Bejo Wortelmagazine 2020

Page 1

WORTELMAGAZINE Editie 2020

pagina 7

pagina 24

pagina 28

GEZONDE PLANTEN UIT GEZOND EN KRACHTIG ZAAD

DENK ZELF GOED NA ALS U WORTELEN WILT BLIJVEN TELEN

NOG STEEDS VOLOP KANSEN OP DUITSE MARKT VOOR BIOPEEN


INHOUD BEJO W O R T E L M A G A Z I N E

03

VOORWOORD

04

VOORTDUREND OP ZOEK NAAR DE ‘NIEUWE NERAC’

07

GEZONDE PLANTEN UIT GEZOND EN KRACHTIG ZAAD

10

BROEDERS SCHULTE STEKEN OUDERWETS PRINCIPE IN EEN NIEUW JASJE

12

DE WEG VAN HET WORTELZAAD

14

DE SCHIJVENWORTEL: BOEIENDER ÉN UITDAGENDER DAN OOIT

19

WEETJES, WIST U DAT...

20

ONTWIKKELING VAN WORTELGEWASSEN IN SCANDINAVIË

Tekstschrijvers Robert Schilder Jelger van Weydom Mirjam Both Danielle Bruin Thea van der Eng Karina Hens La Fleur Rouge Dirk Vanparys Jeroen Vissers Bert Kleiboer

22

PRODUCTIE WORTELZAAD

24

VERGEET OUDE TEELTADVIEZEN, DENK ZELF GOED NA ALS U WORTELEN WILT BLIJVEN TELEN

27

STEEDS ZOUTER WATER VRAAGT OM MAATREGELEN PEENTEELT

28

NOG STEEDS VOLOP KANSEN OP DUITSE MARKT VOOR BIOPEEN

Fotografie Design in beeld Petra Tesselaar La Fleur Rouge JEEN communicatie Bejo Australië, Nieuw-Zeeland, Verenigde Staten, China, Frankrijk, Zuid-Afrika

31

LANDBOUWBEDRIJF ARENOSA HEEFT EEN BOUWPLAN VOL SCHERMBLOEMIGEN

34

VAN DE POLDER SNEL NAAR OOST-EUROPA

36

INSECTEN IN ZAADPRODUCTIE: ZOWEL ONMISBAAR ALS POTENTIËLE PLAAG

Ontwerp Nathalie España

38

HYBRIDE GROENTERASSEN: HET BESTE VAN TWEE WERELDEN IN ÉÉN RAS

Opmaak JEEN Communicatie

41

‘KWALITEIT VAN DE PEEN BEPAALT DE CAPACITEIT VAN DE VERWERKINGSLIJN’

44

EEN KWESTIE VAN SMAAK

48

EVEN VOORSTELLEN

50

VERKOOPTEAM BENELUX

Dit Magazine is een uitgave van Bejo Zaden B.V. Postbus 50 1749 ZH Warmenhuizen T: 0226 396 162 F: 0226 393 504 E: bejonl@bejo.nl W: www.bejo.nl Eindredactie Karina Hens Redactie Robert Schilder Joost Litjens Jelger van Weydom Karina Hens

Druk Koopmans’ drukkerij bv, Zwaag Aan de in dit Bejo magazine vermelde informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Overname van artikelen of gedeelten daarvan is uitsluitend toegestaan na toestemming van Bejo Zaden B.V. en onder bronvermelding.

2


“De zaadfirma's zorgen voor gezond, kiemkrachtig en betrouwbaar zaad en u vertrouwt deze zaden toe aan een gezonde bodem die in balans is.”

GEACHTE RELATIE

Robert Schilder

Voor u ligt het nieuwe Bejo wortelmagazine. In deze editie hebben we weer hard gewerkt om u een breed scala aan artikelen te presenteren. Artikelen die gaan over teelt, handel, bedrijfsvoering, zaadkwaliteit en meer. Wij vertrouwen erop dat we voor u weer een informatief, makkelijk leesbaar en waardevol magazine hebben gemaakt. Als u vragen, opmerkingen of reacties heeft over dit wortelmagazine, laat het ons dan weten en bespreek dit met uw Bejo-vertegenwoordiger. Het afgelopen seizoen was wederom een seizoen van uitersten waarin de verschillen tussen de diverse telers en teeltgebieden weer groot waren. Kreeg uw perceel net wel of net niet dat nodige buitje mee tijdens de kiemfase of lag uw perceel in een gebied waar wel of geen beregening mogelijk was? We weten dat dit van cruciale invloed is om het gewenste aantal planten per hectare te realiseren, en medebepalend is of uw perceel het gewenste rendement kan halen. Door regel- en wetgeving worden zaadbedrijven gedwongen om aanpassingen te doen in de samenstelling van zaadcoatings. Werkzame stoffen worden verboden en alternatieven zijn niet altijd beschikbaar. Gelukkig heeft Bejo al vele jaren terug ingezet op niet chemische zaadbehandelingen en zaadontsmettingen, waardoor u kunt blijven vertrouwen op de kwaliteit en betrouwbaarheid van onze zaden. De beperking van werkzame stoffen in zaadcoatings ter bescherming van grondgebonden schimmels, die met name in de kiemfase tot mogelijke problemen kunnen leiden, blijft een lastig gegeven. Hierin hebben de zaadbedrijven de hulp van u als teler nodig. Zij zorgen voor gezond, kiemkrachtig en betrouwbaar zaad en u vertrouwt deze zaden toe aan een gezonde bodem die in balans is. Een sectorbrede samenwerking leidt tot mooie resultaten. Ik wens u en uw naasten en bedrijf weer een gezond, mooi en succesvol jaar toe en attendeer u er graag op dat onze mensen altijd bereid zijn om u te helpen met het realiseren van uw plannen. Groeten, Bejo Zaden Robert Schilder Verkoopmanager Benelux en Scandinavië

BEJO WORTELMAGAZINE

3


VOORTDUREND OP ZOEK NAAR DE ‘NIEUWE NERAC’ VEREDELA AR WIM ZWA AN: “GROOTSTE COMPLIMENT WANNEER EEN RAS EEN VASTE PLEK IN DE MARKT VERWERFT”

HET ASSORTIMENT VAN BEJO OMVAT ZO’N 130 WORTEL­ RASSEN. STUK VOOR STUK ZIJN ZE VOORZIEN VAN UNIEKE EIGENSCHAPPEN, TOEGESPITST OP VERSCHILLENDE MARKTEN, GEBRUIKSDOELEN EN TEELTKLIMATEN. HET IS DE ROL VAN DE VEREDELAAR OM RASSEN TE ONTWIKKELEN WAAR DE KLANT BEHOEFTE AAN HEEFT. WIM ZWAAN IS AL RUIM DERTIG JAAR BREEDING MANAGER BIJ BEJO VOOR WORTEL. IN ZIJN FUNCTIE HEEFT HIJ ALLE UITHOEKEN VAN DE WERELD GEZIEN: “WELKE TYPEN HEEFT EEN LAND EN WAAROM? EN WAT WIL DE KLANT? WIJ VEREDELEN PEEN VOOR DE HELE WERELD EN MOETEN DIE VRAGEN VOOR IEDERE MARKT KUNNEN BEANTWOORDEN.”

Het beroep van veredelaar is veelzijdig. Aan de ene kant behelst het werken in een laboratorium of kas; daar gebeurt immers het kruisingswerk en vinden de testen van het basismateriaal plaats. Maar bij het ontwikkelen van nieuwe rassen hoort vooral ook goed luisteren naar de wensen van de klant. In het veld dus, met laarzen en regenpak als standaard bepakking. Samenwerken met de verkopers is essentieel voor zijn werk, aldus Zwaan: “De verkopers hebben hun voelsprieten in de praktijk en proberen in te schatten in welke richting de wensen de komende tien jaar opgaan.”

Inkruisen

Die behoeften veranderen doorgaans vrij geleidelijk, wat voor een veredelaar prettig is. Een nieuw ras wordt namelijk niet zomaar ontwikkeld: tussen het inkruisen van genetisch materiaal en het creëren van een hybride met deze nieuwe eigenschappen zit gemiddeld genomen twaalf jaar tijd. Er zijn uitzonderingen, aldus Zwaan: “Omdat we veredelen voor de hele wereld, hebben we ook genetica van over de hele wereld in huis. Daardoor kunnen we goede

4

BEJO WORTELMAGAZINE


"Telers hebben er niets aan wanneer een ras het ene jaar een 9 scoort en het jaar erop een 5. Ze hebben liever een ras dat altijd een 7 of een 8 scoort." Wim Zwaan

Veredelingsteam wortelen, locatie Warmenhuizen

eigenschappen uit een van onze buitenlandse veredelingsprogramma’s relatief eenvoudig inkruisen in een Europees ras, of vice versa. Zoiets biedt kansen voor meerdere markten.”

Uiteenlopende wensen

In Azië is de korte peen populair, vanwege de structuur en hoge hoeveelheid steen in de grond. De ideale wortel van de Engelsen is een beetje ‘mollig’, terwijl ze in Amerika juist lange en slanke types willen hebben. In tropische gebieden moet het loof van een wortel sterk zijn, om de hitte te kunnen weerstaan. Sterk loof is volgens Zwaan ook in koelere klimaten een veredelingsdoel. Maar, legt hij uit, teel je een tropische peen in Nederland, dan gaat hij onherroepelijk schieten. “Ook de behoefte aan ziekteresistenties verschilt per klimaatzone. Zo heeft iedere markt zijn eigen eisen en die luisteren heel nauw. De aanwezigheid van bepaalde eigenschappen kan, via moderne technieken en kennis van de genen, al in een vroeg stadium worden aangetoond. Dat versnelt het selectiewerk.” Zo kunnen sommige eigenschappen worden getest door de omstandigheden in het laboratorium na te bootsen. De kiemkracht van een ras bij verschillende temperaturen bijvoorbeeld. Nadat Zwaan en zijn collega’s de meest kansrijke hybriden hebben geïdentificeerd, worden de zaden naar de proefvelden in de verschillende teeltgebieden gebracht. Alleen daar is te beoordelen hoe een ras presteert onder de lokale omstandigheden. In het buitenland vindt ook de volgende stap plaats, de zaadproductie. Maar al het zaad dat door Bejo verkocht wordt,

komt uiteindelijk terug in Warmenhuizen. Daar wordt het geschoond, getest, behandeld en verpakt. Alleen op deze manier, legt Zwaan uit, “garanderen we dat het zaad van Bejo topkwaliteit is.”

Bedrijfszekerheid

Honderden rassen zijn er ontwikkeld in de decennia dat Zwaan actief is als veredelaar. De meeste voldoening haalt hij eruit wanneer een ras een vaste plek in de markt verwerft. Het misschien wel beste voorbeeld hiervan is Nerac, dat dit jaar alweer dertig jaar bestaat. Veel klanten telen Nerac nog altijd ieder jaar en prijzen het ras om zijn ‘bedrijfszekerheid’. >>

BEJO WORTELMAGAZINE

5


Zo wijdde het vakblad Van de Grond eerder dit jaar nog een artikel aan het jubileum van Nerac, waarbij de akkerbouwers van het Zeeuwse bedrijf Cornelissens aan het woord kwamen. “Het is voor ons al bijna dertig jaar de beste keuze,” zo gaven zij aan. Stabiliteit en rendement staan bij de klant voorop en Nerac voldoet perfect aan die voorwaarden. Zwaan: “Telers hebben er niets aan wanneer een ras het ene jaar een 9 scoort en het jaar erop een 5. Ze hebben liever een ras dat altijd een 7 of een 8 scoort.” Om uiteindelijk tot zo’n bedrijfszeker ras te komen, laat Zwaan zich niet alleen leiden door mooie resultaten op het proefveld. “Ik wil weten hoe onze rassen in het veld presteren. Wij testen al ons nieuwe materiaal naast onze eigen rassen en de belangrijkste rassen van de concurrentie. Dat doen we in het veld, in de bewaring, in sapproeven en proeven met het uitstalleven. Het gaat er uiteindelijk om hoe de peen de consument bereikt. Levert een ras een betrouwbare opbrengst en kwaliteit, dan mag het natuurlijk altijd iets egaler of iets gladder zijn of nog iets meer opbrengst hebben. Daar zit voor ons de uitdaging.”

Ziekteresistentie

Over alle typen heen wordt er voortdurend gewerkt aan vooruitgang op het gebied van ziekteresistenties. Het inkruisen ervan is lastig, omdat met de resistentiegenen vaak ongewenste eigenschappen meeliften. Die moeten er vervolgens weer uitgekruist worden. Een andere moeilijkheid is dat veldomstandigheden moeilijk

Veredelingsteam wortelen, locatie Verenigde Staten

6

BEJO WORTELMAGAZINE

reproduceerbaar zijn. Om de verschillen in beeld te brengen, worden ook proeven gedaan onder laboratoriumomstandigheden. Rassen met bijzondere resistenties leveren in eerste instantie een belangrijke bijdrage aan Bejo’s biologische rassenpakket. Toch is de ontwikkeling in toenemende mate interessant voor de gangbare teelt, vanwege de afnemende beschikbaarheid van gewasbeschermingsmiddelen en steeds strengere residu-eisen (MRL’s). Zwaan: “De komende jaren zal resistentieveredeling dan ook zeker een van onze speerpunten blijven.”

Kweken is vooruitzien

De weg van kruising tot commerciële hybride duurt zoals eerder benoemd twaalf jaar, wat gelijk staat aan zes teeltcycli. Omdat peen een tweejarig gewas is, kan Zwaan het kweekresultaat slechts om het jaar beoordelen. Uit lokale rassen of wilde soorten worden nieuwe eigenschappen ingekruist, met bijvoorbeeld een hogere ziekteresistentie. Op deze wijze kost het gemiddeld vier jaar tijd een ouderlijn te ontwikkelen. Daarna volgt veel selectiewerk en terugkruisingen, om de ongewenste eigenschappen van de wilde genen kwijt te raken. Na nog eens vier jaar kunnen de hybriden worden gemaakt. Hybriderassen hebben als voordeel dat ze meerdere goede eigenschappen combineren en een hoge opbrengst geven. Maar ook hier geldt dat het vooraf niet te voorspellen is welke eigenschappen er precies bij elkaar zullen komen. Veel kruisingen zullen dan ook alsnog afvallen in de veld- en laboratoriumproeven. Komt er een nummer bovendrijven dat een duidelijke aanvulling vormt op het bestaande assortiment, dan kan de productie van het commerciële hybridezaad beginnen. Waarbij het mooiste resultaat zou zijn dat er een ‘Nieuwe Nerac’ ontwikkeld is: een bedrijfszeker ras dat voor klanten jaren later nog de beste keuze is.


GEZONDE PLANTEN UIT GEZOND EN KRACHTIG ZAAD DE VERENIGDE NATIES HEBBEN 2020 UITGEROEPEN TOT HET INTERNATIONALE JAAR VAN DE PLANTGEZONDHEID, MET ALS DOEL MENSEN WERELDWIJD TE DOEN BESEFFEN HOE DE GOEDE ZORG VOOR PLANTEN KAN BIJDRAGEN AAN HET STOPPEN VAN HONGER, HET BEPERKEN VAN ARMOEDE, HET BESCHERMEN VAN HET MILIEU EN HET STIMULEREN VAN ECONOMISCHE GROEI.

Margreet Asma, Senior Researcher bij Seed Pathology Research

Dat zijn prachtige doelen waar groenteverede­l aars en -telers graag aan bijdragen en dat ook doen. Bij Bejo zijn we gespecialiseerd in het ontwikkelen en leveren van hoge kwaliteit uitgangsmateriaal. En dat uitgangsmateriaal helpt groentetelers bij de succesvolle teelt van gezonde groenten. Binnen deze dynamieken spelen ontwikkelingen in regelgeving, technologische innovatie en toenemende kennis en ervaring een grote rol. In dit artikel leggen we uit hoe we dat doen voor wortelzaad.

Regelgeving

Als het gaat om plantgezondheid is het beschermen tegen plagen en ziekten veel meer kosteneffectief dan het oplossen van een noodsituatie. Preventie is cruciaal om de verwoestende gevolgen van plagen en ziekten te voorkomen en dit begint met gezond zaad. Bovendien hebben we te maken met steeds strenger wordende regelgeving aangaande toepassing van gewasbeschermingsmiddelen en wordt ingrijpen steeds minder mogelijk. Zo wordt het gebruik van bijvoorbeeld Metalaxyl en Thiram aan banden gelegd en kunnen wij deze bescherming ook niet meer meegeven in de zaadcoating. Vanuit onderzoek zet Bejo al jaren vol in op niet chemische behandelingen. We zijn gedreven om duurzame oplossingen te ontwikkelen en worden nog extra gestimuleerd door ons biologische programma. Desalniettemin maken de beperking in mogelijkheden de teelt kwetsbaarder en risicovoller voor de teler. En dat is met name merkbaar in gronden die in onbalans en verzwakt zijn. Het zorgen voor een goede bodemgezondheid wordt daarmee ook steeds belangrijker. Wij adviseren telers om rustgewassen en zorgvuldige gewasrotatie te gebruiken. Ook het kiezen van de juiste percelen is van groot belang voor een stabiele groei en voor een mooi en gezond eindresultaat.

Excellente genetica

De basis van gezonde planten is sterke genetica. In de veredeling van nieuwe rassen gaat Bejo voor productieve rassen die robuust zijn. Dit zijn rassen die zowel tijdens de teeltperiode, onder verschillende en variërende weersomstandigheden, als bij het rooien tegen een stootje >>

BEJO WORTELMAGAZINE

7


kunnen en een betrouwbare opbrengst leveren. Nerac heeft zich hierin uitstekend bewezen. We zetten uiteraard vol in op ziekteresistenties. Bij peen hebben we dan vooral te maken met schimmels, zoals Alternaria en Pythium. De nieuwere Nantes rassen Nagoya en Natuna zijn hier goede voorbeelden van.

Gecontroleerde zaadproductie

De basis van gezonde planten is ook kwalitatief hoogwaardig zaad. Een nieuw ras moet daarom dus de juiste genetica hebben om kwalitatief goed zaad te kunnen produceren. Dit is een aspect waar onze veredelaars speciaal aandacht voor hebben. Daarnaast doen wij er tijdens de productie van het zaad alles aan om ervoor te zorgen dat de teelt zo optimaal mogelijk verloopt. Speciaal letten we op het voorkomen van ziekten in het gewas tijdens de zaadteelt, want dan is de kans dat het zaad besmet wordt ook klein. Indien er een ziekte in een gewas blijkt dan proberen we dat al in een vroeg stadium te ontdekken, bijvoorbeeld door het testen van bladmonsters. Met onderzoek bepalen we op welk moment en op welke manier een ziekte in het gewas terecht is gekomen en hoe het pathogeen in het zaad terecht is gekomen. Door hiervan te leren kunnen we later preventief maatregelen nemen.

8

BEJO WORTELMAGAZINE

Testen van het zaad

Na de productie wordt het zaad uitgebreid getest volgens standaard protocollen. Vervolgens wordt de partij geschoond, gesorteerd en behandeld om een optimale kwaliteit en de Bejo normen te behalen. We testen op fysische eigenschappen, zoals kiemkracht en fysieke zuiverheid, en de aanwezigheid van zaadoverdraagbare ziekteverwekkers die de zaad- en plantkwaliteit kunnen beĂŻnvloeden.

Schonen en opwaarderen van het zaad

Door schoning van het zaad zorgen we er in feite voor dat uit een zaadpartij de beste kiemkrachtige zaden geselecteerd worden en dat deze zo veel mogelijk vrij zijn van pathogenen. Bij Bejo hebben we een uitgebreid machine apparaat beschikbaar dat zaden kan schonen op basis van vorm, gewicht, huidoppervlak en/of kleur. Voor wortelzaad wordt altijd gebruik gemaakt van de kalibreermachines, deze zorgen niet alleen voor scheiding van niet bruikbaar materiaal (bijvoorbeeld dorsproduct) maar meteen ook voor de door de klant gewenste maatvoering. De kleursorteerder maakt een sortering op basis van kleur van het zaad. Verontreinigingen zoals verkleurde, geĂŻnfecteerde of beschadigde zaden, grond en onkruid worden verwijderd.


in veel detail proeven uit om de effecten van de behandelingen te meten en het meest optimale ‘receptuur’ te bepalen. Natuurlijk letten we ook op ontwikkelingen in de laatste technieken op het gebied van desinfectie. Zo doen we momenteel onderzoek naar plasma- en ozonbehandelingen.

Behandelen van het zaad

Desinfectie volgt wanneer uit de routine­testen blijkt dat het zaad besmet is met pathogenen. Bejo heeft hiervoor o.a. de stoom­v acuüm­ behandeling en de warmwaterbehandeling ontwikkeld. Vooral deze laatste heeft zich bij wortelzaad zeer effectief bewezen. De processen bij beide behandelingen zijn secuur: het is de kunst om de pathogeen van het zaad te krijgen en tegelijkertijd kiemkracht te behouden. Rassen reageren verschillend op de behandelingen. We voeren daarom tot

Tenslotte kunnen we het zaad op verzoek van de klant nog extra gespecialiseerde behandelingen meegeven. Een voorbeeld is de primingsbehandeling. Deze is voor wortelzaad steeds meer de standaard aan het worden. Met priming zorgen we ervoor dat het zaad makkelijker en sneller kiemt, waardoor het jonge plantje een snellere en krachtigere start maakt tijdens deze kwetsbare eerste fase van de groei. In feite vindt bij priming een voorkieming plaats onder een optimale samenstelling van tijd, vocht en temperatuur en vervolgens een terugdroging op exact het juiste moment. Additieven kunnen worden toegevoegd om het zaad nog iets extra’s mee te geven, zoals we bij het innovatieve B-Mox doen. Vanwege de buitengewoon goede resultaten met wortel, passen we B-Mox inmiddels altijd toe bij wortelrassen voor de Noordwest-Europese markten – ook voor biologische teelt. Een andere behandeling is het zaad voorzien van een coating. De coating zorgt voor een makkelijkere verzaaibaarheid en geeft minder stof. We blijven ontwikkelen in het verbeteren van onze coatings. In 2018 introduceerden we een coating die duurzamer is vanwege o.a. een snellere droogtijd en die uit natuurlijke materialen bestaat die volledig afbreken. Onze biologische zaden zijn sinds kort herkenbaar door een eigen gelige kleur. We geven de maximale bescherming die de natuur ons toelaat mee aan het zaad. Klanten mogen erop vertrouwen dat Bejo gezond, schoon en krachtig zaad levert van robuuste rassen die optimaal resultaat leveren op een verzorgde en gezonde bodem. Telers en veredelaars doen er op deze manier samen alles aan om te zorgen voor genoeg gezonde en smakelijke groenten in ons voedselpatroon.

BEJO WORTELMAGAZINE

9


GEBROEDERS SCHULTE STEKEN OUDERWETS PRINCIPE IN EEN NIEUW JASJE DE GEBROEDERS SCHULTE IN SWIFTERBANT STAPTEN DIT JAAR OVER VAN GANGBARE NAAR DEELS BIOLOGISCHE TEELT VAN PEEN. EN DAT NIET ALLEEN: ZE BREIDDEN UIT MET EEN MELKVEEHOUDERIJ. HET MAAKT DE CIRKEL ROND, ZEGGEN ZE. IN MEERDERE OPZICHTEN.

en rooien van tulpen en peen. Er is een globale taakverdeling: Randolf doet de teelt, Werner het loonwerk en Niels vliegt overal tussendoor en doet sinds dit jaar de koeien. Maar heel strikt is de verdeling niet. Daar waar het werk ligt, wordt gewerkt.

Was vader Jan Schulte diep in zijn hart nu een veehouder of akkerbouwer? Hij startte in 1961 in ieder geval als veehouder. Dat deed hij in Friesland. Een brand in 1975 verwoestte de boerderij. Jan Schulte startte opnieuw en wederom in het vee. Maar begin jaren negentig verkocht hij de boerderij. De plannen waren gewijzigd. Hij wilde een akkerbouwbedrijf beginnen, misschien al wel omdat hij zag dat alle drie zijn zonen het boerenbloed in zich hadden. Hij verhuisde met hen naar Flevoland.

Naast de liefde voor het land hebben de zonen nog iets gemeen met hun vader. Want ook die keek al naar waar er kansen lagen en paste daar

Veehouder of akkerbouwer? Hij was het allebei, zeggen zijn zonen. En de genen verdeelde hij eerlijk over hen: Werner en Randolf zijn akkerbouwer pur sang geworden. Niels was dat ook, maar in hem, de jongste van de drie, stroomde ook het bloed van een veehouder. Toen een paar kilometer verderop een bedrijf met zo’n 70 stuks melkvee beschikbaar kwam, aarzelden de broers dan ook geen moment. Het bedrijf werd geïntegreerd in de maatschap Schulte. Daarmee is de cirkel weer rond: de familie Schulte heeft weer vee.

De stap naar biologisch

Het bedrijf in het kort: de drie broers telen peen, uien, aardappels, tarwe en grasklaver op circa 120 hectare grond in en rondom Swifterbant. Daarnaast doen ze loonwerk voor derden: gewasbescherming, beregening

10

BEJO WORTELMAGAZINE

v.l.n.r. Werner, Randolf en Niels Schulte


"Nerac is de meest constante en meest betrouwbare biologische peen die er is." Randolf Schulte

het bedrijf op aan. Zijn zonen doen dat ook. Dat is er namelijk de belangrijkste reden van dat ze dit jaar deels (circa 1/3 van het areaal) zijn overgestapt naar biologisch: de toenemende vraag vanuit de markt. Was die omschakeling lastig te maken? “Nee. Eigenlijk niet”, vertelt Werner. “Je krijgt van alle kanten advies. Maar als je alle advies op zou volgen, zouden we volgend jaar waarschijnlijk geen bedrijf meer hebben. De kunst is om het advies te filteren. Ons voordeel is dat we zelf al sinds begin jaren negentig peen telen en dat we dankzij het loonwerk veel gezien hebben.” De grootste verandering, zo ziet Niels, zit hem bij henzelf: “Ik chargeer even: maar de gangbare peen kun je vanuit je zetel telen. Staat er onkruid, dan plan je een spuitronde in. Dat komt dan niet eens op een dag nauwkeurig aan. Dat maakt je relatief flexibel in je werk. Nu hebben we handjes nodig voor het wieden. Die moeten er wel zijn. Dat betekent dat je strakker moet organiseren en plannen.”

Geen twijfel over ras

Toen eenmaal besloten was deels over te stappen naar biologisch, lag de keuze voor het

ras min of meer voor de hand: Nerac. “Heel simpel: die is het best af te zetten”, vertelt Randolf. “Hij is ietsjes trager in de opkomst, waardoor de Nerac geen tien haalt. Maar daar staat tegenover dat je hem vanaf maart tot en met juni kunt zaaien. Het is de meest constante en meest betrouwbare biologische peen die er is. Dat vertelden ook collega’s ons, bij wie we uiteraard geïnformeerd hebben voordat we definitief overstapten.”

Melkveehouderij: de cirkel is rond

De stap naar biologisch rijmt perfect met de uitbreiding in de melkveehouderij, die al op biologische leest werd geleid. Het een versterkt het ander: de stromest uit de stallen kan worden gebruikt voor de teelt van peen. Niels: “Zo creëer je dus kringlooplandbouw, zoals ze dat tegenwoordig noemen. Wij noemen het ‘ouderwets in een nieuw jasje.’ Dat past beter bij ons. Maar inderdaad: het maakt de cirkel rond, in meerdere opzichten… Mooi ook voor mijn vader, die in 2012 uit het bedrijf is gestapt. Hij moest kiezen tussen de akkerbouw en het vee. Wij zijn met zijn drieën en hebben het geluk dat we allebei kunnen doen.”

BEJO WORTELMAGAZINE

11


DE WEG VAN WORTELZAAD WELKE WEG LEGT HET ZAAD AF VOORDAT HET BIJ ONZE KLANTEN ARRIVEERT? WE BESCHRIJVEN DE MEEST RELEVANTE STAPPEN VAN WORTELZAAD TUSSEN BINNENKOMST BIJ BEJO EN VERZENDING NAAR DE TELER.

Wortelzaad wordt bijvoorbeeld geproduceerd in Australië. Daar wordt het door de teler een eerste keer geschoond. Daarna stuurt de teler de geschoonde partij naar Warmenhuizen.

GEZONDHEIDSTEST ZAADTELLING PER GRAM KIEMTEST

G E Z O N D H E I D D De ontvangstpartij komt aan in Warmenhuizen. Hier wordt een monster genomen. Dit monster ondergaat diverse tests.

KIEMTEST, GEZONDHEIDSTESTEN, VOCHTBEPALING, ZAADTELLING PER GRAM, ZUIVERHEID, GENETISCH. Van alle zaadmonsters wordt een veldproef gedaan om de raseigen­ schappen fysiek te beoordelen.

12

BEJO WORTELMAGAZINE

Afhankelijk van de resultaten van de eerder gedane gezondheids­ testen op de ontvangstpartij, wordt het zaad nu behandeld met heet water om het te reinigen van ziektes als Xanthomonas en Alternaria.

U P G R A D E N

Grove en lichte zaden worden door midddel van blazen en trillen verwijderd, waardoor de zaadpartij zuiverder wordt. De operator bepaalt of de stap ‘wrijven’ nodig is om de zaden gladder te maken.


K A L I B R E R E N

De zaden worden gesorteerd op grootte. De gewenste grootte van de zaden ligt tussen 1,6 en 2,4 mm. De fracties die uit deze kalibratie komen worden getoetst op kiemkracht.

S C H O N E N

De partij wordt gezuiverd van plant- en grondresten. Alle onzuiverheden en onkruiden worden verwijderd om aan de vertrouwde Bejo-kwaliteit te voldoen.

ZAADTELLING PER GRAM

S O R T E R E N

In deze fase worden de zaden gesorteerd op soortelijk gewicht. De diverse gewichtgroepen worden weer getest. Alleen de juiste fracties mogen door.

KIEMTEST ZUIVERHEID ONKRUIDTEST

ZAADTELLING PER GRAM KIEMTEST ONKRUIDTEST

In het vervolgtraject wordt het zaad behandeld.

P R I M I N G

Priming, of voorkiemen van het zaad, zorgt voor een snellere en egalere opkomst. Het innovatieve zaadverrijkingsmiddel B-Mox® maakt het zaad krachtiger, waardoor de groei in het vroegste stadium wordt gestimuleerd en de plant robuuster wordt.

V E R P A K K I N G

Vervolgens gaat het zaad naar de verpakkingsafdeling. Er zijn verschillende verpakkings­ eenheden van 25.000 tot 5.000.000 zaden. Vervolgens wordt het verstuurd naar de teler.

C O A T I N G

Daarnaast kan een teler er voor kiezen om het zaad te laten coaten. Er zijn diverse mogelijkheden: • witte coating = niet chemisch behandeld • geelachtige coating = biologisch • groene = met fungicide De werkzame stoffen in deze coatings zijn afhankelijk van de landelijke wet- en regelgeving. BEJO WORTELMAGAZINE

13


DE S C H I J V E N W O R T E L :

BOEIENDER ÉN UITDAGENDER DAN OOIT ZEG NOOIT ZOMAAR WORTEL TEGEN EEN SCHIJVENWORTEL. DE ORANJE GROENTE, SINDS JAAR EN DAG EEN VASTE WAARDE IN ELKE KEUKEN, KENT NIET ALLEEN EEN RIJKE GESCHIEDENIS, MAAR OOK EEN BOEIENDE EVOLUTIE. KWEKER KRIS DEBEUCKELAERE EN ZIJN VROUW KATLEEN MACKELBERG UIT STADEN DELEN HUN INTERESSANTE VISIE OVER DE GROOTSTE UITDAGINGEN. PHILIP HOFLACK EN STIJN VANDELANOTTE VAN WERELDSPELER HORAFROST TREDEN HEN DAARIN BIJ.

Je kan er alle kanten mee uit, het is supergezond en er is niemand die het niét lust: wortelen. Voor Kris Debeuckelaere en Katleen Mackelberg is het zelfs een essentieel onderdeel van hun professionele leven. Samen runnen ze een bedrijf waar ze groenten telen en varkens kweken. Ze hebben 260 zeugen en telen naast schijvenwortelen ook nog bloemkool, aardappelen, tarwe en maïs. “Mijn vader startte 35 jaar geleden al met de schijvenwortelteelt”, vertelt Debeuckelaere. “Vandaag hebben we het al snel over 8 hectare”. Kenmerkend voor de schijvenwortelen zijn de gewenste specificaties van het eindproduct: een lange cilindrische wortel die binnen de diameter­ grenzen van 15 tot 35 mm blijft. Een intens oranjerode inwendige kleur met weinig groenverkleuring aan de kop is hierbij essentieel. Groei- of rooischeuren worden gemeden. Hiervoor wordt op ruggen gezaaid van 70 cm aan 1,8 miljoen zaden per ha. Men zaait 2 rijtjes per rug op ongeveer 6 à 7 cm van elkaar. “Het zaaien wordt uitbesteed aan loonwerker Gesquière, die jarenlange ervaring heeft in het zaaien van wortelen. We streven naar een teeltrotatie van 1 op de 6 à 7 jaar.” Het klinkt eenvoudig, maar dat is het niet. “Na de zaaiperiode moest je dit jaar reeds binnen de week beregenen”, weet Mackelberg. “Net na de zaai was er kort wat felle regen die voor lichte korstvorming heeft gezorgd. Daarna volgde er een ganse periode met schrale wind en luchtvochtigheden van 20 à 30 procent. Zonder beregening kon de kiem niet door de ondertussen hard geworden korst breken.”

Voorgekiemd (B-mox geprimed) zaad

Daarom wordt er in de sector vaak geopteerd voor voorgekiemd zaad. “Bij wortelen geteeld voor de verse markt is voorgekiemd wortelzaad al

14

BEJO WORTELMAGAZINE

de standaard. Misschien moeten we dat voor de industrieteelt ook meer gebruiken. Het gaat immers om een teelt die de volle aandacht vraagt en met geprimed zaad ben je al aardig op weg”, vervolgt Debeuckelaere. Wortelen hebben dus flink wat water nodig en beregening is cruciaal. Alleen komen er steeds vaker langere

"Mijn vader startte 35 jaar geleden al met de schijvenwortelteelt.” Kris Debeuckelaere


v.l.n.r. Kris Debeuckelaere en zijn vrouw Katleen Mackelberg en Dirk Vanparys

droogteperiodes voor. “Gelukkig hebben we grote waterreservoirs aangelegd. Al zou het geen overbodige luxe zijn als de gemeente investeert in extra spaarbekkens. Op het bedrijf is er nu genoeg water beschikbaar. Voorlopig althans, want we weten nog niet wat het najaar en de winter zullen brengen." “Er is ook heel wat water nodig later in de teelt. In gronden met een iets hogere PH-waarde, kan schurft (Streptomyces scabies) ook een probleem vormen. Vooral droogte tussen het vierde en zesde blad, is daarin cruciaal. Dan vervelt de wortel van wit naar oranje en is hij op zijn gevoeligst. Ook kan een droge, warme zomer een trigger zijn voor witziekte. Hierbij moet de wortel helemaal opnieuw beginnen (nieuwe haarwortels en loof maken). Een ononderbroken vochtvoorziening en continue wortelgroei is dus essentieel voor een rendabele teelt”, aldus Debeuckelaere.

IMPERATOR EN ISTANBUL Door de kruising met Imperator heeft de Istanbul een intense, dieprode kleur. Je ziet ook minder de scheiding tussen kern en bast. Die diepe oranjerode kleur heeft een grotere aantrekkingskracht op de consument. Napa en Nerac zijn de standaarden, maar de resultaten van de proeven met Navedo en Istanbul zijn heel positief. Zo zijn er bij beide opvallend weinig groene koppen, zowel in- als uitwendig.

Istanbul

Istanbul

Meer uitdagingen

“Nog zo’n uitdaging is onkruidbestrijding. Vooral zwarte nachtschade en kamille vormen de grootste zorgen. Ook aardappelopslag kan voor ergernissen zorgen. Je ziet ook meer een meer mechanische onkruidbestrijding en rijenbespuiting in de wortelteelt.” >>

Navedo

BEJO WORTELMAGAZINE

15


Ook bladluis kwam in een heel jong stadium voor, en kreeg men dit jaar pas na twee of drie veldbespuitingen weg. Soms is het kwaad echter al geschied en is er reeds overdracht van verschillende virussen gebeurd. “Al te vaak wordt de link niet gelegd en zien telers bemesting als oplossing voor het verblekende, ongroeizame gewas. Het is het resultaat van het wegvallen van Cruiser-gecoate zaden. Een verlies voor de sector.”

Wortelvlieg

Samen met Inagro volgt Debeuckelaere de wortelvlieg­v luchten op. “Het is al meer dan tien jaar dat de zogenaamde plakvallen op het perceel ons een aardige indicatie geven van de aanwezigheid van de wortelvlieg. De opvolging voor de behandeling kan zo nauwgezetter worden aangepakt. Nu wordt er pas een behandeling gestart als er effectief vliegen zijn. Door het te registreren, merken we ook de jaarlijks terugkomende pieken. Dat is zeker het geval in de periode tussen 10 en 20 oktober. Dat is een cruciale periode voor de derde vlucht van de wortelvlieg.” De teelt staat dus bol van de uitdagingen. “Door minder gebruik van chemische middelen, verhoogt het arbeidsintensieve aspect. En ook de kosten, onder meer door meerdere behandelingen, stijgen. Eigenlijk moeten we de laatste vijf jaar meer ons best doen om hetzelfde resultaat te bekomen. Terwijl de afnemer – het diepvriesverwerkend bedrijf in ons geval – hetzelfde aantal kilo’s verwacht. In overleg met hen hebben we nu ook gekozen voor de rassen Istanbul en Navedo. Deze laatste is wat langer dan de Nerac”, zegt Debeuckelaere.

16

BEJO WORTELMAGAZINE

Uniformiteit

Philip Hoflack erkent de uitdagingen. Zijn grootvader Michel Hoflack zette WestVlaanderen op de kaart op vlak van groenten. Het bedrijf Horafrost werd opgericht in 1979 en is één van Vlaanderens grootste producenten van diepvriesgroenten. Waar de eerste generatie van dit familiebedrijf nog landbouwers waren, ligt de focus bij Hoflack op het technische aspect, zonder daarbij de feeling met het basisproduct uit het oog te verliezen. Wortelen maken zo’n 15 procent uit van de verwerking bij Horafrost, waarbij er vooral bloemkolen, bonen en erwten op de band passeren. De groenten die diepgevroren worden, zijn puur en gevrijwaard van enig additief. “Daar houdt de consument van. De klassieke oranje wortelen blijven voor het grootste volume zorgen”, aldus Hoflack. “De consument is erg visueel ingesteld. Uniformiteit van diameter en kleur is dus heel belangrijk. En dat begint al bij het sorteren. Al is dat afhankelijk van verschillende regio’s. Oost-Europese landen, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk… elk land heeft zo zijn eigen voorkeuren”. De Europese markt is goed voor zo’n 70 procent van onze uitvoer. Binnen die markt is de Brexit een verhaal dat koffiedik kijken is. In de Verenigde Staten is de schommelende dollarkoers een extra moeilijkheid.


“De consument is erg visueel ingesteld. Uniformiteit van diameter en kleur is dus heel belangrijk.” Philip Hoflack

“Onze klanten bestaan ongeveer voor de helft uit retail en de helft uit foodservice. Het voordeel is dat onze producten een lange houdbaarheid hebben, tot twee jaar zelfs als het op -18 graden wordt bewaard. Bovendien is de eindklant nog niet onmiddellijk gedefinieerd, wat je bij conserven wel hebt. Daardoor kan je meer gaan schuiven in bijvoorbeeld de samenstelling van mengelingen.” Bij Horafrost verwerken ze grote wortelen, schijven­ wortelen en ook babywortelen. Wortelschijven zijn vooral bestemd voor de grootkeukens.

Snel verwerkingsproces

“Wortelen zijn de peper en zout van de industrie­groenten: onmisbaar”, besluit Stijn Vandelanotte, teeltverantwoordelijke bij Horafrost. “Het hele proces is bijzonder gestroomlijnd en efficiënt. De wortelen worden allereerst gerooid door de loonwerkers. Na een korte stockage bij de boer of op het bedrijf, gaan ze in verwerking. Allereerst wordt de aarde ontdaan in een stortbak, daarna worden ze gewassen en gesorteerd op diameter (15-35 mm). De te dikke wortelen (> 35 mm) worden eruit gesorteerd. Daarna worden ze gestoomschild zodat de schil loskomt en netjes verwijderd kan worden met de borstelband. De volgende stap bestaat uit het snijden in schijfjes, ofwel vlak of gegolfd. Vervolgens worden ze opnieuw gewassen, geblancheerd en start het proces van snelvriezen. Dat is tot -30 graden. Pas na het invriezen worden ze optisch gesorteerd om de wortelen met vlekken te verwijderen. Vervolgens worden ze per maat gesorteerd. Het hangt af van klant tot klant welke ‘range’ van diameter er verwacht wordt.” Het proces gaat snel. Van wortel naar schijf duurt het slechts drie kwartier. Bruto kan er zo 15 ton per uur verwerkt worden. De helft van de schijven is vlak, de andere helft is gegolfd.

“De rassenkeuze wordt medebepaald door de industrie”, aldus Vandelanotte. “Bij wortelen is bijvoorbeeld de afwezigheid van groene koppen een doorslaggevende factor.” Ook zij werken met zaad van marktleider Bejo. “Napa voor vroeg en Nerac voor de standaardteelt. Het ras is al twintig jaar op de markt en biedt het nodige vertrouwen. Nu zijn Istanbul en Navedo mogelijke opvolgers binnen dat segment. We hopen daarmee de kwaliteit en het rendement te verhogen. Maar als het basisproduct goed zit, dan heb je automatisch al een goed rendement.”

Terugkeer van de zaadontsmetting?

Ook bij Horafrost erkennen ze de moeilijkheden van de afgelopen jaren. “De weersomstandigheden zaten de laatste twee jaar niet mee. Het belang van beregenen, niet enkel bij de start maar ook later in het proces, >>

BEJO WORTELMAGAZINE

17


Philip Hoflack (links) en Stijn Vandelanotte

wordt hierin onderschat. We worden steeds vaker geconfronteerd met luizen, wortelvlieg en wollige wortelluis. Hierbij is de rol van teeltopvolging niet te onderschatten: hoe sneller men een probleem ziet, hoe sneller men het kan aanpakken en de gevolgen beperken. De Cruiser-ontsmetting hielp ons daarbij in het verleden, maar door de bijenproblematiek staan de neonicotioniden zwaar onder druk en het is niet te verwachten dat er een herintroductie komt van die neonicotioniden. Het huidige alternatief, in de vorm van veldbespuiting, zorgt dat er tot 10 keer meer actieve stof nodig is en dat lijkt mij als agronoom geen duurzame oplossing. Daarom hopen wij, samen met de telers, dat er snel een alternatieve en betaalbare zaadontsmetting komt.” “Het verhaal van wortelschijven speelt zich vooral af in de grootkeukens en dit is een zeer competitieve markt. Om de teelt van wortelen rendabel te houden is het dan ook van groot belang om, naast een goede teeltopvolging, in te zetten op innovatie op het veld. Nieuwe rassen die een hoger nettoresultaat geven bij eenzelfde input. Door productieve rassen met uniforme kieming (priming), betere droogte- en ziektetolerantie en weinig inwendige groenverkleuring in te zetten bereiken we een hogere veldproductie per hectare en een betere kwaliteit. Rassen zoals Navedo en Istanbul beantwoorden aan deze vraag." “Wij zijn hoopvol over de toekomst van de wortelteelt. Het belang van die wortelteelt is in de afgelopen jaren ook gegroeid in onze regio. De sector blijft voor uitdagingen zorgen, we groeien daarin mee en blijven naar creatieve oplossingen zoeken.”

18

BEJO WORTELMAGAZINE

“De rassenkeuze wordt mee bepaald door de industrie.” Stijn Vandelanotte


WEETJES WIST U D AT. . .

D I K K E R

H A A R

Wortelen ook goed zijn voor de haargroei? Wortelen zorgen ervoor dat het haar dikker wordt en sneller groeit. Eet een wortel per

G E Z O N D E

dag of drink wortelsap om snel verschil in haargroei en textuur te zien.

H U I D

Wortels ook bijdragen aan een gezondere en mooiere huid? Uw lichaam maakt vitamine A van de bètacaroteen uit worteltjes en deze helpt om uw huid te beschermen tegen schade door de zon.

K O E L K A S T Wortelen voor de keuken het beste in de koelkast bewaard worden? Maar niet in de buurt van rijpe vruchten! De gassen die de vruchten

O R A N J E

V S

afscheiden, zorgen ervoor dat de wortelen

P A A R S

bitter gaan smaken en sneller ouder worden.

Wortelen eeuwenlang paars waren? De oranje kleur kreeg de wortel door veredeling.

C H I N A

K O P L O P E R

China de meeste hectare aan wortelen heeft, gevolgd door de USA?

N A N T E S Van het totale aantal geproduceerde wortelen wereldwijd een kleine 40% een Nantes-type is?

C A R O T E E N

P U P P Y Wortelen ook zeer goed zijn

Wortelen zo gezond zijn dat ze helpen bij

voor jonge honden? Een

het verlagen van het risico op kanker?

bevroren wortel wordt extra

Ze bevatten Caroteen en dit heeft niet

gewaardeerd door uw puppy als

enkel een positieve invloed op het

deze last heeft van het

gezichtsvermogen en een goede weerstand,

tanden wisselen.

maar helpt ook bij het voorkomen van borst-, maag-, darm- en prostaatkanker.

BEJO WORTELMAGAZINE

19


ONTWIKKELING VAN WORTELGEWASSEN IN SCANDINAVIË BEJO NAM CONTACT OP MET COLLEGA’S, BEJO DEALERS EN AFNEMERS IN DE VERSCHILLENDE SCANDINAVISCHE LANDEN OM ZO EEN BEELD TE SCHETSEN VAN DE WORTELMARKT DAAR.

Denemarken

Lis Jespersen, Key accountmanager van ons dochterbedrijf Seedcom, schetst een overzicht van de Deense markt. “Wortelen kunnen het hele jaar geteeld en geleverd worden”, geeft ze aan. “In de winter en het voorjaar vindt de oogst plaats vanonder strobedekking. Qua type wortelen zijn Nantes en Amsterdamse bak overduidelijk de belangrijkste”, aldus Jespersen. Gekleurde wortelen worden op kleine schaal gebruikt, de productie van snackwortelen vormt een belangrijk deel van de markt. Jespersen: “Meer dan de helft van de wortelproductie wordt geëxporteerd, voornamelijk naar Duitsland. Dit geldt voor zowel de Nantes-types als snackwortelen. De meeste wortelen worden geteeld op bedden met drie of vier rijen. Lammefjorden, op het eiland Seeland, is hierop een uitzondering: hier gebeurt dit op ruggen.” Ze vervolgt: “In Jutland is Nairobi het standaard ras. Het gewas wordt in deze regio bewaard in de grond, afgedekt met plastic en stro. In Seeland is Nerac het belangrijkste ras en wordt er voor de bewaring gebruik gemaakt van een geconditioneerde koeling, zoals men dit ook in grote delen van West-Europa doet.” Naast wortelen wordt er relatief veel pastinaak en wortelpeterselie geteeld. Deze producten worden zowel ‘single’ als in een ‘root crop mix’ (samen met lange rode bieten en kleuren en oranje wortelen) verkocht. De meest populaire Bejo/Elsoms-pastinaakrassen zijn Pearl en Panorama. Eagle en Arat zijn de leidende rassen in wortelpeterselie. Ook het eerste hybride wortelpeterselie ras in de markt, Arctica, wordt volop getest. De biologische productie van wortel- en knolgewassen is zeer belangrijk in Denemarken; meer dan 12 procent van het gekochte voedsel is biologisch. Van de wortelproductie is meer dan 50% biologisch, een percentage dat de komende jaren naar verwachting verder zal toenemen. Deze groei is mogelijk doordat biologische worteltelers aan grondruil met biologische melkveehouders doen, maar ook door ieder jaar te roteren tussen de verschillende teeltgebieden. Hierdoor krijgen schadelijke insecten als de wortelvlieg minder kans om zich te ontwikkelen.

20

BEJO WORTELMAGAZINE

DENEMARKEN AREAAL

Wortel: 2.600 hectare Pastinaak: 130 hectare Wortelpeterselie: 90 hectare

Finland

Een opvallende trend in Finland is de opkomst van snackwortelen, zo vertelt Antti Koski, adviseur bij onze dealer Helle Oy. “In de omgeving van de gemeente Laitila wordt Mokum geteeld en de boerderij Kariota Oy produceert gewassen en verpakt ‘snoepachtige’ snackwortelen. Dit zijn een paar voorbeelden; daarbij moet wel gezegd dat de productie een mooie groei laat zien, maar momenteel nog vrij klein is.” In Finland worden wortelen vers geoogst van eind juni tot eind oktober. De oogst in oktober is bedoeld voor bewaring in koelhuizen, zoals men dit ook doet in Nederland en België. De bewaarwortelen zijn bedoeld voor verwerking of bewerking in de maanden november tot en met mei, voor zowel de verse markt als de industrie. Daarnaast vindt er op kleine schaal import van wortelen plaats in de periode maart tot en met juni. Qua teeltmethodes valt het Koski op dat wortelen meer en meer onder insectennetten geteeld worden. Dit is nodig omdat de peenbladvlo voor zeer grote problemen kan zorgen en de teelt zelfs compleet kan doen mislukken. Dit springende insect overleeft in naaldbomen en verplaatst zich in het voorjaar naar de wortelpercelen. Dit heeft zeer grote


"Van de wortelproductie is meer dan 50% bio­logisch, een percentage dat de komende jaren naar verwachting verder zal toenemen."

w

schade tot gevolg: het schadebeeld is een totaal misvormde wortel die na de aantasting niet verder ontwikkelt en totaal waardeloos is voor welke markt dan ook.

Lis Jespersen

De meest populaire Bejo-rassen in Finland zijn Napoli, Newhall, Nerac en Fontana. Op biologisch vlak gebeurt er volgens Koski nog relatief weinig: “Er is een aantal proeven opgezet voor biologische snackwortelen. Maar over het totale marktaandeel genomen gaat het maar om een paar procent.”

FINLAND AREAAL

Wortel: 1.830 hectare Pastinaak: 150 hectare Wortelpeterselie: 5 hectare

Noorwegen

Hier werken we met 2 dealers: Norgro, met teeltspecialist Arne Gillond, en L.O.G. Hoewel de oogstomstandigheden in Noorwegen in 2019 verre van optimaal waren, heeft de markt voor wortel- en knolgewassen hier niet ernstig onder geleden. Gunnar Wearsted van L.O.G vertelt hierover: “We verwachtten grotere problemen qua voorraad, maar we konden de Noorse wortelmarkt van product voorzien zonder veel te hoeven importeren.” Bejo’s rassen Mokum, Nominator, Finley en Namdal zijn de belangrijkste rassen op de Noorse markt. “De ontwikkeling van de markt voor snackwortelen is redelijk stabiel”, zo geeft Wearsted aan. Er komen mooie nieuwe rassen als Aranka en Astralis aan, die een welkome aanvulling zijn in dit segment. Er is wel enige mate import van wortelen nodig om gedurende het hele jaar voldoende wortelen beschikbaar te hebben. Dit zijn goedkopere wortelen, van een wisselende kwaliteit. De coronacrisis heeft een kleine invloed gehad op de biologische markt, maar Wearsted verwacht in de komende jaren weer een voorzichtige toename.

NOORWEGEN AREAAL

Wortel: 1.650 hectare Pastinaak: 45 hectare Wortelpeterselie: 60 hectare

Zweden

Lena Linde, eigenaar van onze dealer Semenco, noemt het zuidelijke deel van Gotland als het belangrijkste teeltgebied van Zweden; dit geldt voor zowel wortel als pastinaak en wortelpeterselie. “Er bestaat de nodige interesse voor gekleurde wortelen”, geeft ze aan, “maar Nantes is zonder twijfel het belangrijkste type.“ Het overgrote deel van de productie wordt volgens Linde gebruikt voor binnenlandse verkoop. In de maanden richting het einde van het seizoen (mei en juni) wordt er op kleine schaal geïmporteerd vanuit Italië. De wortelen uit de opslag, zowel de geconditioneerde opslag als onder strobedekking, zijn nog altijd het belangrijkst. De meest voorkomende Bejorassen in de Zweedse markt zijn Nerac en Nacton (koelhuis bewaring), Nairobi en Newhall (strodek bewaring) en Napoli en Nominator (voor primeur- en zomerteelt). Een grote groei op het gebied van biologische verkoop is er volgens Linde momenteel niet: “De laatste vijf jaar is het aandeel toegenomen, maar op het moment is het redelijk stabiel.”

ZWEDEN AREAAL De peenbladvlo veroorzaakt een totaal misvormde wortel die na de aantasting niet verder ontwikkelt en totaal waardeloos is

Wortel: 1.600 hectare Pastinaak: 200 hectare Wortelpeterselie: 80 hectare

BEJO WORTELMAGAZINE

21


PRODUCTIE WORTELZAAD Een geschikte productielocatie is vaak een teler of coöperatie die al zaden zoals graszaad en granen in het assortiment heeft. Deze beschikt immers over de vereiste zaai-, plant-, oogsten schoningsmachines. Het heeft onze voorkeur bij deze bedrijven te starten, mits het gebied vrij is van wilde wortelen. Pas dan beginnen we met het selecteren van biologische telers en kunnen we starten met de productie van biologisch wortelzaad. Zaadteelt is arbeidsintensief omwille van de extra onkruid- en insectencontroles en voor de biologische zaadteelt geldt dit nog meer dan bij gangbaar, want scouten is 3x per week nodig. Bovendien gelden er voor de biologische zaadteelt nog extra eisen. Op vlak van de grond en vruchtwisseling moet een bio-teler ook over de nodige certificaten beschikken die o.a. aangeven dat er op de schoningsfaciliteiten in het verleden wel en tegenwoordig niet meer met conventionele bestrijdingsmiddelen gewerkt wordt. Tegenover al dit arbeidsintensieve werk en deze voorwaarden staat een financieel voordeel. Bejo investeert veel om te voldoen aan de diverse criteria en kwaliteitszaden te leveren aan de telers. Momenteel is de verhouding 5% biologisch en 95% gangbaar. In de toekomst zal het biologische aandeel groeien, deels gestuurd door de richtlijnen van de overheid. Frankrijk en Denemarken verplichten al het gebruik van biologische zaden.

22

BEJO WORTELMAGAZINE

VERENIGDE S TAT E N


BEJO PRODUCEERT WERELDWIJD WORTELZAAD. JOS DOODEMAN EN ANNE STOOP ZIJN PRODUCTIE-ADVISEURS. ZE REIZEN REGELMATIG NAAR DE DIVERSE PRODUCTIELOCATIES OM KENNIS OVER DE GENETISCHE EN FYSIEKE KWALITEIT VAN DE RASSEN UIT TE WISSELEN EN ONDERHOUDEN CONTACT TUSSEN DE PRODUCTIEBEDRIJVEN EN HET HOOFDKANTOOR VAN BEJO. JOS EN ANNE VERTELLEN ONS AAN WELKE EISEN EEN GESCHIKTE PRODUCTIELOCATIE MOET VOLDOEN EN WAAR BEJO MOMENTEEL WORTELZAAD PRODUCEERT.

FRANKRIJK C H I N A

N I E U W Z E E L A N D

Z U I D A F R I K A

AUSTRALIË

BEJO WORTELMAGAZINE

23


VERGEET OUDE TEELTADVIEZEN, DENK ZELF GOED NA ALS U WORTELEN WILT BLIJVEN TELEN EEN RENDABELE TEELT IN DE TOEKOMST VRAAGT OM EEN ANDERE AANPAK. NIET BLIND VAREN OP GEWOONTES EN ALGEMENE ADVIEZEN, MAAR HET BODEMLEVEN EN DE NATUURLIJKE WEERBAARHEID VAN GEWASSEN STIMULEREN. DAT IS DE CONCLUSIE VAN DRIE TEELTDESKUNDIGEN. “TELERS MOETEN WEER LEREN TELEN.”

“De grootste uitdaging is naar mijn idee het veranderende klimaat.” Sander Bernaerts

Peen is altijd een intensieve teelt geweest. Onder optimale omstandigheden kan een teler 150 kisten van een hectare halen. Maar een topopbrengst met een goede bewaarbaarheid is niet vanzelfsprekend. Die vraagt de nodige inspanningen voor bemesting, beheersing van ziekten en plagen, grondbewerking en - zeker in de laatste jaren - beregening. Het gewas peen levert in potentie veel op, maar de kosten van de teelt zijn hoog. Bovendien: de markt is veeleisend en het gebruik van bepaalde middelen en meststoffen staat onder druk. De vraag dringt zich op: wat is nodig om de teelt van wortelen rendabel te houden in de toekomst? Bejo legt deze voor aan drie deskundigen. In het dagelijks leven geven zij teeltadvies in de praktijk; elk vanuit hun eigen achtergrond. Sander Bernaerts is adviseur in de biologische groenteteelt en akkerbouw, Chris van Laarhoven is bodem- en bemestingsspecialist in de conventionele en biologische tuinbouw, Pius Floris is erkend specialist op het gebied van bodembiologie en daarnaast oprichter van het bedrijf Plant Health Cure, producent van bodemschimmels, -bacteriën en andere plantaardige producten die plantweerbaarheid verhogen. De drie specialisten vinden elkaar al in de constatering dat peen zich ontwikkelt

24

BEJO WORTELMAGAZINE


“De oude bemestingsleer mogen we wat mij betreft overboord gooien.” Chris van Laarhoven

van een akkerbouwteelt naar een tuinbouwgewas. Een standaardaanpak voor zaaien, bemesten en oogsten volstaat niet meer, want de omstandig­heden in het veld veranderen.

Klimaatverandering

Wat is de belangrijkste oorzaak van die veranderingen? Sander Bernaerts: “De grootste uitdaging voor de peenteelt is naar mijn idee het veranderende klimaat. We hebben drie extreme droge voorjaren en zomers op rij gehad. Dit jaar hebben sommige telers meer dan 100 mm beregend rond het zaaien; alleen maar om knappe ruggen te maken en het gewas boven te krijgen! Je ziet ook dat langdurige droogte wordt afgewisseld met heftige neerslag, waardoor de grond dichtslaat. Als dat zo blijft, is dat echt hoogst zorgelijk!” “Wat je als boer daartegenover kunt stellen is zorg voor de bodem. Telers moeten alles doen om de achteruitgang van de bodem te stoppen. Niet meer met 6-cilinder tractoren het land op als het ook kan met een 4-cilinder. Voldoende rustgewassen in het bouwplan en nadenken over de effecten van voorvruchten op de peen. Meer vaste mest gebruiken om organische stof op te bouwen. Kortom, alles moet kloppen. Zeker in een teelt als wortel.”

Bemesting

Belangrijk voor een rendabele teelt in de toekomst is volgens de drie experts: gewoontes durven loslaten. Ze zien bijvoorbeeld dat een royale stikstofbemesting contraproductief uitpakt. Van Laarhoven: “Ik zeg al 15 jaar tegen telers dat ze te veel stikstof geven. ‘Voor de zekerheid, baat het niet dan schaadt het niet’, zeggen ze dan. Ik

zeg altijd: de enige zekerheid die je hebt is dat je te veel geeft. Telers zien graag een vol groen gewas. Dat ziet er ook mooi uit, maar blad kun je niet verkopen. Het trekt bovendien ongewenste insecten aan. Ik adviseer een minimale hoeveelheid in de startgift en vervolgens moet er in de loop van het seizoen net genoeg beschikbaar zijn om het loof groen te houden. Want een beetje groei heb je nodig, Dat helpt bij de preventie van meeldauw en het loof moet sterk genoeg blijven voor het rooien.”

Natuurlijke afweerstoffen

Voeding van het gewas is niet alleen belangrijk voor de groei en opbrengst, ook voor de weerbaarheid tegen ziekten en plagen. Ook daarin kun je als teler sturen. >>

BEJO WORTELMAGAZINE

25


Van Laarhoven: “Voor de bewaarkwaliteit is weerbaarheid van het gewas het belangrijkst. De plant moet in staat zijn natuurlijke afweerstoffen te produceren tegen schimmels. Daarvoor hebben ze kobalt en silicium nodig. Calcium speelt een grote rol in de opname van deze sporenelementen. Dat klinkt simpel, maar dat is het niet. Want je hebt te maken met wisselwerkingen tussen nutriënten. De calciumopname wordt bijvoorbeeld geremd door een overmaat aan kali. Daarom adviseren we om nooit kali te geven met de startgift. Pas tussen het 4 en 6-bladig stadium heeft de plant kali nodig. En alleen als er een tekort is geef je een aanvulling met een chloorarme kalimeststof.” De in de akkerbouw veelgebruikte meststof Kali60 is volgens de experts funest in de wortelteelt, omdat het chloor het bodemleven schaadt.

Gezonde bodem

Pius Floris is van mening dat telers zoveel mest geven, omdat ze niet vertrouwen op de kwaliteit van de bodem. “Planten worden ziek van kunstmest. Ik vergelijk het met fastfood. Het lijkt wel lekker, maar als je alleen hamburgers eet, word je doodziek. Het is een hardnekkig misverstand dat nutriëntenopname te danken is aan beschikbaarheid. Dat is de chemische benadering. De werkelijkheid is dat planten voedingsstoffen opnemen door de wisselwerking tussen hun wortels en bodemschimmels, maar door het gebruik van kunstmest wordt dat vermogen hen voor een groot deel ontnomen. Ook het gebruik van bestrijdingsmiddelen brengt schade toe. In de gangbare teelt worden schadelijke schimmels bestreden met fungiciden. Bestrijdingsmiddelen doen wat ze beloven: bestrijden. Daarmee dood je helaas ook veel goede schimmels. We moeten onder ogen zien: als bodemorganismen eenmaal op een perceel zijn verdwenen, komen ze niet vanzelf weer terug.” Simpelweg omdat die ruimte in de kortst mogelijke tijd door de overgebleven organismen wordt ingenomen. En dat zijn meestal niet de gunstige bodemorganismen! “Wij pleiten ervoor de goede schimmels een steuntje in rug te geven. Biostimulanten zetten planten aan om zelf de oorzaak van ziekten en plagen te bestrijden. Daardoor verbeter je de bodemkwaliteit en de weerbaarheid van

26

BEJO WORTELMAGAZINE

het gewas.” Het bedrijf van Floris, Plant Health Cure, levert onder meer producten die de kolonisatie en groei van de wortelschimmels mycorrhiza ondersteunen.

Weerbaarheid

De drie praktijkexperts delen de volgende conclusie: een succesvolle teelt is afhankelijk van een gezonde boden en de weerbaarheid van gewassen. Pius Floris: ”Veel telers zijn te afhankelijk geworden van middelen. Door het gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen is de bodemkwaliteit bij veel telers hard teruggelopen. Repareren is een langjarig proces. Maar als je ermee aan de slag gaat, zie je na één jaar al verschil.” Chris van Laarhoven: “De oude bemestingsleer mogen we wat mij betreft overboord gooien. Denken in biologie is al beter, maar eigenlijk moeten we naar systeemdenken; dat we in de bodem processen in gang zetten, zonder er van alles bij te hoeven gooien.” Sander Bernaerts: “Algemene bemestingsadviezen zijn nog altijd waardevol, maar je moet als teler zelf ook nadenken. Wat heb je in jouw situatie nodig voor een weerbaar gewas? Wat zijn de gevolgen voor het bodemleven? Meten hoort daar ook bij. Ik verbaas me over telers die voor honderden euro’s per hectare uitgeven aan meststoffen zonder een bodemmonster te nemen.“ De discussies en gesprekken over teelt gaan vaak nog over strooien en spuiten, maar zeker met het veranderende klimaat wordt het belangrijker om het over de bodem en de teelt zelf te hebben. Thema’s als bodemvruchtbaarheid, grondbewerking en zaaitechniek zijn waar het werkelijk om gaat.

“Door het gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen is de bodemkwaliteit bij veel telers hard teruggelopen.” Pius Floris


STEEDS ZOUTER WATER VRAAGT OM MAATREGELEN PEENTEELT IN VEEL REGIO’S STIJGT HET ZOUT­GEHALTE IN ZOWEL OPPERVLAKTE- ALS GRONDWATER. DAT HEEFT GROTE GEVOLGEN VOOR GEVOELIGE GEWASSEN ZOALS PEEN. TEELTADVISEUR SANDER BERNAERTS RAADT TELERS AAN REGELMATIG DE EC TE METEN EN MAATREGELEN TE NEMEN OM HUN BODEM MINDER AFHANKELIJK TE MAKEN VAN BEREGENING.

Het structurele neerslagtekort en intensief beregenen zorgen voor verzilting van het grond- en oppervlaktewater. Dat is te zien aan de stijgende hoge EC-gehaltes. In delen van Flevoland, bijvoorbeeld, is het water inmiddels ongeschikt geworden voor irrigatie, merkt zelfstandig teeltadviseur Sander Bernaerts. Voor een gewas als peen mag het water voor beregening hooguit een EC van 1,0 hebben. Dat geldt ook voor zaaiui, sla, klaver, erwt en boon. Ook andere gewassen zijn gevoelig. Voor rode biet en spinazie ligt de grens rond 2,0, voor plantuien op 2,5. Aardappel, knolselderij, kool en granen hebben een iets hogere tolerantie. De EC van het water is op zichzelf niet het probleem. Het gaat om de uitwerking in de wortelzone. Bernaerts: “Na beregening met zout water schiet de bodem-EC omhoog. Ik heb voorbeelden gezien van uien die werden beregend met 1,6 EC, waardoor de bodem-EC steeg naar 1200mS. In zowel uien als peen heb ik bodem-EC’s gemeten van boven de 1500mS. Voor dit soort gevoelige gewassen is 700mS de bovengrens.”

Opname van water en essentiële mineralen

Hij raadt telers aan regelmatig de EC in het water en de bodem te meten. De variatie per perceel, watergang of bron is groot en de waardes stijgen vaak in de loop van het seizoen. “Een EC-meter is een kleine investering, maar kan heel waardevol zijn. Vaak lijkt de waterkwaliteit in het vroege voorjaar nog prima maar door intensieve beregening kan het soms met de week zouter worden.”

“Voor een gewas als peen mag het water voor beregening hooguit een EC van 1,0 hebben.” Sander Bernaerts

Hoge zout­w aardes in de bodem bedreigen de opbrengst en de kwaliteit. Het zout bemoeilijkt de opname van water en voedingsstoffen door de wortels. De schade is in veel gevallen groter dan een teler denkt. Vaak komt een gewas nog wel op, maar drogen de kiemplanten vervolgens snel uit. Of een gewas lijkt wel aan te slaan, maar groeit minder hard.

Water vasthouden

Wat kun je als teler doen? In de eerste plaats meststoffen zorgvuldig doseren. Want alle meststoffen verhogen de EC in de bodem. Daarnaast pleit Bernaerts voor teeltmaatregelen die ervoor zorgen dat de bodem het aanwezige water beter vasthoudt. Gewassen worden dan minder afhankelijk van beregening. In het algemeen betekent dat: meer aandacht voor bodemstructuur. Specifiek voor peen adviseert hij bij zware grond intensief te frezen (met overtop) voor een zaaibed met fijne grond. Ook met de timing valt veel te winnen. Vroeg beginnen met grondbewerking, bijvoorbeeld, heeft als voordeel dat een eventuele voorjaarsbui op de ruggen valt en beschikbaar is voor het kiemende gewas. Verder adviseert Bernaerts om goed op de omstandigheden te letten voor het zaaien. In de praktijk kan het lonen een vroege kans te pakken of juist langer te durven wachten.

BEJO WORTELMAGAZINE

27


NOG STEEDS VOLOP KANSEN OP DUITSE MARKT VOOR BIOPEEN

DE DUITSE MARKT VOOR BIOGROENTEN IS BOOMING. IN 2019 GAF DE CONSUMENT HIER MAAR LIEFST 22% MEER GELD AAN UIT DAN IN HET JAAR ERVOOR. INMIDDELS IS RUIM 8% VAN DE TOTALE GROENTEAFZET BIOLOGISCH. BINNEN DIT SEGMENT IS HET MARKTAANDEEL VAN PEEN MET AFSTAND HET GROOTST: HET GEWAS ZORGT VOOR BIJNA 30% VAN DE AFZET. PEEN KENDE ALS GEVOLG VAN DE EXTREME DROOGTE EEN MAGER 2018, MAAR IN 2019 GROEIDE DE AFZET WEER MET 12%. Importland

Hoewel Duitsland dankzij zijn grote oppervlakte en lage bevolkings­ dichtheid geschikt is voor landbouw, is het van oudsher wat groenten betreft een importland. De sterke focus op de (auto)industrie maakte dat de (bio)groenteteelt zich minder snel ontwikkelde. Maar dat is inmiddels veranderd. We spreken met Pieter Gabriëls, Directeur Bejo Duitsland: "De Duitse bioteler heeft grote stappen gemaakt in zowel productkwaliteit als productopbrengst. De binnenlandse productie van biopeen is sinds 2013 gegroeid met 26% tot ruim 53.000 ton in 2019. Toch ligt de totale vraag nog altijd zo’n 20 tot 30% hoger en is het importaandeel van de Duitse biopeenconsumptie met 42% nog steeds fors te noemen. Verreweg de grootste importvolumes komen uit Nederland. Meer dan de helft van alle in Nederland geteelde biopeen wordt afgezet op de Duitse markt. De import uit Israël en Spanje is specifiek bedoeld om het tekort aan biopeen aan het einde van het winterseizoen te compenseren."

28

BEJO WORTELMAGAZINE

Areaal

Na enige jaren van stabilisatie is het biopeen­ areaal in 2019 weer met 9% gestegen tot 2.377 hectaren. Dit is ongeveer 17% van het totale biogroenteareaal in Duitsland. Biopeen wordt in Duitsland geteeld als snackwortel, schaaltjes peen, winterpeen en bospeen. De teeltgebieden zijn dezelfde als die voor de conventionele wortelen. Wel blijkt het lastig om in gebieden met een hoge teeltintensiteit ook biologisch te telen. In het zuidwesten van Duitsland zorgt deze combinatie bijvoorbeeld voor een hogere ziektedruk.

Bejo-rassen • Bewaring: Norway en Nacton (biozaad) en Nerac (conventioneel kan als NCT ook gebruikt worden voor bio) • Vroeggewas: Napoli (biozaad) • Smaak: Mokum als snackwortel (NCT zaad) en Miami (biozaad)


"Meer dan de helft van alle in Nederland geteelde biopeen wordt afgezet op de Duitse markt." Pieter Gabriels

Voorkeur regionaal product

Gabriëls: "De markt stelt hoge eisen aan de kwaliteit van de biopeen en heeft bovendien een sterke voorkeur voor het regionale Duitse product. Deze voorkeur komt voort uit de behoefte aan duidelijkheid over de herkomst van het product, mede gevoed vanuit de voedselschandalen. Bij de biogroenten geldt dit in nog sterkere mate dan bij conventionele groenten. Regionaal staat dus in feite voor transparantie over de herkomst van het product, een behoefte waarin ook niet regionale telers kunnen voorzien."

Handel

De biopeen is sterk vertegenwoordigd in de verschillende verkoop­ kanalen. De markt wordt echter nog altijd gedomineerd door super­markt­ discounters als Lidl en Aldi. Biopeen is bijna een vanzelfsprekendheid voor de Duitse discounter, sommige bieden inmiddels uitsluitend biopeen aan. Het mes snijdt daarbij aan meerdere kanten; de biopeen heeft een positieve uitstraling op het imago van de winkel, is aantrekkelijk voor een breed publiek en er kan een relatief hoge prijs voor gevraagd worden.

Prijs

Door de hogere kosten voor productie en certificering, is de biopeen gemiddeld 50 tot 60% hoger geprijsd dan het conventionele alternatief. Hoewel de Duitse consument normaal gesproken weinig uit wil geven aan voeding, maakt hij voor het biologische product een uitzondering. Mits voldaan aan de criteria kwaliteit en regionaal (lees: duidelijke herkomst), is de consument bereid een relatief hoge prijs te betalen voor biogroenten. >>

Afzet in 1.000 ton 70

Binnenlandse productie

60 50

Invoer totaal

40 30

Invoer vanuit Nederland

20 10

Afzet in 1.000 to

2015

2016

2017

2018

AMI 2020/OL-BI-238 | AMI-informiert.de

binnenlandse aanvoer 504

2019 Bron: AMI 642

527 BEJO WORTELMAGAZINE

29


Teeltoppervlakte/oogstvolume op recordniveau

Biologische groententeelt in Duitsland 2019

Teeltoppervlaktes (in ha) en oogstvolumes (in 1.000 t) van biopeen in Duitsland

Teeltoppervlaktes in de volle grond (in ha) en het biologisch aandeel in het totale areaal vollegrondsgroenten (in %), in Duitsland, 2019

Teeltoppervlakte

Oogstvolumes

© AMI 2020/OG-148 | AMI-informiert.de

Bron: Destatis

Bron: Destatis

Biologische groententeelt in Europa

Top 10 biogroenten in Duitsland

Teeltoppervlaktes in geselecteerde landen, 2018, in ha

De vraag van particuliere huishoudens naar biologische groenten en groenten totaal, 2019, in volume %

Italië Spanje Frankrijk Duitsland Polen Ver. Koninkrijk Oostenrijk Denemarken Hongarije Portugal Bulgarije Overige landen

Biologische groenten = 100%

tomaat komkommer tomaat

ui paprika courgette asperge pompoen gember champignon

Biogroententeelt in de EU-28 in 1.000 ha

overige © AMI 2020/OL-297 | AMI-informiert.de

Bewaartijd en groeiseizoen

Toekomstvisie Duitse markt

Markttrends

Wat consumptie betreft is de verwachting dat deze in de komende jaren verder zal groeien; er ontstaat meer belangstelling voor verse groenten en introducties als snackwortelen leiden tot additionele consumptie.

Om het winterseizoen met de binnenlandse biopeenproductie beter te kunnen overbruggen is zowel de bewaartermijn als de mogelijkheid vroeger verse biopeen te kunnen leveren van belang. Het assortiment biopeenrassen met een goede bewaarbaarheid heeft Bejo de laatste jaren uitgebreid met de rassen Norway en Nacton. De ontwikkeling van een nieuwe vroege biowaspeen is nog in volle gang. Vooralsnog wordt Napoli uit biozaad nog steeds op grote schaal geteeld.

Voor de Duitse consument is een goede kwaliteit belangrijk, maar ook een lage prijs. Het aandeel van convenience producten is daarom nog relatief beperkt, maar groeiende. Daarnaast zien we dat smaak de laatste jaren steeds belangrijker is geworden. De volgende stap is de groeiende aandacht voor de werking van de afzonderlijke inhoudsstoffen van groenten in relatie tot de gezondheid van de consument.

BEJO WORTELMAGAZINE

Groente totaal = 100%

wortel

Bron: AMI; Eurostat; FiBL; nationale Statistiken © AMI 2020/OL-122 | AMI-informiert.de

30

© AMI 2020/OL-117 | AMI-informiert.de

De binnenlandse productie zal verder toenemen als gevolg van de marktvraag (pull) en de steeds strenger wordende regelgeving voor conventionele teelt (push). De beschikbaarheid van grond is beperkt. De verwachting is toch dat er versneld areaal omgezet zal worden van conventionele naar biologische teelt.

Desalniettemin is Duitsland nog steeds niet zelfvoorzienend als het gaat om biopeen en op korte termijn zal dit ook zeker niet veranderen. Kortom, er zijn dus nog volop kansen op de Duitse markt voor biopeen.

wortel komkommer ui paprika ijsbergsla asperge champignons courgette bloemkool overige Bron: AMI nach Gfk-Haushaltspanel


Joost Litjens (links) en Sam van Geffen

LANDBOUWBEDRIJF A R E N O S A :

EEN BOUWPLAN VOL SCHERMBLOEMIGEN TIEN JAAR GELEDEN TEELDEN ZE 1 HECTARE BIOLOGISCHE PASTINAAK, AFGELOPEN JAAR WAS DAT MEER DAN 100 HECTAREN. DE VRAAG NAAR DE PASTINAAK GROEIDE HARD. ARENOSA, HET BEDRIJF VAN JAN EN SAM VAN GEFFEN IN LELYSTAD, GROEIDE MEE.

Ze zitten op een bijzonder stukje grond in Nederland. Midden jaren tachtig viel Lelystad onder financiële curatele van het Rijk. Er lag een gebied van 300 hectaren dat eigenlijk bestemd was als industriegrond, maar dat geen aftrek vond. Het Hoofd Groen van de gemeente zag wel heil in biologische teelt op grotere schaal. De grond kreeg daarop een nieuwe bestemming en midden jaren tachtig vestigden zich er de eerste biologische telers. Het werd min of meer de bakermat van de biologische teelt in Nederland. Jan van Geffen was een van de telers die zich er vestigde. De geboren Noord-Brabander had aanvankelijk geen achtergrond in de landbouw. >>

BEJO WORTELMAGAZINE

31


Maar toen hij op 23-jarige leeftijd via een vriend te horen kreeg van de biologische school was direct zijn interesse gewekt. Hij ging terug naar school. Vlak voor zijn afstuderen kreeg hij de kans om in Lunteren 3 hectaren grond te gaan bebouwen. Biologisch. Uiteraard. In 1988 verruilde hij die grond voor 10 hectaren nieuwe zavelgrond in Lelystad. Het ‘grote’ boeren was begonnen.

Toenemende populariteit

Inmiddels teelt Jan er met zoon Sam op 90 hectare. Die groei hield min of meer gelijke tred met de toenemende populariteit van de ‘verdwenen’ groente. Of moeten we zeggen: de ‘teruggekeerde’ groente. Want pastinaak, waar als vanzelf al een biologisch imago aan ‘kleeft’, is ongekend populair. En ook worterpeterselie, aardperen, schorseneren, kliswortel en prei – de andere groenten die het bedrijf teelt, naast grasklaver en suikermaïs – claimen in meer of mindere mate hun plek in het groenteschap. Saillant detail overigens is dat Sam nagenoeg hetzelfde pad bewandelde als zijn vader. Ook hij had aanvankelijk weinig op met de teelt van groenten. Hij zag meer perspectieven in de horeca. Totdat hij halverwege de jaren ’00 in de gaten kreeg dat de biologische markt zich enorm aan het ontwikkelen was. Het was ‘serious business’ aan het worden. Hoe mooi is het dan als je mee aan de wieg van die ontwikkeling mag staan! En dus stapte hij in 2008 in het bedrijf van zijn vader.

Speerpunten

Een van de speerpunten van Arenosa, zoals het bedrijf van de familie Van Geffen heet, is dat het de eigen afzet regelt. “We telen wat de markt vraagt. Daarvoor is het belangrijk dat je veel energie steekt in het onderhouden

32

BEJO WORTELMAGAZINE

van contacten met de markt. Dat loont. De vraag naar traditionele, biologische groenten neemt toe. Omdat wij al zo lang in dit segment zitten, weten ze ons te vinden. In binnen- en buitenland.” In Nederland gaan de groenten van Van Geffen naar de retail en winkels in natuurvoeding, maar ook naar de industrie, die de grovere varianten van de groenten prima kan gebruiken. Want dat is het ‘nadeel’ van de pastinaak: omdat het een peenachtige is, stelt de gemiddelde consument ook peenachtige eisen aan het product, bijvoorbeeld aan uniformiteit in grootte. Daarnaast gaan de groenten vooral naar Duitsland, België, Frankrijk, Denemarken, de Scandinavische landen en de Baltische Staten. Ook prei wordt een steeds belangrijker product in het bedrijf en gaat naar de industrie en versmarkt.


V.l.n.r.: Jan, Sam en Koen van Geffen

Een tweede speerpunt is het eigen verwerkingsbedrijf. Sam: “Wij willen een maximale waarde aan onze producten geven. Dat doen we door ze zelf te wassen, in te pakken en – zoals ik net al vertelde – te vermarkten; ook voor derden. Dat werkt twee kanten op: doordat we zo nauw in contact staan met de markt krijgen we informatie over ontwikkelingen uit eerste hand. Dat helpt je bij het samenstellen van je bouwplan.”

Hoofdschuddend "Wij willen een maximale waarde aan onze producten geven. Dat doen we door ze zelf te wassen, in te pakken en te vermarkten." Sam van Geffen

Groeien is nooit een ambitie geweest van Jan van Geffen. Groei overkwam hem min of meer, omdat de vraag naar ‘vergeten’ groenten steeg en hij gewoon zijn vak verstond. Groeien is nog steeds niet de ambitie die onder het bedrijf ten grondslag ligt. Ook niet die van zoon Sam, die echter wel nog stappen wil zetten: “We gaan ons steeds verder specialiseren in bepaalde teelten. Daarbij zie ik nog veel potentie in wortelpeterselie, die misschien nog wel lekkerder is dan de pastinaak. Punt is dat de rassen nog niet constant genoeg zijn, al zijn de eerste resultaten met nieuwe hybriderassen ronduit goed te noemen.” Sam heeft geen moment spijt gehad van zijn overstap uit de horeca naar de biologische akkerbouw. Ook zijn broer Koen heeft de verzekeringswereld waarin hij werkte gedag gezegd en is in de teelt gaan werken. En Jan? Die denkt nog wel eens met een glimlach terug aan zijn tijd in Lunteren: “Met misschien wel veertig verschillende gewassen. Met een kleine bouwval als schuur. Met veel vrijwilligers en stagiaires die de boel mee draaiende hielden. Dan kwamen mensen wel eens hoofdschuddend voorbij wandelen… Of ze dat nu nog doen? Hahaha… nee, niet meer.”

BEJO WORTELMAGAZINE

33


VAN DE POLDER SNEL NAAR OOST-EUROPA

DAGELIJKS RIJDEN ER VRACHTWAGENS VOL SCHERM­ BLOEMIGEN ONDER HET LABEL SUMMUM NAAR OOST-EUROPA. DE GROENTEN IN HET GANGBARE SEGMENT WORDEN GROTENDEELS GETEELD IN DE WIERINGERMEER. DOOR PATRICK VAN BENSCHOP.

Zijn vader was bouwvakker, maar kocht in de jaren negentig een bunder grond. Dat deed hij min of meer als hobby, om naast zijn werk op de bouw ook wat kool te kunnen telen. Hij heeft op dat moment niet kunnen vermoeden dat zijn zoon, die net als hem geen agrarische opleiding heeft, dertig jaar later ruim 200 bunder groenten zou telen. Toch is dat het geval. Op zo’n 60% van het areaal teelt Patrick van Benschop kool en knolselderij, op de overige 40% peen (oranje, gele en paarse), pastinaak en wortelpeterselie. “Ik teel nooit op de bonnefooi, maar altijd waar de markt om vraagt. Dat past het beste bij mij.” Dat doet hij in een nauwe samenwerking met verwerkingsbedrijf Bruin Vegetables en handels- en transportonderneming A.N. Boekel B.V. Die samenwerking gaat zo ver dat ze samen naar buiten toe optrekken als White Gold Farm, dat groenten vermarkt onder de naam Summum. Grootste voordeel van die samenwerking is de snelle actie naar de OostEuropese markt toe. Dagelijks rijden er eigen wagens naar onder andere Denemarken, Tsjechië, Slowakije en Hongarije.

34

BEJO WORTELMAGAZINE

Verregaand gemechaniseerd

De ondernemer in het Noord-Hollandse Waarland heeft zijn bedrijf verregaand gemechaniseerd. Het zaaien van peen is het enige dat wordt uitbesteed, de rest gebeurt met eigen materieel en eigen mensen. “Arbeidskrachten zijn relatief duur in ons land. Bovendien teelt Oost-Europa meer en meer zelf. Dus zullen wij ons op een andere manier moeten zien te onderscheiden. Ik concentreer me op de vraag die uit de markt bij White Gold Farm terechtkomt. Met weinig mensen verzetten wij veel werk. Alleen bij de oogst van kool maak ik gebruik van mensen via een uitzendbureau, de rest doen we zelf.”

Perspectieven

De kool wordt op Waarlandse grond geteeld, de peen en knollen in de Wieringermeerpolder, dat op zo’n half uur rijden van Waarland ligt. Van daaruit gaat de oogst direct naar Bruin Vegetables; om van daaruit snel ook weer de markt op te gaan. Om volume te kunnen garanderen en de vruchtwisseling te kunnen borgen, ruilt hij continu land. Hij teelt wel zelf Japanse haver, maar zelf aardappelen telen doet hij niet. Dat wil hij ook niet. Focus. Daar ligt de kracht van Van Benschop.


"Eenmaal af land moet ons product zo snel mogelijk de winkels in. Rassen die daar bij passen zijn Bangor en Blanes en Mello Yello en Deep Purple." Patrick van Benschop

Al ziet hij wel dat volume een probleem aan het worden is in het gebied waar hij teelt: “De grond hier is al lang niet maagdelijk meer. We halen hier in peen niet de volumes die je bijvoorbeeld in de Noordoostpolder haalt. Ook dat is de reden dat we niet in het bewaarsegment zitten. Eenmaal af land moet ons product zo snel mogelijk de winkels in. Rassen die daar bij passen zijn Bangor en Blanes in de vroege peen en Mello Yello en Deep Purple in de kleur. In wortelpeterselie doen we Arat, Eagle en Arctica.” Die grond is er ook de reden van dat hij verwacht dat de nadruk in de toekomst meer op knollen dan op peen zal komen te liggen. “In kool zie ik perspectieven, ook in de bewaring overigens. We zijn nu bezig met het ontwikkelen van een oogstmachine, zodat we sowieso de vroege kool automatisch kunnen snijden en we minder afhankelijk worden van de beschikbaarheid van arbeidskrachten. Daarnaast zie ik ons nog groeien in de wortelpeterselie. Die teelt gaat nu nog moeizaam. Het is lastig te zeggen waarom die het ene jaar goed gaat en het andere jaar minder. Maar ik heb er vertrouwen in dat we dat, in samenwerking met de veredeling, onder de knie gaan krijgen.”

Met vertrouwen vooruit

In 2021 verwacht Van Benschop dat zijn bedrijf het label Planet Proof krijgt. Overschakelen naar bio is geen optie voor hem. Het past niet bij hem. “Ik wil dat mijn gewassen elk jaar een iets hoger rendement hebben dan het jaar ervoor. Dat is de insteek. Dat regel ik met bladmeststoffen. De vraag is alleen wel of de middelen die nu toegestaan zijn dat ook zullen blijven. Ook daar zit anders nog wel een uitdaging. Maar verder kijk ik met vertrouwen vooruit: zolang er vraag is, en die zal er blijven voor Nederland als gatenvuller, daar twijfel ik niet aan, blijven wij snel een kwalitatief goed product leveren.”

BEJO WORTELMAGAZINE

35


INSECTEN I N Z A A D P R O D U C T I E

ZOWEL ONMISBAAR ALS POTENTIËLE PLAAG RESEARCHERS CLEIDE DIAS EN YOURI DRA AIJER OVER ENTOMOLOGIE BIJ BEJO

36

BIJ BEJO WERKT EEN TEAM VAN INTERNATIONAL SEED PRODUCTION RESEARCHERS VOORTDUREND AAN MANIEREN OM DE ZAADPRODUCTIE TE VERBETEREN EN DE OPBRENGST STABIEL TE HOUDEN. YOURI DRAAIJER IS MANAGER VAN HET TEAM, WAARIN VOOR ENTOMOLOOG CLEIDE DIAS EEN BELANGRIJKE ROL IS WEGGELEGD. ZIJ BESTUDEERT DE BIOLOGIE VAN INSECTEN, HUN GEDRAG EN HUN INTERACTIE MET DE OMGEVING EN ANDERE ORGANISMEN. VOOR DE WORTELTEELT IS HAAR WERK ESSENTIEEL: DE ZAADOPBRENGST EN -KWALITEIT IS MEER AFHANKELIJK VAN HET GEDRAG VAN INSECTEN DAN BIJ DE MEESTE ANDERE GEWASSEN.

Insecten als bestuivers

De rol van insecten in de productie van zaad kan moeilijk worden overschat. Ze doen dienst als bestuivers en zijn daarmee cruciaal in het voortplantingsproces van planten. Aan de andere kant kunnen plantenetende insecten ook grote schade aan de zaadopbrengst toebrengen. Vrijwel alle gewassen die Bejo produceert hebben in meer of mindere mate met deze factoren te maken. Waarom juist de wortelopbrengst extra gevoelig is voor het gedrag van insecten, is volgens Youri Draaijer eenvoudig te verklaren: “Wortel is qua productieoppervlakte een van Bejo’s grotere gewassen. Omdat het in verschillende landen op grote oppervlaktes wordt geteeld, is de opbrengst variabeler, minder voorspelbaar. Een goed jaar kan heel goed zijn, een slecht jaar meteen desastreus.”

Bejo is tevreden over haar bijen. Toch werd het toen Cleide Dias in 2017 in dienst kwam bij Bejo een van haar aandachtspunten om te zoeken naar alternatieve bestuivers. Er zijn meerdere redenen om te zoeken naar alternatieve bestuivers, legt ze uit: “Meerdere bestuivers in een veld verhogen de betrouwbaarheid op een goede bestuiving, alternatieve bestuivers bestuiven ook onder andere weersomstandigheden en we zijn minder afhankelijk van één type bestuiver. Maar voordat we die gaan inzetten, moeten we eerst uitzoeken hoe we ze kunnen beheersen.”

BEJO WORTELMAGAZINE

Wat maakt insecten nu zo belangrijk in de productie van zaad? “Een plant kan alleen zaad ontwikkelen wanneer de pollen, geproduceerd door het mannelijke voortplantingsorgaan van de bloem, in aanraking komen met de stamper, het vrouwelijke orgaan”, legt Cleide Dias uit. “Insecten zorgen hiervoor door in hun zoektocht naar voedsel al rondvliegend de pollen van de ene bloem naar de andere te brengen. Bejo maakt hiervoor gebruik van honingbijen. Dit zijn goede bestuivers, ze zijn relatief goed te beheersen en kunnen daarom breed worden ingezet bij de zaadproductie.”


"Een goed jaar kan heel goed zijn, een slecht jaar meteen desastreus.” Youri Draaijer

Bejo draait mee in meerdere onderzoeken over de wereld waar het gedrag van alternatieve bestuivers wordt bestudeerd. “Hier word bijvoorbeeld gekeken naar hun levenswijze en efficiëntie voor bestuiving van onze gewassen” en zegt Dias, “om vervolgens te ontdekken hoe we deze insecten goed kunnen beheren in en om onze velden.” Deze informatie kan uiteindelijk ook uitgerold worden naar andere productielocaties van Bejo.

Insecten als plaag

om de wantsenpopulaties terug te dringen en daarmee ook de schade aan de zaadopbrengst en -kwaliteit te beperken”, aldus Dias.

In de bestrijding van zo’n plaag kunnen bij zowel biologische als gangbare productie cultuurtechnische en biologische bestrijdingsmethoden worden ingezet: van het aanpassen van het leefmilieu, tot het introduceren van natuurlijke vijanden die de kwalijke insecten opeten. Zo doet Bejo onderzoek naar het gebruik van zogenoemde bankerplanten op de velden: deze moeten alternatieve voeding en schuilplaatsen bieden voor de natuurlijke vijanden van de kwalijke insecten. In combinatie met vangplanten (die aantrekkelijker zijn voor de kwalijke insecten dan de gewassen), moet zo worden voorkomen dat migrerende wantsen het veld binnengaan. “We onderzoeken de juiste combinatie van methoden

Dias is van mening dat insecten echt onze aandacht verdienen, vanwege de cruciale rol in het zaadproductieproces. Twee jaar geleden lanceerde de afdeling International Seed Production Research haar programma voor entomologisch onderzoek. Er is sindsdien hard gewerkt om de kennis van insecten te verbeteren en daarmee ook de efficiëntie en kwaliteit van de zaadproductie. “We hebben grote stappen gemaakt”, beaamt ze. “Maar voor de toekomst hoop ik dat we ons op alle vlakken verder blijven ontwikkelen. Het is de bedoeling dat we alternatieve bestuivers ontdekken, die we op meerdere Bejo-locaties kunnen inzetten. En we willen nog meer inzicht krijgen in hoe we de schadelijke insecten kunnen bestrijden. We kijken ernaar uit om alle kennis die we vergaren te delen met onze collega’s en partners.”

Hoe belangrijk insecten als bestuiver ook zijn, de prioriteit van de entomologie lag in eerste instantie op het bestuderen van insecten die schade toebrengen aan de oogst. “Wantsen zijn bijvoorbeeld een groot probleem”, vertelt Draaijer daarover. "Schade toegebracht door insecten als wantsen is voor wortelzaad een extra groot probleem", zo voegt Dias toe. “De schade van deze insecten heeft grote impact op zowel de opbrengst als de kwaliteit van het zaad. Dit verlies aan kwaliteit is later in ons proces ook niet of moeilijk in te halen.”

BEJO WORTELMAGAZINE

37


HYBRIDE GROENTERASSEN:

HET BESTE VAN TWEE WERELDEN IN ÉÉN RAS F1 IS DE AFKORTING VAN HET LATIJNSE FILIAL 1 EN DAT STAAT VOOR HYBRIDE RAS, DE EERSTE GENERATIE NAKOMELINGEN VAN TWEE VEREDELINGSLIJNEN. HOE KOMEN WE TOT EEN HYBRIDE RAS EN WAT ZIJN DE VOORDELEN?

ZAAD IS HET PRODUCT VAN GESLACHTELIJKE VOORTPLANTING

Planten produceren zaad door geslachtelijke voortplanting: het stuifmeel van de mannelijke plant bevrucht de eicel van de vrouwelijke plant, die vervolgens uitgroeit tot een zaadje dat het embryo van een nieuwe plant bevat. Deze nieuwe plant heeft genetische eigenschappen van zowel de mannelijke als de vrouwelijke ouder. In de natuur vindt de uitwisseling van stuifmeel tussen planten van dezelfde soort willekeurig plaats. Het stuifmeel wordt verspreid door de wind of door insecten. Deze ongereguleerde verspreiding van stuifmeel wordt 'vrije bestuiving' genoemd en leidt tot een willekeurige verspreiding van genetische eigenschappen. Tussen de individuele planten in de populatie kan een behoorlijke variatie bestaan qua kracht, sterkte, hoogte, vruchtbaarheid (vermogen om zaad te produceren), wortelontwikkeling, stresstolerantie, etc.

PLANTVEREDELING BEGON AL IN DE OUDHEID

De mens heeft geprofiteerd van deze variatie binnen wilde populaties plantensoorten om planten te selecteren die bijvoorbeeld meer voedsel,

38

BEJO WORTELMAGAZINE


vezels of voedingsstoffen opleveren of die gemakkelijker te bewaren zijn. Door de zaden te bewaren van planten die meer zaden produceren, meer smaak hebben en beter presteren, hebben mensen gedurende duizenden jaren productievere rassen ontwikkeld. Het kost inderdaad veel tijd om rassen te verbeteren, vooral wanneer je planten en gewassen wilt creëren die verschillende nuttige eigenschappen hebben. Vanwege de willekeurige verspreiding van genetische eigenschappen is het niet eenvoudig om afzonderlijke planten te vinden die beschikken over de ideale combinatie van eigenschappen, zoals grote zaden EN resistentie tegen ziekten EN een goede bewaarbaarheid EN een goede smaak. Je moet veel geluk hebben en met een groot aantal planten werken om dat ene exemplaar te vinden dat (bijna) alles heeft.

EEN HYBRIDE RAS MAKEN

Plantenveredelaars hebben veel geleerd sinds Gregor Mendel de basisprincipes van genetica uitvogelde toen hij aan de slag ging met erwten uit zijn kloostertuin. Met de techniek die bekend staat onder de naam hybridisatie, kunnen gewenste eigenschappen in één enkel exemplaar worden samengebracht. Dat werkt als volgt: stel dat je een populatie wortelen hebt waarin vrije bestuiving plaatsvindt; bepaalde exemplaren in de populatie zijn echt mooie wortelen, maar ze zijn nog steeds vatbaar voor bladziekten. Dat betekent dat deze planten het in natte seizoenen niet zo goed doen. In dezelfde populatie komen ook exemplaren voor die beter bestand lijken te zijn tegen bladziekten, maar de wortels daarvan zijn maar middelmatig. En hoe we ook zoeken, we vinden geen planten die en mooie wortels EN een goede bestendigheid tegen bladziekten hebben. Nu selecteren we de planten met een goed wortelgestel en houden ze apart van de rest van de wortelen. We maken inteelt populaties van deze planten, en gedurende een aantal jaren selecteren we steeds de planten met de beste wortels en gooien de rest weg. Uiteindelijk hebben we dan een populatie waarvan de meeste planten goede wortels hebben. Hetzelfde kunnen we doen met planten die goed bestand lijken tegen bladziekte. Door steeds de gezondste planten te selecteren hebben we uiteindelijk een groep planten met sterk en gezond blad, zelfs onder natte omstandigheden.

De plantenpopulatie met een goed wortelgestel noemen we een veredelingslijn en de populatie met gezond blad is een andere veredelingslijn. Nu laten we deze twee lijnen in hetzelfde veld tot bloei komen en we laten ze stuifmeel uitwisselen en zaad maken. Deze zaden groeien uit tot hybride exemplaren die een goed wortelgestel EN gezond blad hebben. Bij hybridisatie worden de eigenschappen van de ouderpopulaties, of veredelingslijnen, gecombineerd in een nieuwe hybride populatie, oftewel een hybride ras.

VOORDELEN VAN HYBRIDE RASSEN

De sterke selectie en inteelt van de ouderlijnen maakt deze ouderlijnen uniformer. Door twee zeer uniforme ver­edelings­lijnen te combineren, creëren we hybriden die ook behoorlijk uniform zijn. Dat betekent dat het gewas gewoonlijk voorspelbaar groeit en gelijkmatig rijpt. Dit heeft voordelen voor de gewasbehandeling en de oogst. De combinatie van de geselecteerde genetische eigenschappen in een hybride ras geeft het ras vaak meer kracht (het hybride ras heeft meer kracht dan de twee ouderlijnen samen) met als resultaat planten die beter groeien en een hogere opbrengst geven.

HYBRIDE RASSEN BEHOUDEN

Gregor Mendel toonde aan dat de combinatie van eigenschappen van hybride planten wordt verbroken wanneer deze hybride planten onderling worden gekruist. Dit proces noemen we uitsplitsing of segregatie. Dit is het gevolg van het willekeurig herschikken van genetisch materiaal door geslachtelijke voortplanting. >>

BEJO WORTELMAGAZINE

39


Nicoletta Bertolin, junior breeder, locatie Noord-Scharwoude

Als we hetzelfde hybride ras willen blijven produceren, moeten we de twee ouderlijnen dus in stand houden. Telkens wanneer we de twee ouderlijnen kruisen, creëren we opnieuw het hybride ras dat de gewenste eigenschappen van beide ouders in zich heeft.

HOE ZIT HET MET ZAADTEELT VOOR EIGEN GEBRUIK?

Soms horen we kritiek op hybridisatie: telers kunnen niet hun eigen zaad bewaren, maar moeten elk jaar opnieuw zaad van het hybride ras kopen bij het groentezadenbedrijf. Dat is zeker waar. Maar hybridisatie is niet exclusief voorbehouden aan commerciële zaadbedrijven. Hobbyisten, tuiniers en commerciële telers kunnen dezelfde principes toepassen en hun eigen hybride rassen ontwikkelen. Het is wel veel werk, het kost veel tijd en het vereist een goed georganiseerd team om veredelingslijnen te onderhouden, hybride rassen te produceren en schoon en gezond zaad te produceren. Tuiniers en telers die vertrouwen op de voordelen van goede en productieve hybriden, zijn het erover eens dat deze jaarlijkse aankoop het geld zeker waard is.

HYBRIDEN ZIJN NATUURLIJK

Hybridisatie maakt gebruik van de genetische variatie die bestaat in natuurlijke populaties. Door middel van selectie kunnen we verschillende veredelingslijnen maken waarin de door ons gewenste eigenschappen zijn gecombineerd. Door verschillende veredelingslijnen met elkaar te mengen en op elkaar af te stemmen kunnen we deze eigenschappen in verschillende combinaties samenbrengen en een reeks nieuwe hybride rassen creëren.

40

BEJO WORTELMAGAZINE

HYBRIDEN ZIJN NIET GENETISCH GEMODIFICEERD (GGO)

Er bestaan verschillende technieken die de ontwikkeling van inteeltouderlijnen en hybride rassen kunnen faciliteren, zoals handmatige bestuiving (in plaats van te vertrouwen op de wind of insecten) en natuurlijk voorkomende mechanismen zoals zelf-incompatibiliteit of mannelijke steriliteit. Hoe dan ook werkt hybridisatie met het genetisch materiaal van één soort, en behelst geen technieken waarbij het genoom van de soort wordt gewijzigd door de introductie van DNA van niet kruisbare soorten. Hybriden zijn geen klonen. Een hybride populatie bestaat uit een groep afzonderlijke planten die bepaalde belangrijke kenmerken delen, maar waartussen ook nog steeds een aanzienlijke mate van genetische variatie bestaat. De ouderlijnen zijn immers niet volledig identiek, alleen sterk geselecteerd (typisch voor ongeveer 6 tot 7 generaties). Klonen zijn exemplaren die worden geproduceerd door ongeslachtelijke voortplanting (aardappelen, knoflook, fruitbomen, druiven, etc.), terwijl hybriden het product zijn van geslachtelijke voortplanting.

PLANTENVEREDELING STOPT NOOIT

Moderne plantenveredeling wordt ondersteund door toenemende kennis over het plantengenoom. We beschikken nu over laboratoriumapparatuur waarmee we snel kunnen zien wat de genetische inhoud van een exemplaar is, zodat we in een vroeg stadium van de groei van de plant kunnen bepalen welke planten over de eigenschappen beschikken waarin we geïnteresseerd zijn. Dit is overigens dezelfde apparatuur die wordt gebruikt om virussen te bestuderen en vaccins te ontwikkelen. De snelle uitbreiding van onze kennis van het plantengenoom en de beschikbaarheid van automatische analyseapparatuur zullen bijdragen tot de ontwikkeling van nieuwe rassen die kunnen floreren in stressvolle omgevingsomstandigheden, een grotere voedingswaarde en een betere smaak hebben, en met slechts een minimale inspanning goed produceren. Van het doordachte en zorgvuldig toegepaste gebruik van deze technieken profiteren we allemaal.


‘KWALITEIT VAN DE PEEN BEPAALT DE CAPACITEIT VAN DE VERWERKINGSLIJN’ IN 2018 BREIDDE VAN WOERDEN IN 2018UIT BREIDDE VANEIGEN WOERDEN FLEVO MET EEN FLEVO UIT MET EEN EIGEN BIOWORTELSPOELERIJ MET BIOWORTELSPOELERIJ MET NIEUWE HYDROKOELER. HET BRACHT HYDROKOELER. HET BRACHT NIEUWE KANSEN MET ZICH MEE. ‘MAAR’, ZEGT KANSEN METWOERDEN ZICH MEE.MET ‘MAAR’, STEFAN VAN INTUSSEN ZEGT STEFAN VAN WOERDEN EEN PAAR JAAR ERVARING OPMET ZAK, INTUSSEN EEN JAAR ERVARING ‘JE DOET DIT ERPAAR NIET ZOMAAR OP ZAK, ‘JEBIJ.’ DOET DIT ER NIET ZOMAAR EVENTJES EVENTJES BIJ.’

Zijn ouders hadden het bedrijf in 1988 overgenomen van zijn grootouders, die begin jaren zestig naar de Flevopolder waren getrokken om er te gaan ondernemen. In 1994 schakelden ze over op biologisch. Met veel verschillende gewassen, maar nog geen peen. Die deed pas begin deze eeuw zijn intrede. Dat gebeurde vrijwel tegelijkertijd met Stefan zelf, die na zijn school direct in het familiebedrijf stapte.

Anthoinet en Stefan van Woerden

Met intussen een schuur voor bewaring aan huis, groeide het areaal peen daarna snel. Daarnaast werden er hoofdzakelijk uien en aardappelen geteeld. Er stond een prachtig, gezond en gespecialiseerd bedrijf toen Stefan het met zijn partner Anthoinet in 2017 overnam van zijn ouders. De derde generatie, met frisse ideeën en ambitieus, wilde direct iets eigens >>

BEJO WORTELMAGAZINE

41


toevoegen aan het bedrijf. Het jaar erop stond er een moderne spoelerij en waren twee akkerbouwbedrijven bijgekocht; enerzijds om voldoende areaal te hebben voor de verwerking, anderzijds om de vruchtwisseling op orde te houden. “Weet je wat het ook was”, blikt Van Woerden terug, “Ik zag dat er relatief veel ‘vuil product’ naar het buitenland ging. Veel peen met grond dus. Dat is onnodig transport van kilo’s en strookt naar onze beleving niet met de biologische gedachte. En sowieso: onze peen ging al heel Europa in. We zagen daar dat de vraag naar ‘schone’ peen groeide. Dat heeft uiteindelijk de doorslag gegeven om een verwerkingslijn op te tuigen. En als je de peen nu ziet: om 05.00 uur komt hij van het land, om 06.00 uur wordt hij gewassen, gepolijst, gekoeld en gesorteerd en om 07.00 uur op 3 graden gaat hij de cel in. Supervers. Prachtig om te zien!”

Twee lijnen

In 2018 kwamen er twee biologische spoellijnen te staan. Eén voor peen en één voor tafelaardappelen. De schuur werd er vervolgens als het ware omheen gebouwd, met een eigen transportband waar de vuile peen wordt

42

BEJO WORTELMAGAZINE

“Er komt ontzettend veel bij kijken voordat je de lijnen operationeel hebt." Stefan van Woerden


aangevoerd, een eigen toiletgebouw, een eigen kantine, looplijnen, enz. “Er komt ontzettend veel bij kijken voordat je de lijnen operationeel hebt. Neem alleen al de certificeringen. Wij zijn gecertificeerd voor BRC Food in Grade AA. Tel maar gerust een halve fte om dat te organiseren, zo is onze ervaring.” Ook nu nog is de investering in tijd groot. Elke dag moet de lijn volledig schoon worden gemaakt, ongeacht hoeveel kisten je die dag hebt gedraaid. En dat de lijn volledig rvs moest zijn, conform de eisen aan voedselveiligheid, maakt hem hygiënisch in het gebruik maar ook duurder in het onderhoud.

‘Kwaliteit bepaalt de capaciteit’

Ondanks de investeringen aan de voorkant hebben Stefan en Anthoinet geen moment spijt gehad van de uitbreiding. Het wassen liep al vanaf dag één goed. Dat doet het nog steeds. En ook collega-telers maakten al snel dankbaar gebruik van de faciliteiten van Van Woerden Flevo. Daardoor kon er al snel één medewerker fulltime op de spoelerij komen te staan. De spoelerij is op de groei gekocht. “We hebben nog ruimte voor extra capaciteit. Maar we zijn daar wel kritisch op. De markt stelt steeds hogere eisen aan kwaliteit. De lat ligt hoog. Iets te hoog soms, denk ik wel eens. Want het zou eigenlijk niet uit moeten maken hoeveel kilo’s er in een bigbag gaan of in een bakje. Toch is er bij die tweede meer uitval. Jammer is dat. Absoluut. Maar dat is waar je mee hebt te dealen. Daarom dus ook dat kwaliteit de capaciteit van de verwerkingslijn bepaalt.”

namelijk nog altijd op de teelt zelf. Dat maakt ons heel flexibel. Dat vinden onze afnemers prettig, maar ook de collega-telers die hier hun product laten spoelen.”

Doorontwikkelen

Van Woerden Flevo teelt al vanaf het begin rassen van Bejo. Het start met de vroege rassen en schakelt daarna over op Nairobi en Nerac. “Die tweede is een ouderwetse wortel, maar zo constant. Daardoor is en blijft het een geliefd ras. Al verwacht ik wel dat Bejo, met al zijn kennis intussen in het biologische segment, rassen aan het doorontwikkelen is; en dan met name in het vroege segment en in de bewaarpeen. En zo hoort het ook te zijn. De grondprijzen worden duurder. Ook hier geldt dat de lat hoger komt te liggen: de opbrengsten en kwaliteit moeten hoger om die stijgende teeltkosten te kunnen compenseren.”

Overigens gaat niet alle peen door de spoeler. “Is er vraag naar veldgewaspeen, dan leveren we die. Makkelijk zat. Want het is niet zo dat de spoeler iedere dag per se volle bak moet draaien. De eerste focus ligt

BEJO WORTELMAGAZINE

43


SMA AK IS UNIEK!

EEN KWESTIE VAN SMAAK… SMAAK IS ÉÉN VAN DE PIJLERS BIJ BEJO. WIL JE DE CONSUMENT VERLEIDEN, DAN IS EEN UITMUNTENDE SMAAK VAN GROOT BELANG. MET NAME BIJ SNACKGROENTEN, DIE SNEL IN POPULARITEIT WINNEN. SMAAK IN ALLE FACETTEN: DUS NIET ALLEEN ZOET, MAAR BIJVOORBEELD OOK KNAPPERIGHEID EN SAPPIGHEID.

Bejo investeert al ruim vijf jaar in smaakonderzoeken, om zo meer over de best smakende rassen in een gewas te weten te komen. Voor ons is smaak de sensatie van wat je ziet (kleur), ruikt (aroma’s) en proeft (smaak, textuur). We meten smaak op drie manieren: via sensorische evaluatie (met statistische analyse), een inhoudsstoffentest en/of een consumentenpanel. Deze informatie wordt teruggebracht naar ons veredelingsprogramma, om voor de toekomst smaakvollere rassen te ontwikkelen. Smaakonderzoek voor wortelen wordt gedaan met een expertpanel van WUR Wageningen. Hierbij zijn veertien karakteristieken vastgesteld en gezamenlijk in een smaakmodel weergegeven. Dit smaakmodel heeft geleid tot een uitgebalanceerd assortiment snackwortelen, dat we promoten onder de naam Cool Carrot Candy. Ook voor andere gewassen worden er smaaktesten gedaan. De afgelopen twee jaar zijn we een expertonderzoek gestart naar smaak in rode bieten, waarvan de eerste resultaten in 2021 worden verwacht. Naast ons assortiment snackwortelen, welk grotendeels bestaat uit de Amsterdamse Bak types, vindt er ook onderzoek plaats naar smaak in de Imperator types. Deze Imperator types worden voornamelijk in de cut & peel industrie gebruikt, wat in de Verenigde Staten een groot segment is. Dat smaak hier belangrijk is, behoeft geen uitleg. Uiteraard streven we naar een hoog smaakniveau in de Imperator types.

"Smaak is de sensatie van wat je ziet, ruikt en proeft."

44

BEJO WORTELMAGAZINE

Bij Bejo, maar ook in samenwerking met diverse instituten, worden continu inhoudsstoffen gemeten. Deze waarden geven een impressie van de rassen uit ons bestaande assortiment met toegevoegde waarde. De genetica van een ras is van invloed, te denken valt bijvoorbeeld aan vezels in wortels en bitterheid in spruiten. We kunnen smaak nog niet voorspellen door het meten van de inhoudsstoffen, wel zijn een aantal beïnvloeders gedefinieerd. Zowel de genetica (het ras) en de teelt (diverse omstandigheden, zoals weer, grondtype, stressfactoren, bemesting) beïnvloeden de smaak van een groente. Ook onze klanten meten voortdurend de smaak van hun producten. Onze veredelaars en verkopers op het veld proeven continu de nieuwste rassen om ze te vergelijken met elkaar en met het bestaande assortiment.


Interessant is het om ons af te vragen wat voor mogelijkheden de toekomst zal brengen. Kunnen we veredelen op smaak? Kunnen de we de genen vinden die de smaak het meest beïnvloeden? De tijd zal het ons leren. Smaak is nooit de enige karakteristiek die gevraagd wordt in een groente. Het kan een uitgangspunt zijn voor bulkproducten en zeer specifiek voor een nicheproduct. Samen met veredelaars en telers beïnvloeden ook consumenten en chef-koks de smaak door de verscheidenheid aan bereidingsmogelijkheden van groenten.

SMAAKMODEL • Maakt onderscheid tussen smaak, aroma en textuur • Onderscheid tussen positief en negatief • Maakt de positieve karakteristieken duidelijk Bij wortelen betekent dit:

Het promoten van smaak is altijd een uitdaging: smaak is persoons­ gebonden, moeilijk in woorden te vangen en het belang ervan verschilt per toepassing (snackverpakking, versneden in groentemix, bulkverpakking, bereid product). Smaak is zeker een belangrijk factor voor herhalingsaankopen. Door het inzicht in smaak kunnen we aansluiten bij de hedendaagse food en consumententrends. De consument is steeds beter geïnformeerd en kiest steeds vaker voor gezond (om het immuunsysteem op te bouwen), bewust, lokaal en in het seizoen. Het maakt onderdeel uit van hun leefstijl. Bewuster eten betekent meer aandacht voor voedselverspilling, gezond snacken, aardse smaken, kleuren, gemak en vooral groenten in de hoofdrol! De consument wil de aanbevolen hoeveelheid groenten van 250 gram per dag halen, maar dan wel smaakvol en gevarieerd. Aan de ene kant zien we dat consumenten nieuwsgierig zijn naar nieuwe ontwikkelingen, maar ook is er nog steeds vraag naar basisproducten die als gezond en langer houdbaar bekend staan. Laat wortel daar nu precies in passen! Veelzijdig in gebruik, kleurrijk en voor alle eetmomenten geschikt. Daarnaast past wortel ook als extra ingrediënt bij heel veel andere groenten en fruit, zodat vele combinaties mogelijk zijn. Consumenten weten weinig over de intrinsieke smaak van een bepaalde groente. Vaak gaat het meer om visuele eigenschappen dan om smaak, zoals bijvoorbeeld in verspakketten. Hier ligt dus zeker een kans! Consumenten worden weinig geïnformeerd over eigenschappen van en verschillen tussen de diverse rassen. Hier kan op ingespeeld worden door duidelijk aan te geven welk wortelras geschikt is voor welk recept en welk eetmoment. Gezonder en duurzamer leven wordt makkelijker met (technische) hulpmiddelen. Online aanwezigheid is belangrijker dan ooit! Consumenten besteden meer tijd aan social media, kijken video’s en verbinden zich met (voedings)merken. Ze koken meer thuis en willen daarvoor geïnspireerd worden. Verbind je met hen! In deze tijden, waar meer gekeken wordt naar duurzaamheid, transparantie, verpakking en het proces, zie je initiatieven ontstaan; van teler tot tafel door diverse leveringsplatforms, zoals online shopping, farm shop in een restaurant, drive-through, om er maar een paar te noemen. Deze initiatieven zorgen voor directe levering naar en verbinding met de consument. Online ondersteuning is daarbij van wezenlijk belang. Uiteindelijk is het streven een verband te vinden tussen smaak en gezondheid. Want wat lekker is, eet je graag!

• Inhoudsstoffen zijn niet terug te brengen tot een smaaksensatie • Smaak is gerelateerd tot rassen • Rijpheid en/of bewaring van het ras zijn van invloed • Aroma’s hebben een grote invloed op de totale impressie van een ras • Grootte maakt een verschil (zaaidichtheid) – snack afmeting wordt geprefereerd Voorkeur voor smaak is de enige factor die niet compleet objectief is. De individuele scores zijn niet even belangrijk. Aroma’s hebben een grote invloed. Uiteraard is algemene impressie erg belangrijk. Inhoudsstoffen: In Amerikaanse verede­ lings­proeven zijn fructose, glucose en sucrose gemeten. Er was een correlatie met zoetheid, maar niet altijd.

ALGEMENE INDRUK ACHTERBLIJVENDE STUKJES

KNAPPERIGHEID 70 60 50 40

HARDHEID SAPPIGHEID

30 20

ONGEWENSTE SMAAK

MOKUM ADANA ASTRALIS ARANKA NERJA

ZOETIGHEID

10 0

GROND AROMA

BITTER

AANWEZIGHEID AROMA’S

NOOT AROMA TERPENTINE AROMA

WORTEL AROMA

OORDEEL AROMA’S

BEJO WORTELMAGAZINE

45


EVEN VOORSTELLEN ONZE C O L L E G A’ S

MAUD DEN OS Junior sales representative Specialisatie: bladgewassen, radijs, proeven-coördinatie Woonplaats: Malden Gezinssituatie: Samenwonend met Willem Opleiding: Bedrijfskunde & Agribusiness bij HAS Hogeschool Ervaring: Ik heb hiervoor 3,5 jaar gewerkt als junior internationaal productmanager bij Joordens Zaden, een veredelaar in onder andere groenbemesters en voedergewassen (grassen, voederbieten etc.). Hoe ben je bij Bejo terecht gekomen: Ik heb gereageerd op de vacature Vertegenwoordiger Zuidoost-Nederland. Bejo is een bedrijf waar een prettige sfeer hangt en ik de gelegenheid krijg mezelf verder te ontwikkelen. Hobby’s: Voetballen bij ST AWC/Juliana ‘31 Vrouwen 1. Motto: “Every accomplishment starts with the decision to try.”

46

BEJO WORTELMAGAZINE


BEJO IS CONTINU IN BEWEGING EN ZO GAAT HET OOK MET ONZE MEDEWERKERS. OP DE VERKOOPAFDELING BENELUX HEBBEN WE DIT JAAR 3 NIEUWE COLLEGA’S MOGEN VERWELKOMEN. WE STELLEN ZE GRAAG AAN U VOOR.

JOHN GIELEN

KIM JONGEJAN

Sales representative Specialisatie: asperge, bleekselderij, koolgewassen, prei en venkel

Medewerker verkoopondersteuning

Woonplaats: Aijen Gezinssituatie: 30 jaar gehuwd met Jacqueline, dochter Iris (25 jaar) en een zoon Ivo (23 jaar) Opleiding: Middelbare Landbouwschool Ervaring: Zo ongeveer 30 jaar geleden heb ik een jaar rond een preibedrijf beheerd. Vervolgens werkte ik meer dan 15 jaar bij een vooruitstrevend bedrijf in industriegroenten in Well als hoofd contractteelt, inkoop, planning, teeltbegeleiding en kwaliteitscontrole. Ik heb enkele jaren als manager teelt­techniek vollegrond gewerkt bij Nederlands grootste vollegronds­groente­ bedrijf in de Meterik en een aantal jaren als accountmanager Benelux en UK bij een gerenommeerde aardbei- en asperge­ plantenkwekerij in de Meterik. Ook heb ik nog een korte periode gewerkt bij een internationaal adviesbureau voor vollegronds­ groentebedrijven met Duitsland als speerpunt. Hoe ben je bij Bejo terecht gekomen: Ik heb de vacature gezien via een link op Facebook, maar ik kende al geruime tijd verschillende mensen bij Bejo en heb er altijd prettig zaken mee gedaan tijdens mijn functies bij vorige werkgevers.

Woonplaats: Sint Maartensvlotbrug Gezinssituatie: Thuiswonend Opleiding: Front office manager Ervaring: Ik ben begonnen met een baan in de horecasector en daarna heb ik als receptioniste gewerkt bij het hoofdkantoor van Gassan Diamonds in Amsterdam Hoe ben je bij Bejo terecht gekomen: Ik was opzoek naar een nieuwe uitdaging in een internationaal bedrijf. Bejo is een interessant bedrijf om voor te mogen werken. Hobby’s: Tennis, fitness, hardlopen, yoga en paardrijden. Motto: “Hoeveel fouten je ook maakt, je loopt altijd voor op de gene die niets probeert.“

Hobby’s: Mountainbiken, tuinieren, skiën en wandelen in Oostenrijk. Motto: “Kwaliteit gaat boven kwantiteit, en dit in de ruimste zin van het woord."

BEJO WORTELMAGAZINE

47


VERKOOPTEAM BENELUX ROBERT SCHILDER

Salesmanager Benelux & Scandinavië M +31 (0)651 230 973 E robert.schilder@bejo.nl

TEAM NEDERLAND BAS HEINEKE M +31 (0)620 331 003 E bas.heineke@bejo.nl

MAUD DEN OS M +31 (0)611 805 305 E maud.denos@bejo.nl

JOOST LITJENS M +31 (0)615 092 956 E joost.litjens@bejo.nl

JOHN GIELEN M +31 (0)620 252 308 E john.gielen@bejo.nl

RONALD HAND M +31 (0)630 060 181 E ronald.hand@bejo.nl

PASCAL STAAKS M +31 (0)610 941 722 E pascal.staaks@bejo.nl

ROB VAN DEN BOS M +31 (0)653 427 746 E rob.vandenbos@bejo.nl

CEES VAN DRUNEN M +31 (0)650 503 058 E cees.vandrunen@bejo.nl

Specialisatie: knolselderij, uien, wortelen en biologische teelt

Specialisatie: bladgewassen, radijs, proeven-coördinatie

Specialisatie: rode bieten, uien, wortelen en biologische teelt

Specialisatie: asperge, bleekselderij koolgewassen, prei en venkel

Specialisatie: koolgewassen en voor regio Noord-Holland knolselderij en rode bieten

Specialisatie: asperge, bospeen, Chinese kool, courgette, stengelui en prei

Specialisatie: knolselderij, koolgewassen, uien, wortelen en biologische teelt

Specialisatie: bonen, sla en spruitkool

EMMELIE VAN DE VELDE M +31 (0)625 431 034 E emmelie.vandevelde@bejo.nl

Specialisatie: bleekselderij, Chinese kool, knolselderij, plantuien, prei, rode kool en wortelen

Bejo Zaden B.V. Trambaan 1 | 1749 CZ Warmenhuizen | Nederland T +31 (0)226 396 162 | F +31 (0)226 393 504 | E verkoop@bejo.nl | W www.bejo.nl

Warmenhuizen

TEAM BELGIË DIRK VANPARYS M +32 (0)475 781 527 E dirk.vanparys@bejo.be

SELINE VANDECAVEYE M +32 (0)472 074 812 E seline.vandecaveye@bejo.be

Specialisatie: koolgewassen en sla

KOEN VERBRUGGEN M +32 (0)495 537 280 E koen.verbruggen@bejo.be

Bejo Zaden Belgium B.V. Berkenhoekstraat 6 | 2861 Sint Katelijne Waver (O.L.V. Waver) | België T +32 (0)15 207 771/207 603 | F +32 (0)15 209 940 | E info@bejo.be | W www.bejo.be

Sint Katelijne Waver


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.