor uw belangstelling. Mijn mailbox blijft ook in 2019 openstaan voor uw vragen, suggesties en kritiek.

.

Reageer via: jan@volzin.nu

De religieuze blik is altijd hoopvol

januari 2019

11_Column_03R.indd 3

3

12-12-18 16:28


✽ inhoud volzin 01

januari 2019 jaargang 18

06

23

10

06

14

48

Stefan Paas

Moslim & christen

‘The Children Act’

“Ik ben er niet op uit vrijzinnig over te ko-

Herman Koetsveld en Enis Odaci maken

Jurgen Tiekstra hoort in recente films

men.” Elleke Bal in gesprek met Stefan

de balans op van hun ‘spiegelreis’: “Niet

de vraag: Hebben kinderen ook het recht

Paas, Theoloog des Vaderlands.

meer spreken in wij en zij.”

om niet geboren te worden?

10

18 NIEUW

50

Duurzaam leven

Denkers van nu

Hilla en Bernd Becher

Zonder afval leven? Het maakt je geluk-

Elze Riemer brengt denkers voor het

Fotografenechtpaar zag zich als onbaat-

kiger, ervaart Nila Patty.

voetlicht. Aflevering 1: Paul Ricoeur.

zuchtige dienaars van de werkelijkheid.

13 NIEUW

23

53

Roel Abraham

Wat 2019 ons brengt

Johanna Kuiper

Godslastering is geen probleem, vindt de

Kees Posthumus voorziet chaotische

Portret van een vrijgevochten verzets-

nieuwe columnist van Volzin.

taferelen maar ook verbinding.

vrouw en kinderbijbelschrijver.

4

22_Inhoud_01L.indd 4

… en

verder 03 Redactioneel 09 Column Wilma Hartogsveld 30 Juryrapport 54 Boeken 57 Dichterbij Rik Zweers 58 Column Jeroen Fierens

januari 2019

13-12-18 11:25


Beeld omslag: Jedi Noordegraaf

Colofon

32

36

Uitgever BDUvakmedia

vakmedia

Redactie Jan van Hooydonk (redactie), Albert Schuurman, Job van der Mark, Linda Huisman (eindredactie). Redactieraad Albert Schuurman, Elleke Bal, Elze Riemer, Frieda Pruim, Jan Offringa, Jurgen Tiekstra, Kees Posthumus, Willem van der Meiden.

40

44

Medewerkers aan dit nummer Anita Pantus, Bep van Muilekom, Bert van der Kruk, Corbino, Elleke Bal, Els Rentenaar, Elske Cazemier, Elze Riemer, Enis Odaci, Eric Corsius, Frits Hendriks, Helene Timmers, Herman Koetsveld, Jan Offringa, Janita Sassen, Jasmijn Olk, Jeroen Fierens, Jurgen Tiekstra, Kees Posthumus, Martin Hoondert, Myriam Keijzer, Roel Abraham, Rutger Heijmerikx, Stijn Rademaker, Ted van Aanholt, Tom Engelshoven, Victor Bulthuis, Willem van der Meiden, Wilma Hartogsveld. Adres redactie Postbus 67, 3770 AB Barneveld Tel.: 0342-494292 E-mail: redactie@volzin.nu www.volzin.nu Facebook: Volzinmagazine Twitter: @Volzin Abonnementenadministratie BDUvakmedia Postbus 67, 3770 AB Barneveld Tel.: 0342-494882 E-mail: administratie@volzin.nu

special Schrijfwedstrijd 2018

32

40

Door Mozart gezegend

Flannery O’Connor

Victor Bulthuis gaat in gesprek met Mozart en

Bep van Muilekom onderzoekt hemel en hel in het

laat zich door hem gezeggen. Eerste prijs in de

werk van de Amerikaanse schrijver en wint daar-

Volzin-schrijfwedstrijd 2018.

mee de derde prijs.

36

44, 47

In een ander licht

Eervolle vermeldingen

Geestelijk verzorgster Elske Cazemier ervaart in

Deelnemers Frits Hendriks en Els Rentenaar ont-

haar werk het licht van het Isenheimer altaar en

vangen van de jury van de Volzin-schrijfwedstrijd

wint met haar inzending de tweede prijs.

2018 een eervolle vermelding voor hun inzending.

Tarieven 2019 Jaarabonnement: € 93,62; België: € 110,41; buitenland: € 122,62; Digitaal jaarabonnement: € 71,38 Voor alle tarieven: zie volzin.nu Bij betaling via automatische incasso wordt € 2,50 korting berekend. Prijzen zijn inclusief btw. Opzeggen abonnement Opzegtermijn voor het opzeggen van uw abonnement voor onbepaalde tijd: uiterlijk één maand voor de volgende abonnementsperiode. Advertentie-exploitatie BDUvakmedia Roel Abraham Tel.: 06-54274244 r.abraham@bdu.nl Vormgeving Giesbers Communicatie Groep, Duiven Technische realisatie Vellendrukkerij BDU, Barneveld Verschijnt ook op geluidsdrager en/of in grote letter. Informatie: Dedicon, tel. 0486-486486 © BDUvakmedia ISSN: 1571-4004

januari 2019

22_Inhoud_01L.indd 5

5

13-12-18 11:26


Stefan Paas: ‘Iedereen in Nederland is bezig met zieltjes winnen en zending bedrijven’

6

44_Interview_03L.indd 6

januari 2019

12-12-18 16:25


Stefan Paas, Theoloog des Vaderlands

interview ✽

Tekst: Elleke Bal Beeld: Hollandse Hoogte

‘Ik hoef niet vrijzinnig over te komen’ “De wereld is geen plek waar verloren zielen ronddolen die zo snel mogelijk de kerk in geholpen moeten worden. Het is een wereld waar God werkt en waar de Geest je op onverwachte manieren tegemoetkomt.” Theoloog des Vaderlands Stefan Paas over zending, vrijzinnigheid en orthodoxie en kerkplanting. aags na de bekendmaking dat Stefan Paas de nieuwe Theoloog des Vaderlands is, speelt hij een rol in de Trouw-strip Anton Dingeman. Daarin wordt de draak gestoken met het idee dat de Theoloog des Vaderlands ieder jaar een ander religieus genootschap moet vertegenwoordigen. Met de van huis uit christelijkgereformeerde Paas is het feest bij de orthodoxen. “Eindelijk een theoloog die de ware God kent!” roept een gelovige in de strip. Stefan Paas (49) kon er goed om lachen, vertelt hij enkele weken later, in zijn kantoor aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. “Maar het is wel een beetje vorigegeneratie-denken hè. De frustraties die in zo’n strip naar voren komen, zijn niet de mijne hoor.” Hij heeft niet zoveel op met het denken in christelijke zuilen. Maar dat hij zichzelf orthodox noemt, dat klopt. “Ik ben er niet op uit om vrijzinnig over te komen.” Toch spreekt hij een breed publiek aan. “Lezingen over mijn boeken brengen me van de SGP tot de Remonstrantse Broederschap. Dat vind ik een voorrecht.” In tegenstelling tot de vorige jaren werd de Theoloog des Vaderlands deze keer niet verkozen door een jury of door het pu-

D

bliek, maar aangewezen door de uitgevers, hogescholen, universiteiten, omroepen en kerken die de Nacht van de Theologie organiseren. Zij roemden de wijze waarop de hoogleraar missiologie uit Baambrugge zich als theoloog mengt in het publieke debat, onder meer via zijn boeken, essays en zijn scherpe en inhoudelijke bijdragen op sociale media als Twitter. In die bijdragen hoopt Paas altijd “zoveel mogelijk van de christelijke traditie op tafel te houden”. Hij wil geen eigenzinnige theologie ontwerpen, maar theologiseren “in lijn met de credo’s en de grote theologen als Augustinus, Calvijn en Luther”. Als het om moderne christelijke schrijvers gaat verdiept hij zich ook graag in C.S. Lewis, Chesterton, Taylor en Halik. Maar een postmoderne theoloog als de Amerikaan John Caputo is niet zijn cup of tea. Hij begon onlangs in zijn boek Hopeloos Hoopvol – waarin Caputo zijn spirituele reis door het leven omschrijft. “Daar kom ik niet doorheen.” Waar zit ‘m dat in?

“Ik wil snappen wat er staat als ik iets lees. Dat lukt me niet in dit boek. Bovendien stoor ik me aan auteurs die je voortdurend willen verzekeren dat orthodoxen het héél erg zullen vinden hoe zij over iets denken. Dat priesters en nonnen de brandstapel al voor je klaar hebben gezet. Maak je niet zo druk zeg. Ik kan weinig contact krijgen met zo’n toon. En bovendien moet wat je beweert, eigenlijk op zichzelf kunnen staan. Als je dat soort retoriek nodig hebt om je verhaal te verkopen, dan word ik bij voorbaat argwanend.” Heeft u als Theoloog des Vaderlands het gevoel dat u de orthodoxe belangen moet vertegenwoordigen?

“Nee daar ben ik niet gevoelig voor. Vrijzinnigheid en orthodoxie worden sterk institutioneel uitgespeeld. Alle vleugels moeten zich steeds weer laten gelden. Of je nu Gereformeerde Bond heet of Op Goed Gerucht. Terwijl, als je op het niveau van geloof en hart met elkaar te spreken komt, vind je vaak verrassende overeenkomsten. Als je samen Psalmen leest dan kun je allebei diep geraakt zijn en je door God aangesproken voelen. Ik wil het niet romantiseren, er zijn verschillen. Maar ik ben ervan overtuigd dat de ontmoeting en het samen aan de missie werken voor verbinding zorgt. Samen zoeken naar hoe het evangelie kan klinken in onze tijd, kan veel van de oude tegenstellingen nuanceren.” U bent hoogleraar missiologie. Wat kan ik me voorstellen bij de moderne zendingswetenschap?

“Het vak wordt in Nederland op verschillende manieren ingevuld. Aan sommige faculteiten gaat het de kant op van interculturele theologie of niet-westers christendom. Ik zeg: laten we ook de missionaire traditie in ere houden. Dan bedoel ik de traditie die zichzelf verantwoordt naar andersgelovigen. Je probeert mensen te overtuigen van een goed verhaal. Ik ben ervan overtuigd dat de zending een godsdienst verandert. Het maakt je ontvankelijk voor de ander en doorbreekt grenzen tussen culturen. Als we terugkijken op de koloniale tijd, dan weten we dat dit ook fout kan gaan. De missionaire historie is met bloed bevlekt. Daar moeten we als post-christelijke cultuur van leren.” Mede om die reden heb ik er moeite mee. Blijft het idee bovendien ook niet wat arrogant, de ander even vertellen hoe het zit?

“Ik snap dat mensen zich er ongemakkelijk

januari 2019

44_Interview_03L.indd 7

7

12-12-18 16:25


✽ interview bij voelen, zeker hier in het westen. Maar als missioloog wil ik andere perspectieven op dit vak inbrengen. Als je in Nederland rondkijkt, dan is iedereen bezig met zieltjes winnen en zending bedrijven. Denk aan alle blogs, vlogs en allerlei vormen van opiniërende journalistiek. Iedereen heeft een opvatting waar hij anderen van probeert te overtuigen. Dat gebeurt regelmatig vrij onbeholpen. En als het niet lukt, dan trekken mensen zich vaak terug in een bubbel en gaan ze tegen gelijkgezinden spreken over de ander. De missiologie is een discipline die de theologie daar juist probeert uit te trekken. Het alternatief is tribalisering en verzuiling. Afzonderlijke werelden zijn verbonden geraakt met elkaar door zending, dat is ook iets moois.” Wat is de waarde van die missiologie in onze tijd?

“Om fris te blijven is missionair denken voor de kerk onvoorstelbaar belangrijk. Als je je niks aantrekt van de wereld daarbuiten, wordt het lastig. En laat het niet ophouden bij de klassieke diaconale actie: de beweging van de sterke naar de zwakke. Natuurlijk, het is goed om te werken aan de missie voor armen en daklozen. Maar dan blijf je zelf veilig. Het wordt anders als je met welbespraakte diep-geseculariseerde hoogopgeleide gelukkige mensen praat. Wat hebben christenen aan hen te melden? Daarover nadenken, daar word je bescheiden van. En tegelijk ook vrijmoedig, want uiteindelijk zul je wel moeten vertellen wat je gelooft. Het zoeken naar bekering hoort er voor mij ook bij, het uitnodigen van mensen om christen te worden. Want de binnenkomst van nieuwe christenen is de beste opfriscursus die de kerk kan gebruiken.” De kerk opfrissen is één ding, maar de diepste motivatie om missionair te zijn zit ‘m daar toch niet in?

“Nee het gaat natuurlijk niet om het instituut. Uiteindelijk gaat het om God en de mensen. Ik ben aan de universiteit in Kampen net gestart met een onderzoeksproject voor de komende zes jaar: Salvation in the twenty-first century. We willen op zoek naar de visies op heil die leven onder missionair actieve mensen, voorgangers, gelovigen en bekeerlingen. Welke verhalen houden de

8

44_Interview_03L.indd 8

‘De binnenkomst van nieuwe christenen is voor de kerk de beste opfriscursus’

Paspoort Stefan Paas (Apeldoorn, 1969) is sinds 27 oktober 2018 Theoloog des Vaderlands.

. Studeerde theologie aan de Universiteit Utrecht, en promoveerde daar op scheppingsteksten bij profeten uit de achtste eeuw voor Christus. Is hoogleraar missiologie aan de Theologische Universiteit Kampen en missiologie en interculturele theologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Is ook directeur van onderzoekscentrum Center for Church and Mission in the West. Is christelijk-gereformeerd en medeoprichter en ouderling van de Amsterdamse kerkgemeenschap Via Nova. Publiceerde meerdere essays en boeken zoals Vrede Stichten: Politieke meditaties (2007) en Vreemdelingen en Priesters (2015). Samen met Rik Peels schreef hij God bewijzen, argumenten voor en tegen geloven, waarvoor zij de Theologie Publicatieprijs 2014 kregen.

. . . .

Stefan Paas is getrouwd en heeft drie kinderen. Twitter: @StefanPaas

boel op gang? Maken mensen daarin ontwikkelingen mee? En kunnen we mensen helpen om visies daarover fris te houden of te vernieuwen?” Staat ‘salvation’ dan voor een soort redding?

“Het gered worden van zonde is een visie op heil die diep in de orthodoxie zit. Maar je kunt het begrip op verschillende manieren invullen. De vraag naar het waarom van het missionaire wordt breed gesteld. Sake Stoppels en Nynke Dijkstra hebben voor de Protestantse Kerk in Nederland een boekje geschreven over dit thema. Ook de PKN heeft pioniersplekken en wil vernieuwen. Maar waarom eigenlijk? Heeft dat nog iets te maken met iets dat tussen God en mensen moet gebeuren? Zij constateren een zekere verlegenheid met dit gesprek en een gebrek aan gedeelde taal. Ik merk dat ook bij Via Nova, de kerkgemeenschap in Amsterdam waar ik medeoprichter van ben. Daar zijn we nu zo’n tien jaar bezig. Ik denk dat we gegroeid zijn door missionaire ontmoetingen. Ik ben zelf ook anders tegen dingen gaan aankijken.” Wat is er dan veranderd?

“Voor mij is het spreken over het koninkrijk van God belangrijker geworden. Ik ben opgegroeid in de traditie van het kruis. Daar draait alles om redding, terwijl dan vergeten wordt dat Jezus niet maar één week op aarde was om aan het kruis te sterven. Daar gaat een verhaal aan vooraf. De wereld is geen plek waar verloren zielen ronddolen die zo snel mogelijk de kerk in geholpen moeten worden. Het is een wereld waar God werkt en waar de Geest je op onverwachte manieren tegemoetkomt. Dat is iets wat de zendingservaring je leert. Ik kwam niet goed meer uit de voeten met een benadering die het heil versmalt tot redding van zonden, zodat je na je dood in de hemel komt. Ook al blijf ik de redding belangrijk vinden. Er zijn mensen die echt gered moeten worden van een heleboel ellende.” Het CBS maakte onlangs bekend dat voor het eerst een meerderheid van de Nederlandse bevolking zich niet tot een religieuze groepering rekent. Er zijn theologen die deze cijfers nuanceren en zeggen dat er

januari 2019

12-12-18 16:25


Wilma Hartogsveld

ook buiten kerken en moskeeën nog altijd veel religie is. U denkt daar anders over?

“Dat klopt, ik heb het idee dat mensen min of meer de kerk in gedefinieerd worden. Bijvoorbeeld omdat ze wel eens bidden. Vanuit een soort volkskerkelijk denken probeer je dan de definitie van religie alsmaar op te rekken. Dan is zelfs tuinieren of paardrijden religie. Missionair gezien vind ik het vrij onvruchtbaar, en het is respectloos naar mensen die zichzelf niet als religieus beschouwen.” U doet veel onderzoek naar kerkplanters, mensen die een nieuwe kerk hebben gesticht. Vindt u het een beter idee om nieuwe kerken te stichten dan om traditionele afkalvende gemeentes te vernieuwen?

“Nee, ik speel dat niet tegen elkaar uit. Het moet allebei gebeuren. Kerkplanting is belangrijk, het is de research & development-kant van de kerk. Het geeft ruimte voor experimenten. Nieuwe gelovigen komen bovendien vaker binnen via nieuwe kerken dan via oude kerken. Dat hebben we aangetoond in onderzoek. Maar ook de oude kerken hebben potentieel voor vernieuwing. Het is gewoon belangrijk voor een kerkgenootschap dat het kerken van verschillende leeftijd heeft.” Is uit onderzoek ook duidelijk geworden hoe duurzaam de nieuwe kerkgemeentes zijn?

“Dat is een beetje vroeg. De meeste van die nieuwe kerken zijn pas begin van dit millennium gestart. Er daarvan is een aantal alweer omgevallen. Wat is tegenwoordig duurzaam hè? Veertig of vijftig jaar is al heel wat hoor.” Dus je moet ook niet willen dat zo’n kerk eeuwig doorgaat?

“Nou graag. Maar het is misschien realistischer om te denken aan een beweging van organisaties die steeds het stokje aan elkaar doorgeven. Op dit moment ben ik hier in Amsterdam bezig om een nieuw onderzoeksproject op te starten. Samen met een groep wetenschappers wereldwijd, kijken we in verschillende grote steden in het westen naar de vraag: waar gaat het heen met het christendom? Wat zijn de trends? Collega’s in Seattle hebben dit onderzoek eerder gedaan, en zij kwamen tot opvallen-

de conclusies. Bijvoorbeeld dat de tegenstelling vrijzinnig-orthodox steeds minder een onderscheidende rol speelt, juist bij kerken die hun missionaire taak in de buurt serieus nemen.” Al die onderzoeksprojecten, boeken, sociale media, en dan dit jaar ook nog Theoloog des Vaderlands. Hoe maakt u tijd voor rust?

“Tja. Dit kun je alleen maar doen omdat je gesteund en gedragen wordt door de mensen om je heen. In mijn geval is dat mijn gezin. En ik heb een goede gezondheid. Maar mijn werk en hobby lopen in elkaar over. Als ik thuis een boek over theologie lees, vraagt mijn vrouw wel eens: ‘Moet je niet ontspannen of zo?’ Maar dat ís mijn manier van ontspannen.” Wat is nu de boodschap die u als Theoloog des Vaderlands kwijt wilt?

“Ik zie de titel vooral als een aansporing om vooral te blijven doen wat ik al doe. Maar ik heb wel een grote vraag in m’n hoofd, waar ik iets mee wil. Waar is theologie nu goed voor in de wereld? Wat heeft Nederland aan theologen? Theologie is een brede culturele studie. Als culturele wezens zijn we gevormd door eeuwen religie. Het zou raar zijn als we denken dat we onszelf kunnen begrijpen zonder het theologische perspectief mee te nemen.”

.

(On)comfortabel Sinds een paar maanden heb ik motorrijles. Na meer dan dertig jaar autorijden is motorrijden een totaal andere sensatie. Het Nederlandse wegennet ervaar ik tijdens een regenbui als een gevaarlijk parcours vol gladde wegmarkeringen, putten, zand en olievlekken. Ik mis de kreukelzones en de airbags van mijn auto en soms ook de verwarming en de ruitenwissers. Op de motor besef ik ineens ook hoe onzichtbaar en kwetsbaar je bent ondanks het stoere motorpak. Ik moet erkennen dat ik vanuit mijn comfortabele en relatief veilige auto in het verleden wel eens weinig begrip heb gehad voor motorrijders. Maar nu weet ik waarom ze vaak hard rijden en irritant lang de linkerstrook van de snelweg gebruiken. Je moet jezelf immers zichtbaar maken en je eigen veilige ruimte creëren om na een heerlijke motorrit weer heel thuis te kunnen komen. Want inderdaad, het is óók heerlijk, die wind langs je heen, het in de bocht hangen, het gevoel van vrijheid die je ervaart als motorrijder. “In deze tijd van het jaar gebeuren de meeste ongelukken”, heeft de motorjuf me verteld. Daarbij spelen de weersomstandigheden, het blad op de weg, het slechte zicht en de grotere drukte op de weg een rol. Maar daarnaast ook de lontjes van medeweggebruikers die volgens haar in deze tijd van het jaar aanzienlijk korter zijn dan anders. Iedereen lijkt wel veel haast en weinig geduld te hebben. Gelukkig draag ik een hesje, niet geel, maar wel met reflecterende strepen en een duidelijke ‘L’ . Ik zal me niet snel in een geel hesje hijsen om de straat op te gaan voor een protestactie tegen, ja tegen wat eigenlijk? Misschien is het niet toevallig dat de gele hesjes beweging juist in deze tijd van het jaar zulke vormen aan kan nemen. Ontevredenheid en boosheid lijken te worden aangewakkerd door het stormachtige weer en de toenemende duisternis. Maar misschien is het voor mij wel te gemakkelijk om vanuit mijn comfortabele en relatief veilige positie als predikant met een vaste aanstelling en vast salaris hierover een mening te hebben. Op een zwoele zomeravond laat het gevoel van niet gezien en gehoord worden zich misschien nog wel sussen. Maar het schrijnende verschil tussen de goed gedekte tafels die ons in allerlei reclames worden voorgeschoteld en de met moeite belegde boterham van degenen die daarvoor hard en lang moet werken, wordt in de koude wintermaanden in in elk geval wel extra gevoed. Wilma Hartogsveld is theoloog, predikant en schrijver.

januari 2019

44_Interview_03L.indd 9

9

12-12-18 16:25


✽ duurzaamheid

Kiezen voor een bestaan zonder afval

MINDER PLASTIC, VOLLER LEVEN Tekst: Jasmijn Olk Beeld: Corbino (12)

De 25-jarige Nila Patty leeft al drie jaar zero waste en is, naar eigen zeggen, nog nooit gelukkiger geweest. Theoloog Elisabeth Hense ziet dat wie echt duurzaam leeft, zich afvraagt wat er werkelijk toe doet in het leven. “Het gaat om een innerlijke geraaktheid, met een zeker handelen als gevolg.” et een meerderheid van maar liefst 92 procent stemde het Europees Parlement eind oktober voor een verbod op plastic bestek, rietjes en wattenstaafjes. Het is een eerste stap richting een definitief verbod op wegwerpplastic. Ook grootgrutter Albert Heijn, niet direct bekend om zijn duurzame overtuigingen, kondigde begin afgelopen herfst ambities aan om minder en recyclebaar verpakkingsmateriaal te gaan gebruiken. Toeval is

M

het niet. Plasticvrij leven lijkt de nieuwste trend voor wie duurzaam wil leven. De ‘geitenwollensokken’ uit de jaren zeventig vestigden al eerder aandacht op de noodzaak voor biologisch en lokaal voedsel. De afgelopen jaren stonden duurzame energie, vegetarisch eten en minder vliegen in de belangstelling. En nu de impact van afval op de omgeving.

Kringlopen sluiten Drie jaar geleden maakte Nila Patty (25),

student medische biologie in Nijmegen, een radicale keus: zij besloot om te leven zonder afval te produceren. Daarin is ze niet de enige. Wereldwijd kiezen steeds meer jonge activisten voor een zero waste-levensstijl. “Elke nacht ging ik met een schuldgevoel naar bed. Overal om mij heen zag ik vervuiling. In landen zonder goed afvalverwerkingssysteem, zoals Indonesië, waar ik vandaan kom, komt al het afval direct in de natuur of oceaan terecht.” Patty realiseerde zich dat er iets moest veranderen en besluit

”Veel afval komt in de oceaan terecht.”

10 volzin. januari 2019

33_Artikel_05L.indd 10

12-12-18 16:24


achtergrond ✽

bewust naar haar eigen consumptiegedrag te kijken. “De eerste stap is om je bewust te worden van wat er te verbeteren valt. Bij alles wat ik kocht, stelde ik mezelf de vraag: is het gezond voor mij, goed voor mijn omgeving en levert het veel afval op? Ik schrok van de hoeveelheid plastic die ik gebruikte. Groenten, chips, mijn favoriete noedels, allemaal in plastic verpakt.” Patty benadrukt dat zero waste niet betekent dat ze geen afval produceert. Producten die zij kan recyclen of composteren gebruikt ze nog steeds. “Het gaat om bewustwording over wat je weggooit, over manieren waarop we afval gebruiken. Ik produceer nog steeds afval, maar ik behandel het anders. Van plastic zie ik volledig af, dat is onmogelijk te recyclen zonder dat het als grondstof in waarde verliest.” Elisabeth Hense, theoloog aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en specialist op het gebied van spiritualiteit, bezocht verschillende duurzame initiatieven in land- en tuinbouw. Naar aanleiding van deze bezoeken verscheen in 2016 het boek Volle Oogst, over ‘creatieve tuinders, eigenzinnige boeren en initiatiefrijke burgers’. “Ik onderzoek initiatieven die regeneratief zijn, een woord dat wij naast ‘duurzaam’ veel gebruiken”, legt Hense uit. “Het gaat niet om nét iets beter, net iets minder afval, maar om initiatieven die de natuur echt willen herstellen, willen doen herleven.” Veel van deze initiatieven proberen kringlopen te sluiten. “Traditioneel is dit: het afval dat wordt geproduceerd bij groente of fruit en de resten gaat als voedsel naar de dieren, en hun mest gaat weer naar de groenten toe. Het gaat er om dat dingen niet overblijven of weggegooid hoeven te worden, dat alles een waarde blijft behouden.” Op deze manier speelt het vermijden van afval, net als in de zero waste-beweging, ook in agrarische initiatieven een belangrijke rol. “Samen delen is in deze bewegingen belangrijk. Iedereen kan aanhaken, kan meehelpen weer zeggenschap te krijgen over wat we eten en hoe we dat verbouwen. Resten worden niet weggegooid, maar bijvoorbeeld weggegeven aan voedselbanken. Centrale waarden zijn respect voor elkaar, luisteren naar elkaar en met elkaar in gesprek blijven. Om te kunnen overleven is een gezamenlijke verantwoor-

delijkheid noodzakelijk. De boer zet zich in voor goed, eerlijk voedsel, en de community staat garant als er bijvoorbeeld een slechte oogst is. Ook dan moet de boer een boterham kunnen verdienen.”

Nila Patty: “Ik schrok van de hoeveelheid plastic die ik gebruikte.”

Kernidee Bij deze duurzame initiatieven gaat het niet alleen om zorg dragen voor de natuur, maar tevens om verbinding en samenwerking met de gemeenschap. Ook voor Patty betekent de zero waste-levensstijl veel meer dan alleen letten op afval. “Ik leef nu drie jaar zero waste, en ik ben nog nooit gelukkiger geweest. Eigenlijk ben ik ook niet met zero waste begonnen vanuit het principe om duurzaam te zijn, maar omdat ik ontevreden was over mijn leven. Voordat ik begon, ging het niet goed met mij. Ik was te dik, vaak ziek, te onzeker om met vrienden af te spreken. Ik geloof sterk dat what goes around, comes back around. Als je anderen goed behandelt, ontvang je vanzelf goede daden terug. Als je zelf gelukkig wilt zijn, moet je ook de mensen om je heen goed behandelen.” Een tijd lang heeft Patty, zelf van moslim-komaf, zich in verschillende religieuze tradities verdiept. “Een kernidee in elke religie is: behandel elk levend wezen met respect. Ik begin ermee mijzelf goed te behandelen, door gezond te eten en voor mijzelf te zorgen. Om gelukkig te blijven wil ik een leven leiden waarbij ik anderen, mens, dier en natuur, zo min mogelijk schaadt. De zero waste-lifestyle heeft me erg veel gebracht. Ik geloof nu dat het echt mogelijk is om zo als individu verandering te bewerken.” Duurzaamheidsinitiatieven kennen ook een spirituele dimensie. “Mensen die betrokken zijn bij dit soort initiatieven vragen zichzelf af: wat is werkelijk een waardevol, rijk leven?”, duidt Hense. “Het gaat over wat werkelijk waardevol is, wat je ten diepste raakt. Een idee, overtuiging van binnenuit, die vervolgens een zeker handelen tot gevolg heeft. Vanuit het christendom kennen we een lange traditie van christelijke spiritualiteiten die een antwoord proberen te geven op de noden van de tijd. Duurzaamheid is een antwoord op de nood van deze tijd. We moeten zorgen dat de natuur niet helemaal vernietigd wordt, dat de aarde bewaard blijft voor de volgende

generaties. Vanuit een verbondenheid met de schepping hebben religies een drive om zorg voor de aarde in praktijk te brengen. In het geseculariseerde Nederland handelen de meeste mensen die bij duurzame initiatieven betrokken zijn, echter niet vanuit een religieuze overtuiging, maar vanuit een gedeelde maatschappelijke overtuiging. Consumenten en producenten zetten zich samen in voor nieuwe waarden. Ongeacht of dat gekoppeld is aan religie of niet – het is een brede, maatschappelijk geïnspireerde beweging.”

Feestje Veel mensen associëren duurzaamheid met ‘geitenwollensokken’, moraliserend en saai. Bij zero waste is dit zeker niet het geval. “In de jaren zeventig, waarin de biologische beweging al eens eerder in de lift zat, zei men: ik eet biologisch, of het nou lekker is of niet, als het maar verantwoord is. Tegenwoordig benadrukken mensen veel meer het plezierige, het fijne. Het is niet meer moralistisch, maar uitnodigend”, vertelt Hense. “Dat is een deel van de aantrekkingskracht. De hele trend, de hele

januari 2019

33_Artikel_05L.indd 11

11

12-12-18 16:24


✽ duurzaamheid beweging, gaat niet uit van een opgeheven wijsvinger die zegt dat je iets verkeerd doet. Het straalt juist uit dat het leuk is, een feest om mee te mogen doen. Er heerst een sfeer: hier gebeurt iets goeds, hier geloven we in en zo kunnen we de aarde bewaren.” Ook Patty wil geen mensen veroordelen. “Ik zou nooit rondgaan en zeggen: o nee, jij gebruikt plastic, houd daarmee op! Dat kan ook helemaal niet. Je kunt niet ontkomen aan plastic, maar je kunt wel bewuster omgaan met de manier waarop je het consumeert.” Sociale media spelen een grote rol om deze nieuwe bewegingen aantrekkelijk aan de man en vrouw te brengen. “De wereldwijde zero waste-gemeenschap is behulpzaam. Iedereen heeft met dezelfde moeilijkheden te maken, we ondersteunen elkaar. Ik gebruik sociale media om informatie te krijgen, te delen en om steun te vinden”, vertelt Patty. In 2017 startte zij de Nijmeegse afvalchallenge, waarbij mensen via Facebook een maand lang dagelijks een bericht ontvangen met tips om afval te verminderen. “We begonnen met gemakkelijke tips, zoals het meebrengen van je eigen drinkflesje, en eindigde met ingewikkeldere dingen, zoals het maken van eigen tandpasta. Iedereen kan met de challenges meedoen, het is geen

‘Duurzaamheid is een antwoord op de nood van deze tijd’ wedstrijd. Het idee was om mensen te helpen met de zero waste-lifestyle te beginnen, hen informatie te geven over de verschillende mogelijkheden. Als je het stap voor stap aanpakt, is het helemaal niet zo moeilijk om je levensstijl te veranderen. Je realiseert je al snel dat je gemakkelijk de ene gewoonte kan vervangen voor een andere. Iedereen kan kiezen bij welke uitdagingen hij of zij zich comfortabel voelt.” Toen ze begon met afvalvrij leven, vertelt Patty, vond ze het moeilijk hier met anderen over te praten. “Duurzaamheid is een fancy term, veel mensen zien het als een luxe die alleen voor rijke mensen is weggelegd.” Terwijl het haar, naar eigen zeggen ‘gewoon een student’, lukt om met weinig geld te kiezen voor verpakkingsvrije alternatieven. “Als je met duurzame initiatieven werkelijk een soort transitie op weg wilt helpen, moet je het mogelijk maken voor brede bevolkingsgroepen”, vindt ook Hense.

Markt

Elisabeth Hense: “Het gaat over wat je ten diepste raakt.”

12

33_Artikel_05L.indd 12

Niemand kan voorspellen hoe de toekomst er voor duurzame initiatieven uitziet. “De weg gaat niet over rozen, het is een boerenstrijd tegen de macht van de grote concerns en de status quo”, vertelt Hense. “Tegelijkertijd zie je dat dit soort bewegingen veel sympathie van alle kanten oproept. Wat er nu gebeurt doet er toe, het is een hoopvol signaal. De veelal lokale bedrijven ontmoeten elkaar in koepelorganisaties. Ze werken aan een stevig, internationaal netwerk dat hun verhaal weet te verspreiden en richting de politiek hoorbaar te maken. Deze koepels voeren actie: ze informeren, enthousiasmeren en verbinden. Op een leuke manier, laagdrempelig en uitnodigend.” Zero waste is gerelateerd aan de circulaire economie, legt Patty uit, een manier van denken die op dit moment veel opgang maakt. “De term wordt vaak door bedrijven gebruikt. Het komt uit de industrie, door

bedrijven die willen produceren zonder afval, en is aangepast als lifestyle. Want als consumenten zijn wij niet circulair maar lineair bezig: kopen, gebruiken, wegwerpen. We moeten zorgen dat het cirkels worden. Dat wanneer we een product hebben gebruikt, het teruggaat als grondstof, een nieuw doel krijgt of gerepareerd wordt.” De kracht van een individu moet in deze transitie niet onderschat worden, vindt Patty. “Jij doet er toe. De oceaan wordt gevormd door druppels water. Laten we samen een duurzame oceaan vormen!” Toch ziet ook zij moeilijkheden. “Het grootste probleem in de zero waste-beweging zijn mensen. Er zijn zoveel vooroordelen. Blijkbaar is het meenemen van je eigen tas een van de vreemdste dingen die een winkelier kan meemaken. Maar langzaam raakt het meer geaccepteerd. Op dit moment is het vooral nog een beweging van individuen. Ik hoop dat vanuit een bottom-aanpak bedrijven zullen inzien dat er een markt is voor verpakkingsvrije producten. Zo ging het ook met vegetarisch en veganistisch voedsel. Toen ik daar net mee begon, was het een hele klus om producten zonder dierlijke ingrediënten te vinden. Terwijl er tegenwoordig veel alternatieven worden geproduceerd. Dat maakt het een stuk gemakkelijker.” De zero waste-beweging gaat eigenlijk om veel meer dan afvalvrij leven, benadrukt Patty nogmaals. “Dat dacht ik eerst wel, maar al snel realiseerde ik mij dat er zoveel dingen worden beïnvloed door wat je doet. Zero waste leven is ook mentaal en fysiek zo goed voor je. Het is belangrijk om het niet als verplichting te zien, het is vooral leuk. Sinds ik plasticvrij winkel praat ik veel meer met mensen, ontzettend leuk. Ik breng mijn eigen tas mee, leg winkeliers uit wat ik aan het doen ben. En als ik dan een paar keer dezelfde winkel bezoek, vragen ze op een gegeven moment uit zichzelf: waar is je tas?”

.

Lees meer over de initiatieven die Elisabeth Hense bezocht in Volle Oogst. Nieuwe waarden en voedselnetwerken (Jan van Arkel, 176 blz.,€ 12,50, http://volle-oogst.nl/). Meer weten over de zero waste-levensstijl van Nila Patty? Volg haar op nonanoplastic.wordpress.com/ of mail haar via nonanoplastic@gmail.com.

januari 2019

12-12-18 16:24


Beeld: Christiaan Krouwels

column Roel Abraham ✽

‘Mohammed pedofiel’: Geen probleem toch? at een mot op Facebook onlangs! U heeft het vast meegekregen: een Oostenrijkse vrouw die de islamitische profeet Mohammed negen jaar geleden tijdens een seminar een pedofiel noemde, werd door de rechtbank veroordeeld tot een boete van € 480. Verontwaardigd over deze – volgens haar – aanval op de vrijheid van meningsuiting, richtte ze zich tot het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, in de verwachting dat dat haar zou steunen en de veroordeling ongedaan zou maken. Een keihard ‘neen’ was haar deel, ze mocht gewoon die 1.000 gulden lappen. Niemand betwist dat Mohammed een echtgenote had, Aïsha genaamd, die jonger was dan tien jaar toen het huwelijk werd geconsumeerd. Maarrrr omdat de uitspraak Mohammed is een pedofiel kwetsend is voor gelovige moslims werd het arme mens uit Oostenrijk tóch veroordeeld. Hoe is dit mogelijk?

W

Conservatieve ‘vrienden’ op Facebook waren het erover eens: dit was godslastering en deszulks is strafbaar bij wet als het gaat om de christelijke God en dus geldt dat ook voor de islamitische profeet. Progressieve vrienden, die zichzelf agnost of atheïst noemen, daarentegen vonden deze rechterlijke uitspraak juist beledigend voor moslims, want zij wekt de suggestie dat moslims hulpbehoevende zielenpoten zijn die onze steun nodig hebben in plaats van volwassenen die weten waar ze voor staan en waar ze in geloven en die dit – dus – heus wel naast zich neer kunnen leggen. Eigenlijk net zoals christenen dat al sinds tientallen jaren doen met allerhande beledigingen aan hun adres. Interessante discussie! We kennen allemaal de uitspraak van Gerard van het Reve over God als ezel die in 1966 gelovigen tot woede dreef. Reve werd – dit jaar toeval-

lig vijftig jaar geleden – na een langdurig juridisch gevecht vrijgesproken. Zijn we nu weer terug bij af? Mag je geen godheid, of daaraan verwante profeet of wat voor een goeroe dan ook, meer beledigen zonder dat je je daarvoor voor de burgerlijke inquisitie moet verantwoorden? Ik vind het angstaanjagend. “Het einde naakt”, zei ik zelfs op Facebook. De felle respons die ik over me uitgestort kreeg, verwonderde me. Mooi woord hè? Verwonderen. Je kijkt met een onschuldig verbaasde blik naar iets onverwachts, zo vertaal ik dat woord. Ik ontmoette veel begrip voor mijn standpunt. Uiteraard waren er gelukkig ook mensen die er anders instonden en die vreesden ‘dat alles maar gezegd mag worden’. Wees getroost: dit is niet het geval. Zo werd bijvoorbeeld vorige maand een PVV’er veroordeeld omdat hij schandelijke uitspraken had gedaan over Arabieren. Ze zouden fervente ‘kontenbonkers’ zijn en seks met kleine jongetjes niet schuwen. Uiteraard werd deze heer daarvoor veroordeeld. Je kunt niet alles zeggen. Een enkeling vreesde dat ik ‘islamofobische neigingen zou hebben’. Heel apart. Ooit werkte ik met groot genoegen samen met een orthodoxe moslim. Hij bad vijf keer per dag en maakte geld over naar de PLO, terwijl ik vrijwilligerswerk deed voor het Israëlische leger. We hadden groot respect voor elkaar omdat we elkaars beweegredenen begrepen. Er stond niets tussen ons in. Hij had zelfs Müslüm als voornaam terwijl mijn Joodse voornaam Jisroël luidt, Israël dus. We werkten fantastisch samen en hadden de mooiste gesprekken, waarbij we naar elkaar luisterden en elkaar hóórden.

en jouw God (of G’d) zou beledigen?” Mijn antwoord: Het is helemaal niet relevant wat ik daarvan vind. Al zou iemand de meest godslasterlijke dingen zeggen en zou mijn hart misschien zelfs ineenkrimpen, ik zou gaan demonstreren voor zijn vrijlating als de politie hem daarvoor van zijn bed zou lichten. We leven in een volwassen maatschappij en we zijn allemaal volwassen (al dan niet) gelovigen. Als je je laat pijnigen door woorden van een ander zegt dat misschien meer over jezelf dan over die ander.

.

Roel Abraham is naast schrijver ook vader van zes kinderen en dat met slechts één echtgenote, actief in het joodse leven, rijdt Trabant en vindt wel eens wat van dingen.

Vijftig jaar na het Ezelsproces lijken we terug bij af

Terug naar Facebook: “Hoe zou jij het vinden wanneer iemand jouw godsdienst

januari 2019

11_Column_02R.indd 13

13

12-12-18 16:23


✽ Koetsveld & Odaci

eis gelr e i p s ring 9 Afleve

Enis Odaci (l.) en Herman Koetsveld: “Wij geloven in gesprek.”

‘IK HEB GELEERD NIET MEER TE SPREKEN OVER WIJ EN ZIJ’ Vrienden Enis Odaci, voorzitter van de stichting Humanislam, en Herman Koetsveld, predikant van de Protestantse Kerk, gingen voor Volzin op ‘spiegelreis’. Odaci bezocht vier christelijke gemeenschappen van zeer uiteenlopende snit, Koetsveld ontmoette vier islamitische gemeenschappen van verschillende signatuur. Deze maand de laatste aflevering: Koetsveld en Odaci blikken terug en stellen elkaar vragen. Wat viel hen op? Wat hebben zij ervan geleerd? En vooral: wat willen zij de samenleving meegeven? Tekst: Herman Koetsveld & Enis Odaci Beeld: Janita Sassen (14), Stijn Rademaker (15, 17), Ted van Aanholt (16)

nis Odaci: “Wat is jou het meest bijgebleven van vier ontmoetingen met islamitische gemeenschappen?” Herman Koetsveld: “Allereerst de enorme hartelijkheid waarmee ik telkens werd ontvangen. Jaren geleden zijn mijn vrouw en ik begeleiders geweest van een Iraans vluchtelingengezin dat zich in ons land mocht vestigen. Het was een regelrechte cultuurschok in positieve zin om de ‘oosterse’ gastvrijheid toen aan den lijve te ervaren. Ik

E 14

44_Artikel_08L.indd 14

had het dus kunnen weten, maar opnieuw viel de hartelijke verwelkoming van mensen die mij niet kennen, telkens als een warme deken over me heen. Ja, ik was vaak best een beetje gespannen: wie ga ik ontmoeten? Gaat het lukken met de communicatie? Hoe heb ik me te gedragen op plekken waar ik de gewoontes niet ken? Maar eigenlijk verdampte die onrust onmiddellijk in de gemeende vriendelijkheid die mij op voorhand ten deel viel.”

In soorten en maten Odaci: “Maar ik weet ook dat gastvrijheid niet altijd leidt tot een diepgaand gesprek. Heb je die verdiepende gesprekken kunnen voeren?” Koetsveld: “Dat klopt. Die hartelijkheid vertaalde zich lang niet altijd in een dialogische communicatie. Ik stelde doorgaans de vragen en ik moest actief op zoek om de dingen die ik zinnig vond in te brengen. Ik bedoel, ik ben predikant en dat zou in

januari 2019

12-12-18 16:22


spiegelreis ✽

Moslims en christenen

Benedictinessen in Oosterhout.

gesprek met een imam bijvoorbeeld tot een uitwisseling en verdieping moeten leiden. Dat had van mij meer gemogen. De ene keer kwam dat vanwege de taalbarrière, de andere keer vanwege de angst om niet goed over te komen. Hoe heb jij dat ervaren?” Odaci: “Ik kreeg wel vele vragen. Niet zo gek natuurlijk, want er is in de samenleving vooral een debat gaande over de islam. Toch had ik ook vele vragen over het christendom te stellen en dat leidde meestal tot een goede uitwisseling van standpunten. Bijzonder vond ik de intieme stiltemomenten met de zusters benedictinessen in de abdij van Oosterhout. Die volledige overgave aan God, waarbij zij huis en haard opzeggen en volgens strikte regels gaan leven, ontstaat eigenlijk uit hun diepste bron van inspiratie. Moslims zeggen niet alles op om in de moskee te gaan leven, maar het woord ‘islam’ verwijst dus ook naar die volledige overgave, maar dan met het hoofd en het hart. Ik herkende die spirituele houding bij de zusters. Bij andere christelijke gemeenschappen was er weer meer sprake van een meer praktische christelijke levenshouding en soms zelfs van verdoemenis als je niet volgens het juiste geloof leeft. Wat dat betreft zijn er zeker parallellen tussen

Enis Odaci: ‘Het gaat bij moslims en zusters om volledige overgave’ christenen en moslims. Ik zal in ieder geval niet meer spreken over christenen als een homogene groep!” Koetsveld: “Het is voor mij helemaal duidelijk geworden: ‘het christendom’ en ‘de islam‘ zijn onmogelijke containerbegrippen die we maar beter zoveel mogelijk uit de weg moeten gaan. Ik denk nu: die moslims, het zijn net protestanten, je hebt ze in alle soorten en maten, met daarbij alle spanningen en meningsverschillen tussen de spreekwoordelijke rekkelijken en preciezen, bevindelijken en rationalisten, dogmatici en vrijdenkers, fundamentalisten en mystieken. Maar ook hier, net zoals in mijn eigen traditie, de pijn van de onderlinge verkettering, uitsluiting, wij-zijn-beter-danzij en al dat gesodemieter rond zoiets als ‘de zuivere islam’. Willen we meer van elkaar weten, en hoe goed blijkt dat te zijn, dan zullen we de ontmoeting moeten zoeken

en bij elkaar soms letterlijk in de keuken moeten kijken, en soms in de ziel. “

Eenvoudige beweging Koetsveld: “Hoe ervoer jij de diversiteit in christelijk Nederland’?” Odaci: “Ik dacht dat ik meer wist van de diversiteit binnen het Nederlandse christendom dan jij van de diversiteit van de Nederlandse islam, maar de diversiteit in jouw geloof verraste me wel degelijk steeds weer. Het zit hem in kleine zaken, die gewichtig ervaren worden. De zondagviering lijkt overal gelijk, maar is het niet. Ik ben blij dat ik daar nu over kan vertellen, ook aan mijn medemoslims. Vreemd genoeg zijn de beelden over moslims binnen de meeste kerken wel degelijk homogeen. Het individuele van de islam ziet men heel slecht. Men denkt echt dat alle moslims op dezelfde manier in het leven staan. Stromingen als alevieten, soefi’s, sjiieten, ahmadiyya en meer zeggen hen helemaal niets. Kwam jij bij de moslims bepaalde rituelen of gebruiken tegen die jou als ‘buitenstaander’ toch wisten te raken?” Koetsveld:“Ik moet je eerlijk zeggen, als ik bijvoorbeeld op televisie beelden zie van het islamitische vrijdaggebed leidt dat bij mij tot een zekere vervreemding. Het

januari 2019

44_Artikel_08L.indd 15

15

12-12-18 16:22


✽ Koetsveld & Odaci heeft ook wel iets angstigs: al die mensen die exact hetzelfde moment ritueel met zijn knielen en buigingen uitvoeren en dat wereldwijd. Maar nu ik voor het eerst ook in de gebedsruimte zelf was ervoer ik iets heel anders: ontroering. Ik mag wel zeggen tot mijn eigen stomme verbazing. Ik proefde wat de islam in essentie is, en volgens mij is dat eigenlijk elke religie: overgave aan de Eeuwige. Dat wordt verbeeld in dat buigen, dat knielen, dat volkomen loslaten van iedere individuele voorkeur om iets wel of niet te doen. Nee, dat samen opgaan in die beweging van diepste eerbied. Daar gebeurt wel iets wat ‘wij’ als christenen veelal zijn kwijtgeraakt. Sinds een maand ben ik mijn kerk begonnen met dagelijkse getijdengebeden. Drie keer op een dag. En ik ervaar daar nu iets van en het doet me goed: de kracht van die eenvoudige beweging van verstilling en God zoeken en eren in een beweging van gebed en lezing. Het is naar mijn overtuiging een zelfde beweging.”

Orthodoxe eerlijkheid Odaci: “De lezer zal zich mogelijk afvragen of we ook nog tegen uitgesproken lastige zaken zijn opgelopen.” Koetsveld: “Ja, dat was het geval, ik heb me suf gebeld om jou bij een evangelische en orthodox georiënteerde gemeente aan te bevelen. Moeizame smoezen kwamen langs. Een voorganger van zo’n gemeente in onze streek maakte het wel heel bont:

Sultan Ahmetmoskee, Zaandam.

16

44_Artikel_08L.indd 16

Herman Koetsveld: ‘Ik proefde wat de islam in essentie is’ ‘Een moslim in mijn kerk? Daar heb ik niet zo’n trek in’. Tja, zo’n iemand afficheert zich nota bene als ‘geestelijk leider’.” Odaci: “Toen ik eindelijk bij een gereformeerde gemeente te gast mocht zijn, ontdekte ik natuurlijk de achtergrond van die houding: ik was volgeling van een afgod en ik was verloren, omdat ik niet in de directe verlossing van Jezus geloof. Toch vond ik dat op de een of andere manier een van de betere ontmoetingen, omdat ik die eerlijkheid wel kan waarderen. Spreken met meel in de mond is funest voor de oprechte ontmoetingen. Bij de diverse moslimgemeenschappen heb ik geen theologische weerstand ervaren tegen jouw komst. Er was wel vooral veel terughoudendheid vanwege de ervaringen met ‘de media’. Moslims in Nederland zijn wantrouwend geworden tegen iedereen met een microfoon of camera. Men is er echt klaar mee om geframed te worden en steeds maar weer in de hoek van de probleemgevallen gezet te worden. Het is in zo’n situatie helaas niet meer makkelijk om openlijk in de media te praten over de uitdagingen die er wel degelijk nog zijn, zoals de positie van

vrouwen in sommige gemeenschappen. Voor je het weet wordt je als groep weggezet als achterlijke cultuur.” Koetsveld: “Over de positie van vrouwen is inderdaad wel een en ander te zeggen. Ik vond het jammer en soms ook lastig te zien dat vrouwen in sommige gemeenschappen nauwelijks zichtbaar zijn en slechts een rol ergens op de achtergrond vervullen, ook al verzekerde men mij dat er van achterstelling van vrouwen in ‘de islam’ geen sprake is. Tegelijkertijd denk ik ook: in de rechterflank van mijn eigen kerk dienen vrouwen hun mond te houden en worden zij nog steeds geweerd uit het ambt en in de rooms-katholieke kerk is het al niet anders.” Odaci: “En hoe vaak is er voor je getolkt?” Koetsveld: “Haha, ja te vaak naar mijn smaak. Maar ik zie ook dat het een generatiekwestie is. Bij de jonge lhbt-moslims in Amsterdam was er een zeer belezen en welbespraakte groep mensen die op elk niveau een gesprek konden voeren, van theologie tot maatschappij en politiek. In een typische Diyanetmoskee in Zaandam was er weer die taalbarrière, omdat de Turkse overheid nog steeds om de vier, vijf jaar een nieuwe imam naar Nederland stuurt. En dat is dan toch telkens weer een moeizame toestand, die indirecte communicatie, waarvan ik dan ook nooit helemaal zeker weet hoe de vertaallijnen lopen.”

Afgodendienaren bestrijden Odaci: “Weet je wat mij ook opviel? Dat hele idee van geloven achter de voordeur klopt niet. Het schijnt zo te zijn dat Nederland een seculier land geworden is, maar alles ademt nog geloof uit. Nu zijn wij natuurlijk heel specifiek op zoek gegaan naar geloofsgemeenschappen, maar het netwerk van gelovigen is wel degelijk groot en niet alleen gebonden aan een kerk of moskee.” Koetsveld: “Misschien heb je gelijk. Maar toch zie ik ook wel dat in menig ‘Nederlands’ huishouden het geloof ergens geparkeerd staat onder een dikker wordende laag stof van secularisatie en ontkerkelijking. Bij de moslims kwam ik telkens mensen tegen voor wie hun geloof het hele leven van voor naar achter beheerst. Het geloof in Allah en de koranische traditie is het leven. Wat me daarbij bij menigeen raakte is de oprechte authenticiteit waar-

januari 2019

12-12-18 16:22


spiegelreis ✽ mee geloofd wordt. De overgave waarmee de rituelen van het gebed worden uitgevoerd, het getuigt van een diepgewortelde spiritualiteit.” Odaci: “Misschien zijn we samenlevingsbreed daarom ook wel bang voor de islam?” Koetsveld: “Ja, omdat we in de spiegel van hun doorleefde en standvastige vasthouden aan de kernwaarden van hun geloof onze eigen geestelijke armoede ontwaren. En die we vervolgens krampachtig proberen te maskeren met het schermen met ‘de joods-christelijke cultuur’, waarvan vervolgens niemand kan zeggen wat dat te betekenen heeft voor het persoonlijk leven. Behalve dat je dus niet aan zwarte piet zou mogen komen.” Odaci: “Interessant. Ik denk dat het ‘christelijk’ nationalisme van tegenwoordig zeker deels met deze analyse te verklaren is. Is de samenleving eindelijk ontzuild, komt er ogenschijnlijk weer een nieuwe islamitische zuil bij. Maar ik heb tijdens mijn reis ook letterlijk gezien en gehoord waar de nationalistische ideeën van enkele christelijke partijen vandaan komen. Ze zijn wel degelijk gegrond in de theologie.” Koetsveld: “Kun je daar een voorbeeld van geven?” Odaci: “Daar waar de SGP doet alsof men de maatschappelijke problemen rondom islam agendeert, voeren ze feitelijk hun theologische agenda uit waarbij de overheid de afgodendienaren dient te bestrij-

Herman Koetsveld ontmoet ‘queer’ moslims.

‘Het hele idee van geloven achter de voordeur klopt niet’

den. Dat idee komt in diverse gradaties voor in de rechterflank van de kerk, zoals ik bij de gereformeerde gemeente in Dordrecht heb gezien, en dat zie je dus ook gedeeltelijk terug bij het CDA en de ChristenUnie. Gelijktijdig heb ik ook christenen meegemaakt, zoals bij de PKN-gemeente in Rolde, die zich dagelijks het hoofd breken hoe ze hun lokale kerk genuanceerd in het grote maatschappelijke gebeuren willen positioneren: wel politiek kleur bekennen of juist niet? Ik vind dat mooi om te zien. Net moslims, die christenen! De reis heeft mij rijker gemaakt kan ik wel zeggen.” Koetsveld: “Mij ook. Ik heb prachtige momenten meegemaakt. Ik heb het vuur van de liefde zien branden in gemeenschappen die zich openstelden om mij te ontvangen. Ik heb ook de pijn gevoeld van het onbegrip en het wantrouwen dat deze gemeenschappen ten deel valt omdat zij op één hoop worden geveegd met extremisten die hun ‘geloof’ gebruiken als legitimatie voor onmenselijke daden of regiems in het Midden-Oosten die de mensenrechten en de democratische rechtsbeginselen aan hun onderdrukkende laarzen lappen.”

Enis Odaci te gast bij ‘refo’s’ in Dordrecht.

Oordeel opschorten Odaci: “Wat geef jij de lezer mee, die niet zomaar een reis door islamitisch Nederland kan maken, maar wel graag de dialoog wil aangaan?” Koetsveld: “Begin met je eigen houding. Ik heb bovenal ervaren dat werkelijk intermenselijk contact niet loopt langs de lijnen van deze of gene traditie, maar langs de lijnen van vertrouwen en wantrouwen. Daarmee is ten nauwste verbonden de vraag of we een serieuze poging wagen ons oordeel op te schorten en zo de ander allereerst te zien als een drager van de Geest, zoals ik dat zelf ook mag zijn. En wat geef jij mee?” Odaci: “Ik zou de lezer één vraag willen meegeven: door wie laat je je mening vormen? Er zijn niet altijd moslims in de buurt met wie je diepgaande gesprekken kunt voeren over al je vragen. Het risico op het overnemen van beelden die je via de media worden aangereikt is dan verklaarbaar, maar niet juist. Ik was laatst door een groep Turkse eerstegeneratiemigranten uitgenodigd om te spreken over een Europese islam. Ik hoorde een paar keer: ‘Zij moeten ons niet’. Ze bedoelden politici en christenen. Ik vertelde hen over jou, over mijn reis door christelijk Nederland en hoe ik heb geleerd om niet meer te spreken over ‘wij’ en ‘zij’. Dan ontstaat er een meer intieme, persoonlijke ontmoeting tussen twee mensen met alle ruimte voor een goed gesprek. Ik geloof in dat gesprek. Het zal leiden tot persoonlijke gemoedsrust, vertrouwen in de ander en hopelijk ook de bereidheid om op staan tegen mensen die anderen bij voorbaat veroordelen. Het is mij alles waard.”

.

januari 2019

44_Artikel_08L.indd 17

17

12-12-18 16:23


✽ Theo Hettema over Paul Ricoeur

‘HET LEVEN IS EEN VOORTDURENDE UITDAGING OM HOOPVOL TE BLIJVEN’ Wat kunnen wij weten? Wat mogen wij hopen? Wat moeten we doen? Dat zijn de eeuwige vragen van de filosofie. Elze Riemer geeft het antwoord van twaalf ‘denkers van nu’ en legt daartoe haar oor te luisteren bij kenners. Aflevering 1: theoloog Theo Hettema over Paul Ricoeur. “Het leven is een voortdurende uitdaging om hoopvol te blijven, om ons uit te strekken naar het goede, zonder daarbij het kwaad uit de weg te gaan.” Tekst: Elze Riemer Beeld: Myriam Keijzer

e Franse filosoof Paul Ricoeur (1913-2005) verdiepte zich uitvoerig in de filosofische stromingen van zijn tijd. Overal nam hij wat van mee, om uiteindelijk zijn eigen onderscheidende hermeneutische filosofie neer te zetten. Hij dacht na over wat de zinvolle betekenis is van teksten en handelingen en verbond dat aan de grote vragen van de filosofie. Zijn denken kenmerkt zich door een groot gevoel voor spanningen, voorzichtig aftasten en heen en weer bewegen tussen uitersten. Bovenal is hij een filosoof van hoop en vertrouwen, stellen Ricoeur-kenners. Theoloog en docent Theo Hettema (1965, Nunspeet) is zo’n kenner. In 1990 werd hij door zijn promotor gewezen op het toen net uitgekomen boek van Ricoeur Soimême comme un autre (Jezelf als een ander). Het maakte diepe indruk. Sindsdien heeft Ricoeur een blijvende invloed op hoe Hettema het leven denkt, leeft en ontvangt. Want dat is precies wat de filosofie van Ricoeur met je doet, stelt Hettema: “Zij zoekt voortdurend naar concretisering in het mensenleven.”

D

Ziet u Ricoeur ook als een filosoof van de hoop?

“Absoluut. Hoop is voor hem niet zomaar een mooie intentie maar iets dat in de werkelijkheid ligt als mogelijkheid en erom vraagt tevoorschijn te komen. Maar let wel: het is een hoop die je voortdurend moet

18

33_Artikel_11L.indd 18

bevechten, omdat zij geen moment de confrontatie met het kwaad, wat Ricoeur het ‘onherleidbare lijden’ noemt, uit de weg gaat. Hij haalt hierbij Kant aan: ‘Wij zijn geneigd tot het kwaad en we strekken ons uit naar het goede’. De echte hoop is dat je weet wat het echte kwaad is. Op het moment dat je weet wat het echte kwaad is, ben je er niet meer aan overgeleverd. Dan is de angel eruit, om het maar eens bijbels uit te drukken.” Wie is de mens in Ricoeurs denken?

“Ricoeur ziet de mens als een competente mens. Als het gaat om zijn nalatenschap vind ik dat een van zijn belangrijkste ideeën. Hiermee bedoelt hij dat de mens capabel is om een zinvol leven te ontwikkelen. Een mens ligt niet vast in wie hij of zij is, maar heeft een vermogen in zich om zich te ontwikkelen qua denken, handelen, vertellen, reageren op anderen en werken aan rechtvaardige instituties. Ricoeur heeft ooit een dik boek geschreven over Freud, waarin het ‘volledig mens-zijn’ wordt uitgediept. In dat boek laat hij zien hoe een mens gestuurd wordt door wat Freud heeft blootgelegd aan machten en krachten en hoe je ego bepaald wordt door lagen die er onder liggen, door je onbewuste. Hij eindigt het boek echter met een hoofdstuk waarin hij zegt: dat is allemaal archeologie, graven in het verleden. Maar dat is maar een deel van het verhaal. We hebben ook een teleologie: een doelge-

richtheid naar voren toe. Dan heb je pas de hele mens te pakken. Anders gezegd: je kunt bij een therapeut zicht krijgen op je verleden, maar dat is maar een deel van je mens-zijn. Een deel van wie jij bent is ook dat wat je hoopt, waar je van droomt, wat je wilt bereiken. Dat is de mens naar voren toe. Daarbij heb je concrete verhalen nodig om die volledige mens te leren kennen. Zonder deze concrete ‘figuraties’ krijg je niet de hele mens te pakken. Dat was de grote hermeneutische ontdekking voor Ricoeur.” U heeft het over een zinvol leven. Hoe vult Ricoeur dat in?

“Ethiek is zeer belangrijk voor hem. De competente mens dient de ander. ‘Hier ben ik, voor jou’: dat te kunnen zeggen – dan ben je echt een capabel mens voor Ricoeur. Laten we het goede leven beogen, in en met elkaar, in rechtvaardige instituties – dat was zijn boodschap. Daarbij is die ander regelmatig een ongewenste interruptie, om met Levinas te spreken. De ander breekt in op jouw rust, zekerheid en houvast. Een competent mens zijn betekent niet dat je alles aankunt, het betekent juist dat je je uit het veld durft te laten slaan door een ander. Dat je je laat overrompelen, door de tragiek van het bestaan, die in kan breken op alle prachtige plannen in je leven. Dat is bij uitstek de taak van de mens voor Ricoeur: om je levensverhaal te ontwikkelen, je te laten raken en dat alles in te zetten in een hoop-

januari 2019

12-12-18 16:21


RS DENKE

1

VAN NU

vol handelen. Het leven is een voortdurende uitdaging om hoopvol te blijven, om ons uit te strekken naar het goede, zonder daarbij het kwaad uit de weg te gaan.” Hoe werkt dat in de praktijk van alledag?

“Laat ik een voorbeeld noemen van iets waar ik nu zelf intensief mee bezig ben: het kerkasiel voor het uitgeprocedeerde Armeense gezin Tamrazyan, in buurt-enkerkhuis Bethel in Den Haag. Ik ben hierbij betrokken als woordvoerder, voorzitter van de Algemene Kerkenraad Protestantse Kerk Den Haag en predikant. Ik beet het spits af van het kerkasiel met een kerkdienst waarin ik preekte over psalm 121: ‘Ik hef mijn ogen op naar de bergen, waar komt mijn hulp vandaan?’ Na de preek zei ik tegen de mensen die er waren: ‘Laten we nu de bergen van onze angst onder ogen zien’. Ik had stapels stoelen, als bergen van angst, in de kerkzaal staan. We liepen door de kerkzaal heen en bij elke berg zeiden we: ‘Dit is onze angst voor uitzetting, voor de toekomst van

vierhonderd kinderen, voor cynisme, enzovoort. Dat is een reële angst, maar die angst heeft niet het laatste woord. We stellen daar vanuit ons geloof tegenover: mijn hulp komt van de Heer’. Je deelt met elkaar met de realiteit van de angst, maar je laat die niet het laatste woord hebben. En dan ga je hoopvol verder, met verhalen, met liederen, met elkaar. Dat is echt Ricoeur.” Welke betekenis heeft religie in deze filosofie van hoop?

“Elke religie is een verzameling van verhalen. Verhalen kunnen volgens Ricoeur op geheel eigen wijze de werkelijkheid ontsluiten – op een manier waartoe de filosofie niet in staat is. Juist in verhalen kan het kwaad gekend worden, maar ook de hoop. Daarbij ziet Ricoeur religie als een gegevenheid, die iemands biografische achtergrond vormt. Bij hemzelf was dat het protestantisme. Het was voor hem van belang dat je bereid bent je over te geven aan datgene wat er aan tradities en verhalen aan jou wordt

aangereikt in je biografie. Dat was nogal tegen de tijdsgeest in van toen, waar religie en traditie juist werden gewantrouwd als een sta-in-de-weg in zoektocht naar het ware mens-zijn. Hij zag het als een verrijking, want in de verhalen die je aangereikt krijgt wordt er verteld over mensen die hun leven vormgeven te midden van de tragiek van het bestaan. Traditie reikt een verhaal aan waarbij je de klap in het gezicht van de tragiek van het leven kunt opvangen.” Wie of wat is God in dit alles?

“God kun je niet opsluiten in het domein van het denken, en ook niet in het handelen. In zijn boek Figuring the sacred schrijft Ricoeur: ‘De benaming Yahweh is geen definiërende naam maar een naam die een teken is van bevrijding’. Met andere woorden: als je niet meegaat in het engagement van Gods bevrijdend handelen, krijg je heel weinig van God te pakken. Het spannende van God is dat God er niet is om je te helpen wegdromen, maar jou juist prikkelt om

januari 2019

33_Artikel_11L.indd 19

19

12-12-18 16:21


19VOL001_ADVERTENTIES.indd 20

12-12-18 15:48


denkers van nu ✽

Paspoort Paul Ricoeur (1913-2005) was een Franse filosoof.

. Geboren in een protestants gezin in Valence, Frankrijk. Oorlogswees op tweejarige leeftijd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog krijgsgevangen in Duitsland, waar hij een boek van de filosoof Edmund Husserl vertaalt: door papiergebrek met aantekeningen in de marge. Na de oorlog hoogleraar filosofie in Straatsburg en Parijs (Sorbonne). Tijdens de studentenopstanden van 1968 rector van de universiteit van Paris-Nanterre. Na een periode in Leuven hoogleraar in Chicago als opvolger van Paul Tillich, en tegelijkertijd in Parijs tot aan zijn pensioen. Ricoeur had het vermogen zich intensief met hedendaagse filosofische stromingen bezig te houden, met de fenomenologie en de zijnsfilosofie van Heidegger, met metafoortheorie en narratologie, met wetenschapsfilosofie, metafysica, politieke filosofie, geschiedenisfilosofie, ethiek, godsdienstfilosofie en met het postmodernisme van Derrida (die begon als assistent van Ricoeur, maar al snel met hem in de clinch raakte). Bekende werken: Philosophie de la volonté (3 dln.), La métaphore vive, Temps et récit, Soi-même comme un autre. De bibliografie van zijn werken en vertalingen telt alleen al zo’n 600 bladzijden. Bij het grote publiek niet zo bekend: meer een ‘philosophers’ philosopher’.

.

. . . .

. . .

ontvankelijker en opener te staan ten opzichte van de werkelijkheid, en dan vooral ten opzichte van de roep van de ander die daarin klinkt. Alle brieven van Paulus gaan daar eigenlijk over: hoe gaan wij om met iets dat totaal anders is dan wat wij altijd gedacht hadden? Dat is ook het spannende van het bijbelboek Openbaring: het is niet wegdromen bij een volmaakte hemel, maar hopen op een nieuwe aarde. Het is niet wegvluchten, maar op een nieuwe manier de werkelijkheid invullen met God. Daarbij kan ik niet in algemene termen over God denken buiten hoe God concreet gestalte krijgt in de verhalen van een traditie. In de dogmatiek is dat wel vaak gebeurd: dat je eerst een algemene eigenschappenleer hebt over wie God is – alwetend, almachtig, dat soort dingen – en daarna gaat vertellen hoe God in de geschiedenis van Israël en de christologie naar voren komt. Dat is een hele rare volgorde; je kunt niet buiten het verhaal om.” Waar bestaat het goede leven uit?

“Het ideaal van een goed leven is niet dat alles op orde is en dat er geen kwaad meer is, maar dat het onherleidbare kwaad en lijden blootgelegd wordt, in plaats van dat het verbloemd wordt. Dat is de taak van de filosofie: om dingen niet te verbloemen. Postmoderne denkers zijn er heel goed in om te ontmantelen wat wij allemaal verbloemen in onze maatschappij en systemen. Dat is de kern van de postmoderne deconstructie: het openbreken van alles wat vertrouwd en vanzelfsprekend is. Maar bij de postmodernen is de verbrokkeling die dat oplevert vervolgens de werkelijkheid waarin je leeft – er komt niets na. De levenshouding daarbij kenmerkt zich dan door het voortdurend opengebroken zijn. Ricoeur ziet het als basistaak om vanuit die verbrokkeling, vanuit de deconstructie, te komen tot hoop. Om ons steeds weer opnieuw, in het volste besef van alle gebrokenheid die er is, te verhouden tot elkaar. Een reconstructie, met andere woorden. Historisch gezien komt Ricoeur voor de postmodernen, maar systematisch gezien geeft hij een antwoord op de postmodernen. Als alles blootgelegd is, is alles ook onbarmhartig, terwijl het leven erom vraagt weer opnieuw met concrete vormgevingen ingekleed te worden. Om met het besef van

‘Door het verhaal van de traditie kun je de klap in het gezicht van de tragiek van het leven opvangen’ bepaalde belangen en machten toch weer de richting van hoop en vertrouwen in te slaan.” Dat klinkt als de hermeneutische boog, waar Ricoeur om bekend is geworden.

“Ja, die betekenisboog zie je in al z’n denken terug. Zoals een gebogen lijn zich verwijdert van het grondvlak en daar weer naar terugkeert, zo gaat dat ook met betekenisvorming. Eerst zijn de dingen vanzelfsprekend, dan wordt alles wat je dacht te weten stukgeslagen – door kritiek, door de ander of door het kwaad – en dan ga je je opnieuw verhouden tot iets. De hermeneutische boog is een halve cirkel van naïviteit, distantie en een tweede naïviteit. Het verwijderen en toenaderen neemt bij Ricoeur een sterk dialectische vorm aan: hij gaat steeds op zoek naar het tegenover van iets. Om dingen open te breken, om uit vaste patronen te komen. Daarom moet je ook zeker niet van Ricoeurs filosofie een methode maken, bijvoorbeeld door er een stappenplan van te maken als houvast om teksten uit te leggen. Juist op het moment dat je denkt het te pakken te hebben, moet je kijken naar wat er tegenover staat.” Is Ricoeur in onze tijd nog relevant?

“Zeker! Juist in dat antwoord dat zijn filosofie formuleert op het postmodernisme. Daarbij kunnen we veel leren van zijn omgang met het kwaad en het lijden. In onze maatschappij moffelen we meer en meer het lijden weg, in plaats van dat we ons er steeds weer door laten raken. Veel van wat zich nu aandient als levenskunst is daarop gericht: tools om de verwarring het hoofd te bieden. Dan zal Ricoeur altijd zeggen: ‘Nee, als je echt de werkelijkheid in al z’n volheid op het spoor wil komen, zul je altijd een bepaalde onrust en verwarring kennen. Dat is het leven’.”

.

januari 2019

33_Artikel_11L.indd 21

21

12-12-18 16:21


19VOL001_ADVERTENTIES.indd 22

13-12-18 13:36


Spec ial

Special: Wat 2019 ons brengt

TUSSEN CHAOS EN VERBINDING Tekst: Kees Posthumus

kabinet verliest in maart zijn meerderheid in de Eerste Kamer. Rutte III wankelt het jaar door. Eind maart verlaat Groot-Brittannië de Europese Unie, als een hondsdolle bordercollie met de staart tussen de benen. Voor het Forum voor de Democratie van Thierry Baudet wordt 2019 erop of eronder. In duizelingwekkende beelden en woorden stormt het nieuws in het komende jaar op ons af. Kijk naar de chaos in de afgelopen jaren. Kijk naar wat er te gebeuren staat. En de conclusie moet luiden: 2019 kan niet anders dan opnieuw chaotisch worden.

H

De millenniumovergang was het laatste evenement waarop het meeviel. Geldautomaten, die in het nieuwe jaar alweer worden opgeheven of samengevoegd, bleven biljetten uitgeven. Computers maakten met een simpele click de overgang naar 2000. Vanaf het balkon van een appartement aan de Middellandse Zee zagen wij dat het heelal geen krimp gaf toen de klok twaalf sloeg. Dit is het laatste jaar dat het veertiende-eeuwse astronomische uurwerk van de kathedraal van Lyon de juiste datum aangeeft. Daarna is het voorbij en weten we nooit echt welke dag het is. Ook dat

nog. De kilo en de meter zijn ook al niet meer wat zij geweest zijn. Gelukkig is er troost. In het Limburgse Gennep maakt men zich op voor Het jaar van de ontmoeting. Met € 19.000 organiseert de Stichting Evenementen Gennep minimaal vijftien activiteiten die de samenhang in de samenleving gaan vergroten. Te midden van de chaotische wereld waarin wij leven brengt Gennep samenhang en verbinding. Structuur biedt overzicht. Wij kijken vooruit op een nieuw jaar, met per twee maanden een belangrijke gebeurtenis.

januari 2019

11_Cover_01R.indd 23

23

12-12-18 16:16


✽ januari/februari 2019

Geweldloosheid is goed nieuws et nieuwe jaar zal opnieuw geschreven worden in termen van geweld, honger en oorlog. Opnieuw zullen ontelbare daden van vrede en menselijkheid de kolommen van krant en tijdschrift niet halen. Ik snap dat. Tegelijkertijd bezorgt het mij als zelfverklaard pacifist een steen in de maag. De ijzeren wet van het nieuws luidt dat goed nieuws geen nieuws is. Dat was vijftig jaar geleden anders. Eind maart 1969 hielden John Lennon en Yoko Ono hun eerste bed-in in het Hiltonhotel. Zeven dagen lang lagen zij in bed, in een poging de aandacht die hun huwelijk internationaal trok aan te wenden voor de wereldvrede. In Tilburg bezetten studenten bezetten hun Katholieke Hogeschool. Inzet: democratisering van het hoger onderwijs. Eind mei wordt het Maagdenhuis bezet. Het legendarische popfestival Woodstock is met ‘love and peace’ een groot muzikaal pleidooi voor wereldvrede. Op 19 januari 1969 steekt student Jan Palach zichzelf in brand op het Wenceslasplein in Praag. Als antwoord op de Praagse Lente waren Sovjettanks de stad binnengereden, democratie was ver te zoeken. Palach pakte niet de wapens op, hij offerde zichzelf op. Na hem voerden nog negen mensen deze vergaande, geweldloze actie. Ik veeg deze geweldloze acties bij elkaar tot goed nieuws. Het is goed nieuws, wanneer mensen zich geweldloos verzetten tegen onrecht en geweld. In elk conflict ter wereld zijn er altijd mensen die de vrede zoeken, met gevaar voor eigen leven. Dat is altijd zo geweest, ook in onze eigen Tweede Wereldoorlog. Dat zal altijd zo zijn. Vredesbeweging Pax weet ze te vinden, wanneer zij actie voert voor burgerrechtenactivisten in Syrië. Amnesty International weet ze te vinden, als ze ons oproepen brieven te schrijven voor zoveel activisten voor mensenrechten. In het dorpje Neve Shalom/ Wahat al Salam leven Arabieren en Joden al tientallen jaren samen. Daar ontwikkelen zij programma’s voor vredeseducatie. In de gescheiden samenleving die Israël is, brengen zij jongeren van verschillende komaf samen. Pacifisme en geweldloze actie zijn geen

H

24

11_Artikel_04L.indd 24

Den Haag, 22 november 2018: ds. Harm Klein Ikkink gaat voor in de kerk die de Armeense familie Tamrazyan asiel biedt. De dienst duurt dan al drie weken. HOLLANDSE HOOGTE

naïeve theorieën voor tijden van vrede. Het is een doordachte, doortimmerde aanpak, die mensen soms met gevaar eigen leven recht en vrede tot stand laat brengen. Voorgangers als Gandhi en Martin Luther King brachten er grote veranderingen mee tot stand. Het steekt mij, dat zoveel mensen achteloos en klakkeloos het monopolie van geweld accepteren. Dat met onze pensioengelden de wapenindustrie haar heilloze werk kan blijven doen. Het lijkt normaal, dat president Macron mooie woorden over vrede spreekt bij de herdenking van het einde van de Eerste

Wereldoorlog, terwijl hij de week daarvoor kritische vragen over Franse wapenleveranties aan Saoedi-Arabië ontwijkt. Mijn instructeur motorrijden zei: waar je naar kijkt, daar ga je naartoe. Kijk voorbij de bocht, en je zeilt er doorheen. Kijk naar waar vrede gebeurt, en wij zeilen erheen.

& ook 5 februari: Chinees Nieuwjaar, het Jaar van het Zwijn Verwacht: de heropening van het gerenoveerde Paleis Noordeind

Mexico, 25 november 2018: Demonstratie op de Internationale Dag van Uitbanning van Geweld tegen Vrouwen. ANP FOTO

januari 2019

12-12-18 16:15


maart/april 2019 ✽

Brexit begon met regels voor appelflappen root-Brittannië verlaat op 29 maart 2019 de Europese Unie. Twee weken voor het referendum over de brexit in 2016 waren wij op een feest in het rustige provinciestadje Oakham, Groot-Brittannië. Er werd Iers gedanst. Perzisch gegeten en Engelse thee gedronken, met een wolkje melk. Wij vermaakten ons uitstekend en waren tegelijk op een missie: zoveel mogelijk Britten overhalen om tegen de brexit te stemmen. “Blijf bij ons”, smeekten wij, “wij kunnen en willen jullie niet missen.” Aan tafel waren de meningen verdeeld. Zelfs mensen die regelmatig zaken deden met andere Europese landen, overwogen voor de brexit te stemmen. Dachten wij in kosmopolitisch gezelschap te zijn, waaide er guur een anti-Europese wind op het eiland aan de overkant van het Kanaal. Voor mij vloeit de Europese gedachte voort uit het ‘nooit meer oorlog’ van na de Tweede Wereldoorlog. Ik ben van na de oorlog en wil dat graag zo houden. Als landen samen handeldrijven en grenzen open zijn, als regeringsleiders elkaar regelmatig treffen tijdens eenvoudige doch voedzame diners in charmante kasteeltjes, dan laten ze het wel uit hun hoofd om een oorlog te beginnen. Dat idee lijkt vooral te leven in de harten van oudere, linkse mensen, als zwakke echo van een lang gekoesterd internationalisme. Lees: Frans Timmermans met zijn omvangrijke talenkennis. Europeser

G

(Ex-)premier Theresa May bij de achteruitgang van Downing Street 10.

Het Britse parlement koos zoals het volk voor brexit.

dan Frans kun je het niet krijgen. Ik omarm dat idee, te meer omdat ik mijzelf zelden betrap op nationalistische gevoelens. Ook denk ik dat grensoverschrijdend thema’s als migratie en klimaatverandering het beste in internationaal verband opgelost kunnen worden. Het ideaal is mooi, de realiteit is weerbarstig, er is meer voor nodig. Europa is te zeer een economisch, bureaucratisch project. Onze leiders zijn er niet voldoende in geslaagd om het project te laten landen in de hoofden en harten van de Europeanen. Dat begon al met de regels voor appelflappen. Ambtenaren en politici bedachten op een vrijdagnamiddag dat ‘sommige appel-

Frans Timmermans: Europeser kun je het niet krijgen. ANP FOTO

flappen gekoeld bewaard moesten worden’. En andere niet. Toen ik het mijn bakker op de markt vroeg, had hij geen idee welke wel en welke niet. De kernboodschap zou moeten luiden: Europa is een vredesproject. Ook voor Groot-Brittannië. Het liep anders. Op de ochtend van 24 juni 2016 zoemde de smartphone. In een appje betuigden vrienden hun spijt over de uitslag van het referendum. Komende zomer gaan we weer naar een feestje, in Londen dit keer. Het voelt alsof ook wij niet meer welkom zijn. Nederlandse vrienden die al jarenlang in Wales wonen vertellen dat zij na de brexit met een scheef oog worden aangekeken. Wat doe je hier nog? Er is troost, want vriendschap tussen mensen overschrijdt grenzen. Hoe moeilijk het misschien ook wordt, hoe lang ook de rij voor de paspoortcontrole, wij blijven de reis maken en overvaren van Calais naar Dover.

& ook 20 maart: verkiezingen voor Provinciale Staten en waterschappen 21 maart: Nowroez, Perzisch Nieuwjaar 18 april: The Passion in Dordrecht 30 april: Japanse keizer Akihito treedt af

januari 2019

11_Artikel_05R.indd 25

25

12-12-18 16:15


✽ mei/juni 2019

Waarom naar de rechter stappen? Zingen helpt ook n Tel Aviv vindt op 18 mei de finale plaats van het Eurovisie Songfestival. Omdat zangeres Netta Barzilai vorig jaar een kippenliedje zong op het Eurosongfestival, wordt de 64ste editie van het jaarlijkse liedjesfestijn in 2019 gehouden in Israël. Haar uptempo nummer Toy, met kipgekakel dat de pesters en aanranders belachelijk maakte, verwees naar de MeToo-beweging. Vroeger gepest en lastiggevallen, maakte Netta nu voor een miljoenenpubliek een statement, met een tekst waarin het ging over “het wakker worden van de vrouwelijke kracht, over sociale rechtvaardigheid, dit alles omhuld door een kleurrijk, gelukkig, gevoel”. Je hoeft niet direct iemand voor de rechter te slepen, je kunt er ook een vrolijk liedje over schrijven. En winnen. Laten we dat vaker doen: onze tegenstanders bestrijden met liedjes, dat deden de remonstranten ook. Zeg nooit meer dat het Songfestival oppervlakkig is. Tussen glitter, glamour en gekheid door worden harde noten gekraakt. Kort daarna werd Barzilai ontvangen door premier Netanyahu en deden ze samen het kippendansje. Aanvankelijk zou het festival worden gehouden in Jeruzalem, ‘de heilige stad die God laat neerdalen op aarde zoals een bruid is opgemaakt voor haar man’. In songfestivaltermen: ‘zoals een dragqueen die is opgemaakt voor zijn minnaars’. Jeru-

I

Netta Barzilai viert haar overwinning tijdens het Eurovisie Songfestival 2018. HOLLANDSE HOOGTE

zalem bleek te controversieel. De stad van vrede is een brandhaard van het conflict tussen Israël en de Palestijnen. Het gevaar was dat landen het festival zouden boycotten. Orthodoxe rabbijnen vreesden voor de sabbatsrust. Voordeel van Tel Aviv: de stad staat bekend als homovriendelijk, met een bont uitgaansleven. Daar zijn geen problemen te verwachten als straks het roze Eurolegioen de straten komt opvrolijken. En blijkbaar gelden daar de sabbatswetten ook minder streng. Natuurlijk kwamen er ook protesten, dat

is goed. Het moet nooit vanzelfsprekend zijn dat een zorgeloos feestje als dit wordt gehouden in een land dat rechten van Palestijnen schendt en hun gebied bezet houdt. Dit conflict gaat zijn 61ste jaar in en de perspectieven zijn niet hoopvol. En toch, ook hier. Aan de basis van de Israëlische samenleving zoeken mensen naar verbinding. Ouders van zonen en dochters die aan beide kanten vielen in de strijd zoeken elkaar op. Joodse mensenrechtenorganisaties houden, in het democratische land dat Israël is, kritisch een vinger aan de pols. Initiatieven als deze mogen dan niet direct de vrede tot stand brengen, het zal wel de basis zijn waarop ooit de leiders hun vredesverdrag kunnen sluiten. Er is troost. Op 18 mei staan vertegenwoordigers van meer dan veertig landen op dat ene podium te zingen en te dansen. Dat is beter dan harde, onverzoenlijke woorden spreken, raketten afvuren en marcheren. Het brengt vrede dichterbij. Al is het maar voor die ene avond.

& ook

Tel Aviv staat bekend als een homovriendelijke stad.

26

11_Artikel_04L_2.indd 26

23 mei: Europese verkiezingen 27 mei: Provinciale Staten kiezen Eerste Kamer 1 & 3 juni: Concert van de Eagles in Ziggo Dome Amsterdam

januari 2019

12-12-18 16:14


juli/augustus 2019 ✽

’Foei u, Dordtse synode, moeder van ellend’ et komt er van in 2019: de synode van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) schrapt de artikelen tegen de remonstranten uit de kerkorde. Waarschijnlijk tijdens haar zitting op 14 en 15 november op Hydepark, Doorn. Vierhonderd jaar geleden vond de Synode van Dordrecht plaats. Klinkende resultaten: de Dordtse Leerregels en de Statenvertaling, monument van de Nederlandse taal. De synode vond plaats tijdens een pauze in de Tachtigjarige Oorlog. Twee concurrerende partijen troffen elkaar om een geding uit te vechten dat kerk en natie in wording bedreigde. Arminianen, naar Arminius, vochten met de gomaristen, naar Gomarus. Rekkelijken en preciezen. Arminius was al gestorven. Het draaide om de uitleg van Calvijns predestinatieleer. De remonstranten verdedigden daarvan een mildere opvatting. Tevergeefs. De Dordtse Synode veroordeelde de remonstrantse ‘ketterij’. In een spotlied zongen de Arminianen: “Foei u, Dordtse synode, foei moeder van ellend, foei u dat gij zo snode, Gods kerke

H

hebt geschend.” Sympathisant Johan van Oldenbarneveldt wordt onthoofd, Hugo de Groot wordt opgesloten op Slot Loevestein en ontsnapt in een boekenkist. In juli dat jaar worden de remonstranten door de Staten-Generaal veroordeeld als ‘verstoorders van de openbare vrede’ en verbannen. Vierhonderd jaar geleden schreef de synode een zwarte bladzijde in de kerkgeschiedenis, die voortleeft in de ‘artikelen tegen de remonstranten’. De vrijheid van denken en meningsuiting werden opgeofferd aan de eenheid van kerk en natie. Eeuwen later, tijdens de vorming van de Protestantse Kerk in Nederland, gingen deze artikelen mee in de grondslag van de nieuw te vormen kerk. Een zwarte post-it, geplakt op de zwarte bladzijde. Logisch, dat de remonstranten niet meededen aan deze kerkfusie. Vierhonderd jaar later: het is tijd deze kwestie achter ons te laten. Het theologisch dispuut van toen werd onnavolgbaar en irrelevant. Hoe moeilijk het ook is om theologie van toen te laten gelden voor mensen van nu, feitelijk zijn vele protestanten behoorlijk vrijzinnig geworden. Bij het lezen

van Arminius’ geschriften denk ik eerder aan hedendaagse orthodoxe broeders. Precies die orthodoxe broeders zullen half november protesteren tegen het voorstel de artikelen tegen de remonstranten te schrappen. Relevante theologische argumenten zullen ze daarbij niet kunnen verzinnen. Het is de gereformeerde onderbuik, die spreekt. Precies de rekkelijke remonstranten waren het, die in 1986 als eerste geloofsgemeenschap in Nederland het kerkelijk homohuwelijk mogelijk maakte en daarmee geschiedenis schreven. Precies de Gereformeerde Bond in de PKN verhinderde eind vorig jaar de gelijkstelling van hetero- en homohuwelijk. Hun protesten zullen niet baten. De synode zal met meerderheid van stemmen de artikelen tegen de Remonstranten schrappen. Hoop ik.

& ook 1 juli: Finland neemt het EU-voorzitterschap over 15-18 augustus: 50 jaar Festival Woodstock 24 augustus: 100ste geboortedag drs. P

Remonstranten en leden van de PKN, allen in zeventiende-eeuwse kleding, hielden op 11 november jl. in de Grote Kerk in Dordrecht een verzoeningsdienst. ANP FOTO

januari 2019

11_Artikel_05R_2.indd 27

27

12-12-18 16:13


✽ september/oktober 2019

Gevraagd: politieke bruggenbouwers rote kans dat de Troonrede van 17 september is geschreven door een demissionaire premier. Of dat Mark Rutte is, weten we nu nog niet. Hij kan ook gekozen hebben voor de voortzetting van zijn carrière in Europa. Of bij Unilever. Dan is hij intussen verhuisd naar Londen, buiten de Europese Unie. Als de coalitiepartijen klop krijgen, kunnen ze zomaar hun krappe meerderheid in de Eerste Kamer verliezen. Dan moet de coalitie voor anker gaan bij gedoogpartijen. Die zullen hun huid duur verkopen. GroenLinks, SP en PvdA komen in beeld, verdeeld zoals de linkse beweging nog steeds is. In een vorig kabinet kwam er gedoogsteun van ChristenUnie, SGP en D66. Op zichzelf is het goed wanneer meer partijen samenwerken en resultaten boeken. In beton gegoten regeerakkoorden, gesteund door monddode regeringsfracties: ik heb het er niet op. De makke van deze tijd is het gefragmentariseerde politieke landschap. Zoveel kleine fracties, alle dingend naar onze gunsten en daardoor meer bezig met de volgende verkiezingen dan met oplossingen voor actuele problemen. Zoals ik leef, wisselde het politieke getij. Harde polarisatie, Paarse samenwerking,

G

VVD-fractieleider Klaas Dijkhoff heeft zich gespecialiseerd in het oplaten van proefballonnen. ANP FOTO

28

11_Artikel_04L_3.indd 28

Kinderen in de Kamerbankjes tijdens de eerste Internationale Dag van de Rechten van het Kind, 20 november 2018. ANP FOTO

saaie stabiliteit, de Fortuynrevolte. Wat ik zelden zag: politieke leiders die over hun eigen schaduw heen springen en de handen ineen slaan. De trainingen voor aankomende politici moeten zich, te beginnen in 2019, richten op die ene vaardigheid: bruggen bouwen. Weg met die hanengevechten met rondfladderende veren en ijdel gekraai. Er zijn meer vrouwelijke lijsttrekkers dan ooit. Televisiedebatten als tenniswedstrijden maken plaats voor samen zoeken naar oplossingen voor de problemen waarmee wij kampen. Wij gaan politici afrekenen op de mate waarin zij bijdragen aan de oplossing van problemen. Om bruggen te bouwen moet je goed kunnen luisteren naar je tegenstander. Meedenken met de ander, meebewegen (meer bewegen!). Duidelijk zijn over je eigen inzet, bezwaren omzetten in voorwaarden, streven naar consensus. Ik beken: het zijn technieken uit de wereld van geweldloze actie. Zij bewezen al eerder hun nut en waarde. Het maakte India onafhankelijk, het beëindigde de rassenscheiding in de Verenigde Staten.

Zo’n nieuwe politieke cultuur echoot in de samenleving. Een goed functionerende democratie kan niet zonder onze actieve betrokkenheid. Die gaat ver uit boven een traditioneel lidmaatschap van een politieke partij. Die krijgt vorm in hoe wij ons verbinden met anderen. In wijken en buurten, in sportclubs en geloofsgemeenschappen. In besturen en vrijwilligersorganisaties. In de Stichting Evenementen Gennep. Actieve burgers vormen de basis van een nieuwe politieke cultuur. 2019: er komt een einde aan ‘Met mij gaat het goed, met ons gaat het minder’. De nieuwe trend wordt: als het met ons goed gaat, gaat het met mij ook goed. Voorbij het referendum bedenken we nieuwe, slimme vormen van democratie.

& ook Begin oktober: bekendmaking Nobelprijs voor de literatuur 4 oktober: 350ste sterfdag Rembrandt, Rembrandtjaar in Leiden 6 oktober: Kustmarathon Zeeland

januari 2019

12-12-18 16:13


november/december 2019 ✽

Een nieuwe nationale gedenkdag et idee kwam van een uitvaartondernemer die ik interviewde voor het plaatselijke kerkblad: laten we van Allerzielen, 2 november, een nationale feestdag maken. Om te beginnen in 2019, waarbij de term ‘feestdag’ ietwat misleidend is. Eén dag, waarop we als samenleving stilstaan bij mensen die niet meer onder ons zijn, die wij verloren aan de dood. Wat het jaar ook verder brengt, voor mensen die een geliefde missen, brengt elke dag gemis en stilte. De dagen zijn stil, de nachten eenzaam. In haar vertaling van de mythe van Orpheus schrijft Imme Dros: “Als zijn vrienden zeiden dat de tijd hem zou helpen, dat het leven doorging, dat hij zijn rouw moest vergeten, dat hij later misschien een andere vrouw zou beminnen, zoons en dochters zou krijgen met het talent van hun vader, was hij alleen maar verbaasd dat iemand zoiets kon denken, zoiets durfde te zeggen.” In de nazit van een uitvaart gaan de gesprekken al snel weer over komende vakanties of problemen op het werk. We praten soepel heen over dood en verlies. Nabestaanden moeten het doen met ‘Je kunt me altijd bellen’. De dood is een lastige klant en de moderne tijd heeft hem, inclusief zijn scherpe zeis, veilig opgeborgen in een effectief taboe. Als het om afscheid en rouw gaat hebben religieuze tradities de seculiere samenleving veel te bieden. Religies verzwijgen de dood niet. Sterker nog: soms overstemt een te luid memento mori het vrolijke carpe diem. In de loodzware hoek van de gereformeerde gezindte klinken strenge vermanende woorden ‘aan de groeve der vertering’. Dat zij zo, in de hoofdstroom van de tradities bieden woorden, symbolen en rituelen troost. Seculier komen deze al terug in teddybeertjes, bloemen en waxinelichtjes op plaatsen waar een ramp heeft plaatsgevonden. Kerken weten hoe je afscheid moet nemen. Hoe je bij alle anekdotes

H

Bloemenzee bij de spoorwegovergang in Oss waar in september vier kinderen omkwamen. ANP FOTO

over een mensenleven, ook een ander licht over dat leven kunt laten schijnen. Een paar jaar geleden was er een hausse aan alternatieve allerzielenbijeenkomsten, met medewerking van muzikanten, kunstenaars, dichters. Die trend lijkt wat voorbij. Wat nodig is om dit bestendig te laten zijn: de lange adem van de traditie. Laten kerken het voortouw nemen en in de volle breedte van de samenleving mensen gelegenheid bieden om te rouwen en te herinneren. Als een dienst aan de wereld gaan op de nationale feestdag Allerzielen de kerkdeuren open. De waxinelichtjes zijn niet aan te slepen. Op 11 november beweegt Mercurius voor de zon langs. Op 31 december geeft het veertiende-eeuwse astronomisch uurwerk van de kathedraal van Lyon voor het laatst de juiste datum aan. Kort daarvoor heeft Zuid-Azië een zonsverduistering meege-

maakt. Daar kun je van in paniek raken. Dat hoeft niet. Klokken houden er vaker mee op en een zonsverduistering is geen apocalyptisch voorteken. Het heelal geeft geen krimp als op 31 december de klok twaalf slaat.

.

& ook Begin november: start Zwarte Pietdiscussie November: vijftig jaar televisiedebuut Bert en Ernie Ergens in november: kerstalbum Adèle

Kees Posthumus toert als verhalenverteller door het land met de voorstelling Esther, een Perzisch sprookje. Daarnaast is hij journalist en dagvoorzitter. Hij maakt deel uit van de redactieraad van Volzin. Meer over hem op: www.keesposthumus.nl.

januari 2019

11_Artikel_05R_3.indd 29

29

12-12-18 16:12


✽ juryrapport

Juryrapport Volzin-schrijfwedstrijd 2018

EERDER HEMELS DAN HELS Tekst: Martin Hoondert Beeld: Anita Pantus

‘Kunst en religie: hemels of hels?’ luidde het thema van de tiende Volzin-schrijfwedstrijd. De wedstrijd werd georganiseerd in samenwerking met de Universiteit van Tilburg. De prijsuitreiking vond plaats tijdens het symposium ‘Muziek en religie’ op 9 november 2018 in ‘s-Hertogenbosch. Juryvoorzitter Martin Hoondert maakte daar de namen van de winnaars bekend. r zijn meerdere manieren waarop kunst en religie met elkaar verbonden zijn. Ten eerste kan kunst voor kunstenaars een bron van inspiratie zijn, zowel in positieve als in negatieve zin. Componisten, schilders, (toneel)schrijvers, dichters, beeldhouwers, filmers, cabaretiers enzovoorts putten vanouds inspiratie uit religieuze tradities. Of zij verzetten zich tegen bepaalde tradities en stellen die onder kritiek – dat laatste kan natuurlijk ook. Op deze wijze draagt kunst bij aan de voortdurende verandering die religieuze tradities ondergaan. Ten tweede kan iemand vanuit haar of zijn

E

eigen religieus of spiritueel engagement kunstwerken maken of bepaalde dingen in kunst zien die iemand anders zó niet maakt of ziet. Goede kunst draagt bij aan ervaringen van diepgang, sacraliteit en religie. Eigenlijk kan religie niet zonder kunst, want zij heeft de taal van de kunsten nodig om zich te kunnen openbaren. Het is in en door muziek, beeld, de tweede taal van gedicht en gebed dat het religieuze op ons inwerkt. Ten derde kan kunst ook volledig de plaats van religie innemen. Religie en kerk zeggen menigeen niet veel meer. Maar mensen blijven op zoek naar zingeving en duiding. Voor menigeen is kunst een vervanging van religie geworden. Zij vertoeven liever in een museum, concertzaal of bioscoop dan in een kerk. Zij lezen liever een goed boek dan te moeten luisteren naar een saaie preek. Kun je ze ongelijk geven?

Van porno tot Mozart

Victor Bulthuis leest tijdens de prijsuitreiking het winnende essay voor.

30

22_Artikel_05L.indd 30

Over deze thematiek werden lezers en anderen uitgenodigd een persoonlijk essay te schrijven. 110 personen leverden een essay, evenwichtig verdeeld over mannen en vrouwen. Een veelheid aan kunstvormen kwam voorbij in de essays: van ‘porno is mijn religie’ tot Mozart, de musical Jesus Christ Superstar en de beeldgroep Het Laatste Avondmaal van Albert Szukalski. De jury bestond uit Lieke Wijnia, Anne Marijke Spijkerboer, Anouschka van Wettum, Kees Posthumus, Jan van Hooydonk en mijzelf in de rol van voorzitter. Als jury werden we verrast door de diversiteit aan kunstvormen, de soms onbekende kunstwerken waarnaar verwezen werd en ook het diver-

se gebruik van kunst in relatie tot religie. In algemene zin wordt de relatie tussen kunst en religie als positief geportretteerd, zij is eerder hemels dan hels. Op zich is dat opvallend, want menig kunstenaar heeft zich sterk afgezet tegen de invloed van religie op de kunsten, of een religieuze interpretatie van kunst. Lange tijd hebben de kunsten zich niet willen engageren met religie, omdat zij niet toegeëigend wilden worden of alleen maar ‘dienstmaagd’ wilden zijn. Ik herinner me nog goed een symposium, zo’n tien jaar geleden op de Radboud Universiteit Nijmegen, rondom de muziek van de zogenoemde ‘nieuwe spirituelen’: componisten die bewust muziek componeren die door velen als spiritueel of religieus ervaren wordt. We bespraken en beluisterden het werk van de Nederlandse componist Joep Franssens, die in zijn composities bewust zoekt naar rijke, meeslepende klankervaringen. Wie naar zijn composities luistert, betreedt als het ware een kathedraal, een sacrale ‘klankruimte’. Tijdens datzelfde symposium klonk ook muziek van de eveneens Nederlandse componist Rokus de Groot. Toen de dagvoorzitter zijn muziek aankondigde als een ‘verkenning van het religieuze’, reageerde De Groot als door een wesp gestoken: “Daar gaat mijn muziek helemaal niet over!”

Prikkelend voor de geest De jury heeft alle 110 essays gelezen en elk jurylid heeft afzonderlijk een top 4 opgesteld. Vervolgens hebben wij tijdens een beraad alle uitgekozen essays besproken. Uiteraard hebben we de essays getoetst aan de criteria: bestaat het essay uit een

januari 2019

12-12-18 16:11


schrijfwedstrijd ✽

De winnaars van de Volzin-schrijfwedstrijd 2018: Elske Cazemier (tweede prijs), Victor Bulthuis (eerste prijs), Bep van Muilekom (derde prijs).

persoonlijk getoonzette uitwerking van het thema, is het helder van stijl en toegankelijk geschreven, is het helder over de gebruikte bronnen (zowel kunstwerken als secundaire literatuur), en vooral: is het origineel van inhoud en invalshoek en ‘prikkelend voor de geest’? Uiteindelijk kwamen we tot drie winnaars, van wie de essays niet alleen voldoen aan de criteria, maar die ons zeker ook wisten te ontroeren. De derde prijs is gewonnen door Bep van Muilekom: zij schreef een essay over de transformerende ervaring van de omgang met kunst naar aanleiding van de boeken

van Flannery O’Connor. De tweede prijs is voor Elske Cazemier, voor haar een indringende essay over een psychiatrische patiënt en het Isenheimer altaar van Matthias Grünewald. Victor Bulthuis heeft de eerste prijs gewonnen; hij schreef een heel persoonlijk essay waarin hij in gesprek is met Mozart en zich door hem gezeggen laat.

Kort en krachtig Ik kan niet nalaten een coda aan dit juryrapport toe te voegen. Het thema voor de schrijfwedstrijd 2018 werd door mij verzonnen, in samenspraak met Volzin-redacteur

Jan van Hooydonk en Has Klerkx van het Academic Forum van de Universiteit van Tilburg. Ondanks het mooie resultaat van de wedstrijd heb ik toch enige spijt van dit thema. ‘Religie en kunst’... Ze staan naast elkaar als twee aparte grootheden. Maar heeft niet elk kunstwerk het in zich om als religieus ervaren te worden? En bestaat religie eigenlijk wel buiten het gestileerde handelen van het ritueel en de verbeelding van de kunst? Als ik het thema nog eens mag bedenken, dan doe ik het kort en krachtig. Eén woord is voor mij voldoende: Kunst.

.

januari 2019

22_Artikel_05L.indd 31

31

12-12-18 16:12


eerste prijs Victor Bulthuis

De vrolijke diepzinnigheid van de opera Così fan tutte

EEN REISZEGEN VAN MOZART

Opera Così fan tutte, Staatsoper Hamburg, 8 september 2018.

