5 minute read

GOED ZAAD NOG BETER MAKEN

TESTEN, ONTSMETTEN, SCHONEN EN VERRIJKEN ZONDER CHEMIE

GOED ZAAD NOG BETER MAKEN

Liesbeth van der Heijden

ZAAD VAN GOEDE KWALITEIT PRESTEERT NOG BETER ALS HET ‘IETS MEE KRIJGT’. DANKZIJ ZAADTECHNOLOGIE KUNNEN TELERS REKENEN OP ZAAIZAAD DAT VRIJ IS VAN INFECTIES, VLOT KIEMT EN GELIJKMATIG OPKOMT EN UITGROEIT. NIET-CHEMISCHE BEHANDELINGEN WORDEN STEEDS BETER EN NIEUWE ONTWIKKELINGEN ZIJN IN AANTOCHT.

Onbehandeld zaad van goede kwaliteit doet het prima in een gezonde bodem waarin het bodemleven in balans is, zegt Liesbeth van der Heijden, Senior Researcher Seed Pathology Research bij Bejo. “Maar de bodem is niet altijd perfect in balans. Elke teler heeft wel eens te maken met tegenslagen. Het is daarom beter om het zaadje iets mee te geven.” Bij Bejo vindt de zaadverwerking plaats in Warmenhuizen. Hier komt het zaad van productielocaties in verschillende continenten meteen na de oogst bij elkaar. In deze high-tech-omgeving ondergaat het zaad verschillende tests en behandelingen. De tests zijn gericht op de kiemkracht en de afwezigheid van zaadgebonden schimmel-, bacterie- en virusinfecties. Daarna volgt een proces van – indien nodig – ontsmetten en schonen.

Fysische ontsmettingsmethoden

Voor de conventionele teelten zijn nu nog chemische middelen voorhanden om zaadgebonden ziekteverwekkers te verwijderen. Voor de biologische teelt wordt het zaad niet-chemisch behandeld. Bejo werkt al meer dan 20 jaar aan het optimaliseren van dit soort behandelingen en doet continu onderzoek naar nieuwe methoden. Het begon met de heetwaterbehandeling. De combinatie van vocht en temperatuur is >>

COATEN, PELLETEREN EN PILLEREN

Zaad wordt afgewerkt met een omhulling. Coaten is de standaard. Dit is het aanbrengen van een dunne film waarin kleurstof en toevoegmiddelen zijn verwerkt. Daarbij houdt elk zaadje zijn oorspronkelijke vorm. Met pelleteren, ook wel aanpilleren genoemd, vult het omhulsel onregelmatigheden in het oppervlak, zodat het zaad beter doorloopt in de zaaimachine. Dat gebeurt bijvoorbeeld met venkelzaad, dat van nature langwerpig en gegroefd is. Bij wortelzaad zorgt pelleteren voor iets meer massa, zodat het fijne zaad beter te doseren is. Pilleren geeft het zaad een dikkere laag vulmateriaal en maakt het rond. Dat gebeurt met name bij gewassen die bij plantenkwekers in trays worden gezaaid.

PRIMEN ONDERSTEUNT GELIJKMATIGE ONTWIKKELING

Primen is een behandeling met warmte en vocht die de kiemrust kortstondig doorbreekt. Onder zorgvuldig gecontroleerde omstandigheden komt de ontwikkeling van het embryo even op gang om vervolgens snel te worden stilgezet als het zaad weer wordt gedroogd. Dit vindt plaats voorafgaand aan het coaten of pilleren.

Geprimed zaad kiemt sneller, is minder gevoelig voor stressfactoren en ontwikkelt gelijkmatiger tot een uniform en gezond gewas. Bejo hanteert een proces zonder chemie, dat is toegelaten in biologische teelt. In wortel is meer dan 70 procent van het gebruikte zaad geprimed. In uien is het aandeel 25 procent en dat percentage groeit. In de bewerking van zaad voor wortelpeterselie en pastinaak is primen standaard. Dat geldt ook voor een aantal gewassen die door plantenkwekers worden gezaaid: knolselderij, bleekselderij en sla. Voor gewassen die van nature vlot kiemen, zoals brassica’s, is de noodzaak minder groot. verder verfijnd met de ontwikkeling van de stoomvacuümbehandeling. “De uitdaging is passende maatregelen, want elke behandeling kan ook impact hebben op de zaadkwaliteit. Je hoeft niet met een hamer op een vlieg te slaan als een krant afdoende is”, zegt Van der Heijden. De stoomvacuümmethode is het meest verfijnd. “Onder vacuüm is stoom minder heet en we kunnen in combinatie met een pulserende toepassing effectief werken zonder de zaadhuid te penetreren. We hebben gewas-specifieke recepten ontwikkeld voor diverse gewas-pathogeen combinaties.”

Spin-off conventionele teelt

De inspanningen voor niet-chemische behandeling leiden tot een interessante spin-off. In de conventionele teelt staat de chemische zaadontsmetting steeds meer onder druk door het wegvallen van fungiciden. Behandelingsmethoden die Bejo eerder voor de bioteelt heeft ontwikkeld worden nu voor de gangbare teelt ook een oplossing. Onderzoek naar verdere verbeteringen van bestaande technieken en innovatieve nieuwe methoden gaan door. Van der Heijden noemt technologieën op basis van electronen etsing (Plasma en e-Beam). Deze zijn mogelijk interessant, omdat hiermee het zaad wordt behandeld zonder vocht.

Hulpstoffen

Na het proces van schonen en ontsmetten volgt behandeling om de prestaties van het zaad te ondersteunen. Zo worden alle zaden afgewerkt door ze te coaten, pelleteren of te pilleren (zie kadertekst). In het omhulsel kunnen hulpstoffen worden verwerkt, zoals micronutriënten en gewasbeschermingsmiddelen. In de conventionele teelten was het gangbaar om chemische middelen in de coating te verwerken, als preventie tegen kiemziektes (damping off)

“We hebben gewas-specifieke recepten ontwikkeld voor diverse gewaspathogeen combinaties.”

Liesbeth van der Heijden

NIET-CHEMISCHE TOEPASSING VOOR CONVENTIONELE TELERS

Voor de conventionele teelt is het lang mogelijk geweest het zaad een bescherming tegen kiemziekten mee te geven in de vorm van het toevoegen van chemische fungiciden aan de coating. Het aanbod van die middelen wordt steeds kleiner. Voor rode biet is er sinds juni 2021 geen enkel schimmelmiddel meer dat gebruikt mag worden.

Er zijn niet-chemische alternatieven voorhanden, die in de biologische bietenteelt in het veld worden toegepast. Bejo onderzoekt of deze kunnen worden verwerkt in zaaizaadcoating voor conventionele teelt. Deze oplossing is voorlopig niet geschikt voor biologische teelt, omdat daarvoor een SKALerkenning specifiek voor gebruik in zaad nodig is. zoals pythium, fusarium en rhizoctonia. Er zijn niet-chemische middelen tegen schimmels, maar die hebben alleen een bio-certificering voor gebruik in het veld. “Voor zaadcoating is er vrijwel geen aanbod. Voor de producenten is de markt voor zaadbehandeling te klein om een kostbare toelatingsprocedure op te starten”, legt Van der Heijden uit. Bejo steekt hier veel tijd en moeite in. Er is inmiddels één middel waarvan de aanvraagprocedure is opgestart.

Goede micro-organismen benutten

Onderzoekers bij Bejo blijven ondertussen zoeken naar alternatieven. Een potentieel kansrijke richting is het benutten van nuttige micro-organismen die van nature voorkomen op gezond zaad. Deze spelen een rol in het kiemproces en de weerbaarheid tijdens de start van de groei. Zaadontsmetting kan echter onbedoeld een deel van deze nuttige flora wegnemen. ”We onderzoeken of we de goede flora kunnen isoleren en na ontsmetting kunnen terugbrengen op de zaadhuid, zodat we de natuurlijke balans kunnen behouden.”

Primen

Naast het omhullen is primen een methode voor verbetering van zaad (zie kadertekst). Geprimed zaad kiemt sneller en is minder gevoelig voor stressfactoren zoals droogte of extreem weer.

Ook in deze vorm van zaadtechnologie gaat innovatie door. Bejo ontwikkelde voor wortel en wortelpeterselie enkele jaren geleden een unieke formule: B-Mox. “We zijn nu volle bak bezig met de ontwikkeling van B-mox voor uien. We verwachten dat we deze binnen drie jaar in de markt kunnen zetten.”

Schoon, ziektevrij en kiemkrachtig

Zaadbewerking en -behandeling is het polijsten van de zaadkwaliteit. “De echte basis voor de kwaliteit wordt gelegd op het veld in de productiegebieden, door onze gespecialiseerde zaadproductiebedrijven. Met de verwerking en behandeling zorgen we ervoor dat telers kunnen rekenen schoon, ziektevrij en kiemkrachtig zaad.

This article is from: