Jaargang 111 | Nummer 7 | Juli 2019
ZuivelZicht
Prestaties Europese bedrijven laten zich moeilijker vergelijken 11_Cover_01L.indd 1
G RU T T O Melkveehouderij ontdekt de waarde van weidevogels
F L OAT I N G FA R M Rotterdam vergaapt zich aan drijvend voedselsysteem
01-07-19 11:01
De Nr.1 specialist in gereviseerde zuivelmachines Melk Yoghurt Boter Margarine Smeltkaas Kaas 2.000 machines in voorraad Garantie bij levering Snelle levertijden Lage investering Complete projecten
+31(0)348-558080 info@lekkerkerker.nl
www.lekkerkerker.nl
Worldwide trading Tel: +31 348 460 009 sales@useddairyequipment.com www.useddairyequipment.com
FT JS HEELKPRI EIKT? ME BER DE DEM BO DE
GA NAAR WWW.ZUIVELZICHT.NL VOOR ZUIVELNIEUWS UIT DE EERSTE HAND! gie en technolo n te p e c re Incl.
Te koop: Complete dessert lijn Complete pudding, desserts en yoghurtverwerking, vul- en koellijn Productie onlangs gestopt Bevindt zich in Nederland Offerte nr: 19-15-01
Complete lijn van process tanks, beluchting en fruitmengstation, beker vuller-, verzegel- en snapmachine
19ZUI007_ADVERTENTIE.indd 2
• Nieuw en gereviseerde zuivelapparatuur
• RVS (proces) tanks • Ontwerp en realisatie van zuivellijnen Graafdijk oost 23 2973 XB Molenaarsgraaf The Netherlands T +31 184 64 1266 E info@heuvelzuivelmachines.nl www.heuvelzuivelmachines.nl
28-06-19 14:06
INHOUD
14
20
10 Visie 6
Melkprijzen Zoektocht naar meer transparantie in melkprijzen
8
Belgische zuivel ‘Wij zijn wellicht wat onder de radar gebleven’
10 Weidevogels Het gaat beter met de grutto in Nederland. Is dat een incident? Productiecontrole in een consumptiemelkfabriek van FrieslandCampina. De melkprijzen van de grote Europese zuivelondernemingen laten zich steeds lastiger vergelijken. Foto: NZO
Bedrijf 13 Klaverkaas Kaasmaker maakt stormachtige groei door
14 Floating Farm Rotterdam vergaapt zich aan drijvend voedselproductiesysteem
16 Tine Noren ondervinden gevolgen vrije handel
18 Milcobel Belgische coöperatie vindt weg voor extra melk in mozzarella
20 Vandersterre Familiebedrijf zet logische vervolgstap
Markt 23 Marktcijfers De ontwikkelingen op de internationale zuivelmarkt in één oogopslag
24 Genootschap Enzymen: geknipt voor de zuivel
www.zuivelzicht.nl
ZuivelZicht juli 2019
11_Inhoud_01R.indd 3
3
01-07-19 11:02
T I D R E T ACH L E B A L E S E P O S R A A U K E E S D N A HT NEDERL V I N D J E ÉC
EUROPA MAAKT KAAS ÉCHT UIT NEDERLAND EENVOUDIG HERKENBAAR! Niet alle ‘Nederlandse’ kaas, zoals Goudse of Edammer, komt daadwerkelijk uit Nederland. Toch herken je de Nederlandse kaas gemaakt volgens traditioneel Nederlands recept, van Nederlandse melk en gerijpt in Nederland heel eenvoudig. Aan de lekkere smaak én aan het Europese BGA-label. Vind jouw kaas écht uit Nederland bij de kaasspecialist of in de supermarkt.
ND-KAAS.NL
MEER WETEN? WWW.GOUDAHOLLA
CAMPAGNE GEFINANCIERD MET STEUN VAN DE EUROPESE UNIE
DE SAMENSTELLER VAN DEZE PROMOTIECAMPAGNE IS ALS ENIGE VERANTWOORDELIJK VOOR DE INHOUD ERVAN. DE EUROPESE COMMISSIE EN HET UITVOEREND AGENTSCHAP VOOR CONSUMENTEN, GEZONDHEID, LANDBOUW EN VOEDING (CHAFEA) AANVAARDEN GEEN AANSPRAKELIJKHEID VOOR HET GEBRUIK DAT KAN WORDEN GEMAAKT VAN DE INFORMATIE DIE HET CAMPAGNEMATERIAAL BEVAT.
19ZUI007_ADVERTENTIE.indd 4
28-06-19 14:07
ZuivelZicht
ZI JLI JN
ZuivelZicht is een uitgave van BDUvakmedia ISSN 0165-8573 Postbus 67, 3770 AB Barneveld www.bdumedia.nl
vakmedia
Ambitieus klimaatbeleid
Uitgeefteam Corina Kuipers (uitgever), Ron van de Hoef (salesmanager), Peter Vorstenbosch (hoofd content) Redactie ZuivelZicht Postbus 93044 2509 AA Den Haag T: 070 2191707 E: redactie.zuivelzicht@bdu.nl I: zuivelzicht.nl Hoofdredactie René van Buitenen E: r.v.buitenen@bdu.nl Contentregie Albert Schuurman E: redactie.vakmedia@bdu.nl Medewerkers aan dit nummer Jeen Akkerman, Ria Besseling, Yves De Groote, Hermann-Josef Martin, Bert Westenbrink Advertenties Hielke van der Werf T: 020 5736056, E: h.v.d.werf@bdu.nl Abonnementen Abonnementsprijzen (12 nummers): € 127,90 (studenten € 72,29); buitenland: € 169,04. Proefabonnement (3 edities): € 11,81. Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan en lopen automatisch door, tenzij uiterlijk 2 maanden voor de vervaldatum is opgezegd bij de abonnementenservice. Zakelijke abonnementen worden niet tussentijds beëindigd. Abonnementenservice Abonnementenservice BDUvakmedia Postbus 67, 3770 AB Barneveld T: 0342 494882, E: abonnementen@bdu.nl Ontwerp: Giesbers Communicatie Groep, Duiven Druk: Vellendrukkerij BDU, Barneveld
“Een ambitieus klimaatbeleid biedt naast milieuwinst ook kansen voor onze economie, onze welvaart en ons duurzame verdienvermogen. Door eerder te beginnen, bouwen we een voorsprong op ten opzichte van andere landen.” Zo kondigde het kabinet eind vorige maand de klimaatplannen aan. De intenties zijn duidelijk: het kabinet is ambitieus en wil tempo maken. Er komt geld beschikbaar. Of het voldoende is om alle voornemen te betalen, is ongewis. Op diverse punten houdt het kabinet vast aan de voorstellen die de deelnemende partijen aan de landbouwtafel al hadden opgeschreven in het ontwerpakkoord voor een nationaal klimaatbeleid. Zo bevestigt het kabinet zijn eerder al gemaakte keuze voor technische maat-
Het advies voor grondgebondenheid wordt ook buiten de sector breed gedragen
regelen om broeikasgassen te reduceren, boven een krimp van de veestapel. Met de landbouwtafel kiest ook het kabinet voor een integrale aanpak. Zodat de te nemen maatregelen om de CO2uitstoot te verminderen, ook gunstig uitpakken voor diergezondheid, dierenwelzijn, bodem, biodiversiteit en andere duurzaamheidsdoelen. Daarbij verliest het kabinet het economisch belang niet uit het oog. Want ook bedrijfsrendement en “het welbevinden van medewerkers en ondernemers” zijn aan het rijtje van belangrijke doelen voor een duurzame landbouw toegevoegd. Het grondgebonden karakter van de melkveehouderij vindt het kabinet ook belangrijk. Maar nergens deelt het kabinet het breedgedragen advies van de Commissie Grondgebondenheid. De kern van dit advies (bevordering gebruik eiwit van eigen land) is niet als zodanig in het akkoord opgenomen. Het kabinet doet het advies af als een onderlinge afspraak tussen sectorpartijen, daarbij vergetend dat het advies ook buiten de sector breed wordt ondersteund. Ook gaat het kabinet voorbij aan de keuze die alle partijen aan de landbouwtafel eensgezind maakten voor de veenweidegebieden. Met een gebiedsgerichte aanpak zou per veenweidegebied moeten worden onderzocht welke maatregel het beste past. Het kabinet gaat ook voor een regionale aanpak maar bekijkt niet welke maatregel in een bepaald gebied het meeste effect oplevert. Blijkbaar is de ambitie om wereldwijd de eerste zijn die komt met een klimaatgerichte aanpak voor veenbodems belangrijker. René van Buitenen Hoofdredacteur
ZuivelZicht juli 2019
11_Zijlijn_01R.indd 5
5
01-07-19 11:02
VISIE
Komst meerdere melkstromen maakt vergelijking steeds lastiger
LTO op zoek naar meer internationale transparantie LTO publiceerde afgelopen maand het jaarlijkse overzicht van de internationale melkprijzen. De komst van meerdere melkstromen maakt een vergelijking tussen de diverse prijzen steeds lastiger. Daarom wil LTO het inzicht in de melkstromen verbeteren. Tekst: René van Buitenen
De gemiddelde melkprijs in Europa is het afgelopen jaar licht gedaald. Berekeningen die ZuivelNL uitvoert in opdracht van LTO Nederland, laten zien dat Europese melkveehouders in 2018 € 1,19 per 100 kg melk minder uitbetaald kregen. Dat is een daling van 3,4 procent in vergelijking met het voorgaande jaar. Met een melkprijs van € 34,23 per 100 kg (bij 4,2 procent vet en 3,4 procent eiwit) was 2018 in de ogen van Willem Koops, werkzaam bij ZuivelNL en samensteller van de melkprijsvergelijking, een gemiddeld jaar. Na een periode van sterke prijsschommelingen lijkt de Europese melkprijs in wat rustiger vaarwater beland. Want na twee opeenvolgende jaren van hoge pieken (2013 en 2014) noteerde Koops aansluitend twee jaren van scherpe prijsdalingen. In 2017 stabiliseerde de melkprijs en ook de melkprijs van 2018 ligt ongeveer midden in de bandbreedte van de laatste jaren. Vermoedelijk zal dat ook dit jaar het geval zijn. Koops: “De melkprijzen lopen op dit moment redelijk gelijk aan die van 2017. Mijn inschatting is dat we ergens tussen het prijsniveau van 2017 en 2018 zullen uitkomen.”
Top klassement De Nederlandse zuivelbedrijven die in de vergelijking zijn opgenomen (Royal FrieslandCampina en Royal A-ware)
6
22_Artikel_07L.indd 6
Melkaanvoer bij de fabriek van FrieslandCampina in Lochem. De verschillende melkstromen die zuivelbedrijven verwerken maken een vergelijk van de melkprijzen lastig. (Foto: NZO)
ZuivelZicht juli 2019
01-07-19 11:03
V I SI E
Nieuw onderzoek vielen het afgelopen jaar enigszins uit de toon, doordat de nabetaling lager uitviel. De melkprijs daalde in 2018 bij deze ondernemingen sterker dan bij de meeste andere bedrijven uit de ranglijst, met een daling van respectievelijk 6,5 en 7,4 procent. Toch staan beide bedrijven in de top van het klassement met een derde plek voor FrieslandCampina en een vijfde positie voor A-ware. Dat zegt alles over het absolute prijsniveau dat de Nederlandse zuivelindustrie betaalt aan de melkveehouder. Want Nederlandse zuivelbedrijven zien we steevast terug in de bovenste regionen van de zeventien plekken tellende rangljjst. Daar is een duidelijke verklaring voor, meent Koops. “We hebben in Nederland een hele efficiënte melkproductie. Er is geen land dat op zo’n klein oppervlakte zoveel melk produceert. Ook het ophalen en verwerken van de melk gebeurt heel efficiënt. Daarnaast is de Nederlandse zuivelindustrie al meer dan honderd jaar zeer sterk gericht op de markt en heeft zij in al die jaren veel aandacht geschonken aan de kwaliteit van melk en zuivelproducten. Daar plukken de melkveehouders nu de vruchten van.” Ook het Deense concern Arla Foods staat meestal in de bovenste helft van de ranglijst. De leden van aan dit coöperatieve concern incasseerden een beperkte daling van de melkprijs. Arla keerde vorig jaar namelijk de hele winst van het concern uit aan de leden en reserveerde niets. Dat ter compensatie van de schade die de boeren hadden geleden onder de droogste vorig jaar zomer.
Franse wetgeving Franse zuivelondernemingen zitten vrijwel altijd in de middenmoot van de prijsvergelijking. Als een van de weinige bedrijven lieten zij het afgelopen jaar een kleine stijging van de melkprijs zien. “De Franse melkprijzen bewegen zich anticyclisch”, weet Koops. “De Franse zuivelsector werkt met contracten en prijsindexaties, waardoor de prijzen iets
achterlopen bij de internationale marktontwikkelingen. Daardoor laten ze wel een stabielere ontwikkeling zien.” “De Franse wet Egalim verplicht zuivelondernemingen sinds kort een melkprijs uit te betalen die rekening houdt met de kostprijs van melkveehouders. Daarnaast moeten winkelprijzen minimaal 10 procent hoger zijn dan de aankoopprijzen.” Koops verwacht dat dit zal leiden tot meer transparantie in de Franse zuivelketen.
De komst van meer melkstromen maakt het volgens Meulenbroeks nog lastiger om een goede indicatie te geven. Hij kondigt een nieuw jaarlijks uit te voeren onderzoek aan naar de diverse melkstromen van de zuivelondernemingen, de eisen die zij daaraan stellen en de toeslagen die er voor worden betaald. De opdracht voor het onderzoek zal vermoedelijk aan ZuivelNL worden verstrekt. “Het gaat ons er om een transparant overzicht te geven, zonder een waardeoordeel te geven over de melkstromen. De melkveehouderij heeft er behoefte aan.”
Meerdere melkstromen
Voordelen
Transparantie is de reden waarom LTO Nederland in 1999 het initiatief nam voor een vergelijk van de melkprijzen die de toonaangevende Europese zuivelbedrijven uitkeren. De ranglijst wil het antwoord geven op de vraag wat een melkveehouder zou hebben ontvangen als hij zijn melk aan andere afnemer had verkocht. Door het ontstaan van meerdere melkstromen wordt het steeds moeilijker een duidelijk antwoord op die vraag te geven, is de ervaring. Zo heeft ZuivelNL Royal A-ware sinds begin dit jaar uit de vergelijking gelaten. De onderneming kent naast biologisch vier verschillende melkstromen met vier verschillende melkprijzen. “De keuze voor een van deze melkstromen betekent impliciet dat de melkprijs betrekking heeft op een kleiner volume en daarmee minder waarde heeft voor de internationale melkprijsvergelijking”, motiveert ZuivelNL. Waarschijnlijk neemt zij in het vervolg de melkprijs van Vreugdenhil Dairy Foods op in de vergelijking. Het is verleidelijk om op basis van de internationale melkprijsvergelijking een uitspraak te doen over de inkomens van de melkveehouders, vinden Wil Meulenbroeks en Jos Verstraten, voorzitter en bestuurslid van de LTO-vakgroep Melkveehouderij. “Om een goed beeld te krijgen van de inkomenspositie zou je ook de gemiddelde kostprijs moeten berekenen. Anders is het moeilijk om er iets over te zeggen”, meent Verstraten.
Meulenbroeks ziet een aantal voordelen in de toenemende diversiteit van melkstromen. Het leidt er volgens hem toe dat er voor elke melkveehouder een passend verdienmodel is. Ook denkt hij dat een melkstroom een eigen identiteit geeft. “Dat is belangrijk voor de consument. Melk wordt uit de anonimiteit gehaald.” De verschillende melkstromen stellen daarnaast melkveehouders in de gelegenheid op hun eigen wijze een bijdrage te leveren aan de verduurzaming van sector, vindt de LTOvoorman. Hij pleit er voor dat de sector gezamenlijke duurzaamheidsdoelen vaststelt, maar dat de individuele melkveehouder de keuze maakt op welke manier hij daar een bijdrage aan wil leveren.
Nieuwe standaard Nadelen van de toenemende verscheidenheid ziet Meulenbroeks ook. De kosten in de keten nemen toe. Er is onzekerheid of de meerprijs van de melkstroom wel ten goede komt aan de melkveehouder die meer kosten moet maken. Bovendien vreest Meulenbroeks dat de extra eisen die aan aparte melkstromen worden gesteld ooit de nieuwe standaard worden. “Daar moeten we voor waken. Want dan hebben we een probleem. Dan zitten we met elkaar in een ratrace en komt onze internationale concurrentiepositie onder druk te staan.”
ZuivelZicht juli 2019
22_Artikel_07L.indd 7
7
01-07-19 11:03
VISIE
‘Wij zijn wellicht wat onder de radar gebleven’
Belgische zuivel maakt forse groeispurt en verduurzaamt De Belgische zuivelindustrie heeft na afschaffing van de melkquotering een flinke groeispurt gemaakt. Tegelijkertijd is de productie van melk en zuivelproducten duurzamer geworden, meent brancheorganisatie BCZ. Tekst: René van Buitenen
De Belgische zuivelindustrie heeft haar positie op de Europese zuivelsector het afgelopen jaar versterkt. Tot die conclusie komt Renaat Debergh, bestuurder van de Belgische Confederatie van de Zuivelindustrie (BCZ). Tijdens de jaarvergadering van de brancheorganisatie vorige maand stond hij stil bij enkele opvallende cijfers van de Belgische zuivelondernemingen. Zo nam de melkproductie in België het
Catherine Pycke, voorzitter van de BCZ.
8
22_Artikel_09L.indd 8
afgelopen jaar opnieuw flink toe. De veehouders leverden 3,9 procent meer melk af. Dat is iets meer dan de gemiddelde jaarlijkse groei die de Belgische veehouders de afgelopen tien jaar vrijwel onafgebroken lieten zien.
Mijlpaal Sinds 2008 toen de afbouw van de EU-zuivelbeleid inzette en de markt geleidelijk liberaliseerde, hebben de zuivelondernemingen 32 procent meer melk ontvangen van hun veehouders. Een nieuwe mijlpaal ligt in het verschiet. Want naar verwachting zal in België dit jaar de grens van 4 miljard liter melk ruimschoots overschreden worden. Ook in de eerste vier maanden van dit jaar leverden de veehouders weer meer melk aan. De BCZ noteert al een plus van 1,9 procent in vergelijking met de eerste vier maanden van 2018. “Er zit blijkbaar nog ruimte bij de melkveehouders”, constateert Debergh. “Al verwacht ik niet dat de veehouders de productiegroei in dit tempo kunnen volhouden.” Het aantal melkveehouders neemt ondertussen jaar na jaar af. Eind 2018 telde België 6.995 melkveehouders. Dat was 3 procent minder dan in 2017, toen ook al 3 procent van de veehouders het voor gezien hield. Tussen 2015 en 2016 was de daling veel groter: 6 procent. Dat kwam volgens Debergh door de lage melkprijzen in 2015 en 2017. Het is wellicht wat onder de radar gebleven, maar de aanhoudende
productiegroei laat zien dat België zich met andere zuivellanden kan meten, stelt Debergh. Hij voegt eraan toe dat het voor de industrie wel een uitdaging blijft om alle melk goed tot waarde te brengen. Een productie zoals bijvoorbeeld Nederland die kent, ligt volgens hem nog ver weg. “De melkproductie hoeft van ons niet per se op dergelijke niveaus te komen. Belangrijker is dat we duurzamer produceren.”
Duurzaamheid De Belgische zuivelindustrie kent sinds enkele jaren een duurzaamheidsmonitoring. Die loopt dwars door de keten: van het melkveebedrijf tot de melkverwerking in de fabriek. Op basis van de monitoring constateert de BCZ dat inmiddels 30 procent van de veehouders zelf groene stroom produceert, via zonnepanelen of met behulp van mestvergisters. Dat was in 2015 nog 25 procent. Meer dan de helft van de veehouders (56 procent) voert bijproducten uit de voedingsmiddelenindustrie aan het vee. “Zij dragen op die manier bij aan de circulaire landbouw”, stelt Catherine Pycke, voorzitter van de BCZ. Wat betreft het hergebruik van water ziet Pycke nog ruimte voor verbetering. Op niet meer dan 14 procent van de melkveebedrijven wordt water hergebruikt. Daarentegen heeft de zuivelindustrie de afgelopen tien jaar een
ZuivelZicht juli 2019
01-07-19 11:04
V I SI E
vermindering van het waterverbruik per liter verwerkte melk gerealiseerd van 3 0 procent. De uitstoot van CO2 verminderde met 37 procent. Tussen 2011 en 2018 is de Belgische zuivelindustrie er in geslaagd het ophalen van de melk efficiënter te maken. Het brandstofverbruik per 1.000 liter melk nam in die periode met 14 procent af. Er rijden inmiddels 8 procent minder RMO-wagens door België, terwijl er 24 procent meer melk wordt opgehaald. Eind dit jaar rondt de Belgische zuivelindustrie de tweede periode van de duurzaamheidsmonitoring op de melkveebedrijven af. Dan zijn alle melkveebedrijven tweemaal onderzocht. Om de verduurzaming van de melkveehouderij te kunnen volgen, wil BCZ een belangrijk deel van de benodigde informatie halen uit bestaande databanken in plaats van de gegevens via een audit op te vragen. “Dat is sneller en meer betrouwbaar”, meent Pycke. “In 2014 hebben wij als eerste sector en keten in de landbouw de moed gehad om van start te gaan met een duurzaamheidsmonitoring. Vijf jaar later worden de inspanningen door diverse stakeholders gewaardeerd en starten andere sectoren een gelijkwaardig initiatief op.”
De melkveehouderij in België is na het einde van de quotering flink gegroeid, waardoor er meer melk werd aangevoerd. (Foto: Boerenbond)
Brexit Pycke en Debergh staken tijdens de jaarvergadering hun mening over de brexit niet onder stoelen of banken. “De politieke brexitsaga die we tot nu toe zagen, is bedroevend en beschamend. Geen enkele burger in noch het Verenigd Koninkrijk noch de Europese Unie verdient het om met de pijnlijke economische gevolgen van een besluiteloze politieke klasse geconfronteerd te worden.” Het Verenigd Koninkrijk is voor de
Belgische zuivelindustrie de vierde afzetmarkt, na Nederland, Frankrijk en Duitsland. In 2018 exporteerde België voor € 321 miljoen aan zuivelproducten naar het Verenigd Koninkrijk. Het betreft vooral kaas, zuiveldranken, melkpoeder, yoghurt en consumptie-ijs. “Wij zullen zeker de gevolgen ondervinden van een no deal-brexit”, weet Debergh. Maar dat geldt volgens hem zeer zeker ook voor andere landen in de Europese Unie. Hij roept de gevolgen van de handelsboycot die Rusland in 2014 afkondigde, in herinnering. “Wat kaas betreft is de uitvoer vanuit de Europese Unie naar het Verenigd Koninkrijk twee keer zo groot als het volume dat de EU destijds naar de Rusland uitvoerde.” “Het is duidelijk dat alleen al de administratieve en logistieke problemen een negatieve invloed op de handel zullen hebben. De ruziënde partijen schieten zichzelf in de voet, maar het leidt ook tot vertraging van de economische groei.”
Gemiddelde melkprijs De Belgische melkveehouders ontvingen het afgelopen jaar een gemiddelde melkprijs van € 34,27 per honderd liter. Dat is een daling van € 2,50 vergeleken met 2017. Toch is de melkprijs volgens Debergh in lijn met het langjarig gemiddelde. Dat ligt op circa € 33.
ZuivelZicht juli 2019
22_Artikel_09L.indd 9
9
01-07-19 11:04
VISIE
Melkveehouder Marten Dijkstra: “Ik ben blij met de groei van het aantal grutto’s op ons bedrijf.” (Foto: Jan Buwalda)
De waarde van weidevogels 2019 lijkt de boeken in te gaan als een jaar waarin het met de grutto in Nederland een beetje beter ging. Is het de voorbode van lang gehoopt herstel van de weidevogelstand? Of een incident in de structurele daling van de aantallen? De waarde van weidevogels krijgt meer aandacht. Hoe kunnen melkveehouders en zuivelindustrie dat omzetten in meer biodiversiteit en een betere beloning? Tekst: Jeen Akkerman
10
33_Artikel_07L.indd 10
ZuivelZicht juli 2019
01-07-19 11:05
V I SI E
Marten Dijkstra wijst naar twee luid krijsende grutto’s als we achter zijn boerderij in het Friese Oldeboorn het land inlopen. De jonge melkveehouder (37) heeft zijn bedrijf grotendeels ingericht op weidevogelbeheer. We passeren eerst een pas gemaaid perceel, daarna een stuk land dat deels gemaaid is, maar ook stroken lang gras bevat. Daarachter ligt een perceel waar het gras tot nu toe alleen maar gegroeid en gebloeid heeft: een gewas volop in de aar en met de nodige kruiden erin. Het gruttopaar verdedigt zijn kuikens tegen de indringers. Fel en met bewonderenswaardige onverschrokkenheid, een oerkracht in de natuur die elke keer weer indruk maakt. Dijkstra knikt en vertelt dat de nu door hun ouders beschermde kuikens dit jaar de laatste zijn die op zijn land opgroeien. Het gruttoseizoen is voorbij. Dit voorjaar is op het land van Marten Dijkstra een recordaantal grutto’s uit het ei gekropen. En, nog belangrijker, meer dan in andere jaren hebben deze ‘pullen’ voldoende voedsel (vooral insecten) gevonden om te overleven. “Ik ben blij met deze groei van het aantal grutto’s op ons bedrijf. De andere soorten zoals de kievit, de tureluur en de scholekster groeien op ons bedrijf ook, tegen de landelijke trend in van stabilisatie of achteruitgang”, aldus Dijkstra. Ook uit andere delen van Nederland komen berichten over relatief veel grutto’s dit seizoen. Of dat echt zo is, laat Gerrit Gerritsen voorlopig in het midden. “Ik hoop het natuurlijk van harte. Maar laten we de officiële tellingen afwachten, die dit najaar verschijnen”, aldus de man die senior weidevogels is bij Vogelbescherming Nederland. Uit die tellingen blijkt in de afgelopen jaren een structurele daling van vrijwel alle weidevogels. Dat lijkt merkwaardig, want de aandacht voor weidevogels neemt juist toe. Biodiversi-
teit staat in bijna alle plannen van landbouworganisaties en zuivelondernemingen.
Stijgende interesse Dat bevestigt Wico Dieleman, specialist agrarisch natuurbeheer bij de ZLTO. Hij ziet een stijgende interesse in weidevogelbeheer onder agrariërs. “De geïnteresseerden voelen zich verantwoordelijk voor hun bedrijf en de sector en hebben er plezier in om weidevogels weer terug te brengen.” De vergoeding die boeren krijgen voor de aanpak van weidevogels is hierbij een noodzakelijke voorwaarde, aldus Dieleman. “Het gaat om de combinatie van maatregelen op het eigen bedrijf zoals plasdras, kruidenrijk grasland, verlate maaidata, grondwaterstand en openheid van het gebied. Maar zeker ook over samenwerking op gebiedsniveau. Specifieke aandacht is nodig rond predatie.” Er zijn volgens Dieleman kansen, omdat de kennis groeit over het terugbrengen van weidevogels in het landschap. Technologische ontwikkelingen kunnen het gemakkelijker maken, bijvoorbeeld drones die met gps de positie van de nesten direct doorgeven naar de boardcomputer van de loonwerker.
Van onze kaasplanken kun je eten )GEGTVKƂ EGGTF XQGFUGNXGKNKI
9Ď RTQFWEGTGP CN LCCT kaasplanken van formaat WKV JGV DGUVG 0QQTF 'WTQRGUG XWTGP
Beloning Ook Ben Haarman, portefeuillehouder Natuur- en landschapsontwikkeling bij LTO Nederland, benadrukt het belang van biodiversiteit. “Sinds vorig jaar werken we samen met andere partijen aan herstel van biodiversiteit, binnen het Deltaplan Biodiversiteitsherstel. Als je een goede bodem hebt met meer insecten in het (kruiden)gras, heb je vanzelf meer weidevogels.” Ook zuivelondernemingen stimuleren biodiversiteit en werken aan beloningssystemen waardoor melkveehouders een toeslag kunnen ontvangen op de melkprijs. Deze extra beloning is volgens
2TKOG 3WCNKV[ %JGGUG $QCTF 2CPGNU
LAMICO B.V. Papierbaan 16-22 9672 BH Winschoten Tel: +31 (0) 597 - 47 17 40 info@lamico.nl
www.lamico.nl
33_Artikel_07L.indd 11
01-07-19 11:05
VISIE
Haarman nodig, omdat de boer de kosten van deze maatschappelijke opgave niet alleen kan dragen. Gerritsen waardeert de groeiende aandacht voor weidevogels, maar is ook kritisch. “Je ziet dat meer individuele boeren de keuze maken om echt wat te doen aan de weidevogelstand op hun bedrijf. Maar zij opereren in steeds
Meerwaarde uit de markt Veel melkveehouders willen liever een meerprijs voor hun melk als ze zorgen voor meer weidevogels, dan dat ze subsidie krijgen voor beperkingen. Dat inzicht bracht Vogelbescherming Nederland ertoe om goede initiatieven met hun logo te ondersteunen. Zo kwamen samenwerkingen tot stand met CZ Rouveen (Ekoplaza-kaas en Rijke weide-kaas), Weideweelde, Weerribben Zuivel en recent bij het Beter Leven Keurmerk. Vogelbescherming verstrekt het logo als boeren op minimaal 20 procent van hun bedrijf vogelvriendelijk boeren. De prijs van deze zuivel is hoger voor de consument, de melkveehouders ontvangen een plus op de melk. “Wij maken als Vogelbescherming voor deze natuurvriendelijke zuivel reclame bij onze 142.000 leden. Zo kunnen we elkaar en de weidevogels helpen”, aldus Gerrit Gerritsen. Een van de deelnemende zuivelondernemingen is Weerribben Zuivel. Dat verwerkt de melk van 25 melkveehouders en van het melkveebedrijf van eigenaar Klaas de Lange. De leverende bedrijven, allemaal biologisch, passen verschillende maatregelen toe, afhankelijk van de ligging en bedrijfssituatie. De Lange is positief over de aanpak en de communicatie met de markt. “Samen met Vogelbescherming Nederland zorgen wij met onze boeren voor bloemrijke weides vol vlinders en bijen, waarin niet alleen de koeien heerlijk kunnen grazen maar ook de kenmerkende Nederlandse boerenlandvogels en hun kuikens goed gedijen. We communiceren dit op onze verpakkingen met een beeldmerk en laatst hebben we zakjes biologisch bloemenzaad gratis aan onze consumenten uitgedeeld. Op die manier kunnen mensen zich ook zelf actief inzetten voor biodiversiteit. Je verhaal goed vertellen en mensen betrekken bij wat je doet is belangrijker dan een keurmerk.”
12
33_Artikel_07L.indd 12
minder, relatief kleine gebieden waar nog een weidevogelstand van enige omvang is. In verreweg het grootste deel van de weilanden in Nederland komen bijna geen weidevogels meer voor. De slotsom is dat de daling, althans tot en met vandaag, doorgaat.”
Op gevoel Terug naar Marten Dijkstra. Hij nam in 2016 samen met zijn vrouw Linda het ouderlijk bedrijf over. Het was een symbolische datum, want in dat jaar startte het bedrijf ook officieel met het leveren van biologische melk. “We kregen in augustus van dat jaar 21 cent per liter, de maand erna kregen we de biologische prijs van toen 52 cent per liter”, herinnert Dijkstra zich. Die hogere opbrengst was meer dan welkom, want in de bedrijfsvoering houdt hij zich aan de spelregels voor biologische landbouw en hij neemt diverse maatregelen om de weidevogels te beschermen. Dijkstra boert “op gevoel”, zoals hij zelf zegt. Dat gevoel zegt hem dat de maatschappij van boeren verwacht dat ze meer rekening houden met de natuur. “Ik probeer met de natuur mee te boeren. Dat wordt gewaardeerd en ik vind het zelf ook interessanter.” Voor Dijkstra een enorme ommezwaai. “Alles dood, behalve het Engels raai”, was lange tijd het adagium. Nu probeert hij zoveel mogelijk verschillende soorten grassen en kruiden in zijn land te krijgen. En, nog belangrijker, hij zorgt voor veel afwisseling, het zogenoemde mozaiekbeheer. “Je moet zorgen voor verschillende situaties op je land, zodat de vogels voldoende te eten hebben, kunnen nestelen en kunnen schuilen als ze daar behoefte aan hebben.” Van de 53 ha grasland, waarop Dijkstra zestig koeien houdt, is ongeveer 20 ha officieel aangemerkt als land met weidevogelbeheer. Daar past hij de diverse maatregelen toe waarvoor een
vergoeding beschikbaar is. Het gaat om grasland met rustperiode (maaidatum niet voor 15 juni), plasdras (waarbij land gedeeltelijk onder water wordt gezet), legselbeheer (om zoveel mogelijk nesten en eieren te sparen), kruidenrijk en botanisch waardevol grasland, extensieve beweiding en duurzaam slootbeheer. De melkveehouder ontvangt hiervoor een vergoeding op basis van Brussels subsidiegeld dat wordt beheerd door zogenoemde collectieven van samenwerkende boeren. De NVWA controleert of de beheersmaatregelen correct worden uitgevoerd. De aanpak van Dijkstra is succesvol. Het bruto territoriaal succes (BTS) steeg in de periode 2010-2019 van 30 naar 90 procent en het aantal nesten van vijftien naar 55. “En we hebben dit jaar zes paartjes broedende watersnippen”, aldus een enthousiaste Dijkstra. Op de vraag waarom dit op zijn bedrijf mogelijk is, antwoordt hij: “Wij hebben een relatief grote, afgeschreven stal. Daarom hoeven we niet te investeren in nieuwe gebouwen. Ik heb daardoor de ruimte om op mijn eigen manier te boeren: zoveel mogelijk zelfvoorzienend zijn en waarde toe te voegen op het erf. Een aantal collega-melkveehouders wil ook wel meer deze kant op, maar vaak is daarvoor niet de ruimte omdat er veel is geïnvesteerd, bijvoorbeeld in grond of productierechten.” Om bedrijven – ook het zijne – echt mogelijkheden te bieden voor een bedrijfsvoering die meer rekening houdt met de natuur, is verlaging van de financieringslast voor met name grond een voorwaarde, stelt Dijkstra. Een andere optie is het vertalen van de maatschappelijke waarde die weidevogels hebben in een meerprijs voor de melk, boven op de premie voor biologisch. De melkveehouder broedt op plannen hiervoor.
ZuivelZicht juli 2019
01-07-19 11:05
B E D R I JF
Kaasmaker gaat fabriek bouwen op Agriport A7
Klaverkaas maakt stormachtige groei door De gemeente Hollands Kroon heeft een vergunning aan Klaverkaas afgegeven voor de bouw van een nieuwe fabriek op Agriport A7 in Middenmeer. De kaasmaker in Winkel maakte de afgelopen jaren een stormachtige groei door. Tekst: Ria Besseling
Kaasproducent Klaverkaas kampt op bedrijventerrein Winkelerzand met ruimtetekort. De oplossing komt van de nieuwe kaasmakerij die naar verwachting volgend jaar operationeel zal zijn. Deze nieuwe kaasmakerij, een investering van ongeveer â‚Ź 20 miljoen, verrijst op Agriport A7, een grootschalig glastuinbouwgebied tussen Hoorn en de Afsluitdijk. In het nieuwe pand komt een vierde kaaslijn, uitgerust met twee wrongelbereiders van 6.000 liter. Hier wordt straks het assortiment generieke kazen geproduceerd, terwijl het productieproces van speciaalkazen in Winkel geconcentreerd blijft. De kaasmaker, die focust op een aanhoudende groei van jaarlijks 7 Ă 8 procent, verwacht in de nieuwe fabriek in de toekomst ruim 40 miljoen liter melk te verwerken. Het bedrijf is gecertificeerd voor FSSC 22000 en Skal en mag biologische melk in alle producten verwerken. De melk kan tevens in een apart proces tot een volledig biologische kaas worden verwerkt.
Kruiden- en geitenkaas Klaverkaas in Winkel verwerkte vorig jaar ongeveer 20 miljoen liter melk tot onder meer speciaalkazen zoals kruidenkaas en geitenkazen. Het bedrijf, dat sinds 2001 in de huidige kaasmakerij op het industrieterrein in Winkel produceert, werd in de afgelopen jaren diverse keren uitgebreid met kaaslijnen en opslag om tegemoet te komen aan de groeiende vraag. Zo kwam er in 2005 al
Klaverkaas kreeg in de afgelopen jaren te maken met diverse uitbreidingen in productie en opslag. (Foto: Klaverkaas)
een nieuwe productielijn bij en ging er zeven jaar geleden een derde lijn voor kaasspecialiteiten in bedrijf. De toename komt volgens de onderneming door de flexibele indeling van de kaasfabriek zodat er snel met lijnen, soorten en gewichten kaas kan worden gewisseld. Tegenwoordig is het ruimtetekort op bedrijventerrein Winkelerzand structureel. Met name de stijgende vraag naar biologische geiten- en schapenkaas vergt meer productie- en opslagcapaciteit. Klaverkaas maakt een breed assortiment blanke Noord-Hollandse kazen van de koe en kruidenkazen van geiten- en schapenmelk in uiteenlopende smaakvarianten. Met name het segment biologisch en geiten- en schapenkaas groeit. Ook kaas onder private label maakt deel
uit van de productie. Landelijke retailformules zoals Jumbo worden door DupontCheese beleverd. De kaas van Klaver gaat verder naar foodspeciaalzaken en naar de drie kaaswinkels onder eigen naam in Alkmaar, Beverwijk en Nieuwe Niedorp.
Uit eigen keten De kazen worden geproduceerd uit een eigen keten. De melk voor de verwerking tot kaas komt deels van de vierhonderd koeien op de eigen boerderij in Winkel. Ook de melk voor de biologische geitenkazen is afkomstig van de eigen boerderij in Oude Niedorp waar ruim 2.100 geiten worden gehouden. Om melk van een constante kwaliteit te verwerken krijgen de dieren veevoer van eigen land.
ZuivelZicht juli 2019
11_Artikel_02R.indd 13
13
01-07-19 11:06
B E D R I JF
Brabantse MRIJ-koeien wennen aan water en melkrobot
Rotterdam vergaapt zich aan de Floating Farm Hij ligt er, de Floating Farm. Een novum in de haven van Rotterdam. In mei kwamen de MRIJ-koeien. En inmiddels ook de bezoekers. Ze verbazen zich over het nieuwe voedselproductiesysteem in het hart van hun stad. Tekst: Bert Westenbrink
Twee gehelmde snorfietsers rijden over de Marconistraat – man en vrouw. Links van hen ligt de Merwehaven, de fruithaven van Rotterdam. Het is een dag zoals elke dag. Totdat de man inhoudt en tegen de vrouw zegt: ”Kijk nou eens, koeien.” Het tweetal stopt en kijkt met verbazing naar de drijvende stal aan de kade. “Nou ja zeg”, zegt de vrouw. “Koeien!” De Floating Farm in de Merwehaven van Rotterdam is een bezienswaardigheid geworden. In de citymarketing van de stad wordt ze al aangeprezen als speciale attractie. Rondvaartboten hebben de drijvende boerderij opgenomen in de route, media uit de hele wereld melden zich om te berichten over het novum van drijvende voedselproductie in het hart van een grote stad. En gewone Rotterdammers vergapen zich aan de 32 MRIJ-koeien in de haven. Ze zijn in mei gekomen, afkomstig van een bedrijf in Brabant. De melkveehouder, die bij gebrek aan opvolging zijn bedrijf beëindigt, nam eerst een kijkje in de drijvende stal. Afstand doen is al een hele stap, maar je koeien toevertrouwen aan een bedrijf op water, dat vraagt om inspectie ter plaatse – de dieren moeten het wel goed hebben. De koeien, waarvan het aantal nog toeneemt tot veertig, staan op de bovenste van drie etages. Ze worden gemolken door een robot van Lely.
14
22_Artikel_11L.indd 14
Bedrijfsleider Albert Boersen op het nieuwe drijvende voedselproductiesysteem in de haven van Rotterdam. (Foto: Bert Westenbrink)
ZuivelZicht juli 2019
01-07-19 11:06
B E D R I JF
Bedrijfsleider Albert Boersen wil nog niets vertellen over de melkproductie. Die koeien staan nog maar een paar weken in hun nieuwe omgeving, zegt hij. “Dan gaat de productie sowieso al omlaag.” Daar komt bij dat ze moeten wennen aan de melkrobot en aan een stal die onderhevig is aan eb en vloed met een hoogteverschil van 2 meter, en bij extreem weer in beweging is. De Floating Farm is zelfvoorzienend. De energie wordt geleverd door een drijvend zonnepark in de vorm van een melkfles. De zonnepanelen, ook een innovatief project, liggen naast de Floating Farm. Het regenwater wordt opgevangen op het dak en daarna gezuiverd. De mest wordt gescheiden, waarvan de dikke fractie wordt gedroogd en hergebruikt als strooisel voor de ligplaatsen van de koeien. Uit de dunne fractie worden mineralen gehaald die worden afgevoerd voor bemesting van tuinen en parken in de stad.
Voer uit de stad Het aanvankelijke idee om met ledverlichting in de onderste etage van de Floating Farm zelf gras te produceren, is na een testperiode vrij snel losgelaten, vertelt Minke van Wingerden van het project. Nu krijgen de koeien een rantsoen van bierbostel, zemelen, aardappelschraapsel en gras van sportvelden en golfbanen. Dit wordt aangevuld met hooi van percelen in Midden-Delfland die Floating Farm huurt van Natuurmonumenten. De zwarte balen staan opgesteld aan de rand van het weideperceel van een kwart hectare, waar de koeien over enige van tijd vrij kunnen lopen. Al het voer komt uit de stad. Bierbostel wordt geleverd door een brouwerij, het aardappelschraapsel komt van een chipsfabrikant en de zemelen van een molen. Zo verwerken de koeien reststromen uit de stad tot gezonde zuivel, een eyeopener voor veel Rotterdammers. “Een WUR-student heeft uitgerekend dat er wel 1.500 koeien kunnen worden gevoed met de
reststromen uit de stad”, vertelt Van Wingerden. Ook gras uit de Kuip, de voetbaltempel van Feyenoord, wordt gevoerd aan de koeien in de Merwehaven. Van Wingerden: “Toen we onze eerste flessen melk verkochten, kwamen hier een paar Feyenoord-supporters om eens ‘effe te kijken waar hun gras bleef’. Dat is mooi, hè. Dan weet je waar je het voor doet.”
Educatie Want het concept van de Floating Farm richt zich ook op bewustwording en educatie. Het is nadrukkelijk de bedoeling de stedelingen weer inzicht te geven in de voedselproductie. Dat is de reden dat de Floating Farm transparant is en ook toegankelijk wordt voor het publiek dat rond kan kijken en op de eerste etage zuivel kan kopen die op het bedrijf wordt geproduceerd van de melk van de MRIJ-koeien. Dat is vooralsnog rauwe en gepasteuriseerde melk en yoghurt, die ook in de filialen van supermarkt Lidl verkocht zullen gaan worden.
Ook gras uit de Kuip dient als voer voor de koeien in de Merwehaven De verkoop op de Floating Farm is inmiddels begonnen. En de eerste open dagen zijn geweest. Het waren leerzame momenten, vertelt Van Wingerden. Met veel volk in huis komen kinderziektes aan het licht, zoals de routeaanduiding en de panelen met informatie, die een professionele make-over moeten krijgen.
Extreme reacties En wat ook bleek: een stad die kennismaakt met een drijvende boerderij is divers en extreem in zijn reacties en commentaar. Naast verbazing, verwondering en enthousiasme is er ook kritiek. De Floating Farm krijgt – ondanks zijn innovatieve en duurzame, circulaire concept – ook verklaarde tegenstanders
‘s-Hertogenbosch en Singapore Het floating foodsysteem in de haven van Rotterdam trekt ook belangstelling van andere steden. Zo verricht de gemeente ‘s-Hertogenbosch, aldus de Floating Farm, een haalbaarheidsstudie om het concept in de Brabantse hoofdstad te introduceren. Aan de andere kant van de wereld is er in Singapore belangstelling. De waterrijke stadstaat in Zuidoost-Azië wil de eigen voedselproductie omhoog brengen, vertelt Minke van Wingerden. “Dat is nu nog 5 procent.” Een duurzaam voedselproductiesysteem op water dat meteen een antwoord is op de stijgende zeespiegel, lijkt het ideale concept voor de miljoenenstad. De initiatiefnemers van de Floating Farm kunnen in de gesprekken met de bestuurders van de Aziatische stad de stal in Rotterdam nu aanvoeren als het drijvende bewijs.
van koeien op stal aan de kade. Ze uiten hun afkeer. “Ik ben al uitgemaakt voor dierenbeul”, vertelt Boersen. “Maar die mensen blijven meestal buiten het hek.” En daarmee verdiepen ze zich niet in het concept dat een bijdrage levert aan de circulaire stad en door zijn nieuwe invulling van de voedselproductie – dagvers produceren ín de stad met reststromen úít de stad – een antwoord is op veel maatschappelijke trends als groeiende wereldbevolking, uitdijende steden en milieuvervuilend transport naar en in de stad, zo langzamerhand een logistieke nachtmerrie. De grote belangstelling voor de Floating Farm is een bewijs van de verbinding met de stad, zegt Van Wingerden. Een ontwikkeling die zal worden versterkt als het gebied rond de Merwehaven langzaam verandert in een woon-werkgebied. Die transitie krijgt de komende tien tot vijftien jaar haar beslag. En in die tijd zal de voedselproductie in de Merwehaven worden verbreed, want er liggen plannen voor een drijvende kippenboerderij en een drijvende kas voor de verticale teelt van groenten en kruiden.
ZuivelZicht juli 2019
22_Artikel_11L.indd 15
15
01-07-19 11:06
B E D R I JF
Tine slaagde er in de productiekosten vorig jaar te verlagen. De eerste vier maanden van dit jaar liepen de productiekosten weer op, doordat de melkproductie opliep. (Foto’s: Tine)
Noren ondervinden gevolgen vrije handel
Tine wapent zich tegen verwachte stroom importkaas Vanaf volgend jaar mag er meer buitenlandse kaas op de Noorse markt verschijnen. Tegelijkertijd raakt de Noorse zuivelindustrie de exportsubsidies kwijt. Zuivelconcern Tine neemt maatregelen. Tekst: Hermann-Josef Martin
De Noorse zuivelonderneming Tine staat dit jaar voor een grote uitdaging. De nummer twee van de Scandinavische zuivelmarkt zal zich moeten voorbereiden op de import van een toenemend volume kaas van buitenlandse concurrenten. De Wereldhandelsorganisatie eist dat de Noorse overheid vanaf midden 2020 meer kaas uit de lidstaten van de Europese Unie binnenlaat. Tegelijkertijd moet zij de subsidies op de export van Noorse kaas afschaffen. Aan de begin dit jaar aangetreden ceo Gunnar Hovland de opdracht om de onderneming zo goed mogelijk voor te bereiden op de verandering. Hovland is
16
22_Artikel_04L.indd 16
de vervanger van Hanne Refsholt die, na zo’n veertien jaar leiding te hebben gegeven aan het concern, is teruggetreden.
Kostenreductie De belangrijkste maatregel die de nieuwe topman wil nemen is een structurele verlaging van de productiekosten. Dat moet bereikt worden door de kaasproductie te concentreren. Welke consequenties dat voor de verschillende productielocaties gaat hebben is nog ongewis. Wel is duidelijk dat Tine in Noorwegen zal stoppen met de productie van de grotegatenkaas Jarlsberg voor
de export. Dat heeft tot gevolg dat Tine een andere lucratieve bestemming moet vinden voor meer dan 100 miljoen liter boerderijmelk die jaarlijks wordt verwerkt tot Jarlsberg-kaas voor de buitenlandse markt.
Noorse cheddar Het concern denkt de melk te kunnen gaan verwerken tot speciaal kaas voor de binnenlandse markt. Daarvoor zijn volgens de onderneming al enkele veelbelovende initiatieven genomen. Enkele maanden geleden kondigde Tine bijvoorbeeld de introductie aan van een speciale cheddarkaas gemaakt van
ZuivelZicht juli 2019
01-07-19 11:07
B E D R I JF
Noorse melk. De kaas zal door voedingsproducent Orkla Foods Norge, met wie Tine al jarenlang een samenwerkingsverband heeft, in pizza’s worden verwerkt. De cheddar wordt geproduceerd in de fabriek Meieriet Verdal, die speciaal hiervoor wordt uitgebreid. Naar verwachting gaan komend najaar de eerste kazen naar Orkla. Topman Hovland ziet in de eerste Cheddar van Tine “een groot potentieel”. Hij is van mening dat het type kaas, dat voor het eerst in Noorwegen wordt geproduceerd, veel belangstelling zal trekken van met name de voedselverwerkende industrie en voedingsdistributeurs. Hij gaat er van uit dat de productie binnen enkele jaren op ongeveer 3.000 ton zal liggen. Dat komt overeen met de melkproductie van ongeveer 160 melkveebedrijven van Tine. Een tweede maatregel waarmee Tine de gevolgen van de toenemende concurrentie uit het buitenland het hoofd denkt te bieden, is een investering in Storsteinnes. De onderneming heeft ongeveer 180 miljoen kronen (circa € 19 miljoen) opzij gezet om deze fabriek in het noorden van Noorwegen uit te breiden en te moderniseren. De productie wordt niet alleen verhoogd; er komt ook een nieuwe opslagcapaciteit. Volgens Tine is de uitbreiding van de fabriek de grootste investering die het bedrijf ooit deed in Noord-Noorwegen. In Storsteinnes verwerkt Tine 28 miljoen liter koemelk en 7 miljoen liter geitenmelk, exclusief voor kaas. De fabriek produceert jaarlijks 2.600 ton witte en bruine (gekaramelliseerde) kaas. De verwerkingscapaciteit zal de komende jaren geleidelijk omhoog gaan naar ongeveer 46 miljoen liter melk per jaar. Tegelijkertijd denkt Tine met modernisering van de fabriek de energie-efficiëntie te verbeteren en de uitstoot van broeikasgassen te kunnen verminderen. De afschaffing van de exportsteun treft de Noorse coöperatie hard, want zonder subsidies is de kaas die nu onder de merknaam Jarlsberg in het buitenland wordt afgezet veel minder lucratief. De Maasdammer-achtige kaas kan dan niet tegen concurrerende prijzen op de
internationale markten worden afgezet. Om dit probleem op te lossen, heeft Tine enkele jaren geleden al de banden aangehaald met de Ierse onderneming Dairygold. In het zuiden van Ierland wordt inmiddels gebouwd aan een nieuwe productielijn waar Dairygold vanaf volgend jaar jaarlijks 3.500 ton Jarlsberg-kaas voor Tine zal maken. De kaas is bestemd voor andere EU-landen, de Verenigde Staten en Australië. De nieuwe fabriek zal uitsluitend Ierse melk verwerken die door Dairygold is geleverd.
Industriële koeling Highcare Kaasrijping Cleanrooms Airconditioning Maatwerk
Betere resultaten Boekjaar 2018 was voor veel zuivelondernemingen een lastig jaar; ook voor Tine. Ondanks de lagere opbrengstprijzen voor veel producten slaagde de Noorse onderneming er in de slechte resultaten van 2017 te verbeteren. De omzet steeg met 2,1 procent naar omgerekend € 2,4 miljard. De nettowinst viel met € 140 miljoen 3,4 procent hoger uit. De oorzaak is de fikse daling van de kosten. Tine zette namelijk na de tegenvallende cijfers in 2017 een saneringsoperatie in gang. Die wierp vorig jaar vruchten af.
Volume-uitdagingen Het lopende boekjaar startte echter stroef. Een recente mededeling van de onderneming blijkt dat de eerder ingezette afname van de verkoop van melk, kookproducten en kaas zich in de eerste vier maanden van dit jaar heeft voortgezet. Het bedrijfsresultaat bedroeg NOK 327 miljoen (€ 33,9 miljoen). Dit is NOK 141 miljoen (€ 14 miljoen) lager dan in dezelfde periode vorig jaar. De winstdaling schrijft Tine toe aan de oplopende melkproductie en de hogere kosten die het bedrijf moet maken om die melk te verwerken. Ceo Hovland spreekt in dat verband van “grote volume-uitdagingen”. “We werken samen met onze klanten om de ontwikkeling te keren door middel van innovaties en concepten die zowel voor hen als voor ons tot een waardestijging leiden. We blijven ook de hele waardeketen stroomlijnen om het kostenniveau te verlagen.”
Voets & Donkers ontwikkelt met grote precisie luchtbehandelingssystemen die exact de juiste condities creëren voor kaasrijping.
www.voetsdonkers.nl
22_Artikel_04L.indd 17
01-07-19 11:07
B E D R I JF
Belgische coöperatie investeert in kaas, poeder en roomijs
Milcobel vindt weg voor extra melk in mozzarella Zoals veel andere zuivelondernemingen in Europa betaalde ook Milcobel het afgelopen jaar een lagere melkprijs uit. De Belgische coöperatie heeft voor de komende jaren een aantal speerpunten benoemd. Die moeten extra waarde toevoegen aan de ledenmelk. Tekst: René van Buitenen
Ceo Peter Koopmans (links) en coöperatievoorzitter Dirk Ryckaert van Milcobel. (Foto: Marcel van Coile)
De leden van Milcobel kregen tijdens de jaarvergadering vorige maand tekst en uitleg over een lastig verlopen boekjaar 2018. De omzet en het resultaat van de Belgische coöperatie bleven nagenoeg stabiel (op respectievelijk € 1,2 miljard en
18
22_Artikel_06L.indd 18
€ 2,2 miljoen), maar de melkprijs daalde. “Het was een moeilijk jaar”, zegt ceo Peter Koopmans dan ook in een toelichting op de jaarresultaten. “De eerste helft was echt niet goed, want alle
opbrengstprijzen waren laag. Dat gold voor zowel melkpoeder en kaas als boter. Dat sloeg door in onze prestatie en dus ook in de melkprijs. De tweede helft van het jaar ging het beter. Het was eigenlijk een rollercoaster; een jaar met
ZuivelZicht juli 2019
01-07-19 11:08
B E D R I JF
een dubbel gevoel: een moeilijke start en een goed einde.” Het zuiveljaar 2019 laat zich volgens Koopmans voorlopig moeilijk karakteriseren. “Dit is tot op heden een heel vreemd jaar. Niemand weet of het omhoog of naar beneden gaat. We waren aanvankelijk optimistisch omdat de prijzen voor poeder en kaas omhoog gingen, maar nu twijfelen we gezien de ontwikkeling van de boterprijzen de laatste weken. Het is moeilijk te zeggen welke kant het opgaat.”
Evenwichtsoefening De druk op de melkprijs is een evenwichtsoefening, vindt Dirk Ryckaert, voorzitter van de coöperatie. “Er zijn leden die hun bedrijf met de huidige melkprijs netjes kunnen rondzetten. Er zijn ook, veelal jongere, leden die met deze melkprijs niet kunnen rondkomen.” Dat is een spanningsveld voor de coöperatie aangezien de bandbreedte van de kostprijs op de Milcobelbedrijven volgens Ryckaert zo’n € 10 is. De melkprijs kwam in boekjaar 2018 uit op € 33,67 per honderd liter. Dat is ruim € 3 minder dan in 2017. De leden ontvingen behalve een getrouwheidspremie van 25 cent ook 4 procent dividend. Dat komt overeen met ruim € 2 miljoen en staat geheel gelijk met de nettowinst die Milcobel het afgelopen jaar behaalde.
Reserves Uit het jaarresultaat wordt dus niets toegevoegd aan de reserves. De opbouw van het eigen vermogen heeft Milcobel anders geregeld. De leden dienen per 100 liter melk die zij leveren € 5 in te leggen. Dat betekent dat veehouders die meer willen produceren dan waarvoor zij kapitaal bij de coöperatie hebben gestort, moeten bijstorten. Dat moet binnen een bepaald aantal jaren gebeuren. ”Als onze melkveebedrijven groeien, groeit dus ook ons vermogen”, legt Ryckaert uit. Gezien de toename van de ledenmelkplas van de afgelopen jaren gaat hij er van uit dat het eigen vermogen van Milcobel de komende jaren met zo’n € 30 miljoen zal groeien. Per einde boekjaar 2018 bedroeg het
eigen vermogen € 142 miljoen. Dat kwam overeen met 25,5 procent van de totale balans. Koopmans verwacht dat de solvabiliteit van de onderneming als gevolg van de aanwas van het vermogen de komende jaren zal groeien naar ongeveer 29 procent.
Langemark. Ook de fabriek voor consumentenkaas in Moorslede is voor de onderneming een speerpunt. Dat geldt ook voor de melkpoederactiviteiten in Kallo en voor de fabriek in het Franse Argentan. Daar bouwt Milcobel een nieuwe productielijn om aan de sterk groeiende marktvraag naar roomijs te kunnen voldoen.
Dilemma Milcobel verwerkte het afgelopen jaar 1,8 miljard liter melk, een toename van 14 procent ten opzichte van 2017. Daarvan was 1,6 miljard liter afkomstig van de eigen leden. Die produceerden 4,4 procent meer melk. De groei van de melkproductie stelt de coöperatie voor een dilemma, zegt Ryckaert. De sector is volgens hem niet gebaat bij meer melk. Voor de individuele ondernemer is schaalvergroting echter noodzakelijk om de stijging van de kosten te kunnen beheersen. “Het is dan ook de vraag of wij als coöperatie onze leden moeten behoeden voor verdere groei van de melkproductie. Ik vind het onze opdracht om de onderneming gezond te houden zodat we onze leden de verzekering kunnen blijven bieden dat we hun melk afnemen. Het is aan de belangenorganisaties om hun leden aan te spreken op de gevolgen van de groei.” Milcobel telt bijna 2.600 leverende bedrijven. Het grootste deel daarvan is gevestigd in Vlaanderen. Daarnaast zijn er vijftig Franse en veertig Nederlandse leden. De coöperatie is zoals Ryckaert dat noemt ‘gecontroleerd open’. Nieuwe leden zijn welkom, maar er wordt wel goed gekeken of de nieuwe melk voldoende tot waarde kan worden gebracht.
Zelfstandig Tussen servet en tafellaken is het gezegde dat de afgelopen jaren regelmatig werd gebruikt om de positie van Milcobel te duiden. De coöperatie is een grootmacht in België, maar wordt te klein geacht om een prominente rol te spelen tussen de echt grote zuivelconcerns op de wereldmarkt. Milcobel zou een prooi zijn voor de multinationals in de zuivel. Toch is de coöperatie nog altijd zelfstandig en als het aan bestuur en directie ligt blijft dat de komende jaren zo. De onderneming manifesteert zich meer in het buitenland dan voorheen. Ongeveer 15 procent van de omzet komt van buiten België. Via dochtermaatschappij Milcobel Asia wordt inmiddels ook de Aziatische foodservice en consumentenmarkt bediend.
Samenwerking
“Wij willen opereren vanuit onze eigen sterkte”, zegt Ryckaert. “De weg die onze voorgangers hebben afgelegd, heeft ons in de positie gebracht dat we op eigen kracht verder kunnen. Kijken we naar het zuivellandschap van vandaag de dag, dan sluiten we niets uit. Maar we staan niet met de rug tegen de muur. We zullen met de juiste overwegingen de juiste keuzes maken.” Koopmans: “We zijn weg van de gedachte dat we altijd alles op eigen kracht moeten doen. We denken meer na over partnerCapaciteit ships en strategische allianties met andere De onderneming heeft de capaciteit om bedrijven, daar waar het interessant kan meer melk te kunnen verwerken, maakt Koopmans duidelijk. De extra melk die de zijn. We zijn er klaar voor en we staan ervoor open. Dat is een nieuwe manier van leden na beëindiging van de quota denken bij Milcobel. Ik denk dat we een leverden, heeft Milcobel stelstelmatig lange, mooie toekomst hebben, eventueel kunnen verwerken in zijn fabriek in samen met anderen. We kunnen onze Langemark, een van de grootste mozzastrategie zelfstandig uitvoeren, maar als de rellafabrieken van Europa. Om aan de mogelijkheden zich aandienen ons ons te groeiende vraag naar mozzarella te versterken zullen we dat niet uitsluiten. Dat kunnen voldoen (jaarlijks 2 procent zit niet alleen in ons achterhoofd, maar ook volgens Koopmans), investeert Milcobel in ons voorhoofd.” in verdere productieverbetering in
ZuivelZicht juli 2019
22_Artikel_06L.indd 19
19
01-07-19 11:08
B E D R I JF
Overname Dupont van Milcobel
Vandersterre: van het mes, voorverpakt of als ingrediënt
Jan Kos: “Zeker een familiebedrijf als het onze investeert veel tijd en energie in relaties met afnemers. Dat is eigenlijk het belangrijkste kapitaal dat we hier in huis hebben.”
20
33_Artikel_01L.indd 20
ZuivelZicht juli 2019
01-07-19 11:09
B E D R I JF De VanderSterre Groep in Bodegraven neemt Dupont Cheese Nederland over, een dochterbedrijf van de Belgische coöperatie Milcobel. Het is een logische vervolgstap in de groei van familiebedrijf Vandersterre. En in de nog lang niet voltooide consolidatie van de kaashandel in Nederland, aldus ceo Jan Kos. Tekst: Jeen Akkerman
Dupont is een kaashandel in NieuwVennep die zich onder andere bezighoudt met de handel in buitenlandse kazen en speciaalkazen van Nederlandse bodem. Milcobel zette de dochter in de verkoop na een strategische heroverweging. “Wij hebben mee geboden, er waren meerdere gegadigden. Uiteindelijk bleken onze voorwaarden in de ogen van Milcobel de beste match te hebben”, stelt Jan Kos tevreden vast. Hij is een van de drie eigenaren van de Vandersterre Groep-bedrijven. De overname moet nog worden goedgekeurd door de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Hoewel prijs in de handel altijd een rol speelt, was dat volgens Kos niet doorslaggevend voor de succesvolle transactie. “We hebben duidelijk aangegeven dat we de locatie in Nieuw-Vennep in stand houden en dat de werkgelegenheid niet wordt aangetast. Ook speelt denk ik mee dat we de bestaande relaties met leveranciers van Dupont respecteren en willen samenwerken met Milcobel.” Of dit laatste een verschil was met andere kapers op de kust, bijvoorbeeld grote zuivelproducenten die ook investeren in kaashandel, laat Kos in het midden.
Volgende stap Voor Vandersterre is de overname van Dupont een volgende stap in de groei die het bedrijf in de afgelopen decennia liet zien. Kos nam het handelsbedrijf in Bodegraven in 1989 samen met twee compagnons over na het overlijden van oprichter Piet van der Sterre, die sinds 1946 handelde in hoogwaardige natuurgerijpte kazen. In 2009 volgde de fusie met De Graaff kaas in Grootebroek, sinds 1929 en gespecialiseerd in het verpakken van
kaas. Twee jaar na deze fusie verrees op het naastliggende terrein een compleet nieuwe verpakkingsfabriek. Voor het rijpen van kaas werkte Vandersterre ruim een decennium samen met Schep Kaashandel in Meerkerk. Ook deze locatie werd uiteindelijk in 2013 overgenomen en in Meerkerk bouwde de onderneming in 2017 een nieuwe locatie waar 7.000 ton kaas kan worden opgeslagen. Hoewel Vandersterre zijn focus heeft op het opslaan, rijpen en verkopen van Nederlandse kaas, is men inmiddels ook op bescheiden schaal actief in de productie van kaas. In Nederlands grootste boerenkaasmakerij Kaamps Cheese heeft de onderneming een aandeel van 50 procent. Deze in Deurningen op landgoed Kaamps gevestigde boerderij/kaasmakerij wordt gerund door het familiebedrijf van Herbert en Yvonne Nijland. Ze melken 211 koeien en produceren onder andere Boer’nTrots kaas, een van de vele soorten die in het distributiecentrum van Vandersterre te vinden zijn.
Meerdere continenten Inclusief de aankoop van Dupont is Vandersterre nu een onderneming met ongeveer vierhonderd medewerkers en dus een grote Nederlandse kaashandelaar. “We zijn actief op meerdere continenten”, zegt Kos. Hij illustreert het door te wijzen op de negen foto’s die een wand van zijn directiekamer sieren. Het zijn stadsgezichten van Berlijn, Parijs, Singapore, New York, Barcelona, Rio de Janeiro, Londen, Kopenhagen en Vancouver. Kos plaatst de groei van zijn onderneming in een breder kader. “Je ziet in de afgelopen jaren een enorme consolidatieslag in de kaashandel. Die is vooral engineered wood products
www.vidarwood.com
33_Artikel_01L.indd 21
01-07-19 11:09
B E D R I JF
veroorzaakt door de groei van het grootwinkelbedrijf en door de schaalvergroting in de zuivelindustrie.” Hij verwacht dat deze tendens ook de komende jaren door zal zetten. Vandersterre wil daarin als familiebedrijf een rol blijven spelen. De huidige eigenaren zijn alle drie vijftigers. “We hebben er goed over nagedacht en de volgende generatie is gemotiveerd om het stokje over te nemen”, aldus Kos. Inmiddels werken er al enkele kinderen in het bedrijf. Deze strategie maakt Vandersterre nog meer een familiebedrijf, een waarde die ook is doorgevoerd in de huisstijl en communicatie van de onderneming, die zichzelf afficheert met de slogan ‘The cheese family from Holland’. Die ‘family’ kan zich volgens Kos blijven bewijzen door waarde toe te voegen in de kaas-keten. Hij noemt hierbij vier essentiële factoren. De eerste is assortiment. “De kaashandel kan, meer dan een kaasproducent, een breed assortiment van verschillende kazen aanbieden. Dat is interessant voor afnemers.” Vandersterre doet dit door zich toe te leggen op speciaalkazen. In de distributiecentra in Bodegraven liggen meer dan 2.000 soorten kazen en verpakkingen: van één plakje in cellofaan voor patiënten in ziekenhuizen, tot de 32 kg wegende Italiaanse Grana Padano. Een van de beide vestigingen breidt Vandersterre op dit moment uit met een ultramoderne hal van 2.000 m2 en 15 meter hoog voor koelen en orderpicken.
‘Hoewel veel mensen vers-van-het-mes lekkerder vinden, valt de keuze meer en meer op gemak’ 22
33_Artikel_01L.indd 22
Verpakking De tweede succesfactor is volgens Kos kennis, kunde en capaciteit in verpakking. “Vandaag wordt ongeveer 80 procent van alle kaas verpakt verkocht. Hoewel veel mensen vers-van-het-mes lekkerder vinden, valt de keuze meer en meer op gemak.” Nummer drie is ‘rijpen’. Daarbij gaat het niet alleen om het vakmanschap om de kazen op de veelal houten planken perfect te behandelen. Nee, er is een veel plattere voorwaarde. “Je moet geld tot je beschikking hebben”, aldus Kos, doelend op het werkkapitaal dat benodigd is om duizenden tonnen kaas te kopen, op te slaan en pas na weken,
‘Het gaat om talen en betalen’ maanden of jaren weer te verkopen. De vaardigheid om te verkopen is de laatste succesfactor. Dat is niet iets wat je snel-snel doet. “Zeker een familiebedrijf als het onze investeert veel tijd en energie in relaties met afnemers. Dat is eigenlijk het belangrijkste kapitaal dat we hier in huis hebben.” Vandersterre exporteert naar meer dan tachtig landen. “Je moet dus ook de taal van het land spreken, dat helpt enorm.” Kos haalt een uitspraak aan van een van zijn leermeesters bij Westland Kaas, waar hij zijn loopbaan begon: “Het gaat om talen en betalen.”
Andere eetgewoonten Op basis van de genoemde vier factoren kun je, zo blijkt uit het relaas van Kos, een succesvolle kaashandel opbouwen. Maar dat betekent niet dat je op je lauweren kunt rusten. “De consument verandert voortdurend en steeds sneller”, observeert hij. In alle markten
is het traditionele patroon van ontbijt-lunch-avondmaaltijd aan het verdwijnen. “We worden steeds meer als vissen die met de bek open rondzwemmen. Als er iets is dat we kunnen pakken, happen we toe.” Voor de kaassector betekent dit niet alleen steeds kleinere verpakkingen, maar ook een enorme groei van kaas als ingrediënt in kant-en-klare voedingsproducten. Voorbeelden zijn de plakjes kaas op hamburgers of de topping van pizza’s. En de enorme ontwikkeling van de kaasplank met bijzondere soorten Nederlandse en buitenlandse kaas. “Wij zien deze afzetmarkten snel groeien en willen ook daarin onze positie versterken”, aldus Kos. Laat de overname van Dupont daar nu ook mooi in passen. Het bedrijf is namelijk naast kaas ook actief in andere versproducten. Onder de nieuwe naam Vandersterre Vers Concepten gaat deze vestiging dan ook inspelen op de veranderende eetgewoonten.
Synergie En in dit segment hebben Kos en zijn compagnons nog een ijzer in het vuur. In 2017 namen ze de aandelen van Grozette in Woerden over, samen met het management. Het is een interessante speler in de wereld van kaasingrediënten. Want hoewel velen de naam alleen kennen van de strooikaas, levert Grozette ook diverse kaashalffabricaten aan de foodservice industrie. “Wij zien goede mogelijkheden voor synergie”, motiveert Kos het besluit om in het komende jaar ook in Woerden over te gaan tot nieuwbouw en uitbreiding. Het lijkt een goede zet. “Dat zal ik niet ontkennen”, glimlacht Jan Kos. “Als het lukt zegt iedereen dat je geluk hebt gehad. En als het mislukt, zegt iedereen dat ze dat al hadden zien aankomen.”
ZuivelZicht juli 2019
01-07-19 11:09
MARK TCIJFERS
PRODUCTIE Melkaanvoer mondiaal (jan’19 - apr’19; % t.o.v. ’18)
Verwerking EU (jan’19 - apr’19; % t.o.v. ’18) Kaas
EU-28
+0,6% 5.000
waarvan: Duitsland Duitsland
NMMP
x 1.000 ton
x 1.000 ton
250
-0,1%
Frankrijk Frankrijk
-1,8%
Nederland Nederland
200
4.000
-11,2%
-2,8%
Verenigde Staten Nieuw-Zeeland
150
3.000
+0,2%
+2,2%
-8,2%
-1,3%
Argentinië
2.000
-0,3%
100
1.000
+1,7% +2,4% +0,9%
50
-7,5%
Australië
-11,7%
Wit-Rusland
+0,5%
Uruguay
15
+0,0% -17,1%
-1,8%
-21,7% 0
0
-9,1% 0
-9,3%
30
45
60
Overig IT
75
PL FR
Overig FR
NL DE
BE DE
DK NL
x miljard kg
PRIJZEN Marktprijs (jun’19 t.o.v. mei’19, in %)
Gemiddelde melkprijs (apr’19 t.o.v. mrt’19, in %)
LTO melkprijsvergelijking 40
€/100 kg
7.000
5 jaarsgemiddelde '13-'17 2018 2019
38
Mager melkpoeder ADPI
Boter 82% €/1.000 kg NL -6,6% WM -14,7%
6.000
3.500
5.000
2.500
4.000
2.000
32
3.000
1.500
-0,9%
30 jan
2.000 jun-17
dec
jun-18
jun-19
NL +2,6% WM -6,7%
3.000
34
36
€/1.000 kg
1.000 jun-17
jun-18
jun-19
EXPORT Kaas (jan’19 – mrt’19, % t.o.v. ’18) Wereldhandel
Niet mager melkpoeder (jan’19 – mrt’19, % t.o.v. ’18)
Intrahandel EU
x 1.000 ton 250
1.250 +2,4%
x 1.000 ton +2,2%
Wereldhandel 750
Intrahandel EU
x 1.000 ton 100
+34,9%
200
1.000
600
150
750
450
60
500
300
40
80
+23,2% +9,7%+10,4%
100 -4,5%
50
+0,0%
250
0 NL*
VS
NZ
150
-25,9% -21,7% -37,7%
0
0 EU*
EU
x 1.000 ton
NL
NZ
EU*
NL*
VS
+19,9%
20 0 EU
NL
*Derde landen export
Bron: ZuivelNL
www.zuivelnl.org
ZuivelZicht juli 2019
11_Marktcijfers_02R.indd 23
23
01-07-19 11:10
MARK T
Voorjaarscongres melkkundegenootschap
Enzymen: geknipt voor de zuivel Enzymen spelen een belangrijke rol in de zuivelbereiding. Ze zorgen ervoor dat de producten de gewenste functionele eigenschappen hebben en voldoen aan de wensen van de consument. Het voorjaarscongres van het Genootschap ter Bevordering van Melkkunde, gehouden bij DSM in Delft, gaf inzicht in de nieuwste ontwikkelingen. Tekst: Yves De Groote
Van nature bevat melk een breed scala aan enzymen, waar onder alkalische fosfatase, lipase en xanthine-oxidase. In tegenstelling tot gepasteuriseerde melk
24
22_Artikel_12L.indd 24
zijn deze in actieve vorm aanwezig. “De kwaliteit van de melk heeft effect op de enzymactiviteit”, vertelde Peter de Jong (Nizo Food en Van Hall Larenstein) de
tachtig aanwezigen op het onlangs op het voorjaarscongres van het Genootschap ter Bevordering van Melkkunde. “Belangrijk is de enzymactiviteit in melk te beheersen.” Simulatiesoftware als Nizo Premia voor het simulariseren van processen, zoals temperatuur en tijd bij verhitting, ondersteunt het optimaliseren van verhittingsprocessen bij het verwerken van melk. Voorop staan het inactiveren van pathogene bacteriën voor het beperken van gezondheidsrisico’s en het verlengen van de houdbaarheid. Rauwe melk zou volgens De Jong
ZuivelZicht juli 2019
01-07-19 11:10
MARK T
De kwaliteit van de melk heeft effect op de enzymactiviteit. (Foto: Raoul Hollants)
textuur van yoghurt. “Fosfolipase maakt het mogelijk om op een efficiënte wijze melkvet te produceren.” Het enzym splitst fosfolipide in vetzuren en andere lipofiele stoffen. Lysozyme is een voorbeeld afkomstig uit kippeneiwit en wordt gebruikt om ‘laat los’ in kaas te voorkomen door de groei van Clostridium butyricum te onderdrukken. Over de etikettering van enzymen liet Van Hee weten dat enzymen alleen gedeclareerd moeten worden als ze een functie hebben in het finale zuivelproduct.
Galacto-oligosachariden
minder aanleiding geven tot allergieën, zoals hooikoorts. Op een vraag of er in de markt ingredienten op basis van rauwe melk bestaan voor babyvoeding bleef hij het antwoord schuldig.
Enzymen in de zuivel “Chymosine in stremsel voor de kaasbereiding en gewonnen uit de lebmaag van kalveren, heeft DSM op de kaart gezet.” Pim van Hee van DSM schat de omvang van de globale enzymmarkt op € 2,9 miljard, waarvan € 300 miljoen voor kaas en yoghurt. DSM beschikt over een collectie van ongeveer 100.000 bacteriestammen, waarvan er vijfhonderd voor industriele enzymen gebruikt worden. Met andere woorden: voor elke toepassing is er wel een oplossing of er wordt wel aan gewerkt binnen R&D, in samenwerking met de afnemers. Van Hee gaf als voorbeeld het enzym transglutaminase, dat in een aantal landen is toegestaan voor het ‘boosten’ van de
Vanuit de zuivelindustrie ging Bas Kuipers van FrieslandCampina in op de rol van enzymen bij de productie van galacto-oligosachariden, afgekort GOS. Het prebiotische melkingrediënt is beschikbaar in droge en vloeibare vorm, heeft een prebiotische werking in de darmen en komt van nature voor in moedermelk. Om die reden wordt het melkingrediënt toegevoegd aan in het bijzonder babyvoeding. Kuipers bracht vooral onder de aandacht dat de afgelopen jaren het nodige onderzoek is gedaan naar de karakterisatie, de functionele eigenschappen en de productie van het melkingrediënt, dat in ketenlengte varieert tussen twee en negen galactose-eenheden. “Bij batchproductie speelt met name lactoseconcentratie in de reactor een rol. Het gebruikte enzym, bèta-galactosidase is hierbij niet geïmmobiliseerd en dus ‘vrij’.” Dit maakt het bereidingsproces volgens de Kuiper minder complex.
Rauwe melk zou minder aanleiding geven tot allergieën, zoals hooikoorts
Kaas: een explosie van enzymen Kaas is een explosie van enzymen, vanaf het stremmen van de melk tot en met het rijpen van de kaas. “Het traditionele dierlijke stremsel staat maatschappelijk ter discussie”, zei Gert van den Hoven van DSM. “De groeiende vraag naar vegetarisch, koosjere en halalkaas en wei zorgt voor een sterke groei van microbiële stremsels.” Binnen de EU wordt volgens Van den Hoven nog 33 procent van de kaas bereid met kalfstremsel, bijvoorbeeld Hollandse Gouda-kaas. Bij de keuze van het juiste stremsel spelen verschillende factoren een rol. Van den Hoven noemde als eerste de thermolabiliteit. Een lage hitte hittebehandeling verdient de voorkeur vanwege het denatureren van wei-eiwit. Tegelijk is de zuiverheid van belang in verband met een hoge eiwitsplitsende activiteit en vrij van benzoaat. Voorts zijn duurzaamheid en veiligheid relevant bij de keuze.
Enzymen reinigen Interessante toepassingen van enzymen liggen niet alleen bij de zuivelbereiding maar ook bij het reinigen van de procesapparatuur in de zuivelbedrijven, lichtte Sandy te Poele van Diversey toe. Ze ging vooral in op de mogelijkheden bij het reinigen van membranen die een effectieve behandeling vereisen om te voldoen aan de gestelde voedselveiligheid-en kwaliteitsstandaarden. Te Poele benadrukte een belangrijk verschil met het reinigen van roestvast staal (rvs). “Het gebruik van enzymen bij membranen is beperkt tot maximaal 50 °C, pH-bereik en chemicaliën.” Keramische membranen zijn toleranter dan membranen op basis van polymeren als polyvinylideenfluoride (pvdf) of polyamide (pa). Omdat vervuiling van membranen, net als bij rvs, vooral uit eiwit bestaan, wordt vooral protease gebruikt. De optimale temperatuur en pH ligt tussen respectievelijk 55-65 °C en 8-10. Aangezien dit enzym in actieve vorm terechtkomt in het afvalwater van de productie, speelt het volgens Te Poele een positieve rol bij de waterzuivering, dus duurzaamheid.
ZuivelZicht juli 2019
22_Artikel_12L.indd 25
25
01-07-19 11:11
BELRUBRIEK
BELRUBRIEK
KAASPROMOTIE
KAASBEWERKINGSMACHINES
INDUSTRIËLE AUTOMATISERING
Veilige totaaloplossingen voor procesautomatisering
U wilt: een betrouwbaar productieproces hoogwaardige automatiseringsoplossingen op maat een flexibele partner die uw business én relevante wet- en regelgeving kent Actemium biedt oplossingen en diensten voor de hele life cycle van uw industriële proces. Van advisering en engineering tot realisatie, inbedrijfstelling en onderhoud. Wilt u meer weten? Neem dan contact op met Sebastian Taken: sebastian.taken@actemium.com +31 (0) 88 83 18 200
www.actemium.nl
IN- EN VERKOOP TANKS
LUCHTBEHANDELING
KWALITEITSCONTROLE RVS TANK- EN APPARATENBOUW
inlichtingen: tel: 020-5736056 • fax 020-6242519 19ZUI007_ADVERTENTIE.indd 26
28-06-19 14:07
BELRUBRIEK
kaasproductielijnenpekelsystemen T: +31 515 576523 klokslag@gea.com
Tetra Pak Processing Systems DĂŠ specialist in het leveren en onderhouden van productieoplossingen, componenten en turnkey oplossingen voor de volgende categorieĂŤn: Dairy, Cheese, Prepared Food, Beverage, Ice Cream en Cosmetics. www.tetrapak.com tpps.benelux@tetrapak.com +31 30 634 9999
+32 2 467 6848
Moving food forward. Together. Processing with Tetra Pak
kaasperssystemen weivatensysteem kaastransportsystemen spoeltunnels uitpakkers mouldhandling afblaassystemen merkenleggers
Joure - 0513 468 999 info@bosgraaf.net - www.bosgraaf.net
19ZUI007_ADVERTENTIE.indd 27
28-06-19 14:07
19ZUI007_ADVERTENTIE.indd 28
28-06-19 14:08