ZuivelZicht 10 2019

Page 1

Jaargang 111 | Nummer 10 | Oktober 2019

ZuivelZicht

Mozzarella snelt Gouda voorbij op Europese kaasmarkt

WOJCI ECHOW SK I Nieuwe commissaris moet EU-beleid op de schop nemen

I D F - CO N G RES ‘Zuivelgemeenschap is zich bewust van sleutelpositie’


Een oplossing voor het snijden van kaas Snijmachines voor al uw productievereisten Urschel biedt een breed scala aan snijmogelijkheden voor kaas. Elke machine is uitgevoerd in roestvrijstaal en gemaakt volgens de kwaliteitsnormen van Urschel. We geven ondersteuning en service voor een lange levensduur van uw machine. Bediening met èèn druk op de knop bespaart tijd en arbeidskosten. De machines zijn ontworpen voor een continue, ononderbroken productie tegen een zo hoog mogelijke capaciteit. Neem contact op met Urschel en ontdek hoe wij u kunnen ondersteunen met de ontwikkeling van u product.

Neem contact met ons op voor een gratis demonstratie met uw product. URSCHEL B.V. | netherlands@urschel.com | www.urschel.nl ® Urschel, Urschel logo symbol, and The Global Leader in Food Cutting Technology are registered trademarks of Urschel Laboratories, Inc. U.S.A.


INHOUD

20

16

22 Visie 6

Zuivelcongres VN-doelen centraal tijdens WDS

10 KoeMonitor Nieuwe systematiek voor borging diergezondheid en -welzijn

12 EU-commissaris Pool Janusz Wojciechowski moet EU-landbouwbeleid hervormen Mozzarella is de laatste jaren een gewild product geworden op de Europese zuivelmarkt. Foto: Shutterstock

14 Symposium Melkvetzuren als nieuwe indicator voor diergezondheid

16 Voedingswaarde Belgische gezondheidsraad: zuivel in voedingspatroon is belangrijk

Bedrijf 17 Tetra Pak Nieuwe vinding vergroot capaciteit Zweedse fabriek Arla Foods

www.zuivelzicht.nl

18 Rabobank Bank komt met nieuwe visie op melkveehouderij

20 Zuivelmuseum Cultureel erfgoed bijeengebracht in Wapenveld

22 Ornua Ierse exportorganisatie loopt achter op schema vijfjarenplan

Markt 24 Biomarkt Groei biosegment stagneert

25 Verpakking Inzameling en recycling van zuivelpakken komt op stoom

26 Analyse Annual Insight analyseert opkomst mozzarella

29 Marktcijfers Ontwikkelingen op de zuivelmarkt

ZuivelZicht oktober 2019

3



ZuivelZicht

ZI JLI JN

ZuivelZicht is een uitgave van BDUvakmedia ISSN 0165-8573 Postbus 67, 3770 AB Barneveld www.bdumedia.nl

vakmedia

Duurzaam evenwicht

Uitgeefteam Corina Kuipers (uitgever), Ron van de Hoef (salesmanager), Peter Vorstenbosch (hoofd content) Redactie ZuivelZicht Postbus 93044 2509 AA Den Haag T: 070 2191707 E: redactie.zuivelzicht@bdu.nl I: zuivelzicht.nl Hoofdredactie René van Buitenen E: r.v.buitenen@bdu.nl Contentregie

En zo rollen we van de ene in de andere crisis. Terwijl veehouders nog worstelen met de fosfaatwetgeving en het klimaatakkoord nog moet uitgewerkt worden, zet de stikstofcrisis Nederland grotendeels op slot. De politiek zoekt uit alle macht naar een oplossing, zodat de vergunningverlening weer op gang kan komen, er weer gebouwd kan worden en Nederland vooruit kan. Er is een nieuw evenwicht nodig tussen natuurbelang en economisch belang. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Een gedegen oplossing die ook op de

Albert Schuurman E: redactie.vakmedia@bdu.nl Medewerkers aan dit nummer Ria Besseling, Yves De Groote, Robert den Hertog, Sjoerd Hofstee, Hermann-Josef Martin, Johan Oltvoort, Bert Westenbrink Advertenties Hielke van der Werf T: 020 5736056, E: h.v.d.werf@bdu.nl Abonnementen Abonnementsprijzen (12 nummers): € 127,90 (studenten € 72,29); buitenland: € 169,04. Proefabonnement (3 edities): € 11,81. Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan en lopen automatisch door, tenzij uiterlijk 2 maanden voor de vervaldatum is opgezegd bij de abonnementenservice. Zakelijke abonnementen worden niet tussentijds beëindigd. Abonnementenservice Abonnementenservice BDUvakmedia Postbus 67, 3770 AB Barneveld T: 0342 494882, E: abonnementen@bdu.nl

Het kabinet ontneemt de melkveehouderij de mogelijkheid om zich op gezonde wijze verder te ontwikkelen

lange termijn stand houdt, is niet eenvoudig. Er zijn weinig bedrijfstakken te bedenken waar beide belangen zo sterk naar voren komen als in de zuivelsector. Het grondgebonden karakter van de melkveehouderij kenmerkt het Nederlandse landschap. Melkveehouders zijn de dragers van het platteland. Zij dragen tegelijkertijd bij aan de economische bedrijvigheid op het platteland, samen met de toeleverende industrie, de zuivelindustrie en de zuivelhandel. Keer op keer blijkt dat het evenwicht tussen de zorg voor de natuurlijke omgeving en de zorg om bij te dragen aan de welvaart, wankel. Om gezond vooruit te kunnen zal de zuivelsector beide belangen voortdurend moeten bewaken. In de oplossing van het stikstofprobleem die het kabinet recent voorstelde, is die balans zoek. Partijen van buiten de landbouw kunnen volgens de laatste voorstellen onbeperkt stikstofruimte opkopen in de landbouw. Bovendien worden bij aankoop fosfaatrechten ingekomen. Op die manier ontneemt het kabinet de melkveehouderij de mogelijkheid om zich op gezonde wijze te verder ontwikkelen. Veehouders kunnen zo onmogelijk investeren in duurzame oplossingen die tegemoetkomen aan nieuwe en steeds veranderen eisen van markt en maatschappij. Laat staan dat ze kunnen investeren in maatregelen om bijvoorbeeld de doelen uit het klimaatakkoord te halen.

Ontwerp: Giesbers Communicatie Groep, Duiven Druk: Vellendrukkerij BDU, Barneveld

René van Buitenen Hoofdredacteur

ZuivelZicht oktober 2019

5


V I SI E

IDF-voorzitter Judith Bryans: “De zuivelsector heeft voldoende expertise om de uitdagingen aan te gaan.” (Foto: IDF)

VN-doelen duurzamere wereld centraal tijdens wereldzuivelcongres

‘Zuivelgemeenschap is zich bewust van sleutelrol’ De internationale zuivelsector heeft een belangrijke taak in het realiseren van de zeventien duurzaamheidsdoelen van de Verenigde Naties. Daar is zowel de zuivelgemeenschap als de wereldvoedselorganisatie FAO van overtuigd. Die status schept verplichtingen, bleek tijdens het wereldzuivelcongres van de IDF vorige maand in Istanbul. Tekst: René van Buitenen

6

ZuivelZicht oktober 2019


V I SI E

Drie jaar geleden sloot de internationale zuivelgemeenschap de handen ineen om de armoede in de wereld terug te dringen, de voedselzekerheid te verbeteren en de klimaatverandering tegen te gaan. Dat gebeurde in Rotterdam, waar de internationale zuivelorganisatie IDF en de wereldvoedselorganisatie FAO samen de ‘Declaration of Rotterdam’ ondertekenden. Een verklaring waarmee beide partijen duidelijk maakten dat zuivel essentieel is om de genoemde doelen te realiseren. Sindsdien schaarden tientallen nationale zuivelorganisaties zich achter de verklaring. Afgelopen maand tijdens het jaarlijkse congres van de IDF (deze keer in Turkije) voegde de zuivelorganisatie van India zich in de rij van ondertekenaars. De verklaring is gebaseerd op de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s) waarmee de Verenigde Naties een eind willen maken aan armoede, ongelijkheid en klimaatverandering in 2030.

Zuivel essentieel Tijdens het IDF-congres in Istanbul legde de directeur voor dierlijke productie en diergezondheid bij de FAO, Berhe Tekola, uit waar de mogelijkheden

voor de zuivelindustrie liggen om bij te dragen aan de doelen. Kern van zijn verhaal: zuivelproducten zijn essentieel voor een evenwichtig, voedzaam en gezond voedingspatroon. Want een hogere melkproductie stelt meer mensen in staat voedzame producten tot zich te nemen, vergroot tegelijkertijd het inkomen van kleine boeren en leidt uiteindelijk tot meer welvaart op het platteland. Zuivel levert zodoende een belangrijke bijdrage aan de economische ontwikkeling van arme landen. Belangrijke voorwaarde is volgens de FAO-directeur dat deze landen wel worden geholpen de productie op te voeren en de beschikking krijgen over een goed distributiesysteem; daar wil het nogal eens aan ontbreken naar mening van de FAO-directeur.

Spagaat Tegelijkertijd stelt Tekola vast dat het opvoeren van de melkproductie tot een hogere uitstoot van broeikasgassen leidt. De absolute uitstoot van broeikasgassen uit de zuivelsector is tussen 2005 en 2015 volgens de FAO opgelopen, maar de gemiddelde uitstoot per liter melk loopt wel terug. Waar de zuivelsector aan de ene kant

dus belangrijk is voor de ontwikkeling van de welvaart in onderontwikkelde landen, speelt zij volgens de FAO ook een sleutelrol in het beheer van het ecosysteem op de wereld, bij de klimaatverandering en de biodiversiteit. Om uit die spagaat te komen zal de zuivelsector de inspanningen om de wereldwijde productie op te voeren zorgvuldig moeten plannen en de effecten op het klimaat tegelijkertijd goed moeten monitoren.

