Jaargang 111 | Nummer 8 | Augustus 2019
ZuivelZicht
Pilot grondgebonden melkveehouderiij pakt goed uit
JA A RRESULTA AT Zuivelonderneming Hochwald plukt vruchten van nieuwe koers
V I SI E 203 0 NZO streeft naar duurzame en economisch gezonde sector
U se w pa rvi ce rtner ,o nd voo erh r p ou om d e pe n o n, a nd dvi erd es ele , n.
Uw voordelen: V Beste reinigbaarheid: CIP/SIP V EC1935/2004, FDA, 3A, EHEDG, ATEX V Low shear: geen productbeschadigingen V Lage Total Cost of Ownership (TCO)
VERDER HYGIĂ‹NISCHE POMPEN Om de perfecte zuivelproducten mee te maken
VERDER BV Leningradweg 5
TEL +31 (0)50 549 59 00
9723 TP Groningen
MAIL info@verder.nl
The Netherlands
WEB www.verder.nl
Onze zes smaken kaasbegeleiders als mini’s in een leuke cadeaukoker. Verkrijgbaar twee samenstellingen. Voor samples en informatie neem contact met ons op via: info@voetsspecialiteiten.nl U kunt ons ook bezoeken op de Vakbeurs Foodspecialiteiten 2019 30 september & 1 oktober in Expo Houten stand 200.
Voets Specialiteiten Heidebloemstraat 6 5482 ZA Schijndel T. 073 54 96 881
INHOUD
16
6
22 Visie 6
Symposium Hoe houdt de zuivelsector zich staande in de woelige wereld? Dat stond centraal stond op het NZO- minisymposium
10 Toekomstvisie
12 Grazende koeien op het land van melkveebedrijf Lomansheide in het Achterhoekse Zelhem. Foto: Joppe Fotografie
NZO-leden schetsen nieuw perspectief
12 Grondgebondenheid Grondgebonden melkproductie is in de West-Achterhoek goed mogelijk
14 Louis Bolk Op zoek naar een ander verdienmodel voor de zuivelketen
Bedrijf
18 Glanbia Ieren willen minder afhankelijk worden van Britse markt
20 Hochland Duitse kaasproducent groeit vooral in het buitenland
22 Hochwald Ingezette koers lijkt succesvol pad voor Duitse coöperatie
24 Crisp Onlinesupermarkt Crisp groeit met versproducten
Markt 25 Marktcijfers De ontwikkelingen op de internationale zuivelmarkt in één oogopslag
16 Agrifirm www.zuivelzicht.nl
Canadees zuivelconcern samen met Agrifirm de Chinese markt op
ZuivelZicht augustus 2019
3
De Nr.1 specialist in gereviseerde zuivelmachines
Besuchen Sie uns auf der
Melk
Yoghurt
in Nürnberg, 24.–26.9.2019 in Halle 1, Stand 1-341
Boter Margarine Smeltkaas Kaas
2.000 machines in voorraad Garantie bij levering Snelle levertijden Lage investering Complete projecten
+31(0)348-558080 info@lekkerkerker.nl
www.lekkerkerker.nl
Top Leistung Seit über 70 Jahren steht ALPMA für ausgereifte Technik, höchste Qualität und langfristige Zuverlässigkeit. Auf der Messe FachPack präsentieren wir Ihnen unsere neueste Innovation beim Portionsschneiden. Der CUT 32/Plus wartet mit einer Leistungssteigerung von bis zu 25 % auf. Überzeugen Sie sich.
Top Werte Top Leistung Top Bedienerführung
www.alpma.de
ZuivelZicht
ZI JLI JN
ZuivelZicht is een uitgave van BDUvakmedia ISSN 0165-8573 Postbus 67, 3770 AB Barneveld www.bdumedia.nl
vakmedia Uitgeefteam Corina Kuipers (uitgever), Ron van de Hoef (salesmanager), Peter Vorstenbosch (hoofd content) Redactie ZuivelZicht Postbus 93044 2509 AA Den Haag T: 070 2191707 E: redactie.zuivelzicht@bdu.nl I: zuivelzicht.nl Hoofdredactie René van Buitenen E: r.v.buitenen@bdu.nl Contentregie Albert Schuurman E: redactie.vakmedia@bdu.nl Medewerkers aan dit nummer Ria Besseling, Bert Kleiboer, Hermann-Josef Martin, Johan Oltvoort, Bert Westenbrink Advertenties Hielke van der Werf T: 020 5736056, E: h.v.d.werf@bdu.nl Abonnementen Abonnementsprijzen (12 nummers): € 127,90 (studenten € 72,29); buitenland: € 169,04. Proefabonnement (3 edities): € 11,81. Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan en lopen automatisch door, tenzij uiterlijk 2 maanden voor de vervaldatum is opgezegd bij de abonnementenservice. Zakelijke abonnementen worden niet tussentijds beëindigd. Abonnementenservice Abonnementenservice BDUvakmedia Postbus 67, 3770 AB Barneveld T: 0342 494882, E: abonnementen@bdu.nl Ontwerp: Giesbers Communicatie Groep, Duiven Druk: Vellendrukkerij BDU, Barneveld
Relatieve rust Het is deze maand exact vijf jaar geleden dat Rusland de deur dichtgooide voor agrarische producten uit het Westen. President Poetin beantwoordde zo de economische sancties die de Europese Unie Rusland had opgelegd, nadat hij de Krim had geannexeerd. De invloed van het handelsconflict laat zich nog steeds gelden. Fruittelers klagen vandaag de dag nog steeds steen en been over de lage prijzen die zij voor hun appels en peren ontvangen omdat hun zorgvuldig opgebouwde Russische afzetmarkt in één klap wegviel. Ook de zuivelprijzen kelderden in de maanden nadat de boycot was uitgeroepen. De kaas die voorheen naar Rusland ging, bleef noodgedwongen op de EU-markt. Geleidelijk vonden zuivelexporteurs alternatieve markten. Pas na de zomer van 2016 kon de melkprijs in de Europese Unie zich enigszins herstellen.
‘Vrijhandel is minder vanzelfsprekend geworden in de wereld’
Inmiddels is het er in de wereld niet beter op geworden, maakte Rob de Wijk van het Centrum voor Strategische Studies vorige maand duidelijk op het minisymposium van de Nederlandse Zuivel Organisatie. De hoogleraar Internationale betrekkingen en veiligheid schetste enkele trends die aantonen dat vrijhandel minder vanzelfsprekend is geworden in de wereld. De internationale machtsverhoudingen verschuiven en zetten bestaande handelsrelaties op losse schroeven. Zie het gekrakeel tussen de Verenigde Staten en China. De economische grootmachten ruziën over oplopende importtarieven, vermeende telecomspionage en over valutamanipulaties. Of kijk naar de schermutselingen tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie over de ‘staatsteun’ aan vliegtuigbouwers, waarop president Trump de import van een hele reeks producten waaronder Goudse kaas wil frustreren. Financiële markten worden zenuwachtig, olieprijzen dalen, de wereldeconomie raakt op drift. De gevolgen voor de zuivelmarkt laten zich raden. Die kenmerkte zich de afgelopen drie jaar tot een betrekkelijke rust. Want met de vaak genoemde volatiliteit van de zuivelprijzen valt het de laatste tijd eigenlijk wel mee. Sinds november 2016 beweegt de melkprijs in de Europese Unie volgens de Europese Commissie zich tussen 32 en 36 cent per kilo (uitgezonderd een piekje in het najaar van 2017). Dat is een smalle bandbreedte, vergeleken met de periode 2009-2016 toen de melkprijs tussen de 24 en 41 cent op en neer stuiterde. Gelet op de onstuimige wereldeconomie zou het op korte termijn weleens gedaan kunnen zijn met de relatieve rust op de markt. René van Buitenen Hoofdredacteur
ZuivelZicht augustus 2019
5
V I SI E
Minisymposium van de NZO in Den Haag
Keten zet een nieuwe standaard voor duurzame zuivel Hoe houdt de zuivelsector zich staande? Dat was de vraag die centraal stond op het jaarlijkse minisymposium van de Nederlandse Zuivel Organisatie in Den Haag. De spanningen op het wereldhandelstoneel geven reden tot zorg, maar de zuivelsector heeft een goed imago en maakt binnenkort een grote stap om verduurzaming zichtbaar te maken met een nieuw B2B-model. Tekst: Bert Westenbrink
Rob de Wijk schetst de veranderende wereldorde tijdens het minisymposium van de Nederlandse Zuivel Organisatie. (Foto: Michel Campfens)
6
ZuivelZicht augustus 2019
V I SI E
“Het wordt niet een heel vrolijke middag, er is veel reden tot zorg”, trapt Rob de Wijk van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies af. “Het zijn intense tijden met bijzondere wereldleiders.” Waarna de hoogleraar Internationale betrekkingen en veiligheid aan de hand van een aantal trends in hoog tempo een veranderende wereld schetst, waarin vrijhandel niet meer vanzelfsprekend is, machtsverhoudingen wijzigen en handelsrelaties opnieuw worden gedefinieerd. “De komende tien jaar gaat onze wereld er heel anders uitzien.” Dat proces gaat gepaard met (handels)conflicten (Verenigde Staten versus China), opbloeiend protectionisme en afbrokkelende invloed en gezag van ‘Westerse’ instituten als Wereldbank, het Internationale Monetaire Fonds en de wereldhandelsorganisatie WTO. De mondiale initiator en toezichthouder van (multilaterale) handelsverdragen staat onder druk. China lapt de regels van de WTO aan zijn laars, stelde De Wijk. En de Verenigde Staten willen geen bindende arbitrage; een eis met gevolgen, want zonder arbitrage “loopt de boel uit de rails”, aldus De Wijk. En hij kleurt het scenario nog wat verder in: “AlsdeVSuitdeWTOstappenisdewereldhandelsorganisatie dood.”
Macht verschuift Zo schetst de hoogleraar een wereld in beweging waarin weinig zeker meer is en ook lang niet alles zichtbaar. Macht verschuift, er ontstaan nieuwe handelsblokken rond China (“dat werkt aan een nieuwe zijderoute”) en Rusland (“dat wil een groot Eurasia”), bestaande handelsverdragen komen onder druk te staan. “Als er een harde brexit komt, dan is dat redelijk dramatisch. Ook voor Groot-Brittannië. Het land moet dan terugvallen op de WTO, wat niet kan, want het lidmaatschap loopt via de EU. Dat leidt tot een vacuüm.” Het Britse
vertrek uit de EU komt vanuit Westers perspectief op een slecht moment, nu de herschikking van de macht en de vorming van nieuwe handelsblokken volop gaande is. De Wijk: “Meer Westerse samenwerking is dringend gewenst.” Bij zijn duiding van de ‘intense tijden’ komt de kenner van internationale betrekkingen ook uit bij factoren die niet direct met handel te maken hebben, maar wel “de wereld op z’n kop gaan zetten”, zoals de nu gaande datarevolutie en de introductie van het mobiele netwerk 5G. Wie bepaalt de wereldwijde standaard voor de vijfde generatie van de draadloze systemen? “Dat is enorm belangrijk”, stelt De Wijk. “Wie de standaard voor 5G bepaalt, bepaalt de toekomst van de economie. Dát is de strijd tussen de VS en China.”
China In zijn situatieschets heeft De Wijk veel aandacht voor China, de snelgroeiende grootmacht die in de wereldhandel een centrale rol opeist. maar ook “een autocratisch land is, waar economie politiek is” en dat voor de wereld nog veel geheimen kent. “China is bezig om de wereldorde naar zich toe te trekken, maar wel onder zijn voorwaarden en die kennen we niet”, zegt De Wijk. De trend heeft tot gevolg dat de houding ten opzichte van China verandert, zoals blijkt uit het handelsconflict met de Verenigde Staten. “Er wordt zwaar ingezet op wederkerigheid en daar zet
‘China is bezig om de wereldorde naar zich toe te trekken, maar onder zijn voorwaarden en die kennen we niet’
Van onze kaasplanken kun je eten )GEGTVKƂ EGGTF XQGFUGNXGKNKI
9Ď RTQFWEGTGP CN LCCT kaasplanken van formaat WKV JGV DGUVG 0QQTF 'WTQRGUG XWTGP
2TKOG 3WCNKV[ %JGGUG $QCTF 2CPGNU
LAMICO B.V. Papierbaan 16-22 9672 BH Winschoten Tel: +31 (0) 597 - 47 17 40 info@lamico.nl
www.lamico.nl
V I SI E
men machtsmiddelen voor in. Dat is echt nieuw.” De vraag van de middag is: hoe houdt de zuivelsector zich staande in deze snel veranderende wereld? In zijn relaas heeft De Wijk geen samenhangend antwoord vervlochten. Hij duidt de gevolgen van incidenten, zoals de brexit (‘dan krijgt de zuivelsector te maken met heffingen die oplopen tot 25 procent’), stelt vast dat de zuivelsector in de voeding van de wereld en het realiseren van mondiale duurzaamheidsdoelen zoals de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties een belangrijke rol vervult en adviseert de pijlen te richten op China, het land met grote handelsambities, maar ook met een nijpend en structureel probleem: de eigen voedselvoorziening. “Er liggen enorme kansen”, zegt De Wijk. En in de lijn met zijn analyse van de wereldwijde handelsbewegingen, adviseert hij de sector om wederkerig
heid af te dwingen bij markttoegang tot China. “Probeer afhankelijkheid te creëren.”
Nieuw B2B-model Jan Kees Vis, global director Sustainable Sourcing Development bij Unilever, blijft in zijn bijdrage ver weg van bespiegelingen over mondiale handelsperikelen. Hij zet de spotlight op duurzaamheid en een nieuwe stap in de mondiale samenwerking tussen verwerkers en inkopers in de zuivelketen. Vis, ook voorzitter van het mondiale samenwerkingsplatform van producenten en inkopers voor duurzame landbouw SAI, kondigt de introductie van een nieuw B2B-model aan dat de voortgang in duurzaamheidsprestaties in de zuivelketen zichtbaar moet maken. Het systeem is gebaseerd op het Dairy Sustainability Framework (DSF) en wordt in september gelanceerd tijdens de IDF World Dairy Summit in Turkije. Op 1 januari 2020 treedt het dan in
Jan Kees Vis van Unilever kondigde de introductie aan van een nieuw model aan dat de voortgang in duurzaamheidsprestaties in de zuivelketen zichtbaar moet maken.
8
ZuivelZicht augustus 2019
werking, vertelt Vis, die voor verdere toelichting verwees naar Jaap Petraeus, corporate manager sustainability bij FrieslandCampina en betrokken bij de ontwikkeling van het model. “Dit wordt de standaard voor duurzame zuivel”, licht Petraeus na afloop toe. De afspraak voor de ontwikkeling van het model is gemaakt tijdens de Word Dairy Summit in Rotterdam in 2016. Het idee was om in de zuivelketen de samenwerking te stroomlijnen tussen verwerkers en inkopers, zodat enerzijds kosten worden bespaard op de duurzaamheidstoetsing door bestaande systemen van verwerkers te gebruiken en anderzijds duurzaamheidsprestaties aantoonbaar te maken en te communiceren. Het model is ontwikkeld in de SAI Dairy Working Group, een internationale werkgroep waarin multinationals (verwerkers en inkopers zoals Unilever, Mars, Ahold Delhaize) actief in de zuivel samenwerken. Het systeem is in 2018 wereldwijd getest met medewerking van grote zuivelbedrijven als Nestlé, Danone, Arla Foods, Fonterra, Dairy Farmers of America en Land O’Lakes, zo staat in het jaarverslag van het SAI Platform. De tests leerden dat het model werkt en ‘enorm wordt toegejuicht’ door de zuivelindustrie, aldus het verslag. Centraal in het model staan de twee criteria die zijn gedefinieerd in het in 2013 gelanceerde Dairy Sustainability Framework (DSF) en betrekking hebben op milieu-, economische en sociale duurzaamheidsfactoren. Van DSF-leden wordt verwacht dat ze de duurzaamheidscriteria in acht nemen en zich verbeteren op deze thema’s. Met het B2B-model, een matrix met prestatieniveaus, is het mogelijk om die verbetering inzichtelijk te maken. “Maar het gaat om die elf thema’s. Je kunt als verwerker kiezen op welke thema’s je wilt verbeteren”, legt Petraeus uit. Voor alle ketenpartijen biedt het systeem, naast kostenreductie, voordelen. Boeren krijgen minder audits op hun bedrijf, melkverwerkers kunnen hun duurzaamheidsprestaties laten zien aan hun afnemers en zuivelinkopers kunnen verwerkers houden aan hun beloftes om te verbeteren op de DSF-thema’s.
Worldwide trading Tel: +31 348 460 009 sales@useddairyequipment.com www.useddairyequipment.com
technologie n e n te p e c e Incl. r
Te koop: Complete dessert lijn Complete pudding, desserts en yoghurtverwerking, vul- en koellijn Productie onlangs gestopt Bevindt zich in Nederland Offerte nr: 19-15-01
Complete lijn van process tanks, beluchting en fruitmengstation, beker vuller-, verzegel- en snapmachine
C. van ‘t Riet Zuiveltechnologie b.v.
t. 0172- 57 1304 m. info@rietdairy.nl i. www.rietdairy.nl
23 & 24 OKT
Nekkerhal-brussels north Mechelen
REGISTREER MET CODE 2002 VOOR GRATIS TOEGANG gelijktijdig met
VIA WWW.EMPACK.BE
V I SI E
NZO-directeur Oscar Meuffels maakte de nieuwe visie van de zuivelorganisatie vorige maand bekend tijdens het zuivelsymposium. (Foto: Michel Campfens)
Nieuwe visie NZO:
Samen duurzaam en economisch gezond Na een uitvoerige raadpleging onder haar leden heeft de NZO een nieuwe visie voor de komende jaren opgesteld. De zuivelorganisatie streeft naar een sector die floreert, die met respect voor mens, dier en milieu presteert en die alom wordt gewaardeerd. Tekst: René van Buitenen
Een duurzame en economisch gezonde sector, is het streven van de Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO). De brancheorganisatie van de zuivelindustrie in Nederland spreekt die doelstelling uit in een nieuwe visie. Die werd vorige maand bekendgemaakt na afloop van het jaarlijkse zuivelsymposium van de NZO in Den Haag. De nieuwe visie (‘Zuivelperspectief 2030: Samen duurzaam en Economisch gezond’) is het resultaat van de strategische heroriëntatie die de leden van de
10
ZuivelZicht augustus 2019
NZO de afgelopen tijd hebben uitgevoerd. De dertien aangesloten zuivelondernemingen willen met de nieuwe visie inspelen op de veranderende omstandigheden in de markt en de maatschappij. De nieuwe visie is voor hen reden geweest het lidmaatschap van de NZO opnieuw te bevestigen.
Draagvlak De zuivelbedrijven hebben een vitale sector voor ogen die duurzaam produceert en die maatschappelijke waarde-
ring ontvangt. Om dat te bereiken wil de NZO de verduurzaming van de sector versterken. Daarom wil zij de Duurzame Zuivelketen onderbrengen bij ZuivelNL, de ketenorganisatie van de Nederlandse zuivelsector. De Duurzame Zuivelketen is nu nog een initiatief van de NZO en LTO Nederland samen. Als het aan de zuivelorganisatie ligt worden dus ook andere partijen in staat gesteld aan te haken bij het initiatief. “Zo vergroten we het draagvlak en stellen we alle organisaties in de keten in staat een bijdrage te
V I SI E
leveren aan de verduurzaming”, staat in het visiedocument.
Agenda Om haar intenties kracht bij te zetten heeft de NZO ook een zogenoemde uitvoeringsagenda opgesteld. Die is erop gericht dat de sector die zich op gezonde wijze ontwikkelt binnen de milieugrenzen. Het grondgebonden karakter van de melkveehouderij staat daarbij centraal. Ook de plannen om de uitstoot van broeikasgassen te reduceren, zoals opgenomen in het Klimaatakkoord, staan op de agenda. De NZO wil ook maatregelen stimuleren om de emissies van ammoniak en stikstof terug te dringen. Onderwerpen als behoud van de derogatie en het behoud van de biodiversiteit staat ook op de agenda, net als de thema’s diergezondheid en dierwelzijn. “We willen intensiever samenwerken met andere organisaties in de keten. Zo benutten we optimaal de kansen die onze sector heeft om zich duurzaam te ontwikkelen. Wij zien onszelf als een belangrijke speler in de zuivelketen. Daarom gaan we ons ook bezighouden met onderwerpen die onze belangen indirect raken, zoals een gezonde en beheerste ontwikkeling van de melkproductie binnen de milieugrenzen, de biodiversiteit en het dierenwelzijn.” De NZO stelt in haar visie dergelijke onderwerpen te willen oppakken in nauw overleg met andere partijen en met respect voor ieders individuele verantwoordelijkheid.
Rendabele melkveebedrijven In de nieuwe visie spreekt de NZO uit dat zij de economische positie van de melkveehouderij wil versterken. Het
‘We willen intensiever samenwerken met andere organisaties in de keten’
gaat daarbij vooral om de kostprijs van de melkproductie. De NZO zegt geen directe invloed te hebben op de kostprijs van het individuele melkveebedrijf, maar verwacht zich wel te kunnen inzetten voor een beter verdienmodel voor de melkveebedrijven, bijvoorbeeld door maatregelen die leiden tot extra kosten voor de sector, proberen te verlichten. “Wij hebben baat bij gezonde en rendabele melkveebedrijven, die in staat zijn te investeren in een duurzame melkproductie die maatschappelijk gewaardeerd wordt. Dit stelt ons in staat om de maximale waarde uit onze producten te halen”, legt de NZO uit.
Campagne De brancheorganisatie kondigt in de visie ook een meerjarige campagne aan om de sector breed onder de aandacht te brengen bij het voetlicht brengen bij het publiek. Overheden, marktpartijen, maatschappelijke organisaties en ook burgers spreken de NZO-leden steeds vaker aan op hoe zuivelproducten tot stand komen. “Daar willen we graag over vertellen.”
Kwaliteit Tegelijkertijd houdt de NZO haar focus op de huidige kernactiviteiten, waaronder het bewaken van de hoge kwaliteit van Nederlandse zuivelproducten. “Onze producten zijn van topkwaliteit en worden wereldwijd gewaardeerd. Om onderscheidend te blijven nemen we waar nodig het initiatief om de kwaliteit nog verder te verbeteren. Als daarvoor extra inspanningen in de keten nodig zijn, gaan we daarover in gesprek met onze partners.” Ook wil de NZO de voedingswaarde van zuivel blijven benadrukken en de internationale marktpositie van haar leden verder versterken. Daarbij zal het accent liggen op het bevorderen van een open markt, waar de in- en uitvoer van zuivelproducten ongehinderd kan doorgaan. De nieuwe visie is gericht op de komende tien jaar, maar zal van tijd tot tijd worden geëvalueerd en aangepast afhankelijk van de omstandigheden in de markt en de maatschappij. engineered wood products
www.vidarwood.com
V I SI E
Voorzichtig optimisme én vraagtekens na pilot
Grondgebonden melkproductie lijkt haalbaar in de Achterhoek Eén pilot zegt niet alles en ja, er zullen nog miljoenen liters melk vloeien voordat elk melkveebedrijf aan de normen kan voldoen. Evengoed werden de uitkomsten van het eerste proefproject naar grondgebonden melkproductie onlangs voorzichtig positief ontvangen. Tekst: Johan Oltvoort
Bijna de helft (47 procent) van de melkveebedrijven in de WestAchterhoek voldoet aan de belangrijkste normen voor grondgebonden melkveehouderij. Dat betekent concreet dat ze maximaal tien koeien per hectare (weide)grond hebben en dat ze minimaal 65 procent van de eiwitbehoefte van hun vee van eigen land halen. Aan dat eerste criterium voldoen zelfs negen van de tien bedrijven in het pilotgebied. Slechts 4 procent van de in totaal 326 melkveebedrijven voldoet aan geen van beide criteria. Wat zeggen dergelijke cijfers over de haalbaarheid van grondgebonden melkproductie? Dat is precies wat de opdrachtgevers – LTO, NZO en ZuivelNL – wilden weten. In het voorjaar van 2018 kwam een speciale commissie in hun opdracht met een advies voor ‘Grondgebondenheid als basis voor een toekomstbestendige melkveehouderij’. Vanaf het begin was duidelijk dat de ene melkveehouder moeiteloos aan de criteria zou kunnen voldoen, terwijl het voor een ander onuitvoerbaar zou lijken. Uit de West-Achterhoek, een gebied dat ondanks de aanwezigheid van steden als Zutphen en Doetinchem sterk agrarisch is georiënteerd, kwamen de eerste kritische vragen. Dat leidde niet lang daarna tot een regionaal pilotproject. Wageningen Economic Research en het Kadaster kregen de opdracht na te gaan in hoeverre melkveehouders in het
12
ZuivelZicht augustus 2019
betreffende gebied grondgebonden werken en welke manoeuvreerruimte er is om in de komende jaren de gestelde doelen te halen. In juli werden de resultaten van de pilot gepresenteerd.
Kavelruil en buurtcontracten Tussen 2007 en 2017 nam het aantal bedrijven in de West-Achterhoek met een kwart af. De bijbehorende grond werd grotendeels overgenomen door andere boeren. Die breidden niet alleen hun grond uit, maar zorgden ook voor een forse groei (plus 44 procent) van het aantal melkkoeien. Die intensivering staat haaks op het streven naar kringlooplandbouw en grondgebonden produceren, zowel qua aanvoer van eiwitrijk voer als het aantal koeien per hectare agrarische cultuurgrond rond het bedrijf (huiskavel). Willem Jan Sanders, een van de onderzoekers namens het Kadaster, ziet mogelijkheden om het tij te keren: “Er zijn allerlei knoppen waar je aan zou kunnen draaien. Deels zit ‘m dat in de bedrijfsvoering van de boer. Die kan het aandeel eiwit van eigen land misschien nog vergroten. Maar je kunt het veel breder trekken. Door kavelruil kunnen veldkavels veranderen in huiskavels. We zien onder meer dat er door bedrijfsbeëindiging en -verplaatsing nog flink wat ruimte beschikbaar is. Door provinciale grondbanken en een overzichtelijk subsidiesysteem op te
tuigen, zou je snel slagen kunnen maken.”
Aap op de schouder Sanders schetst een nog breder perspectief door energie, klimaat, ruimtelijke ordening en waterbeheer bij de kwestie te betrekken. “Er liggen mogelijkheden om huiskavels uit te breiden en daardoor sneller binnen de normen te vallen. Bij herinrichting van gebieden is een oversteekplaats of een koetunnel misschien opeens wél mogelijk en kun je je huiskavel uitbreiden. Andere partijen willen echt wel meedenken. Bijvoorbeeld de provincie, die heeft ook een aap op de schouder zitten qua milieudoelen, die moet daar wat mee.” Wat als een veehouder het liever negeert? Sanders: “Sommige bedrijven zijn er niet mee bezig. Dat is niet fout, dat is alleen anders. Elk bedrijf mag z’n eigen filosofie en eigenheid hebben.” Wil Meulenbroeks, voorzitter van de landelijke LTO-vakgroep Melkveehouderij, nuanceert dat beeld: “Je hebt toch te maken met overheidsbeleid en met marktbeweging. Reageer je daar niet op, dan mis je mogelijk de slag. De tijd dat je als boer een hoeveelheid ‘witte vloeistof’ afleverde en er daarna nooit meer iets van hoorde, is wel voorbij. Ik zou zeggen: zie de veranderingen als een kans. Het is een koers waar je als bedrijf op kunt inspelen. Vanuit LTO hebben we het ministerie gevraagd om deze
V I SI E
In de sterk agrarisch georiënteerde West-Achterhoek is al bijna de helft van de melkveebedrijven grondgebonden. Voor de bedrijven die dat nog niet zijn, blijken er voldoende mogelijkheden om op den duur aan de nieuwe criteria voor grondgebondenheid te kunnen voldoen. (Foto: Joppe Fotografie)
richting te ondersteunen. De minister nam grondgebondenheid niet op in haar klimaatvoorstel, maar wel verwante maatregelen.”
Nieuwe pilots Vanuit de LTO-bestuurders klinkt door dat ze met de pilotresultaten het land in willen. Om tafel met boeren, overheden, waterschappen en andere organisaties. Een deel van de aanwezige veehouders vraagt zich af of deze pilot voldoende representatief is: “In de Peel is de situatie totaal anders qua bedrijfsgrootte, grondsoort enzovoorts. Wat heb je er dan aan?” Senior onderzoeker Theo Vogelzang, die namens Wageningen Economic Research aan het onderzoek meewerkte, onderkent het probleem. “Er is veel voor te zeggen om de pilot verspreid over het land te herhalen”, vindt hij. “De onderzoeksmethodiek is overal toepasbaar en met de resultaten op zak kun je maatwerk leveren.” Waarom is dat belangrijk? Vogelzang: “De problemen én de kansen kunnen per regio variëren. Is bijvoorbeeld de vereiste 20 kilometer-
begrenzing van samenwerkingsverbanden op sommige plaatsen te krap?” De cruciale vraag aan de melkveehouders is wel overal hetzelfde, vindt de onderzoeker: “Ben je in staat om mee te bewegen, als de kansen zich voordoen? Het kan gebeuren dat Brussel grondgebondenheid in het beleid opneemt. Of dat zuivelproducenten extra gaan betalen voor melk van boeren die de normen voor grondgebondenheid halen. Kun je dan op tijd bijsturen?”
Zolder De eindrapportage over de pilot werd in juli gepresenteerd in het dorpshuis van Keijenborg, middenin het pilotgebied. Het gebied ook waar de leden van de klankbordgroep wonen: melkveehouders die op verzoek van de LTO-
‘Er is veel voor te zeggen om de pilot verspreid over het land te herhalen’
vakgroep melkveehouderij meedachten en -praatten. Die de qua grondeigendom versnipperde streek goed kennen en die weten waar wegen en sloten de kavels doorkruisen. Die bovendien begrijpen dat duurzaamheidsdoelen bij moderne bedrijfsvoering horen, maar voor sommige collega’s ook de reden voor bedrijfsbeëindiging kunnen zijn. Tijdens de pilotpresentatie deden de sprekers hun best om schrikbeelden bij voorbaat te tackelen. “We springen gelukkig niet vanuit de kelder in één keer naar de zolder”, aldus LTO-voorzitter Meulenbroeks. “Het is een richting. Deze kant willen we de komende jaren op.” Hij krijgt bijval van melkveehouder en LTO-regiobestuurder Henk Jolink, woonachtig in de West-Achterhoek: “Wat vandaag niet kan, kan morgen misschien wel. Boeren denken vaak in generaties. Als je als boer bij de groep hoort die nu nog niet aan de normen voldoet en die het ook moeilijk kan realiseren, bedenk dan dat dit niet om een afgedwongen, generieke maatregel gaat. In de loop der tijd komt misschien de juiste kans voorbij. Ik zie het als mooi maatwerk.”
ZuivelZicht augustus 2019
13
V I SI E
Directeur Jan Willem Erisman van het Louis Bolk Instituut:
‘Het verdienmodel in de zuivel moet veranderen’ Als kenniscentrum voor duurzame landbouw, voedsel en gezondheid is het Louis Bolk Instituut actief in de melkveesector. Directeur Jan Willen Erisman heeft een uitgesproken visie op de ontwikkeling van de sector. Een melkveehouder produceert niet alleen grondstof voor zuivel, hij levert ook waardevolle maatschappelijke diensten, zoals natuur- en landschapsbeheer en biodiversiteit. Tekst: Bert Kleiboer
In de Duurzame Top 100 van dagblad Trouw staat Jan Willem Erisman op 41. Die waardering krijgt hij voor het werk van het Louis Bolk Instituut, dat hij leidt sinds 2012.
Melkveehouders die bezig zijn met duurzaamheid komen de naam Louis Bolk steeds vaker tegen. Het instituut is betrokken bij projecten en praktijkproeven gericht op onder meer bodem-
vruchtbaarheid, nieuwe eiwitrijke (voeder)gewassen, weidevogelbeheer en oplossingen voor het veenweidegebied. Het grootste wapenfeit van Erisman in de zuivelsector is de ontwik-
Jan Willem Erisman: “Boeren willen best investeren, als ze maar weten waar ze moeten staan over twintig jaar.” (Foto: Ton Kastermans Fotografie)
14
ZuivelZicht augustus 2019
V I SI E
keling van het kader voor de biodiversiteitsmonitor, die FrieslandCampina, Rabobank en het Wereld Natuur Fonds gezamenlijk hebben geïntroduceerd.
Systeembenadering Kenmerkend voor het Louis Bolk Instituut is de systeembenadering. Duurzaamheidsissues zijn geen randvoorwaarden, maar een volwaardig onderdeel van het systeem én het verdienmodel, legt Erisman uit. “Wij staan voor een integrale benadering.” Hij hanteert voor duurzaamheid de volgende definitie: genoeg van alles voor iedereen, voor altijd. Daarbij zit de crux in ‘alles’. Ook de kwaliteit van lucht, water en bodem, biodiversiteit en het welbevinden van mens en dier vallen daar onder. Volgens deze definitie zijn de melkveeen zuivelsector niet duurzaam, stelt Erisman. Hij haast zich daarbij te zeggen dat hij niemand de schuld in de schoenen wil schuiven. “Melkveehouders en de zuivelindustrie hebben invulling gegeven aan wat van ze werd gevraagd: een efficiënte productie van voedsel. Dat hebben ze op een geweldige manier gedaan, met een hoge productie per koe, een grootschalige gestandaardiseerde productie en een hoge standaard voor voedselveiligheid.” “Iedereen merkt dat we tegen de grenzen zijn aangelopen. Daarom nemen we efficiëntieverhogende maatregelen, met nog betere garanties voor voedselveiligheid, meer oog voor het milieu en biodiversiteit. Maar daarmee proberen we de consequenties te minimaliseren. De opdracht is nog steeds hetzelfde om te groeien in productie.”
Integrale aanpak “We hebben een situatie gecreëerd met specialisten op elk terrein. Iedereen is knap op zijn eigen dossier. Er is geen integrale aanpak. De consequentie is dat ondernemers dossier voor dossier nieuwe regels en verordeningen over zich heen krijgen. Vorig jaar was dat de fosfaatwet. Nu is stikstof weer het probleem, door het PAS-dossier, daarna volgt het Klimaatakkoord. Wat krijgen
we volgend jaar? Biodiversiteit? Die onzekerheid werkt verlammend.” “De sector heeft in de eerste plaats duidelijke kaders nodig. Wij zeggen: koppel al die dossiers aan een integrale benadering. Boeren willen best investeren, als ze maar weten waar ze moeten staan over twintig jaar. En als ze ruimte krijgen om zelf maatregelen te nemen.”
Twee richtingen “Ik zie twee richtingen: hoogtechnologisch en hoog-natuurinclusief. Ik denk dat die stromen naast elkaar kunnen bestaan. Er blijft ruimte voor een aantal turboboeren die in staat zijn binnen de milieugrenzen een hoge productie te realiseren en daar een inkomen uit te halen. Wij voelen het meest voor de natuurinclusieve route. Daarin produceert een melkveehouder niet alleen grondstof voor zuivel, hij levert ook een aantal waardevolle maatschappelijke diensten, zoals natuur- en landschapsbeheer en de versterking van biodiversiteit. Ik hoop dat we melkveebedrijven die een actieve rol in het beheer van het landschap spelen kunnen behouden en dat die voor hun maatschappelijke diensten een faire beloning krijgen.” “Zuivelbedrijven hebben een belangrijke rol, omdat ze melkveehouders veiligheid en zekerheid kunnen bieden. Daar hebben boeren behoefte aan. Samen kunnen ze een beweging in gang zetten. Dat zie je gebeuren met de bijzondere melkstromen op basis van keurmerken zoals PlanetProof en het Beter Leven keurmerk.” “We worden in Nederland gelimiteerd in de productie. We moeten het gebruik van externe middelen verminderen. We importeren nu krachtvoer uit Brazilië en Noord-Frankrijk, exporteren vlees en melk en houden de restproducten zelf. Dat werkt niet meer.” “Dat betekent niet per se minder vee. In
‘Vanuit duurzaamheid hebben we meer diversiteit nodig’
Onafhankelijk kenniscentrum voor duurzame landbouw Het Louis Bolk Instituut is opgericht in 1976 als onderzoeksorganisatie. Aanvankelijk richtte de organisatie zich op gezondheid, al snel werd dat uitgebreid naar biologisch-dynamische landbouw en voeding. De organisatie begon vanuit een antroposofische en biologisch-dynamische achtergrond. Tegenwoordig profileert het instituut zich breder. “80 tot 90 procent van ons advieswerk voeren we uit in de gangbare landbouw en gezondheidszorg”, zegt directeur Jan Willem Erisman. “Wat wij doen, is het toepasbaar maken van onze kennis van alternatieve landbouw voor de mainstream.” Het Louis Bolk Instituut is een stichting en heeft een driekoppige Raad van Toezicht onder leiding van voormalig staatssecretaris en CDA-politicus Pieter van Geel.
veel politieke discussies is inkrimpen van de veestapel een doel op zich, maar ik houd niet van dogma’s. Misschien gaan we met een minder intensieve productie wel méér dieren houden.” “Wat wel duidelijk is, is dat het verdienmodel van de zuivelsector moet veranderen.”
Nieuwe verdienmodellen “Vanuit duurzaamheid hebben we meer diversiteit nodig. Dat moeten we ook verwerken in nieuwe verdienmodellen, op basis van een ander type producten. Ik ken voorbeelden van kaasmakers die regionale streekproducten voor meer dan € 30 per kilo verkopen. Daar is vraag naar, niet alleen in boerderijwinkels en streekmarkten.“ “Het is niet realistisch om een kaasnotering van € 30 te verwachten, maar € 5 zou toch mogelijk moeten zijn?” “We produceren in Nederland 14 miljard liter melk. Er gaat 2 miljard liter melk in babyvoeding met hoge marge en 5 miljard in kaas met voldoende marge, maar een groot deel van de rest verkopen we als bulkproduct onder de kostprijs. Ik wil niet terug naar voedseltekorten, maar we merken dat te veel ook niet goed is. Een zekere schaarste is economisch interessant. Misschien is het niet zo erg om minder melk te produceren.”
ZuivelZicht augustus 2019
15
B E D R I JF
Joint venture met Amerikaanse coöperatie Land O’Lakes
Agrifirm exploiteert kennis op grootste zuivelmarkt ter wereld China ontwikkelt zich tot de grootste zuivelconsumptiemarkt ter wereld en wil minder afhankelijk worden van import. Het Nederlandse Agrifirm en het Amerikaanse Land O’Lakes zien kansen. In de joint venture Agrilakes gaan ze moderne voeders en kennis verkopen aan grote Chinese melkveebedrijven. Tekst: Bert Kleiboer
Zelfs op grote professionele melkveebedrijven in China blijft de melkproductie per koe steken op 6.400 liter, vertelt ceo Dick Hordijk van Agrifirm. In Europa en Noord-Amerika zijn er bedrijven die het dubbele halen. “Je kunt je voorstellen dat er een enorme behoefte is aan knowhow.” Dat is in een notendop de businesscase van Agrilakes, de joint venture van het Amerikaanse Land O’Lakes en Royal Agrifirm Group, die diervoeders en kennis gaat leveren aan melkveebedrijven.
Coöperaties trekken samen op Land O’Lakes en Royal Agrifirm Group kondigden eind juni de oprichting en financiering aan van de joint venture Agrilakes. Hun gezamenlijke dochter gaat diervoer produceren voor de melkveebedrijven in China. Agrifirm, met een omzet van ongeveer € 2 miljard, is hoofdzakelijk actief in onder meer diervoeding en teelt van gewassen. Land O’Lakes is een coöperatie in de Verenigde Staten en is eveneens groot in diervoeding en gewasteelt. Anders dan Agrifirm is de Amerikaanse coöperatie daarnaast ook producent van consumentenvoeding, waaronder zuivel. Het zuivelbedrijf is niet betrokken bij de joint venture. Met een jaaromzet van $ 15 miljard in 2018 is Land O’Lakes een van de grootste coöperaties van de Verenigde Staten. Het hoofdkantoor staat in Arden Hills, Minnesota.
16
ZuivelZicht augustus 2019
Voor de samenwerkende partijen vormt Agrilakes een aanvulling op bestaande activiteiten in de grootste economie van Azië. De Amerikanen zijn er al aanwezig als leverancier en adviseur voor de teelt van voedergewassen op melkveebedrijven. Ze willen uitbreiden naar het produceren en leveren van diervoederproducten. De ervaring leert dat het zetten van zo’n grote stap in China gemakkelijker gaat met een lokale partner. Die lokale partner is LVSAI, een volledige dochter van Agrifirm. De Nederlandse coöperatie is al twintig jaar actief in China, vertelt Hordijk. LVSAI produceert en verkoopt ingrediënten, additieven, premixen en voeding voor jonge dieren. Het bedrijf heeft twee fabrieken en een team van 170 mensen in China. Tot nu toe produceren deze uitsluitend voor de varkenshouderij. De samenwerking met Land O’Lakes is voor Agrifirm een uitgelezen kans om de Chinese activiteiten te verbreden naar de melkveehouderij. De joint venture gaat premixen en andere diervoederingrediënten produceren voor rundvee. Er komt een nieuwe fabriek, nabij de productielocatie van de Agrifirm-dochter in Tianjin, de grote havenstad in het noordoosten van land. Hordijk verwacht dat de zuivelmarkt in China de komende jaren hard blijft groeien. “Als de welvaart groeit, neemt ook de vraag naar hoogwaardige
voedingsmiddelen zoals zuivel toe. Dat zie je in elke economie die zich ontwikkelt. Op dit moment heeft China een middenklasse van 350 miljoen consumenten en dat aantal wordt alleen maar groter. De verwachting is dat China de Verenigde Staten zal passeren als de grootste markt voor zuivelconsumptie ter wereld.”
Trump In China is de rol van de overheid doorslaggevend voor de kansen. Wat dat betreft staan de seinen op groen, meent Hordijk. Er is een politiek belang om de groeiende middenklasse tevreden te stellen met goede en betaalbare zuivel. “De overheid stimuleert de binnenlandse productie. Het handelsconflict met het Amerika van Trump sterkt ze alleen maar daarin. De beschikbaarheid van voedsel blijkt namelijk niet vanzelfsprekend als je afhankelijk bent van een land met een leider met wie je niet door één deur kunt.” China wil minder afhankelijk worden van importen en wil de kostprijs van de binnenlandse productie verlagen. Hordijk: “De oplossing ligt in een hogere productie per koe en een betere voerbenutting. Die kennis hebben wij in Nederland.”
Groeipotentieel Agrilakes richt zich op middelgrote en
B E D R I JF
De Chinese overheid zal volgens Agrifirm-topman Dick Hordijk de binnenlandse zuivelproductie hoe dan ook stimuleren. “Die ontwikkeling is niet te stoppen.” (Foto: Ruud Ploeg)
grote melkproductiebedrijven, daar ligt het groeipotentieel. “Nu staat nog de helft van de koeien in China op kleine tot zeer kleine bedrijfjes. Wij verwachten dat dit snel verandert”, zegt Hordijk. “We zien dat kleinschalige melkveehouders onder druk staan door de strengere milieueisen. Vooral de eisen aan mestverwerking en waterkwaliteit worden flink opgeschroefd. Grotere bedrijven kunnen daar beter op inspelen. We denken dat de schaalvergroting zal versnellen, nu de wetgeving ruimte biedt aan private ondernemingen.
Vroeger stonden de grootschalige landbouwbedrijven onder controle van de staat.” Een middelgroot melkveebedrijf telt in China al snel vijfhonderd koeien, grote bedrijven kunnen wel meer dan 10.000 stuks melkvee op stal hebben. Agrifirm en Land O’Lakes vullen elkaar aan. De Nederlanders zijn experts in voerbenutting en het ontwikkelen van veevoeradditieven, de Amerikanen hebben de ervaring met grootschalige landbouwbedrijven.
Export babyvoeding
Agrilakes richt zich op middelgrote en grote bedrijven, daar ligt het groeipotentieel
Naast kostprijs en milieu staat ook voedselveiligheid op de politieke agenda. Dat werd in 2008 een groot issue na het voedselschandaal met melamine in babyvoeding. Sindsdien is babyvoeding een lucratief exportproduct voor onder meer de Nederlandse zuivelindustrie. Is Hordijk niet bang dat hij dit exportbelang in gevaar brengt? “Het grootste
deel van de buitenlandse zuivel komt uit Nieuw Zeeland en de VS. Van de Nederlandse export gaat slecht 3 procent naar China. Of de activiteiten van Agrilakes invloed hebben op de Nederlandse export kan ik niet inschatten. China gaat hoe dan ook de binnenlandse productie stimuleren. De ontwikkeling is niet te stoppen.” Het is in elk geval voor Agrifirm geen argument om weg te blijven. De buitenlandse groei past in de internationale strategie van de coöperatieve onderneming. Hordijk maakt onderscheid tussen de kernactiviteiten en de overige investeringen, waaronder de buitenlandse bedrijven. De kernactiviteiten zijn gericht op de leden en moeten marktconform presteren. De rest moet bijdragen aan de winst. Het exploiteren van waardevolle kennis is dus in het belang van de leden, stelt hij. “Als wij in China een mooie winst maken, gaat de ledenuitkering omhoog.”
ZuivelZicht augustus 2019
17
B E D R I JF
Ieren investeren in post-brexittijdperk
Glanbia wil minder afhankelijk worden van Britse markt Het Verenigd Koninkrijk is bijna vanzelfsprekend de voornaamste afnemer van Ierse zuivelproducten. Vanwege de brexit wil ’s lands grootste zuivelbedrijf, Glanbia, minder afhankelijk worden van de Britse afzetmarkt. Tekst: Hermann-Josef Martin
Het Ierse zuivelconcern Glanbia levert zijn producten aan meer dan vijftig landen. Vanzelfsprekend is buurland het Verenigd Koninkrijk de voornaamste
afnemer. Glanbia is er de grootste buitenlandse aanbieder van cheddar en boter. De afzet van deze producten verloopt voornamelijk via Ornua, het
bedrijf dat de export van Ierse zuivelondernemingen verzorgt. Hoewel de exportorganisatie de laatste jaren steeds meer kaas en boter onder de merkna-
Via onder meer dochterbedrijf Southwest Cheese in de Verenigde Staten tracht Glanbia haar afhankelijkheid van de Britse markt te verminderen. (Foto’s: Glanbia)
18
ZuivelZicht augustus 2019
B E D R I JF
Glanbia levert weidezuivel in de VS
Cheddar gemaakt van weidemelk bedoeld voor de Amerikaanse markt.
men Pelgrims Choice en Kerrygold in het Verenigd Koninkrijk wist te af te zetten, komt die exportpositie in gevaar bij een brexit. Dan zal Ierland moeten betalen om haar producten in het Verenigd Koninkrijk te krijgen. Volgens berekeningen van de nationale zuivelindustrie Dairy Industry Ierland, leveren de importtarieven de Ierse zuivelsector naar verwachting straks een last op van circa € 400 miljoen. Gezien haar belang in het Verenigd Koninkrijk zal een groot deel daarvan Glanbia treffen. De onderneming sorteert dan ook al enige tijd voor op de brexit. Om de melk van de veehouders die bij de coöperatie Glanbia zijn aangesloten (voor 60 procent eigenaar van het concern) rendabel te kunnen blijven verwerken, zoekt Glanbia alternatieven.
Mozzarella Zo werden vorig jaar zomer de banden nauwer aangehaald met de Amerikaanse kaasproducent Leprino Foods, met wie Glanbia al samenwerkt. Zij bouwen gezamenlijk in Ierland nabij Cork een fabriek voor de productie van mozzarella. Die fabriek krijgt een capaciteit van 45.000 ton. De kaas is voornamelijk bestemd voor de afnemers in andere EU-lidstaten. Glanbia en Leprino hebben voor het € 130 miljoen kostende project de joint venture Glanbia Cheese EU opgericht. De overheid draagt bij in de kosten. Met deze fabriek speelt Glanbia in op het scenario dat haar mozzarellabedrijf in het Verenigd Koninkrijk in de problemen komt na de brexit, omdat afnemers het duurdere Britse product links laten liggen en de voorkeur geven
aan mozzarella uit de overgebleven EU-lidstaten. In het Verenigd Koninkrijk heeft Glanbia een belang van 51 procent in Glanbia Cheese UK, de grootste producent van mozzarella in Europa. De andere aandelen in deze firma zijn eigendom van Leprino Foods. Glanbia Cheese UK produceert voor pizzafabrikanten in meer dan twintig verschillende landen, voornamelijk in de Europese Unie.
Nieuwe droogtoren Glanbia breidt ook haar melkpoederfabriek in Belview in het zuidoosten van Ierland uit. Dit voorjaar is er een derde droogtoren gebouwd en ook wordt er een nieuwe productielijn voor zuigelingenvoeding geïnstalleerd. Als alle geplande uitbreidingen in de fabriek zijn afgerond, kan Glanbia in de fabriek wekelijks 32 miljoen liter melk verwerken.
Kaasfabriek In Belview is ook de bouw van een nieuwe kaasfabriek gepland, die vanaf 2022 jaarlijks 450 miljoen liter melk zal verwerken tot halfharde kazen. Glanbia werkt daarvoor samen met Royal A-ware. De melk wordt exclusief geleverd door melkveehouders van
De brexit bezorgt de Ierse zuivelsector naar verwachting een extra last van circa € 400 miljoen
Onder de naam Truly Grass Fed biedt Glanbia sinds vorig jaar een aantal producten van gmo-vrije weidemelk aan op de Amerikaanse markt. De zuivellijn concurreert daarmee met het assortiment weidemelkproducten dat de Ierse zuivelindustrie via Ornua onder de naam Kerrygold naar de Verenigde Staten exporteert. Volgens Ornuadirecteur John Jordan is de Amerikaanse markt echter groot genoeg voor twee vergelijkbare Ierse producen met een zelfde claim. Glanbia levert sinds 2016 producten van weidemelk onder de naam Truly Grass Fed op de Ierse thuismarkt. De melk is afkomstig van 4.500 melkveebedrijven uit het zuidoosten van Ierland. Daar lopen de koeien jaarlijks minimaal driehonderd dagen buiten.
Glanbia Ierland; de kaas wordt wereldwijd verkocht. De samenwerking met Royal A-ware stelt Glanbia volgens topman Jim Bergin in staat een stateof-the-artfabriek te bouwen en het assortiment zuivelproducten te verbreden. Met de bouw van de fabriek is een gezamenlijke investering gemoeid van € 140 miljoen. Volgens de ceo past de samenwerking met het Nederlandse familiebedrijf in de brexitstrategie van Glanbia. “We hebben nu een partner op het vasteland van Europa wat ons de mogelijkheid geeft om wereldwijd andere afzetmarkten in te benaderen.” In het kader van die koers probeert Glanbia haar positie ook buiten Ierland te versterken. Eerder werd de bouw van een nieuwe kaasfabriek in Michigan, Amerika, aangekondigd. Daarvoor is een overeenkomst gesloten met Dairy Farmers of America en Select Milk Producers. Met deze twee coöperaties bezit Glanbia al het kaasbedrijf Southwest Cheese Company in Michigan. De nieuwe overeenkomst voorziet in de verwerking van 3,6 miljoen liter melk per dag. Onder de technische en operationele leiding van Glanbia willen de partners er (via een aparte joint venture) jaarlijks 135.000 ton kaas en 9.300 ton wei-eiwitten produceren.
ZuivelZicht augustus 2019
19
B E D R I JF
Vooral in Oost-Europa meer productiecapaciteit
Kaasbedrijf Hochland groeit vooral buiten eigen thuismarkt Het Duitse kaasbedrijf Hochland breidde de afgelopen jaren zijn buitenlandse activiteiten gestaag uit, met name in het oosten van Europa. Daarnaast ziet het familiebedrijf uit Beieren de kaasverkoop jaar na jaar toenemen. Tekst: Hermann-Josef Martin
Het Duitse zuivelbedrijf Hochland publiceerde onlangs de cijfers over 2018. Dat bleek een prima boekjaar voor het Beierse familieconcern dat tot de toonaangevende kaasfabrikanten in Europa wordt gerekend. Hochland bezit veertien fabrieken in zeven landen en heeft wereldwijd zo’n 4.850 werknemers. Die zorgden in 2018 voor een omzet van € 1,49 miljard (een plus van 3,1 procent). Daarmee is Hochland de nummer vier van de Duitse zuivelindustrie, na DMK, Müller en Hochwald. Het resultaat uit gewone bedrijfsoefening steeg nagenoeg in dezelfde orde van grootte en kwam uit op € 65,5 miljoen.
Foodservice De groei van Hochland was grotendeels toe te schrijven aan de toegenomen activiteiten van de divisie Food Service, die 14 procent meer omzette. Vooral de dochterondernemingen in Rusland en de Verenigde Staten hebben daar aan bijgedragen. Hochland kocht enkele jaren geleden in de Verenigde Staten de onderneming Franklin Foods die gespecialiseerd is in de productie en verkoop van verse kaas voor de retail en het foodservicekanaal. Voor het zesde jaar op rij slaagde de uit 1927 stammende onderneming er in om de kaasverkoop te laten stijgen. De
20
ZuivelZicht augustus 2019
De aanvoer van melk bij de Roemeense vestiging van Hochland in Sovata nam de laatste twee jaar sterk toe. (Foto: Hochland)
groep zette vorig jaar 362.900 ton kaas op de internationale markt af, een toename van ruim 4 procent. Hochland heeft de ambitie om de verkoop op te voeren naar 400.000 ton. Die mijlpaal moet volgend jaar bereikt worden.
Investeringen Om de beoogde groei te bewerkstelligen heeft Hochland in 2018 een bedrag van
Hochland heeft de ambitie om de kaasverkoop op te voeren naar 400.000 ton
€ 80 miljoen geïnvesteerd – een aanmerkelijk groter bedrag dan wat Hochland de laatste jaren voor investeringen beschikbaar had. Met het geld zijn ‘substantiële projecten voor herschikking en het veiligstellen van de toekomst’ gefinancierd. Het gaat om de uitbreiding en modernisering van de fabrieken die zijn ondergebracht bij dochterondernemingen in Duitsland, Rusland, Polen en Roemenië. Hochland Deutschland investeerde in uitbreiding en flexibilisering van de twee zuivelfabrieken in Beieren (in Schongau en Heimenkirch) die gespecialiseerd zijn in de productie van roomkaas en harde en halfharde kaas. Daarnaast heeft de Duitse dochteronderneming een onderzoek uitgevoerd
B E D R I JF
voor het Franse zuivelbedrijf Fromagerie Henri Hutin, dat ook deel uitmaakt van het Hochland-concern. Op basis van deze analyse wil Hochland het Franse bedrijf aanpassen aan veranderingen in de markt voor zachte kaas en de fabriek voorzien van passende, toekomstgerichte technologieën.
voornamelijk snijkaas van het type Tilsiter wordt geproduceerd) overgenomen. Deze vestiging is inmiddels gemoderniseerd en naar verwachting zal Hochland later dit jaar daar beginnen met de productie van snijkaas onder het merk Grünländer.
Lagere prijzen Polen In 2018 breidde Hochland ook zijn productiecapaciteit uit in zijn twee Poolse bedrijven in Kázierz en Wegrów. In Wegrów is de verdamper voor de productie van wei en melkpoeder vernieuwd. De Roemeense dochteronderneming investeerde enkele miljoenen in verbetering van de efficiency en in uitbreiding van de productiecapaciteit. Dat was noodzakelijk nadat de fabrieken in Sovata en Sighisoara de laatste jaren veel meer melk te verwerken kregen. De vestiging in Sovata kreeg vorig jaar 20 procent meer melk te verwerken, nadat het productievolume in 2017 al met ruim 30 procent was toegenomen. Hochland bouwt in Sovata ook een nieuw magazijn om grondstoffen, verpakkingen en halffabricaten op te slaan.
Rusland is na Duitsland de belangrijkste markt voor Hochland. 2018 was voor de onderneming daar het beste jaar ooit, met een groeipercentage dat in de dubbele cijfers loopt. De winstgevendheid nam met name toe dankzij de daling van de prijzen voor boerderijmelk, die het afgelopen boekjaar in Rusland met ongeveer 6 procent afnamen. Daardoor waren ook de inkoopprijzen van andere belangrijke grondstoffen zoals room en boter lager. Hochland kon haar producten zodoende tegen relatief lage prijzen aanbieden aan de prijsbewuste Russische consument.
Industriële koeling Highcare Kaasrijping Cleanrooms Airconditioning Maatwerk
In Rusland was 2018 voor Hochland het beste jaar ooit
Russische markt De afgelopen jaren heeft Hochland flink geïnvesteerd in de Russische markt. Nadat in 2011 en 2012 fabrieken waren overgenomen in Raos en Prokhortovka, maakte het concern € 100 miljoen vrij om deze fabrieken te moderniseren. Daardoor was de onderneming in staat haar positie op de Russische markt snel uit te bouwen, zeker toen president Poetin in augustus 2014 de handelsboycot met het Westen afkondigde. Vorig jaar is een begin gemaakt met uitbreiding van de Prokhorovka-fabriek om aan de groeiende vraag naar witte en roomkaas te voldoen. De werkzaamheden zullen naar verwachting in het eerste kwartaal van 2020 worden voltooid. Twee jaar geleden werd in Belinsky, ongeveer 500 kilometer ten zuidoosten van Moskou, nog een kaasfabriek (waar
Duitse markt Minder voorspoedig verging het Hochland in eigen land. Daar daalde de omzet en de winstgevendheid door hevige concurrentie. Noodzakelijke prijsstijgingen zorgden vooral in de eerste helft van 2018 voor een afname van verkopen. Dit jaar vergaat het de onderneming wat beter op de thuismarkt. Recentelijk meldde Hochland weer groei van de omzet. Dat kwam volgens het bedrijf mede door de succesvolle introductie van een nieuw assortiment natuurlijke kaas (Hochland Hofkäse), gemaakt van melk uit de Allgäu-regio. Hochland speelt daarmee in op de groeiende belangstelling van de consument voor oorspronkelijke producten. Die markt groeit in Duitsland volgens de marktonderzoekers van Nielsen hard.
Voets & Donkers ontwikkelt met grote precisie luchtbehandelingssystemen die exact de juiste condities creëren voor kaasrijping.
www.voetsdonkers.nl
B E D R I JF
Veehouders ontvangen bovengemiddelde melkprijs
Hochwald na aanpassingen op koers richting 2020 De weg die het Duitse concern Hochwald is ingeslagen, begint zijn vruchten af te werpen. De leden van de coöperatieve onderneming ontvingen over boekjaar 2018 een bovengemiddelde melkprijs. Dat is conform de doelstelling van het strategisch plan Hochwald 2020. Tekst: Hermann-Josef Martin
Drie jaar geleden legde Hochwald de eerste bouwsteen voor haar strategisch plan Hochwald 2020. De coöperatieve Duitse zuivelonderneming wil zich ontwikkelen van een regionale verwerker van melk tot een internationale, marktgerichte melkspecialist. Het doel van de koers, die destijds instemming kreeg van 96 procent van de leden, is het uitbetalen van een melkprijs die boven het landelijk gemiddelde ligt. Doelstellingen op gebied van maat-
schappelijke verantwoordelijkheid, technologieoptimalisatie, internationalisering en portfolio-ontwikkeling moeten dat streven ondersteunen. Het moet zorgen voor een scherpere focus op activiteiten die daadwerkelijk waarde toevoegen aan de melkverwerking en voor verbetering van het productassortiment. Ook moet de strategie de concurrentiepositie van Hochwald op de internationale markt versterken. Uit de jaarcijfers die Hochwald recente-
lijk publiceerde blijkt dat de strategie zijn vruchten afwerpt. Nadat de leden in 2017 al meer voor hun melk ontvingen dan in het voorgaande jaar, blijkt Hochwald ook over 2018 een hogere prijs uit te betalen aan de veehouders. Waar veel grote spelers in de markt een lagere melkprijs over 2018 betaalden in vergelijking met 2017, keerde Hochwald iets meer uit. De veehouders ontvingen over 2018 een bovengemiddelde melkprijs van 34,5 cent per kilogram (0,6 cent meer in vergelijking met het voorgaande jaar).
Hogere omzet
Bestuursleden en directie van Hochwald gaven samen met landbouwminister Ursula Heinen-Esser van de deelstaat Noordrijn-Westfalen dit voorjaar het startsein voor de bouw van een nieuwe zuivelfabriek in Mechernich. (Foto: Hochwald)
22
ZuivelZicht augustus 2019
De omzet steeg vorig jaar bij Hochwald met 0,7 procent naar € 1,544 miljard. “Het jaar 2018 werd – net zoals het voorgaande jaar – getekend door aanzienlijke volatiliteit”, merkt de onderneming in het jaarbericht op. “Hiervoor waren vooral de verschillen in vet- en eiwitmarkten verantwoordelijk. Voor inmiddels het derde opeenvolgende jaar stonden de eiwitnoteringen op een historisch dieptepunt, terwijl bij de boter vaste prijzen te zien waren.” Ook andere financiële kengetallen verbeterden. Het resultaat uit gewone bedrijfsoefening voor belastingen, rente en aflossingen steeg meer dan 22 procent naar € 59,2 miljoen. Het eigen vermogen verbeterde het afgelopen jaar eveneens. Dat steeg naar € 190,7 miljoen. Daarmee vormt het eigen ver-
B E D R I JF
mogen bij Hochwald inmiddels 33,4 procent van de totale balans. Dat was in het voorgaande boekjaar nog 31,5 procent. Op de Duitse markt zag Hochwald de omzet het afgelopen jaar licht groeien naar € 840,7 miljoen. Daarvan was bijna 20 procent afkomstig van de verkoop van merkartikelen. De merkomzet steeg vorig jaar in Duitsland met ongeveer 10 procent. Het merendeel daarvan betrof de verkoop van producten onder het merk Bärenmarke, waarvoor Hochwald vorig jaar meer reclame maakte, met name online. Circa 45 procent van de concernomzet behaalt Hochwald in het buitenland, voornamelijk in de Europese Unie. De verkopen in Zuidoost-Azië, China stegen; de omzet in Noord-Afrika nam af. Sinds begin dit jaar concentreert Hochwald zich nog meer dan voorheen op snelgroeiende regio’s zoals het Midden-Oosten, Zuidoost-Azië en Latijns-Amerika (Peru).
Nieuwe fabriek Hochwald investeerde het afgelopen jaar volop. In de vestiging in Thalfang werd de bouw van een nieuwe opslagloods voltooid en vonden voorbereidingen plaats voor de installatie van een vierde lijn voor condensmelk. In Bolsward is een start gemaakt met de productie van condensmelk in glazen flessen. In de kaasfabriek Hünfeld werd verder geïnvesteerd in de uitbreiding van capaciteiten.
Bovendien is een begin gemaakt met de bouw van een nieuw productiebedrijf in Mechernich, Noordrijn-Westfalen. Daar moet voor het einde van 2021 een fabriek voor langhoudbare producten staan. Het is de bedoeling de vestiging jaarlijks meer dan 800 miljoen liter melk verwerkt. De rauwe melk zal worden geleverd door circa 1.250 melkveebedrijven die zich de nabijheid van de nieuwe zuivelfabriek bevinden. “We bouwen een moderne en uiterst efficiënte greenfield zuivelfabriek”, aldus topman Detlef Latka. toen hij dit voorjaar de eerste schop de grond in stak op de bouwplaats. De investering (waarmee € 200 miljoen is gemoeid) is naar zijn mening een mijlpaal in de Duitse zuivelsector.
MelkPlus De invoering van het kwaliteits- en duurzaamheidsprogramma MelkPlus was het afgelopen boekjaar ook een mijlpaal, meldt het jaarbericht. De helft van de veehouders die aan Hochwald leveren, neemt inmiddels deel aan het MelkPlus-programma. Dat percentage komt overeen met ongeveer 75 procent van de in coöperatief verband aangeleverde melk. De veehouders die deelnamen aan het programma, ontvangen een toeslag op de melkprijs. Hochwald wil het programma dit jaar verder ontwikkelen.
Verwachtingen De onderneming doet in het jaarbericht
geen concrete uitspraken over de resultaten die van dit lopende boekjaar worden verwacht. Wel constateert het bedrijf dat de melkmarkt een betere start heeft gemaakt “met duidelijk stabielere vooruitzichten dan die van het voorgaande jaar”. Een van de oorzaken hiervan is volgens Hochwald de gematigde ontwikkeling van het melkaanbod, dat zowel in Duitsland als in het Europese Unie in het geheel onder het niveau van vorig jaar ligt. Vanwege de voedersituatie houdt de onderneming voorlopig rekening met lagere melkaanleveringen dan in het voorgaande jaar. Ondertussen blijft Hochwald volgens Latka consequent de doeleinden van het strategisch plan nastreven. “We houden onze strategische doelen stevig voor ogen en blijven streven naar een duurzame ondernemingsontwikkeling. Door herstructurering van onze distributie reduceren we de time-tomarket en concentreren we ons op de snelgroeiende regio’s buiten Europa.” Als coöperatie hecht Hochwald waarde aan een constante en duurzame groei. “In tegenstelling tot beursgenoteerde ondernemingen denken wij niet in kwartaalcijfers maar in dimensies op langere termijn”, stelt Latka. “Tegelijkertijd hebben we ons ten doel gesteld om duurzaam een bovengemiddelde melkprijs te bereiken voor onze producenten. Met projecten als de bouw van een nieuwe zuivellocatie in Mechernich leggen we daarvoor de basis.”
ZuivelZicht augustus 2019
23
B E D R I JF
Onlinesupermarkt Crisp zoekt groei met versproducten Crisp wil zijn aanbod in beter vers uitbreiden tot 1.200 producten van kleinschalige producenten. Voor zuivel werkt de app-only-verssuper samen met Weerribben en Pur Natur en met achttien Nederlandse kaasmakers die samen een selectie van negentig kazen aanbieden. Tekst: Ria Besseling
Crisp is een Nederlandse onlinesupermarkt met versproducten. Via een app kunnen consumenten een breed assortiment producten bestellen. Die worden – indien voor 22.00 uur besteld – de volgende dag thuisbezorgd. Het assortiment bestaat uit producten van ruim 360 agrarische ondernemers, waaronder kaasmakers en andere
zelfzuivelaars. Zuivel- en kaasproducenten kunnen zich aansluiten bij Crisp, vertelt medeoprichter Tom Peeters. “Wel proberen we een gebalanceerd aanbod te bieden aan de klant. Zo hebben we één soort product in ons aanbod. Als er een producent is met een mooi onderscheidend product komen we daar graag mee in contact.” De categoriespecialisten van de verssuper kiezen op basis van smaak, kwaliteitsstandaarden, de klik met de leverancier, het verhaal achter het product en voorwaarden. “Zo moet het Nederlandse kaas zijn en met de hand gesneden voor de verkoop”, vertelt Peeters. “We bieden boerderijkazen met een eigen verhaal. Borrelkazen mogen uit Nederland of de EU zijn, waarbij we voornamelijk Franse kazen bieden. Daarnaast hebben we nog richtlijnen op additieven en certificeringen. In verse zuivel bieden we boerderijzuivel, biologisch, met minder bewerkingen en afkomstig van koeien met een beter leven die buiten lopen. We kennen veel van onze boeren persoonlijk.”
Geselecteerd aanbod
Onlineverssuper Crisp werkt voor zuivel samen met Weerribben en Pur Natur en met achttien Nederlandse kaasmakers die een selectie van negentig kazen aanbieden. (Foto: Crisp)
24
ZuivelZicht augustus 2019
Crisp onderscheidt zich van andere onlinebestel- en -bezorgformules door kwaliteitsvers in een geselecteerd aanbod te brengen. Deze propositie maakt kiezen voor kwaliteit voor de klant gemakkelijk, ondersteund met zes dagen per week de volgende dag bezorgen. De klant bestelt via de app van Crisp een compleet pakket dagelijkse versproducten, maar ook speciali-
teiten. Peeters: “We bezorgen zonder omwegen goed eten, lekkere producten die supervers zijn en goed geprijsd. Dat krijgen we voor elkaar door veelal rechtstreeks in te kopen bij kleine en middelgrote makers, kwekers en telers.” Crisp wil groeien met uitbreiding van zijn aanbod in beter vers. Daarvoor haalde het bedrijf onlangs € 5 miljoen aan kapitaal op bij Nederlandse investeerders. De klanten van Crisp zijn 25 tot 55 jaar, veelal uit de Randstad. “Een gemiddelde bestelling bevat 35 producten en het overgrote aandeel van de bestellingen zijn herhaalaankopen. We prijzen in lijn met de grote supermarkten. Als je regelmatig biologische producten koopt bij een supermarkt merk je dat je bij Crisp vaak minder kwijt bent”, aldus Peeters.
Centraal dc Crisp werkt praktisch zonder voorraad. “In de avond bevestigen wij de bestelling bij onze leveranciers waarna zij in de ochtend bij ons centrale distributiecentrum in Amsterdam leveren. Dit vergt een mate van flexibiliteit van de leveranciers, maar hierdoor kunnen wij wel gezamenlijk een beter verser product leveren bij de klant. Levering aan ons kan ook door een logistieke partner van de leverancier. Crisp zorgt voor kwaliteitscontrole, het verpakken en op dezelfde dag leveren aan de consument. De klantenservice loopt via WhatsApp. We leveren gekoeld en nemen de verpakking mee terug.”
MARK TCIJFERS
PRODUCTIE Melkaanvoer mondiaal (jan’19 - mei’19; % t.o.v. ’18) EU-28
Verwerking EU (jan’19 - mei’19; % t.o.v. ’18)
+0,5%
waarvan: Duitsland Duitsland
-0,4%
Frankrijk Frankrijk
Boter
MMP
x 1.000 ton
x 1.000 ton
1.250
1.000
1.000
800
-1,6% -2,7%
Nederland Nederland
+3,1%
Verenigde Staten
+0,0%
Nieuw-Zeeland
750 -3,5%
-1,2%
Argentinië
-6,3%
Australië
-12,0%
+12,0% +1,0% -6,1%
500
+8,0%
+1,8%
-9,4% 0
0 15
-1,0% +35,4% -9,6% +4,9%
200
+0,2%
Uruguay
-11,0%
400
250 Wit-Rusland
+1,2%
600
30
45
60
0
Overig IE
75
x miljard kg
NL FR
Overig IE PL
PL DE
NL BE DE
PRIJZEN Marktprijs (jul’19 t.o.v. jun’19, in %)
Gemiddelde melkprijs (jun’19 t.o.v. mei’19, in %)
LTO melkprijsvergelijking 40
€/100 kg
7.000 5 jaarsgemiddelde '13-'17 2018 2019
38 36 32 30 jan
€/1.000
2.500
4.000
2.000
3.000
1.500 jul-18
€/1.000 NL -1,5% WM +5,9%
3.000
5.000
2.000 jul-17
dec
3.500
NL -6,5% WM -9,6%
6.000
+0,3%
34
Mager melkpoeder ADPI
Boter 82%
1.000 jul-17
jul-19
jul-18
jul-19
EXPORT Boter en -olie (jan’19 – apr’19, % t.o.v. ’18) Wereldhandel
Mager melkpoeder (jan’19 – apr’19, % t.o.v. ’18)
Intrahandel EU
x 1.000 ton 250
500
200 +19,3%
400
150
300
Wereldhandel
Intrahandel EU
x 1.000 ton
x 1.000 ton
500 400
+8,4%
500
x 1.000 ton
400
+25,0%
300
300
+21,5%
-14,1% 100
200
200 -12,2%
50
+17,7%
100
+7,3%
100
0 EU*
NL*
VS
+37,8%
0
0 NZ
100
+54,1%
-30,2% -30,7% EU
NL
200
0 EU*
NL*
VS
NZ
EU
NL
*Derde landen export
Bron: ZuivelNL
www.zuivelnl.org
ZuivelZicht augustus 2019
25
BELRUBRIEK
BELRUBRIEK
KAASPROMOTIE
KAASBEWERKINGSMACHINES
INDUSTRIËLE AUTOMATISERING
Veilige totaaloplossingen voor procesautomatisering
U wilt: een betrouwbaar productieproces hoogwaardige automatiseringsoplossingen op maat een flexibele partner die uw business én relevante wet- en regelgeving kent Actemium biedt oplossingen en diensten voor de hele life cycle van uw industriële proces. Van advisering en engineering tot realisatie, inbedrijfstelling en onderhoud. Wilt u meer weten? Neem dan contact op met Sebastian Taken: sebastian.taken@actemium.com +31 (0) 88 83 18 200
www.actemium.nl
IN- EN VERKOOP TANKS
LUCHTBEHANDELING
KWALITEITSCONTROLE RVS TANK- EN APPARATENBOUW
inlichtingen: tel: 020-5736056 • fax 020-6242519
BELRUBRIEK
BELRUBRIEK
KAASPROMOTIE
KAASBEWERKINGSMACHINES
INDUSTRIËLE AUTOMATISERING
Veilige totaaloplossingen voor procesautomatisering
U wilt: een betrouwbaar productieproces hoogwaardige automatiseringsoplossingen op maat een flexibele partner die uw business én relevante wet- en regelgeving kent Actemium biedt oplossingen en diensten voor de hele life cycle van uw industriële proces. Van advisering en engineering tot realisatie, inbedrijfstelling en onderhoud. Wilt u meer weten? Neem dan contact op met Sebastian Taken: sebastian.taken@actemium.com +31 (0) 88 83 18 200
Tetra Pak Processing Systems www.actemium.nl Dé specialist in het leveren en onderhouden van productieoplossingen, en turnkey oplossingen componenten IN- EN VERKOOP TANKS voor de volgende categorieën: Dairy, Cheese, Prepared Food, Beverage, Ice Cream en Cosmetics.
kaasproductielijnenpekelsystemen
www.tetrapak.com tpps.benelux@tetrapak.com
T: +31 515 576523 klokslag@gea.com
+31 30 634 9999
+32 2 467 6848
Moving food forward. Together. Processing with Tetra Pak
LUCHTBEHANDELING
KWALITEITSCONTROLE RVS TANK- EN APPARATENBOUW
kaasperssystemen weivatensysteem kaastransportsystemen spoeltunnels uitpakkers mouldhandling afblaassystemen merkenleggers
Joure - 0513 468 999 info@bosgraaf.net - www.bosgraaf.net
inlichtingen: tel: 020-5736056 • fax 020-6242519
T I D R E T ACH L E B A L E S E P O R EU HT NEDERLANDSE KAAS V I N D J E ÉC
EUROPA MAAKT KAAS ÉCHT UIT NEDERLAND EENVOUDIG HERKENBAAR! Niet alle ‘Nederlandse’ kaas, zoals Goudse of Edammer, komt daadwerkelijk uit Nederland. Toch herken je de Nederlandse kaas gemaakt volgens traditioneel Nederlands recept, van Nederlandse melk en gerijpt in Nederland heel eenvoudig. Aan de lekkere smaak én aan het Europese BGA-label. Vind jouw kaas écht uit Nederland bij de kaasspecialist of in de supermarkt.
ND-KAAS.NL
MEER WETEN? WWW.GOUDAHOLLA
CAMPAGNE GEFINANCIERD MET STEUN VAN DE EUROPESE UNIE
DE SAMENSTELLER VAN DEZE PROMOTIECAMPAGNE IS ALS ENIGE VERANTWOORDELIJK VOOR DE INHOUD ERVAN. DE EUROPESE COMMISSIE EN HET UITVOEREND AGENTSCHAP VOOR CONSUMENTEN, GEZONDHEID, LANDBOUW EN VOEDING (CHAFEA) AANVAARDEN GEEN AANSPRAKELIJKHEID VOOR HET GEBRUIK DAT KAN WORDEN GEMAAKT VAN DE INFORMATIE DIE HET CAMPAGNEMATERIAAL BEVAT.