Jaargang 111 | Nummer 11 | November 2019
ZuivelZicht
Portret van gestaag groeiend Hazeleger Kaas
M ARTIN SCHOLTEN ‘Domweg de veestapel krimpen is niet klimaat-slim’
ANALYSE Effect hogere importheffingen VS nader bekeken
INHOUD
18
16
22 Visie 6
Kringloop Martin Scholten (directeur Animal Sciences Group) over het belang van de veestapel
8
Symposium Melkdata worden steeds belangrijker als managementinformatie
Bedrijf Beeld vanuit het nieuwe onderkomen van Hazeleger Kaas.
10 Skylger
18 Fonterra Bijgestelde melkprijs pleister op de wonde voor Nieuw-Zeelandse melkveehouders
20 Danone Erkenning voor milieu- en sociale prestaties
Markt 22 Analyse Annual Insight analyseert effect Amerikaanse importheffingen
Nieuwe kaas van Terschelling
Foto: Ruud Ploeg
12 BMI Tegenvallende resultaten voor Zuid-Duitse onderneming
14 Hazeleger Kaas ‘Flexibel zijn, kwaliteit leveren en meedenken’
26 ECO200 Combinatie van duurzame energiebronnen op de boerderij
29 Marktcijfers De ontwikkelingen op de internationale zuivelmarkt in een oogopslag
www.zuivelzicht.nl
ZuivelZicht november 2019
3
Handgemaakte crackers, zichtbaar gemaakt met uitsluitend de beste premium ingrediënten. Elke variëteit is gecreëerd om perfect samen te gaan met kaas, wijn, bier, dips, etc. Verkrijgbaar in 3 verschillende smaken: - Cranberry and hazelnut - Rosemary, raisin and pecan - Fig and olive
Exclusief verkrijgbaar bij Voets Specialiteiten, kijk op www.voetsspecialiteiten.nl
ZuivelZicht
ZI JLI JN
ZuivelZicht is een uitgave van BDUvakmedia ISSN 0165-8573 Postbus 67, 3770 AB Barneveld www.bdumedia.nl
vakmedia
Schouder aan schouder
Managementteam Ron van de Hoef (commercieel manager) Peter Vorstenbosch (hoofd content) Redactie ZuivelZicht Postbus 93044 2509 AA Den Haag T: 070 2191707 E: redactie.zuivelzicht@bdu.nl I: zuivelzicht.nl Hoofdredactie René van Buitenen E: r.v.buitenen@bdu.nl Contentregie Albert Schuurman E: redactie.vakmedia@bdu.nl Medewerkers aan dit nummer Ria Besseling, Jelle Feenstra, Yves De Groote, Robert
Je ziet het in diverse sectoren van de economie: nieuwe belangenbehartigers verschijnen aan de overlegtafel. Onderwijzend personeel, dat zich niet meer thuis voelt bij de traditionele vakbonden richt eigen organisaties op om hun noden onder de aandacht te brengen. Datzelfde deden de verpleegkundigen al, evenals de zzp’ers en nu dus ook de boeren. Want vorige maand gaf een groep boeren verenigd in Farmers Defence Force ‘code rood’ af aan de traditionele belangenbehartigers – in een ongekend heftige, militante toon. Bij de invoering van het fosfaatreductieplan zagen we al groepen als Netwerk Grondig en Innovatief uit de Knel ontstaan.
Het kan geen verrassing zijn dat boeren zich groeperen en nieuwe wegen zoeken om hun grieven kenbaar te maken. Anderhalf jaar geleden signaleerde dagblad Trouw dat al in ‘De Staat van de Boer’, een grootschalig onderzoek van de krant naar de opvattingen van boeren. Negen van de tien boeren zei zich niet vertegenwoordigd te voelen door de traditionele belangenbehartigers. Dat was een signaal, niet alleen aan LTO Nederland. Want blijkbaar voldoen ook de Nederlandse Melkveehouders Vakbond en de Dutch Dairymen Board onvoldoende. Opvallend genoeg twee organisaties die 23 en dertien jaar geleden zelf zijn ontstaan uit onvrede over de toenmalige belangenbehartiging in de melkveehouderij.
den Hertog, Hermann-Josef Martin, Bert Westenbrink Advertenties Hielke van der Werf T: 020 5736056, E: h.v.d.werf@bdu.nl Abonnementen Abonnementsprijzen (12 nummers): € 127,90 (studenten € 72,29); buitenland: € 169,04. Proefabonnement (3 edities): € 11,81. Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan en lopen automatisch door, tenzij uiterlijk 2 maanden voor de vervaldatum is opgezegd bij de abonnemen-
De belangenbehartiging van agrarisch Nederland staat voor een cruciale fase
Inmiddels hebben alle partijen die zeggen primair voor de belangen van de boer op te komen, de rijen gesloten. Het is een bont gezelschap dat ‘schouder aan schouder’ staat: houders van melkvee, varkens, kippen nertsen vormen een front. De vraag is hoe bestendig het collectief is als er aan de overlegtafel onderhandeld moet worden. Is iedereen in staat tot ‘wheelen en dealen’? Wat als er voor de ene sector meer uit het vuur wordt gesleept dan voor de ander?
tenservice. Zakelijke abonnementen worden niet tussentijds beëindigd. Abonnementenservice Abonnementenservice BDUvakmedia Postbus 67, 3770 AB Barneveld T: 0342 494882, E: abonnementen@bdu.nl Ontwerp: Giesbers Communicatie Groep, Duiven Druk: Vellendrukkerij BDU, Barneveld
De belangenbehartiging van agrarisch Nederland staat voor een cruciale fase. Is het nieuwe collectief een gelegenheidsformatie of is het de opmaat naar één nieuwe grote belangenbehartiger? Wil het collectief bijvoorbeeld ook aan de slag met de uitwerking van het Klimaatakkoord? Of is het alleen stikstof dat de partijen bindt? René van Buitenen Hoofdredacteur
ZuivelZicht november 2019
5
V I SI E
Martin Scholten (Wageningen UR) over nut en noodzaak kringlooplandbouw:
‘Domweg de veestapel krimpen is niet klimaat-slim’ “De veestapel generiek krimpen is het domste wat je kunt doen, het brengt je alleen maar verder weg van de zo gewenste en noodzakelijke kringlooplandbouw.” De boodschap van Martin Scholten van Wageningen UR op een Countus-bijeenkomst in Heerenveen op maandag 4 november liet aan duidelijkheid niets te wensen over. Tekst: Jelle Feenstra
De landbouw en dan met name de veehouderij ligt stevig onder vuur in Nederland. Het debat over dierenwelzijn, de gevolgen voor milieu en klimaat, biodiversiteit, landschap en de gezondheid van omwonenden wordt op steeds hogere toon gevoerd. “En dat debat wordt alleen maar scherper als we niet snel toewerken naar een landbouw die op alle fronten past binnen de milieugebruiksruimte”, denkt Martin Scholten, algemeen directeur van de Animal Sciences Group van Wageningen UR. Voor ruim tweehonderd boeren en mensen uit de landbouwperiferie zette Scholten in Heerenveen uiteen hoe hij de toekomst van landbouw in Nederland ziet. Geen drijfmest en kunstmest meer, maar compost en mineraalconcentraten. Geen krachtvoer meer, maar het tot waarde brengen van gewas- en voedselresten, door het terug te sluizen als grondstof, als aanvulling op ruwvoer. En in de akkerbouw toewerken naar strook- en wisselteelten met een mengeling van voedsel- en voedergewassen. Dat is de richting die Nederland op moet om weer van onbesproken gedrag te worden. Scholten is ervan overtuigd dat Nederland de kennis en technologie heeft om met ‘vierkantsverwaarding van biomassa’ koploper te worden in circulaire landbouw, zonder dat de wereldwijde nummer 2-positie als exporteur van agrarische producten verloren gaat.
6
ZuivelZicht november 2019
Vierkantsverwaarding is een term uit de slachterijwereld die aangeeft dat elk deel van een karkas zo goed mogelijk wordt vermarkt. “Daar moeten we met biomassa ook naar toe, elk stukje biomassa benutten, terugbrengen in een productieproces waardoor een hoogwaardige kringloop ontstaat, waarbij amper nog broeikas en andere schadelijke gassen worden uitgestoten.” Scholten wijst er op dat nu nog twee derde van alle biomassa verloren gaat: een derde op het veld en in de schuur en een derde tijdens het transport, in de winkel of bij de consument. “Dat moet en kan anders.”
Eiwit uit bietenblad Een mooi voorbeeld van benutten van reststromen vindt Scholten het winnen van eiwit uit suikerbietenblad. “Bladeren van bieten zijn eiwitbommen, het areaal in Nederland levert meer dan genoeg eiwit om alle import van eiwitrijk veevoer te vervangen. Daar moeten we iets mee doen.” Sterker nog, er gebeurt al iets mee. Cosun-dochter Suiker Unie nam in oktober in Dinteloord een proeffabriek in gebruik waar nu volop wordt geëxperimenteerd met eiwitwinning uit bietenblad. In eerste instantie gaat het om de productie van RuBisCo, een kwalitatief hoogwaardig eiwit dat kan worden gebruikt als voedingsingrediënt. Maar volgens Scholten kunnen de eiwitten ook een heel goede krachtvoervervanger
worden. “Tel uit je milieuwinst.” Andere voorbeelden: zeewier als veevoer. Of insectenteelt – niet voor menselijke consumptie, maar als tussenschakel: insecten voeren met afvalproducten en de insecten gebruiken als voer voor kippen. Of kijk naar mest uit Noord-Brabant, dat momenteel als gecomposteerde en waardevolle grondstof uit Brabant in Zuidoost-Azië wordt verkocht. “En ik weet dat daar een goed businessmodel achter zit.” Ook pleit Scholten ervoor om stallen te bouwen waarbij urine en mest worden gescheiden. “De agribusiness is hier al volop mee bezig. Technisch is dat geen probleem, binnen een paar jaar kan het geregeld zijn.” Wel stelt hij dat veehouders die net een nieuwe stal gebaseerd op drijfmest hebben gebouwd, moeten worden gecompenseerd voor de desinvestering. “De overheid kan beter het geld daaraan uitgeven dan de veestapel krimpen.”
Veestapel hard nodig Scholten toonde zich op dit punt ongekend fel. “Het gaat erom grondstoffen zo goed mogelijk te benutten en te verwaarden en vee is daarin een onmisbare schakel. Het domste wat je dus kunt doen, is de veestapel domweg krimpen. Dan veeg je het Nederlandse straatje schoon, terwijl je de kwaliteit van de landbouw niet verbetert. Het is gewoon niet klimaat-slim.” Dat de veestapel in Nederland door in te zetten
V I SI E
Martin Scholten: “De kringloop hoeft niet helemaal in Nederland te worden gesloten, maar wel zo dichtbij als mogelijk en zo ver weg als nuttig.”
op kringlooplandbouw uiteindelijk wat kleiner wordt, sluit hij allerminst uit. “Maar dat is heel wat anders dan domweg krimpen.” Centraal in de kringlooplandbouw staat volgens Scholten het slim verknopen van de plantaardige en de dierlijke productie tot een integraal landbouwsysteem. “Daarmee komen we terug bij de reden waarom onze voorouders lang geleden vee zijn gaan houden: omdat landbouwhuisdieren op een efficiënte manier reststromen omzetten naar hoogwaardige eiwitrijke voedingsmiddelen: melk, eieren, vlees. En niet te vergeten: mest als bron van waardevol organisch materiaal, waarmee de bodem opnieuw wordt opgeladen.” Het is volgens hem nu de kunst dat systeem veel verder te perfectioneren. “De kringloop hoeft niet helemaal in Nederland te worden gesloten, maar wel zo dichtbij als mogelijk en zo ver weg als nuttig. Je
moet daar met een open blik naar kijken, met als doel om de kringloop zo efficiënt mogelijk te sluiten.”
Moderne kringlooplandbouw Kringlooplandbouw klinkt overigens misschien nostalgisch, maar verwar het niet met kleinschaligheid of de landbouw van weleer, benadrukte Scholten. “Die was behoorlijk verspillend. Dat kunnen we ons nu niet meer veroorloven.” Met behulp van smart farmingtechnieken als gps, sensoren en drones kunnen boeren hun land veel preciezer
‘Vee is een onmisbare schakel in het zo goed mogelijk benutten van grondstoffen’
en fijnmaziger gaan bewerken. Dat maakt een gevarieerdere, natuurinclusieve landbouw mogelijk, met ruimte voor interessante gemengde teelten en minder of liever nog geen gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest. Scholten noemt het een verantwoordelijkheid van de hele agribusiness, politiek en maatschappij om de omslag te realiseren. De overheid moet volgens hem vernieuwingen aanjagen en innovaties stimuleren. Ondernemers zullen het vervolgens op een creatieve en slimme manier moeten invullen. Of de landbouw de tijd krijgt om de transitie te realiseren? Scholten durft er zijn hand niet meer voor in het vuur te steken. “De actualiteit zit ons op de hielen. Krijgen we nog de tijd en de kans om de transitie te maken of worden we gekraakt door noodmaatregelen die ons alleen maar verder weg brengen van de oplossing?”
ZuivelZicht november 2019
7
V I SI E
Melkdata zijn de spiegel van de koe
Analyses in melk krijgen steeds meer waarde Melk is niet alleen een bron van waardevolle nutriënten maar ook een leverancier van managementinformatie voor de verschillende schakels in de zuivelketen. Zo kan de vetzuursamenstelling in melk veel leren over de pensprocessen en de energiestofwisseling in koeien. Tekst: Ria Besseling
Tijdens de onlangs gehouden bijeenkomst ‘Melk: de spiegel van de koe’ van Schothorst Feed Research in Deventer kwamen ontwikkelingen in het analyseren van melk en de daarmee verbonden kansen voor verbeterd voermanagement
naar voren. Door middel van nieuwe technologie is steeds meer af te lezen uit melk. Wat hebben de melkveehouder en de zuivelindustrie hieraan? De melksamenstelling wordt al sinds jaar en dag gebruikt om de productie
van een veestapel en individuele koeien te monitoren. Veelgebruikte parameters zijn het vet- en eiwitgehalte en de verhouding hierin. Melkureum informeert over de benutting van eiwit uit een rantsoen. Door de inzet van datatechnologie zijn nieuwe modellen ontwikkeld om op grote schaal en tegen lage kosten vetzuren in melk te kunnen analyseren. Die kunnen vertellen of het verteringsproces in de pens voldoende bouwstenen levert voor de vorming van melkvet of dat de koe vanuit haar lichaamsreserves moet bijpassen. Als dat laatste te lang gebeurt, dan ontstaan er gezondheidsproblemen en valt de melkproductie terug. Met metingen in melk van individuele koeien kunnen probleemkoeien worden gesignaleerd. Met name in de eerste honderd dagen in de lactatie van een koe is deze informatie zeer waardevol en kan de veehouder gericht actie ondernemen. Aan de hand van de vetzuursamenstelling in tankmelk kan ook de rantsoensamenstelling voor de hele koppel worden geëvalueerd.
Cruciale fase
De analyse van melk bij Qlip levert steeds meer indicatoren op voor de gezondheid van de koeien. (Foto’s NZO)
8
ZuivelZicht november 2019
De transitieperiode bij melkvee – van zestig dagen voor tot dertig dagen na het afkalven – blijft een cruciale fase. “Door stressfactoren zoals het afkalven zelf, een stijgende melkproductie en een verandering van rantsoen is de koe
V I SI E
vatbaarder voor diverse aandoeningen. In deze periode treden namelijk 30 tot 50 procent van alle melkveeaandoeningen op, met drastische gevolgen voor de gezondheid en melkproductie van de koe, voor de vruchtbaarheid van het dier en voor de rentabiliteit van de melkveehouder. Subacute pensverzuring en subklinische ketose komen veel voor”, constateert Lore Dewanckele, postdoctoraal onderzoeker van het Department of Animal Sciences and Aquatic Ecology van de Universiteit Gent. Zij was een van de sprekers tijdens de bijeenkomst van Schothorst Feed Research. Wanneer de energiebehoefte na het afkalven door de toenemende melkproductie stijgt, leidt dit vaak tot een ernstige verstoring van de energiebalans. Om te voldoen aan die stijgende energiebehoefte worden lichaamsvetten vrijgesteld. Gemiddeld 15 procent van de koeien krijgt echter een te sterk negatieve energiebalans. Dit gaat gepaard met subklinische ketose door een te hoge vrijstelling van ketonlichamen in het bloed. Het verhogen van het aandeel snel fermenteerbare koolhydraten in het rantsoen is een veel voorkomende manier in te spelen op de verhoogde energiebehoefte van pasgekalfde koeien. Door dergelijke voederpraktijken stijgt echter het aantal gevallen van subacute pensverzuring met en verlaagde zuurgraad in de pens. Gemiddeld 19 tot 26 procent van de koeien heeft, ondanks hetzelfde rantsoen en management, last van subacute pensverzuring toonde onderzoek aan volgens Dewanckele. “Zowel subklinische ketose als subacute pensverzuring veroorzaken gezondheidsproblemen, minder melkproductie en vruchtbaarheidsproblemen. Beide aandoeningen zijn subklinisch. Met andere woorden: het dier ziet er niet ziek uit.”
Gevoelige koeien opsporen Koeien verschillen in gevoeligheid voor subklinische ketose en subacute pensverzuring. “Door gevoelige koeien op te sporen in de kudde kunnen ze preventief worden behandeld om
eventuele schade te vermijden. Voor de melkveehouder is het moeilijk om dieren die er niet ziek uitzien op te sporen. Het zou bovendien interessanter zijn om gevoelige dieren op te sporen voor ze problemen ondervinden.” Enkele melkvetzuren kunnen een indicator zijn voor beide aandoeningen, zo toonden onderzoeken in het laboratorium aan, aldus Dewanckele. Een experiment met 125 hoogproductieve Holstein-melkkoeien toonde aan dat de aandelen van bepaalde vetzuren in het melkvet kunnen worden gebruikt om de gevoeligheid te voorspellen. Verder onderzoek richt zich momenteel op invoeren in de praktijk van de indicatoren, onder andere via een efficiënte en betaalbare routinebepaling van deze melkvetzuren. Het snelst en goedkoopst is rechtstreeks bepalen via spectrometrie. Er moeten robuuste modellen worden gecreëerd die betrouwbaar zijn en zo weinig mogelijk tot vals alarm leiden.
Nieuwe technologie helpt melkveehouder in sturing op de gezondheid van de veestapel Infrarood Analyses in melk krijgen steeds meer waarde, stelt Arjan Bom van Qlip tijdens de bijeenkomst. Nieuwe technologie en inzichten helpen de melkveehouder verder in zijn sturing op de gezondheid van de veestapel en daarmee op de melkkwaliteit. Qlip heeft met jaarlijks 14 miljoen melkmonsters van koeien en geiten hierbij een belangrijke rol. Het gaat om melkmonsters van individuele koeien voor de melkproductieregistratie en om tankmelkmonsters. Deze worden onder andere onderzocht met infraroodspectometrie. Deze technologie straalt een
bundel infraroodlicht door het melkmonster. Hiermee wordt een specifiek melkspectrum (fingerprint), bestaande uit ruim 1.000 datapunten, gegenereerd. Uit deze spectra kan steeds meer informatie worden gehaald. Sinds 2012 slaat Qlip deze spectra op. Deze database biedt mogelijkheden voor de ontwikkeling en validatie van nieuwe toepassingen.
Nieuwe diensten Een goed voorbeeld is de ontwikkeling van een model om routinematig het fosforgehalte in melk te bepalen. In het kader van de fosfaatreductie was er behoefte aan meer inzicht in de daadwerkelijke fosforkringloop. Sinds januari 2019 wordt in elk tankmelkmonster het fosforgehalte gemeten. Daarmee kan de veehouder de fosfortoediening via het rantsoen beter afstemmen op de afvoer van fosfor via de melk. Deze fosforbepaling in melk kan desgewenst ook uitgevoerd worden op melkmonsters van individuele melkkoeien Het innovatieprogramma van Qlip is sterk gerelateerd aan de doelen van de Duurzame Zuivelketen. De focus hierbij ligt op de doelen: energieneutraal 2030, diergezondheid en -welzijn, en weidegang. Samen met klanten, leveranciers en kennisinstituten wordt gewerkt aan de ontwikkeling van indicatoren uit melk die inzicht geven in de monitoring van onder meer voerbenutting, stofwisseling, diergezondheid en dierwelzijn. Een goed voorbeeld is de ontwikkeling van de weidegangindicator. Aan de hand van tankmelkmonsters is het mogelijk om de aannemelijkheid van weidegang vast te stellen bij de melkgevende koeien. Deze informatie wordt vervolgens gebruikt in een gerichte borging van weidegang. Zo draagt informatie uit melk bij in het realiseren van de doelstellingen van de Duurzame Zuivelketen. Vorige maand is abusievelijk een concept-verslag van de bijeenkomst ‘Melk: de spiegel van de koe’ geplaatst. Bovenstaand artikel is de gerectificeerde versie.
ZuivelZicht november 2019
9
B E D R I JF
Kaasmaker Jan-Willem Zeilstra bouwt nieuwe fabriek op Terschelling
‘Het is mijn droom om alle melk op het eiland te verwerken’ Terschelling krijgt een nieuwe kaasfabriek. Op ‘West’ bouwt kaasmaker Jan-Willem Zeilstra (48) een nieuwe fabriek met een verwerkingscapaciteit van 6,5 miljoen kilo melk om de productie van de weidevogelvriendelijke Skylger-kaas voor Royal FrieslandCampina uit te breiden. “Het is mijn droom om alle melk op Terschelling straks in deze fabriek te verwerken.” Tekst: Jelle Feenstra
Kaas maken is zijn lust en zijn leven. Hij vindt het “een fantastisch beroep”. Jan-Willem Zeilstra leerde het vak nog op de ‘ouderwetse’ manier: in de praktijk. Aangevuld met de nodige scholing combineert hij tegenwoordig de ambachtelijke manier van kaasmaken met de nieuwste kennis en inzichten. En nu is hij bezig met een heel nieuw project: het realiseren van een nieuwe kaasfabriek in West-Terschelling. De komst van deze zuivelfabriek heeft vooral te maken met de nieuwe strategie van Royal FrieslandCampina om zich meer te richten op de productie van speciaalkazen met een authentiek verhaal. Dat authentieke verhaal heeft Terschelling. De ruim 1.000 hectare grote Terschellinger polder is door de nabijheid van de Waddenzee en het open landschap een van de rijkste weidevogelgebieden van Nederland. Vogelbescherming Nederland is samen met boeren, waterschap en gemeente al een aantal jaren bezig met herstel en behoud van dit landschap. Dat gebeurt in het door de Nationale Postcodeloterij met enkele miljoenen gefinancierde project PolderPracht. Zo worden weilanden in oude glorie hersteld en wordt een weidevogelvriendelijke bedrijfsvoering op de melkveebedrijven gestimuleerd, door middel van bijvoorbeeld het uitbreiden van natte weides en latere maaidata.
10
ZuivelZicht november 2019
Pilot met Skylger Kaas Tegen die achtergrond ontstond het recente initiatief bij FrieslandCampina om samen met de Vogelbescherming en de negen gangbare melkveehouders op het eiland een vijfjarige pilot te starten met de weidevogelvriendelijke Skylger Kaas. Kaasmakerij De Terschellinger in Oosterend, het meest oostelijke dorp op het eiland, werd gevraagd om de kaas te maken. Deze kaasfabriek is al sinds 2004 eigendom van Zeilstra en zijn vrouw Martine Stremler. Na vijftien jaar in een kaasmakerij ‘aan de wal’ te hebben gewerkt, diende zich in dat jaar de mogelijkheid aan om Kaasmakerij De
Terschellinger over te nemen. De combinatie van een eigen bedrijf op “het prachtige eiland” Terschelling was voor Zeilstra de kans van zijn leven. Samen met Martine stortte hij zich vol overgave op het project. Ze verwerken hier de kaas van twee biologische melkveehouders op het eiland. Onder de naam Terschellinger kaas vindt jaarlijks zo’n 150.000 kilogram kaas zijn weg naar huisverkoop, Terschellinger winkels en restaurants en verschillende natuurwinkels in Nederland, Duitsland, België en Luxemburg. FrieslandCampina vroeg Zeilstra of hij in het kader van de pilot een nieuwe kaas wilde maken: Skylger kaas. In samen-
Voorwaarden aan melk Skylger Kaas De negen FrieslandCampina-veehouders die melk gaan leveren voor Skylger Kaas krijgen de tijd om toe te werken naar en uiterlijk in 2023 te voldoen aan vijf duurzaamheidsindicatoren. Het percentage eiwit van eigen land moet dan boven de 60 procent liggen en het percentage blijvend grasland meer dan 65 procent zijn. De ammoniakemissie mag in 2023 niet boven de 75 kilo per hectare uitkomen, terwijl het stikstofoverschot per hectare is begrensd op maximaal 140 kilogram per hectare. Tot slot mag de uitstoot van CO2 niet boven de 1.200 gram per kilogram melk liggen. Deze vijf criteria zijn min of meer vergelijkbaar met de voorwaarden die nu al worden gesteld aan de PlanetProofmelkstroom, zij het daar daar een CO2-uitstootplafond van 1.100 gram telt. Vanwege de specifieke eilandomstandigheden krijgen de melkveehouders op Terschelling wat langer de tijd om aan de eisen te voldoen.
B E D R I JF
Kaasmaker JanWillem Zeilstra: “Skylger Kaas past in de tendens om de producten weer dicht bij huis te maken.”
spraak met kaasgroothandel Zijerveld, een dochter van FrieslandCampina, werd een speciale receptuur ontwikkeld. Inmiddels is De Skylger is verkrijgbaar in de varianten mild, belegen en pikant. De smaak is volgens kenners zwaar, diep en romig en de kaas is gemaakt volgens de criteria van clean label, dus zonder smaak-, geur- en kleurstoffen en ook zonder conserveringsmiddelen. De kaas draagt het logo van Vogelbescherming Nederland. De pilot past bij de nieuwe strategie van FrieslandCampina om meer te focussen op kleine, kansrijke melkstromen en daarmee de winstgevendheid van de onderneming te vergroten. Wat betreft de prijs zit deze kaas in het luxe segment.
Meerprijs van 2,5 cent De melk in de kaas is nu nog volledig afkomstig van het melkveebedrijf van Gerard Cupido uit Lies. Hij produceert op jaarbasis 1,2 miljoen kilo melk. Momenteel gaat ruwweg de helft van deze melk in de Skylger Kaas. De andere helft wordt naar fabrieken op het vasteland vervoerd. Cupido krijgt een meerprijs van 2,5 cent ten opzichte van de garantieprijs van FrieslandCampina. Deze meerprijs wordt sinds de start van het project echter verdeeld onder alle negen deelnemende melkveehouders. Dit om alle eiland-
boeren vanaf de start betrokken en in dezelfde richting te krijgen. De beloning wordt alleen uitbetaald over de verwerkte kilogrammen melk voor dit concept. “Naar aanleiding van de bevindingen van de pilot, zowel op de melkveehouderijbedrijven als de marktontwikkelingen, worden na 2023 de voorwaarden en de vergoeding van deze melkstroom definitief vastgesteld”, zo laat een woordvoerder van FrieslandCampina weten. De kaas wordt al een tijdje verkocht in kaasspeciaalzaken en bij supermarktketen Plus. Maar ook supermarktketen Albert Heijn en Hema hebben de kaas inmiddels in hun assortiment opgenomen. FrieslandCampina is dan ook erg optimistisch over de kansen. Zo gaf topman Hein Schumacher van het zuivelconcern recent in een interview in Melk van het Noorden aan veel potentie te zien in het project. “Kaas was bij FrieslandCampina jarenlang een
‘Kaas is een belevingsproduct met waardes waarvoor de consument wil betalen’
lagekostenproduct. Maar ik zie kaas vooral als een belevingsproduct. Daar moet je waardes aan toevoegen waarvoor de consument wil betalen. Dat is een echte ‘trend change’. Skylger Kaas vind ik een fantastisch voorbeeld. We koppelen een groep Terschellinger boeren aan een kaas met een heel speciale zilte smaak en een authentieke verpakking. Zo geef je de consument een beleving: Terschelling, het Waddengevoel. Het gaat nog niet om grote hoeveelheden melk, maar je scoort er wel hoge marges op.”
6,5 miljoen kilo melk Zeilstra heeft op basis van de ontwikkelingen goede hoop dat op termijn alle ruim 5 miljoen kilo melk van de negen gangbare melkveehouders op het eiland nodig is voor de productie van Skylger Kaas. Gevoegd bij de 1,5 miljoen kilo aan biologische melk waar hij Terschellinger kaas van maakt, zou het totaal dan op 6,5 miljoen kilo melk aan eilandmelk brengen. “Dat is mijn droom, dat alle melk van het eiland in de nieuwe fabriek wordt verwerkt tot verschillende soorten kaas. Het past ook in de tendens om de producten weer dicht bij huis te maken. En het zou natuurlijk fantastisch zijn als net als vroeger alle melk op het eiland blijft en wordt verwerkt.”
ZuivelZicht november 2019
11
B E D R I JF
Zuid-Duitse onderneming BMI boekt tegenvallende resultaten De coöperatieve onderneming uit Beieren heeft het afgelopen jaar aanzienlijk mindere resultaten geboekt. Vooral in het buitenland zat het tegen. De deze zomer aangetreden directie hoopt het tij te keren. Tekst: Hermann-Josef Martin
De Zuid-Duitse centrale coöperatieve Beierse zuivelindustrie (BMI) maakt een lastige periode door. Het heeft een moeilijk boekjaar achter de rug. Volgens de voormalige ceo Peter Hartmann, die het bedrijf deze zomer verliet, daalden het bedrijfsresultaat, de exportopbrengsten en de melkprijs voor de veehouders aanzienlijk; het nettoresultaat viel zelfs met meer dan 90 procent terug. De oorzaak voor de tegenvallende resultaten wordt gezocht in een aantal kernactiviteiten, die met “uitdagende marktomstandigheden” te maken hadden. Dat resulteerde in de lagere
BMI richt zich op drie productgroepen: gedroogde melk, consumptiemelkproducten en kaas.
12
ZuivelZicht november 2019
opbrengstprijzen. Het resultaat is ook beïnvloed door de hogere afschrijvingen. BMI richt zich op drie productgroepen: gedroogde melk, consumptiemelkproducten en kaas. De onderneming zet haar producten af in bijna zeventig landen. De focus ligt op de Europese Unie, maar ook op de wereldmarkt timmerde BMI de laatste jaren aan de weg. In dit verband moeten met name de Oost-Aziatische markten van China, Zuid-Korea en Japan en Oceanië worden genoemd. Daarbij gaat het vooral om weipoeder, lactoseproducten en weiderivaten, die worden verwerkt tot zoetwaren en babyvoeding.
Lagere verkooprijzen Niettemin heeft BMI het lastig in het buitenland. De omzet buiten Duitsland nam vorig jaar flink af. Die daalde met bijna 8 procent tot € 264 miljoen. Daartegenover staat een oplopende omzet in het binnenland: met iets meer dan 2 procent tot bijna € 334 miljoen. Zodoende bleef de daling van de totale omzet beperkt tot 2,4 procent (€ 598 miljoen). Vanwege de zwakke verkoopprijzen voor kaas- en poederproducten bleef er van de nettowinst uit 2017 (€ 2,8 miljoen) weinig over: twee ton. Alleen met de verse producten maakte BMI vorig jaar nog winst. BMI verwerkte In 2018 ruim 932 miljoen kilogram melk, voornamelijk afkomstig van 1.230 melkveehouders, die zijn aangesloten bij een tiental regionale coöperaties. Zij leverden vorig jaar meer melk aan BMI, dat daardoor minder melk van derden hoefde af te nemen. De melkprijs daalde met meer dan 5 procent
B E D R I JF
tot € 35,49 per 100 kilogram bij 4,2 procent vet en 3,4 procent eiwit. Ook de melkprijs die BMI aan haar biologische melkveebedrijven uitkeerde was lager dan in het voorgaande boekjaar. Voor biologische melk viel de melkprijs 2 procent lager uit.
Bioland Het concern is een van ‘s werelds grootste producenten van biologische weiderivaten. Al in 1993 was de centrale coöperatie een van de eerste zuivelbedrijven die biozuivelderivaten produceerde. In samenwerking met de Duitse biologische organisatie Bioland heeft het bedrijf zijn biologisch assortiment gestaag uitgebreid. Inmiddels biedt het verschillende poederproducten aan die gecertificeerd zijn volgens de internationaal erkende richtlijnen van Bioland. De nieuwe directie wil er alles aan doen om die internationale positie te behouden. Ondanks de afname van de verkopen in het buitenland, wil BMI blijven behoren tot de leiders in wereldmarkt voor biologische weiderivaten, zo heeft de nieuwe topman Thomas Obersojer duidelijk gemaakt bij zijn aantreden. De 41-jarige manager was bij BMI chief financial officer. Hij voert de directie nu samen met de 54-jarige Winfried Meier, die recentelijk managing director was van Arla Foods Deutschland. De Duitse zuivelonderneming BMI is ooit opgericht door een aantal coöperaties uit Beieren die meer melk ontvingen dan zij konden verwerken. Zij formeerden in 1952 de Bayerische Milchindustrie die de melk toch nog tegen een redelijke prijs moest zien te verhandelen. In de loop der jaren heeft de onderneming zich vanuit de Beierse stad Landshut ontwikkeld tot een internationaal opererend bedrijf. Vooral in de jaren na de Duitse hereniging groeide BMI flink, omdat melkverwerkers uit andere deelstaten zich bij de Beierse onderneming aansloten.
Investeringen Het afgelopen jaren heeft BMI naar eigen zeggen ‘sterk in de toekomst geïnvesteerd’ om de fabrieken efficiënter
te laten draaien. In 2018 werd voor een recordbedrag van € 42,9 miljoen geïnvesteerd, zo’n 10 procent meer dan in het jaar daarvoor. Het grootste deel van het investeringsbudget is besteed aan uitbreiding en verbouwing van de fabrieken in Jessen en Würzburg en voor de bouw van het nieuwe researchcentrum. BMI heeft in de periode 20132018 in totaal ruim € 150 miljoen geïnvesteerd. Vooral de kaasfabriek in Jessen (SaksenAnhalt) is de laatste jaren flink verbouwd. Vorig jaar is er een nieuwe melkontvangstinstallatie in gebruik genomen waardoor BMI er dagelijks maximaal 34 vrachtwagens met in totaal ongeveer 850.000 liter melk kan verwerken. Ook zijn er nieuwe productielijnen voor harde kaas geïnstalleerd en is de productie van mozzarella er flink uitgebreid. Behalve mozzarella produceert BMI in Jessen Edamer, Gouda-, Maasdamer en Tilsiter kaas. Ook worden er weiproteïneconcentraat
BMI is een van de grootste producenten van biologische weiderivaten (WPC 80) en lactose geproduceerd. Aanvankelijk huurde BMI de fabriek vanaf 1992 van de toenmalige eigenaar Elsterland. Begin 2010 kwam de fabriek via een fusie in handen van BMI. Sindsdien heeft de coöperatie volgens het Noord-Beierse dagblad Frankenpost in totaal ongeveer € 100 miljoen geïnvesteerd in de uitbreiding en modernisering. BMI produceert daarnaast kaas in de Ebermannstadt, Langenfeld en Windsbach) en een in Saksen-Anhalt (Jessen). Het concern heeft een assortiment van twintig kazen variërend van harde en gesneden kaas, romige zachte kaas, mozzarella en blauwe kaas en champignonkaas in gangbare en biologische varianten. Afnemers zijn retailers, kaasspeciaalzaken en de bedrijven in de horeca. engineered wood products
www.vidarwood.com
B E D R I JF
Hazeleger Kaas versnijdt en verpakt kaas in opdracht van producenten. (Foto’s: Ruud Ploeg)
De visie van Hazeleger Kaas:
‘Flexibel zijn, kwaliteit leveren en meedenken’ Hazeleger Kaas betrok anderhalf jaar geleden een spiksplinternieuw pand. Het familiebedrijf uit Barneveld versnijdt en verpakt kaas in opdracht van producenten. De onderneming groeit gestaag. Toch is groei niet het hoofddoel. Tekst: René van Buitenen
14
ZuivelZicht november 2019
B E D R I JF
Hij is geen familie van de oprichters, maar voor huidig directeur-eigenaar Wim van Rijn is Hazeleger Kaas nog steeds een familiebedrijf. De onderneming werd in 1922 opgericht door Jannes Hazeleger. Van Rijn trad in 2003 in dienst van het bedrijf, werd er in 2009 directeur en is inmiddels ook de enige eigenaar. Hij zet de onderneming voort als ware het nog steeds een familiebedrijf. “Dat betekent voor mij onder meer dat je een langjarige visie voor de onderneming neerzet. Een visie die gericht is op continuïteit. Dan praat je over een periode van tien à twintig jaar.” Hazeleger Kaas versnijdt en verpakt kaas in nagenoeg alle gewenste verpakkingsvormen en formaten. Dat doet zij in opdracht van kaasproducenten. Die verkopen de kaas aan Hazeleger om het te laten versnijden en te verpakken. Vervolgens kopen de producenten de verpakte kaas terug. Ook verkoopt Hazeleger verpakte kaas voor eigen rekening rechtstreeks aan horecabedrijven, groothandelaren en aan de verwerkende industrie. Jaarlijks verwerkt de onderneming op die manier ongeveer 19 miljoen kilo, voornamelijk Nederlandse halfharde en harde kaas. “Daarmee zijn we succesvol”, meldt Harm Versluijs, die verantwoordelijk is voor verkoop en inkoop van grondstoffen. Versluijs was eerder werkzaam voor diverse bedrijven in de Nederlandse
kaasbranche. Hij verzekert dat er in de markt veel belangstelling bestaat voor Hazeleger Kaas, dat al een aantal jaren gestage groei laat zien. “We zijn een zelfstandig familiebedrijf en dat willen we blijven; we zijn niet te koop.” “Toen ik hier vijftien jaar geleden binnenkwam, waren we met acht personen”, vertelt Van Rijn. “Geleidelijk zijn we meegegroeid met de markt, die steeds meer om voorverpakte producten ging vragen. Daar konden we goed op inspelen. Er waren tijden dat we jaar op jaar een groei realiseerden van 20 tot 30 procent.”
Kentering De kentering kwam in het najaar van 2012, toen een belangrijke klant de samenwerking opzegde. Dat viel Van Rijn en zijn team rauw op het dak. “Met het vertrek van die partij zouden we zo maar 20 à 25 procent van onze omzet kunnen verliezen.”
‘De groei die we hebben doorgemaakt willen we op een gezonde wijze vasthouden’
Wim van Rijn is directeur van een familiebedrijf. “Dat betekent voor mij onder meer dat je een langjarige visie voor de onderneming neerzet.”
Toch viel de schade mee. Sterker nog: bij het sluiten van de boeken over het daaropvolgende boekjaar 2013 noteerde Hazeleger Kaas alsnog een omzetplus. Weliswaar was de omzet veel minder hard gegroeid dan in de voorbijgaande jaren; toch bleek de omvang van de activiteiten te zijn toegenomen. Het bedrijf had het gat dat met het vertrek van de belangrijke klant was ontstaan, weten op te vullen door contracten met diverse andere, kleinere, spelers in de markt af te sluiten.
Het nieuwe moderne pand van Hazeleger Kaas is op de groei gemaakt.
ZuivelZicht november 2019
15
B E D R I JF
Groeispurt
Op het bedrijvenpark in Barneveld nam Hazeleger Kaas anderhalf jaar geleden een spiksplinternieuw pand in gebruik.
16
Enkele jaren later verwierf Hazeleger een belangrijke order. Een kaasproducent wilde de verwerking aan meerdere verpakkingsbedrijven uitbesteden. Hazeleger Kaas kreeg een deel van het volume. “Daardoor konden we weer een flinke groeispurt maken. In 2017 kwam er weer een grote order bij.” De namen van de partijen die bij deze verschuivingen in de markt betrokken waren, laat Van Rijn liever achterwege. Hij vindt het niet gepast om de namen van klanten te noemen, maar vertelt het verhaal om te laten zien hoe belangrijk het voor een onderneming is om tijdig in te spelen op veranderingen in de markt. “Flexibel zijn, kwaliteit leveren en meedenken met je klanten. Daar gaat het om.” Door de komst van nieuwe klanten zag de onderneming zich genoodzaakt op zoek te gaan naar meer verwerkingscapaciteit. Het pand in Barneveld waar de onderneming al decennia zetelde werd te klein voor de uitdijende orderportefeuille. Aanvankelijk betrok Hazeleger een nevenvestiging in Zeewolde, door de failliete boedel van Pieters Kaas over te nemen. Uiteindelijk werd besloten een nieuw onderkomen te bouwen nabij het bestaande pand op het bedrijvenpark Harselaar in Barneveld. Sinds anderhalf jaar is het spiksplinternieuwe gebouw het hoofdonderkomen van de onderneming. De oude vestiging in Barneveld blijft in gebruik; voor de
ZuivelZicht november 2019
Nieuw onderkomen Hazeleger Kaas heeft voor haar nieuwe onderkomen op het bedrijvenpark in Barneveld het Breeam-certificaat ontvangen met de score Excellent. Breeam is een instrument om integraal de duurzaamheid van gebouwen te meten en te beoordelen. Op het nieuwe ruim 16.000 m2 grote perceel is een bedrijfsruimte met kantoren en kleedruimte neergezet. Het gebouw kenmerkt zich volgens Breeam door de zorgvuldig gekozen routing in en om het pand, met onder andere een gescheiden stroom van personele en goederen en een gescheiden vervoersstroom van auto’s en vrachtwagens. Om de benodigde ruimten te koelen, is gekozen voor het milieuvriendelijke CO2-systeem. Daarnaast wordt de restwarmte van dit systeem hergebruikt om het reinigingswater te verwarmen. Het gebouw is voorzien van zonnepanelen en energiezuinige verlichting.
noodzakelijke flexibiliteit in de productie.
Gezonde organisatie In het nieuwe bedrijfspand zijn drie verpakkingslijnen geïnstalleerd. Naar verwachting zal Hazeleger halverwege volgend jaar een vierde lijn in gebruik nemen. Er is plek voor nog eens twee lijnen. Het nieuwe moderne pand is dus op de groei gemaakt. Toch staat groei niet voorop”, meldt van Rijn. “Het hoofddoel van onze onderneming is dat we een gezonde organisatie blijven. We willen niet verzeild raken in een situatie waarin we koste wat kost orders moeten binnen halen om de productielijnen maar te
kunnen vullen. De groei die we hebben doorgemaakt willen we op een gezonde wijze vasthouden. Dat doen we door selectief orders aan te nemen.” Versluijs: “Onze kracht ligt in de niches. We denken mee met de specifieke situaties waarin onze klanten verkeren en we proberen innovatieve oplossingen aan te dragen. Zo werken we verpakkingsconcepten voor derden uit en ontwikkelen we recyclebare of zelfs circulaire verpakkingen. We richten ons helemaal op het verpakken van kaas en niet zozeer op de marketing. Wij hebben dan ook niet een eigen merk waarmee we de consumentenmarkt op gaan. Dan zouden we de concurrent van onze eigen klanten worden.” Van Rijn verwacht nog lange tijd voort te kunnen bouwen op de huidige strategie. Wel oriënteert Hazeleger Kaas zich op de mogelijkheid om met buitenlandse partijen samen te werken. Gevraagd naar de positie van de onderneming over vijf jaar staat zegt hij: “Dan vervullen we nog steeds de rol van verpakker van kaas die waarde toevoegt voor haar klanten.” Al zal dat naar zijn vermoeden in een andere markt zijn dan nu. “Het speelveld zal kleiner worden en de lijnen korter. Er zullen schakels tussenuit vallen. Want ik verwacht dat de concentratie in de kaashandel zich de komende jaren zal doorzetten.” “Nee, deze schakel zal er niet tussenuit vallen. Er zullen altijd bedrijven nodig zijn die flexibiliteit kunnen bieden.”
"
!
!" ## $ % & ' (
)
* + !"##, " ( -% &
!" , # ) -% &
B E D R I JF
Hogere melkprijs pleister op de wond voor niet uitkeren dividend
Fonterra bezorgt melkveehouders opsteker Fonterra heeft zijn leden/melkveehouders een opsteker bezorgd met een melkprijsverhoging. De Nieuw-Zeelandse melkverwerker stelde vorige maand de verwachtingsprijs voor dit seizoen naar boven bij. De plus bedraagt 30 dollarcent. Opmerkelijk voor een zuivelproducent die in twee achtereenvolgende jaren zware verliezen leed. De reden voor de melkprijsverhoging is de afzet van melkpoeder, die crescendo gaat. Tekst: Bert Westenbrink
De nieuwe gemiddelde uitbetaalprijs van Fonterra komt uit op een bedrag van NZ$ 6,55 tot NZ$ 7,55 per kg milksolids. Dat is omgerekend naar een kilo melk: 28,5 tot 33 cent. In een toelichting zei coöperatievoorzitter John Monaghan dat de vraag naar volle melkpoeder, een belangrijk exportproduct van het zuivelconcern, ‘stevig is geweest’. En de verwachting is dat dat zo blijft de rest van het melkseizoen, dat tot volgend jaar juli loopt. De reden voor die aanname is dat de wereldwijde productie van volle melkpoeder daalt. Ook verkocht de Nieuw-Zeelandse melkverwerker naar eigen zeggen magere melkpoeder tegen hogere prijzen dan de concurrenten uit de Europese Unie en de Verenigde Staten. Ceo Miles Hurrell nuanceerde de positieve prognoses met de waarschuwing dat spanningen in de wereldhandel en politieke instabiliteit in sommige belangrijke afzetregio’s, de verwachtingen onderuit kunnen halen. Die onzekerheid is de reden dat de melkverwerker een grote bandbreedte van één NZ-dollar aanhoudt voor de verwachtingsprijs. Los daarvan greep de topman de plus op de melkprijs aan om te onderstrepen dat de nieuwe strategie om prioriteit te geven aan de productie en verwerking in eigen land de juiste is. De Nieuw-
18
ZuivelZicht november 2019
Zeelandse melk is veel gevraagd, stelt de top. Die stelling wordt bevestigd door de laatste handelscijfers van Stats NZ. Daaruit blijkt dat de export vanuit Nieuw-Zeeland naar China dit jaar (tot september) met 23 procent is gestegen. De belangrijkste groeier is melkpoeder, aldus het cijferbureau. Daarvan werd in de eerste acht maanden voor NZ$ 160 miljoen meer van uitgevoerd dan in dezelfde periode een jaar eerder.
Morele boost De verhoging van de melkprijs door Fonterra geeft melkveehouders “een morele boost”, zei Hadleigh Germann, voorzitter van Southland Federated Farmers in een reactie tegen lokale media. Hogere voerkosten, een dalende melkproductie en onzekerheid over nieuwe milieuregels zorgden voor een wat ‘pessimistische stemming’ op het Zuidereiland. Een andere melkveehou-
Fonterra wil af van de verplichting om alle aangeboden melk te moeten accepteren
der, Ian Jeffrey, spreekt van “een goede zet”, maar dan in relatie tot het feit dat de coöperatie geen dividend uitkeert, waardoor de melkprijsverhoging ook de lading heeft van een compenserende maatregel. Of van een pleister op de wond. Het besluit geen dividend uit te keren is een gevolg van de slechte bedrijfsresultaten van het zuivelconcern. Dat presenteerde in september voor het tweede achtereenvolgende jaar dieprode cijfers. Naast een nettoverlies van € 346 miljoen, boekte het concern ook nog eens € 474 miljoen af op slecht presterende onderdelen. De top van het zuivelconcern is bezig met herziening van de strategie en dat gaat gepaard met een grote schoonmaak. De ambities om wereldwijd de grootste en beste te zijn, worden niet meer uitgesproken. “We worden weer een zuivelcoöperatie in Nieuw-Zeeland”, zei voorzitter Monaghan in een toelichting op de verliescijfers en de plannen om terug te gaan naar de basis. “En de coöperatie beperkt haar strategie tot gebieden waar ze concurrentievoordelen heeft en kan winnen.” Dat is de verklaring waarom Fonterra na het zwaar verliesgevende samenwerkingsdebacle met de Chinese partner Beingmate, toch weer een partnership aangaat met een Chinese producent. Dit keer betreft het By-Health Co, fabrikant
B E D R I JF
van vitamines en supplementen. Het partnership richt zich op een gezamenlijk onderzoeksproject voor het ontwikkelen van producten voor sport- en actieve levensstijl. De samenwerking past in de ambitie van Fonterra om de groei in gezondheids- en wellnessvoeding te versnellen.
Dairy Industry Restructuring Act Met de nieuwe prioriteit die wordt gegeven aan de zuivelproductie in eigen land is het voor Fonterra ook van belang om de op stapel staande wijziging van de Dairy Industry Restructuring Act (Dira) aan te grijpen om de productievoorwaarden in eigen land te verbeteren. Die worden door voorschriften in de Dira negatief beïnvloed, stelt de melkverwerker. De wet stamt uit 2001 en is opgesteld om de marktmacht van Fonterra, ontstaan uit een megafusie, op de thuismarkt te beteugelen. Die macht is nog steeds significant. ’s Lands grootste zuivelproducent verwerkt zo’n 80 procent van de melk in Nieuw-Zeeland, ook al hebben concurrenten de aanvoer van melk sinds 2001 veel harder zien groeien. In NieuwZeeland zijn naast Fonterra nu tien melkverwerkers actief, waarvan vele
geheel of gedeeltelijk in buitenlandse handen zijn. Ze produceren op vijftien productielocaties. Fonterra heeft er dertig, waarvan een aantal verouderd is.
Stevig debat De voorgenomen aanpassing van de wet zorgt voor een stevig debat onder melkverwerkers, die in hoorzittingen hun visie geven. Zo wil Fonterra af van de verplichting om alle aangeboden melk te moeten accepteren. In de wijzigingsvoorstellen staat dat de melkverwerker alleen melk mag weigeren als melkveehouders niet aan leveringsvoorwaarden voldoen. Dat vindt Fonterra niet ver genoeg gaan. “We hebben meer controle nodig over waar we het kapitaal van onze boeren investeren om ervoor te zorgen dat we de grootste waarde voor hen kunnen genereren”, stelt de melkverwerker. Als de verplichting gehandhaafd blijft, wil Fonterra in ieder geval toelevering kunnen weigeren in regio’s waar haar marktaandeel onder de 75 procent is gedaald. Waar de verplichtingen uit de Dira toe kunnen leiden is te zien in Lichfield. In de melkverwerking daar investeerde Fonterra ruim € 200 miljoen, waarmee de zuivelproducent anticipeerde op de
verwachte groei van de melkaanvoer door conversies op het Noordereiland. Die groei kwam er niet, waardoor de fabriek op slechts 30 procent van zijn capaciteit draait. Ook wil Fonterra af van de Diraverplichting om melk te leveren aan concurrerende verwerkers tegen een gereguleerde prijs. Die bepaling is in 2001 opgenomen in de wet om ervoor te zorgen dat de producent een sterke concurrent heeft in de schappen op de binnenlandse markt. Die concurrent is Goodman Fielder, die gegarandeerd 250 miljoen liter Fonterra-melk per jaar geleverd krijgt. Die melk wordt verwerkt tot zuivel die onder merknamen van Goodman Fielder in de NieuwZeelandse supermarkten ligt. De constructie geeft regelmatig stof tot discussie in het land, ook omdat deze leidt tot relatief hoge prijzen van Nieuw-Zeelandse zuivel in de supermarkten op de thuismarkt. En ook nu is de verplichte levering inzet tot debat. Terwijl Fonterra er vanaf wil, dringt Goodman Fielder er juist op aan de verplichte levering op te schroeven naar 350 miljoen liter per jaar. Dit met de motivatie dat sinds 2001 de bevolking in Nieuw-Zeeland flink is gegroeid.
Fonterra verwerkt ongeveer 80 procent van alle melk die in Nieuw-Zeeland wordt geproduceerd. (Foto: Fonterra)
ZuivelZicht november 2019
19
B E D R I JF
Danone België kreeg voor de B Corp audit driehonderd vragen op het vlak van sociale en milieuprestaties voorgelegd. (Foto’s: Danone)
Duurzaamheidslabel is een van de negen bedrijfsdoelstellingen
B Corp-certificatie voor Danone België en Nederland Danone Dairy België en Danone Dairy Nederland zijn bekroond met het B Corp-certificaat als erkenning voor hun onafgebroken inzet voor de gezondheid van onze planeet en haar bewoners. In 2030 moet Danone wereldwijd het label hebben, zegt Nathalie Guillaume van Danone België. Tekst: Yves De Groote
Als kroon op het honderdjarige bestaan van de Danone Groep ontvingen Danone België en Nederland onlangs het B Corp-certificaat van B Lab Europe. “Het label is de meest strenge en uitgebreide internationale en onafhankelijke erkenning van milieu- en sociale presta-
20
ZuivelZicht november 2019
ties”, zegt Nathalie Guillaume, directeur corporate affairs Danone België trots. “B Corp-bedrijven worden bij de audit geëvalueerd op vijf domeinen: Bestuurswijze, Werknemers, Leefmilieu, Gemeenschap en Klanten.” Transparantie is hierbij van groot belang.
“Het volledige auditrapport van B Lab van Danone België en Danone Nederland is openbaar en terug te vinden op de website bcorporation.eu. Danone België scoorde 84,2 punten, Nederland 89,4 punten.” Om het certificaat te halen moeten bedrijven minimum 80 punten halen.
B E D R I JF
Het verschil tussen de buurlanden is dat Danone in België in Rotselaar een zuivelfabriek heeft, waar onder andere Actimel, Activia, Danone & Fruits en Vitalinea geproduceerd worden. Het is evident dat de vragen die beide ondernemingen voorgelegd kregen, verschilden. Guillaume: “Ons B Corpbedrijfsteam, onder leiding van de duurzaamheidsmanager, kreeg voor de audit driehonderd vragen op het vlak van sociale en milieuprestaties voorgelegd, die tot in detail beantwoord moesten worden.” Momenteel zijn twintig businessentiteiten van Danone B Corp-gecertificeerd, goed voor meer dan 30 procent van de wereldwijde omzet (2018: € 24,65 miljard). In 2030 moeten alle entiteiten van Danone wereldwijd het label hebben.
DNA Danone “Duurzaamheid zit in het DNA van onze onderneming.” Guillaume verwijst naar de historische speech die Antoine Riboud, oprichter van Danone, in 1972 in Marseille hield voor een groot publiek van Franse ceo’s. Voor het eerst pleitte een Franse ondernemer nadrukkelijk voor aandacht voor de sociale en ecologische context van ondernemen. De visie dat de gezondheid van mens en planeet onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, werd in 2017 kracht bijgezet met de nieuwe visie ‘One Planet. One Health’.
In 2025 moeten zowel in België als Nederland de verpakkingen van alle merken op de markt recycleerbaar, herbruikbaar of composteerbaar zijn.
Om deze visie concreter te maken formuleerde Danone in 2018 haar negen bedrijfsdoelstellingen voor 2030, conform de Sustainable Development Goals (SDG) van de Verenigde Naties. “Certificering als B Corp is daar één van”, onderstreept Guillaume het gewicht dat het zuivelconcern aan dit duurzaamheidscertificaat geeft. Het certificatieproces stelt Danone in staat om de praktijk en de projecten die reeds geïmplementeerd werden te analyseren. Dit geldt voor Danone België voor het hoofdkantoor en de zuivelfabriek in Rotselaar alsook voor het hoofdkantoor van Nederland. “Alle initiatieven vormen een belangrijke stap in de richting van
‘Elke medewerker wordt geraadpleegd over strategische keuzes van de onderneming’ onze inzet om geëngageerde merken te ontwikkelen die bijdragen aan de gezondheid van de burgers en gelijktijdig de natuurlijke grondstoffen van de aarde in stand te houden en te vernieuwen.” Guillaume illustreert dit met verschillende voorbeelden op drie domeinen voor de buurlanden.
B Corp De B Corp-certificering, een initiatief van de nietgouvernementele organisatie B Lab, is bedoeld om een verantwoordelijker bedrijfsmodel te promoten. Het certificaat wordt toegekend op basis van een omvangrijke vragenlijst over de sociale, ecologische en maatschappelijke prestaties van de onderneming en haar inzet voor transparantie en verantwoordelijkheid. B Lab is in 2006 opgericht door drie ondernemers uit Philadelphia in de Verenigde Staten. In 2015 ontstond B Lab Europe, gevestigd in Amsterdam. Wereldwijd hebben meer dan 3.000 bedrijven het B Corp-label, waarvan elf in België en 68 in Nederland. Meer informatie: www.bcorporation.eu.
Alle elektriciteit die op het hoofdkantoor in Brussel en de fabriek in Rotselaar gebruikt wordt, is afkomstig van Belgische windmolens. Het hoofdkantoor van Danone in Utrecht in Nederland gebruikt ook groene elektriciteit. In Rotselaar wordt 97 procent van het fabrieksafval gerecycleerd. In 2025 moeten in zowel België als Nederland de verpakkingen van alle merken op de markt recycleerbaar, herbruikbaar of composteerbaar zijn. Daarvoor monitort Danone niet alleen haar eigen ecologische voetafdruk, maar ook van haar partners, melkveehouders en leveranciers. Samenwerken staat voorop bij het terugdringen van de voetafdruk. Sinds dit jaar krijgt elke Danonemedewerker binnen het ‘One Person, One Voice, One Share’-programma één aandeel in het bedrijf. “Dankzij hun stem wordt elke medewerker geraadpleegd over strategische keuzes van de onderneming”, aldus Guillaume. “Dit versterkt de teamgeest en dit komt ten goede aan de bedrijfscultuur.”
Inspirerend Voor Katie Hill, hoofd B Lap Europe in Amsterdam, is het belangrijk dat Danone de B Corp-beweging versterkt. “Hun lange en succesvolle geschiedenis in het combineren van economisch én maatschappelijk succes is een inspiratie voor anderen en zal zeker helpen om ons ideaal – dat succes in zaken net zoveel te maken heeft met mens en planeet als met winst – verder te verspreiden.”
ZuivelZicht november 2019
21
MARK T
Analyse Annual Insight:
Trump verstevigt positie Edam en Gouda met importheffingen Annual Insight analyseert maandelijks in ZuivelZicht de ontwikkelingen in de zuivelmarkt op basis van data. Het bedrijf gelooft dat het gebruik van data in toenemende mate van belang is om de juiste strategische beslissingen te kunnen nemen. Deze maand de effecten van de hogere importheffingen die de Verenigde Staten recent doorvoerde. Tekst: Robert den Hertog
De uitvoer van kaas naar de Verenigde Staten was vorig jaar goed voor zo’n ₏ 68 miljoen. (Foto: NZO)
22
ZuivelZicht november 2019
MARK T
Het Parool, april 2019: ‘Trump dreigt met importheffingen van circa $11 miljard aan goederen uit de Europese Unie als reactie op de Europese subsidies voor Airbus, de concurrent van het Amerikaanse Boeing. Op de door de Verenigde Staten uitgebrachte lijst bevinden zich ook producten die vanuit Nederland komen, waaronder kaas’. Inmiddels weten we dat Edam en Gouda, voor Nederland belangrijke exportproducten naar de Verenigde Staten, niet worden geraakt. Uit analyse van Annual Insight blijkt dat dit eigenlijk nooit het geval was. De lijst met importheffingen is opgedeeld in twee verschillende secties. Sectie 1 gaat over zaken als helikopters en vliegtuigonderdelen. Sectie 2 gaat over een groot aantal producten waaronder zuivelproducten (code 04). Aan de diverse codes op de lijst zijn importheffingen toegewezen. Een vergelijk van de codes op de lijst, met de data uit de Annual Insight Market Monitor, wijst uit dat de codes waaronder Nederland Gouda en Edam naar de Verenigde Staten exporteert, nooit bedreigd zijn geweest. Welke codes stonden er dan wel op? Een bredere beschouwing. De totale export van zuivel vanuit Nederland naar de Verenigde Staten in 2018 bedraagt circa € 80 miljoen, waarvan 90 procent kaasproducten behelst; 16 miljoen kilo aan Nederlandse producten. De grootste categorie hierbinnen is ‘kaas, exclusief verse en verwerkte kaas’, met een waarde van € 68 miljoen. In deze categorie zijn vier codes opgenomen,
Hoe kwam de commotie rond Gouda en Edam tot stand? Gouda en Edam kazen stonden op de in april door de VS uitgebrachte lijst. Producten worden op verschillende manieren geclassificeerd en opgenomen in de handelsdata. De waarde van de Gouda en Edam die in de lijst stond was €0. De relevante codes 0406.90.16 en 0406.90.18 stonden niet op de lijst, wat betekent dat Gouda en Edam nooit zijn bedreigd met extra importheffingen.
Industriële koeling Highcare Kaasrijping Cleanrooms Airconditioning Maatwerk
waarvan er slechts twee belast zijn. De twee niet-belaste codes zijn die waaronder Nederlandse Edam en Gouda naar de Verenigde Staten worden geëxporteerd (deze hebben nooit op de lijst gestaan). De andere twee codes, ‘overige kazen’, staan wel op de lijst en worden sinds 18 oktober 2019 belast met een extra importheffing van 25 procent.
Andere EU-lidstaten Edam en Gouda – code 0406.90.16 op de in oktober uitgebrachte lijst – krijgen wel een importheffing wanneer deze uit Duitsland, Spanje en het Verenigd Koninkrijk komt (zie onderdeel 3) Nederland wordt in dit rijtje niet genoemd. De waarde van de export van dit product voor deze drie landen is respectievelijk € 2 miljoen, € 2,3 miljoen en € 11,6 miljoen. Je zou kunnen concluderen dat de
Voets & Donkers ontwikkelt met grote precisie luchtbehandelingssystemen die exact de juiste condities creëren voor kaasrijping.
www.voetsdonkers.nl
MARK T
concurrentiepositie van Nederland is versterkt door de maatregelen van Trump. Hoewel Edam en Gouda een quotum heeft van bijna 6,5 duizend ton vanuit de EU, is 90 procent hiervan voor Nederland. Het overige gedeelte komt uit Duitsland, maar misschien schuift dit dus ook wel door naar Nederland.
Huidige status Hoe gaat het verder? Met de uitvoer van Edam en Gouda gaat het goed. Recentere handelsdata van 2019 (tot en met juni) laten geen daling zien van de export van Edam en Gouda, maar een stijging ten opzichte van 2018. Het volume ligt op 3,4 duizend ton (stijging van bijna 200 ton), met een gemiddeld hogere prijs van € 5,62 (stijging van bijna € 0,40). De overige € 32 miljoen zou vanaf 18 oktober belast zijn met een extra importheffing. Binnen deze segmenten heeft Nederland een kleiner marktaandeel in de Europese export. Het voordeel is dat andere Europese landen ook belast worden met importheffingen, maar Nederland speelt hier ook tegen niet-Europese landen zoals Canada. Het is de vraag wat de exacte invloed gaat zijn van de heffingen op de exportvolumes.
Analyse handelsdata Intussen kunnen we analyseren welke landen er potentie bieden om de getroffen kaas naartoe te exporteren. Namen die hier opvallen door een sterke
groei én significant volume zijn bijvoorbeeld Japan, Mexico, Chili en Tsjechië. Handelsdata kunnen met slechts anderhalve maand vertraging worden geanalyseerd. Zij bieden zo goed inzicht in de implicaties van de ontwikkelingen. Het bovenstaande maakt in ieder geval
goed duidelijk dat het essentieel is om op basis van feiten beslissingen te nemen en om de ontwikkelingen nauwgezet te blijven volgen. Robert den Hertog is Industry Lead Zuivel bij Annual Insight.
Maandelijks inzicht in productie en handelsstromen De AnnualInsight Market Monitor biedt maandelijks inzicht in de landelijke productievolumes en internationale handelsstromen van belangrijke voedingsmiddelen, in een interactieve BI-omgeving. Daarmee krijgt de gebruiker de mogelijkheid de omvang van een markt te bepalen en zijn aandeel hierin. Ook groeimarkten en trends kunnen worden gesignaleerd, inclusief het aandeel van de gebruiker in de exportstroom naar bepaalde landen.
24
ZuivelZicht november 2019
De Nr.1 specialist in gereviseerde zuivelmachines
• Nieuw en gereviseerde zuivelapparatuur
• RVS (proces) tanks • Ontwerp en realisatie van zuivellijnen
Melk Yoghurt Boter
Graafdijk oost 23 2973 XB Molenaarsgraaf The Netherlands T +31 184 64 1266 E info@heuvelzuivelmachines.nl www.heuvelzuivelmachines.nl
Margarine
Smeltkaas Kaas 2.000 machines in voorraad Garantie bij levering Snelle levertijden Lage investering
FT JS HEELKPRI EIKT? ME M BER E D DE BO DE
Complete projecten
+31(0)348-558080 info@lekkerkerker.nl
GA NAAR WWW.ZUIVELZICHT.NL VOOR ZUIVELNIEUWS UIT DE EERSTE HAND!
SA
www.lekkerkerker.nl
FE
Sijtsma N oord bv
EMS SYST TY
F OO D
P HACC
Specialisten in betonrenovatie, stralen, vloer- & wandcoating
IED CERTIF
• Ruim 35 jaar dé specialist binnen de zuivel- en voedingsmiddelenindustrie • HACCP coating systemen voor vloeren, wanden, plafonds en pekelbaden • Werkzaamheden kunnen tijdens productieproces worden uitgevoerd 9&$ HQ +$&&3 JHFHUWLÀFHHUG
+31(0)517 23 22 00
info@sijtsma-noord.nl
www.sijtsma-noord.nl
MARK T
ECO200 combineert duurzame energiebronnen op de boerderij
Met melk en mest koelen op weg naar energieneutraal ECO200, opgezet rond de vrijkomende warmte van melkkoeling, combineert duurzame energiebronnen op de boerderij. De techniek voorziet melkveehouders van koeling, verwarming en warm water door duurzame energiebronnen slim te combineren. Mest koelen is de volgende fase naar energieneutraal. Directeur Theun Toering maakt de balans op van ECO200 aan de hand van de resultaten van het Demonstratieproject Energie-Innovatie (DEI). Tekst: Ria Besseling
Het project DEI – waarbij het Mesdagfonds, Liander, RVO, de provincie Drenthe en L’orel Consultancy waren betrokken – toont volgens Theun Toering aan dat melkveehouders ook op een andere manier kunnen koelen en tegelijkertijd veel aardgas kunnen besparen. “Op dit moment hebben dertien van de vijftien deelnemende
melkveehouders die aan het project deelnemen een prima koeling en verwarming. In totaal werken er nu vijftig melkveehouders met het systeem. De techniek is geschikt voor bedrijven die jaarlijks vanaf een miljoen kilo melk produceren. Ze besparen energie die gelijk is aan ongeveer 5.000 kuub aardgas. Het gaat om in totaal zo’n 7.000 bedrijven die daarmee naar een energieneutrale melkveehouderij kunnen innoveren.” ECO200 kan zonder aanpassingen naast het bestaande koelsysteem worden geïnstalleerd. De investering van rond € 35.000 heeft een terugverdientijd van zeven à acht jaar. Toering is druk bezig om subsidiemogelijkheden vanuit de overheid te onderzoeken.
Melkkwaliteit Een bijkomend effect van ECO200 is een verbeterde melkkwaliteit. Toering: “Met name bij boeren die een melkrobot op hun bedrijf hebben, is het vetzuurgedeelte beter door directe koeling. De platenwarmtewisselaar in de koeltechniek zorgt ervoor dat de melk snel tot rond 6°C wordt teruggekoeld. Dit verlaagt het vetzuurgehalte en verbetert de kwaliteit. Dat is gunstig voor melkveehouders die robotmelken in verband met de toeslag per liter van de coöperatie.” Mestkoeling wordt de volgende fase
’s: ECO200)
26
ZuivelZicht november 2019
naar energieneutrale melkveebedrijven, denkt Toering. “Er lopen nu twee proefprojecten met het koelen van mest waarbij ECO200 is betrokken. Dat maakt het systeem voor elke boer toegankelijk en vermindert tegelijkertijd de uitstoot van broeikasgassen en stikstof.” Melkveehouder Jan Pieter van Tilburg in Hellum, een van de deelnemers aan de pilot, zet alles in om op het bedrijf energie te besparen. Hij haalt nu vijf jaar met ECO200 energie uit melkwarmte, investeerde in windmolens en zonnepanelen en test sinds kort mestkoeling. Van Tilburg ziet dat hij er met alle maatregelen in slaagt om het verbruik aan elektra en water omlaag te brengen. De Groningse melkveehouder met 140 melkkoeien en een jaarlijkse productie van 1,3 miljoen kilo melk ziet als grootste voordeel van ECO200 “dat je met minder piekstroom de melk koud in de tank krijgt en daarmee ook je huis van warmte voorziet”. Van Tilburg bespaart met de koeltechniek ongeveer 25 kWh per 1.000 kg melk per jaar. “Door de efficiënte manier van koelen en het wegvallen van het gasverbruik betekent dit een besparing van jaarlijks € 4.700. “De extra investeringskosten waren bij ons overigens € 45.000, waarbij we van subsidiemogelijkheden als EIA en MIA Vamil gebruikmaakten.”
MARK T
Warmte en meer kennis Het proefproject Mestkoeling, de volgende stap naar alle energie van eigen bedrijf, moet hem naast warmte meer kennis van de mest opleveren. De warmte die het koelen van de mest levert, geeft de warmtepomp voeding. Daarvoor is er een slang in de mestkelder bij het Groningse melkveebedrijf gelegd. De warmte wordt via de warmtepomp elders op het bedrijf gebruikt. Van Tilburg verwacht met mestkoeling ook een reductie van methaan en ammoniak. “Dit kan een enorme stap vooruit zijn voor de sector. Omdat de mest minder uitstoot kan hebben, zou deze een hogere voedingswaarde voor de bodem hebben”. ECO200 is tot nu toe een degelijk en betrouwbaar systeem gebleken, constateert Van Tilburg. ”Bij reparatie ben je minder kwetsbaar omdat je kunt overschakelen naar een andere pomp. De datalogging geeft veel informatie en je kunt gerichter een wijziging invoeren. Je ziet in het onlineschema plekken waar nog een energiebesparing kan plaatsvinden. Dat is informatie die je zonder de datalogging niet kunt weten.
ECO200 ECO200 is gebaseerd op warmteterugwinning uit melk en een slimme combinatie van duurzame energieproductie richting energieneutraal. Het systeem koelt de verse melk met een warmtepomp in plaats van met de melkkoelmachine. De vrijkomende warmte wordt gebruikt voor woonhuisverwarming en warm water. ECO200 gebruikt energiebuffers en een warmtepomp voor koeling van de verse melk in de melkkoelmachine via een warmtewisselaar en voor verwarmen tot 55 °C. De componenten werken samen via een regelsysteem. De techniek werd al uitgebreid met een booster voor de warmtepomp. De installatie kan dan op hoge temperatuur de melkinstallatie spoelen.
Je kunt bovendien het systeem in je bedrijf uitbouwen en daarmee ook andere apparaten sturen zodat het netwerk minder wordt belast. We willen niet meer terug naar de traditionele manier van koelen. Het leven op eigen gewonnen energie geeft een goed gevoel.”
Van onze kaasplanken kun je eten )GEGTVKƂ EGGTF XQGFUGNXGKNKI
9Ď RTQFWEGTGP CN LCCT kaasplanken van formaat WKV JGV DGUVG 0QQTF 'WTQRGUG XWTGP
2TKOG 3WCNKV[ %JGGUG $QCTF 2CPGNU
LAMICO B.V.
De opstelling van de installatie.
Papierbaan 16-22 9672 BH Winschoten Tel: +31 (0) 597 - 47 17 40 info@lamico.nl
www.lamico.nl
T I D R E ACHT L E B A L E S E P O S R A A K E EU S D N A L DER N T H C É E J D N I V
E
EUROPA MAAKT KAAS ÉCHT UIT NEDERLAND EENVOUDIG HERKENBAAR! Niet alle ‘Nederlandse’ kaas, zoals Goudse of Edammer, komt daadwerkelijk uit Nederland. Toch herken je de Nederlandse kaas gemaakt volgens traditioneel Nederlands recept, van Nederlandse melk en gerijpt in Nederland heel eenvoudig. Aan de lekkere smaak én aan het Europese BGA-label. Vind jouw kaas écht uit Nederland bij de kaasspecialist of in de supermarkt.
ND-KAAS.NL
MEER WETEN? WWW.GOUDAHOLLA
CAMPAGNE GEFINANCIERD MET STEUN VAN DE EUROPESE UNIE
DE SAMENSTELLER VAN DEZE PROMOTIECAMPAGNE IS ALS ENIGE VERANTWOORDELIJK VOOR DE INHOUD ERVAN. DE EUROPESE COMMISSIE EN HET UITVOEREND AGENTSCHAP VOOR CONSUMENTEN, GEZONDHEID, LANDBOUW EN VOEDING (CHAFEA) AANVAARDEN GEEN AANSPRAKELIJKHEID VOOR HET GEBRUIK DAT KAN WORDEN GEMAAKT VAN DE INFORMATIE DIE HET CAMPAGNEMATERIAAL BEVAT.
M A R K T CI JFE R S
PRODUCTIE Melkaanvoer mondiaal (jan’19 - aug’19; % t.o.v. ’18) EU-28
Verwerking EU (jan’19 - aug’19; % t.o.v. ’18) Kaas
+0,4%
waarvan: Duitsland Duitsland
x 1.000 ton
7.500
-0,4%
Frankrijk
NMMP
x 1.000 ton 500
-0,9% 6.000 -2,1%
Nederland
400
+1,4%
300
-4,1%
200
-8,3%
+1,7%
Verenigde Staten
+0,0%
4.500 +0,1%
Nieuw-Zeeland
-0,5%
Argentinië
-5,5%
3.000
-3,9%
+3,9%
-8,7%
Australië Wit-Rusland
+0,1%
Uruguay
+1,7%
0 25
-7,5%
100
-2,1%
-6,7% 0
+5,3%
+0,7%
1.500
50
75
100
0
Overig IT
125
x miljard kg
PL FR
Overig FR
NL DE
BE DE
DK NL
PRIJZEN Marktprijs (okt’19 t.o.v. sep’19, in %)
Gemiddelde melkprijs (sep’19 t.o.v. aug’19, in %)
LTO melkprijsvergelijking 40
€/100 kg
7.000 5 jaarsgemiddelde '13-'17 2018 2019
38 36
+0,6%
30 jan
€/1.000 kg
2.500
4.000
2.000
3.000
1.500 okt-18
€/1.000 kg NL +8,5% WM +3,8%
3.000
5.000
2.000 okt-17
dec
3.500
NL +1,9% WM +0,9%
6.000
34 32
Mager melkpoeder ADPI
Boter 82%
okt-19
1.000 okt-17
okt-18
okt-19
EXPORT Kaas (jan’19 - jul’19, % t.o.v. ’18) Wereldhandel
Intrahandel EU
x 1.000 ton 625 500
5.000 +2,1%
x 1.000 ton
3.000 +3,4% +2,6%
250 -1,4%
+2,7%
2.000 +3,3%
NL*
VS
NZ
x 1.000 ton
x 1.000 ton 250
EU
NL
200
750
150
500
100 -19,1% -23,4% -34,0%
250 0
0 EU*
Intrahandel EU
1.000 +14,6%
1.000
0
Wereldhandel 1.250
4.000
375
125
Niet mager melkpoeder (jan’19 - jul’19, % t.o.v. ’18)
NZ
EU*
NL*
VS
+11,5%
50
+12,2%
0 EU
NL
*Derde landen export
Bron: ZuivelNL
www.zuivelnl.org
ZuivelZicht november 2019
29
BELRUBRIEK KAASPROMOTIE
KAASBEWERKINGSMACHINES
INDUSTRIËLE AUTOMATISERING
IN- EN VERKOOP TANKS
LUCHTBEHANDELING
KAASVERWERKINGSMACHINES RVS TANK- EN APPARATENBOUW
BELRUBRIEK ADVIES
INGREDIËNTEN
VERPAKKINGEN
PROCESSING
KAASPRODUCTIELIJNEN VOEDSELVEILIGHEID INSPECTIES
UW ADVERTENTIE IN DE BELRUBRIEK IS TWAALF KEER PER JAAR ADVERTEREN VOOR EEN SCHERPE PRIJS. VOOR TARIEVEN EN INLICHTINGEN: TEL. 020- 573 6056 OF H.V.D.WERF@BDU.NL
Tel 0522-463684
info@koster-nl.com
www.koster-nl.com
Duurzaam hergebruik van uw overtollige tanks en machines We zetten onze expertise dagelijks in voor hergebruik van duurzame materialen
Wij zijn doorlopend op zoek naar: - RVS tanks - Warmtewisselaars - Pompen - Poedermengers - Zeefmachines - Indampers - Losse roerwerken