Opdracht Judith Bryans, voorzitter van de International Dairy Federation, erkent de positie van de zuivelsector, zoals de FAO-directeur die schetst. “We hebben als internationale zuivelgemeenschap de opdracht om een bijdrage te leveren aan het voeden van de groeiende wereldbevolking, binnen de grenzen die de planeet stelt. Dat is een hele uitdaging, maar die gaan we niet uit de weg”, betoogt Bryans tijdens het congres. “Uitdagingen beschouwen we als kansen; we zijn sterk genoeg om die te benutten.” Bryans merkt op dat er de laatste jaren verschillende kritische rapporten over de landbouw zijn verschenen, die een krimp van de productie bepleiten vanwege de impact van de landbouw op het klimaat. “Die rapporten gaan er aan voorbij dat zuivelproducten noodzakelijk zijn om de bevolking in onderontwikkelde landen aan een betere toekomst te helpen.” Volgens Bryans is de zuivelsector zich bewust van haar ecologische footprint en is zij al een aantal jaren bezig om die te verkleinen. “Daar blijven we aan werken. We vertegenwoordigen als IDF meer dan 75 procent van de wereldwijde zuivelsector en we hebben voldoende expertise opgebouwd om de uitdagingen aan te gaan.” Verwijzend naar de hit van Elvis Presley ‘A Little Less Conversation’ riep Hanne Søndergaard van Arla Foods de internationale zuivelgemeenschap op in actie te komen. (Foto IDF)

ZuivelZicht oktober 2019

7


V I SI E

Tanzania Tijdens het congres lieten verschillende zuivelbedrijven zien hoe zij de handschoen hebben opgepakt. Zo legde Margrethe Jonkman namens het Global Dairy Platform uit hoe dit consortium van internationale zuivelbedrijven de positie van de Afrikaanse bevolking tracht te verbeteren. Onder andere Fonterra, Land O’ Lakes, FrieslandCampina, Arla Foods en Mengniu hebben daarvoor samen met project Dairy Nourishes Africa opgezet. Het eerste speerpunt is Tanzania. Dat is een land waar de bevolking naar verwachting de komende vijftig jaar zal groeien van 54 naar 187 miljoen inwoners. Tanzania bezit de op een na de grootste melkveestapel van Afrika, maar de melkproductie per koe is er lager dan waar ook in Afrika. De bevolking is bovendien sterk ondervoed, terwijl het percentage obesitas met name bij vrouwen tussen de vijftien en 49 jaar erg hoog is. Samen met de overheid en maatschap-

Uniform duurzaamheidsmodel Zowel FrieslandCampina als Arla Foods maakt deel uit van Dairy Sustainable Partnership. Dat is een samenwerkingsverband van een groot aantal bedrijven in de internationale zuivelindustrie, waaronder ook Fonterra, Danone, Nestlé, Unilever en Molkerei Ammerland. Ook afnemers van zuivelproducten, zoals Ahold, Starbucks, Mars, Coca-Cola en Reckitt Benckiser, participeren. Gezamenlijk vertegenwoordigen de deelnemers ongeveer 30 procent van het wereldwijde melkvolume. Een vertegenwoordiging van de groep presenteerde tijdens het wereldzuivelcongres in Istanbul een uniform model om de keten te verder verduurzamen. Het model stelt partijen namelijk in staat om op basis van gelijke duurzaamheidscriteria zuivelproducten in te kopen. Door de eenheid in verslaglegging zijn er bovendien minder verschillende onderlinge audits nodig en hebben bedrijven minder administratieve lasten. Tegelijkertijd vergroot het model volgens de initiatiefnemers de transparantie op duurzaamheidsissues. Het model onderscheidt vijf niveaus van verduurzaming en is erop gericht om de prestaties voortdurend te verbeteren.

De zeventien duurzaamheidsdoelen van de Verenigde Naties.

pelijke organisaties tracht het Global Dairy Platform de productie van melk in Tanzania op te voeren en de zuivelconsumptie te verdubbelen. Nog eind dit jaar verwacht de organisatie daarvoor een concreet plan gereed te hebben.

Nutriënten Individuele bedrijven doen zelf ook het nodige. FrieslandCampina heeft het Dairy Development Program. Dat is erop gericht om de kwaliteit en de opbrengst van de melkproductie in minder ontwikkelde zuivellanden te verbeteren. Ook zet de onderneming in op de innovatie van duurzame slimme oplossingen voor de keten, maakt Jonkman, bij FrieslandCampina verantwoordelijk voor Research & Development, duidelijk. “We moeten niet praten over voeding, maar over nutriënten. Melk is een nutriëntenrijk product gegeven door de natuur.” Dat is slechts één aspect van duurzame voeding. Het effect op de omgeving; dat het lekker smaakt en gemakkelijk verkrijgbaar is, zijn drie andere aspecten die volgens Jonkman ook altijd moeten worden meegenomen in de beoordeling of een voedingsmiddel voldoende duurzaam is. Dat betekent voor FrieslandCampina bij voorbeeld dat de onderneming met slimme oplossingen mogelijkheden zoekt om de footprint te verkleinen, haar milieuprestaties inzichtelijk maakt en er ook voor zorgt dat consumenten de gedane investeringen weten te waarderen door een hogere prijs voor het product te betalen.

Arla Foods Bij Arla Foods staat reductie van de

8

ZuivelZicht oktober 2019

uitstoot van broeikasgassen centraal bij de verduurzaming van de productie, blijkt uit de bijdrage die Hanne Søndergaard aan het congres levert. Zij is hoofd van de marketingafdeling bij het zuivelconcern. Ze stelt dat duurzaamheid in de loop der jaren een uiterst complexe materie is geworden, niet in minst doordat iedereen er een mening over heeft, die vaak via sociale media sterk wordt uitvergroot. “De discussie wordt gedomineerd door emotie en niet meer door de ratio. Dat is iets waar we mee moeten zullen leren.”

Te weinig actie Søndergaard meent dat er te veel over verduurzaming wordt gepraat en te weinig actie wordt ondernomen. Arla is het menens, wil ze er maar mee zeggen. ”Wij werken er samen met onze veehouders hard aan om de melkveehouderij te verduurzamen. Want dat is de keten waar de meeste uitstoot van broeikasgassen plaatsvindt. We faciliteren onze veehouders en stimuleren ze om de CO2-uitstoot op hun bedrijven terug te brengen.” Het moet er toe leiden dat Arla Foods in 2050 CO2-neutrale melk levert. En over tien jaar wil het concern dat de uitstoot met 30 procent is teruggebracht. Een realistische opgave, meent Søndergaard. Ze riep de uitdagingen van tien jaar geleden in herinnering. “Toen hadden we te kampen met lage prijzen en hevige schommelende opbrengstprijzen. We hebben geleerd met die volatiliteit om te gaan. We zullen ook met de huidige uitdagingen leren omgaan.”


De Nr.1 specialist in gereviseerde zuivelmachines Melk Yoghurt Boter

Margarine Smeltkaas Kaas 2.000 machines in voorraad Garantie bij levering Snelle levertijden Lage investering Complete projecten

+31(0)348-558080 info@lekkerkerker.nl

C. van ‘t Riet Zuiveltechnologie b.v.

www.lekkerkerker.nl

t. 0172- 57 1304 m. info@rietdairy.nl i. www.rietdairy.nl

U se w pa rvi ce rtner ,o nd voo erh r p ou om d e pe n o n, a nd dvi erd es ele , n.

Uw voordelen: V Beste reinigbaarheid: CIP/SIP V EC1935/2004, FDA, 3A, EHEDG, ATEX V Low shear: geen productbeschadigingen V Lage Total Cost of Ownership (TCO)

VERDER HYGIËNISCHE POMPEN Om de perfecte zuivelproducten mee te maken

VERDER BV Leningradweg 5

TEL +31 (0)50 549 59 00

9723 TP Groningen

MAIL info@verder.nl

The Netherlands

WEB www.verder.nl


V I SI E

Nieuwe systematiek

KoeMonitor voor borging diergezondheid en dierwelzijn De Nederlandse zuivelsector krijgt wereldwijd veel erkenning voor de hoge kwaliteit van zijn producten. Om de hoge standaard vast te kunnen houden werkt de sector voortdurend aan verbetering van de diergezondheid, het dierenwelzijn en de voedselveiligheid. In dat verband komt vanaf 2020 KoeMonitor beschikbaar. Tekst: RenĂŠ van Buitenen

ZuivelNL, de ketenorganisatie van de zuivelsector, introduceert komend jaar KoeMonitor. Dat is een nieuwe systematiek om de diergezondheid, het dierenwelzijn en de voedselveiligheid in de melkveehouderij te borgen. KoeMonitor

komt vanaf januari 2020 beschikbaar voor alle zuivelondernemingen in Nederland. Zij kunnen daarmee aantonen dat de melk die hun veehouders leveren en die zij verwerken, voldoet aan de wettelijke eisen.

Producenten van voedingsmiddelen moeten voldoen aan de eisen zoals die zijn vastgelegd in nationale en in Europese verordeningen. Voor melkveehouders en zuivelondernemingen geldt onder meer de EU-hygiĂŤneverordening;

Melk moet volgens de wet afkomstig zijn van dieren die in een goede algemene gezondheidstoestand verkeren. (Foto: NZO)

10

ZuivelZicht oktober 2019


V I SI E

die bevat gezondheidsvoorschriften voor de productie van rauwe melk. Rauwe melk moet afkomstig zijn van dieren die geen symptomen vertonen van een besmettelijke ziekte die via melk op de mens kan worden overgebracht. Ook moet melk volgens de wet afkomstig zijn van dieren die in een goede algemene gezondheidstoestand verkeren, geen ziekteverschijnselen vertonen die zouden kunnen resulteren in besmetting van de melk en die niet lijden aan aandoeningen van de voortplantingsorganen waarbij afscheiding plaatsvindt, aan darmontsteking waarbij diarree en koorts optreden of aan een zichtbare uierontsteking. De zuivelsector heeft daarnaast te maken met de EU-controleverordening/Officiële Controle Verordening. Die schrijft voor waaraan de officiële controle van voor menselijke consumptie bestemde producten moet voldoen.

Aantonen KoeMonitor is een systematiek waarmee producenten van zuivelproducten volgens ZuivelNL kunnen aantonen dat zij voedsel produceren volgens de wettelijke eisen. KoeMonitor omvat verschillende onderdelen die aantonen dat de regels voor diergezondheid, het

KoeMonitor is vanaf januari 2020 beschikbaar voor alle zuivelondernemingen dierenwelzijn en de voedselveiligheid van melk in de melkveehouderij worden nageleefd (borgen) en dat uitsluitend melk van gezonde koeien wordt verwerkt tot levensmiddelen. Ook geeft KoeMonitor invulling aan nationale wetgeving, zoals bepaalde onderdelen van de Regeling diergeneesmiddelen, de Regeling Diergeneeskundigen en aan een aantal bovenwettelijke eisen van de kwaliteitssystemen van zuivelondernemingen.

Bundeling De bestaande management- en borgingssystemen die daar nu nog voor worden gebruikt zijn in KoeMonitor gebundeld. Hierdoor vervalt de overlap en ontstaat er een efficiëntere en transparantere werkwijze voor melkveehouders, dierenartsen en de zuivelindustrie. KoeMonitor is ontwikkeld door belangenorganisaties van melkveehouders (LTO en NMV) en zuivelondernemingen (NZO), in samenspraak met de organisaties van dierenartsen (KNMvD en CPD).

Van onze kaasplanken kun je eten )GEGTVKƂ EGGTF XQGFUGNXGKNKI

9Ď RTQFWEGTGP CN LCCT kaasplanken van formaat WKV JGV DGUVG 0QQTF 'WTQRGUG XWTGP

KoeMonitor: drie onderdelen KoeMonitor omvat drie onderdelen: KoeData, KoeAlert en KoeKompas. KoeData is de nieuwe naam voor de Continue Diergezondheidsmonitor. Dat geeft elk kwartaal op basis van objectieve data inzicht in de diergezondheid op het melkveebedrijf en daarmee in het risico dat er attentiekoeien aanwezig kunnen zijn. KoeAlert geeft inzicht in het herkennen van attentiekoeien. Bij een KoeAlert beoordeelt een dierenarts minimaal eenmaal per jaar het proces van herkennen van attentiekoeien en uithouden van melk van deze koeien. KoeData en KoeAlert geven invulling aan de EU-hygïeneverordening 853. Die bepaalt dat veehouders alleen melk van gezonde koeien mogen leveren en dat levensmiddelenbedrijven alleen melk van gezonde koeien mogen ophalen en verwerken tot voedingsmiddelen. KoeKompas bestaat al geruime tijd als managementinstrument en is door verschillende zuivelondernemingen inmiddels in de leveringsvoorwaarden opgenomen. Hiermee werken melkveehouders samen met hun dierenarts aan de verdere verbetering van de gezondheid en het welzijn van de veestapel. Tijdens een (geprotocolleerd) bedrijfsbezoek door een hiervoor opgeleide dierenarts worden de stand van zaken en de mogelijke risico’s op gebied van diergezondheid en dierenwelzijn op het bedrijf in kaart gebracht en voorzien van adviezen. KoeKompas laat zien wat goed gaat, waar mogelijke risico’s liggen en wat nog beter kan in de bedrijfsvoering.

2TKOG 3WCNKV[ %JGGUG $QCTF 2CPGNU

LAMICO B.V. Papierbaan 16-22 9672 BH Winschoten Tel: +31 (0) 597 - 47 17 40 info@lamico.nl

www.lamico.nl


V I SI E

Belangrijke thema’s: voedselzekerheid, milieu en klimaat

Pool Janusz Wojciechowski moet EU-landbouw hervormen Het landbouwbeleid in de Europese Unie wordt de komende jaren aangestuurd door een Pool, Janusz Wojciechowski. De nieuwe landbouwcommissaris moet flink aan de bak, want de Europese Commissie heeft ambitieuze doelstellingen voor wat betreft voedselzekerheid, milieu en klimaat. Landbouw speelt daarin ‘een cruciale rol’. Tekst: Bert Westenbrink

Wojciechowski werd 1 oktober aan de tand gevoeld in het Europese Parlement. De beoogde landbouwcommissaris werd ondervraagd over zijn beleidsstandpunten, maar hij moest ook verantwoording afleggen voor het onderzoek van het Europese antifraudebureau Olaf naar zijn onkostendeclaraties tijdens zijn lidmaatschap van het Europese Parlement (2004-2016). De declaraties zouden onvoldoende gedocumenteerd zijn. De Pool overleefde het verhoor. Met Wojciechowski heeft de EU een landbouwcommissaris die de rituelen in de Europese politiek goed kent. Hij trad in 2004 toe tot het Europees Parlement

(EP), waar hij onder meer vicevoorzitter was van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling. In 2016 verliet Wojciechowski het parlement voor een post van controleur bij de Europese Rekenkamer, de instelling die toezicht houdt op het beheer van de middelen van de EU.

Erkenning In eigen land was de 64-jarige Wojciechowski (jurist, getrouwd, twee zonen), onder meer rechter, parlementslid en staatssecretaris. Ook was hij voorzitter van de Poolse Volkspartij. Zijn benoeming tot landbouwcommissaris

‘Geschikt voor de taak’ Met de benoeming van Janusz Wojciechowski als nieuwe landbouwcommissaris breekt Commissievoorzitter Ursula von der Leyen met een ongeschreven regel, namelijk dat de post van ‘landbouw’ wordt vergeven aan de kleinere lidstaten. Polen met een grote landbouwsector is dat niet. Het besluit is goed gevallen bij de Europese organisatie van boeren en coöperaties Copa-Cogeca. De Fin Pekka Pesonen, secretaris-generaal van Copa-Cogeca, noemt Wojciechowski ‘goed kwalificeert en geschikt voor de taak’. Pesonen verwacht dat de Europese Commissie en daarmee Wojciechowski de boeren in de Europese Unie in staat stelt om met moderne technieken en instrumenten de ambitieuze milieu- en klimaatdoelstellingen te realiseren. Het is een oproep om de sector de ruimte te geven die in het recente verleden ontbrak door blokkerende EU-wet- en regelgeving, onder meer in de plantenveredeling (genetische modificatie).

12

ZuivelZicht oktober 2019

wordt in Polen gezien als erkenning voor de inspanningen om de landbouw in het land te transformeren tot een duurzame bedrijfstak. De Poolse minister van landbouw Jan Krzysztof Ardanowski zei in reactie op de voordracht van Wojciechowski tegen het medianetwerk EurActiv: “Janusz is voorstander van een type landbouw dat ik ook heel erg steun: de duurzame.” Hij voegde eraan toe dat de Poolse landbouwcommissaris voorstander is van steun voor kleine bedrijven en jonge boeren die aan het werk blijven. “Dit is het type landbouw dat in Europa steeds belangrijker wordt.” Maar de benoeming van een Pool op de belangrijke post van landbouw (de toevoeging plattelandsontwikkeling is geschrapt) in de EU wordt ook om een andere reden toegejuicht in Polen en andere landen in Oost-Europa: Wojciechowski kent de landbouw in de voormalige communistische landen van het Oostblok en de kenmerken van de omslag die de sector daar maakt. Ardanowski: “Niet veel mensen begrijpen dat in West-Europa.”

Nieuwe prioriteiten Maar eenmaal in functie achter zijn bureau – de nieuwe Europese Commissie gaat 1 november aan de slag – wacht Wojciechowski als eerste de invoering van het gemeenschappelijke


V I SI E

Janusz Wojciechowski tijdens de hoorzitting met het Europees Parlement, die de Pool ternauwernood overleefde.

landbouwbeleid (GLB) voor 2021-2027. Zijn voorganger, de Ier Phil Hogan, heeft daarvoor het fundament gelegd; Wojciechowski moet dat proces afronden en zich daarna richten op de nieuwe prioriteiten in het beleid van de net aangetreden Europese Commissie. Dit alles in de wetenschap dat de begroting voor landbouw flink naar beneden zal worden bijgesteld, als Groot-Brittannië, een nettobijdrager, uit de EU is gestapt. Commissievoorzitter Ursula von der Leyen gaf in haar missiebrief de nieuwe landbouwcommissaris mee dat het beleid na 2021 ambitieus moet zijn voor wat betreft voedselzekerheid en milieu- en klimaatdoelstellingen. Het is uitdagende ambitie want Wojciechowski moet de doelstellingen op het gebied van klimaat, milieu en

biodiversiteit met name realiseren door het gebruik van pesticiden, meststoffen en chemicaliën ‘in Europa en daarbuiten’ te verminderen. Aan de andere kant krijgt de landbouw in toenemende mate te maken met de gevolgen van de klimaatveranderingen, zijnde weersextremen zoals lange perioden van droogte, toenemende hitte en extreme regenval. Verder moet Wojciechowski met zijn Europese landbouwbeleid de invoering van digitale technologieën (precisielandbouw) stimuleren en ervoor zorgen dat de sector concurrerend kan blijven, een redelijk inkomen kan bieden en jonge boeren kan ondersteunen, zo staat geschreven in de missiebrief van Von der Leyen. Wojciechowski gaat rapporteren aan een Nederlander: Frans Timmermans,

uitvoerend vicevoorzitter en belast met de Europese Green Deal. Dat is een aanwijzing dat het menens is met ‘de ecologische transitie’ die landbouw moet doormaken. Timmermans, die zijn kandidatuur voor het voorzitterschap zag vervliegen door verzet van oostelijke lidstaten (Polen, Roemenië), moet zorgen dat de EU in 2050 klimaatneutraal is. Vooruitlopend op zijn hoorzitting stelde de Nederlander in antwoord op schriftelijke vragen dat de agrarische sector een cruciale rol vervult in het halen van de klimaatdoelstellingen. Dat betekent dat Timmermans er strikt op toe gaat zien dat een flink deel van de landbouwsubsidies (40 procent) tot 2027 worden ingezet om milieu- en klimaatdoelstellingen te halen.

ZuivelZicht oktober 2019

13


V I SI E

Melk groeit verder uit tot bron van data

Melkvetzuren als nieuwe indicator voor diergezondheid Melkvetzuren informeren al over de eiwitbenutting uit het rantsoen, maar bieden de melkveehouder straks ook data over de pensgezondheid van de individuele koe. De vetzurensamenstelling van het melkvet als nieuwe indicator van de gezondheid en de levensduur van melkvee. Tekst: Ria Besseling

Al sinds jaar en dag wordt de melksamenstelling gebruikt om na te gaan hoe de koe het rantsoen benut en wat de metabole status is van de koe. Veelgebruikte parameters zijn het veten eiwitgehalte en de verhouding hiervan. Ook het melkureumgehalte geeft informatie over de benutting van eiwit uit rantsoen. Inmiddels komen

individuele verschillen tussen koeien steeds meer in beeld, terwijl analyses op het niveau van tankmelk de rantsoensamenstelling kunnen evalueren. Melk groeit hiermee verder uit tot een bron van data voor analyse en interpretatie. Tijdens de transitieperiode van de koe kunnen melkvetzuren een indicator zijn voor pens- en stofwisselingsstoornissen

zoals subklinische ketose en subacute pensverzuring. Beide aandoeningen kunnen bij melkvee in de praktijk via een efficiënte en betaalbare routinebepaling van melkvetzuren worden opgespoord. In onderzoek wordt momenteel ingezet op een combinatie van melkvetzuren met andere biomerkers zoals vet-eiwitverhouding en sensordata om het model te optimaliseren, aldus Lore Dewanckele, postdoctoraal onderzoeker van het Department of Animal Sciences and Aquatic Ecology van de Universiteit Gent. Zij was een van de sprekers op de onlangs gehouden bijeenkomst Melk: de spiegel van de koe van Schothorst Feed Research.

Gevoeligheid verschilt

De analyse van melk bij Qlip levert steeds meer indicatoren op voor de gezondheid van de koeien. (Foto’s NZO)

14

ZuivelZicht oktober 2019

De transitieperiode bij melkvee – van zestig dagen voor tot dertig dagen na het afkalven – blijft een cruciale fase. “Door stressfactoren zoals het afkalven zelf, een stijgende melkproductie en een verandering van rantsoen is de koe vatbaarder voor diverse aandoeningen. In deze periode treden namelijk 30 tot 50 procent van alle melkveeaandoeningen op, met drastische gevolgen voor de gezondheid en melkproductie van de koe, voor de vruchtbaarheid van het dier en voor de rentabiliteit van de melkveehouder. Subacute pensverzuring en subklinische ketose komen veel voor”, constateert de onderzoeker. Wanneer de energiebehoefte na het


V I SI E

afkalven door de toenemende melkproductie stijgt, leidt dit vaak tot een ernstige verstoring van de energiebalans. Om te voldoen aan die stijgende energiebehoefte worden lichaamsvetten vrijgesteld. Gemiddeld 15 procent van de koeien krijgt echter een te sterk negatieve energiebalans. Dit gaat gepaard met subklinische ketose door een te hoge vrijstelling van ketonlichamen in het bloed. Het verhogen van het aandeel snel fermenteerbare koolhydraten in het rantsoen is een veel voorkomende manier in te spelen op de verhoogde energiebehoefte van pasgekalfde koeien. Door dergelijke voederpraktijken stijgt echter het aantal gevallen van subacute pensverzuring met en verlaagde zuurgraad in de pens. 19 tot 26 procent van de koeien heeft, ondanks hetzelfde rantsoen en management, last van subacute pensverzuring toonde onderzoek aan, aldus Dewanckele. “Zowel subklinische ketose als subacute pensverzuring veroorzaakt gezondheidsproblemen, minder melkproductie en vruchtbaarheidsproblemen. Beide aandoeningen zijn subklinisch. Met andere woorden: het dier ziet er niet ziek uit.”

Gevoelige koeien opsporen Koeien verschillen in gevoeligheid voor subklinische ketose en subacute pensverzuring. “Door gevoelige koeien op te sporen in de kudde kunnen ze preventief worden behandeld om eventuele schade te vermijden. Voor de melkveehouder is het moeilijk om dieren die er niet ziek uitzien op te sporen. Het zou bovendien interessanter zijn om gevoelige dieren op te sporen voor ze problemen ondervinden.” Enkele melkvetzuren kunnen een indicator zijn voor beide aandoeningen, zo toonden onderzoeken in het laboratorium aan, aldus Dewanckele. Een experiment met 125 hoogproductieve Holstein-melkkoeien toonde aan dat de aandelen van bepaalde vetzuren in het melkvet kunnen worden gebruikt om de gevoeligheid te voorspellen. Verder onderzoek richt zich momenteel op invoeren in de praktijk van de

De wijze waarop koeien het rantsoen benutten, is terug te vinden in de samenstelling van het melkvet.

indicatoren, onder andere via een efficiënte en betaalbare routinebepaling van deze melkvetzuren. Het snelst en goedkoopst is rechtstreeks bepalen via spectrometrie. Er moeten robuuste modellen worden gecreëerd die betrouwbaar zijn en zo weinig mogelijk tot vals alarm leiden.

Infrarood De melkanalyse krijgt steeds meer waarde, stelt Arjan Bom van Qlip tijdens de bijeenkomst. Techniek helpt de melkveehouder verder met extra controle op de gezondheid van de veestapel en op de melkkwaliteit. Qlip speelt hierbij met audits en certificeringen in de zuivelsector een belangrijke rol. Het gaat jaarlijks om 15 miljoen melkmonsters van individuele koeien voor de melkproductieregistratie en om monsters van tankmelk via onder andere infrarood spectometrie. Deze technologie straalt een bundel infrarood licht door het melkmonster. Het resultaat is een specifiek melkspectrum met ongeveer 1.100 datapunten. Uit die infrarood spectra komt steeds meer informatie beschikbaar en waarmee stappen naar state of the art

productontwikkeling kunnen worden gezet. Zo komt uit de database met IR-melkspectra die Qlip sinds 2012 beheert, de ontwikkeling en validatie van nieuwe toepassingen voort. Een voorbeeld is het fosfaatgehalte in de mest. De melkveehouder kan aan de hand van de infraroodtechniek de individuele fosforbehoefte van koeien bepalen, hun voergift daarop afstemmen en daardoor het gemiddelde fosfaatgehalte in de mest naar beneden brengen. Qlip ontwikkelde voor de gegevens, afkomstig van fosformetingen in tankmelk, vorig jaar een IR-model en voerde het begin dit jaar in in de routinemetingen. De data geven tevens de mogelijkheid om met nieuwe modellen terug te kijken in de tijd. Qlip heeft bij ‘Meten in melk’ de focus in innovatie op energieneutraal in 2030. Om dit bereiken kunnen melkveebedrijven inzetten op het monitoren op vetstofwisseling en op emissie-indicatoren aan de hand van vetzuren. De organisatie wil de aandacht tevens richten op indicatoren op het gebied van diergezondheid en dierwelzijn en het ontwikkelen van een Weidegangindicator 2.0.

ZuivelZicht oktober 2019

15


V I SI E

Belgische Gezondheidsraad beveelt meer melk aan Op basis van de nieuwste inzichten beveelt de Hoge Gezondheidsraad in België een verhoging van het gebruik van melk en zuivelproducten aan. Tekst: René van Buitenen

In haar nieuwe advies raadt de Hoge Gezondheidsraad aan tussen de 250 en 500 ml melk en melkproducten per dag te consumeren. Een té lage melkconsumptie wordt als risicofactor beschouwd voor voedinggerelateerde gezondheidsproblemen. Het adviesrapport verwijst naar de Nederlandse Gezondheidsraad die stelt dat de consumptie van zuivel samenhangt met een lager risico op darmkanker en de consumptie van yoghurt met een lager risico op diabetes. “Volgens de meest recente beschikbare gegevens consumeert de Belg gemiddeld 177 gram melk en zuivelproducten per dag. De aanbevelingen van de Hoge Gezondheidsraad staan met andere woorden gelijk aan een verdubbeling van de huidige consumptie”, concludeert Renaat Debergh van de Belgische zuivelorganisatie BCZ. “Daarmee behouden zuivelproducten hun belangrijke plaats binnen een duurzaam voedingspatroon. Het rapport geeft aan dat de gemiddelde Belg om voeding gerelateerde gezondheidsproblemen te vermijden, zijn verbruik van zuivel beter verhoogt.”

Nutriënten Steeds vaker verschuift de focus van voedingsonderzoek van nutriënten naar voedingsmiddelen. “Niet onlogisch”, stelt Debergh. “We eten immers geen afzonderlijke nutriënten, maar wel voedingsmiddelen: we consumeren geen calcium, maar drinken melk. Als Federatie van Zuivelverwerkers zijn wij erg tevreden met de focus van de Hoge Gezondheidsraad op voedingsmiddelen. De gezondheidseffecten van voedings-

16

ZuivelZicht oktober 2019

middelen als geheel blijken vaak verschillend te zijn van die van de nutriënten die ze bevatten. Zo is wetenschappelijk bevestigd dat het gezondheidseffect van kaas beter is dan de afzonderlijke nutriënten doen vermoeden.” De verschuiving van de wetenschappelijke aandacht naar voedingsmiddelen in hun geheel heeft ook nog andere gevolgen. Zo stelt de Hoge Gezondheidsraad in haar advies: “Bevindingen uit onderzoek naar effecten van melk en melkproducten op gezondheid kunnen dus niet zomaar doorgetrokken worden naar [...] plantaardige dranken. Daarom wordt geen van deze alternatieven gelijkgesteld aan melk voor wat betreft effecten op gezondheid.” Plantaardige dranken vereisen dus meer studie, aldus de Hoge Gezondheidsraad.

‘Goede zaak’ “Dat duurzaamheidsaspecten mee worden genomen bij de opstelling van

deze aanbevelingen is een goede zaak”, aldus Debergh. De Belgische zuivelorganisatie onderstreept dat het belangrijk is om alle aspecten in het duurzaamheidsdebat mee te nemen. Duurzame voeding betekent niet enkel klimaatvriendelijke voeding, maar ook gezond, betaalbaar en passend binnen het huidig cultureel kader (FAO, 2010). Dat zuivel zijn plaats heeft in een duurzaam voedingspatroon wordt niet alleen door het huidige advies van de Hoge Gezondheidsraad gesteld, maar eveneens bevestigd door tal van studies . Deze stellen dat zuivelproducten schrappen uit het voedingspatroon uiteindelijk weinig tot geen verbetering biedt op vlak van duurzaamheid. De reden is dat zuivel een even klimaatefficiënte bron van nuttige voedingsstoffen is als het voedingspakket dat nodig is om de vervanging te compenseren. Zuivel past dus in het gezonde en duurzame voedingspatroon dat we nodig hebben om de klimaatopwarming tot 2 °C te beperken in 2030.


B E D R I JF

Innovatieve separator verhoogt capaciteit en efficiëntie Dankzij een nieuwe vinding van Tetra Pak slaagt Arla Foods er de productiecapaciteit in een van haar Zweedse fabrieken fors op te voeren. Tekst: Yves De Groote

Dankzij innovatieve ‘polynode’-schotels in de twee nieuwe separatoren van Tetra Pak heeft de zuivelfabriek van Arla Foods in Vimmerby in Zweden de productiecapaciteit met 40 procent kunnen vergroten. “Bovendien neemt de efficiëntie bij het ontromen toe”, vertelt Joris Scholten Linde, keyaccountmanager bij Tetra Pak. De fabriek van Arla Foods in Vimmerby verwerkt dagelijks 1,5 miljoen liter melk tot melkpoeder en room, een kwart van alle melk die het zuivelconcern in Zweden verwerkt. “In een grote fabriek zijn er vele mogelijkheden om geld te sparen of te verdienen, waaronder capaciteitsverhoging, naast energie en waterbesparing”, zegt Allan Leandersson, projectleider product- en technologieontwikkeling. De investering in twee separatoren maakt volgens de projectleider onderdeel uit van een uitbreiding van de productcapaciteit, die in 2014 van start ging. “In diezelfde periode”, vertelt Scholten Linde, “wilde Tetra Pak een innovatieve technologie van zijn nieuwste generatie separatoren met significant hogere capaciteit en efficiëntie testen.” Arla besloot in het project te stappen. “Sinds de jaren vijftig is de separatietechnologie niet echt verder geëvolueerd, waardoor we enthousiast waren om deel uit te maken van het project”, blikt Leandersson terug. Bepalend voor de capaciteit van een separator is de totale oppervlakte van schotels die kan worden geïnstalleerd in een trommel, legt Scholten Linde uit, wat op zijn beurt weer afhankelijk is van de

Een volledig nieuw ontwerp van de schotels verhoogt het aantal schotels in een schotelpakket substantieel.

noodzakelijke afstand tussen de schotels.

Nieuw ontwerp Een volledig nieuw ontwerp en productieproces maken het nu mogelijk om het aantal schotels substantieel te verhogen. Conventionele schotels zijn voorzien van gelaste afstandhouders; deze innovatie vervangt ze door duizenden micro reliëf gelijkmatig verdeelde polynodes, waardoor de schotels gegarandeerd over het gehele oppervlak op kleinere afstand worden gehouden. Dat vertaalt zich

naar een substantieel hogere capaciteit. Bovendien garandeert het ontbreken van lasnaden een betere reinigbaarheid.

Duurzaamheid Door het polynode-ontwerp te combineren met de AirTight-technologie van Tetra Pak vindt in de separator een milde en efficiënte roomafscheiding plaats, waarbij de vetbolletjes intact blijven. “Het energieverbruik per liter verwerkt product is 6 procent lager, voor water is dit 8 procent.”

ZuivelZicht oktober 2019

17


B E D R I JF

Rabo-analist Richard Scheper over zuivelsector:

‘Grootste deel van de export gaat naar Groot-Nederland’ De Nederlandse zuivelexport richt zich voor het grootste deel op Duitsland en België. “Onze thuismarkt is met die landen erbij ‘Groot-Nederland’. Dat is dicht bij huis en heeft klimatologisch dus geen extra impact. Dat verhaal moet de zuivelsector meer en beter uitdragen”, betoogt zuivelanalist Richard Scheper van Rabobank. Tekst: Sjoerd Hofstee

Richard Scheper sprak onlangs op een door Rabobank georganiseerde bijeenkomst in Hekendorp. Het melkveebedrijf van Carl en Marieke van Jaarsveld was het decor voor een toelichting op de zuivelvisie van de grootste agrarische financier. Scheper toonde daar een overzicht van het almaar toenemende volume aan importbehoefte van zuivel. “Die ligt

wereldwijd al bijna op 100 miljoen ton. Twee jaar geleden lag die nog onder de 80 miljoen ton. Naar onze inschatting bedraagt die in 2023 rond de 110 miljoen ton.” Die stijging van 2 tot 3 procent gemiddeld per jaar zal volgens Scheper doorzetten. Hij noemt dat positief en kansrijk, maar niet altijd eenvoudig te benutten. “De toenemende vraag komt

voort uit gebieden waar de middeninkomens stijgen. Op wereldschaal betitelen we een middeninkomen als een persoon die dagelijks minimaal $ 10 te besteden heeft aan eten. Die groei doet zich vooral voor in gebieden waar het meest onrustig en risicovol is.” Scheper rekende voor dat het invullen van de toenemende vraag sowieso uitdagend wordt. Gewoonweg omdat er momenteel weinig groei in productie waarneembaar is in belangrijke zuivel producerende gebieden als NieuwZeeland, de Verenigde Staten en Europa. “De gaten die daardoor vallen, zijn niet op korte termijn in te vullen. Deels zal er meer gemolken worden in bijvoorbeeld Oost-Europa. Maar dat helpt op dit terrein onvoldoende. Hogere prijzen op de wereldmarkt lijken daarom in het verschiet te liggen, maar met meer volatiliteit.”

Zuivelhandel beter toegerust

Richard Scheper: “Hogere prijzen op de wereldmarkt lijken in het verschiet te liggen.” (Foto: Langs de Melkweg)

18

ZuivelZicht oktober 2019

Die volatiliteit lijkt in Europa circa anderhalf jaar ver weg. De melkprijs is al die tijd stabiel te noemen. “Dat klopt”, beaamt Scheper desgevraagd. “Gezien alles wat er in de wereld speelt is het bijzonder dat de melkprijs al lange tijd stabiel blijft.” Een echte verklaring heeft hij er niet voor. Al stelt hij wel dat de zuivelindustrie beter op risico’s in de wereld


B E D R I JF

inspeelt dan een paar jaar geleden. “Een klein voorbeeld daarvan is Ierland die haar boterexport naar de VS in het eerste deel van 2019 met 30 procent verhoogde ten opzichte van 2018. Waarschijnlijk hebben ze er iets minder op verdiend dan in 2018, maar met de dreiging van importtarieven door de VS die nu bewaarheid zijn, hebben ze op tijd het volume opgeschroefd. Daarmee hebben ze een goede slag geslagen.”

Exportmodel anders uitleggen De Rabo-analist ging daarbij ook in op de aanzwengelende maatschappelijk kritiek op het exportmodel van Nederland wat betreft zuivelproducten. “Veruit het grootste deel van onze export wordt afgezet in Duitsland en een groot deel in België. Ik noem die straal van 500 kilometer rond het midden van ons land ‘Groot-Nederland’. Dat is gewoon onze thuisbasis. In het Duitse Ruhrgebied wonen 10 miljoen mensen. Dat ligt dichter bij de Nederlandse grens dan Amsterdam. Dat verhaal moet de zuivelsector naar mijn idee veel beter en sterker uitdragen.” Hij stelt daarbij dat de export verder weg ook gewoonweg nodig is om die thuismarkt goed te kunnen bedienen. “De meeste boter die we produceren wordt afgezet binnen die 500 kilometer. Dat is simpel gezegd het vetbestandsdeel van de melk. Het eiwitdeel dat daarbij hoort, verdwijnt in mager melkpoeder. Daarvoor is vraag elders op de wereld. Op het totaal is dat maar een klein percentage, maar zo zit het model in elkaar en hoort de export dichtbij en ver weg dus wel onlosmakelijk bij elkaar om een verdienmodel te houden.”

van transitie zeg je eigenlijk dat het nu niet goed gaat en het helemaal anders moet. Dat klopt volgens mij niet.” Dekkers geeft aan de melkveehouderij al veel stappen heeft gezet en op de goede weg is. “Daarbij is er nog meer te winnen door de verliezen op het veld verder terug te dringen; nog meer reststromen te benutten als (kracht)voervervangers en beter en secuurder te bemesten. Die trajecten lopen al en worden de komende jaren gefinetuned. Dat heet evolutie en is wat de Rabobank betreft de weg die bewandeld kan en moet worden.”

Industriële koeling Highcare Kaasrijping Cleanrooms Airconditioning Maatwerk

Duurzame melkstromen De opkomst van duurzame melkstromen als Planet Proof, Beter Leven zuivel en het A-ware/Albert Heijn-concept past bij de vraag naar kringlooplandbouw en natuurinclusieve landbouw. Dekkers ziet het voor veel melkveehouders als een mooie kans, mits het concept aansluit bij hetgeen de melkveehouder min of meer al doet. “Als een melkveehouder er echt op moet investeren, dan wordt het lastig om er profijt uit te trekken. Gelukkig lijkt er tegenwoordig bijna voor elk wat wils op die markt.” Begroten op de duurzame melkstromen doet Rabobank wel voor de korte termijn, maar niet voor de langere termijn. “De hoogte van rente en aflossing bekijk je vaak voor de lange tijd. Dat kan zomaar 25 tot dertig jaar zijn. De plus van enkele centen melkgeld door deelname aan zo’n concept rekenen daarbij niet mee. Dat is te risicovol”, licht Dekkers toe. Voor de korte termijn ligt dat anders. “Dat extra melkgeld krijgt de melkveehouder immers een jaar of enkele jaren ook zeker uitbetaald.”

Niet pleiten voor krimp Evolutie, geen transitie Sectorspecialist Melkveehouder Marijn Dekkers liet zijn licht schijnen over hoe Rabobank aankijkt tegen kringlooplandbouw. Hij gaf daarbij aan dat de term en betekenis ervan voor de bank en hem als specialist nog altijd als erg weerbarstig wordt beleefd. “Ik heb daarbij moeite met het woord transitie, liever spreek ik van een evolutie. Als je spreekt

Dat politieke en maatschappelijke druk zorgen voor een krimp van de Nederlandse veestapel, sluit Rabobank zeker niet uit. Wellicht wordt ook het aandeel export onder die druk de komende jaren wel iets verkleind. Maar dat krimp van de veestapel hét antwoord is op het klimaatvraagstuk, wil erbij Dekkers niet in. “Die lijn staan wij als Rabobank dan ook beslist niet voor.”

Voets & Donkers ontwikkelt met grote precisie luchtbehandelingssystemen die exact de juiste condities creëren voor kaasrijping.

www.voetsdonkers.nl


B E D R I JF

Erve IJzerman in Wapenveld, waar vanaf volgend jaar het Nationale Zuivelmuseum wordt gehuisvest. (Foto: BOEi / Jan van Dalen Fotografie)

Cultureel erfgoed bijeengebracht in Wapenveld

Nationaal Zuivelmuseum mikt op 50.000 bezoekers per jaar IJzeren hondjes, koperen melkbussen en een virtueel paard dat rond de authentieke rosmolen draaft. Maar ook oude reclames als Boeboe-baba-we-eten-Domo-vla, Joris Driepinter of ‘Ik zei nog zo, géén bommetje!’ krijgen een plek. Net als interactieve spelletjes, workshops en rondleidingen. In het Gelderse Wapenveld wordt hard gewerkt aan het Nationale Zuivelmuseum, dat in het voorjaar van 2020 de deuren wil openen. Tekst: Johan Oltvoort

Vrijwel elke zichzelf respecterende branche in Nederland is er in geslaagd zijn geschiedenis samen te brengen in een eigen museum. Textiel, spoorwegen, scheepvaart, het gevangeniswezen, fietsen, bakkerijen, keramiek, onderwijs: de lijst is onvoorstelbaar lang. De grote, invloedrijke en typisch Nederlandse zuivelbranche moest het tot nog toe doen met enkele kleinschalige initiatieven zoals Het Melklokaal in Noordwijkerhout. Die situatie verandert. In Wapenveld, op het snijvlak van de Veluwe en de IJsselvallei op 10 kilometer onder Zwolle, verrijst het Nationale Zuivelmuseum. Hoewel er hier en daar nog enkele (financiële) plooien moeten worden gladgestreken, staan alle lichten inmiddels op groen.

20

ZuivelZicht oktober 2019

Het museum komt in Erve IJzerman, een grote historische boerderij uit 1898. De hoeve bestaat uit een statig woongedeelte in Vlaamse stijl met daarachter drie kolossale schuren met puntdak. Toen de laatste bewoner in 2010 overleed, meldde zich de Stichting Recreatie Wapenveld bij de erfgenamen. Die stemden in met verkoop, inclusief het plan om het pand een publieke functie te geven. Dankzij de stichting BOEi, die zich inzet voor het behoud van agrarisch erfgoed, lukte het de hoeve aan te kopen. “Een monumentale boerderij met nog heel veel authentieke elementen”, vertelt Jan Nitrauw, oud-journalist en een van de initiatiefnemers vanuit Wapenveld. “De familie IJzerman

woonde hier sinds 1930. Terwijl de rest van Nederland moderniseerde en mechaniseerde, wilden ze hier alles houden zoals het was. Daardoor is het huis an sich al een soort museum. De bedstedes, de oude vloeren met prachtig tegelmozaïek, houten poepdozen in plaats van wc’s, een rosmolen om de boter te karnen, een bakoven voor eigen brood, een washok met stook- en wasketels – alles zit er nog in. Ik zat hier vaak aan tafel, ik zie de familie nog zo voor me.”

€ 1,1 miljoen Om de oude hoeve in volle glorie te herstellen, was een groot bedrag nodig. Dankzij subsidies van het Rijk, de provincie Gelderland, de gemeente


B E D R I JF

Heerde, plaatselijke fondsen en de inbreng van eigenaar BOEi kwam er voor de restauratie € 1,1 miljoen op tafel. Voor de inrichting stelt de provincie Gelderland nog eens € 200.000 beschikbaar. Met een deel van dat geld huurt Stichting Erve IJzerman de expertise in van een gespecialiseerd bureau (Els Thijssen Museumadvies) om een aantrekkelijk, professioneel ontworpen museum op te bouwen. De lokale politiek en de provincie zijn er blij mee: ze willen de regio graag een economische impuls geven en zetten in op meer toerisme en recreatie. Na sluiting van de laatste (papier)fabriek in 2008 waren ideeën om het gebied nieuwe perspectieven te bieden sowieso zeer welkom. “En zo ontstond van meerdere kanten draagvlak voor onze plannen”, zegt Inez Pijnenburg, oud-burgemeester van Heerde (waaronder ook Wapenveld valt) en nu voorzitter van de Stichting Erve IJzerman. “Het zuivelmuseum sluit naadloos aan bij verschillende ontwikkelingen in dit gebied, lokaal en regionaal. En ook deskundigen op het gebied van zuivel zijn enthousiast. Historici, wetenschappers, verzamelaars: we krijgen vanuit het hele land steun. Het verbaast iedereen dat juist Nederland met zo’n geweldige zuivelgeschiedenis nog geen

nationaal zuivelmuseum heeft.” Nitrauw vult aan: “In België is dat er wel”, vult Nitrauw aan. “Ze ontvangen 15.000 bezoekers per jaar. Als je met een goed concept komt, dat interessant is voor jong en oud, dan weet ik zeker dat dit een succes wordt.”

Collectie “We willen niet alleen het verleden laten herleven, maar veel meer”, legt Pijnenburg de lat hoog. “Interactieve presentaties, workshops, melkproducten in beroemde of minder beroemde kunstwerken, een melksalon buiten: er kan hier heel veel.” Nitrauw: “Melk zit ook in ijs en in sportdrankjes, er zijn heel veel aanknopingspunten om hier iets bijzonders van te maken dat ook jongeren zal interesseren. Als het aan ons ligt, komen hier straks 50.000 bezoekers per jaar.” Er is een pand, er is geld, er is voldoende ambitie. Na de inmiddels afgeronde restauratie van de daken zijn werklieden nu druk doende met het herstel van vloeren en de meer dan honderd deuren en luiken die het gebouw telt. Maar waar is de collectie? Die blijkt elders in het dorp te zijn opgeslagen. “Zeventig grote pallets met materiaal en dan tel ik de grote dingen zoals ijzeren hondjes (ijzeren melkkarren, JO) en melkfietsen

niet eens mee”, zegt Jaco Heeren, een van de drijvende krachten achter Stichting De Melkmaten en voormalig melkboer. Via zijn stichting verzamelt hij al meer dan 45 jaar alles wat met zuivel heeft te maken. “Spullen van boerderijen, melkfabrieken, winkels: de hele keten zie je terug”, vertelt hij niet zonder trots. Wat boeit hem zo? “Op mijn tiende begon ik als knechtje van een melkboer en tien jaar later nam ik diens werk over. Lange tijd reed ik op een SRV-wagen, daarna was de supermarkt inclusief zuivelafdeling mijn terrein. Zo ontstond mijn interesse. En zodra bekend is dat je verzamelt, weten mensen je te vinden. Zo werd ik gebeld door iemand uit Rotterdam: ‘Ik heb hier een oude melkbus, wil je die hebben, anders gaat ie op de schroothoop!’ Het bleek een koperen melkbus uit 1910 te zijn, een prachtig exemplaar!”

‘Spullen van boerderijen, melkfabrieken, winkels: de hele keten zie je terug’ Heeren kijkt uit naar de opening van het nieuwe museum: “Er is nog steeds geld nodig voor de laatste losse eindjes, maar we zijn er toch bijna. Ik krijg nu al telefoontjes van touroperators die vragen of ze het Zuivelmuseum al kunnen opnemen in hun aanbod. Dit heeft alles in zich om een succes te worden.”

Topstukken

Een beeld uit de collectie van het museum. (Foto Collectie Jaco Heeren)

Gevraagd naar wat de topstukken uit de collectie zijn, noemt hij als eerste de karren, bussen, fietsen, emmers, flessen en soortgelijke voorwerpen die de historie van zuivel in Nederland tastbaar maken. Maar er komt meer, veel meer: “Audio- en videofragmenten van reclames, interactieve spelletjes, een blik op de toekomst van zuivel: er kan tegenwoordig zoveel. Ik hoorde dat er misschien met 3D-technieken een virtueel paard bij de rosmolen komt te lopen, zodat je voor je ziet hoe vroeger op die plek boter werd gekarnd. Dat zou toch prachtig zijn?”

ZuivelZicht oktober 2019

21


B E D R I JF

Groei Ornua loopt achter op schema van vijfjarenplan De collectieve export van Ierse zuivelproducten neemt jaar na jaar toe. Toch lijkt de export niet hard genoeg te groeien om de doelstellingen voor 2021 te halen. De aanstaande brexit zorgt voor extra hindernissen. Tekst: Hermann-Josef Martin

De exportorganisatie van de Ierse zuivelindustrie, Ornua, vestigde het afgelopen jaar een nieuw record. Er ging ongeveer 342.400 ton aan zuivelproducten de grens over. Dat was 1,2 procent meer dan in 2017. Ornua doet in het buitenland zaken namens vrijwel de gehele Ierse zuivelindustrie, uitgezon-

derd Kerry Foods. Zij neemt ongeveer 60 procent van de totale Ierse zuivelexport voor haar rekening.

Marginale omzetgroei Ondanks het exportrecord uit 2018 gaan de zaken bij Ornua minder voorspoedig dan de Ieren hadden gehoopt. In 2017

stippelde de directie een nieuwe koers uit die in 2021 een omzet moet opleveren van â‚Ź 3 miljard. De brutomarge zou dat jaar 3 procent van de omzet moeten bedragen. De realisatie van plan Ornua 2021 loopt gevaar gezien de cijfers van het afgelopen boekjaar, het exportrecord ten spijt. De omzet steeg het afgelopen

Belton Cheese is een van de partners waarmee de Ierse exportorganisatie Ornua in het Verenigd Koninkrijk haar positie tracht te versterken met het oog op de brexit. (Foto: Belton Cheese)

22

ZuivelZicht oktober 2019


B E D R I JF

jaar namelijk marginaal met 0,6 procent tot € 2,082 miljard. Om de doelen van het vijfjarenplan te kunnen verwezenlijken zou de omzet de komende drie jaar met 44 procent moeten groeien ten opzichte van 2018. De lat voor de brutowinst ligt op € 90 miljoen in 2021, maar de brutowinst bedroeg vorig jaar € 40,4 miljoen.

Vijf speerpunten Het strategisch plan van Ornua kent vijf speerpunten: uitbreiding van de internationale marktpositie met het merk Kerrygold; verhoging van de verkoop van nieuwe producten; uitbreiding van het verkoopnetwerk in China, het Midden-Oosten, Afrika en Latijns-Amerika; investeren in overnames of deelnemingen én investeren in uitbreiding van de productiecapaciteit. Het ziet er naar uit dat de financiële doelstellingen alleen gerealiseerd kunnen worden als Ornua ook het overnamepad op gaat. Gezien de situatie buigt het bestuur van Ornua zich sinds enkele maanden over een fundamentele reorganisatie. Op tafel liggen verschillende voorstellen om de ondernemingsvorm aan te passen, zodat het bedrijf flexibeler kan opereren. De transformatie zal worden uitgevoerd onder leiding van Denis Cregan, die deze zomer de nieuwe president-commissaris werd. Cregan, was meer dan dertig jaar manager bij Kerry Group, verving Aaron Forde, die zes jaar voorzitter van de raad van bestuur van Ornua was geweest. Onder zijn leiding breidde Ornua zijn activiteiten uit in de Verenigde Staten, Duitsland, China en Saoedi-Arabië. Ornua verkoopt zijn producten in circa 110 landen in Europa, Amerika, Afrika, Azië en Oceanië, voornamelijk onder het merk Kerrygold.

Brexit Het Verenigd Koninkrijk is de voornaamste buitenlandse markt. Ornua Foods UK behaalde in 2018 een omzet van € 356 miljoen, een toename van 1 procent. De groei van het bedrijf komt voornamelijk door toegenomen verkoop van hogere

merkverkoop van merkkaas Pilgrims Choice, Kerrygold-boter en -mengsels. In vergelijking met het voorgaande jaar kromp de winst voor belastingen van Ornua Foods in 2018 met ongeveer 4 procent tot € 7,5 miljoen. De winstdaling was vooral te wijten aan de ongunstige economische situatie op de Britse markt in de aanloop naar de brexit. Ornua Foods is al lang de onbetwiste leider in de verkoop van verpakte harde en gesneden kazen onder private label aan Britse retailers. Het bedrijf beheert momenteel meer dan 40 procent van de omzet in dit segment. Het hoge marktaandeel, dat overeenkomt met een afzet van meer dan 100.000 ton kaas, is voornamelijk te danken aan strategische partnerschappen met de drie Britse kaasproducenten First Milk, Parkham Farms en Belton Cheese. Als gevolg hiervan is Ornua Foods momenteel de grootste koper van Britse kaas in het Verenigd Koninkrijk.

Importtarieven Ter voorbereiding op de brexit heeft Ornua gerichte strategische maatregelen genomen om haar concurrentie positie op de Britse markt te versterken. Die maatregelen richten zich op het verbeteren van de efficiëntie, de kwaliteit en de klantenservice. Bovendien heeft Ornua de lokale voorraden uitgebreid om mogelijke verhoging van importtarieven te vermijden. Volgens een rapport van de Irish Times kan Ornua straks geconfronteerd worden met een extra jaarlijkse last van € 55 miljoen. Ornua Foods UK heeft daarom de opslagcapaciteit in het Verenigd Koninkrijk flink uitgebreid. Op dit moment zou het bedrijf ongeveer 40.000 ton Ierse cheddar en Kerrygoldboter hebben opgeslagen. Dat zou volgens analisten ongeveer de helft van de traditionele jaaromzet van beide Ierse zuivelproducten op de Britse eilanden zijn. Met deze grote voorraden hoopt Ornua Foods UK in elk geval de eerste zes maanden na de brexit eventuele knelpunten in de distributie te voorkomen. engineered wood products

www.vidarwood.com


MARK T

‘Veehouders weten niet waar ze aan toe zijn’

Groei biologisch segment stagneert Na een groeisprong in 2017 (+26,6 procent) stagneert het aantal biogecertificeerde schapen-, geiten- en melkveebedrijven in Nederland. Wel legt de consument steeds vaker biologische zuivel in het boodschappenmandje, meldt de stichting Bionext in haar Trendrapport 2018.

Het marktaandeel steeg daarmee naar 4,5 procent van de zuivelverkoop in de supers. Het feit dat de prijs van ‘bio’ steeds vaker gelijk aan of zelfs onder die van verschillende A-merken ligt, lijkt een belangrijke verklaring. De zuivelafzet via biologische speciaalzaken steeg met 4 procent naar een omzet van ruim € 40 miljoen. Horeca en cateringservices nemen ook meer biozuivel af (+ 15 procent) maar het marktaandeel is en blijft klein: onder de 2 procent.

Tekst: Johan Oltvoort

‘Eén brok onduidelijkheid’

De totale omzet van biologische producten in Nederland steeg vorig jaar met 8,4 procent. Het zijn vooral de supermarkten die voor deze omzetgroei zorgen. Ze verkochten voor € 166 miljoen aan biologische zuivelproducten, € 13 miljoen meer dan het jaar daarvoor.

24

Het trendrapport meldt een toename van het biologisch landbouwareaal met ruim 10 procent. Die groei is vooral te danken aan akkerbouw en de teelt van veevoedergewassen en vollegrondsgroente. Er kwamen geen nieuwe melkveebedrijven bij. “Melkveehouders weten niet waar ze aan toe zijn”, stelt Miriam van Bree, manager kennis & innovatie van Bionext. “De kater van het fosfaatbeleid is nog niet verwerkt en nu is er het stikstofdossier. Het overheidsbeleid wordt ervaren als één brok onduidelijkheid. Daarom maken zowel veeboeren als zuivelproducenten een pas op de plaats. Daarnaast spelen marktprijzen een rol. Als het prijsverschil tussen regulier of biologisch hoog is, is de keuze voor omschakelen eerder gemaakt.” Van Bree verwacht dat het biologische zuivelsegment weer groeit zodra er heldere beleidskeuzes zijn gemaakt: “We zien in landen om ons heen dat het helpt als de overheid een stimuleringsbeleid ontwikkelt, inclusief streefcijfers en goede informatie richting de consument. Nederland doet dat nog niet en raakt steeds

ZuivelZicht oktober 2019

verder achterop. Niet alleen vergeleken met koplopers als Denemarken, Frankrijk en Duitsland, maar ook afgezet tegen de rest van de EU.”

Mondiale groei Bionext geeft elk jaar een update van de internationale ontwikkelingen. België kende in 2018 een recordgroei qua biologische productie van 18 procent. In Zwitserland was dat 16,1 procent. Binnen de EU zijn Frankrijk en Duitsland al jaren toonaangevend qua omzetcijfers. De Fransen streven naar 15 procent biologische landbouw in 2022. Duitsland heeft de stip aan de horizon iets verder gelegd: 20 procent in 2030. Denemarken en Oostenrijk zitten al op dat percentage. Het gemiddelde EU-percentage voor het biologisch landbouwareaal is 7 procent. Nederland komt niet verder dan 4 procent. Wereldwijd groeide de gecertificeerde biologische omzet met 9,6 procent naar € 109 miljard. Het zuivelaandeel in deze mondiale cijfers is onbekend.


MARK T

Inzameling en recycling van zuivelpakken komt op stoom Het gaat de goede kant op met het recyclen van zuivelpakken en andere drankenkartons. Meer dan de helft van de verpakkingen wordt verwerkt tot bruikbare materialen. Tekst: René van Buitenen

Met het initiatief Zuivelpak willen de zuivelindustrie, de supermarktbranche en drankenkartonproducenten consumenten informeren over de duurzaamheid van zuivelpakken en andere drankenkartons. Daarvoor is de campagne ‘Zuivelpak volledig recyclebaar’ gelanceerd, de derde in een reeks. De eerste campagne van Zuivelpak was gericht op het voorkomen van voedselverspilling door de juiste vouwwijze van het drankenkarton te laten zien. In de tweede campagne werden consumenten geïnformeerd over hernieuwbare grondstoffen, waar steeds meer drankenkartons van zijn gemaakt.

Inzamelingsbereidheid is groot Ter gelegenheid van de nieuwe campagne vond vorige maand bij FrieslandCampina in Amersfoort een bijeenkomst plaats over de recycling van drankenkartons. Daar bleek dat een Nederlands gezin gemiddeld driehonderd drankenkartons per jaar gebruikt. Deze worden grotendeels gebruikt voor het verpakken van zuivelproducten zoals melk, vla en yoghurt, maar ook voor vruchtensappen, waters, soepen en sauzen. De bereidheid onder de Nederlandse bevolking om verpakkingen in te zamelen en te recyclen is groot. Sinds 2015 is de inzameling van drankenkartons goed op gang gekomen. Inmiddels nemen alle gemeenten deel aan het inzamelsysteem en wordt meer dan de helft van de op de markt gebrachte drankenkartons gerecycled. Ook zijn drankenkartons de afgelopen jaren duurzamer gemaakt: de verpak-

king is lichter geworden, er wordt gebruik gemaakt van FSCgecertificeerd karton, hernieuwbare kunststoffen en duurzame inkten. Een drankenkarton bestaat uit karton, een dop en een dun laagje plastic aan de binnen- en buitenzijde, en soms ook een binnenlaagje van aluminium. Na inzameling worden de drankenkartons gesorteerd in balen en gaan ze naar een van de grote recyclingfabrieken in Europa. In pulpers worden drankenkartons vervolgens vermengd met water waardoor de papiervezel losraakt van het pak. Die papierpulp wordt gebruikt voor productie van dozen, hygiënepapier en kantoorbenodigdheden. Het plastic van de drankenkartons wordt gescheiden en gemalen tot granulaat en opnieuw als grondstof gebruikt in de kunststofverwerkende industrie.

Nieuwe initiatieven Tijdens de bijeenkomst werden twee nieuwe initiatieven bekendgemaakt om verpakkingen te recyclen. Het initiatief van de Noord-Hollandse afvalverwerker HVC Groep berust op het omdraaien van de waardeketen van drankenkartons. Dat levert geen afval op, maar grondstoffen voor papierfabrikanten. Innovation Team uit Montfort zegt in staat te zijn de papiervezels zonder water te scheiden van de polyalfractie, zodat deze vervolgens verwerkt kunnen worden tot bruikbaar agglomeraat. Suzan Akop van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat rondde de bijeenkomst van Zuivelpak af met het

Een Nederlands gezin gebruikt gemiddeld driehonderd drankenkartons en zuivelpakken per jaar.

perspectief vanuit de overheid. Ze gaf aan dat Nederland het goed doet binnen de Europese Unie, maar toch blijven er aandachtspunten. Producentenverantwoordelijkheid staat daarbij hoog op de agenda.

ZuivelZicht oktober 2019

25


Analyse Annual Insight

Mozzarella in Europa groter handelsproduct dan Goudse kaas Annual Insight analyseert maandelijks in ZuivelZicht de ontwikkelingen in de zuivelmarkt op basis van data. Het bedrijf gelooft dat het gebruik van data in toenemende mate van belang is om de juiste strategische beslissingen te kunnen nemen. Deze maand: de mozzarellamarkt. Tekst: Robert den Hertog

Mozzarella is hot: sinds 2015 is het Europese exportvolume (inclusief intra-EU-handel) met ruim 132.000 ton toegenomen. Hiermee is het Gouda voorbij gestreefd als het nummer een handelsproduct binnen kaas. Daarnaast is ook de prijs van mozzarella per kg toegenomen tot € 3,45 in 2018, gelijk aan

26

ZuivelZicht oktober 2019

de prijs van Gouda. Dat is opvallend, gezien het feit dat in sommige gevallen de helft minder liters melk benodigd zijn om mozzarella te produceren ten opzichte van Gouda en andere (half)harde kazen. Genoeg reden voor een aantal bedrijven om in actie te komen. Een greep uit de

investeringen van vijf belangrijke spelers op de zuivelmarkt, laat zien dat er een forse groei verwacht kan worden. Er wordt gemiddeld per speler bijna € 75 miljoen in de mozzarellamarkt geïnvesteerd. Dat resulteert in een gemiddelde toename van het volume van 40.000 ton per speler in de periode 2018-2020. • Glanbia Cheese, de joint venture van Glanbia plc en Leprino Foods, is van plan om vanaf begin 2020 te straten met de productie van mozzarella; • DMK begon eind 2018 in Nordhackstedt met de productie van mozzarella voor Arla Foods; • Royal FrieslandCampina nam in september 2015 de mozzarellaproductie van Fabrelac over. In 2018 werd


MARK T

aangekondigd dat FrieslandCampina de fabriek in Bree wil sluiten omdat het niet de verwachte rentabiliteit oplevert. Net als Arla Foods gaat FrieslandCampina de productie van mozzarella uitbesteden aan DMK; • Ook Royal A-ware gaat voor FrieslandCampina mozzarella produceren. De eerder gesloten overeenkomst tussen A-ware en Fonterra voor de productie van mozzarella is op verzoek van Fonterra beëindigd; • De Ierse zuivelproducent Carbery breidt de fabriek in Cork uit voor mozzarellaproductie.

Handelsstromen Een analyse van de wereldwijde handelsstromen laat zien dat de exportgroei van Europese mozzarella

Maandelijks inzicht De AnnualInsight Market Monitor biedt maandelijks inzicht in de landelijke productievolumes en internationale handelsstromen van belangrijke voedingsmiddelen, in een interactieve BI-omgeving. Daarmee krijgt de gebruiker de mogelijkheid de omvang van een markt te bepalen en zijn aandeel hierin. Ook groeimarkten en trends kunnen worden gesignaleerd, inclusief het aandeel van de gebruiker in de exportstroom naar bepaalde landen.

voor het overgrote deel in Europa zelf plaatsvindt. Zuid-Korea is het enige niet-Europese land dat in de top tien staat van importeurs van Europese mozzarella, met een volume van 27.000 ton in 2018. In markten als Amerika, Azië en Australië vindt weinig afzet plaats doordat er genoeg lokale productie is. Om een vergelijking met Gouda-kaas te maken: in de periode 2015-2018 vond 60 procent van de Europese exportgroei (volume) buiten Europa plaats, terwijl dit voor mozzarella slechts 16 procent was. Oftewel, 29.000 ton Gouda versus 21.000 ton mozzarella. De topexporteurs en producenten van mozzarella zijn Duitsland (waar verschillende spelers op deze markt actief zijn), Denemarken (Arla Foods), Italië (Galbani) en het Verenigd Koninkrijk (voornamelijk Glanbia). Handel tussen deze landen laat enkele opvallende ontwikkelingen zien: • Duitse mozzarella schaalt af in het Verenigd Koninkrijk maar laat een sterke groei zien in Italië en Spanje. Samen met Denemarken bevindt Duitsland zich op een competitieve prijs van rond de € 3 per kilogram; • Het Verenigd Koninkrijk wordt in toenemende mate beleverd door Italië en Denemarken en moet de exportprijzen sterk verlagen (– € 0,95 in drie jaar, naar een prijs van € 3,57 per kilogram) om competitief te blijven in de belangrijkste exportmarkt Spanje; • Frankrijk kent een daling van het exportvolume in de genoemde periode

met een op het oog niet-competitieve prijs van € 3,45; • Italië is meer Duitse mozzarella gaan consumeren (35 procent lagere prijs), terwijl het zelf met de export een forse prijspremium verdient (€ 4,93/kg).

Verschil op prijs De mozzarellamarkt bevindt zich in een opwaartse trend en de markt zal moeten reageren op het toenemende volume, dus het is essentieel om te weten waar de markt zich heen beweegt. Gaan de prijzen verder aantrekken? Welke markten bieden de beste groeikansen? Wie is de concurrentie, en hoe win ik in deze markt? Hoe zullen de eerder genoemde investeringen de markt gaan beïnvloeden? Wanneer zal de consumptie stagneren? De ontwikkelingen laten zien dat de mozzarellamarkt nog volop in beweging is. Als er de komende jaren nog meer capaciteit bij komt is het aannemelijk dat er alleen nog maar meer verschil op prijs gemaakt moet worden. Landen en spelers die onderscheidend zijn of nu al een competitieve prijs bieden lijken de beste kaarten te hebben op basis van bovenstaande data. En wat Nederland betreft: FrieslandCampina sluit de Fabrelac-fabriek omdat de rendementen niet goed zijn. Dat is eigenlijk gek in een groeimarkt, tenzij de prijs niet competitief is. De oplossing is het analyseren van de positie en monitoren van de ontwikkelingen die de status quo gaan beïnvloeden. Robert den Hertog is Industry Lead Zuivel bij Annual Insight.

ZuivelZicht oktober 2019

27


T I D R E ACHT L E B A L E S E P O S R A A K E EU S D N A L DER N T H C É E J D N I V

E

EUROPA MAAKT KAAS ÉCHT UIT NEDERLAND EENVOUDIG HERKENBAAR! Niet alle ‘Nederlandse’ kaas, zoals Goudse of Edammer, komt daadwerkelijk uit Nederland. Toch herken je de Nederlandse kaas gemaakt volgens traditioneel Nederlands recept, van Nederlandse melk en gerijpt in Nederland heel eenvoudig. Aan de lekkere smaak én aan het Europese BGA-label. Vind jouw kaas écht uit Nederland bij de kaasspecialist of in de supermarkt.

ND-KAAS.NL

MEER WETEN? WWW.GOUDAHOLLA

CAMPAGNE GEFINANCIERD MET STEUN VAN DE EUROPESE UNIE

DE SAMENSTELLER VAN DEZE PROMOTIECAMPAGNE IS ALS ENIGE VERANTWOORDELIJK VOOR DE INHOUD ERVAN. DE EUROPESE COMMISSIE EN HET UITVOEREND AGENTSCHAP VOOR CONSUMENTEN, GEZONDHEID, LANDBOUW EN VOEDING (CHAFEA) AANVAARDEN GEEN AANSPRAKELIJKHEID VOOR HET GEBRUIK DAT KAN WORDEN GEMAAKT VAN DE INFORMATIE DIE HET CAMPAGNEMATERIAAL BEVAT.


M A R K T CI JFE R S

PRODUCTIE Melkaanvoer mondiaal (jan’19 - jul’19; % t.o.v. ’18) EU-28

Verwerking EU (jan’19 - jul’19; % t.o.v. ’18) Boter

+0,3%

waarvan: Duitsland Duitsland

x 1.000 ton

x 1.000 ton

1.500

-0,6%

Frankrijk

MMP 1.250

-1,1% 1.200

1.000

+3,3%

-2,6%

Nederland

+5,3%

Verenigde Staten

+0,0%

Nieuw-Zeeland

-2,2%

900

-0,7%

Argentinië

-9,5%

+13,0% 600

-4,9%

500

-0,6% -2,4%

-9,2%

Australië

750

300 Wit-Rusland

+1,6% -0,8% +26,3% -11,2%

250

-0,1%

+3,0%

+2,7% Uruguay

-7,2% 0

0 20

40

60

80

0

Overig IE

100

x miljard kg

NL FR

Overig PL FR

PL DE

NL BE

IE DE

PRIJZEN Marktprijs (sep’19 t.o.v. aug’19, in %)

Gemiddelde melkprijs (aug’19 t.o.v. jul’19, in %)

LTO melkprijsvergelijking 40

7.000 5 jaarsgemiddelde '13-'17 2018 2019

38 36

-0,2%

30 jan

€/1.000 kg

2.500

4.000

2.000

3.000

1.500 sep-18

€/1.000 kg NL +4,6% WM +1,7%

3.000

5.000

2.000 sep-17

dec

3.500

NL +1,6% WM -2,3%

6.000

34 32

Mager melkpoeder ADPI

Boter 82%

€/100 kg

1.000 sep-17

sep-19

sep-18

sep-19

EXPORT Boter en -olie (jan’19 - jun’19, % t.o.v. ’18) Wereldhandel

Mager melkpoeder (jan’19 - jun’19, % t.o.v. ’18)

Intrahandel EU

x 1.000 ton 500

750

400

600

300 +6,5%

450

Wereldhandel

Intrahandel EU

x 1.000 ton

x 1.000 ton

750 600

+1,3%

500 400

+20,2%

450

x 1.000 ton +11,4%

300 -14,8%

200

300

300 +0,6%

100

+5,9%

150

+8,7%

150

0

0

0 NZ

EU*

NL*

VS

100

+24,0%

-23,5% -34,2% EU

NL

200 +29,0%

0 EU*

NL*

VS

NZ

EU

NL

*Derde landen export

Bron: ZuivelNL

www.zuivelnl.org

ZuivelZicht oktober 2019

29


BELRUBRIEK KAASPROMOTIE

KAASBEWERKINGSMACHINES

INDUSTRIËLE AUTOMATISERING

IN- EN VERKOOP TANKS

LUCHTBEHANDELING

KWALITEITSCONTROLE RVS TANK- EN APPARATENBOUW


BELRUBRIEK

BELRUBRIEK

KAASPROMOTIE

KAASBEWERKINGSMACHINES

INDUSTRIËLE AUTOMATISERING

Veilige totaaloplossingen voor procesautomatisering

U wilt: een betrouwbaar productieproces hoogwaardige automatiseringsoplossingen op maat een flexibele partner die uw business én relevante wet- en regelgeving kent Actemium biedt oplossingen en diensten voor de hele life cycle van uw industriële proces. Van advisering en engineering tot realisatie, inbedrijfstelling en onderhoud. Wilt u meer weten? Neem dan contact op met Sebastian Taken: sebastian.taken@actemium.com +31 (0) 88 83 18 200

Tetra Pak Processing Systems www.actemium.nl Dé specialist in het leveren en onderhouden van productieoplossingen, en turnkey oplossingen componenten IN- EN VERKOOP TANKS voor de volgende categorieën: Dairy, Cheese, Prepared Food, Beverage, Ice Cream en Cosmetics.

kaasproductielijnenpekelsystemen

www.tetrapak.com tpps.benelux@tetrapak.com

T: +31 515 576523 klokslag@gea.com

+31 30 634 9999

+32 2 467 6848

Moving food forward. Together. Processing with Tetra Pak

LUCHTBEHANDELING

KWALITEITSCONTROLE RVS TANK- EN APPARATENBOUW

kaasperssystemen weivatensysteem kaastransportsystemen spoeltunnels uitpakkers mouldhandling afblaassystemen merkenleggers

Joure - 0513 468 999 info@bosgraaf.net - www.bosgraaf.net

inlichtingen: tel: 020-5736056 • fax 020-6242519


Tel 0522-463684

info@koster-nl.com

www.koster-nl.com

Duurzaam hergebruik van uw overtollige tanks en machines We zetten onze expertise dagelijks in voor hergebruik van duurzame materialen

Wij zijn doorlopend op zoek naar: - RVS tanks - Warmtewisselaars - Pompen - Poedermengers - Zeefmachines - Indampers - Losse roerwerken


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.