Groenteveredelaar Bejo doet het met eigen bijen

Page 1

REPORTAGE VOLLEGROND ▶▶▶

Groenteveredelaar Bejo doet het met eigen bijen Met zo’n 1.000 bijenvolken is Bejo in Warmenhuizen behalve veredelaar van groentezaden ook een van de grootste imkerijen in Nederland. De insecten zijn er voor de bestuiving, en draaien mee in onderzoek voor de instandhouding en vermeerdering van bijenvolken en de aanpak van varroamijt. Dan blijkt dat bijen en planten veel gemeen hebben. DOOR JOOST STALLEN

B

ram Vroegop is allergisch voor bijensteken. Dat is niet ideaal met 15 bijenvolken thuis, en als je met bijen ook je brood verdient. Want Vroegop is een van de vier fulltime imkers bij zaadbedrijf Bejo in Warmenhuizen (N.-H.). En ja, hij wordt weleens gestoken; dat is niet fijn, en bezorgt zijn huisarts soms fronsende wenkbrauwen, maar dat weegt ruimschoots op tegen het werkplezier, al zo’n 12 jaar lang. Vroegop vertelt het met een brede glimlach. Zijn collega Wilhelm de Geus zit naast hem,

Zelf beheren

werkt 16 jaar met de bijen van Bejo en is allergieloos. “Muggen zijn gevaarlijker”, weet hij zeker. Hij werkte al bij Bejo, toen in een gesprek ‘aan de wasbak’ de vacature voorbijkwam voor een bijenimker. “Ik werd die imker.” Vroegop en De Geus vertellen graag over hun werk, want behalve veelzijdig, is het ook belangrijk. Met name omdat voor Bejo belangrijke gewassen als brassica’s, ui, peen, prei en asperges niet zonder bestuivers kunnen: niet bestuiven is einde gewas, en dus ook einde veredeling (vruchtgewassen worden handmatig bestoven, slagewassen zijn zelfbestuivers).

Bejo – met vestigingen in 30 landen – is behalve in Nederland ook actief met bijen in Frankrijk, Australië, Nieuw-Zeeland en de VS. Het bedrijf draait hier mee in selectieprogramma’s voor betere en gezondere bijen voor de bestuiving. De hoofdvestiging voor het bijenonderzoek is in Frankrijk. De eigen imkerij in Australië dient om de beschikbaarheid van bijen veilig te stellen. Die kan nijpend zijn vanwege de grote vraag naar bijen onder invloed van goede prijzen voor Manuka-honing (Tea Tree).

FOTO: JOOST STALLEN

Internationaal

Imkers Bram Vroegop (l.) en Wilhelm de Geus en nog twee collega’s hebben de zorg voor circa 1.000 bijenvolken. Voor en achter hen staan ‘zo’n 100 kasten.

Bejo heeft in Nederland zo’n 1.000 volken te verzorgen en aan het werk, en wereldwijd een veelvoud van dat aantal (zie kader Internationaal). Een krachtig volk bestaat uit 40.000 tot 50.000 werkbijen, een koningin, en 400 tot 500 darren. Darren zijn de luie mannetjes, uitsluitend voor de bevruchting van de koningin. De vliegbijen doen het bestuivingswerk voor de zaadproductie en voor het maken van kruisingen tussen ouderlijnen voor de veredeling. Bejo is behoorlijk uniek met de houderij van eigen bijenvolken. Sectorgenoten zetten ook bestuivingsbijen in, veelal afkomstig van gespecialiseerde toeleveranciers. Een argument voor Bejo om zelf bijen te houden, is vanwege de schaalgrootte van het bedrijf. Internationaal zijn er tienduizenden volken nodig: zelf beheren is dan het veiligst, en maakt het mogelijk onderzoek te doen en expertise op te bouwen op het vlak van vermeerdering en verbetering van ziekteresistentie. Vroegop en De Geus komen er later op terug. Duizend volken, dat is een aantal waar de gemiddelde hobbyimker mijlenver vanaf staat: met 15 tot 20 kasten ben je dan al ‘groot’. Maar dat grote aantal bij Bejo is wel degelijk nodig. De kruisingen worden gemaakt in geïsoleerde celletjes van 90 tot 500 m2. In een kleinere cel volstaat vaak een volk, in een grotere cel zijn soms 5 tot 6 volken nodig. De totale oppervlakte van al die compartimenten is zo’n 35 hectare, weet Vroegop. Bovendien is het type gewas van invloed: “Kool heeft een groot aanbod stuifmeel en nectar. Dan kun je met minder bijen toe dan bijvoorbeeld voor uien.” Honing winnen is er niet bij. “Geen druppel. Honing laten we in de kast zitten.” De hoeveelheden stuifmeel en nectar die de bijen naar

▶ GROENTEN & FRUIT | 10 november 2017

35


huis halen, zijn bovendien ontoereikend voor overleving (kader Planten voor bijen). Dat tekort wordt aangevuld met suikerwater. Dit mengsel wordt ook gebruikt voor het voeren van jonge volken en om de volken door de winter te helpen. Jaarlijks vraagt dat zo’n 25 ton suiker.

Continu zorgen voor aanwas In de beginjaren ging het heel anders. Regelmatig reed er een Volkswagen Kever naar Noord-Brabant. Daar werd de achterbank vol gezet met goede volken. Die werden in Warmenhuizen verdeeld over enkele kleinere kast-

36

jes, en aan het werk gezet. “Waren de bijen op, dan werd er weer gereden.” Dat bijen ‘op raken’ is een natuurlijk proces. In de winter leven bijen wel een half jaar, in de zomer is een levensduur van zo’n 6 weken gebruikelijk. Daar komt bij dat de temperatuur in een kas vaak hoger is dan ideaal voor bijen, dat is ook niet bevorderlijk voor een lang leven. Maar ze kunnen ook niet naar buiten, omdat de luchtramen afgegaasd zijn om bestuivers met vreemd stuifmeel buiten te houden. Vanwege de uitval in de zomer moet jaarlijks bijna de helft van de volken aangevuld worden. Een deel van de benodigde volken komt

▶ GROENTEN & FRUIT | 10 november 2017

van de Bejo-imkerij in Frankrijk – met zo’n 2.000 volken – en verder komt de aangroei uit eigen opkweek. De meest gehanteerde methode is een goed volk splitsen en de thuisloze helft huisvesten in een nieuwe kast. Vervolgens gaat er een bevruchte koningin bij voor de eiproductie voor de nieuwe aanwas. Half mei tot half juli is de beste tijd voor deze opsplitsing. Het is een variant op de natuur: bij overbevolking in een kast (of korf) zwermt een deel van de bijen uit, inclusief de oude koningin. Het in de kast achterbleven volk zet op zijn beurt de wieg klaar voor de geboorte van een nieuwe koningin.


REPORTAGE VOLLEGROND ▶▶▶ Kunstmatig insemineren De aanmaak van nieuwe volken kan ook op een andere manier, met raakvlakken met plantenverdeling. Vroegop legt uit: “Op onze imkerij selecteren we volken die beschikken over gewenste eigenschappen: dan heb je het over aspecten als ‘weinig zwermneiging, goed hygiënisch gedrag, actief vlieggedrag en niet steeklustig. Dat laatste is vooral ten gerieve van het in de kruisingskassen werkzame personeel. Aan zo’n volk wordt een koningin toegevoegd, die is bevrucht met het sperma van darren die eveneens zijn geselecteerd op goede eigenschappen: dat is de koninginnenteelt. Een binnen de imkerij bekende aanpak is de natuurlijke bevruchting van de koningin door die geselecteerde mannetjesbijen. Die bevruchting gebeurt op stations op geïsoleerde plekken zoals op Ameland, ver van andere bijenvolken (en dus van andere willekeurige paringbeluste darren). Een stap verder is kunstmatig inseminatie, dat is specialistenwerk waarvoor op bijenschaal een microscoop nodig is: veel minder gangbaar, maar in vergelijking met natuurlijke bevruchting aanzienlijk trefzekerder door het gebruik van sperma van darren van geselecteerde ouderlijnen. “Zo kun je een volk nog preciezer verbeteren.”

Planten voor bijen Als de bijen na gedane arbeid uit de kassen komen, hebben ze gevarieerd stuifmeel nodig om het broed weer van eiwitten te voorzien, en zo het volk weer op sterkte te brengen. Stuifmeel is het enige dat we als imkers

van Vroegop. “Er zijn geen insecten die kunnen tippen aan bijen: vanwege de omvang van een bijenvolk, en omdat ze precies weten wanneer een bloem ontvankelijk is voor bevruchting: bloemen die het ene uur volop worden be-

niet kunnen toevoegen, dit moeten de bijen zelf verzamelen. Bejo zaait daarvoor jaarlijks zo’n 20 hectare groenbemesters en drachtplanten voor bijen in, onder andere op braakliggend land, op akkerranden en in slootkanten.

zocht, kunnen een uur later compleet overgeslagen worden. Albert Einstein zag het belang van bijen 100 jaar geleden al in: ‘zonder bijen is het binnen vier jaar gedaan met de mensheid’.”

De Varroamijt staat torenhoog bovenaan als oorzaak van wintersterfte. Het beest leeft in de winter op bijen, om in de zomer broed (eieren en larven) te parasiteren. Daarnaast is het de overbrenger van verschillende virussen. Varroamijten zijn te bestrijden, maar beter is het bijen varroa-resistent te maken. Bejo is bij dat onderzoek betrokken waarbij geprobeerd wordt de latent in bijen aanwezige resistentie door kruising en selectie naar boven te krijgen “net als met gewasveredeling.” De Nederlandse Bejo-imkerij draait daarvoor mee in een onderzoeksproject met Hogeschool Van Hall Larenstein, Hogeschool Inholland en de stichting Arista Bee Research. Bijen zijn niet de enige bestuivende insecten, en de instandhouding ervan vraagt nogal wat werk. Hommels zouden een alternatief kunnen zijn, en daarnaast zijn er nog wel andere bestuivers. Deze suggestie van de toehoorder van Groenten & Fruit levert een ontkenning op

FOTO: BEJO

FOTO: BEJO

Varroa

De kraamkamer, met de met een witte stip gemerkte koningin. Een deel van het imkerswerk richt zich op de aanwas van volken met voor de bestuiving passende eigenschappen. ▶ GROENTEN & FRUIT | 10 november 2017

37


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.