5 minute read

Bedrijf

Next Article
Bel Duitsland

Bel Duitsland

First Milk investeerde vorig jaar ruim

€ 7 miljoen om

onder meer de productiviteit te verbeteren. (Foto’s First Milk)

Hoe de Britse zuivelcoöperatie First Milk de rug rechtte

First Milk Limited leek zeven jaar geleden op sterven na dood. Recordverliezen en weglopende leden leken de op een na grootste zuivelcoöperatie van Groot-Britannië de das om te doen. Léken, want het bedrijf bewerkstelligde een indrukwekkende ommekeer.

Tekst: Hermann-Josef Martin

Het ging al jaren niet best met het in het Schotse Glasgow zetelende First Milk. Rode cijfers in de jaarverslagen maakten het onmogelijk om de toeleverende melkveehouders – leden van de coöperatie – een concurrerende melkprijs uit te betalen. Daardoor zochten steeds meer boeren hun heil bij de concurrentie. De exodus van leden leidde tot minder productie, teruglopende verkoopresultaten en nog meer rode cijfers in de boekhouding. In het boekjaar 2014-2015 (sluitingsdatum 31 maart 2015) werd een alltimedieptepunt bereikt: een verlies van € 31,2 miljoen ten opzichte van het voorgaande jaar, bij een omzetdaling van 27,6 procent. Die keiharde dreun opende de ogen: om te overleven, moest het roer drastisch om. First Milk koos voor het saneren en reorganiseren van bedrijfsonderdelen die onvoldoende rendabel waren. Twee verliesgevende fabrieken – een in Schotland en een in Zuidwest-Engeland – die men niet langer tot de corebusiness rekende, gingen in de verkoop. Zo sloeg men twee vliegen in een klap. De twee verlieslijdende onderdelen drukten niet meer op het bedrijfsresultaat en de verkoop zorgde voor extra inkomsten om de hoog opgelopen schuldenlast fors omlaag te brengen. Ook onpopulaire maar noodzakelijk geachte extra heffingen op de door de leden geleverde melk droegen bij aan de schuldsanering.

Niet geruststellend

Al met al beleefde First Milk een roerige periode van twintig maanden waarin saneren en reorganiseren de boventoon voerden. Zowel bij de productie als bij administratieve processen werd bezuinigd en geherstructureerd. Tegelijk was er aandacht voor verbetering van de kwaliteit, aldus het bedrijf. In het boekjaar 2016-2017 was er positief nieuws: na vele jaren met verliezen kon eindelijk weer een goed resultaat worden bijgeschreven. De nettowinst bedroeg € 6,8 miljoen. Echt geruststellend was dat nog niet, te meer omdat de totale omzet bleef dalen en de zuivel-

prijzen dat jaar onder druk stonden. De omzetdaling was deels toe te schrijven aan de verkoop van fabrieken, inclusief de in 2016 afgestoten Noord-Engelse dochteronderneming CNP Professional, fabrikant van sportvoeding. Daarmee verdween opnieuw een bedrijfsonderdeel dat niet tot de kern van de coöperatie werd gerekend. Die kern werd steeds overzichtelijker: de focus ligt nu al een aantal jaren overduidelijk op kaas, verse consumptiemelk en houdbare melk in verschillende varianten.

Herstel

In maart 2017 werd Shelagh Hancock de nieuwe ceo van First Milk. Onder haar leiding zette het herstel van de verschillende bedrijfsonderdelen langzaam maar zeker door. Over het boekjaar 2019/2020 meldde het concern een nettowinst van € 5,1 miljoen. De geconsolideerde omzet steeg met 3,9 procent tot € 321,4 miljoen. Het overgrote deel van de omzet (ruim 84 procent) behaalt First Milk in Groot-Brittannië en Noord-Ierland. Ook de export richting het Europese vasteland nam toe: 14 procent meer dan het jaar ervoor, met een handelswaarde van € 50,5 miljoen. De export naar andere wereldmarkten bleef stabiel. First Milk werkt bij de export al jaren nauw samen met de Engelse tak van het van oorsprong Ierse Ornua Foods. Deze export-reus zorgt onder meer voor de afzet van First Milk-kazen in ruim 25 landen.

Shelagh Hancock, ceo van First Milk.

Betere melkprijs

Dankzij de betere prestaties lukte het First Milk om de nettoschuld vorig jaar met 20 procent te verlagen, tot zo’n € 37,6 miljoen. Ook daalde de rente op uitstaande leningen en verruimde Wells Fargo, de belangrijkste kredietverstrekker voor First Milk, de kredietruimte tot € 79,5 miljoen. Door de betere prestaties kan de coöperatie een betere melkprijs kan garanderen. In plaats van achter te lopen op de concurrentie, betaalde First Milk de leden het afgelopen jaar een melkprijs uit die gemiddeld 4,1 procent hoger lag dan wat Britse concurrenten voor de melk willen geven. De melkprijs plus een aantrekkelijk premiestelsel zorgen ervoor dat steeds meer voormalige leden terugkeren en zich ook nieuwe leden melden. Er kwamen vorig jaar zevenhonderd leden bij. Het volume aan rauwe melk steeg met 175 miljoen liter. Ook onder leiding van Hancock slankt First Milk nog steeds af. De afgelopen jaren werd bijvoorbeeld afscheid genomen van twee Schotse kaasfabrieken. Volgens Hancock maakten ze geen deel uit van de langetermijnstrategie van de coöperatie en was er te veel geld nodig om er maximaal rendement uit te halen. Het gevolg is dat alle First Milkkazen nu nog maar van twee fabrieken komen: een in Wales (Haverfordwest in Pembrokeshire) en een in het Lake District (Wigton, Cumbria). Tussen 2014 en 2019 investeerde de coöperatie ongeveer € 40,5 miljoen in beide fabrieken. Naast kaas (inclusief de belangrijkste variëteit Cheddar) en melk leveren deze moderne productielocaties onder meer boter, magere melkpoeder en wei-eiwitten.

Nieuwe investeringen

Met het huishoudboekje weer op orde waagt First Milk zich ook weer aan grotere investeringen. De fabriek in Wales mocht de afgelopen jaren verschillende nieuwe installaties en silo’s aanschaffen. Om meer productiviteit, meer duurzaamheid en kostenbesparingen te realiseren, werd € 7,4 miljoen op tafel gelegd. De komende jaren krijgen zowel de fabriek in Wales als die in het Lake District nog weer €20 miljoen ter beschikking voor verdere capaciteitsuitbreiding. Hancock geeft aan dat de vraag naar zuivel van First Milk nog altijd in de lift zit, ook gedurende de coronaperiode.

Ook Nederlands partnerschap

Om de huidige positie te behouden en waar mogelijk te versterken, is First Milk in binnen- en buitenland partnerschappen aangegaan. Een belangrijke partner bij de afzet van producten is het eerder genoemde Ornua Foods. In de zomer van 2019 gingen de Britten een strategisch partnerschap aan met het Nederlandse bedrijf Havero Hoogwegt van de Hogowegt Group, dat wordt beschouwd als ‘s werelds grootste particuliere leverancier van melkingrediënten. First Milk meldt dat Havero Hoogwegt nu in ruim vijftig landen voor de afzet van haar eiwitrijke producten zorgt. Een derde grote internationale partner van de Britse coöperatie is Nestlé. First Milk levert melk aan de Britse tak van de Zwitserse multinational en werkt ook samen op andere deelterreinen, zoals bij het duurzaamheidsbeleid.

This article is from: