ZuivelZicht 12 2020

Page 1

Jaargang 112 | Nummer 12 | December 2020

ZuivelZicht

Mozzarellamarkt groeit onverstoorbaar door ondanks corona 11_Cover_01L.indd 1

ROY ME I JE R Nieuwe voorzitter NAJK kijkt voorbij de waan van de dag

BDAIRY Zuivelstart-up wil groter groeien door klein te blijven

07-12-20 08:59


Idea to Ideal

; _ b7b]; b ;Ѵbm7 v|ub; v|--| oou ;;m om];h;m7; u;;hv b|7-]bm];mĺ "bm7v ƐƖƖƓ _;00;m 7; ;m]bm;;ubm]ķ ruo1;vŊ ;m |;1_mbv1_; |;-lv 0bf ! ;;m --m|-Ѵ -m 7; lo;bѴbfhv|; ruo0Ѵ;l;m or _;| ];0b;7 -m 7 u --l_;b7 ;m bmv|]; ;m7_;b7 or];Ѵov|ĺ m ; ; r;uঞv; ]--| ;;Ѵ ;u7;u 7-m vhb7v ;m CѴ|u-ঞ;ķ bf bfm $ v v|;;lѴ; ;u-m1b;u -m l;Ѵhbmm-l; |o| ;bm7ruo7 1|ķ ;m -ѴѴ;v 7--u| vv;mbmĺ )bf 7u-];m 0bf --m ;;m 0;|;u; ;u;Ѵ7 oou b;7;u;;mĺ

&" oo=7h-m|oou ƐƖƏƏ ƑƓ|_ "|u;;| -uv_C;Ѵ7ķ ) ƔƓƓƓƖ

+31 6 49 8686 72 ĺ]o|o1olrѴ;|;CѴ|u-ঞomĺ1ol bmt bub;vŠ]o|o1olrѴ;|;CѴ|u-ঞomĺ1ol

20ZUI012_ADVERTENTIE.indd 2

(;vঞ]bm] uor -mv0 b|;mvbm];Ѵ ƒƏ L1; ƐĺƓ ѵѶƐƐ um_;l ;7;uѴ-m7

07-12-20 08:10


INHOUD

15

12

18 Visie 6

Kwaliteit Nederlandse aanpak antibioticagebruik oogst lof in het buitenland

10 Verduurzaming Provincie Drenthe stimuleert duurzame prestaties melkveehouders

18 Bdairy Portret van een nieuwkomer in de zuivelhandel

22 Lactalis Frans concern op weg naar internationale koppositie

24 Hochwald De pijlers onder de groeistrategie van Hochwald Foods

12 NAJK De markt voor mozzarella groeit nog steeds, ondanks de coronacrisis. Wel zijn de prijzen iets lager als gevolg van de toegenomen productie. Foto: Shutterstock

Kersverse voorzitter Roy Meijer geeft zijn visie

Markt 26 Analyse

Bedrijf 15 Treur Kaas Jubilerend familiebedrijf bewaakt speciale cultuur

Corona krijgt nauwelijks vat op groeiende mozzarellamarkt

29 Marktcijfers De internationale zuivelmarkt in ĂŠĂŠn oogopslag

www.zuivelzicht.nl

ZuivelZicht december 2020

11_Inhoud_01R_0002.indd 3

3

07-12-20 08:58


IN- EN VERKOOP VAN TWEEDEHANDS ZUIVEL APPARATUUR +31(0)6 - 2297 1253 |

www.scconsultancy.net |

info@scconsultancy.net

Wanneer kennis en

kwaliteit telt

De beste plank voor kwaliteitskaas

engineered wood products

20ZUI012_ADVERTENTIE.indd 4

Meer informatie: www.vidarwood.nl of tel. 0031 (58) 251 87 57.

07-12-20 08:10


ZuivelZicht

ZI JLI JN

ZuivelZicht is een uitgave van BDUvakmedia ISSN 0165-8573 Postbus 67, 3770 AB Barneveld www.bdumedia.nl

vakmedia Hoofd content

Veerkracht

Peter Vorstenbosch Redactie ZuivelZicht Postbus 93044 2509 AA Den Haag T: 070 2191707 E: redactie.zuivelzicht@bdu.nl I: zuivelzicht.nl Hoofdredactie René van Buitenen E: r.v.buitenen@bdu.nl Contentregie Albert Schuurman E: redactie.vakmedia@bdu.nl Medewerkers aan dit nummer Jeen Akkerman, Mathieu Geuskens, Bert Kleiboer,

2020 is het coronajaar geworden. De pandemie heeft een verwoestende uitwerking op ons maatschappelijk leven. En de economische schade is enorm. Ook de zuivelsector heeft veel averij opgelopen. Van herstel is nog nauwelijks sprake. De afgelopen decennia is de Nederlandse zuivelsector er steeds weer in geslaagd adequaat in te spelen op grote veranderingen. Of het nou ging om wegvallende vraag, nieuwe eisen van consumenten of om lastige maatschappelijke vraagstukken. De spelers in keten vingen het op dankzij de unieke

Hermann-Josef Martin, Bert Westenbrink Advertenties Hielke van der Werf T: 020 5736056, E: h.v.d.werf@bdu.nl Abonnementen Abonnementsprijzen (12 nummers): € 134,30 (studenten € 75,90); buitenland: € 177,49 Proefabonnement (3 edities): € 12,41 Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan en lopen automatisch door, tenzij uiterlijk 2 maanden voor de vervaldatum is opgezegd bij de abonnementenservice. Zakelijke abonnementen worden niet tussentijds beëindigd. Abonnementenservice Abonnementenservice BDUvakmedia

Het boerenelectoraat is weer eens hopeloos verdeeld

combinatie van kwaliteit, innovatief vermogen, gunstige klimatologische omstandigheden en de uitstekende infrastructuur in ons kleine land. Dat laatste pluspunt komt steeds meer in het geding. Want in het gevecht om de schaarse grond komt de melkveehouderij steeds verder in het nauw. Politici geven liever ruim baan aan woningbouw en natuur dan aan de landbouw. Dat is electoraal veel lucratiever. Boeren doen ondertussen verwoede pogingen hun invloed te vergroten binnen de politieke partijen. Maar de kandidatenlijsten voor de komende verkiezingen geven hen weinig hoop. De kans dat er straks een ‘boerengeluid’ in de Tweede Kamer klinkt is minimaal. Boerenstemmentrekkers zijn op vrijwel onverkiesbare posities terechtgekomen. Zij zullen het van voorkeursstemmen moeten hebben. Maar het boerenelectoraat is weer eens hopeloos verdeeld. Boerenstemmen zullen versnipperd raken over CDA, SGP en BoerBurgerBeweging. Of ze belanden op de restanten van het geïmplodeerde Forum voor Democratie. Treffender kan de verdeeldheid onder de boeren niet worden geïllustreerd.

Postbus 67, 3770 AB Barneveld E: service@bdu.nl, T: 0342 494882 Op werkdagen bereikbaar tussen 8.00 uur en 16.30 uur. Ontwerp: GiesbersRetail, Duiven Druk: Vellendrukkerij BDU, Barneveld

De Nederlandse zuivelketen is op zichzelf aangewezen. Zij zal het moeten hebben van het vakmanschap en de ondernemingsgeest van veehouders, zuivelproducenten en handelaren. Die zijn altijd in staat geweest om zich weer op te richten, zich te vernieuwen en nieuwe kansen te creëren. René van Buitenen Hoofdredacteur

ZuivelZicht december 2020

11_Zijlijn_02R.indd 5

5

07-12-20 12:30


VISIE

Laag celgetal met veel minder antibiotica

Nederlandse kwaliteitsmelk is internationaal voorbeeld In tien jaar tijd nam het gebruik van antibiotica in de Nederlandse melkveehouderij af met 64 procent. Melkveehouders realiseerden dit met hulp van ketenpartners en met behoud van een laag celgetal in de melk. Internationaal trekt dit succes de aandacht. Tekst: Jeen Akkerman

Goede hygiĂŤne is een van de belangrijke factoren voor een verhoogde weerbaarheid van het melkvee en leidt uiteindelijk tot een laag gebruik van antibiotica. (Foto: NZO)

6

44_Artikel_01L_0002.indd 6

ZuivelZicht december 2020

07-12-20 08:57


V I SI E

“Fenomenaal.” Finola McCoy antwoordt even kort als duidelijk op de vraag hoe ze aankijkt tegen de prestatie die de Nederlandse melkveehouderij en zuivel leverden in het terugdringen van antibiotica. De manager van het ‘CellCheck’-programma van Animal Health Ireland is zakelijk en deskundig en gebruikt weinig superlatieven. Maar van datgene wat in Nederland is bereikt, kunnen velen nog iets leren, zo luidt haar oordeel.

Europees gemiddelde We spreken McCoy naar aanleiding van eerdere publicaties waarin Ierland staat vermeld als land met gemiddeld verreweg het laagste celgetal in de aangeleverde melk. Het zou op ongeveer 75.000 cellen per milliliter liggen, terwijl het in andere Europese landen en ook Nederland tussen 150.000 en 250.000 ligt. Onzin, zo legt McCoy uit, het moet om een typefout gaan, de Ierse werkelijkheid ligt dicht bij 175.000 cellen. Over de hele linie ligt het celgetal ook in andere melkproducerende regio’s van de wereld op een vergelijkbaar niveau. Daarmee blijft het in de praktijk ver onder de wettelijke grens die de Europese Unie stelt: 400.000 cellen per milliliter. Alle melk die de zuivelondernemingen verwerken voldoet dus ruimschoots aan de criteria. Daarmee is het celgetal eerder een maat voor de uiergezondheid van de koeien op de melkveebedrijven dan een relevant criterium voor de kwaliteit van de melk.

Kaasbereiding Ook Theo Serré benadrukt dat het gemiddeld celgetal van rauwe melk geen probleem vormt voor een verantwoorde zuivelbereiding. Als QA-specialist (kwaliteitscontrole) bij de afdeling Coöperatieve Zaken van FrieslandCampina is hij al jarenlang betrokken bij de technische melkkwaliteit. “Dit neemt niet weg dat melk met een hoog celgetal nog steeds een effect kan hebben op bijvoorbeeld verwerking van rauwe melk. Heel lang geleden was er wel eens sprake van een

celgetal boven de 500.000; die melk was minder geschikt voor de kaasbereiding”, herinnert hij zich.

Korting Vandaag de dag is het celgetal louter een signaal voor de melkveehouder over de uiergezondheid van zijn dieren. Bij elke inname neemt FrieslandCampina een monster van de tankmelk; tweemaal per maand wordt dit monster onderzocht op celgetal. Hierbij is de wettelijke grens van 400.000 cellen per milliliter maatgevend. Zodra uit de analyse door Qlip blijkt dat deze grens wordt overschreden, krijgt de melkveehouder een waarschuwing. Komt ook het zogenoemde geometrisch gemiddeld celgetal – berekend uit de uitslagen van de laatste drie maanden – boven de grens, dan volgt een korting op de uitbetaalde melkprijs. En als het niet lukt om binnen 28 dagen het celgetal weer onder de kritische grens van 400.000 te brengen, dan wordt de melk niet meer opgehaald; aan de melkveehouder wordt gevraagd om herstel aan te tonen. Veel melkveehouders maken gebruik

Het geheim van het succes is de focus op het management door de veehouder

van de mogelijkheid om eerder een seintje te krijgen. Bijvoorbeeld als hun tankmelkcelgetal boven de 250.000 uit komt. Het is voor hen een signaal om extra waakzaam te zijn en eventueel maatregelen te nemen om het celgetal weer omlaag te krijgen.

Mastitis De oorzaak van een hoger celgetal ligt meestal in een toegenomen infectiedruk in de veestapel. Allereerst komen er meer cellen in de melk als mastitisverwekkers bij een ontsteking proberen binnen te dringen via de spenen van de koe. “Dan begint het gevecht van de afweercellen tegen de binnendringers”, formuleert Christian Scherpenzeel het enigszins militaristisch. Deze cellen zijn de poortwachters, die de aanval van bijvoorbeeld stafylokokken kunnen tegengaan. “Een te laag celgetal is daarom ook niet optimaal. Want er moeten wel voldoende afweercellen beschikbaar zijn om een infectie direct aan te pakken en daarmee een uierontsteking te voorkomen”, aldus de rundveedierenarts die bij Royal GD werkt als uiergezondheidsdeskundige.

Oorlog De afweercellen zijn zogenoemde macrofagen en leukocyten, oftewel de witte bloedcellen. Die komen in de melk terecht. Zeker als de aanval slaagt en er sprake is van een infectie, woedt er een oorlog waarbij veel meer leukocyten uit het bloed van de koe

ZuivelZicht december 2020

44_Artikel_01L_0002.indd 7

7

07-12-20 08:57


VISIE

‘Mijn dierenarts is nu mijn partner in uiergezondheid’ Het zal ongeveer tien jaar geleden zijn dat Rinus Bos (57) voor het eerst hoorde dat hij minder antibiotica zou moeten gebruiken. Tot die tijd waren deze geneesmiddelen een vast onderdeel van de routine op zijn bedrijf. Nu zet hij de middelen alleen in als het niet anders kan. Het antibioticagebruik is met ongeveer twee derde gedaald. Uierontsteking komt nu nog bij 10 procent van de koeien voor, dat was 30 procent; en het celgetal bleef al die tijd op gemiddeld 80.000 cellen en overschreed de 120.000 cellen niet. “Dit werkt veel mooier. Mijn dierenarts is nu mijn partner in uiergezondheid, vroeger zag ik hem vooral als kostenpost”, vertelt Bos. Zijn bedrijf in Colmschate bij Deventer telt 85 melkkoeien met bijbehorend jongvee op 50 hectare pachtgrond. De roodbonte Holsteins geven gemiddeld 8.500 kilogram per jaar, met 3,60 procent eiwit en 4,70 procent vet. Het besef dat antibiotica niet zaligmakend zijn, groeide stap voor stap. “Als boer ben je gewend om zaken zelf op te lossen. Dat lukte mij prima, maar als je bedrijf groeit – en we moesten groeien om een inkomen te blijven verdienen – kun je niet meer alles zelf doen.” Gaandeweg kreeg Bos meer waardering voor

de adviezen van zijn dierenarts en paste hij zijn werkwijze aan. Een van de eerste stappen was het dragen van handschoenen tijdens het melken. ”Iets simpels, je gaat besmetting tegen en het is ook nog beter voor je handen. Je vraagt je achteraf af waarom we dat niet veel eerder deden.” Meer ruimte Een belangrijke verbetering van de uiergezondheid van zijn koeien realiseerde Bos met de bouw van een nieuwe stal in 2013. Daar hebben zijn koeien de ruimte, zelfs meer dan de melkveehouder lief is; als gevolg van het fosfaatbeleid heeft hij nog niet de 120 melkkoeien die de stal kan bergen. “De koeien zitten sinds de nieuwbouw veel beter in hun vel. Ze hebben meer ruimte en ik kan de ligbedden veel beter schoonhouden”, noemt Bos enkele verbeteringen. Met de groei van zijn veestapel nam bij de veehouder ook het gevoel toe dat hij minder controle had. Bos maakte zich zorgen over de vruchtbaarheid van zijn koeien en besloot mee te doen aan het project Gezonde Partners, waarin melkveehouders en dierenartsen elkaar versterken. Door samen doelen te stellen en

afspraken te maken over de verdeling van de kosten, groeide het vertrouwen tussen Bos en zijn dierenarts. Het leidde er ook toe dat Bos de adviezen bij het droogzetten van de koeien opvolgde. Eerder behandelde hij deze dieren standaard met antibiotica, de zogenoemde droogzetters. Nu doet hij dat bij vaarzen alleen als ze meer dan 150.000 cellen in de melk hebben en bij oudere koeien bij meer dan 50.000 cellen. Samen met het gebruik van teatsealers om het slotgat van de spenen af te sluiten bij droogzetten, heeft dit het gebruik van antibiotica in de droogstand met zeker twee derde verlaagd. En ook de droge koeien hebben een fijnere plek in de nieuwe stal, waardoor hun weerstand verbetert. Al met al werken Rinus Bos en zijn zoon Jorik, die het bedrijf wil overnemen, nu met gezondere koeien en minder antibiotica. De dierenarts is nu een partner, maar blijft natuurlijk ook een kostenpost, toch? Bos denkt even na en zegt dan: “Je moet weten wat je zelf het beste kunt en wat je beter aan anderen kunt overlaten. De dierenartskosten liggen nu iets hoger, maar ons bedrijf draait veel beter. En we werken prettiger, dat vind ik nog belangrijker en is niet in geld uit te drukken.”

Rinus Bos. “De koeien hebben meer ruimte en ik kan de ligbedden veel beter schoonhouden.” (Foto: Ivo Hutten)

8

44_Artikel_01L_0002.indd 8

ZuivelZicht december 2020

07-12-20 08:57


V I SI E

De huisvesting is een van de knoppen waaraan een melkveehouder kan draaien om het antibioticagebruik op zijn bedrijf te beperken. (Foto NZO)

worden gemobiliseerd. Een koe met klinische mastitis produceert met deze ontstekingsreactie dan ook melk met een hoog celgetal. Vaak heeft dit te maken met de algehele gezondheidstoestand van het dier. “Als een koe niet goed wordt gevoerd en bijvoorbeeld een negatieve energiebalans heeft, is het afweerapparaat te zwak om de infectie te bestrijden”, noemt Scherpenzeel als voorbeeld.

Antibiotica Uierontsteking door bacteriën, en dus een hoog celgetal of afwijkingen aan de melk, is te bestrijden met antibiotica. Traditioneel werd in de Nederlandse melkveehouderij vaak naar dit middel gegrepen. Niet alleen als behandeling bij mastitis, maar ook om uierontsteking te voorkomen (preventief gebruik), voornamelijk bij het droogzetten van de koeien. Door op dat moment antibiotica in de spenen toe te dienen waren de koeien, ook bij een minder optimale huisvesting en verzorging, minder vatbaar voor infectie.

kunnen leiden tot meer mastitis en een hoger celgetal in de melk. “En dat is niet gebeurd”, stelt een tevreden Scherpenzeel vast. Met een gecoördineerde aanpak waarbij alle partijen in de zuivelketen hebben samengewerkt, is de daling met 64 procent gerealiseerd bij gelijkblijvend laag celgetal.

Transitiefase Wat is het geheim achter de spectaculaire daling van het antibioticagebruik? Daar kan Scherpenzeel geen eenduidig antwoord op geven. “Er is veel met melkveehouders en dierenartsen (de voorschrijvers van antibiotica op het melkveebedrijf) gesproken, de uiergezondheidsaanpak (UGA) van GD is gelanceerd en vanuit alle ketenpartijen is er veel meer aandacht gekomen voor de droogstand en transitiefase. Dat is de periode waarin de veehouder zijn koeien voorbereidt op het afkalven en de opstart van de nieuwe lactatie. Het heeft geleid tot aanpassing van de omstandigheden, zoals betere huisvesting, meer hygiëne en een verhoogde weerbaarheid van de dieren.”

Angst Toen de Nederlandse overheid ruim tien jaar geleden de veehouderij in het algemeen sommeerde om het gebruik van antibiotica te verminderen, was de angst bij diverse betrokkenen dat dit zou

Management Misschien is dat wel het geheim van het succes: de focus op het management door de veehouder. Want elke bedrijfssituatie is anders en op elk bedrijf

kunnen de omstandigheden, bijvoorbeeld het weer of het stalklimaat, snel veranderen. Dan is kennis van zaken en snel handelen een vereiste. Scherpenzeel, die ook lid is van het International Milk Quality Committee, ontmoet veel bewondering en interesse voor de ‘Dutch approach’ van antibioticareductie. Niet zozeer in Scandina-vische landen, die traditioneel een laag antibioticagebruik kennen. Maar wel in Duitsland, Frankrijk en Italië, waar nog een weg te gaan is op dit punt. “Ook daar ziet men het gevaar van de ontwikkeling van immuniteit bij een te hoog gebruik van antibiotica en is het streven om het gebruik in de veehouderij te verminderen.” En ook in Ierland is de Nederlandse aanpak niet onopgemerkt gebleven, zo liet Finola McCoy al weten. Op de vraag welk element de Ieren – die tot nu toe de toepassing van antibiotica in de uiers met ongeveer 30 procent wisten terug te dringen – gaan gebruiken, geeft ze het volgende antwoord: “Er is niet een magisch onderdeel waarmee je alles oplost. In elk land is het, afhankelijk van het veehouderijsysteem, een specifieke combinatie van factoren; je kunt aan diverse knoppen draaien. Het gaat altijd om het management door de veehouder: bij antibiotica, bij de gezondheid van zijn dieren en bij de kwaliteit van de melk.”

ZuivelZicht december 2020

44_Artikel_01L_0002.indd 9

9

07-12-20 08:57


VISIE

Verdienmodel met gestapelde duurzaamheidsprestaties

Drenthe stimuleert duurzame prestaties melkveehouders Melkveehouders in de provincie Drenthe zijn in 2025 koplopers op het gebied van duurzaamheid. Dat is de ambitie van het project Duurzame Melkveehouderij Drenthe. Een verdienmodel op basis van gestapelde beloningen moet de bedrijven toekomstbestendig maken. Tekst: Bert Kleiboer

Zoals natuur en landschap kenmerkend zijn voor Drenthe, zo horen ook boeren bij de provincie. Dat vindt Henk Jumelet, gedeputeerde van onder meer landbouw en natuur. “Het belang van boeren voor de leefbaarheid van het

buitengebied blijft vaak onbenoemd. Agrarische bedrijven zorgen voor reuring in dorpen en buurten”, stelt hij. Verlaten dorpjes met dichtgetimmerde huizen op het platteland in verschillende Europese landen zijn voor hem een

schrikbeeld. Daarom vindt de bestuurder dat de toekomstbestendigheid van bedrijven voorop moet staan in de transitie van de agrarische sector en niet het inkrimpen van de veestapel. “Niet halveren, maar innoveren” is wat hem betreft de kern van het project Duurzame Melkveehouderij Drenthe. “Ons doel is dat Drentse melkveehouders in 2025 koplopers zijn voor wat betreft duurzaam bodemgebruik, klimaatmaatregelen en het stimuleren van biodiversiteit.”

Beloning

Gedeputeerde Henk Jumelet op bezoek op het bedrijf van gebiedscontactpersoon Geertje Enting. (Foto: Jan Anninga)

10

22_Artikel_01L_0002.indd 10

Duurzame Melkveehouderij Drenthe stimuleert individuele melkveehouders om concrete maatregelen te nemen. De deelnemers hebben met ondersteuning vanuit het project een bedrijfsspecifiek duurzaamheidsplan gemaakt. Vervolgens ontvangen ze drie jaar een beloning voor het realiseren van doelen, per jaar maximaal € 2.500. Daarnaast krijgen ze € 1.500 financiële ondersteuning voor advies, voorlichting en scholing. De prestaties worden gekwantificeerd in kritieke prestatie-indicatoren (kpi’s op vijf thema’s: fosfaat, stikstof, ammoniak, weidegang en klimaat (CO2)). Deze raken verschillende opgaven, zoals water, bodem, klimaat en stikstof. Met deze systematiek bepalen boeren zelf hoe ze hun bedrijf verduurzamen. Jumelet: “Middelvoorschriften zijn

ZuivelZicht december 2020

07-12-20 08:56


V I SI E

gedoemd te mislukken. Dat zag je eerder dit jaar met de voermaatregel. Wat wij willen bereiken is dat boeren vanuit hun eigen vakmanschap aan de slag gaan en dat we laten zien hoe je dat kunt waarderen.” Het project slaat aan. Met 230 deelnemers doet bijna een kwart van de ongeveer 1.000 melkveehouders in de provincie mee.

Vraagbaak Duurzame Melkveehouderij Drenthe begon met een externe consulent als aanjager. Sinds dit najaar kunnen de deelnemers gebruikmaken van ‘gebiedscontactpersonen’: collega-melkveehouders die al enige ervaring hebben met verduurzaming. Geertje Enting is een van hen. Zij heeft samen met haar man Albert Jan Knijp een gemengd bedrijf met melkvee en akkerbouw in Anderen. Als gebiedscontactpersoon is zij beschikbaar als vraagbaak en klankbord voor de deelnemers. “De meeste melkveehouders willen veel en ze kunnen ook veel, maar de marges zijn ontzettend krap. Dat maakt het op dit moment heel ingewikkeld. In de gesprekken aan de keukentafel kunnen we als boeren onder elkaar alles op tafel leggen en dingen aan elkaar knopen. Het gaat niet alleen om de investeringsruimte, je hebt ook ruimte in je hoofd nodig om een beslissing te nemen.” “Iedereen moet een keuze maken die past bij zijn of haar eigen bedrijfssituatie”, vindt zij. “Soms biedt techniek een goede oplossing, in een andere situatie kun je met samenwerken veel bereiken en soms kun je ook de veerkracht van de natuur benutten.”

Gebiedsgericht aanpak Zowel de gedeputeerde als de ondernemer benadrukt de kracht van de regionale, gebiedsgerichte aanpak. Verduurzaming van de melkveehouderij vraagt in Drenthe nu eenmaal om een andere invulling dan in – pakweg – Zuid-Holland. Gebiedscontactpersoon Enting noemt als voorbeeld het graslandgebruik. Blijvend grasland geldt als het meest duurzaam, als dit uitsluitend vanuit de

melkveehouderij wordt bekeken. Maar in Drenthe ligt dat genuanceerder. “Wij hebben hier veel gemengde bedrijven en veehouders en akkerbouwers die samenwerken. Dat is uniek en biedt mogelijkheden voor het gebruik van mest in regionale kringlopen. Bij gemengd grondgebruik wordt grasland vaker gescheurd en gaat mee in de gewasrotatie van akkerbouwbedrijven. Op een geïntegreerd regionaal niveau draagt dit tijdelijke grasland bij aan de vruchtwisseling en dus aan het duurzaam grondgebruik.”

Verdienmodel Belangrijk aspect van het project is het sturen op kpi’s. Het ontwikkelen daarvan is belangrijker dan de vergoeding van € 7.500, stelt Jumelet. “Dat is een mooi bedrag, maar in veel gevallen niet genoeg om de soms forse extra kosten te compenseren. Dat is ook niet de insteek van het project.” Het meetbaar maken van geleverde prestaties, biedt kansen voor het verdienmodel op de langere termijn. In dat verdienmodel wordt het melkgeld aangevuld met andere structurele beloningen of besparingen. Voorbeelden zijn vergoedingen voor landschapsbeheer, verlaging van waterschapslasten of zelfs een rentekorting bij de bank. Ook in het Europese landbouwbeleid wordt inkomenssteun naar verwachting sterker gekoppeld aan ‘groene’ voorwaarden. Jumelet: “Het stapelen van dit soort beloningen gaat op termijn erg interessant worden.” Ondernemer Geertje Enting is het daarmee eens. “Als deze beloningen structureel zijn, dan krijg je zicht op continuïteit. Daar kun je als ondernemer op investeren.” De markt blijft de basis, ook in het toekomstbestendige Drentse model.

‘Je hebt ruimte in je hoofd nodig om een beslissing te nemen’

Duurzame Melkveehouderij Drenthe Het project Duurzame Melkveehouderij Drenthe komt voort uit het provinciale programma Toekomstgerichte Landbouw Drenthe. Daarin werkt de provincie samen met maatschappelijke organisaties en landbouworganisaties. Partners zijn LTO Noord, Drents Agrarisch Jongeren Kontakt (DAJK), Natuur en Milieufederatie Drenthe, Het Drentse Landschap, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer. De provincie investeert € 5 miljoen in het project. De reikwijdte is groter doordat deelnemers en partners middelen inbrengen. Daarnaast worden andere financieringsmogelijkheden aangesproken, zoals Europese POP3-gelden voor regionale ontwikkeling. Inmiddels wordt met de partners, aangevuld met Agrarisch Natuur Drenthe en Landschapsbeheer Drenthe, gewerkt aan het vervolg: het project ‘Agenda boer, burger en biodiversiteit’, waarin naast de melkveehouderij ook akkerbouw ook is meegenomen.

De provincie wil richting het bedrijfsleven het signaal afgeven dat verduurzaming niet “een politiek speeltje” is. De industrie heeft een rol in de verwaarding ervan. Jumelet: “De sector maakt werk van gesloten kringlopen en aandacht voor natuur en landschap. Daar moeten de marketeers toch iets mee kunnen?” In een exportgerichte sector als de zuivel is dat een uitdaging. Verwacht Jumelet dat de consument in Duitsland of China begaan is met het landschap of de biodiversiteit in Drenthe? “Dat ligt misschien niet direct voor de hand. Maar er is wel internationaal een beweging gaande van consumenten die willen weten waar het vlees of de zuivel op hun bord vandaan komt en die niet snappen dat we in Europa dieren voeren met soja uit Zuid-Amerika. De coronacrisis heeft ervoor gezorgd dat er nog meer aandacht is voor gezondheid en waardering voor onze directe leefomgeving. Dat kan een momentum zijn voor de industrie. Waar het om gaat: Iedereen wil graag goede en gezonde voeding. Daar zorgen we voor in Nederland en zéker in Drenthe.”

ZuivelZicht december 2020

22_Artikel_01L_0002.indd 11

11

07-12-20 08:56


VISIE

Roy Meijer: “Hoe je het wendt of keert, er moet een boterham verdiend kunnen worden.”

Melkveehouder Roy Meijer is de nieuwe voorzitter van het NAJK

‘Jonge boeren willen een stip op de horizon’ Roy Meijer wordt voorzitter van het NAJK in een spannende tijd. De stikstofwet zorgt voor beroering en protest. Hij stond zelf op de barricaden, maar praat ook mee over de stikstofplannen. In Meijer heeft het NAJK een melkveehouder en bestuurder als voorman. “We moeten weg bij die waan van de dag en kijken naar het toekomstperspectief voor de jonge boer.” Tekst: Bert Westenbrink

12

33_Artikel_07L.indd 12

ZuivelZicht december 2020

07-12-20 08:54


V I SI E

‘We zijn nu vooral bezig met branden blussen, ik ook. Maar we moeten weg bij die waan van de dag’ De nieuwe voorzitter van het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) is in Bogota, Colombia geboren. De andere kant van de wereld. Roy Meijer (27) heeft er geen herinneringen aan. “Ik ben als baby naar Nederland gekomen”, vertelt hij. Witteveen, hartje Drenthe, is zijn thuis, het melkveebedrijf zijn uitvalbasis. Op het kringloopbedrijf staan 250 melkkoeien. Ze produceren dit jaar “net geen 2,5 miljoen kilo melk”, vertelt Meijer eind november aan tafel in de kantine van de boerderij. “We kregen een dipje in de productie toen we de koeien half oktober weer op stal deden.” Het zit ‘m niet lekker. “We moeten dat volgend jaar beter doen.” Dat betekent op zoek naar een betere overgang van weidegras naar stalrantsoen, de oorzaak – zo is de analyse – van

33_Artikel_07L.indd 13

de dip. “Op zoek naar oplossingen, dat doen we samen, we vormen een team.” Samen is: vader, moeder, de twee medewerkers en Roy, die sinds 2017 in maatschap zit met zijn ouders. “Mijn grootvader is er mee begonnen. Mijn vader is er mee verder gegaan en het is het plan dat ik het ga overnemen en doorgeef aan de volgende generatie.” De keuze voor het boeren kwam gaandeweg. Hij stelde vast: werken voor iemand anders vind ik lastig, ik hou van het platteland, ik vind ondernemen hartstikke mooi en ik mag graag besturen. “Dat kan ik allemaal kwijt op de boerderij.” Zo is hij melkveehouder, ondernemer (hij nam met een compagnon twee melkveebedrijven over) en bestuurder (CDJA, vier jaar DAJK en nu NAJK).

07-12-20 08:54


VISIE

De nieuwe voorzitter van het NAJK is ‘een dossiertijger’ die graag zijn tanden zet in ingewikkelde vraagstukken. De basis daarvoor is de wetenschappelijke onderzoeksmethode die hij zich eigen maakte aan de Rijksuniversiteit Groningen waar hij na het gymnasium geschiedenis ging studeren met als specialisatie de agrarische geschiedenis in de naoorlogse periode (bachelor). Een verdieping die van pas komt in een gesprek over de ambitie van de nieuwe NAJK-voorzitter, zijn pleidooi voor een langetermijnvisie en stippen op de horizon worden geschraagd met lessen uit de recente geschiedenis. Zo wordt in het gesprek zonder aarzeling Sicco Mansholt, zijn beleid en de niet voorziene effecten daarvan opgevoerd.

Spannende tijd Meijer treedt aan in een spannende tijd. En hij zit er middenin. Namens het NAJK zit hij aan de tafel waar sector en ministerie praten over het stikstofprobleem. Maar ook staat hij op de barricaden. In De Bilt was hij erbij en de demonstratie in Assen organiseerde hij met anderen zelf. Polderen en actievoeren, gaat dat samen? “In Nederland kennen we een poldercultuur, dus zitten we altijd aan tafel voor overleg. Maar soms kun je daar niet verder komen en dan moet je je stem laten horen”, legt Meijer uit. Dat moment kwam toen het met de stikstof-

Corona en melkprijs Op de vraag hoe de stemming onder jonge melkveehouders is, reageert de nieuwe NAJK-voorzitter met de constatering dat de coronacrisis ook een drukkend effect heeft op sector, meer specifiek: de melkprijs en de omzet en aanwas van vee. “Zeker de verkoop van vee heeft een knauw gehad door het feit dat restaurants en dat soort zaken dicht zijn. En dan heb je ook de nasleep van het fosfaatgebeuren en de droge zomers. Vergis je daar ook niet in, we hebben veel voer moeten kopen. Als de melkprijs dan niet meewerkt en ook de garantieprijs wordt verlaagd, dan heb je gauw een liquiditeitsprobleem. Daar maak ik me wel zorgen over. Er komen melkveebedrijven daardoor in zwaar weer.”

14

33_Artikel_07L.indd 14

regels echt de verkeerde kant opging. “Die beleidsregels waren funest voor de toekomst van de agrarische sector. We kregen geen enkele bescherming, er werd ongelofelijk veel stikstofruimte afgepakt en er was geen moment om het aan te passen. Over de voermaatregelen liepen de gesprekken niet goed. We werden gedwongen om ons rantsoen aan te passen wat gevaarlijk is voor de diergezondheid. Dat moet je niet willen.” In het stikstofdebat mist hij de aandacht voor de knelgevallen, de bedrijven zonder een natuurbeschermingsvergunning die met de stikstofuitspraak van de Raad van State op 29 mei vogelvrij zijn verklaard. Dat zijn er naar schatting zo’n 10.000, zegt Meijer. “Omdat we zo gevangen zitten in de discussie wie wat aan stikstof moet reduceren, vergeten we even de basis van de natuurbeschermingswet, namelijk een vergunning geven zodat je een economische activiteit mag ontplooien. Dat moet gebeuren voor die bedrijven. Als we niet teruggaan naar die basis, dan loopt alles spaak.” Hij is er nog niet gerust op dat het goed komt. In de stikstofwet noch in de memorie van toelichting leest hij dat er ruimte is om de knelgevallen te legaliseren. Het NAJK kaart het aan, zegt Meijer, die bij de provincies wel beweging ziet. “Provincies zien ook in dat er een registratiesysteem moet komen. Over de invulling daarvan zijn ze in gesprek.” Onderaan de streep is het NAJK bereid mee te denken over de reductie van de stikstofuitstoot, stelt Meijer. “Dat is onze bestuurlijke opdracht. Maar of we ook bereid zijn om verantwoordelijkheid te nemen, hangt af van hoe het gaat met de knelgevallen.”

Grote thema’s In zijn relaas stelt de nieuwe NAJKvoorzitter dat de toekomst van de landbouw wordt bepaald door grote thema’s als de klimaatverandering en de Europese Green Deal. In zijn rol als belangenbehartiger van de jonge boeren wil hij stippen op de horizon: daar gaan we de komende dertig jaar naar toe. “Die thema’s gaan voor een groot deel

de randvoorwaarden bepalen waarbinnen jonge agrarische ondernemers kunnen boeren. We zijn nu vooral bezig met branden blussen, ik ook. Maar we moeten weg bij die waan van de dag en kijken naar het toekomstperspectief voor de jonge boer die vandaag in een bedrijf stapt. Dan gaat het om die stip, als je die weet kun je daarop investeren.” En hoe je het wendt of keert, er moet een boterham verdiend kunnen worden, zegt de nieuwe NAJK-voorzitter. Een voorwaarde om jonge boeren hun passie voor de landbouw te laten behouden. “En dat op het bedrijf dat bij je past. Of dat nu een groot, middelgroot of klein bedrijf is, met tweede tak, verbreed of verdiept, dat moet niet uitmaken. En waar het geld vandaan komt – uit de markt, uit de keten, van de overheid, das ist mir egal – maar er moet geld worden verdiend, anders gaat niemand het meer doen.”

Kringlooplandbouw Landbouwminister Carola Schouten heeft als antwoord op de grote thema’s de kringlooplandbouw als stip op de horizon gezet. Een visie die op het melkveebedrijf van de familie Meijer al tientallen jaren centraal staat, met veel aandacht voor een gezonde bodem. Want een gezonde bodem betekent een gezonde veestapel, een gezond gewas, een gezond product en een gezonde portemonnee, vertelt Meijer. In antwoord op de vraag of hij enthousiast is over de kringloopdoelstellingen van Schouten, zegt hij: “Van die kringloopvisie heb ik niet veel gehoord, hoor. Het ging alleen over stikstof.” Los daarvan: in het beleid moet centraal staan dat de boer de ruimte krijgt om de bodem gezond te houden, stelt de NAJK-voorzitter, die er daarbij op wijst dat de huidige mestwetgeving die ruimte niet biedt. “Ik denk dat het inzetten op een gezonde bodem essentieel is, ook gezien de druk op grond in Nederland. Als je dat belangrijk vindt dan moet je daar integraal naar kijken op ministerieniveau. Dat betekent: wat daaraan bijdraagt gaan we doen, wat er niet aan bijdraagt, doen we niet.”

ZuivelZicht december 2020

07-12-20 08:54


B E D R I JF

Treur Kaas: al 65 jaar een hechte kaasfamilie Wat 65 jaar geleden begon met een motorfiets met tassen vol kaas is nu een bloeiende kaasgroothandel aan de rand van Woerden. Met een vaste klantenkring in binnen- en buitenland en een groeiende export van speciaalkazen. Met sterke persoonlijke relaties in de wereld van topkwaliteit Hollandse kaas en gespecialiseerde boerenkaasbereiders. En medewerkers die samen met de tweede en derde generatie eigenaren het familiegevoel koesteren, onder het motto ‘Ieder zijn kracht’. Tekst: Jeen Akkerman

“Ik was al op jonge leeftijd gefascineerd door mijn vader, die in een witte jas de winkels langs ging met zijn kazen.” Daan Treur (57) herinnert zich hoe hij eind jaren zestig al op driejarige leeftijd met

zijn vader Evert meeging naar Amsterdam en Den Haag. In de met kaas volgeladen Opel trokken ze er op uit. Daan zag hoe zijn vader de kruidenierswinkels en melkboeren bezocht – regelmatig zonder

resultaat, maar ook met succes: weer een nieuwe afnemer voor de kazen die Evert Treur inkocht bij enkele van de vele melkveehouders die destijds zelf kaas maakten in de regio rondom Woerden.

De familie Treur bijeen (van links naar rechts): René Treur, Evert Treur, Eduard Treur, Daan Treur (Foto’s: Ivo Hutten)

ZuivelZicht december 2020

34_Artikel_02R_0002.indd 15

15

07-12-20 08:52


B E D R I JF

“Mijn vader was een echte handelsman. Hij wist bij wie hij kaas moest kopen, waar de beste kwaliteit te vinden was. En hij had altijd een doos met sigaren in de zak van die witte jas. Als er weer eens geen ‘geluk’ was bij een bezoek, presenteerde hij steevast een sigaar aan de winkelier, met de woorden: ‘Zo, nu is mijn bezoek niet voor niets geweest’.” Hiermee bouwde Evert Treur gaandeweg bij steeds meer winkeliers goodwill op en kon hij zijn activiteiten uitbreiden. Hij was begonnen in de kaashandel omdat hij op het melkveebedrijf van zijn ouders geen toekomst voor zichzelf zag. “Hij werkte heel hard om er een succes van te maken. Zijn angst was dat hij anders terug moest naar de boerderij”, vertelt Daan, die in 1995 de zaak samen met zijn broer René overnam. Vader Evert Treur was toen 65. Nu is hij 91 jaar en komt hij nog steeds regelmatig langs op de zaak.

moderne kaaskelder die 300 ton kaas kan herbergen, levert een nog stabieler klimaat en een lagere energierekening op. De behandeling en verzorging van de kaas gebeuren volledig geautomatiseerd; dit zorgt voor een kwalitatief hoog resultaat. Drie eigen vrachtwagens vervoeren de kaas naar de klanten.

Authenticiteit Hoewel Treur Kaas dus een modern geoutilleerd handelsbedrijf is, is authenticiteit nog steeds een belangrijk kenmerk. Dat past ook bij het marktsegment waarin het familiebedrijf opereert. Toen in de jaren zeventig en tachtig eerst de melkboeren en daarna de kruidenierswinkels verdwenen, stond Treur Kaas op een kruispunt: meegaan in de trend naar meer massa en lage

prijzen in het supermarktsegment, of vasthouden aan de traditionele waarden als kwaliteit en exclusiviteit? De liefde voor het product kaas gaf de doorslag. Treur Kaas koos voor de markthandel, waarin de onderneming al veel vaste afnemers had verworven en voor een marktsegment dat de afgelopen decennia sterk is gegroeid: de kaasspeciaalzaak. Bij deze beide groepen heeft Treur Kaas veel langlopende relaties met vaste afnemers.

Jubileumkaas Exemplarisch is dat in 2020 – het jaar waarin het 65-jarig bestaan wordt gevierd met onder andere de introductie van een nieuwe huisstijl en website (www.treurkaas.nl) – er ook een klant is die even lang zakendoet met Treur Kaas. Deze, en alle andere klanten, ontvangen

Ondergrondse kaaskelder Het pand van Treur Kaas bestaat uit een flink pakhuis met kantoor en een ondergrondse kaaskelder aan de Oude Rijn tussen Woerden en Bodegraven. Het pand liet Evert bouwen nadat hij al vier keer was verhuisd met zijn bedrijf – elke keer omdat hij extra ruimte nodig had voor zijn groeiende kaashandel. De motorfiets met tassen vol kaas in 1955 maakte al snel plaats voor een bestelauto. En de gehuurde kaasstellingen bij een gevestigde handelaar werden ingeruild voor een eigen pakhuis. Eerst samen met enkele collega-kaashandelaren, maar al in 1959 bouwde Evert Treur zijn eerste eigen pakhuis in het centrum van Woerden. In 1968 kocht Evert Treur een oude meelfabriek en bouwde deze om tot natuurpakhuis. En in 1981 vond de verhuizing naar de huidige locatie plaats, waar de kaas onder perfecte omstandigheden gerijpt wordt. Temperatuur en luchtvochtigheid worden automatisch geregeld, afhankelijk van het rijpingsstadium. En de

Het bedenken en ontwikkelen van nieuwe kaasvarianten is de passie van Daan Treur.

16

34_Artikel_02R_0002.indd 16

ZuivelZicht december 2020

07-12-20 08:53


B E D R I JF

ter gelegenheid van het jubileum een speciaal gemaakte kaas: de Erfgoed 1955, op basis van melk van MRIJkoeien. ‘Rijk van smaak, lekker romig en met pit!’, aldus het persbericht dat Treur Kaas erover rond stuurde. Kennis van 65 jaar kaas rijpen proef je terug in deze rauwmelkse kaas en in de kazen in het uitgebreide assortiment van Treur Kaas, dat naast Goudse op basis van koemelk ook geiten- en schapenkaas bevat en een aantal buitenlandse kaassoorten. De kazen zijn afkomstig van de ongeveer twintig “kaasmakers” zoals Treur Kaas ze op de eigen website laat zien. Vooral zelfkazende veehouders en enkele gespecialiseerde kaasmakerijen. De grootste is zuivelcoöperatie Cono, die in opdracht van Treur Kaas de Weydelandkazen maakt. Dit ‘huismerk’ van Treur Kaas is verkrijgbaar in 24 varianten; van jong tot brokkelkaas, van 48+ tot 20+, en kaas met minder zout. Daan Treur wijst naar een poster aan de wand, waarop de Weydeland Unieck staat afgebeeld. “Daar zijn we trots op. Met de mensen van Cono zijn we tweeënhalf jaar bezig geweest om deze kaas te ontwikkelen. Het is ons gelukt om volgens dit familierecept een kaas te ontwikkelen die een unieke smaakbeleving geeft en met een kleinere footprint gerijpt wordt.’’ Het bedenken en ontwikkelen van nieuwe kaasvarianten is Daans grote passie. Geduld is daarbij een belangrijke factor en soms moet je ook gewoon een beetje geluk hebben. Zoals met het experiment om van Hollandse koemelk type Parmezaanse kaas te maken. Toen in 2012 bij een aardbeving een groot deel van de voorraad van deze kazen in Noord-Italië verloren ging, ontstond er al snel een tekort op de markt. Treur Kaas probeerde een Hollandse variant te maken door de kaasmelk te verwarmen, zodat het vet gemakkelijker kon worden

gescheiden van de melk om een 30+-variant te produceren die de karakteristieke kenmerken van de ‘Grana Padano’ zou benaderen. Het bleek erg lastig en Daan Treur besloot het experiment te beëindigen. De overgebleven proefkazen lagen nog een tijdje; hij gaf ze uiteindelijk maar mee aan een marktkoopman, in de hoop dat die er misschien nog wat voor zou beuren... Totdat de marktkoopman belde om te vragen of hij meer van deze kaas kon bestellen, de mensen kwamen er speciaal voor terug bij zijn kraam. De bijzondere kaas, gemaakt door de familie Van Erk in Berkenwoude, is sindsdien onder de naam Erfgoed Stelling 302, 304 en 306 onderdeel van het assortiment en wordt zeer gewaardeerd om zijn unieke smaak. Jaarlijks groeit de omzet met ongeveer 5 procent. “We groeien liever elk jaar een beetje dan met grote sprongen”, zegt Treur. “Want we willen het liefst alles uit onze eigen voorraad kunnen blijven leveren, dan weten we zeker dat de kwaliteit op peil blijft.” Inmiddels werken er 45 mensen bij Treur Kaas en bedraagt de omzet jaarlijks ongeveer € 23 miljoen. Het jubileumjaar 2020 is een goed jaar, deels vanwege corona. “Mensen kopen vaker lokaal en geven ook gemakkelijker wat meer uit voor lekker eten. Onze kaas en onze afzetkanalen sluiten daar perfect bij aan.” Een steeds groter deel van de omzet behaalt het familiebedrijf buiten de landsgrenzen. In 2010 nam Treur Kaas de eerste buitenlandse medewerker in dienst, een Belg. Inmiddels zijn er vier medewerkers die zich richten op de export. Treur Kaas verkoopt nu in zestien landen bijzondere kaas, goed voor een kwart van de omzet. Een van de mensen die zich sinds kort nadrukkelijk met de verkoop in binnen- en

‘We groeien liever elk jaar een beetje dan met grote sprongen. Want we willen het liefst alles uit onze eigen voorraad kunnen blijven leveren’

Erfgoed 1955, de jubileumkaas ter gelegenheid van het 65-jarig bestaan van Treur Kaas.

buitenland bemoeit, is Eduard Treur, zoon van Daan.

Cultuur Met hem is de derde generatie in het familiebedrijf aangetreden. Zoals bij veel familiebedrijven is er een speciale cultuur, die maakt dat mensen er lang blijven werken – of al snel weer vertrekken. Wat die cultuur bij Treur Kaas precies is, kan ook Daan Treur moeilijk onder woorden brengen. Hard werken en doorzetten is er onderdeel van. “We zeggen hier: ieder zijn kracht. We laten mensen in hun waarde en proberen zo goed mogelijk het beste van een ieder te combineren.” “Naast onze verantwoordelijkheid voor het milieu en de dieren, staan wij ook garant voor het welzijn van de mens. Maatschappelijk verantwoord ondernemen is voor ons belangrijk. We ondersteunen daarom diverse goede doelen en zorgen ervoor dat mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt de mogelijkheid krijgen om bij ons werkzaam te zijn. We hebben bijvoorbeeld iemand in dienst genomen die eerst via de sociale werkplaats onze pakhuizen schoonmaakte. Hij wilde graag op een vaste plek werken, dus hebben we hem aangenomen. Hij draagt met trots onze bedrijfskleding en vertelt dat hij nu bij een echt bedrijf werkt.”

ZuivelZicht december 2020

34_Artikel_02R_0002.indd 17

17

07-12-20 08:53


Van links naar rechts: Martin Doorduin, Edwin Blomsma, Robert Mac Gillavry en Philip Rijken. “Iedereen hier heeft dezelfde mentaliteit, we gaan er volledig voor en helpen elkaar als dat nodig is.”(Foto’s: Ivo Hutten)

De missie van Bdairy: groter groeien door klein te blijven Bdairy is nu nog een relatief kleine speler in de internationale zuivelhandel. In de eerste drie jaren van zijn bestaan realiseerde de onderneming echter al een indrukwekkende groei op basis van een start-upmentaliteit. Die mentaliteit willen de mensen van Bdairy vasthouden, om uit te groeien tot een wereldwijd leidende partij. Tekst: Jeen Akkerman

Anders dan gebruikelijk vindt het interview om het jonge bedrijf te leren kennen plaats met een team van vier mensen. Meestal is het de directeur of de eigenaar die een bedrijf naar buiten toe vertegenwoordigt. Maar oprichter en mede-eigenaar Edwin Blomsma heeft drie van zijn collega’s uitgenodigd om in

18

33_Artikel_05L_0002.indd 18

de vergaderruimte ook hun kijk op de ontwikkeling van het bedrijf te delen.

Team Het is exemplarisch voor de onderscheidende werkwijze van Bdairy. Kort samengevat komt die erop neer dat je vanaf de start veel aandacht moet

besteden aan kwaliteit, een vlekkeloze uitvoering van transacties, een solide financiële basis en – misschien wel het belangrijkste – dat je in alles als een team moet opereren. “Onze kracht bestaat uit een aantal elementen, maar een belangrijke is dat we snel kunnen overleggen en dan

ZuivelZicht december 2020

07-12-20 08:51


B E D R I JF

meteen actie ondernemen”, verwoordt Martin Doorduin de aanpak van het jonge bedrijf. Hij is trader bij Bdairy, net als Robert Mac Gillavry die ook aan tafel zit. “Iedereen hier heeft dezelfde mentaliteit, we gaan er volledig voor en helpen elkaar als dat nodig is. Daarbij maakt het niet uit of je trader bent of logistiek medewerker”, vult hij zijn collega aan. Beiden zijn relatief jong en omarmen de no-nonsense- en hard-werkencultuur van het bedrijf – evenals hun collega Philip Rijken, de vierde man aan tafel (zie kader).

Ambitie Het past in het beeld dat Edwin Blomsma voor zich zag toen hij in 2017 Bdairy oprichtte. Die stap was zorgvuldig voorbereid. Allereerst had Blomsma het vak geleerd bij een grote speler in de branche, namelijk Interfood dat al vijftig jaar bestaat en een jaarlijkse omzet van ruim € 2 miljard kent. Hij werkte er tien jaar in verschillende functies, zowel in Europa als in Azië. Hoewel hij bij dat grote bedrijf veel vrijheid kreeg in een ondernemende cultuur, had Blomsma altijd al de ambitie om zelf ondernemer te zijn.

Ruggengraat Daarbij was hij ervan overtuigd dat je voor een serieuze zuivelhandel in ieder geval over voldoende financiële ruggengraat moet beschikken. Het gaat immers regelmatig om risicovolle transacties en grote bedragen die gefinancierd moeten worden. Blomsma vond de oplossing in samenwerking met enkele gerenommeerde, ervaren mensen in de wereld van handel in voedingsmiddelen: de aandeelhouders van Kühne & Heitz. Deze onderneming is sinds 1974 actief met handel in onder andere diepgevroren voeding zoals vlees, vis, groente & fruit en frites. De eigenaren zijn mede-aandeelhouder van Bdairy en brengen naast handelservaring financiële zekerheden mee om verantwoord risico’s te kunnen nemen.

Groei Op 1 mei 2017 startte Bdairy met naast Blomsma één medewerker.

Jong van geest Philip Rijken is de man aan tafel die luistert, glimlacht en af en toe op bescheiden maar niet te negeren toon iets benadrukt of nuanceert. Hij viert op de dag van het gesprek zijn 61ste verjaardag. Wat doet een man van zijn leeftijd bij deze club jonge honden die de wereldwijde zuivelhandel wil bestormen? “Ik begrijp de vraag”, antwoordt hij met een twinkeling in zijn ogen. “Maar we zeggen hier altijd dat je ‘jong van geest’ moet zijn.” En dat is hij, zeker als je ziet wat hij eerder deed in zijn indrukwekkende loopbaan. Als moleculair bioloog maakte hij carrière in onderzoek en ontwikkeling bij achtereenvolgens Unilever, DSM, CSM en Arla Foods. “Ik houd van vernieuwing en wilde na al die grote bedrijven graag eens iets heel anders doen”, motiveert hij zijn keuze om bijna drie jaar geleden in zee te gaan met Blomsma’s toen nog veel kleinere team. Ja, veel meer pionieren en onzekerheid. Ja, ook een minder riante beloning. Maar misschien ook wel de beste beslissing in zijn hele loopbaan, realiseert de senior van Bdairy zich. “Ik was lange tijd sterk gericht op inhoud en resultaat. In de loop der tijd heb ik gemerkt dat menselijke relaties en iets voor elkaar over hebben veel betekenis hebben, ook in werksituaties.” Voor Bdairy was de komst van Rijken belangrijk om de kwaliteit naar een hoger niveau te tillen en als betrouwbare partij in de markt te worden gezien. Zijn staat van dienst en netwerk

Vestigingsplaats is Dordrecht, op een etage van het kantoorpand dat ook door Kühne & Heitz wordt gebruikt. Voor de eerste jaren maakte Blomsma, ook ten behoeve van bankfinanciering, een gedetailleerd businessplan. Nu, drie jaar later, kan hij tevreden vaststellen dat vrijwel exact uitkomt wat daar in stond. Namelijk: een omzetgroei van € 2 miljoen in 2017 naar € 130 miljoen in 2020. Dat laatste gaan ze halen, weten de mannen: dit jaar verwachten ze 52.000 ton melkpoeder, boter en aanverwante zuivelproducten te verhandelen. Het aantal medewerkers groeide naar een totaal van zestien; voor het eind van het jaar hoopt Blomsma

opent deuren die anders langer gesloten blijven. “Ik zorg ervoor dat we hier niets doen dat niet past binnen de erkende internationale standaarden wat betreft productkwaliteit en -integriteit. Bovendien werken we in de hele organisatie doorlopend aan kwaliteit en alle disciplines van het bedrijf zijn hier intensief bij betrokken.” Dat klinkt misschien een beetje saai, zegt Rijken, maar voor een zuivelhandel met ambities is het essentieel. Een zo belangrijke bijdrage leveren aan een bedrijf met een jong-van-geestcultuur is voor Rijken een extra beloning. “We bouwen hier met zijn allen iets goeds op, dat is toch wat anders dan het min of meer beheren van wat al langer bestaat bij een groot concern. Hier is het steeds ‘Be there’; we zitten erbovenop. Ja, die woorden lijken op de naam van ons bedrijf. Dat is waarschijnlijk geen toeval.”

nog een extra trader en logistiek medewerker in dienst te nemen. Bij voorkeur mensen die zich thuis voelen in de start-upcultuur van Bdairy. Mac Gillavry grijnst: “Als we zo doorgaan groeien we gestaag verder.” Hij haast zich eraan toe te voegen: “Natuurlijk willen we niet groeien om het groeien. Het gaat om kwaliteit. Maar het is een heerlijk gevoel als je samen succes hebt en als klanten bij je terugkomen en je sterke relaties met hen kunt opbouwen.”

Room Ook Blomsma is duidelijk over de ambities van Bdairy. Een leidend bedrijf

ZuivelZicht december 2020

33_Artikel_05L_0002.indd 19

19

07-12-20 08:52


B E D R I JF

worden in de wereldwijde zuivelhandel. “Dat doen we weloverwogen en stap voor stap. We zijn tot nu toe actief in poeders en boter en gaan ons productenpakket geleidelijk verder uitbreiden.” Aan een volgende stap op dit pad werkt Mac Gillavry; hij leidt de nieuwe businessunit met liquide room. “Als je ook room in je pakket hebt, zijn er meer mogelijkheden, zowel aan de aanbodals aan de afzetkant. Je kunt als het ware meer spelen met boter en room”, legt de jonge handelaar uit. Als room eenmaal helemaal onderdeel is van Bdairy’s pakket, kunnen kaas of andere vloeibare zuivelproducten volgen.

Geografisch Naast een breder productportfolio ziet Bdairy ook geografische groei voor zich.

Nu is het werkterrein Europa en een deel van Azië. In Singapore werkt een vertegenwoordiger van de onderneming, die Blomsma leerde kennen in de tijd dat hij voor Interfood in Azië werkte. “Maar er zijn meer continenten die interessant zijn, zowel bij de productie van zuivel als voor de afzet van zuivelproducten en -ingrediënten”, zo vult Doorduin aan. Ook als de onderneming verder uitdijt in producten en landen waar actief wordt gehandeld, wil Bdairy zijn huidige bedrijfscultuur vasthouden. Blomsma: “Onze manier van werken waarbij we er allemaal even hard voor gaan, wordt door onze relaties herkend en gewaardeerd. Dat is volgens ons de belangrijkste succesfactor, dus willen we graag de positieve aspecten van de start-upmentaliteit behouden.” Over de

Advertentie

manier waarop de organisatie er bij voortdurende groei uit zal zien, hebben de vier mannen aan tafel nog geen exact beeld. Dat hoeft ook niet, zo stellen ze, want bij een start-upcultuur hoort nu juist ook dat je niet alles van tevoren bedenkt en vastlegt, maar efficiënt met goede oplossingen komt als dat nodig is. Een voordeel is dat deze werkwijze zich uitstekend leent voor een gecentraliseerde aanpak. “We hoeven niet overal vestigingen te hebben: we kunnen door regelmatig te reizen het contact met onze klanten rechtstreeks onderhouden en de organisatorische nadelen van het managen van veel vestigingen vermijden”, legt Mac Gillavry uit. Gelukkig heeft die aanpak in de afgelopen jaren al de nodige sterke relaties opgeleverd, want internationaal reizen is door de corona-epidemie nu veel minder goed mogelijk. Vooral ook met grote klanten blijft het een uitdaging om de cultuur te behouden als de groei echt doorzet. Maar deze uitdaging is nu juist iets om je op te verheugen, dus laat maar komen, zo luidt de conclusie.

Marktkennis Aanstekelijk optimisme, het moet gezegd. Enthousiast praten de Bdairymedewerkers ook over hun kennis van de markt. Blomsma: “We realiseren ons dat je wint als je de markt het beste begrijpt. Dan kun je echt toegevoegde waarde leveren. Dus we besteden veel aandacht aan wat we met een mooi woord market intelligence noemen.” “Voor mij is het elke keer een kick als blijkt dat onze inzichten de juiste blijken te zijn”, zegt Doorduin. Bij marktinformatie volgt Bdairy de lijn dat in principe veel waardevolle informatie gedeeld wordt met relaties, bijvoorbeeld in video’s op de website. “Daarbij schuwen we het niet om een origineel standpunt in te nemen”, stelt Blomsma. “Natuurlijk maken we onszelf daarmee kwetsbaar, maar we praten niemand naar de mond. Soms zit je er naast, gelukkig komt dat niet zo vaak voor. De markt waardeert onze transparante aanpak.”

20

33_Artikel_05L_0002.indd 20

ZuivelZicht december 2020

07-12-20 08:52


C. van ‘t Riet Zuiveltechnologie b.v.

t. 0172- 57 1304 m. info@rietdairy.nl i. www.rietdairy.nl

• Nieuw en gereviseerde zuivelapparatuur

• RVS (proces) tanks • Ontwerp en realisatie van zuivellijnen ,XFMEBNXFH B 2973 -" Molenaarsgraaf The Netherlands T +31 184 64 1266 E info@heuvelzuivelmachines.nl www.heuvelzuivelmachines.nl

Aankomende veiling Laboratorium- en pilot plant equipment veiling - Maart 2021 Veiling 10-02-2021 03-03-2021

UIN ? T N IE IJF KO E B E D R IN

GA NAAR WWW.ZUIVELZICHT.NL VOOR ZUIVELNIEUWS UIT DE EERSTE HAND!

20ZUI012_ADVERTENTIE.indd 21

Ook open voor het veilen van uw machines!

dfm-auctions.com

07-12-20 08:10


B E D R I JF

Franse gigant koopt zich groter en groter

Lactalis koerst richting een omzet boven de € 20 miljard Het Franse Lactalis is qua omzet de op een na grootste zuivelonderneming van de wereld, als we de Rabo Dairy Top 20 mogen geloven. Het Zwitserse Nestlé staat daarin op een, maar dankzij nieuwe overnames lijkt Lactalis de koppositie binnen handbereik te hebben. Tekst: Hermann-Josef Martin

Het management van Lactalis is er trots op: in het boekjaar 2019 zijn in totaal zes buitenlandse zuivelverwerkers voor een deel of volledig overgenomen. Het zijn

bouwstenen die het Franse concern helpen om zijn internationale merkactiviteiten te versterken en daarmee de positie op de wereldmarkt te verstevi-

gen. Die positie is al meer dan stevig: het bedrijf is actief in meer dan 160 landen. Marktanalisten verwachten dat het familiebedrijf in 2020 voor het eerst meer dan € 20 miljard omzet.

Groeisprong Zoals bij veel familiebedrijven begint ook het verhaal van Lactalis op lokale schaal. In 1933 richtte Andreas Besnier in het noordwesten van Frankrijk een kleine kaasmakerij op – in kleine kring fameus om z’n zelfgeproduceerde camembert, verder een fabriek zoals er meer waren. Enkele decennia later lag die camembert in de winkels onder de merknaam Président, tegenwoordig in vrijwel elk land verkrijgbaar. In 87 jaar tijd groeide de kaasmakerij uit tot de grootste kaasproducent ter wereld. De wereldwijde groeisprong kwam vooral in de laatste dertig jaar tot stand, door het overnemen van binnen- en buitenlandse concurrenten. De ‘Groupe Lactalis’ (de naam stamt uit 1999) hoeft niet per se op het etiket te staan: vaak worden de producten verkocht onder internationaal en/of nationaal bekende merknamen. Bijvoorbeeld Lactel (Frankrijk), Parmalat (Italië) en Puleva (Spanje).

Recordomzet 2019 Yoghurt van Nestlé Lactel. Sinds vorig jaar brengen Lactalis en Nestlé onder deze naam samen yoghurt- en dessertproducten op de markt, onder andere in Maleisië. (Foto Zety Akhzar)

22

22_Artikel_19L.indd 22

Volgens het Franse zakenblad voor de levensmiddelenbranche Linéares is Lactalis inmiddels Nestlé qua omzet al

ZuivelZicht december 2020

07-12-20 08:51


B E D R I JF

voorbij. Het magazine becijferde dat de Lactalis-omzet vorig jaar met 7,9 procent steeg, om uit te komen op € 19,96 miljard. Iets meer dan de helft (56 procent) van de omzet betreft de Europese markten. Het bedrijf moest wel een forse daling van de nettowinst incasseren: die liep met een kwart terug tot € 318 miljoen. Dat hield het management niet tegen om ruim € 600 miljoen te investeren in de eigen bedrijven. Lactalis bezit meer dan 250 productiefaciliteiten in ongeveer vijftig landen. Er werken ruim 80.000 mensen, verspreid over 94 landen. De meesten werken in Frankrijk (15.000), gevolgd door Italië (5.000).

Frankrijk In thuisland Frankrijk wil de Lactalis groep flink doorgroeien. In 2020 kwam onder meer een deal tot stand met de Franse tak van supermarktketen Lidl. Lactalis gaat leveren aan 1.500 Lidlsupermarkten, waarmee zo’n 212 miljoen liter melk is gemoeid. De producten komen zowel onder de merknamen van de supermarkt als ook onder de eigen merken van Lactalis in de schappen. Een tweede voorbeeld is de renovatie en uitbreiding van de fabriek in het Noord-Franse Verdun. In een paar jaar tijd is hier voor € 40 miljoen geïnvesteerd, onder meer in de weiverwerkingsinstallatie. Het concern speelt hiermee in op de groeiende vraag van internationale voedingsfabrikanten naar weipoederproducten en andere ingrediënten voor de verwerkende industrie. Lactalis Ingredients brengt die producten momenteel in meer dan honderd landen op de markt. In eigen land is er overigens ook minder goed nieuws. Lactalis ligt er onder vuur sinds naar buiten kwam dat het concern jarenlang de nationale milieu- en voedselvoorschriften zou hebben overtreden. Journalisten rapporteerden een scala van misstanden, deels ondersteund door passages uit overheidsdocumenten. Het bedrijf spreekt de meeste beschuldigingen tegen en zegt dat een aantal vroegere problemen inmiddels zijn verholpen.

Italië Eind 2019 kreeg Lactalis groen licht om de Italiaanse levensmiddelenproducent Nuova Castelli over te nemen. Dit bedrijf had in 2018 een omzet van € 460 miljoen. Het exporteert onder meer de internationaal bekende Parmezaanse kazen (Parmigiano Reggiano) en beschikt over zowel Italiaanse fabrieken als ook zuivelfabrieken in Polen, Hongarije en de Verenigde Staten. Lactalis nam de schuldenlast van Nuova Castelli (€ 190 miljoen) voor lief. Er stond tegenover men nog meer greep kon krijgen op de Italiaanse kaasmarkt. Dankzij eerdere overnames (Galbani, Invernizzi, Cadermartori, Vallelata en Parmalat) had men al een derde van die markt in handen. Over Parmalat gesproken: dit boegbeeld van de Italiaanse zuivel kwam een aantal jaren geleden in Franse handen na veel juridische touwtrekkerij, waar ook de Italiaanse politiek zich nog mee bemoeide. Sinds 2019 is Parmalat volledig in Lactalis geïntegreerd en profiteert het moederbedrijf optimaal van de resultaten die het Italiaanse concern realiseert.

Duitsland Drie dochterondernemingen trekken de kar voor Lactalis in Duitsland. Naast Lactalis Deutschland zijn dat Lactalis Nestlé Frischeprodukte Deutschland en het zuivelbedrijf Omira. Lactalis Deutschland leunt nog sterk op het aloude merk Président, maar ook artikelen onder de merknamen Salakis en Galbani lopen goed. Galbani doet het uitstekend bij liefhebbers van mozzarella en mascarpone, terwijl Salakis vooral bekend is om de vele fetavarianten. Lactalis Nestlé is een joint venture met de Zwitserse concurrent Nestlé. Yoghurt en andere dessertproducten staan in deze gezamenlijke onderneming centraal. Ze komen onder de merknaam Nestlé in de winkels, ook al is het Lactalis-aandeel binnen de onderneming 20 procent groter dan dat van de Zwitsers. De Duitse onderneming Omira hoort sinds 2017 bij de Lactalis-vloot. Het

bedrijf werd overgenomen nadat het in financiële moeilijkheden was geraakt. Het is een belangrijke producent van lactosevrije zuivel.

Overzeese markten In het boekjaar 2019 genereerde Lactalis een omzet van ongeveer € 8,8 miljard in overzeese landen buiten Europa; ten opzichte van 2018 een groei van bijna 13 procent. De afgelopen jaren is fors geïnvesteerd in de Verenigde Staten en Canada. Er werden verschillende grote bedrijven overgenomen, bijvoorbeeld een producent van biologische yoghurt en een fabriek waar men skyr-achtige desserts maakt. Deze desserts bevatten relatief weinig suiker en doen het uitstekend op de Amerikaanse markt. Van een Duitse concurrent werden in 2019 twee grote Amerikaanse zuivelfabrieken overgenomen. Enzovoort: het aantal overnames inclusief belangrijke merkrechten is groot en naar verluid heeft Lactalis € 2,7 miljard klaarliggen om in 2021 z’n positie op het NoordAmerikaanse continent uit te breiden. Andere niet-Europese landen waar Lactalis zich sinds enkele jaren stevig roert zijn Brazilië, Egypte en India.

ZuivelZicht december 2020

22_Artikel_19L.indd 23

23

07-12-20 08:51


B E D R I JF

‘We denken hier niet in kwartaalcijfers’

Hochwald investeert in drie jaar tijd meer dan € 350 miljoen Hochwald Foods heeft ambitie, zowel nationaal als internationaal. Het op twee na grootste zuivelconcern van Duitsland wil zijn positie verstevigen, ook als het daarvoor diep in de buidel moet tasten. Tekst: Hermann-Josef Martin

De groeistrategie van Hochwald is er opgericht uit te groeien van ‘een lokale speler op de zuivelmarkt’ tot een ‘marketinggeoriënteerde internationale

melkspecialist’. Dit traject moest tussen 2017 en 2020 zijn beslag krijgen. Hoewel lang niet alle cijfers over het boekjaar 2019 positief zijn en 2020 natuurlijk een

‘raar jaar’ is, houdt de Raad van Bestuur onder het mom van ‘consolideren – veranderen – vernieuwen’ het tempo erin. Een belangrijke pijler onder de strategie is het uitbetalen van een bovengemiddelde melkprijs. Ceo Detlef Latka noemt het bereiken van een ‘permanent bovengemiddelde melkprijs’ zelfs een van de belangrijkste doelen van het coöperatieve concern. Door de leden een goede prijs te bieden kan Hochwald melkveehouders aan zich binden. Een strategie die zich pas op langere termijn

In het Duitse Mechernich bouwt Hochwald een nieuwe zuivelfabriek. (Foto: Hochwald Foods)

24

22_Artikel_08L.indd 24

ZuivelZicht december 2020

07-12-20 08:50


B E D R I JF

uitbetaalt, weet men ook op het hoofdkantoor in Thalfang (RijnlandPalts). Dat is ingecalculeerd: “In tegenstelling tot de beursgenoteerde bedrijven denken wij niet in kwartaalcijfers, maar in doelen voor de lange termijn”, aldus Latka.

Overname Een andere groeioptie is uiteraard het overnemen van concurrenten, inclusief de bijbehorende melkplas. Medio 2019 verwierf Hochwald een meerderheidsbelang in de Hessische zuivelgroep Almil, leverancier van zuivelingrediënten voor de levensmiddelenindustrie. Dit bedrijf kent een omzet ter waarde van zo’n € 114 miljoen. Bij deze transactie enkele andere bedrijven betrokken: Schütten & Lemmerholz in Neuss (Noordrijn-Westfalen, jaaromzet € 109 miljoen) en Dairy Wagenfeld K. Niemann in Walsrode (Nedersaksen). Net als Almil zijn ook deze bedrijven in verschillende Duitse deelstaten actief, inclusief fabrieken en verkoopkanalen. Met de overname heeft Hochwald zijn verkooppositie aanzienlijk versterkt – niet alleen wat betreft verse zuivel, maar zeker ook op het gebied van zuivelingrediënten voor de professionele markt.

Investeringsgolf Een derde pijler onder de strategie is het investeringsbeleid. De leiding van het concern heeft bekendgemaakt dat het tussen 2019 en 2022 ongeveer € 350 miljoen wil inzetten om het bedrijf moderner en efficiënter te maken. Dit betekent een forse verhoging van het investeringsbudget: dat lag in de

Een permanent bovengemiddelde melkprijs is een van Hochwald’s belangrijkste doelen

periode 2011-2019 op iets meer dan € 55 miljoen per jaar en stijgt nu naar € 87,5 miljoen per jaar. Het leeuwendeel van het geld gaat naar de zuivelfabriek die momenteel in Mechernich (Noordrijn-Westfalen) verrijst. Aan dit grootste investeringsproject uit de geschiedenis van Hochwald hangt een prijskaartje van zo’n € 200 miljoen. Volgens Latka ligt de bouw van de hypermoderne fabriek op schema. Dat zou betekenen dat hij eind 2021 het lint kan doorknippen om het complex te openen. De fabriek neemt straks de melkverwerking over van twee andere, verouderde Hochwald-locaties. Er zullen ongeveer 250 medewerkers aan de slag gaan. Jaarlijks vloeit er 800 miljoen liter rauwe melk door de leidingen.

Industriële koeling Highcare Kaasrijping Cleanrooms Airconditioning Maatwerk

Cijfers 2019 Ondanks de in 2019 al ingezette investeringen steeg het eigen vermogen van de Hochwald Groep vorig jaar met zo’n 15 procent tot bijna € 219 miljoen. De omzet was met € 1,534 miljard een fractie (0,7 procent) minder dan in het voorgaande jaar. De binnenlandse omzet daalde met € 11 miljoen tot € 830 miljoen. Het aandeel van de export steeg licht naar bijna 46 procent. Binnen de Europese Unie daalde de verkoop, maar daar stond een groei van 13,4 procent tegenover wat betreft de uitvoer naar landen buiten de EU. Belangrijke exportmarkten waren onder meer het Midden-Oosten en China. De export naar China was circa € 70 miljoen waard. In 2019 kromp de totale hoeveelheid melk die Hochwald kreeg aangeleverd met 2,1 procent. De nettomelkprijs die de moedercoöperatie aan de melkveehouders uitbetaalde, daalde met 0,3 cent tot 34,20 cent per liter. Dat lijkt op het eerste oog haaks te staan op de eerdergenoemde tevredenheid van het Hochwald-management over een bovengemiddelde melkprijs. Maar omdat de melkprijsdaling bij veel concurrenten sterker was, klopt de bewering wel degelijk.

Voets & Donkers ontwikkelt met grote precisie luchtbehandelingssystemen die exact de juiste condities creëren voor kaasrijping.

www.voetsdonkers.nl

22_Artikel_08L.indd 25

07-12-20 08:50


Zuivelbedrijven hebben de capaciteit voor de productie van mozzarella de laatste jaren flink uitgebreid. (Foto: Monty Rakusen/Alamy)

Analyse Annual Insight:

Corona krijgt nauwelijks vat op groeiende mozzarellamarkt Annual Insight analyseert maandelijks in ZuivelZicht de ontwikkelingen in de zuivelmarkt op basis van data. Het bedrijf gelooft dat het gebruik van data in toenemende mate van belang is om de juiste strategische beslissingen te kunnen nemen. Deze maand kijkt het naar de onverminderde groei op de markt voor mozzarella en de manier waarop spelers deze markt bedienen. Tekst: Mathieu Geuskens

26

33_Artikel_05L.indd 26

ZuivelZicht december 2020

07-12-20 08:49


MARK T

Mozzarella blijft onverminderd populair. De kaas streefde in 2018 Gouda voorbij als voornaamste handelsproduct voor Europese zuivelexporteurs en ook in 2019 vertoonde de soort forse volumegroei: +6,6 procent ten opzichte van 2018 (zie grafiek 1). De prijzen van beide producten lager vorig jaar dicht bij elkaar. Voor mozzarella werd in 2019 gemiddeld € 3,56/kg betaald. Gouda is met een gemiddelde van € 3.59/kg slechts een fractie duurder. De impact van de coronapandemie op de handel in mozzarella lijkt zich te beperken. Aanvankelijk stagneerde de handel op het hoogtepunt van de Europa-brede lockdown maatregelen in april. De handel herstelde zich weer in mei met een exportvolume dat 7 procent hoger lag dan een jaar eerder. Sinds april is er wél druk op de handelsprijzen ontstaan (grafiek 2). Dit effect wordt vermoedelijk ook deels veroorzaakt door een toegenomen aanbod van mozzarella. Want bedrijven hebben de productiecapaciteit voor mozzarella de afgelopen jaren fors uitgebreid.

Twee strategieën De groeiende markt voor mozzarella heeft geleid tot substantiële investeringen in capaciteitsuitbreiding. Hierin zijn twee duidelijke strategieën te onderscheiden. Enerzijds zijn er spelers die

Grafiek 1. Jaarlijks exportvolume mozzarella en Gouda van Europa (inclusief intra-Europese handel, x 1.000 ton).

Grafiek 2. Verschil in volume en prijs van de Europese mozzarella-export in 2020 ten opzichte van dezelfde maand in 2019.

investeren in eigen fabrieken of in de overname van andere partijen. Anderzijds zijn er spelers die inzetten op strategische partnerships met producerende partijen. De spelers uit de eerste categorie zijn overwegend private spelers, zoals de wereldmarktleider Leprino Foods die in 2020 de Braziliaanse producent Lactojara (capaciteit 2015: 8.000 ton) overnam. Leprino Foods ging eerder een samenwerking aan met het Ierse concern Glanbia. Zij bouwen gezamen-

lijk een fabriek in Ierland met een capaciteit van 45.000 ton. De fabriek moet in de eerste helft van komend jaar operationeel zijn. Ook Lactalis breidde de mozzarellacapaciteit uit door de Italiaanse kaasmaker Nuova Castelli in 2019 over te nemen. Daarmee voegde het Franse concern vijf mozzarellafabrieken aan zijn portfolio toe. De zuivelcoöperaties FrieslandCampina en Arla Foods kiezen voor de andere aanpak. Zij zijn strategische partnerships aangegaan met producerende

ZuivelZicht december 2020

33_Artikel_05L.indd 27

27

07-12-20 08:49


MARK T

partijen. Zo gaat Royal A-ware in de nieuwe fabriek in Heerenveen 45.000 ton mozzarella produceren voor FrieslandCampina, nadat de coöperatie eerder een samenwerking met het Duitse bedrijf DMK aanging voor de productie van 20.000 ton mozzarella. Ook Arla Foods zoekt de samenwerking met DMK op. De Duitsers produceren jaarlijks circa 35.000 ton mozzarella voor de Deense coöperatie.

Interne markt

Grafiek 3. Top 5 Europese exportlanden mozzarella, ontwikkeling volume en prijs 20152019; belgrootte geeft exportwaarde weer.

De toegenomen capaciteit is voornamelijk voor de interne Europese markt bestemd. Van de 613.000 ton mozzarella die Europese landen in 2019 gezamenlijk exporteren vindt slechts 86.000 ton (14 procent) zijn weg naar andere regio’s. Met een exportvolume van 193.000 ton is Duitsland de grootste

exporteur, op afstand gevolgd door Italië (106.000 ton). Door een significant hogere handelsprijs ligt de exportwaarde van de Italiaanse mozzarella een stuk dichter bij die van Duitsland. Waar onze oosterburen in 2019 mozzarella

voor gemiddeld € 3,25 per kilo exporteren, weet Italië een gemiddelde kiloprijs van € 4,99 te realiseren. Dit prijsverschil wijst op het hogere aandeel van kwalitatief hoogwaardige mozzarella in de Italiaanse productie en export.

Japan

Advertentie

Het gros van de in Europa geproduceerde mozzarella dat niet binnen de regio blijft, is bestemd voor Azië. Deze regio importeerde in 2019 72.000 ton mozzarella uit Europa, waarbij vooral Zuid-Korea (30.000 ton) en Japan (12.000 ton) belangrijke afzetmarkten zijn.

Laat uw machines veilen Online veilingen

Your auction partner in Dairy & Food equipment

dfm-auctions.com/page/sell

De toegenomen capaciteit is voornamelijk voor de interne Europese markt bestemd Een opvallend verschil tussen beide markten is het prijsniveau. De mozzarella die naar Zuid-Korea gaat levert gemiddeld € 3,20 per kilo op. De gemiddelde importprijs van mozzarella voor de Japanse markt ligt met € 4,02 per kilo beduidend hoger. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de Japanse consument een voorkeur heeft voor kwalitatief hoogwaardige mozzarella. Dat wordt onderstreept wordt door het significant hogere aandeel van Italiaanse mozzarella in de Japanse import. Mathieu Geuskens is zuivelanalist bij Annual Insight.

28

33_Artikel_05L.indd 28

ZuivelZicht december 2020

07-12-20 08:49


MARK TCIJFERS

PRODUCTIE Melkaanvoer mondiaal (jan’ 20 - sep ’20, % t.o.v. ’19) EU-27+VK waarvan: Duitsland Duitsland

Verwerking EU (jan’ 20 - sep ’20, % t.o.v. ’19)

+1,2% +0,6%

Frankrijk Frankrijk

Boter

MMP

x 1.000 ton

x 1.000 ton

2.500

1.500

2.000

1.200

+0,8% +1,6%

Nederland

+1,4%

Verenigde Staten

+1,9%

Nieuw-Zeeland

+0,9%

1.500

+0,9%

Argentinië

+4,2%

Wit-Rusland

+5,8%

+5,3%

+1,2% 1.000

+7,8%

Australië

900

+2,3% +9,1% -6,4%

500

Uruguay

+7,7%

300

-4,9% +0,5% +9,8% -4,0%

+2,9%

+5,8% 0

600

30

60

90

120

150

x miljard kg

0

0

Overig IE

Overig IE FR

NL FR

PL DE

NL PL

BE DE

PRIJZEN Melkprijs (okt ’20 t.o.v. sep ’20, in %)

Marktprijs (nov ’20 t.o.v. okt ’20, in %)

LTO melkprijsvergelijking 36

Boter 82%

€/100 kg

7.000 2018 2020

35

2019

6.000

34

3.500

2.000

32

3.000

1.500

31

2.000 nov-18

jan

dec

nov-19

NL -1,8% WM -5,5%

2.500

4.000

+0,8%

€/1.000 kg

3.000

NL -1,3% WM +6,8%

5.000

33

Mager melkpoeder ADPI

€/1.000 kg

1.000 nov-18

nov-20

nov-19

nov-20

EXPORT Boter en -olie (jan’ 20 - aug ’20, % t.o.v. ’19) Wereldhandel

Mager melkpoeder (jan’ 20 - aug ’20, % t.o.v. ’19)

Intrahandel EU

x 1.000 ton

Wereldhandel

Intrahandel EU

x 1.000 ton

x 1.000 ton -3,5%

500

750

750

400

600

600 -14,5%

300 -10,6%

450

450

750 +29,3%

x 1.000 ton

600 -3,2%

+43,3%

200

450

300

300

-7,5%

+3,4% 100

150

150

0

0

0

NZ

EU*

NL*

VS

EU

NL

150

-19,1%

+57,5% -4,0%

300

+7,2% 0

EU*

NL*

VS

NZ

EU

NL

*Derde landen export

Bron: ZuivelNL

www.zuivelnl.org

ZuivelZicht december 2020

11_Marktcijfers_02R_0002.indd 29

29

07-12-20 08:48


BELRUBRIEK KAASPROMOTIE

KAASBEWERKINGSMACHINES

INDUSTRIËLE AUTOMATISERING

Jouw partner in procesautomatisering Zorgt voor: hoogwaardige automatiseringsoplossingen op maat

veilig en verantwoord werken business continuÏteit en betere traceerbaarheid

Actemium adviseert, ontwerpt, bouwt en onderhoudt industriële processen. Door onze marktgerichte kennis en gedreven aanpak maken wij van veelomvattende projecten een groot succes.

Meer weten? Neem contact op met Sebastian Taken: sebastian.taken@actemium.com - 31 (0)88 83 18 200

Kijk op actemium.nl

IN- EN VERKOOP TANKS

LUCHTBEHANDELING

KAASVERWERKINGSMACHINES RVS TANK- EN APPARATENBOUW

20ZUI012_ADVERTENTIE.indd 30

07-12-20 08:10


20ZUI012_ADVERTENTIE.indd 31

07-12-20 08:10


Tel 0522-463684

info@koster-nl.com

www.koster-nl.com

Duurzaam hergebruik van uw overtollige tanks en machines

Wij zijn doorlopend op zoek naar: - RVS tanks - Warmtewisselaars - Pompen - Poedermengers - Zeefmachines - Indampers - Losse roerwerken

We zetten onze expertise dagelijks in voor hergebruik van duurzame materialen

20ZUI012_ADVERTENTIE.indd 32

07-12-20 08:11


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.