32

44_Artikel_07L.indd 32

In de wereld wordt voortdurend met de liefde gespeeld

januari 2019

12-12-18 16:10


schrijfwedstrijd ✽ In Mozarts opera Così fan tutte zijn alle personages echt, ook in hun onwaarachtigheid, en stuk voor stuk moeten ze door schade en schande wijs worden. Met hemzelf is het niet veel anders, schrijft Victor Bulthuis. Maar: “De milde wind waarover Dorabella, Fiordiligi en Don Alfonso zingen, heeft mij de schijnveiligheid van mijn vroegere haven doen verlaten en met vertrouwen, onbevangenheid, liefde en humor zee doen kiezen.” Tekst: Victor Bulthuis Beeld: Hollandse Hoogte (32, 35), Anita Pantus (34)

et was in de nadagen van mijn filosofiestudie. Op een zaterdagochtend werd ik wakker, maar had nog geen zin om op te staan. Ik draaide me dus nog eens om, maar vlak voor ik weer indommelde waaide me vanuit het schemergebied tussen waken en slapen ineens muziek tegemoet: Soave sia il vento, tranquilla sia l’onda, ed ogni elemento benigno risponda ai nostri desir. ‘Laat mild de wind / en kalm de zee zijn / en elk van de elementen / welwillend antwoorden op onze verlangens.’ Waarom juist het afscheidsterzet uit de eerste akte van Mozarts opera Così fan tutte me op die zonnige ochtend kwam aanwaaien? Van uitslapen kwam in elk geval niets meer; neuriënd stond ik op en zette de radio aan. Klaarwakker was ik toen deze het terzet van me overnam. Klaarblijkelijk zat de muziek in de lucht, zodanig dat niet alleen de radio maar ook ikzelf als ontvanger fungeerde. Een wenk van de hemel, een ademtocht van de Geest die waait waarheen hij wil? Ruim twintig jaar later beschouw ik het terzet als een zegen over mijn levensreis, die ik destijds hard nodig had. Mijn studie had ik weliswaar bijna voltooid, maar wat ik wilde met mijn leven, ik had geen idee. Wie zat er te wachten op een afgestudeerde filosoof zonder werk- of levenservaring, die bovendien – om met Augustinus te spreken – zichzelf één groot vraagteken was? Nauwelijks voorbereid op een arbeidzaam leven en vervuld van existentiële koudwatervrees, vluchtte ik in schoonheid:

H

literatuur en poëzie, beeldende kunst en vooral muziek. Ik leefde om te luisteren en in zekere zin is dat nog steeds zo.

Mantel der liefde Net als voor de theoloog Karl Barth, een van de weinige theologen die over Mozart hebben gereflecteerd en die enkele mooie stukken over hem schreef, is Mozart altijd een constante in mijn bestaan geweest. Van zijn muziek krijg ik nooit genoeg. Allereerst omdat hij de meest veelzijdige componist is: in alle genres excelleert hij, van de pianosonate tot en met de opera. Hoewel verreweg de meeste composities in de Köchelverzeichnis mij vertrouwd zijn, blijf ik ontdekkingen doen. En terwijl ik door de jaren heen steeds dieper ben doorgedrongen in Mozarts muziek, heeft ze tegelijk mijn bestaan steeds transparanter gemaakt en me geholpen met mijzelf te leven. Vooral de opera Così fan tutte, vanwege de plot en de muziek. Die plot is even spannend als komisch. De officieren Ferrando en Guglielmo, die pochen op de trouw van hun verloofdes, de gezusters Dorabella en Fiordiligi, gaan een weddenschap aan met de cynische filosoof Don Alfonso. Die beweert namelijk dat alle vrouwen van nature overspelig zijn. Op instigatie van Alfonso doen de heren alsof ze onder de wapenen worden geroepen en nemen afscheid van hun dames. Vermomd als twee Albanese edelen keren ze terug en proberen elkaars verloofde het hof te maken. Dat gaat niet zonder slag of stoot: er is een gefingeerde zelfmoordpoging van de heren nodig om de aandacht van de dames te trekken. Daarbij zorgt het kamermeisje Despina, die onder één hoedje speelt met Alfonso, verkleed als dokter voor genezing.

januari 2019

44_Artikel_07L.indd 33

33

12-12-18 16:10


✽ Mozart Na veel vijven en zessen gaan de dames, aangevuurd door de vrijgevochten Despina, voor de bijl en wordt er in allerijl een huwelijk gearrangeerd, gesloten door de kamermeid die zich ditmaal voordoet als notaris. Maar o wat een schrik als trompetgeschal de voortijdige terugkeer van Ferrando en Guglielmo aankondigt, waarop de beide Albanezen het hazenpad kiezen. Het huwelijkscontract levert de beide officieren het bewijs van Don Alfonso’s gelijk, maar de ontrouw van hun verloofden wordt met de mantel der liefde bedekt: meer dan ooit betonen de verloofden elkaar hun trouw. Eind goed, al goed – en dat binnen 24 uur.

Van vlees en bloed Critici kraakten het libretto van Così fan tutte: het zou grotesk en ongeloofwaardig zijn. Alsof Mozart en zijn librettist Lorenzo da Ponte zich daarvan zelf niet bewust waren. Sterker nog, juist door middel van uitvergroting tonen ze aan dat er in de wereld voortdurend met de liefde wordt gespeeld. Hoewel... de titel van de opera betekent letterlijk ‘zo doen zij allen,’ maar het tutte geeft aan dat hiermee de vrouwen worden bedoeld. Feitelijk had er tutti moeten staan, omdat de mannen evengoed de vrouwen belazeren. Vooral door middel van verkleedpartijen, geïnspireerd op de commedia dell’arte. Maar die vermommingen zijn meer dan slechts bedrog: ze doorbreken de standsverschillen tussen de personages zodanig dat er geen aanzien des persoons meer bestaat. En hiermee komen we tot de kern: Mozarts personages zijn geen helden of slechteriken, winnaars of verliezers. Ze zijn geen types, ze vertegenwoordigen geen ideeën of opvattingen. Of ze nu tot de adel of het keukenpersoneel behoren, ze zijn vooral mensen van vlees en bloed. Ieder van hen wordt door Mozart, die de kunst verstond zich in te leven in de meest uiteenlopende karakters, voorgesteld als een uniek individu met fraaie en minder fraaie eigenschappen, spontaan en nooit voorspelbaar. Daarom spreekt de theoloog Karl Hammer, die bij Barth op een studie over Mozart promoveerde, ondanks alle maskerades over een ‘ongeschminkt realisme’. Bij Mozart zijn alle personages echt, ook in hun onwaarachtigheid, en stuk voor stuk moeten ze door schade en schande wijs worden.

34

44_Artikel_07L.indd 34

Onbevangen kijken en luisteren vormen een nimmer eindigende levensopdracht

Paspoort Victor Bulthuis (49) studeerde journalistiek in Zwolle, filosofie in Nijmegen en theologie in Utrecht. Hij werkt als priester in de rooms-katholieke parochie Maria Magdalena (Betuwe) en schrijft als publicist voor verschillende periodieken. Hij vertaalt poëzie van Goethe. Onlangs verscheen van zijn hand Al is je haar ook wit, je zult beminnen. De liefdes van de oude Goethe (uitgeverij Flanor, Nijmegen). Verder leest hij alles wat los en vast zit, speelt wat piano en is een gepassioneerd luisteraar van (klassieke) muziek. Over zijn motivatie om mee te doen aan de Volzin-schrijfwedstrijd zegt hij: “Muziek is voor mij dé manier om van het leven te houden, het in zijn veelvormigheid en grilligheid te omarmen. Mijn essay is een liefdesverklaring aan het adres van de componist aan wie ik – zonder overdrijving – sinds mijn jeugd een belangrijk deel van mijn levensgeluk te danken heb, en die daarom alles te maken heeft met de essentie van mijn bestaan: Mozart. Ik leef om naar Mozart te luisteren, en door naar Mozart te luisteren leef ik.” De jury van de Volzin-schrijfwedstrijd 2018 bekroonde de inzending van Victor Bulthuis met de eerste prijs.

Barth heeft dat haarscherp gezien. Mozart, zegt hij, lijkt elk van zijn personages álles te willen geven: “Regen én zonneschijn over deze en gene”, conform Jezus’ uitspraak dat God het laat regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen (Matteüs 5, 45). Dat komt doordat Mozart volgens Barth geen leer of programma verkondigt. Mozart “wil niets zeggen, hij zingt en klinkt alleen maar. En aldus dringt hij de luisteraar niets op, verlangt geen beslissingen of stellingnamen zijnerzijds, maar laat hem juist vrij. De vreugde die men aan Mozart beleeft begint juist daar waar men dit aan zich laat gebeuren.” Dankzij Mozart en zijn Così heb ik die vreugde leren kennen. Maskerades en verhullingen, hele en halve keuzes, overhaaste of juist achtergehouden liefde, distantie, scepsis en wantrouwen, mitsen en maren, ja’s die eigenlijk nee’s zijn en omgekeerd – ze zijn me allemaal vertrouwd. Maar ik heb ze steeds meer leren zien door de ogen van de componist. In een beroemde voetnoot over Mozart in zijn Kirchliche Dogmatik schrijft Barth dat Mozart “geheel zonder ressentiment en onpartijdig” naar de geschapen wereld luisterde. Al luisterend heb ik mijzelf geoefend in dat onbevangen kijken en luisteren, een nimmer eindigende levensopdracht. Waar theologen en filosofen over Mozart spreken, grijpen ze al gauw naar predicaten als ‘hemels’ en ‘goddelijk’. Voor mij is hij vooraleerst aards, omdat het menselijke bij hem voorop staat. Maar precies in die aardsheid heeft hij ook iets hemels en goddelijks. Wie niet-oordelend naar mensen kijkt, kijkt met de ogen van God: “Oordeel niet, opdat er niet over jou geoordeeld wordt” (Matteüs 7,1). Karl Barth: “Dat is het eigenlijk opwindende en geruststellende van zijn muziek: ze komt waarneembaar uit een hoogte (waar men van alles op de hoogte is!), vanwaaruit het bestaan van links tot rechts, alsmede de vreugde en smart, goed en kwaad, leven en dood in hun realiteit, maar ook in hun begrensdheid worden overzien.”

Aanstekelijk lachen Così fan tutte is een zogeheten dramma giocoso, dat wil zeggen een mengeling van ernst en luchthartigheid – “vrolijke diepzinnigheid”, aldus de schrijver Henri Ghéon.

januari 2019

12-12-18 16:10


schrijfwedstrijd ✽

Het is een dramma omdat de ontknoping gemengde gevoelens oproept: de geliefden beloven elkaar eeuwige trouw, maar omdat er zoveel is gebeurd, is hun toekomst ongewis. Ze zullen voor hun liefde moeten blijven knokken. Er wordt ook geen berouw of vergeving uitgesproken; in plaats daarvan spoort Don Alfonso de geliefden aan tot het hervinden van hun kalmte en evenwicht – en tot lachen: “Hier jullie handen: jullie zijn bruid en bruidegom. Omhels elkaar en zwijg. En lach nu maar alle vier; ik heb al gelachen en zal het nog doen.” Daarom is Così ook giocoso: niet alleen vanwege de komische verwikkelingen, maar ook omdat het stuk de hoorder doet lachen om anderen en daarmee om zichzelf, doordat hem een spiegel voor te houden. In Hermann Hesses roman De steppewolf treedt een lachende Mozart op. De hoofd-

persoon Harry Haller, die – net als ik eertijds – uit verachting en vrees jegens de wereld vlucht in schoonheid, ziet de componist in de weer met een radio, die al ruisend en knetterend muziek uitspuugt. Harry’s afkeer van het apparaat wordt door Mozart gepareerd met een huiveringwekkend en tegelijk zalig en aanstekelijk lachen, de lach van de onsterfelijken. Want kan de ruis van de radio, metafoor voor het woeden der wereld, dat wat schoon is werkelijk aantasten? “Leert u liever eerst luisteren!” zegt Mozart. “Leert u ernstig te nemen wat het waard is ernstig te worden genomen, en te lachen om het overige!” Ook de componist Olivier Messiaen hoort Mozart lachen, hoewel wat milder. Hij schreef er een orkestwerk over, Un sourire (‘Een glimlach’), waarover hij zegt: “Ondanks

al zijn zorgen en ontberingen, honger, kou, onbegrip en de nabijheid van de dood, glimlachte Mozart altijd. Zijn muziek glimlacht eveneens.” Mozart heeft me geleerd hoe bevrijdend het “glimlachend beamen van mijn eigen onvolkomenheid” (Karl Hammer) kan zijn. Hij heeft me mijn bestaan leren zien als een dramma giocoso, waarin ondanks – of juist dankzij – de vele verwikkelingen veel te lachen valt. Nu eens is dat een glimlach, dan weer een schaterlach. De milde wind waarover Dorabella, Fiordiligi en Don Alfonso zingen, heeft mij de schijnveiligheid van mijn vroegere haven doen verlaten en met vertrouwen, onbevangenheid, liefde en humor zee doen kiezen. Waar die wind mij nog zal brengen, wie zal het zeggen? Hoe dan ook, met Mozarts reiszegen durf ik het aan.

.

januari 2019

44_Artikel_07L.indd 35

35

12-12-18 16:11


tweede prijs Elske Cazemier

Matthias Grünewald: Isenheimer altaar, Kruisiging, 1511-1517.

In een ander licht Sara kan zich niet uiten: niet praten, niet zingen, niet neurieën. Geestelijk verzorgster Elske Cazemier weet zelfs niet hoe haar stem klinkt. Maar de muziek tijdens de paasviering plaatst Sara’s bestaan in een ander licht. Het licht dat ook te zien is op Isenheimer altaar, meesterwerk van Matthias Grünewald. Tekst: Elske Cazemier Beeld: Anita Pantus (39)

36

33_Artikel_08L.indd 36

januari 2019

13-12-18 11:31


schrijfwedstrijd ✽ e heeft het weer gedaan. Wat ziet ze er uit! Grote rode schrammen lopen over haar gezicht. Het blonde haar dat normaal als een krans om haar hoofd golft staat nu alle kanten op. Haar hoofd hangt op haar borst en raakt bijna het tafelblad van de rolstoel. De afdruk van haar tanden staat diep in haar handen en armen. Ze zitten vol rode bobbelige littekens. Er moet iets zijn wat Sara spanning geeft. Maar wat? Ze kan ons niet uitleggen wat er met haar aan de hand is. Ze kan zich niet uiten: niet praten, niet zingen, niet neuriën. Ik weet niet eens of ze zou kunnen huilen of schreeuwen. Ik heb het nooit gehoord. Ik heb geen idee hoe haar stem klinkt. Daar komt bij dat ze slecht ziet en niet kan lopen. Al zou ze willen, ze kan niet weg van waar ze is. Dit wat ze nu doet – zichzelf krabben en bijten – is een van de weinige dingen die ze wel kan. Ik kan het bijna niet aanzien, zo futloos als ze in elkaar gedoken zit. Kon ik maar iets voor haar doen. Ook Sara’s begeleiders staan met lege handen. En dat is frustrerend. Zo willen ze het niet. Ze willen juist dat ze zich veilig voelt en zich kan ontspannen. Ze zoeken uit alle macht naar wat haar goed zou kunnen doen. Machteloos toezien terwijl zij pijn lijdt kunnen ze niet. Ik ken de jonge vrouw al zo lang als ik op deze locatie kom als geestelijk verzorger. Het zal een jaar of twaalf zijn. Ik kan haar niet vragen hoe het met haar is. Maar ik ontmoet haar in de sfeerbijeenkomsten op haar groep. Zo kan ik haar een beetje volgen. En dan maak ik soms een dieptepunt mee, zoals vandaag. “Goedemorgen, Sara, wil je me een hand geven?” En ja, ze steekt me haar hand toe. Ik schrik van de aanblik ervan, maar pak hem in de mijne. Ze staat toe dat ik haar aanraak. Er is verbinding. “Dank je, Sara.” Even kan ik haar bruine ogen zien, maar meteen zakt haar hoofd weer naar beneden.

Z

Dikke splinters Sara’s rode plekken roepen een beeld bij mij op. Ik herinner me een grote, bleke Jezus aan het kruis, met een lichaam vol wonden. Het is een schilderij dat ik als kind

Matthias Grünewald: Isenheimer altaar, Opstanding, 1511-1517.

zag, het Isenheimer altaar. Ik was geschokt. Daarom weet ik het nog zo goed, denk ik. Nu ik het schilderij weer bekijk, zie ik dat er ook doorns of dikke splinters in het lijf van Jezus zitten. Zijn hoofd is op zijn borst gezakt. Zijn gezicht drukt de ontzetting uit om wat hij doormaakt: de open mond, de diepe frons in zijn voorhoofd, de dichte ogen, zijn hele uitdrukking is een ongeuite roep om hulp, net als bij Sara. De geliefden van Jezus staan machteloos om hem heen. Al sterft hij onschuldig voor hun ogen, ze kunnen niets voor hem doen. Maar ze blijven wel bij hem. Maria Magdalena zit op haar knieën. Ze steekt haar biddende handen omhoog. Het lijkt wel alsof ze licht geven. Achter haar staat de moeder van Jezus. Ze ziet spierwit. Handenwringend zakt ze achterover, terwijl leerling Johannes haar vasthoudt. Naar deze afbeelding van Matthias Grüne-

wald keken de zieken, die waren opgenomen in het antonietenklooster in Isenheim, zo’n vijfhonderd jaar geleden. Hun huid was aangetast door een afschuwelijke ziekte, die wonden veroorzaakte en een brandend gevoel in hun armen en benen. Ze werden met bed en al naar de kapel gereden. En daar lagen ze, oog in oog met het naakte leed.

Zo gemeen Op bijzondere dagen wordt de grote zaal op mijn werk ook een soort kapel, waar de bewoners naar toe gebracht worden. Kort na mijn ontmoeting met Sara komen we bij elkaar voor Goede Vrijdag. We vertellen elkaar hoe Jezus wordt verraden, gevangen genomen, geslagen, bespuugd, uitgelachen, in de steek gelaten en gekruisigd. En we zien het ook allemaal gebeuren. We kijken naar afbeeldingen uit de kijkbijbel.

januari 2019

33_Artikel_08L.indd 37

37

13-12-18 11:31


tijdschrift voor spiritualiteit en mystiek

Herademing is een veelkleurig oecumenisch tijdschrift voor mystiek en spiritualiteit dat wil inspireren en informeren vanuit de christelijke bronnen uit zowel het verleden als de actualiteit

Herademing biedt jaarlijks vier nummers met: • interviews met inspirerende persoonlijkheden • boekbesprekingen • kort nieuws • beeldmeditaties • praktisch materiaal voor eigen spiritualiteit en gespreksgroepen Ga voor een abonnement of meer informatie naar: www.kokboekencentrum.nl/tijdschriften/herademing/

Jaar- nt: eme abonn slechts 1e jaar

50*

€ 31,

Pro abonneefm 2 numm ent: ers

€16,-*

*) Geef iemand een (proef)abonnement op Herademing als origineel cadeau!

19VOL001_ADVERTENTIES.indd 38

12-12-18 15:48


schrijfwedstrijd ✽ Sommige bewoners blijven bewust weg, Bart bij voorbeeld. Hij kan de wreedheid niet aanzien en moet al huilen als hij er aan denkt: “Ik kan er niet tegen. Het is zo gemeen wat ze met Jezus doen. Ik word verdrietig als hij dood gaat.” Hij is aangedaan, maar ook verontwaardigd. “Waarom moet hij aan het kruis?” vraagt hij elk jaar opnieuw. Steeds weer denkt hij dat ik een antwoord op heb op zijn vraag. Maar dat is niet zo, ik weet het ook niet. Het is al moeilijk genoeg om het uit te houden met de vraag. We leven mee, hoe pijnlijk dat ook is. Op het moment dat Jezus sterft, is het doodstil in de zaal, alsof iedereen zijn adem inhoudt. Daarna komen we in beweging. We leggen bloemen bij het kruis, we branden kaarsjes en we noemen namen. Ik noem Sara’s naam en Barts naam. “Heer, ontferm U”, zingen we.

Open handen Weer kijk ik naar de afbeelding van de gekruisigde Jezus op het schilderij van Grünewald. Mijn blik valt op zijn handen. Ze zijn heel groot en ze zijn vastgenageld aan de balk van het kruis. En terwijl de omstanders hun handen in elkaar klemmen, zijn die van Jezus open, opengesperd zou ik haast zeggen, alsof het om ogen gaat. Hoe is het mogelijk? De enorme handen zitten vast, maar de vingers zijn uitgestrekt naar de hemel. Het lijkt alsof ze zich inspannen, alsof ze hun uiterste best doen om ondanks alles te blijven ontvangen. Johannes de Doper staat links van het kruis. Terwijl de mensen aan de andere kant duidelijk geschokt zijn door wat ze meemaken staat de Doper er volkomen rustig en ontspannen bij. Naast hem staan een paar woorden: “Hij moet groter worden en ik kleiner.” Hij richt een lange uitgestrekte wijsvinger op Jezus. De vinger is zo lang dat je de indruk krijgt dat hij door Jezus heen wijst, voorbij het kruis. Ik heb het gevoel dat hij me verder wil wijzen, alsof hij wil zeggen: “Het hangt niet van mij af, maar ook niet van jou. Geef je over aan wat er is, strek je handen maar uit.”

Gevuld met licht Tijdens de feestdagen gingen de deuren van het altaarstuk in Isenheim open. Achter het schilderij van de kruisiging kwam een heel ander paneel met lichtere kleuren

tevoorschijn. Links neemt een verlegen Maria de aankondiging van de geboorte van Jezus in ontvangst. In het midden heeft ze het kind al in haar armen, omringd door engelen en goddelijk licht. En helemaal rechts ontstijgt Jezus zijn doodskist in een wapperend rood gewaad. Zijn gezicht is een en al licht. Het lijkt alsof hij gewichtloos naar de hemel zweeft. Het witte doodskleed glijdt van hem af. Hij is zijn verwondingen en zijn doorns kwijt, alsof hij gedoucht heeft of door het water heen is gegaan. Het is alsof de zee uiteen is gewe-

Paspoort Elske Cazemier (58) werkt sinds 2001 als geestelijk verzorger bij Amsta Karaad, een organisatie voor mensen met een verstandelijke beperking in Amsterdam. Ze doet er “kostbare ervaringen” op. Daarover schreef ze het boek De ziel ontdekken in contact met mensen met een verstandelijke beperking (Narratio 2014). Haar motivatie om mee te doen aan de Volzin-schrijfwedstrijd? “Deze schrijfwedstrijd was voor mij een nieuwe uitnodiging om stil te staan bij dit contact, maar ook bij de grenzen daarvan en hoe dan verder.” De jury van de Volzin-schrijfwedstrijd 2018 kende aan de inzending van Elske Cazemier de tweede prijs toe. Het Isenheimer altaar van Matthias Grünewald is te zien in het museum Unterlinden in Colmar, Frankrijk.

ken en ruimte voor hem heeft gemaakt, zodat hij kan wegtrekken uit wat hem is aangedaan. Jezus stijgt op. Hij laat de grafstenen, de soldaten en de duisternis achter zich. Als kijkers naar wat er gebeurt, staan we tegenover hem. En dan zie ik het pas: hij zegent ons. In een wijds gebaar strekt hij zijn armen naar ons uit. Zijn handen heft hij op. De tekenen van zijn gewelddadige dood zijn nog te zien. Maar deze handen zijn niet meer leeg en uitgerekt. Ze zitten niet meer vast, maar zijn vrij en ontspannen en gevuld met licht.

Violen en cello Net als de zieken in Isenheim vieren wij een paar dagen na Goede Vrijdag Pasen. Ook Sara’s groep komt naar de viering in de grote zaal. De jonge vrouw zit in haar rolstoel op de eerste rij, haar gezicht nog steeds vol korsten en schrammen. Naast haar en achter haar zitten andere mensen, veel andere mensen. Ik hoop maar dat ze geen last zal krijgen van hun rumoer. Zodra de muziek begint tilt Sara haar hoofd omhoog. Het is alsof ze haar gezicht naar de zon keert. Eerst luistert ze aandachtig, dan beginnen haar ogen te stralen. Dit lied kent ze van de kleine bijeenkomsten op haar groep. Haar hoofd begint heen en weer te wiegen en te dansen op het ritme van de muziek. Haar gezicht licht op door de glimlach op haar lippen. Ze laat zich raken door de klank van de violen en de cello. Ze wordt er zachter van. Het heeft iets heel natuurlijks, er breekt iets open, een beweging van binnenuit. Ik kan mijn blik bijna niet van haar afhouden. Sara houdt er niet zo van als we haar aanraken. Maar de muziek mag haar vasthouden en optillen in alle vrijheid. Ook de begeleidster zit maar naar Sara te kijken. Ondertussen begint ook zij mee te bewegen op de muziek. Onze blikken kruisen elkaar en ik zie haar beide duimen omhooggaan. Een grote lach breekt door in haar gezicht. Ook mijn duimen gaan de lucht in. Voor ik het weet sta ik te dansen. Deze muziek is als een moeder die ons allemaal op schoot neemt en niet ophoudt ons te wiegen. Het is alsof ze de pijnlijke plekken met zachte hand masseert, zowel die van Sara als die van ons. Zij slaat haar armen om ons heen.

.

januari 2019

33_Artikel_08L.indd 39

39

13-12-18 11:32


Flannery O’Connor toont de duivel aan het werk in concrete mensenlevens

Flannery O’Connor, 1959.

40

34_Artikel_13L.indd 40

januari 2019

12-12-18 16:08


derde prijs Bep van Muilekom

schrijfwedstrijd ✽

Tekst: Bep van Muilekom Beeld: Hollandse Hoogte (40), Anita Pantus (43)

Van aangezicht tot aangezicht De Amerikaanse Flannery O’Connor (1925-1964) was een gevierd schrijfster en een toegewijd katholiek. De motor van haar schrijfkunst is het geloof in Christus, in het mysterie van de verlossing, het kruis. Bep van Muilekom over hemel en hel in het werk van Flannery O’Connor. et liep tegen het einde van een doordeweekse dag, toen ik de duivel ontmoette. Ik kwam van mijn werk, was op weg naar huis. Langzaam fietste hij voor mij uit over de rode Willemsbrug die de Rotterdamse stadsdelen Noord en Zuid met elkaar verbindt. De avondzon gaf het water van de Maas een koperkleurige gloed, zette de hoge gebouwen aan de oevers in vuur en vlam. We waren de enigen op de doorgaans drukke brug. Ik zag een man in een kleurloze regenjas, zonder horens of hoeven, op een oude fiets met drie versnellingen. Twee gezichten had hij, een januskop die groter werd naarmate ik hem naderde. We stapten af. Hij keek mij aan en ik hem. Hij boezemde mij geen angst in, wel ontzag. “Ik herken je aan je werken”, zei ik. Tot mijn schrik voelde ik bij het ontwaken dit weten traag uit mij wegsijpelen, omdat ik de woorden niet kon vinden waarin ik deze openbarende kennis kon vastleggen.

H

Tastbare ontroering Wie daar de woorden wel voor had, was de Amerikaanse schrijver Flannery O’Connor (1925-1964). Het is vermoedelijk mijn

recente ontdekking van haar oeuvre die mij tot deze droom inspireerde. Zij toont in haar boeken de duivel aan het werk in concrete mensenlevens. In Good country people heeft hij het gezicht van een bijbelverkoper die er met het houten been van een vrouw vandoor gaat. In The lame shall enter first treedt hij op als een dubbelzinnig werktuig van de genade en redt een ziel – of twee, al kost het een kind de kop. Ik heb mededogen met de fictieve figuren van O’Connor. Ze breekt mijn hart als ze het vijfjarig jongetje Harry laat achtervolgen door een krijsend grijs reuzenvarken. Ik heb ook mededogen met de schrijver, die haar personages soms tot het uiterste moet folteren om ze op hun knieën te krijgen. Daarin lijkt ze overigens wel een duivels plezier te scheppen, evenals haar bewonderaars. In een geluidsopname uit 1959 hoor je hoe ze met zwaar zuidelijke tongval een verhaal voorleest, waarbij het publiek af en toe gniffelt of in een kort lachsalvo uitbarst. Wanneer O’Connor het einde nadert, is de stilte diep en de ontroering tastbaar. “Kunst is een gestileerd menselijk handelen (of een produkt daarvan), dat een ontroering teweegbrengt”, schreef Gerard Reve. Hetzelfde geldt voor religie, die hij als een tweelingzus van de kunst beschouwt. Beiden duiden de werkelijkheid, hun gemeenschappelijk thema is het mysterie van de dood. Brengen ze geen ontroering teweeg, dan blijven kunst en religie betekenisloos voor de betrokkene. Een definitie als een praktische, ruime jas die iedereen past en abstracte discussies over het wezen van kunst en religie en de veranderende functies ervan in onze cultuur omzeilt.

Als kleuter kreeg Flannery a frizzled chicken onder haar hoede, een kip met krulveren. Ze leerde het dier achterwaarts lopen en haalde er in 1932 het Britse bioscoopjournaal mee. Een YouTube-filmpje van een minuut showt een bloedernstig vijfjarig meisje met een armvol kippen, het pronkstuk op haar schouder. Een kleine meesteres over de schepping. Deze gebeurtenis zou haar leven tekenen. Ze genoot van de camera-aandacht en begon hoenders te verzamelen, bij voorkeur uitzonderlijke dieren, de manke en mismaakte. Later zou ze haar boeken bevolken met menselijke paradijsvogels. In haar fictie scharrelt en fladdert altijd gevogelte rond. Het bewegend beeld van een achterwaarts lopende kip fascineert. Het opent je ogen voor het wonderlijke van de werkelijkheid. Ik speel het filmpje telkens opnieuw af, kijk met een intense blik, alsof ik voor het eerst van mijn leven een kip zie.

Kunst en geloof onscheidbaar O’Connors fictie heeft een vergelijkbare magische uitwerking. Ze verwijst niet naar een transcendente werkelijkheid, maar onthult het mysterie ván de werkelijkheid. Haar strategie is ‘uitvergroting’, zodat de lezer haar creatie goed kan zien en zichzelf herkent in groteske figuren, de lammen en de blinden die de schrijver opvoert. O’Connor was een getalenteerd kunstenaar en een toegewijd katholiek. Een met een ‘modern bewustzijn’, belezen op het gebied van theologie en filosofie. Kunst en geloof zijn voor haar onscheidbaar. De motor van haar schrijfkunst is het geloof in Christus, in het mysterie van de verlossing. Een bijna aanstootgevend gegeven dat hedendaagse literatuurliefhebbers niet meteen naar

januari 2019

34_Artikel_13L.indd 41

41

12-12-18 16:08


19VOL001_ADVERTENTIES.indd 42

12-12-18 15:48


schrijfwedstrijd ✽ haar boeken zal doen grijpen. Toch blijkt haar werk onverminderd relevant, waarvan ook de nog steeds aanzwellende stroom aan academische publicaties getuigt. Het is actueel vanwege thema’s als religieus fundamentalisme / fanatisme en racisme, maar dat is niet het punt waarom haar verhalen draaien. Haar personages zijn vervreemd van zichzelf, van anderen en van God. Ze worstelen met universele levensvragen. “Oordelen of het leven wel of niet de moeite waard is geleefd te worden, is antwoord geven op de fundamentele vraag van de filosofie”, schrijft Albert Camus in de openingsalinea van zijn essay Le Mythe de Sisyphe uit 1942. O’Connor zoekt het antwoord bij de God van Abraham, Izaak en Jakob die zich heeft laten kennen door de Zoon. Het geloof is voor haar geen elektrische deken, maar het kruis. Voor zover haar personages al tot inzicht en inkeer komen, gebeurt dat op een dubbelzinnige, hardhandige wijze, in het aanzicht van de dood. De transformerende ervaring is ook weggelegd voor de lezer. Kunst en religie vermogen beide het menselijk hart om te vormen. In het werk van O’Connor spannen ze samen en raken de lezer met verdubbelde kracht.

Folterende liefde Het onderwerp van haar fictie is de werking van de genade in een gebied dat is bezet door de duivel, schrijft O’ Connor in een brief. The lame shall enter first gaat over de weduwnaar Sheppard en zijn tienjarig zoontje Norton, die rouwt om het verlies van zijn moeder. Sheppard is een rechtschapen man, een actieve goeddoener, die zich inzet voor criminele jongeren. Hij ergert zich aan de zelfzucht van zijn zoon. “Als je eens ophield met aan jezelf te denken en eens bedacht wat je allemaal voor een ander zou kunnen doen”, laat de schrijver Sheppard zeggen, “zou je je moeder niet meer missen.” Hij neemt de veertienjarige Rufus Johnson in huis, een jongen met een horrelvoet. Rufus beweert in de ban te zijn van de duivel en gelooft in hemel en hel. Sheppard meent dat de voet en zijn ongelukkige jeugd de oorzaak zijn van Rufus’ misdragingen. Hij wil met goedheid en kennis het hart van Rufus winnen. “We leven in de eeuw van de ruimtevaart!” Hij meent met een orthopedische schoen, een telescoop en een microscoop Rufus op het rechte pad te

De hel is voor Flannery O’Connor de afwezigheid van liefde brengen. “Hij denkt dat hij Jezus Christus is!”, schampert Rufus tegen Norton. Rufus ontfermt zich over Norton. “Als ik dood ben, ga ik dan naar de hel of naar waar zij is?’, vroeg Norton. ‘Nú zou je nog gaan naar waar zij is’, zei Johnson. ‘Maar als je lang genoeg leeft, kom je in de hel terecht’.” Niet Rufus, maar Norton tuurt door de telescoop, in de hoop op contact met zijn moeder.

Paspoort Bep van Muilekom (’s-Hertogenbosch, 1955) woont sinds begin jaren tachtig in Rotterdam. Zij is afgestudeerd in de literatuurwetenschap en publiceerde een aantal boeken en artikelen op voornamelijk levensbeschouwelijk terrein. Ze werkt als boekverkoper. Daarnaast verricht zij periodiek redactiewerk en begeleidt zij bij gelegenheid lees- en schrijfkringen. Zij houdt van literatuur die confronteert en te denken geeft. Daartoe behoort het oeuvre van de Amerikaanse schrijfster Flannery O’Connor (1925-1964), een toegewijd katholiek die allesbehalve vrome verhaaltjes schrijft. “De schrijfwedstrijd van Volzin was een welkome aanleiding om mijn bewondering en verwondering voor O’Connor onder woorden te brengen.” Bep van Muilekom kreeg voor haar inzending van de jury van de Volzin-schrijfwedstrijd 2018 de derde prijs.

Sheppard moet uiteindelijk zijn machteloosheid jegens Rufus erkennen en herkent hem als de duivel. “Hij zag de helderogige duivel, die klopper aan harten, naar hem lonken in Johnsons’ ogen. Het beeld dat hij van zichzelf had, schrompelde ineen.” Hij ziet in dat hij blind is geweest voor de noden van zijn eigen zoon. “Een vloedgolf van folterende liefde werd over hem uitgestort, als een levenstransfusie.” Wanneer hij naar Norton rent om hem in zijn armen te sluiten, komt hij tot de ontdekking dat Norton aan “zijn ruimtereis begonnen was”. Hij heeft zich verhangen. Het is een ambigu verhaal. Heeft Rufus Norton verleid tot zelfmoord? Was Sheppard in de greep van de duivel omdat hij aan zichzelf genoeg had? Hij maakte het leven voor Norton tot een hel door hem zijn liefde te onthouden. De hel is de afwezigheid van liefde, aldus O’Connor. Geen vroom verhaaltje, wel een waarin christelijke waarheden luid resoneren.

Ontwaken Een literair kunstwerk kan niet worden samengevat in een verhaal met een moraal, zoals een preek. Het kenmerkt zich door dubbelzinnigheid, het is polyinterpretabel. O’Connor lezen is een spirituele ervaring, een wake-upcall. Het is de vorm waarin de visie is gegoten die de lezer raakt, die hem ontroert. In een essay uit 1917 schreef de Russische literatuurtheoreticus Victor Sjklovski: “Doel van de kunst is om een ding te doen ervaren als iets dat gezien en niet alleen maar herkend wordt; wat de kunst doet is de dingen ‘vervreemden’ en de vorm moeilijk maken, de moeilijkheid en de duur van de gewaarwording vergroten, want het waarnemingsproces zelf is het doel van de kunst.” Ik blijf denken en dromen over het werk van O’Connor. Overdag tel ik talloze stadsduiven met knobbelpoten waar ik vroeger achteloos aan voorbijging. In de nacht sta ik aan het strand en zie ik een groepje monsterlijk grote waterhoenderen op de golven deinen. Hun felrode voorhoofdsplaat mondt uit in een gele snavelpunt. De vloed brengt ze naar me toe. Een mannetje of tien stapt op lange groene poten op mij af, houdt het oog op mij gericht. Ik maak dat ik wegkom en barst bij het ontwaken uit in een schaterlach.

.

januari 2019

34_Artikel_13L.indd 43

43

12-12-18 16:08


Opvoering van Wachten op Godot tijdens het Edinburgh International Festival, 2018.

WACHTEN: EEN KUNST “Wachten is een kunst. Het is op zich niets. Wachten is wat je verklaart te doen tijdens een andere activiteit. Wat die activiteit is, dat is belangrijk. Lezen of zien en steeds weer terugkeren naar de tekst of het beeld. Dan kan de Geest geduldig haar werk doen. Elke keer opnieuw.� Frits Hendriks over het toneelstuk Wachten op Godot van Samuel Becket en het schilderij Het wachten van Pyke Koch. Tekst: Frits Hendriks Beeld: Hollandse Hoogte

44

33_Artikel_09L_2.indd 44

januari 2019

12-12-18 16:06


eervolle vermelding Frits Hendriks

achten op Godot van Samuel Becket is een van de grote toneelstukken van onze cultuur. Echte kunst is altijd multi-interpretabel, maar deze tekst voegt daar een dimensie aan toe. Sinds de eerste uitvoering in 1952 wordt er over de mogelijke betekenis gesproken. Elke keer opnieuw. Het stuk zelf is vaag, maar vooral het onderwerp maakt het lastig. Het wachten bemoeilijkt een eenduidige interpretatie. Wachten is namelijk geen zichtbare activiteit. Een mens kan eigenlijk niet wachten. Een mens doet iets en betitelt dat als wachten, maar als activiteit rolt hij een sjekkie, speelt met zijn smartphone of staart naar de wolken. De personages in Wachten op Godot zien we dan ook niet wachten. Ze doen andere dingen, vooral praten en dat interpreteren we als wachten. Al is het zelfs dat niet. Ze lummelen eigenlijk maar wat. Ze kijken niet vooruit, ze verwachten niet, maar wachten af. En als er verteld wordt dat Godot vandaag niet komt, verandert dat niet veel in hun houding.

W

Afwezig of aanwezig Wat betekent Wachten op Godot? Sommige mensen zeggen dat Godot staat voor God of the Old Testament. Beiden zijn ze grote afwezigen. Ik ga in deze interpretatie graag mee; Becket zelf niet. Maar ja, er is zoiets als het recht op interpretatie voor iedere mens, niet alleen voor de schrijver. En voor mij is het stuk een duidelijke variant op de christelijke parabel van de tien jonge vrouwen. De komst van de bruidegom is aangekondigd. Tien meisjes wachten op hem. Vijf slapen terwijl ze dat doen. Vijf maken olielampen in orde om de bruidegom ook in het donker te kunnen verwelkomen. En zie, hij komt in de nacht. Vijf zien dat vanwege hun activiteit. De slaapsters hebben pech, voor hen blijft de bruidegom de grote afwezige. Alle tien de vrouwen verwachten de bruidegom; dat is het verschil niet. Het hóé doet ertoe. Het wachten op Godot is tevergeefs. Hij blijft afwezig. Of zien ze hem niet? Ontgaat hen zijn aanwezigheid? Monnikenvader Benedictus geeft zijn broeders de opdracht iedere gast te ontvangen als de Zoon van

schrijfwedstrijd ✽

God zelf, om God maar niet te missen. En ook de Emmaüsgangers zagen in een vreemdeling God. Als wachten op Godot weinig zin heeft, omdat hij altijd morgen pas komt, dan hangt van het ‘Hoe wachten wij?’ de zin van ons leven af. Doe je dat vol verwachting, dan is er al iets van de verwachte te zien. Wie zingt Vol verwachting klopt ons hart ziet Sinterklaas al voor zich staan. Of wacht je ongeduldig? Dan valt het nog-niet op. In het wachten kán de verwachte altijd al aanwezig zijn.

Naar schilderij De vijf wachtende vrouwen zien we terug op Het wachten van Pyke Koch. Zien we hier de slapende meisjes of de vijf met de olielampen? Het schilderij is in bruikleenbezit van het Centraal Museum in Utrecht, maar was enkele jaren terug ook te zien op een tentoonstelling in Museum Arnhem over kunst die werd aangekocht door het collaboratieregime tijdens de Tweede Wereldoorlog. Daar zag ik het als sluitstuk van de expositie in de Rijnzaal. De multi-interpretabiliteit van het wachten was daar duidelijk aanwezig. Voor- en tegenstanders van nazi-Duitsland zagen in het schilderij een verheerlijking van, dan wel een aanklacht tegen het fascisme, zo vertelden begeleidende teksten. Je kunt er alle kanten mee op, omdat de interpretatie van wachten zo verdomd subjectief is. Als ik naar het schilderij kijk, zie ik vijf totaal verschillende vrouwen. De meest linkse lijkt hoopvol te wachten. Ze kijkt reikhalzend naar links. Dat is helaas wel de kant die we over het algemeen als het verleden beschouwen. De tweede vrouw kijkt achterdochtig. Ze kijkt wel naar rechts, maar teruggetrokken. Ze zal het wel zien, of eigenlijk gelooft ze het niet te zullen zien. De middelste vrouw staat met

De hoofdopdracht is: kijk aandachtig. En het beeld zal openbreken

haar rug naar de kijker. Ze is chic aangekleed en lijkt niet het type dat gewend is te wachten. Haar bedienden hebben haar wensen reeds vervuld, voordat ze in haar opkomen. De vierde vrouw kijkt in de schaduw, peinzend, naar links. De laatste vrouw lijkt helemaal geen vrouw te zijn, maar een travestiet. Haar/zijn lichaam is wel naar de toekomst gewend, maar de blik naar de eigen tas. Zitten er genoeg spullen in voor deze nacht? De korte termijn lijkt hier van belang. Geen van de wachtende vrouwen verwacht iets van de toekomst. Zo door mijn ogen bezien is het een naar schilderij. Al kan het uiteraard zijn dat ik in mijn interpretatie meer mijzelf uitleg dan het doek, zoals dat rond de oorlog ook gebeurde. Het kan zijn dat ik meer mijn eigen verwachtingen projecteer op deze vrouwen, dan dat ik hun verwachtingen lees.

Aandachtig kijken In de lectio divina, het monastieke biddend lezen van de Bijbel, is er altijd dit gevaar van inlegkunde. Maar dat geeft niet. Er is een veiligheidsklep ingebouwd. Als je elke dag deze lectio beoefent, dan is het onmogelijk om altijd maar de eigen wil door te drukken in de interpretatie. Ooit zal er ruimte ontstaan voor God om in te breken. Daar moeten we op wachten. We moeten niet te snel conclusies trekken. Laat de tijd haar werk doen. Geduld! De methode van lectio biedt geen vast te volgen stappenplan met lectio, meditatio, oratio en contemplatio, al wordt het zo wel vaak aangeboden. Het is veel eenvoudiger dan dat: lees met aandacht en de tekst zal openbreken. Meer is het niet. God zál verschijnen. Daarom wordt in principe de Bijbel gelezen, omdat God daar al van de bladzijden spat. Maar elk ander geschrift is ook mogelijk. God geneest immers met slijk en hij maakt uit aarde de kroon op zijn schepping. Hij heeft alles geschapen, dus kan Hij ook alles gebruiken om Hem te doen kennen. In tegenstelling tot de lectio divina is de visio divina niet zo bekend. Mij bekruipt zelfs het idee dat ik de term zojuist heb uitgevonden. Wel bestaat er zoiets als beeldmeditatie, maar dit is een term die

januari 2019

33_Artikel_09L_2.indd 45

45

12-12-18 16:07


✽ wachten

Pyke Koch, Het wachten, 1941.

een brede lading dekt. Iedere aanbieder heeft een eigen variant. Er kan sprake zijn van iconenanalyse en van een meer intuïtief aanvoelen. Ikzelf zou zo veel mogelijk willen aanslui-

Paspoort Frits Hendriks ( Neer, 1980) is theoloog en leraar. Als student theologie trad hij in bij de trappisten van Abdij Lilbosch in Echt waar hij drie jaar lang gevormd werd in stilte en lectio divina. Hij is actief op beleids- en bestuursniveau in het levensbeschouwelijke vormingsonderwijs op openbare scholen. Ook is hij vaste voorganger in de Studentenkerk Nijmegen, teamcoach van het Nederlands Bijbelgenootschap, bestuurslid van de Banningvereniging en van de parochie Heilige Stefanus in Nijmegen. Als fellow van het Titus Brandsma Instituut onderzoekt hij hoe de schat van de christelijke traditie is te openen voor de hedendaagse mens. Frits Hendriks: “In mijn inzending voor de Volzin-schrijfwedstrijd probeer ik precies dit, vanuit mijn spirituele opvoeding in de abdij.” De jury van de Volzin-schrijfwedstrijd 2018 kende aan de inzending van Frits Hendriks een eervolle vermelding toe.

46

33_Artikel_09L_2.indd 46

ten bij de lectio. Zoals het geldt voor het woord, geldt het ook voor het beeld. De hoofdopdracht is: kijk aandachtig. En het beeld zal openbreken. Vaak worden iconen gebruikt om God te ontmoeten, omdat deze al van Hem vertellen. In wezen is echter ook hier elke afbeelding bruikbaar. De Geest kan overal waaien. Overigens is dit openbreken van het beeld een algemeen menselijk principe. Iedereen kan dit ervaren, niet enkel de gelovige die er God in herkent. Zo zou Flaubert geschreven hebben: Pour qu’une chose soit intéressante, il suffit de la regarder longtemps. Wil je wat interessants zien, dan moet je langer kijken. Ga steeds terug tot het zien. Dat is de enige opdracht en methode die te geven is, ook al klinkt dit haast ongelofelijk eenvoudig. Kijk aandachtig. En als er gedachten opkomen, laat ze. En als ze te ver afdwalen, ga dan terug naar het beeld. Als het een gedachte van de Geest is, komt ze vanzelf terug. God is geduldig. Hij zal blijven roepen, zoals hij deed bij Samuel en Jona. Als we onze eigen gestuurde gedachten weg laten, zal er ruimte komen voor de Geest. Of in de woorden van Jezus: “Zalig de armen van geest, want zij zullen God zien.”

Eigen gemoedstoestand Dat de visio in wezen makkelijk is, maar in uitvoering niet zo, bewijst mijn eigen

leven wel. Bij exposities heb ik de gewoonte om eerst al het werk te bekijken met enige aandacht. Daarna kies ik één werk, dat mij meteen trof, uit om met volle aandacht naar te kijken. Dit is een prachtige voorbereiding op visio. Daar gaat het immers niet om de kwantiteit van het kijken, maar om de kwaliteit. Zo belandde ik dus ook in Museum Arnhem in die grote zaal op de grond voor Het wachten. Mijn volgende afspraak was echter over een kwartier en tijdens mijn zien was er achter mij bij een ander schilderij in dezelfde zaal een opname bezig van Nieuwsuur met een interview van een museummedewerker. Ik lette dus deels op het gebeuren achter mij en deels op het schilderij. Ook hield ik mijn horloge in de gaten. Ik was met veel bezig, maar niet zo zeer met aandachtig kijken naar het beeld. Het werk bleef dan ook voor mij gesloten en de conclusies die ik eruit trok, lijken nu achteraf vooral mijn eigen gemoedstoestand te weerspiegelen. Ik had niet genoeg tijd genomen voor dit schilderij. Ik had niet gewacht, hooguit afgewacht. Wachten is een kunst. Het is op zich niets. Wachten is wat je verklaart te doen tijdens een andere activiteit. Wat die activiteit is, dat is belangrijk. Lezen of zien en steeds weer terugkeren naar de tekst of het beeld. Dan kan de Geest geduldig haar werk doen. Elke keer opnieuw.

.

januari 2019

12-12-18 16:07


eervolle vermelding Els Rentenaar

schrijfwedstrijd ✽

Bezoek aan St. Paul’s Cathedral Tekst: Els Rentenaar

m de aanwezigheid van God te ervaren heb ik dan gebeden nodig, of een kerk? God toont zich in wat niet valt te evenaren en zo blijft een kerk toch vooral mensenwerk.

O

Ik geloof niet dat God zich schuilhoudt in de pracht en praal van beelden of een koepel waar je toegang betaalt ten behoud van al ´t goud want God beweegt zich daarbuiten net zo soepel. Daarom hebben we geen poespas nodig om God te voelen, want of ik nu op de wc zit of ergens onder een kerkgewelf, die aardse rijkdom is natuurlijk niet zoals we het bedoelen want waar je ook bent: God ontmoet je bovenal in jezelf. Dus of ik nu in een voetbalstadion ben of in een kerk: het lijkt me vreemd dat God het in Zijn hoofd zou halen dat je voor het mogen ervaren van Zijn goddelijk werk aan de deur een hoge prijs voor de toegang moet betalen? Daarom, of je wijsheid zoekt op straat of in heilige boeken, je heil zoekt tussen professoren of zwervers in een tent: God vind je vanzelf, zodra je stopt met zoeken wat je dan ook doet en waar je dan ook bent. Toen ik de trap af liep, ging een schoolklas net naar binnen en toen bedacht ik me ineens: `Dat is ook sterk: beter dan mensen ooit kunnen maken of verzinnen is juist De Mens zélf het levend bewijs van Gods werk!’

Els Rentenaar (51) uit Amstelveen is onder meer actief als (web)redacteur; ze schrijft en publiceert gedachten en gedichten. Ze is de auteur van de boeken Luisteren naar stilte en ’t Is maar dat je het weet! De hoge prijs van een bezoek aan St. Paul’s Cathedral in Londen inspireerde haar tot bovenstaand gedicht. Ze ontving daarvoor van de jury van de Volzin-schrijfwedstrijd 2018 een eervolle vermelding.

januari 2019

11_Artikel_02R.indd 47

47

12-12-18 16:06


✽ ‘The Children Act’

Een rechter kan moeilijk oordelen over de waarheid in ons leven

HET RECHT OM NIET TE BESTAAN In de filmrubriek deze maand aandacht voor de Britse speelfilm The Children Act, waarin een familierechter moet beslissen of een jonge Jehova’s Getuige een bloedtransfusie moet krijgen. De film toont hoe pijnlijk het kan zijn als een kind aan de volwassenen om hem heen vraagt hoe hij moet leven. oen ik als beginnend journalist werkte bij een regionale krant, was het mijn taak om af en toe naar de zitting te gaan van de politierechter. Daar in de rechtszaal was het een komen en gaan van kleine strafzaken: vandalisme, drugs dealen, het uitschelden van een politieagent, een matpartij in een café, majesteitsschennis. Na het aanhoren van het pleidooi van de officier van justitie en daarna de verdediging van de gedaagde, besloot de rechter tot een werkstraf, een boete of in het uiterste geval een korte tijd in de cel. De eerste keer dat ik een middagje bijzat, was ik verrast door de mildheid van de toon waarmee de rechter sprak tegen de man of vrouw op wie hij minzaam neerkeek. Hij bladerde niet met een frons boven de ogen door het Wetboek van Strafrecht om de passende strafmaat te zoeken, maar hield zich, in de korte tijd dat een zitting mag duren, bezig met het heuse leven van de wetschender in de rechtszaal. De rechter probeerde in alle betrokkenheid te beslissen wat het beste was voor diens bestaan. Misschien was een flinke geldboete gerechtvaardigd, maar aangezien de man of vrouw al in de schulden zat en zich bovendien berouwvol toonde, liet hij daarom maar een kleine taakstraf noteren door de griffier. Zo komt in een rechtszaal het hele menselijke tableau voorbij. Om welke reden dan ook is iemands leven van de rails geraakt en belandt diegene tegenover een rechter die tussen de institutionele muren van de rechtszaal ineens mag oordelen wat juist is en wat niet juist. Op grond van hun ambt krijgen rechters een ongekende morele autoriteit, waarmee ze haast als Gods

T

48

22_Artikel_01L.indd 48

plaatsvervanger op aarde mogen oordelen over de levenden tegenover hen.

Geen bloedtransfusie Maar de autoriteit van een rechter heeft toch zijn grenzen. Dat wordt heel navrant in de nieuwe speelfilm Capharnaüm van de Libanese filmmaker Nadine Labaki, vanaf eind januari in de bioscoop. Haar hoofdpersoon is de twaalfjarige verschoppeling Zain, een immigrantenjongen die op straat leeft in de Libanese hoofdstad Beiroet. In deze film daagt hij zijn ouders voor de rechter, omdat ze hem op de wereld hebben gezet. “Het feit dat Zain zijn ouders aanklaagt is een symbolisch gebaar”, vertelde Labaki, “namens alle kinderen die, terwijl ze niet gekozen hebben om geboren te worden, in staat moeten zijn om van hun ouders een minimum recht te eisen; in elk geval het recht om geliefd te zijn.” Hoe existentieel kan een zaak zijn die een rechter voor zich krijgt? Een rechter kan moeilijk oordelen over de waarde van een leven, en nog veel moeilijker over de waarheid in ons leven. Dat komt messcherp aan de orde in de geprezen Britse speelfilm The Children Act, die vorig jaar in de bioscopen heeft gedraaid, maar straks ook uitkomt op dvd en video on demand. Het gaat hier om een verfilming van de gelijknamige korte roman uit 2014 van de gelauwerde schrijver Ian McEwan. McEwan vroeg aan de bevriende regisseur Richard Eyre of die interesse had de roman te verfilmen, waarna hij zelf besloot ook het scenario te schrijven. Boek en film zijn vernoemd naar de daadwerkelijk bestaande The Children Act, die in 1989 in het Britse recht tot stand kwam en expliciet formuleert dat het welzijn van het

kind voor de rechtbank van het opperste belang is. Juist die uitspraak maakt Ian McEwan tot het pijnpunt in zijn verhaal, waarin de hoofdpersoon de zestigjarige familierechter Fiona Maye is die een hoge positie heeft aan het High Court, gevestigd in het Royal Court of Justice in Londen. Fiona Maye heeft een glorieuze carrière in het rechterlijk circuit doorlopen en buigt zich nu als gearriveerd magistraat van het Hooggerechtshof over tal van ethisch stekelige zaken: ze beslist wie na vechtscheidingen de voogdij over de kinderen krijgt, ze moet zeggen of een ongeboren Siamese tweeling tegen de wil van de ouders operatief gescheiden moet worden, en ze krijgt het verzoek van een ziekenhuis om een jongen die lijdt aan leukemie onder dwang een bloedtransfusie te geven. Adam is een Jehova’s Getuige en weigert zijn bloed met andermans bloed te verontreinigen. Hij is nog minderjarig, dus hij mag daar niet zelf over beslissen. Maar ook zijn ouders weigeren een bloedtransfusie, al weten ze dat hij zonder behandeling waarschijnlijk doodgaat.

Verwarrend bestaan Rechter Maye is een door de wol geverfde rechter, die in de speelfilm heerlijk doortastend wordt neergezet door actrice Emma Thompson. Vlak voordat ze de zaak van de jonge Jehova’s Getuige aanneemt, belandt ze thuis in een behoorlijke huwelijkscrisis. Haar man, een universiteitsdocent, heeft aangekondigd een affaire te willen beginnen met een jongere collega, omdat hij Fiona ervan beschuldigd hun huwelijk al lang geleden geestelijk te hebben verlaten. Volgens hem laat ze zich volledig in beslag nemen door de juridische dossiers die zich

januari 2019

12-12-18 16:05


film Jurgen Tiekstra ✽

Rechter Fiona May (Emma Thompson) moet oordelen over het leven van de jonge Adam (Fionn Whitehead).

op haar bureau blijven opstapelen. Aanvankelijk lijkt ze niet werkelijk onder de indruk van het vertrek van haar man. Ze vervangt het slot op de voordeur en dreigt met een scheiding als hij zijn schaamteloze escapade doorzet. Ondertussen beslist ze zonder veel twijfel dat het ziekenhuis de bloedtransfusie mag doorzetten, tegen de wil van de jongen en zijn ouders. Hij moet in bescherming worden genomen tegen zijn religie, zegt ze. Want, zoals The Children Act stipuleert: zijn ‘welzijn’ staat bovenaan. Hij is een intelligente jongen, die nog een heerlijk leven voor zich heeft. Maar voordat ze dat besluit nam, heeft ze iets tamelijk onorthodox gedaan: ze is naar het ziekenhuis gegaan waarin de jongen is opgenomen, en heeft hem aan zijn bed gesproken. Hij raakte daar onder de indruk van haar beheerste intelligentie. Als hij de bloedtransfusie heeft ondergaan en inderdaad herstelt van zijn ziekte, keert hij zich af van de Jehova’s Getuigen. Oké,

zij heeft hem zijn religieuze wereldbeeld afgenomen. Maar nu wil hij van haar weten waarin zij gelooft. Want hoe moet hij zijn leven nu leiden? Toen ze nog volgens de regels van het wetboek kon beslissen over goed en kwaad, grossierde Fiona Maye in wijsheid. Maar nu valt ze stil. Juist misschien ook door de desoriëntatie van haar huwelijkscrisis. Daarin zit de pijn van dit verhaal, net als van die andere speelfilm straks: Capharnaüm. We zien hier twee kinderen: de Libanese straatjongen is pas twaalf jaar, en zijn Londense tegenhanger in The Children Act is nog maar zeventien. Ze vragen aan de volwassenen om hen heen waarom ze geboren zijn. Waarom ze zijn geworpen in dit verwarrende bestaan hier op aarde, in dit leven waarin het soms hondsmoeilijk is de weg te vinden.

met een schouderophalen, met het gemakkelijke antwoord dat hun hele leven nog voor hen ligt en dat ze snugger genoeg zijn om hun eigen route te vinden. Of zoals Friedrich Nietzsche het formuleerde: “Niemand kan de brug voor je bouwen waarover juist jij de rivier van het leven moet overschrijden, niemand behalve jij alleen.” Beide jongens eisen het recht op om bij de hand genomen te worden door volwassenen in hun nabijheid. Maar hier is wel iets vreemds aan de hand: hoeveel echte kinderen komen op zo’n existentiële wijze in opstand tegen hun ouders of opvoeders? Misschien is dit iets wat alleen een volwassene kan fantaseren, juist omdat het een angst is die alleen in iemand de kop kan opsteken die veel van dit bestaan heeft gezien: de angst dat een kind hem ter verantwoording roept.

Angst van volwassenen

The Children Act komt eind januari uit op dvd en video on demand. Capharnaüm draait vanaf 31 januari in de bioscoop.

Anders dan doorsneekinderen zijn de jonge hoofdpersonen in deze films niet tevreden

.

januari 2019

22_Artikel_01L.indd 49

49

12-12-18 16:05


✽ cultuur Eric Corsius

Hilla en Bernd Becher: Kolenbunkers.

De fotografie van Hilla en Bernd Becher

ONBAATZUCHTIGE DIENAARS VAN DE WERKELIJKHEID Het fotografenechtpaar Hilla en Bernd Becher maakte naam met hun beelden van industriële objecten. De eerste indruk van hun foto’s is er een van kilheid, maar dankzij de zorgvuldigheid en onthechte zakelijkheid waarmee ze ons worden gepresenteerd, gaan de objecten spreken en krijgen ze als het ware vlees en bloed. Het werk van het echtpaar Becher vervult Eric Corsius met melancholie. “Dit oeuvre is een bron van troost voor mensen die moeten zien hoe hun verleden wordt uitgewist.” Beeld: Hilla en Bernd Becher (50), ANP Foto (52).

50

33_Artikel_09L.indd 50

januari 2019

12-12-18 16:04


fotografie ✽

n de jaren zeventig bepaalden de mijnsluitingen het levensbesef in Heerlen, de stad waar ik ben opgegroeid. Ik was tien jaar toen de laatste kolen uit de grond werden gehaald en ik herinner me heel bewust, hoe werkloos geworden ‘koempels’ het straatbeeld gingen bepalen. Wat vooral indruk op mij maakte, was de radicale manier waarop de typische mijnarchitectuur – de hoge schoorstenen, de koeltorens en schachtbokken – uit het landschap werd verwijderd, om plaats te maken voor kantoortorens in verband met de vervangende werkgelegenheid. Dit ruimtelijke beleid had zijn redenen. Het einde van het mijntijdperk werd ervaren als pijnlijk en beschamend: voor de getroffen werknemers en hun families, maar ook voor de falende economische politiek. Het was dan ook niet voor niets dat alles wat herinnerde aan het bitterzoete verleden van de mijnbouw zo snel mogelijk moest verdwijnen en plaats moest maken voor iets nieuws. Ruim veertig jaar na dato betreuren velen deze strategie van de verschroeide aarde en kijkt men met enige jaloezie naar bijvoorbeeld het aangrenzende Roergebied. Daar is het typische kolen- en staallandschap grotendeels blijven bestaan en hebben de oude constructies vaak nieuwe, museale en recreatieve functies gekregen. De rigoureuze afbraak van industriële architectuur in Limburg staat daarmee in een pijnlijk contrast. Uiteraard hangt dit verschil ook samen met het feit, dat de economische structuurveranderingen bij de oosterburen in een ander tempo is verlopen. De laatste kolenmijn in het Roergebied sloot bijvoorbeeld pas in 2018. En juist in de laatste decennia is de waardering en zorg voor industrieel erfgoed gegroeid. De architectonische grote schoonmaak in Limburg heeft zout in veel wonden gestrooid. Het uitwissen van tastbare herinneringen versterkte de krenking van trots en identiteit bij al die mensen, die ooit aan de mijnen hun brood en hun gevoel voor eigenwaarde hadden te danken. Het herinneringsverlies versterkte het gezichtsverlies – wrang genoeg juist óók het gezichtsverlies dat de beleidsmakers juist wilden verijdelen met de demontage van de mijnbouwarchitectuur. De herinneringscultuur was echter niet tegen te

I

houden en zocht zijn weg in het vertellen van weemoedige of opstandige verhalen, muziek en geschiedschrijving. Inmiddels herrijst de Limburgse mijnstreek weer uit de as, maar de nostalgie blijft. Volgens sommigen wordt daarbij het verleden soms al te sterk geromantiseerd. Er is in de donkere en stoffige gangenstelsels immers ook heel wat geleden door de koempels.

Ogenschijnlijk neutraal Misschien maakt de frustratie over een gebrek aan tastbare herinneringscultuur mij extra gevoelig voor kunst die geheugenverlies tegengaat. Een glansrijk voorbeeld van dit laatste is voor mij het oeuvre van het Duitse kunstenaarsechtpaar Hilla (19342015) en Bernd Becher (1931-2007). Deze artistieke fotografen hebben het tot hun levenswerk gemaakt, om het herinneringsverlies tegen te gaan, waarmee economische omwentelingen altijd gepaard gaan. In musea van moderne kunst in heel Europa stuit de bezoeker op hun werk. Hiermee braken ze begin jaren zeventig door, om vervolgens aan het roer te staan van een heuse school of stroming, die tot op heden aan de weg timmert: de zogenaamde Düsseldorfer Fotoschool. De jongste generatie uit deze school exposeerde afgelopen jaar nog in Nederland. Kenmerkend voor de Bechers zijn hun ‘groepsportretten’ van fabrieken, watertorens, schachtbokken (Fördertürme) en andere industriële objecten die de Bechers wilden vastleggen voordat het voortrazende tandwiel van de tijd ze zou vernietigen. Ze fotografeerden diverse exemplaren van een ‘soort’ en vormden een doordachte selectie van de aldus gemaakte foto’s tot een geheel, dat kon worden tentoongesteld. Een ander geliefd procedé bestond erin, dat ze één object van diverse kanten fotografeerden en vervolgens de opnames tot een geheel samenvoegden. Bij beide werkwijzen was het resultaat een ‘thema met variaties’. De foto’s van de Bechers hebben een bijzondere zeggingskracht, vooral als ze samengevoegd zijn in series, maar ook ieder voor zich. Ze zijn met veel zorgvuldigheid gemaakt. Daardoor komen de gefotografeerde bouwwerken in hun geheel volledig uit de verf. Bovendien is ieder detail van de

vaak ingewikkelde constructies zichtbaar. Hilla en Bernd lieten de objecten zelf zo veel mogelijk spreken en duiden zo weinig mogelijk. Met grote nadruk bleven ze op de achtergrond en ze kozen bewust voor een soort afzijdigheid. Deze ‘zakelijke’ houding onderscheidde hen van vorige generaties van schilders en fotografen, die de industrie en de industriële samenleving in beeld hadden gebracht. Die waren vaak geneigd om de moderne tijd, inclusief de industrie, te romantiseren of te verheerlijken als de doorbraak van een Gouden Tijdperk. Of ze zagen zichzelf juist als sociale profeten, die de schaduwzijden van de industrialisering onder de aandacht moesten brengen. De Bechers daarentegen wilden noch verheffen, noch aanklagen, doch ogenschijnlijk neutraal tonen wat ze zien. Ze streefden daarom ook niet naar fraaie beeldcomposities en hanteerden bij het fotograferen bewust niet voor een uitgekiend perspectief, waardoor er een mooi lijnenspel of een fraaie vlakverdeling op de gevoelige plaat kan ontstaan. Ook van uitsneden of fraaie doorkijkjes zagen ze af. Ze plaatsten hun objecten juist centraal en in hun geheel – en daarmee ietwat statisch – in beeld. De context en omgeving lieten ze maximaal buiten beschouwing. Indrukwekkende wolkenluchten en mensen komen daarom niet voor op hun foto’s. Daardoor is de eerste indruk er altijd een van kilheid. Dankzij de zorgvuldigheid en onthechte zakelijkheid waarmee ze ons worden gepresenteerd, gaan de objecten echter spreken en krijgen ze als het ware vlees en bloed. De samenvoeging van foto’s tot series of beeldverhalen draagt daaraan zeker bij.

Eendagsvliegen Onpersoonlijk is het werk van Hilla en Bernd Becher in elk geval niet. Het is – ondanks de schijn van het tegendeel – heel betrokken en gepassioneerd. Hun objectiviteit en zakelijkheid zijn vormen van liefdevolle toeleg. Deze heeft veel te maken met de factor tijd, die in hun oeuvre alomtegenwoordig is. Zoals gezegd voelden de Bechers zich geroepen om te voorkomen dat de industriële architectuur in de vergetelheid zou raken. Ze zagen zich als ‘bewaarders’, geschiedschrijvers of archeologen. Ze

januari 2019

33_Artikel_09L.indd 51

51

12-12-18 16:04


✽ cultuur Eric Corsius

wisten maar al te goed dat de constructies, waarop ze zich richtten, een beperkte levenscyclus hadden en dat de vormen van bedrijvigheid waartoe deze bouwwerken behoorden, zoals de mijnindustrie, op het punt stonden te verdwijnen. De constructies waren neergezet voor een bepaald doel en dus ook gedoemd te afgebroken, zodra ze waren uitgediend. De stoere kolossen van beton en staal leken weliswaar op burgerlijke, ‘calvinistische kathedralen’ – zoals de Bechers ze zelf typeerden – en waren als het ware gebouwd voor de eeuwigheid. Bij nader inzien en in het licht van diezelfde eeuwigheid waren ze echter zo vluchtig als eendagsvliegen. Door hun nuts- en tijdgebondenheid – en door het feit ze hun geraamte en hun structuur zo onbeschaamd toonden – herinnerden de industriële objecten de Bechers aan de demonteerbare vakwerkhuizen uit de geboortestreek van Bernd. Deze brachten ze op dezelfde manier in kaart. Heden en verleden, traditie en moderniteit lagen voor hen in elkaars verlengde. De vergankelijke utiliteitsbouw riep bij het echtpaar ook andere associaties op. Zo vergeleken de Bechers zichzelf met kinderen, die weemoedig toekijken hoe op maandagochtend de kermis wordt afgebroken. Dat was vooral het geval bij de metaalconstructies met

bewegende onderdelen uit de kolen- en staalindustrie, die in de jaren zeventig het einde van hun bestaan tegemoet gingen. Ook vergeleken de Bechers hun objecten met levende wezens – niet ondanks, doch juist doordat ze zo vergankelijk en sterfelijk waren. Hilla en Bernd wilden het verhaal van deze wezens vastleggen en bewaren voor latere generaties.

Monnikenwerk De factor tijd was ook van belang op het ambachtelijke niveau van het werk van de Bechers. Omdat ze zo liefdevol en zakelijk te werk gingen, moesten ze letterlijk alle tijd nemen voor het maken van hun foto’s. Om maximaal recht te doen aan details, kozen ze voor grootbeeldcamera’s en lange sluitertijden. Veel tijd ging ook ‘verloren’ door het lange zoeken naar geschikte objecten, door het wachten op het geschikte moment om te fotograferen – dat wil zeggen op gunstige weersomstandigheden – en niet zelden door het wachten op toestemming tot het fotograferen van bepaalde gebouwen, bijvoorbeeld als de eigenaars van fabrieken die nog in gebruik waren, argwaan koesterden. Het echtpaar Becher verrichtte monnikenwerk – en alleen dat al getuigt van diepe inspiratie. De onthechte en volhardende toeleg geeft

aan het werk van de Bechers nog steeds iets zeer authentieks. Hilla en Bernd Becher zijn weliswaar afwezig als ‘makers’ en dringen ons geen visie op de werkelijkheid op. Ze zijn echter wel degelijk nadrukkelijk in hun werk aanwezig als onbaatzuchtige dienaars van de werkelijkheid, die ze in haar wezen willen laten, die ze ‘laten zijn’ wat zij is en waarvoor ze een monument wilden oprichten. Hun zorg om de herinnering geeft aan het werk van Hilla en Bernd Becher iets melancholieks. Hun melancholie wordt echter nooit sentimenteel en dramatiseert niet. Ze heeft iets berustends en troostrijks. Dit hangt wellicht ook samen met dat de Bechers de geestelijke kern van hun objecten tonen, het ‘type’ in de zin van Plato. Vooral in de seriewerken komt dit naar voren. Achter alle verschillen schuilt iets gemeenschappelijks: het schachtbok-zijn, het koeltoren-zijn, het vakwerkboerderij-zijn. Het is alsof de Bechers achter of in het vergankelijke zoeken naar datgene wat blijft – al is het maar in de collectieve herinnering. “We willen verhalen vertellen en geschiedenis schrijven”, zo zeiden de Bechers over zichzelf. Deze rol als vertellers hebben ze met verve vervuld. Hun oeuvre is een bron van troost voor mensen die moeten zien hoe hun verleden wordt uitgewist, vooral als ze aan dat verleden hun gevoel van identiteit en eigenwaarde danken. Het is een belangrijk pleidooi voor een herinneringscultuur in een tijd, die vooral inzet op vernieuwing en verjonging. Herinneringen zijn immers voedsel voor de ziel. Dat onze ziel ook hoop en perspectief nodig heeft, staat als een paal boven water. Dat kunnen de foto’s van het echtpaar Becker niet bieden. De vraag is echter of dit überhaupt de rol van de kunst is. Hier moet ze bescheiden een stap terug doen en verwijzen naar de politiek, de religie en het samenleven van alledag. Utopische kunst is zelden inspirerend. De weemoedige kunst van Hilla en Bernd Becher is dat in elk geval wel.

.

Hilla en Bernd Becher ontvingen in 2002 uit handen van prins Bernhard de Erasmusprijs.

52

33_Artikel_09L.indd 52

Werk van Hilla en Bernd Becher hangt onder meer in het Van Abbemuseum in Eindhoven en in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Een grote collectie is te zien in de SK Stiftung Kultur in Keulen (www.photographie-skkultur.de).

januari 2019

12-12-18 16:04


✽ grensverleggers Johanna Kuiper

Tekst: Willem van der Meiden

Eigenzinnige vrouw uit vrijzinnige hoek Het verzetswerk kostte Klaas Schipper gevangenschap en Johanna Kuiper moest onderduiken.

aar werk is fris en origineel; zij houdt van mensen en vooral van kinderen, kent ze in al hun eigenaardigheden en weet ze uit te beelden met groot talent.” Dat schrijft D.L. Daalder, chroniqueur van het Nederlandse kinderboek, in 1950. In latere overzichtswerken is het werk van Johanna Kuiper (1896-1956), een eigenzinnige vrouw uit de vrijzinnige hoek van het Nederlandse protestantisme, uit het zicht verdwenen.

‘H

Johanna Kuiper is bekend geworden als een vrouw die zich niet liet bevoogden en haar eigen keuzen maakte. Ze stamde uit een doopsgezind domineesgezin dat haar in haar vrijheidsdrang steunde. Ze werd geboren in Friesland, groeide op in Amsterdam en pikte haar liefde voor verhalen én voor bijbelverhalen op in het kerkelijke milieu waarin ze verkeerde. Van huis uit was ze door het socialisme aangestoken, evenals haar broer Frits Kuiper, later een bekende socialistische theoloog met bijzondere belangstelling voor Israël en het zionisme. Johanna’s liefde voor bijbelverhalen zou jaren later resulteren in twee opvallende kinderbijbels (1948 en – postuum – 1959), die zich zouden onderscheiden door een losse, invoelende verteltrant. Ze studeerde theologie tot aan haar kandidaatsexamen en verhuisde daarna naar Limburg. Ze trad toe tot de SDAP en kreeg een verhouding met een getrouwde vakbondsman. Ze kreeg met hem een zoon. In 1926 ontmoette ze in Amsterdam de getrouwde en veel oudere SDAP-wethouder Floor Wibaut, met wie ze in alle openheid een vrije relatie aanging. Inmiddels was ze begonnen met schrijven: verhalen voor jongere en oudere kinderen. Het zouden uiteindelijk veertig titels worden en ze werd een bekende jeugdboekenschrijver in haar tijd. Ze kreeg opnieuw een ‘open’ relatie met een man waaruit een zoon werd geboren

Kinderbijbelschrijver Johanna Kuiper koos voor vrije liefde tijdens een langdurig verblijf in Zweden: Kristofer. Een historicus noemt haar “een van de eerste bommoeders in Nederland”. Deze vrijgevochten vrouw trouwde tot veler verrassing in 1935 met de schuchtere en intellectuele hervormde predikant Klaas Schipper en betrok de pastorie van Etersheim, een gehucht in Noord-Holland. Schipper echtte haar beide zoons, van wie Kristofer Schipper later een beroemd sinoloog zou worden. Johanna (‘tante Hannie’) en haar man deden verzetswerk in de oorlog, zoals het herbergen van ondergedoken joden. Naar verluidt staan in februari 1943 twee jongens voor haar deur. Ze vragen naar Johanna. ”En, vertel eens, zijn jullie joden?” vroeg ze. “Ja mevrouw.” “Nee, dat bedoel ik niet. Echte joden! Dóén jullie er ook wat aan?” “Ja mevrouw.” “Prachtig, dan vieren we morgenavond kaballat sjabbat.” Voor hun verzetswerk kreeg het echtpaar in 2015 postuum de Yad Vashem-onderscheiding.

Schipper kwam na de oorlog de geleden ontberingen niet te boven en overleed in 1949. Toen was Kuipers eerste kinderbijbel al verschenen, niet dan na veel strubbelingen met de uitgever, want de auteur liet zich niet gemakkelijk gezeggen, ook al noemde zij deze opdracht de vervulling van een lang gekoesterde wens. De concepttekst was al goeddeels klaar in de oorlogsjaren, maar werd pas in 1948 ter goedkeuring voorgelegd aan 23 vrijzinnige predikanten, onder wie PvdA-prominent Willem Banning, om de kinderbijbel status te kunnen geven. Deze adviseurs waren enthousiast. Al vonden zij de tekst niet erg vrijzinnig, de vrijmoedige weergave van de bijbelverhalen beviel hun. Met het oog op de marketing moest de kinderbijbel ook weer niet al te vrijzinnig zijn en “de sfeer van oude vroomheid” moest bewaard blijven. Het boek werd een groot succes. Johanna ging in 1950 zondagsschoolwerk doen bij de Singelkerk in Amsterdam, maar moest daar na vijf jaar mee ophouden omdat ze haar nogal losse opvattingen over seksualiteit in haar werk niet verzweeg en ook zelf weer koos voor de vrije liefde. Inmiddels was ze klaar met haar kinderbijbel voor jongere kinderen, waarvan ze nog één illustratie heeft gezien en goedgekeurd, voordat ze in 1956 op reis door Indonesië overleed. De voor die tijd bijzondere kinderbijbel, oblong, goed geschreven en opvallend geïllustreerd, verscheen in 1959 als De kinderbijbel van Johanna Kuiper. In 2015 promoveerde emerituspredikant Ferdinand van Melle op een mooie biografie van Johanna Kuiper, met de passende ondertitel Een gewaagd leven.

.

In de rubriek Grensverleggers portretteert Willem van der Meiden mensen die grenzen verlegden, overschreden of ophieven en zo de samenleving betekenisvol vernieuwden.

januari 2019

11_Artikel_02R_2.indd 53

53

12-12-18 15:56


✽ boeken

Het bestaat, moslimfeminisme De bundel Activisme, feminisme en islam geeft stem aan moslima’s in Nederland en Marokko. Tekst: Helene Timmers

et moslimfeminisme is in Nederland nog niet erg bekend.” Met veel gevoel voor understatement poneert Karen Vintges, docent sociale en politieke filosofie aan de Universiteit van Amsterdam, deze stelling in de bundel Activisme, feminisme en islam, die zij mede geredigeerd heeft. In Nederland wordt veel over moslima’s gesproken en weinig naar hen geluisterd. Zoiets als moslimfeminisme lijkt daardoor onbestaanbaar. De auteurs van Activisme, feminisme en islam bieden tegenwicht tegen deze onjuiste gedachte. Hun doel is het om de stemmen van Marokkaanse en MarokkaansNederlandse vrouwen te laten horen. Met onder meer bijdragen van verschillende Marokkaanse academici lijkt deze opzet geslaagd. Zo zijn er artikelen over Marokkaans feminisme, over Marokkaanse politieke en sociale verhoudingen, maar ook wordt het levensverhaal van een migrantendochter verteld en zijn er verslagen van rondetafelgesprekken tussen Marokkaans-Nederlandse vrouwen. Het boek bestaat uit drie delen. Het eerste deel inventariseert stromingen binnen het feminisme in Marokko. Als om te benadrukken dat het feminisme geen eenduidige grootheid is, heeft dit deel de titel Feminisme in Marokko gekregen. Zo is het seculiere feminisme duidelijk onderscheiden van het islamitisch feminisme, dat ontstond als reactie op toenemend islamisme. Interessant is het dan om de kijk op polygamie van

‘H

54

11_Boekbespreking_02L.indd 54

Marjo Buitelaar e.a. (red.) Activisme, feminisme en islam AUP, 256 blz., € 19,99

beide stromingen te vergelijken. De seculiere stroming neemt afstand van polygamie, waar vertegenwoordigers van de islamitische stroming benadrukken dat er situaties zijn waarin polygamie in het voordeel van de betrokken vrouwen kan zijn. In het tweede deel van het boek, Meerstemmig feminisme: ideeën en perspectieven, werken de auteurs het islamitisch feminisme in Marokko verder uit. Ook is er aandacht voor vrouwelijke heiligen binnen de soefi-islam. Deze vrouwen gaven vorm aan hun eigen leven en verwierven maatschappelijk aanzien. Daardoor dienen zij nog steeds als inspiratiebron voor veel vrouwen. Ten slotte is in dit deel – terecht – een artikel gewijd aan de Grande Dame van het Marokkaans feminisme, de in 2015 overleden Fatima Mernissi. Interessant genoeg was zij in haar jonge jaren een voorvechter van het seculiere feminisme en werd zij in haar latere jaren juist een boegbeeld van het islamitisch feminisme. In het derde deel van het boek verschuift de focus van Marokko naar Nederland. Marjo Buitelaar,

hoogleraar hedendaagse islam aan de Rijksuniversiteit Groningen, reflecteert op het levensverhaal van een migrantendochter. Een volgend artikel biedt de weerslag van een aantal rondetafelgesprekken met Marokkaans-Nederlandse vrouwen. Enerzijds vertellen deze vrouwen hoe het is om tussen twee culturen te leven, anderzijds weten ze duidelijk te maken dat er veel meer is dat hun identiteit bepaalt. Alle artikelen laten zich goed op zichzelf lezen. Toch is de redactie erin geslaagd om de bijdragen tot een eenheid te smeden, door een aantal thema’s te laten terugkeren. Centraal staat de agency (zeggenschap over hoe je je leven vormgeeft) van vrouwen. Een ander terugkerend thema is de ijtihad, de voortgaande (her)interpretatie van de islamitische bronnen, die, hoewel traditioneel voorbehouden aan mannen, de vrouwen zich toe-eigenen. Alles bij elkaar laat het boek goed zien hoe Marokkaans-Nederlandse vrouwen vorm geven aan hun leven en welke rol religie, feminisme en activisme daarin spelen.

.

januari 2019

12-12-18 15:54


Kort Recensies Hein Stufkens Verhalen van de rabbi Spiritueel auteur Hein Stufkens biedt een levendige hervertelling van wonderbaarlijke gebeurtenissen in het leven van Jezus (= ‘de rabbi’). De auteur put uit de vier evangelies uit het Nieuwe Testament en uit het apocriefe Thomasevangelie. Berne Media, 128 blz., € 14,90 Wim Timmer & Erwin Timmermans Het jaar van Lucas Auteurs presenteren het verhaal van Jezus zoals opgetekend door de evangelist Lucas. Ze volgen daarbij het liturgische leesrooster en geven voor elke zondag naast de bijbeltekst gebeden, overwegingen en beelden. Persoonlijke vragen stimuleren tot verdere doordenking. Royal Jongbloed, 117 blz., € 17,50 Sigrid Coenradie & Koen Holtzapfel (red.) Spelen met grenzen Opstellen van vrijzinnig-protestantse theologen over grenzen en contrastervaringen. Zij laten zich inspireren door remonstrants hoogleraar Christa Anbeek en haar ‘theologie van de kwetsbaarheid’. KokBoekencentrum, 159 blz., € 14,90 Petran Kockelkoren Ganesha in Silicon Valley Filosoof en antropoloog ontraadselt de geschiedenis van de mythische verbeelding. Tegenover de moderne onttovering van de wereld zet hij ‘filosofictie’en ‘technopoëzie’ in. Boom, 524 blz., € 29,90 Paul Frissen Staat en taboe Bestuurskundige levert een bijdrage aan het euthanasiedebat. Hoe autonoom mag de burger over zijn eigen leven beschikken? Of: wie mag doden? Boom, 277 blz., € 29,90

Tekst: Jan Offringa

boeken ✽

Een eigentijdse geloofsintroductie De kern van het christendom? “Empathie, compassie, goed naar elkaar luisteren, er zijn voor elkaar en elkaar dragen”, zegt Aad van Egmond. a hun academische carrière zetten theologen graag nog eens voor een breed publiek op papier wat zij wel en niet geloven en hoe zij de christelijke traditie interpreteren. Nu heeft Aad van Egmond, van 1991 tot 2002 hoogleraar systematische theologie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en naar eigen zeggen ‘niet meer zo piep’, zich aan het front gemeld. Onder de ietwat pretentieuze titel Het christelijk geloof schreef hij een eigentijdse introductie waarin hij ontvouwt hoe de Eeuwige voor hem “onvoorwaardelijke liefde in volmaakte vrijheid” is. Daarin is Jezus degene die deze liefde als geen ander belichaamt en er tegelijk naar verwijst. Van Egmond heeft een vlotte pen en schrijft op toegankelijke wijze. De vele onderwerpen die hij voorbij laat komen, behandelt hij in korte hoofdstukken van hoogstens zes pagina’s. In deel I komt aan bod hoe de boodschap van Jezus wortelt in het Oude Testament, door de auteur aangeduid als Tenách. Het tweede deel laat zien dat het Nieuwe Testament hierop niet alleen een vervolg is maar ook een breuk betekent. In deel III maakt Van Egmond de balans op: als je deze bijbelse lijnen in gesprek brengt met de vragen van deze tijd, bij welke vorm van eigentijds geloven kom je dan uit? Dat doet hij uiterst ontspannen en to the point. Neem de maagdelijke geboorte, is die geloofwaardig? Daarop komt een vierledig antwoord. “In de eerste plaats: bij al die mirakels roepen: nee, dat Aad van Egmond kan niet, is bekrompen. Zo Het christelijk ook hier. Maagdelijke gegeloof boorte komt in de natuur Voorhoeve, voor. Het tweede is dat de 304 blz., € 24,99

N

gedachte alleen bij Matteüs en Lucas voorkomt (...). Het belang is blijkbaar niet zo erg groot. In de derde plaats blijft de boodschap (...) ook bij de interpretatie beeldspraak helemaal overeind: in Jezus is inderdaad een nieuw begin gemaakt op een moment dat alle hoop voor Israël vervlogen leek. (...) Het antwoord lijkt mij dus: nee.” Eerder heeft hij al laten zien – zijn vierde reden – dat een letterlijke opgevatte maagdelijke geboorte exegetisch op een misverstand berust. Ooit was het boek nog veel dikker dan de driehonderd pagina’s waar Van Egmond op uit is gekomen, zo bekent hij in zijn voorwoord. Eigenlijk had het nog wel dunner gemogen. Want nu duurt het erg lang voordat Van Egmond in deel III bij de actuele geloofsvragen uitkomt. Daarvoor is hij in veertig korte hoofdstukken (en ruim zeshonderd voetnoten) het Oude en Nieuwe Testament doorgelopen. Ongetwijfeld met de bedoeling om zijn verhaal een stevige bijbelse basis te geven. Maar de kans is groot dat de lezer al behoorlijk moe is wanneer het sluitstuk begint. In dat derde deel wordt het pas echt concreet. Daar maakt de schrijver duidelijk in welke zin een herijking van het christelijk geloof nodig is. Dat draait met name om de begrippen God, liefde en vrijheid. Het komt aan op “empathie, compassie, goed naar elkaar luisteren, er zijn voor elkaar en elkaar dragen”. Gelovigen gedijen het beste in een subcultuur die protesteert tegen onmenselijkheid en niet meegaat met de tijdgeest wanneer die haaks op het evangelie staat. Je kunt je afvragen of die boodschap genoeg urgentie heeft om mensen weer warm te maken voor het christendom. Maar het blijft een uiterst sympathiek verhaal.

.

januari 2019

11_Boekbespreking_04R.indd 55

55

12-12-18 15:54


boeken ✽

Kort Recensies Jan Peter Schouten Aangenaam kennis te maken Vanaf de dertiende eeuw bezoeken westerlingen het Indische subcontinent. Hoe keken ze aan tegen het daar heersende hindoeïsme? De auteur bespreekt ‘de voorgeschiedenis’ van de dialoog tussen christenen en aanhangers van het zeer gevarieerde ‘hindoeïsme’. Damon, 232 blz., € 19,90 Meindert Dijkstra Palestina en Israël Midden-Oostenkenner en exegeet belicht de ‘verzwegen geschiedenis’ van Israël en Palestina van de vijftiende eeuw voor Christus tot de Eerste Wereldoorlog. Onmisbaar voor wie het huidige conflict wil begrijpen. Boekencentrum, 352 blz., € 24,99 Luca Consoli & Ronald Tinnevelt (red.) Waarheid en democratie Wat is waarheid in deze tijd van ‘feitenvrije politiek’ en digitalisering? De auteurs richten zich op vier domeinen: politiek, onderwijs, media en wetenschap. Valkhof Pers, 158 blz., € 17,95 Dick Kleinlugtenbelt Moderne levenskunsten Tien levenskunstoefeningen – de kunst van de stilte, van je eigen ritme te vinden, van met rust te laten enzovoorts – maken het leven lichter en energieker, aldus de auteur. Damon, 252 blz., € 19,90 Christiane BerkvensStevelinck En nu ben ik aan de beurt Vermoedend dat de kanker haar fataal zou worden, hield remonstrants predikant Christiane Berkvens een dagboek bij. Ze deelt daarin haar pijn en verdriet en geeft een inkijkje in de manier waarop zij vrede sluit met de naderende dood. KokBoekencentrum, 62 blz., € 9,99

56

11_Boekbespreking_01L.indd 56

Eigenzinnige pa, pientere dochter ongeren vallen in de christelijke kerk vaak tussen wal en schip, terwijl zij juist intense en existentiële vragen hebben over geloof, leven, dood en vergeving. De oude taal van de kerk sluit niet aan bij hun beleving en ook in geloofsboeken worden jongeren zelden aangesproken, merkten theoloog Frank Bosman en zijn 17-jarige dochter Lisanne. Hoog tijd om daar verandering in te brengen. In Vader, dochter, heilige geest bevragen zij elkaars geloof en overtuigingen. De wisselwerking tussen de eigenzinnige Bosman en zijn dochter is dynamisch. “Dochter. Weet je dat je vaak de neiging hebt om de vraag niet te beantwoorden maar hem juist moeilijker te maken? Vader. Misschien wel. Maar geloven is niet voor domme mensen, of luie mensen, of mensen die liever niet willen nadenken. Wie echt wil geloven, zet alles op het spel. Neemt alle risico’s. Omdat je weet dat het ’t waard is.” Verschillende onderwerpen passeren de revue. Vader en dochter spreken onder andere

J

over de kerk (‘waarom kerkmensen zulke eikels zijn’), over bijbelse verhalen (‘waarom Jezus dood moest’) en over vriendin Roos, die kanker kreeg. “Heeft Roos niet hard genoeg gebeden dan?’, vraagt Lisanne zich af. Samen met haar vader reflecteert ze: kan God zowel rechtvaardig als almachtig zijn? Wie zelf met een zoon of dochter over geloofszaken wil spreken, kan hier de kunst afkijken. En wie niet dagelijks te maken heeft met een puber vol vragen, zal verrast worden door de meningen en inzichten van de pientere Lisanne. Een komisch boek dat makkelijk wegleest, maar de belangrijke zaken van het leven niet schuwt. (Jasmijn Olk)

Frank en Lisanne Bosman Vader, dochter, heilige geest Berne Media, 192 blz., € 17,90

De wereld kan beter Het kan anders! Deze woorden stonden voor de ambities van Oikos. Het kan duurzaam, het kan eerlijk en het kan samen. Oikos – afkorting van Oecumenische Instituut Kerk en Ontwikkelingssamenwerking, maar ook Grieks voor ‘huis’ – sloot afgelopen jaar noodgedwongen zijn deuren. Het kerkelijk draagvlak is in de loop der jaren verdampt; de (subsidie)prioriteiten van de overheid zijn verschoven. Het Oikos-bestuur had het gelukkige idee om scheidend directeur David Renkema te vragen om de nalatenschap op te maken. Niet om zich daarmee een plaatsje in de eeuwigheid te verwerven, maar wel om te zien hoe en waar de erfenis van Oikos dienstbaar kan zijn voor wie ook nu nog geloven dat onze wereld een stuk beter kan. Natuurlijk is het boek deels toch een historisch boek geworden. Het overzicht van de vele zaken waarmee Oikos zich via onderzoek, campagnes en lobby’s zich mee heeft beziggehouden, is bepaald indrukwekkend: verantwoord beleggen, schuldkwijtschelding aan arme

landen, een rechtvaardig belastingstelsel, voedselzekerheid, klimaat enzovoorts. Maar, inderdaad, geschiedenis zijn die maatschappelijke thema’s geen van alle. Voor de komende tijd ziet de auteur drie uitdagingen: groeiende ongelijkheid, de kansen voor komende generaties (klimaatverandering) en conflicten. Boeiend is wat Renkema schrijft over achterliggende wereldbeelden. Noch het model van de mondiale markt noch dat van de veilige regio biedt volgens hem echt perspectief. Hij zet dan ook in op twee andere wereldbeelden: ‘mondiale solidariteit’ en ‘zorgzame regio’. De spannende uitdaging voor Oikos toen en voor ons nu is om zowel wereldwijd te denken als lokaal te handelen. (Jan van Hooydonk) David Renkema Geloven in een betere wereld Skandalon, 158 blz., € 15,-

januari 2019

12-12-18 15:53


✽ dichterbij Rik Zweers

Tekst: Bert van der Kruk Beeld: Rutger Heijmerikx

Voor alles bang Rik Zweers (Kampen, 1990) is Jonge Theoloog des Vaderlands. Hij studeert godsdienst pastoraal werk aan de VIAA Hogeschool in Zwolle.

Voor alles (fragmenten) Voor alles bang geweest, voor alles altijd bang geweest. Voor te veel mensen in een lift of streekbus of gewoon een kamer. Voor de krans van melkwegen, sluiers, nevels en hun zwarte gaten. Voor m’n eigen brein, een stuk of wat insecten, vrouwen, hun stemmingen en stemmen, voor kokend water, vliezen, scharen, ademhaling. Voor de waarheid of liever de dynamiek van harde feiten. Voor toekomst, verleden, het stuiterende hier en nu. Voor types die met messen spelen. Voor dieren hoewel niet de meeste. Voor personen die snoevend zeggen vrij te zijn van alle vrees. Voor gebouwen zonder ramen, voor doodgaan, alle doden. Voor doodzijn misschien iets minder. Voor deze constatering. Voor constateren. Voor kinderen die vragen stellen. Maar meer nog voor die vragen. Voor alles bang geweest, voor alles altijd bang geweest. Maar niet voor jou, nee, niet voor jou.

Joost Zwagerman (1963-2015) uit: Voor alles ( Arbeiderspers, 2014), door Wende Snijders bewerkt tot lied.

oen ik dit lied voor het eerst hoorde, kwam het meteen bij me binnen. Je hebt dat soms met teksten: die raken direct je ziel. Dat gebeurde toen ik Wende Snijders dit lied hoorde zingen op tv. Het is een opsomming van dingen waarvoor Joost Zwagerman allemaal bang is geweest. Sommige dingen zeggen me niets. Maar wat meteen aankwam, was die zin over de waarheid, of liever de dynamiek van harde feiten. Ik kom uit de vrijgemaakt-gereformeerde hoek. De vrijgemaakt-gereformeerden hebben een tijdlang beweerd dat zij de ware kerk vormen. De waarheid was te vinden in dogma’s en zekerheden. Je zou zeggen: als je over geloof praat, ben je op wankel terrein; het is een zaak van het hart of de ziel, waarover je misschien met iets meer terughoudendheid spreekt. Maar vanuit mijn vrijgemaakte opvoeding heb ik vooral geleerd om er met grote zekerheid over te praten. Dat is inmiddels voorbij. Als het nu over God of de waarheid gaat, ga ik hakkelen en stamelen.

‘T

dat Hij op het laatste moment toch mensen redt. Zoiets. Maar zo werkt het natuurlijk niet. Ik ben anders naar waarheid gaan kijken. Als ik nu voel dat iemand de waarheid in pacht denkt te hebben, jaagt me dat angst aan. Als iemand heel stevig in zijn schoenen staat, heb ik de neiging aan zijn stoelpoten te gaan zagen. Zo zeker kan het allemaal niet zijn. Ik vind het interessanter om met mensen te praten over de zaken waarover ze onzeker zijn. Dan heeft een gesprek zin, dan voel je: hier is zich iets aan het ontwikkelen. Je hoeft elkaar niet te overtuigen; het is zoeken naar iets wat waar kan zijn.

Ik beluister dit lied als een soort psalm. Daar zit ook vaak een vijand in. Ik heb wel de neiging om mijn angsten als vijand te zien. Ik ben voor veel dingen bang. Om mijn familie te verliezen bijvoorbeeld. Mijn vader is nu een weekje op de Canarische Eilanden, dus ik droom deze week vast een keer dat hij doodgaat. De angst dat er iets met mezelf gebeurt. De angst dat ik mezelf belachelijk maak. Het zijn geen doodsangsten, maar eerder angsten voor het leven. Mijn moeder overleed toen ik 22 Misschien ben ik gewoon bang om was. Je kunt daar van tevoren goed het leven aan te gaan. Het erkennen over nagedacht hebben, maar op het daarvan geeft voor mezelf lucht en moment dat het gebeurt, raak je de ruimte. Dat gebeurt in dit lied ook, controle kwijt. Als je die zekerheid aan het einde. Net als in een psalm en veiligheid verliest, komt de angst zit er niet alleen een vijand in, maar voorbij. Dan ontstaat ook de angst om ook een soort wens: dat je bevrijd alles in één keer te verliezen, zoals wordt of dat God er toch is. Voor mij ergens in het gedicht staat. Ik zag dat is dat de wens dat ik nooit bang ben mijn moeder steeds minder kon, dat voor God en dat God leven geeft. ze stukje bij beetje ging sterven. Daar- Naarmate het lied vordert, word je door werd het zaadje van de twijfel bijna bang voor het einde. Maar het geplant. Toen ze overleed, viel de mooie is dat het toch in harmonie grond onder mij vandaan. Ik voelde eindigt. Voor alles altijd bang geweest, mij misschien een beetje zoals Jezus, maar niet voor jou. Er is uiteindelijk toen hij aan het kruis hing en zei: iets waarvoor je níet bang bent. En Mijn God, mijn God waarom hebt gij dat idee geeft je de sleutel. Daarmee mij verlaten? Ik had gedacht dat God kun je de moed opbrengen om de dit soort dingen kon tegenhouden, angst aan te gaan.”

.

januari 2019

11_Dichterbij_01R.indd 57

57

12-12-18 15:51


02

Jaarmijmeringen

VOLGENDE VOLZIN VERSCHIJNT 1 FEBRUARI 2019

De hond moest er na het eten nog even uit. Oudejaarsavond, dus het was al pikkedonker, het miezerde een beetje. Ik was een jaar of zestien. Traditiegetrouw was het dorp vanaf de vroege ochtend in een soort oorlogsgebied veranderd, maar ook soldaten moeten eten en nu was het betoverend stil. De rondhangende vuurwerkdampen raakten onderweg naar mijn neus vermengd met de stampotachtige geuren die uit de huizen stroomden. Al het leven had zich voor een paar uur verplaatst naar de warm verlichte huiskamers aan de andere kant van de ramen. Aan deze kant was niemand; ik was alleen op de wereld, alleen samen met Sem.

In ban de Pau van lus

‘In de tijd van Paulus was er nog helemaal geen christendom’ Peter van ’t Riet, Pauluskenner

Vooruitblik Was de APOSTEL PAULUS christen of jood? Vrouwenhater of verdediger van de vrijheid? En waarom lopen filosofen van nu met hem weg? De special in het februarinummer geeft antwoord. Plus: hoogleraar MINEKE SCHIPPER over vrouwenbeelden, rapper AKWASI over zwart en wit, en de Vaticaanse MISBRUIKTOP. 58

11_Dichterbij_02L.indd 58

Jeroen Fierens

In steeds heftigere golven, die uiteindelijk hun weg naar mijn gezicht vonden, kwam een gevoel van dankbaarheid over me heen. Het was een heftig jaar geweest; in mijn zoektocht naar de zin van het leven was ik diverse extreme kanten op geslingerd, van heftige Jezuskerken naar wazige new age-shit. Ik was, in elk geval voor mijzelf, uit de kast gekomen en had mijn eerste korte maar intense relatie met een jongen gehad. Ik worstelde soms met het leven, maar genoot bovenal volop van de kansen die ik kreeg om er mijn eigen weg in te vinden. De jaren vlogen voorbij, maar de wandeling is gebleven. Iedere oudejaarsdag glip ik een uurtje weg uit de oliebollen- en vuurwerkgekte. Ik ben dankbaar voor de mensen met wie ik het oude jaar mag afsluiten en het nieuwe mag inluiden, ik blik terug op wat er allemaal in het afgelopen jaar gebeurd is. Ik sta stil bij waar ik nu sta: waar ben ik blij mee, wat zou ik graag anders willen, wat kan ik daaraan doen en hoe hoop ik hier volgend jaar op deze dag te staan? Een jaar of vijf geleden is het ritueel uitgebreid met het opschrijven van deze jaarmijmeringen. Dat kan heel eenvoudig, een kantje is genoeg. Het is alsof ik daarmee een stukje van mijzelf vastleg voor in de toekomst, een spiegel om mijzelf een jaar later in aan te kunnen kijken. Die spiegel kan soms confronterend en pijnlijk zijn, een wake-upcall, maar minstens zo vaak herinnert hij me eraan dat ik eigenlijk ontzettend gelukkig ben met mijn leven. Jaarmijmeringen kunnen overigens ook prima in de eerste weken van januari plaatsvinden. Ik raad het u van harte aan!

Jeroen Fierens is programmeur, een beetje schrijver en levensbeschouwer.

januari 2019

12-12-18 15:50


NIEUW: ‘Verwondering’

Een boek met kunst en poëzie van Jan Jippe van Herrikhuijzen

Al 33 jaar dé specialist RUSLAND MONGOLIË CHINA GEORGIË ARMENIË 108 pagina’s in kleur. Het boek is zeer geschikt als geschenk. Bestellen voor €24,90 (Nederland) of €26,45 (Europa) inclusief verzendkosten kan hier: webwinkel.uitgeverij-fama. nl/de-verwondering

OEKRAÏNE BALTISCHE LANDEN FINLAND INDIVIDUELE- EN GROEPSREIZEN • MAATWERK • CITYTRIPS • RIVIERCRUISES FLY & DRIVES • TRANS SIBERIË EXPRESS EN ANDERE TREINREIZEN

2019

Vraag nu de gratis brochure aan!

RUSLAND

MONGOLIË CHINA GEORGIË

Verwondering, we kennen het allemaal; een sterrenhemel met miljarden sterren, intense stilte in een weids landschap, prachtige herfstkleuren; je voelt je een kort ogenblik verbonden met de ultieme schoonheid van de wereld rondom je. Alle zintuigen werken optimaal, je drukke hoofd trapt op de rem. Vanuit die stille verwondering kan inzicht en inspiratie ontstaan. De afbeeldingen en gedichten zullen bij veel mensen die zich verbonden voelen met zelfonderzoek, mededogen en universele wetten, gedachten kunnen oproepen

van koestering en herkenning. De kunstenaar heeft met zijn werk getracht zijn verwondering een zichtbare en esoterische betekenis te geven. Vooral licht is daarbij een terugkerend thema. De schilderijen zijn veelkleurig - hier en daar vergezeld van een vleugje humor – en nodigen de kijkers uit tot bezinning. Abstracte vormen en taferelen komen samen die de beschouwer uitnodigen tot nadere beschouwing om daardoor steeds weer nieuwe inzichten te krijgen; inzichten die kunnen leiden tot inspiratie.

FAMA geeft boeken uit over allerlei onderwerpen die met vrijmetselarij, maar ook zingeving in de ruimste zin te maken hebben. Kijk maar eens op: uitgeverij-fama.nl

ARMENIË OEKRAÏNE BALTISCHE LANDEN FINLAND

22_Cover_01R.indd 3

020 – 2012777 | INFO@BOLSJOJ.NL | WWW.BOLSJOJ.NL

12-12-18 16:30


Nr 1 · januari 2019 · jaargang 18 · volzin.nu

Stefan Paas Theoloog des Vaderlands Duurzaamheid Zonder plastic leef je beter Paul Ricoeur ‘Blijf altijd hoopvol’ Koetsveld & Odaci ‘Geen wij en zij’

✽ a brW entgt 2019? Winnaars Volzin-schrijfwedstrijd 2018

KUNST & RELIGIE: HEMELS OF HELS? pagina 30

Columnisten Roel Abraham ✽ Wilma Hartogsveld ✽ Jeroen Fierens

22_Cover_01R.indd 2

12-12-18 16:30


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.