4 minute read
wouter prins woord en beeld
Woord en beeld
Protestanten houden het strikt bij het Woord Gods, katholieken vertalen het Woord naar beelden. Deze strikte waterscheiding verliest te midden van de hedendaagse beeldcultuur snel aan betekenis. Maar er zijn nog altijd momenten waarop wij ervaren hoe diep dit onderscheid in onze cultuur verankerd ligt. tekst Wouter Prins
Advertisement
Saenredam - De Zurbarán Een mooi voorbeeld werd aangereikt tijdens de expositie ‘Rembrandt – Velazquez. Nederlandse en Spaanse Meesters’, afgelopen najaar in het Rijks museum. De organisatoren hadden twee, bijna in alles van elkaar verschillende meesterwerken naast elkaar gepositio neerd: Het interieur van de Sint-Odulphuskerk in Assendelft, geschilderd door Saenredam en Agnus Dei van de hand van De Zurbarán, beide daterend uit het midden van de zeventiende eeuw. In de pure eenvoud van de compositie van Saenredam met zijn sobere, sublieme vlakverdeling en het heldere licht wordt in de ogen van vele kunstcritici de geboorte van de abstractie, van kunstenaars als Mondriaan, aangekondigd. De Zurabaran daartegen schept een icoon van het lijden van Christus, heel intiem en kwetsbaar, ontroerend en tastbaar. Oek de Jong merkte over dit kleine religieuze stilleven op dat het ‘vastgebonden en ten dode opgeschreven lam me veel dieper raakt dan beelden van de geknevelde, bespotte, gegeselde en gekruisigde Jezus’.
Twee schilderijen die schijnbaar vergeten kwesties naar boven halen. Hoe sterk ben je als katholiek verbonden met calvinis
Wouter Prins (1959) is conservator van Museum Krona in Uden.
tisch Nederland? Waar ligt je hart, je affiniteit, in welke traditie ben je opgegroeid? Hoor je in de wereld van Sae nredam of bij die van De Zubarán? En dat allemaal naar aanleiding van een bezoek aan een expositie met werken van vierhonderd jaar geleden.
beeld en woord Tegelijkertijd is er het besef dat het onderscheid beeldwoord niet zo groot is. Ook woorden hebben beelden nodig, en beelden woorden, zelfs al eindigen wij bij dat laatste vaak in gestamel. Het is eigenlijk verbazingwek kend hoe weinig er binnen het katholicisme (toch het beeldengeloof bij uitstek) is nagedacht en geschreven Agnus Dei, Francisco de Zurbarán, 1635-1640
over het belang en de betekenis van het beeld voor de liturgie en het geloof in het algemeen. Er is een passage in een tekst van Paus Gregorius de Grote die in zijn strijd tegen iconoclast bisschop Serenus van Marseille de aan wezigheid van beelden in kerken legitimeert met: Wat de Schrift is voor geletterden, zijn afbeeldingen voor analfa beten. Het is een argument dat tot op de dag vandaag te pas en te onpas wordt geciteerd. Maar wie een kathedraal binnen stapt, begrijpt in een oogopslag dat daar de kunst niet voor ongeletterden is bestemd. Want de kunst zit hoog, ver weg tot in de nok. We zien, maar wij weten niet wat. Deze kunst is niet gemaakt voor ons, maar voor God, zijn heilsgeschiedenis wordt verbeeld.
Het interieur van de Sint-Odulphuskerk in Assendelft, Pieter Jansz. Saenredam, 1649
En het is omdat God mens geworden is, geïncarneerd, dat wij beelden in de kerken mogen vereren volgens de leer van de orthodoxe kerkvaders. Anders dan in het Westen, is er in het Oosten diep over de betekenis en kracht van religieuze beelden nagedacht. In de zeven de-negende eeuw liepen de gemoederen tussen voor- en tegenstanders van de aanwezigheid van beelden, iconen, in heiligdommen hoog op. De uitslag is opzienbarend: ‘De bisschoppen schrijven de gemeenschap voor om aan de iconen van de Heer eenzelfde eer te bewijzen als aan de boeken der evangelisten’ (Concilie van Constantinopel 869). En dat terwijl de islam, die streng aan het beelden verbod uit de tien geboden vasthoudt, aan de grenzen van het Byzantijnse rijk klopt.
meer dan woorden Het decreet van de synode is een mijlpaal in de geschiedenis van de christelijke kunst. Beelden worden verheven tot de woorden van de Schrift. De icoon verbeeldt het wonder van de nabijheid van het onbereikbare. Maar er dreigt altijd gevaar als woorden gaan bepalen wat beelden mogen uitdragen. Zo gaven de concilievaders de voorkeur aan de verbeelding van Christus als waarlijk mens boven andere, symbolische representaties. De personificatie van Christus in de gedaante van een Lam werd verboden. Dit verbod werd in het Westen niet overgenomen. De fines ses van de in het Grieks gestelde decreten werden door Rome niet altijd goed begrepen.
En zo schilderde Francisco de Zurbarán in 1640 een teder lammetje op een grijze stenen ondergrond, de vier poten gebonden, de kin naar voren, de ogen berustend neergeslagen. Oek de Jong parafraserend, zou ik zeggen: meer dan de Pantocrator, meer dan de iconen, meer dan woorden ons kunnen vertellen, verbeeldt dit lam Jezus en het offer dat hij heeft gebracht. •
Dicht op de huid Guido de bruin Bijbelverhalen meemaken
In deze verzameling monologen komen figuren uit bekende en minder bekende Bijbelverhalen zélf aan het woord. Verhalenverteller Guido de Bruin laat personages in de verhalen in de ik-vorm spreken over wat ze hebben meegemaakt en wat dat met hen heeft gedaan.
Niet alleen bekende figuren als Sara, Elia en Petrus komen aan het woord, maar ook minder opvallende personages en bijvoorbeeld de duif in het Noach-verhaal en het huis van de verloren zoon. Door de verwoorde ervaring en reflectie van de personages komen de verhalen heel dichtbij en nodigen ze de lezer uit om er zelf deel van te worden.
Guido de Bruin (1966) richt zich na een carrière in de journalistiek op het vertellen van (Bijbel)verhalen en het begeleiden van bibliodrama. Vertellen in de ik-vorm is zijn specialiteit. In 2017 maakte hij de solovoorstelling Zelfs hier vind je nog een paar rechtvaardigen op basis van de novelle De nacht der Girondijnen van Jacques Presser.
Prijs: € 17,90 Pagina’s: 119 Uitgeverij: Berne Media ISBN: 978 90 8972 384 0