2 minute read

ZIJ VORMEN EEN VAKBOND EEN VAKBOND VAN BEANIES EN BASEBALL CAPS

Next Article
COLOFON

COLOFON

Nelis Jespers

‘Here’s Why Gen Z Is Unionizing ’, kopte de Amerikaanse nieuwszender CNN afgelopen eindejaar. Het ultraliberale zakentijdschrift Fortune vroeg zich zelfs af of Gen Z vakbonden in de VS weer mainstream zou maken. Laten we ons dus niet miskijken op dalende ledencijfers of pessimistisch zijn over de verenigde kracht van jongeren.

Aanleiding van de berichtgeving was de recente vakbondsoverwinning bij Starbucks in Buffalo, New York. Uitgesproken jonge mensen staken hun nek uit en verenigden zich. Ook bij de recente vakbondsrally’s bij Amazon toonde de verslaggeving vooral rimpelloze gezichten van hoofden met beanies , baseball caps of paarse haren op. Zij doen iets waar een onwaarschijnlijke aantrekkingskracht vanuit gaat: zij kiezen ervoor een vakbond te vormen.

Opmerkelijk was het cijfermateriaal dat beide media aandroegen om de bevindingen te staven. Jongeren worden in de VS niet plots massaal lid. In de jongste leeftijdscohorte is dat slechts 4,4 procent van de werknemers. Wel was de attitude van jonge mensen in de VS sinds 1964 nooit vakbondsgezinder dan nu. 77 procent van de volwassenen tussen 18 en 34 steunt er de vakbonden. Men is het in de Verenigde Staten eindelijk nog eens over iets eens.

Misschien ligt dat aan de enorme precariteit en onzekerheid waarmee jonge mensen ook in de VS dagelijks geconfronteerd worden. Of misschien speelt een generationeel gegeven. Jonge mensen groeien vandaag op in het donker van een klimaatcrisis die hen ongemeen hard zal treffen. Dat doet beseffen dat problemen collectief opgelost moeten worden. Als het zo eenvoudig is, zouden we in De Morgen en Knack dan geen gelijkaardige berichtgeving verwachten?

MAGIE

Twee verschilpunten met België zijn relevant. Ten eerste: in de VS is meer ruimte voor grassroots -initiatieven van jonge vakbondsvertegenwoordigers. Dat is logisch: de syndicalisatiegraad is er veel lager. Er is simpelweg meer bedrijfsterrein te winnen.

Jonge werknemers kunnen dan zelf vormgeven wat het betekent om bij een vakbond te zijn. Zij worden niet geconfronteerd met weerbarstige structuren, een stijlgids die vastlegt hoe groot een tussentitel moet zijn, of met vakbondsvertegenwoordigers die al jaren hetzelfde mandaat opnemen en wie ze misschien als jongerenkandidaat op de lijst kunnen vervoegen. Hun wordt niet verteld dat het minstens twee jaar duurt voor je de weg in de beweging kent.

Ten tweede: het is een proces van collectivisering dat de trein naar jongerenland daar op de rails zet. Die jongeren kampen allemaal met dezelfde problemen en verenigen zich. De corebusiness van het ACV vandaag, individuele dienstverlening en een lobby voor de gemeenschappelijke belangen van leden, heeft daar eigenlijk weinig mee te maken. Deze mensen sluiten zich niet aan bij een vakbond die hen vertegenwoordigt, maar vormen er één. Wat dan gebeurt, is magisch. Eén plus één is niet langer twee.

Wij moeten dat binnen onze prachtige organisatie, denk ik, opnieuw mogelijk maken: een vakbond vormen. Laten we niet-voorgekauwde, grassroots -initiatieven van vereniging koesteren en stimuleren. Er gaat een enorme aantrekkingskracht vanuit.

This article is from: