9 minute read

HISTORISCH HOGE ENERGIEPRIJZEN

Next Article
TIJD EN NABIJHEID

TIJD EN NABIJHEID

‘WE STELLEN LIEVER EEN OPERATIE UIT DAN ONZE KINDEREN IN DE KOU TE ZETTEN’

‘De hoge energieprijzen zullen energieschulden creëren’, zegt Stefan Goemaere, deskundige energiearmoede. En vergis je niet, energiearmoede vind je overal. ‘Ik kom ook bij de advocaat en tandarts over de vloer.’

Al bijna tien jaar lang komt hij over de vloer in onverlichte en onverwarmde huizen in de Westhoek. Stefan Goemaere is projectmedewerker energiearmoede bij SAAMO, tot voor kort gekend als Samenlevingsopbouw. Met de bewoners overloopt hij energierekeningen en bespreekt hij mogelijkheden om het verbruik omlaag te brengen. Maar evengoed zit hij regelmatig met netbeheerder Fluvius en energiemaatschappijen rond de tafel om te kijken hoe toch iedereen zich een minimum aan licht en warmte kan veroorloven. Ook in deze tijden van piekende energieprijzen.

‘Dat je nu energieschulden maakt, is logisch. Stel dat je normaal al nauwelijks rondkomt met je laag inkomen, dan is het met een onverwachte energierekening van 400 euro wel heel moeilijk om uit de schulden te blijven. Toch zet Vlaanderen vooral in op het vermijden van die schulden. Een goed sociaal principe, maar het gaat voorbij aan de realiteit. Ik kom nu mensen tegen die een doktersbezoek of een operatie uitstellen om toch maar de energiefactuur te kunnen betalen. We beknibbelen liever op andere essentiële zaken dan onze kinderen in de kou te zetten.’

Wanneer ben je energiearm?

‘Energiearmoede kent twee vormen: moeite hebben om de energiefacturen te betalen of je verbruik enorm beperken om toch maar de factuur aan te kunnen. Objectieve cijfers over energiearmoede geven aan hoeveel mensen in schulden zitten en dan bijvoorbeeld een budgetmeter moeten gebruiken. Of het aandeel van de gezinnen dat meer dan tien procent van het budget aan energie spendeert. Maar daarnaast heb je ook nog de verborgen armoede: mensen die slechts één kamer in het hele huis verwarmen of de thermostaat op 16 graden zetten. Die mensen duiken minder op in de cijfers.’

Over hoeveel mensen gaat het?

‘In Vlaanderen gaat het ongeveer over 15 tot 17 procent van de huishoudens dat energiearm. Dat komt overeen met 400 000 gezinnen.’

21 % energiearmoede

Meer dan een op de vijf huishoudens kent energiearmoede bron: Energiebarometer 2021 Koning Boudewijnstichting

Cijfers over algemene armoede zijn van eenzelfde grootorde. Zijn dat dezelfde mensen?

‘Die twee groepen overlappen, maar niet helemaal. Een groot deel van de groep armen valt ook in de categorie van energiearmoede. Door de beschermingsmaatregelen is er ook een groep die eigenlijk hun energie niet zouden kunnen betalen, maar daar dankzij bijvoorbeeld een sociaal tarief wel in slagen. Aan de andere kant betekent dat er ook wel wat mensen uit de middenklasse met energieproblemen kunnen kampen.’

‘We zien heel veel alleenstaanden die risico lopen op energiearmoede, zeker met kinderen of wanneer ze net een scheiding achter de rug hebben. Iemand die in een supermarkt werkt, daarom een beperkt loont heeft en na een scheiding plots naar een huurhuis moet loopt makkelijk tegen betaalmoeilijkheden van de energiefactuur aan.’

Energiearmoede treft dus ook de gewone man of vrouw in de middenklasse?

‘Dat is inderdaad zo, zeker met de recente prijsstijgingen van energie. In opdracht van het OCMW bezoek ik ook mensen thuis om te kijken wat ze aan hun hoge energiekosten kunnen doen. Zo kom ik ook bij een advocaat of een tandarts. Ook zij kampen met hoge energiekosten en een gebrek aan middelen om die te betalen. Die advocaat geeft dan weliswaar aan dat het een tijdelijk probleem is, maar het feit dat ik er langsga betekent wel dat hij al schulden heeft opgebouwd bij zijn energieleverancier. Voor het OCMW dan weer bij mij aanklopt gaat er minstens een half jaar voorbij. Een tijdelijk probleem is dus relatief.’

Voorschotfacturen tot 500 euro per maand of meer zijn tegenwoordige een realiteit voor een deel van de gezinnen. Dan spendeer je zelfs met een zogenaamd goed loon al snel meer dan tien procent van je inkomen aan energie, de grens om over energiearmoede te spreken.

800 000 voor gezinnen sinds de start van de coronacrisis bron: Federatie van de Belgische Elektriciteits- en Gasbedrijven

‘Daar zit ook het verschil tussen de middenklasse en de lagere inkomens. Een gezin uit de middenklasse kan misschien nog die hoge facturen betalen, maar moet er soms spaargeld voor gebruiken. Voor mensen die nooit kunnen sparen is dat geen optie. Gezinnen met lagere inkomens zullen dus eerder schulden opbouwen. Maar of je nu aan je spaargeld zit of schulden maakt, voor iedereen zijn het zware kosten.’

Verdwijnt het probleem niet als de prijzen over een tijdje weer dalen?

‘Dat valt moeilijk te voorspellen. Alleszins hebben we vanaf de lente wat tijd, want gas gebruiken we vooral om te verwarmen. Dat is dan minder nodig. De vraag is vooral hoe het volgende winter met de prijzen gesteld staat. Mensen die nu het hoofd boven water houden dankzij een afbetalingsplan bij hun leverancier zijn heel afhankelijk van die prijzen in de toekomst. Want als die zo hoog blijven, stapelen de schulden zich steeds hoger op tot ze onhoudbaar worden.’

Valt er een trend op te maken uit de cijfers over mensen met te zware energiekosten?

‘Tot nu bleven de cijfers nogal stabiel. Maar die zullen binnenkort wel flink omhoog gaan, vrees ik. Het zijn huidige facturen die voor problemen zorgen. Heel wat mensen zijn nu bezig met het afspreken van een afbetalingsplan voor hun energie. Het enige geluk is de uitbreiding van het sociaal tarief als coronamaatregel, en dat voorlopig nog tot maart 2022. Zo krijgen mensen met beperkte financiële middelen toch enige tijd bescherming tegen de hoge prijzen.’

‘Maar wat gebeurt er vanaf april? Dan hebben veel van die mensen een nieuw contract nodig. En tegen welke tarieven dan? En mensen die nu toch geen sociaal tarief hebben maar normaal al hun volledige budget nodig hebben om van te leven, nu zeker schulden beginnen opbouwen bij hun leverancier. Onbetaalde facturen kan je even opstapelen, maar na enkele maanden kom je dan bij de netbeheerder terecht. Die cijfers kennen we binnenkort pas. En zelfs als de prijzen binnenkort weer dalen, kunnen de gevolgen zich nog een tijd laten voelen. Die dienen zich uitgeteld aan.’

De energiearmoede bleef ook de voorbije jaren op hetzelfde niveau. Werken maatregelen als een sociaal tarief dan onvoldoende?

‘Het sociaal tarief werkt wel om energie betaalbaar te houden. Alleen heeft in tijden buiten corona slechts een kleine groep mensen recht op dat tarief, zoals een gedeelte van de mensen met een leefloon of een invaliditeitsuitkering. Die mensen bescherm je wel, maar niet de mensen die moeten werken aan een laag loon. Omdat ze geen uitkering ontvangen, hebben ze zelden recht op een sociaal tarief. Voor die groep zien we nu dat het tijdelijke uitbreiding van het verlaagd tarief een groot verschil maakt.’

van Engie Electrabel

betalen hun facturen te laat, niet of hebben een afbetalingsplan bron: Engie Electrabel

‘Tegelijkertijd heeft een op de tien klanten van netbeheerder Fluvius ook recht op dat tarief. Dat ze bij Fluvius terechtkomen wilt zeggen dat ze bij hun commerciële leverancier de facturen niet konden betalen, zelfs niet aan die lagere prijs. Vooral daar moeten we kijken en ons afvragen hoe het komt dat die groep niet in staat is de allerlaagste prijs voor gas en elektriciteit te betalen. In veel gevallen heeft dat te maken met te lage uitkeringen en te hoge andere kosten, zoals een hoge huurkost. Omdat ze geen betaalbare woning vinden, is iedere andere kost er al een te veel. Dat zeg ik op basis van ervaring, want onderzoek ontbreekt helaas.

15 % te hoge factuur

Voor ongeveer een op de zeven gezinnen is de energiefactuur te hoog voor het inkomen bron: Energiebarometer 2021

Koning Boudewijnstichting

En die huurwoningen zijn ook niet altijd even goed geïsoleerd, waardoor je letterlijk energie en geld door ramen en deuren buitensmijt.

‘Dat geldt vooral voor het laagste segment in de huurmarkt, net de woningen die door kapitaalarme mensen gehuurd worden. Dat is ook de groep die in veel gevallen recht heeft op een sociale woning, maar daarvoor al een tijd op een wachtlijst staat.’

Het sociaal tarief alleen blijkt niet alles op te lossen. Welke ingrepen hebben we nog nodig in de strijd tegen energiearmoede?

‘De woonkwaliteit komt dan snel naar boven. De regering voorziet daarom als deel van het klimaatplan wel leningen en subsidies om woningen energiezuiniger te maken. Helaas zien we dat het geld vooral terechtkomt bij de rijkeren. Heel wat initiatieven gaan voorbij aan het feit dat sommige mensen geen andere keuze hebben dan huren. Overheidsgeld wordt vooral ingezet om eigenaars te helpen woningen energiezuinig te maken. Die investeringen worden vaak ook nog in de huur verrekend, waardoor mensen aan de onderkant van de huurmarkt er niet op vooruit gaan.’

‘Door subsidies voor duurzame investeringen in de vorm van goedkope leningen aan te bieden, negeer je ook nog eens een belangrijke groep, want mensen in armoede hebben soms al schulden. Daardoor mogen ze geen nieuwe lening aangaan, zelfs niet om energie te besparen. Terwijl net daar de grootste stappen richting duurzaamheid kunnen gezet worden.’

Investeringen om energie – en daarom dus ook geld – te besparen gaan dus vooral naar mensen die dat het minst nodig hebben?

‘Dat is een oud zeer. In principe zou je zo’n lening zelfs ook kunnen gebruiken om een zuinig huishoudtoestel, als een koelkast of wasmachine, te kopen. Alleen raadt het Energiehuis dat af, want de dossierkosten en -werk voor een toestel van 500 euro zijn even hoog als die voor een lening voor een renovatie van 20 000 euro. Daarom zijn we zelf ook begonnen met de verhuur van energiezuinige toestellen. Dat heeft een directe impact.

Met financiële hulp zou zo’n initiatief breder uitgerold kunnen worden. In dezelfde lijn ligt het aanbieden van ledlampen in plaats van klassieke spaarlampen. Zulke initiatieven geven iedereen de mogelijkheid om zelf duurzaamheid in handen te nemen.’

Ik onthoud: eenvoudige ingrepen voor iedereen mogelijk maken. Maar gaan die kleine dingen ook echt het verschil maken voor je energierekening?

‘Huizen die twintig à dertig jaar geleden gebouwd of verbouwd werden, hebben vaak ingebouwde halogeenspotjes. Dat verbruikt enorm veel. Tien van die spotjes in je plafond kosten je per jaar ongeveer 200 euro. Een ledlamp verbruikt slechts een tiende. Eigenlijk zou een overheid daar beter en breder over kunnen sensibiliseren.’

Zit het beleid dan niet verkeerd wanneer we allemaal zelf opdraaien voor de kosten van een zuinige ledlamp terwijl de al dan niet directe subsidies voor de Tesla van een select publiek tot in de duizenden euro’s gaat?

‘Dat is een pijnlijke realiteit, die we ook nog kennen van de beginperiode van de zonnepanelen. In beide gevallen zijn de winsten voor de mensen die het zich kunnen permitteren, terwijl de mensen die het zich niet kunnen veroorloven net wel mee de kosten dragen. Dat is pervers.’

‘Ook wat de kosten voor de distributies betreft, zien we zo’n effect. De grootste energieverslinders zijn de megabedrijven, maar die betalen relatief veel minder dan gezinnen en kmo’s. Die laatsten dragen dus vooral de kosten. Daar zou je ook kunnen zoeken naar een evenredige verdeling van de kosten.’

‘Hetzelfde geldt eigenlijk voor veel inspanningen voor het klimaat. Want hoewel een ledlamp indraaien of de kraan sluiten tijdens het tandenpoetsen misschien wel een verschil maakt voor de portemonnee, is het maar een kleine druppel in de aanpak van de klimaatopwarming. Je kraan dichtdraaien is nodig, maar tegelijkertijd zie je bij grote bouwwerken het opgepompt en proper water gewoon wegstromen.’

De klimaatcrisis moet wel aangepakt worden. En alle bewustmakingscampagnes ten spijt blijken we toch pas stil te staan bij ons energieverbruik bij hoge energieprijzen. Hoe breng je dat soort financiële prikkels om duurzamer om te gaan met energie samen met betaalbare energie?

‘Als overheid moet je met beleid zowel kijken naar wat je ermee wil bereiken, zoals duurzamer gedrag, als naar wie erbij verliest. Maatregelen zijn niet per se slecht, maar je moet tegelijkertijd ook kijken naar de sociale effecten. Door heel vervuilende brandstoffen als stookolie duurder maken om het gebruik te ontmoedigen, duw je mensen in energiearmoede. Vraag je af wie er hulp nodig heeft om net mee te kunnen in die duurzame beweging. Al kost dat natuurlijk ook weer geld.’

‘Het is een deel van een groter plaatje. Kijk naar de gele hesjes in Frankrijk. Dat protest ontstond als reactie op hogere dieselprijzen. Ze waren kwaad omdat ze daar zo afhankelijk van zijn. Maar als ze alternatieven als toegankelijk openbaar vervoer of deelauto’s zouden hebben, zou er al minder woede zijn. Zo maak je van ook een deel van de verliezers weer winnaars van een beleid. Wat ze nu vooral voelen is dat ze geraakt worden in de portemonnee omdat ze alleen een oude dieselauto hebben terwijl dat iemand die een dure elektrisch Porsche koopt, daarbij nog financiële hulp krijgt. Mensen voelen zich dus ongelijk behandeld.’

‘Onbedoeld doen sommige maatregelen mensen soms zelfs net teruggrijpen naar zeer vervuilende alternatieven. Voor mensen die het niet breed hebben is dat dan een oplossing. Ik zie mensen hun huis verwarmen met afvalhout en zelfs weer steenkool, zoals vroeger. Of mensen die wel op aardgas kunnen verwarmen maar voor houtpellets kiezen als noodoplossing. Dat je steenkool of houtpellets per zak in de Brico kan halen, zien zij als voordeel. Je verbruik blijft helemaal onder controle en de kosten per zak zijn meer behapbaar. Die tendensen blijven vaak ook onder de radar.’ bron: Energiebarometer 2021 Koning Boudewijnstichting

This article is from: