VAN DE POLDER SNEL NAAR OOST-EUROPA
DAGELIJKS RIJDEN ER VRACHTWAGENS VOL SCHERM BLOEMIGEN ONDER HET LABEL SUMMUM NAAR OOST-EUROPA. DE GROENTEN IN HET GANGBARE SEGMENT WORDEN GROTENDEELS GETEELD IN DE WIERINGERMEER. DOOR PATRICK VAN BENSCHOP.
Zijn vader was bouwvakker, maar kocht in de jaren negentig een bunder grond. Dat deed hij min of meer als hobby, om naast zijn werk op de bouw ook wat kool te kunnen telen. Hij heeft op dat moment niet kunnen vermoeden dat zijn zoon, die net als hem geen agrarische opleiding heeft, dertig jaar later ruim 200 bunder groenten zou telen. Toch is dat het geval. Op zo’n 60% van het areaal teelt Patrick van Benschop kool en knolselderij, op de overige 40% peen (oranje, gele en paarse), pastinaak en wortelpeterselie. “Ik teel nooit op de bonnefooi, maar altijd waar de markt om vraagt. Dat past het beste bij mij.” Dat doet hij in een nauwe samenwerking met verwerkingsbedrijf Bruin Vegetables en handels- en transportonderneming A.N. Boekel B.V. Die samenwerking gaat zo ver dat ze samen naar buiten toe optrekken als White Gold Farm, dat groenten vermarkt onder de naam Summum. Grootste voordeel van die samenwerking is de snelle actie naar de OostEuropese markt toe. Dagelijks rijden er eigen wagens naar onder andere Denemarken, Tsjechië, Slowakije en Hongarije.
34
BEJO WORTELMAGAZINE
Verregaand gemechaniseerd
De ondernemer in het Noord-Hollandse Waarland heeft zijn bedrijf verregaand gemechaniseerd. Het zaaien van peen is het enige dat wordt uitbesteed, de rest gebeurt met eigen materieel en eigen mensen. “Arbeidskrachten zijn relatief duur in ons land. Bovendien teelt Oost-Europa meer en meer zelf. Dus zullen wij ons op een andere manier moeten zien te onderscheiden. Ik concentreer me op de vraag die uit de markt bij White Gold Farm terechtkomt. Met weinig mensen verzetten wij veel werk. Alleen bij de oogst van kool maak ik gebruik van mensen via een uitzendbureau, de rest doen we zelf.”
Perspectieven
De kool wordt op Waarlandse grond geteeld, de peen en knollen in de Wieringermeerpolder, dat op zo’n half uur rijden van Waarland ligt. Van daaruit gaat de oogst direct naar Bruin Vegetables; om van daaruit snel ook weer de markt op te gaan. Om volume te kunnen garanderen en de vruchtwisseling te kunnen borgen, ruilt hij continu land. Hij teelt wel zelf Japanse haver, maar zelf aardappelen telen doet hij niet. Dat wil hij ook niet. Focus. Daar ligt de kracht van Van Benschop.
"Eenmaal af land moet ons product zo snel mogelijk de winkels in. Rassen die daar bij passen zijn Bangor en Blanes en Mello Yello en Deep Purple." Patrick van Benschop
Al ziet hij wel dat volume een probleem aan het worden is in het gebied waar hij teelt: “De grond hier is al lang niet maagdelijk meer. We halen hier in peen niet de volumes die je bijvoorbeeld in de Noordoostpolder haalt. Ook dat is de reden dat we niet in het bewaarsegment zitten. Eenmaal af land moet ons product zo snel mogelijk de winkels in. Rassen die daar bij passen zijn Bangor en Blanes in de vroege peen en Mello Yello en Deep Purple in de kleur. In wortelpeterselie doen we Arat, Eagle en Arctica.” Die grond is er ook de reden van dat hij verwacht dat de nadruk in de toekomst meer op knollen dan op peen zal komen te liggen. “In kool zie ik perspectieven, ook in de bewaring overigens. We zijn nu bezig met het ontwikkelen van een oogstmachine, zodat we sowieso de vroege kool automatisch kunnen snijden en we minder afhankelijk worden van de beschikbaarheid van arbeidskrachten. Daarnaast zie ik ons nog groeien in de wortelpeterselie. Die teelt gaat nu nog moeizaam. Het is lastig te zeggen waarom die het ene jaar goed gaat en het andere jaar minder. Maar ik heb er vertrouwen in dat we dat, in samenwerking met de veredeling, onder de knie gaan krijgen.”
Met vertrouwen vooruit
In 2021 verwacht Van Benschop dat zijn bedrijf het label Planet Proof krijgt. Overschakelen naar bio is geen optie voor hem. Het past niet bij hem. “Ik wil dat mijn gewassen elk jaar een iets hoger rendement hebben dan het jaar ervoor. Dat is de insteek. Dat regel ik met bladmeststoffen. De vraag is alleen wel of de middelen die nu toegestaan zijn dat ook zullen blijven. Ook daar zit anders nog wel een uitdaging. Maar verder kijk ik met vertrouwen vooruit: zolang er vraag is, en die zal er blijven voor Nederland als gatenvuller, daar twijfel ik niet aan, blijven wij snel een kwalitatief goed product leveren.”
BEJO WORTELMAGAZINE
35