6 minute read

KOLONIALISTISCH DENKEN BEPAALT DE COVIDAANPAK

Next Article
NIEUW JAAR

NIEUW JAAR

Stella Nyanchama Okemwa

De Black Lives Matter-demonstraties vonden plaats in mei en juni 2020 – halverwege de eerste coronapiek – als reactie op de dood van George Floyd. In het kielzog daarvan riepen antiracisme-activisten politici, beleidsmakers, juridische instanties, de media en academische instellingen op om de noodzaak van dekolonisatie te erkennen. Dekolonisatie is een kritiek op de doorlopende en soms onzichtbare reproductie van het koloniale denken, waaronder raciale, maatschappelijke hiërarchieën en (geïnstitutionaliseerde vormen van) raciale discriminatie die hun oorsprong kenden tijdens het koloniale tijdperk.1 2 Door de coronapandemie is opnieuw duidelijk geworden dat de nalatenschap van het kolonialisme nog steeds erg tastbaar is en invloed heeft op de existentiële realiteit en geleefde ervaringen van mensen.

Met name mensen van Afrikaanse afkomst zien de sporen van het kolonialisme zowel in hun dagelijkse interacties met anderen als in institutioneel racisme. Die overblijfselen zijn ook zichtbaar in bredere systemen van kennisproductie. Daar worden er amper vraagtekens of kritische kanttekeningen geplaatst bij de dominante positie van Westerse kennis. Hoe duikt die dominante positie van de Westerse kennis ook op tijdens deze pandemie?

Niet Statisch

Om de impact van het coronavirus en de bijbehorende maatregelen op mensen uit de Afrikaanse diaspora goed te kunnen begrijpen, is de complexiteit van de echte of denkbeeldige wereld van hun stedelijke bestaan en dagelijkse ervaringen te vatten essentieel. Er zijn uiteenlopende manieren waarop leden van de Afrikaanse diaspora hun identiteit construeren, deconstrueren en reconstrueren.3 Dat proces gebeurt zelden op individuele basis, maar vaker in relatie tot anderen. De echte of denkbeeldige staat van in-de-wereld-zijn van mensen uit de Afrikaanse diaspora bestaat vaak (onbewust en ongewild) uit paradoxen, ambiguïteiten, tegenstellingen en ervaringen die buiten het bereik vallen van de genormaliseerde structuren van het sociale en culturele leven in de Europese stad. De identiteit van de diaspora is daarom niet statisch of voorspelbaar, maar komt voort uit en is verankerd in een kader van wereldwijde hiërarchieën van ras, geslacht, religieuze overtuigingen, seksuele geaardheid en burgerschap.

De identiteit van de diaspora is daarom niet statisch of voorspelbaar, maar komt voort uit en is verankerd in een kader van wereldwijde hiërarchieën van ras, geslacht, religieuze overtuigingen, seksuele geaardheid en burgerschap.

In de Afrikaanse diaspora wordt familie over het algemeen gezien in het kader van verwantschapsrollen, normen en gewoontes. Die kaders zijn micro-kosmische reflecties van de uiteenlopende intersecties van intergenerationele verbindingen en spanningen die worden gegenereerd door en voor transnationale diasporaleden. Afrikanen en Afrikaanse diaspora zijn zich doorgaans zeer bewust van de mensen die hun bloedverwanten zijn, maar verwantschap wordt niet alleen gezien in termen van bloedverwantschap. Zo noemen kinderen iedereen uit de generatie van hun ouders ‘oom’ of ‘tante’ (tantines et tontons). Op die manier worden Afrikaanse diasporische urbanscapes gevormd4, die de Afrikaanse diaspora zowel fysiek als via de allernieuwste technologieën transnationaal verbinden in steden over de hele wereld. Ze worden door Afrikaanse diaspora gezien als een amalgamatie van brede verwantschapsbanden die voortkomen uit en onderdeel zijn van hun gedeelde ervaringen en bijzondere levensgebeurtenissen. Die urbanscapes worden door de meeste diasporaleden ook ervaren als een wereldwijd stedelijk netwerk van solidariteit, maar kunnen soms evenzeer een bron van controle en conflicten zijn.

Het coronavirus, en met name de lockdowns, heeft een directe invloed gehad op de steun- en solidariteitsmechanismen binnen de transnationale urbanscapes van de Afrikaanse diaspora. Ondanks hun inherente heterogeniteit komen leden van de Afrikaanse diaspora vaak samen in echte of samengestelde familiecontexten voor bruiloften, dopen, uitvaarten, om te bidden in kerken, buurtcentra en heilige plaatsen, of om zich in te zetten voor een gemeenschappelijk doel in burgerinitiatieven en verenigingen.

Vaak voelen diasporaleden zich moreel verplicht om deel te nemen aan belangrijke levensgebeurtenissen zoals geboortes, overgangsrituelen, bruiloften en uitvaarten van familie in het buitenland. Dat gebeurt vaak online of telefonisch, maar ook in de vorm van daadwerkelijke bezoeken en andere fysieke ontmoetingen in Afrika en Afrikaanse diasporische urbanscapes . Die samenkomsten zijn broodnodige toevluchtsoorden of veilige havens waar zij hun dromen, verwachtingen, wensen, passies, eigenaardigheden, triomfen en successen met elkaar kunnen delen. Het zijn ook plekken waar zij omstreden, tegenstrijdige en mogelijk verstorende emoties kunnen bespreken, zoals verlating, verbijstering, ontworteling. Daarnaast kunnen zij hier hun frustratie, onrust, angst en spijt uiten, emoties die hen hebben getekend of getraumatiseerd en waaruit vaak depressies en suïcidale gedachten ontstaan.

Lockdownprivilege

Door het coronavirus en de bijbehorende maatregelen kwamen die steun- en solidariteitsmechanismen, zowel in de thuislanden van Afrikaanse diasporaleden als in de diasporische urbanscapes , onder druk te staan. Voor een groot deel komt dat omdat het coronabeleid, met de focus op de (Eurocentrische) nucleaire familie als een veilige ‘bubbel’ haaks staat op de manier van leven van veel Afrikaanse diasporaleden. Daarin zijn bredere verwantschapsbanden die zich uitspreiden over transnationale urbanscapes primordiaal. Door sommige leden van de Afrikaanse diaspora werd de mogelijkheid om jezelf terug te trekken in een ‘bubbel’ dan ook gezien als een (wit) lockdownprivilege waartegen weerstand ontstond. Die weerstand werd enkel vergroot doordat de eerste lockdown samenviel met de Black Lives Matterdemonstraties, een mondiaal moment waarin die (witte) privileges actief werden bevraagd. Maar ook op meer passieve manieren, simpelweg via tal van overlevingsmechanismen, werden de covidmaatregelen gecontesteerd.

Door het coronavirus en de bijbehorende maatregelen kwamen die steun- en solidariteitsmechanismen onder druk te staan. Voor een groot deel komt dat omdat het coronabeleid, met de focus op de (Eurocentrische) nucleaire familie als een veilige ‘bubbel’ haaks staat op de manier van leven van veel Afrikaanse diasporaleden.

Hoewel de snelle spreiding van het covidvirus de snelheid van de globalisering laat zien, vinden vaccinatiecampagnes voornamelijk op nationaal niveau plaats en worden de wereldwijde machtsverhoudingen zeer pijnlijk zichtbaar in de toegang tot en de distributie van vaccins.

Die koloniale dimensie in de reactie op de coronapandemie vinden we terug in de vaccinatiecampagnes. Hoewel de snelle spreiding van het covidvirus de snelheid van de globalisering laat zien, vinden vaccinatiecampagnes voornamelijk op nationaal niveau plaats en worden de wereldwijde machtsverhoudingen zeer pijnlijk zichtbaar in de toegang tot en de distributie van vaccins. Geconfronteerd met wat velen ‘vaccin-apartheid’ noemen – in feite een reflectie van de ongelijkheid in toegang tot de gezondheidszorg precorona – is het zeer urgent om een plan te ontwikkelen voor het bestrijden van de ongelijkheid in de wereldwijde toegang tot vaccins tegen corona, en mogelijke andere virussen in de toekomst.

Toch lijkt dat voor de meeste Westerse landen geen prioriteit te hebben: de derde prik wordt ontplooid terwijl grote delen van de wereldbevolking nog geen eerste prik kregen. Daarnaast worden grote doorbraken in de ontwikkeling van covidvaccinaties in China, India en zelfs delen van Afrika grotendeels genegeerd in het Westen, soms ook doordat die niet overeenkomen met het belang en het primaat van de grote Westerse farmaceutische bedrijven. Bovendien komen de meeste ‘oplossingen’ van Westerse experts, die meestal niet op de hoogte zijn van de paramedische, existentiële realiteit van Afrikanen, noch van de onoverkomelijke moeilijkheden van degenen die het hardst worden getroffen door volksgezondheidsproblemen. Het is van groot belang dat we vraagtekens plaatsen bij de onderliggende ongelijkheden en het kolonialisme van deze wereldwijde vaccinatiecampagnes.

Het is dan ook geen verrassing dat de Black Lives Matters-demonstraties tijdens de pandemie zulke heftige emotionele en explosieve reacties hebben uitgelokt onder Afrikaanse diasporaleden. Bovenop een structureel aanwezige angst voor reëel politiegeweld, dat zijn bestaan middenin een pandemie zowel in België als in de Verenigde Staten opnieuw bevestigde, zat die laag ongenoegen over de erg verschillende dagdagelijkse beleving van de covidpandemie zelf. Vele Afrikaanse diaspora zetten vraagtekens bij de kolonialiteit van hun structureel achtergestelde sociaaleconomische, politieke, culturele, existentiële (fysieke) en nu dus ook medische posities in steden. Verder aangespoord door hun ervaringen in de pandemie, spreken steeds meer mensen zich uit tegen racisme en eisen zij de subversie en uiteindelijke dekolonisering van de gevestigde orde.

Ongelijke Impact

De informatie over de ongelijke verdeling van vaccinaties over landen wereldwijd is zo alarmerend, overweldigend, tegenstrijdig en verwarrend dat veel Afrikaanse diasporaleden sceptisch tegenover vaccinaties staan en niet bereid zijn eraan mee te doen. Er ontstaan vragen over de neiging van het Westen om zich op ‘acute zorg’ te richten, terwijl de onderliggende chronische factoren worden genegeerd. In plaats van te geloven in het geïdealiseerde, Eurocentrische medische protocol waarin diagnose wordt gevolgd door behandeling, geloven sommigen meer in een filosofie waarin onze levens op complexe wijze verweven zijn door onderlinge wederkerigheid en eenheid (te vergelijken met de Ubuntu-filosofie ‘Ik besta, omdat wij bestaan’ of ‘Ik ben, omdat wij zijn’).

Dit betekent dat er een collectieve verantwoordelijkheid is om samen te werken in de strijd tegen corona, maar dat het ook een collectieve verantwoordelijkheid is om ervoor te zorgen dat iedereen kan deelnemen aan het bereiken van die gezamenlijke doelen. Er moet bij coronamaatregelen daarom rekening worden gehouden met de ongelijke impact van het virus en de bijbehorende maatregelen op de stedelijke bevolking. Als we die structurele ongelijkheden en racisme willen overwinnen, moeten we ons ervan bewust zijn hoe bevooroordeeld de zogenaamde ‘neutrale’ maatregelen zijn. Daarnaast moet er aandacht zijn voor de manier waarop de maatregelen ‘andere’ culturele levensstijlen en leefgewoonten wegwuiven, negeren of uitwissen, en de ongelijkheden die al voor corona bestonden en eveneens diep gekleurd zijn, versterken.

In plaats van te geloven in het geïdealiseerde, Eurocentrische medische protocol waarin diagnose wordt gevolgd door behandeling, geloven sommigen meer in een filosofie waarin onze levens op complexe wijze verweven zijn door onderlinge wederkerigheid en eenheid.

N1 Rutazibwa, O. (2018, 6 augustus). ‘Het einde van de witte wereld: een dekoloniaal manifest’. MO, essay. Beschikbaar op https://www.mo.be/essay/het-einde-van-de-witte-wereld-een-dekoloniaalmanifest.

2. Nsayi, N. (2020). Dochter van de dekolonisatie. Antwerpen: Epo.

3. Beeckmans, L. (2019). ‘Migrants, Mobile Worlding and City-Making.’ African Diaspora, 11(1-2): 87-100.

R4. Van de Kamp, L. (2017). ‘The transnational infrastructures of Luso-Pentecostal mega-cities’. New Diversities, 19(1): 1−17.

Faist, T. (2008). ‘Migrants as transnational development agents: an inquiry into the newest round of the migration–development nexus’. Population Space Place, 14: 21-42.

Wanki, P., Derluyn, I. & Lietaert, I. (2021, forthcoming). ‘‘Let Them Make It Rain And Bling’: Unveiling Community Expectations Towards Returned Migrants In Cameroon’. Africa. World Health Organisation (WH0) (2021). WHO Director-General’s opening remarks at the media briefing on COVID-19. Beschikbaar op: https://www.who.int/director-general/speeches/detail/who-director-generals-opening-remarks-at-the-media-briefing-on-covid-4-august-2021.

This article is from: