- Adviseur Chris van Laarhoven over de beheersing van ziektes en plagen
“BODEM EN BEMESTING BLIJVEN AANDACHTSPUNTEN VOOR NETTO KILO’S” Tijdens de Kooldag van twee jaar geleden besteedde
en een optimale calcium-magnesium verhouding.
Bejo aandacht aan de relatie tussen bodem en trips.
“Koolgewassen hebben een hoge calcium- en
Gastspreker Chris van Laarhoven, reeds 15 jaar
zwavelbehoefte”, legt hij uit. “Verder zijn magnesium en
zelfstandig adviseur bodem- en bemesting, gaf
Molybdeen onderschatte elementen voor een optimale
een presentatie. Van Laarhoven denkt dagelijks
groei en kwaliteit. Door middel van plantsapanalyses
mee met telers over de beheersing van ziektes en
kunnen de gehaltes in beeld gebracht worden.
plagen. Twee jaar later spraken we hem opnieuw
Dat is zeer leerzaam. Verder is het belangrijk dat
en zijn verhaal is duidelijk: bodem en bemesting
het gewas niet stil valt in de groei door droogte of
blijft een aandachtspunt voor netto kilo’s voor alle
onkruidbestrijdingsmiddelen waardoor N gaat ophopen.
vollegrondsgroenten.
Iets meer inzetten op bodem- en bemestingsstrategie
Bejo sprak met Van Laarhoven om antwoord te krijgen op een belangrijke vraag: welke rol spelen bemesting, vochthuishouding en natuurlijke vijanden op de hoeveelheid aantasting door trips? “Het lijkt er op dat de tripsproblematiek ieder jaar toeneemt”, aldus de adviseur. “Ik zie een duidelijk verband tussen nutrientopname en de hoeveelheid aantasting door trips. Deze heb ik proberen te onderbouwen. Een ophoping van nitraat in het gewas maakt het gewas aantrekkelijk voor trips. Ook luizen voelen zich meer aangetrokken. Nitraten (N) dienen omgezet te worden naar nuttige aminozuren. Als de bodem en groei in balans zijn zul je minder aantasting zien.” Van Laarhoven adviseert onder meer gedeelde stikstofgift, bladvoeding met sporenelementen
6
levert vaak aan het einde van de rit een besparing op middelen op en meer netto kilo’s.” Een andere bevinding die Van Laarhoven doet betreft het moment van planten en oogsten. Latere plantingen (na 15 mei) zijn doorgaans in de oogstperiode (oktober) minder aangetast, zo geeft hij aan: “De kool slaat een generatie van bijvoorbeeld trips over. De totale opbouw van de populatie in het gewas is dan lager. Ook wordt het gewas niet overrijp en aantrekkelijk voor ziekten en plagen. Aan de andere kant zien we telers die eind april willen planten kiezen voor een vers groeikrachtig land. Zij oogsten in de loop van september en slaan juist late vluchten trips en bewaarproblemen door nattigheid over.”