Een sociale, rechtvaardige duurzame en democratische samenleving Vlaams en Federaal Memorandum 2024
v.u. Lies De Winter, Haachtsesteenweg 579, 1030 Schaarbeek
Inhoudstafel
Voorwoord
De democratie versterken.
p. 6
Welvaart herverdelen, armoede verminderen.
p. 18
Een woning voor iedereen.
p. 40
Een sociaal-rechtvaardig klimaatbeleid.
p. 56
Groene mobiliteit.
p. 74
Zorgen voor mensen.
p. 84
Alle leerlingen verdienen het beste onderwijs.
p. 92
Van migratie naar integratie.
p. 106
JO N
G
N ERE
Kom je deze stempel tegen? Dan is dit onderwerp extra interessante stof voor de jongeren onder ons!
Geen plaats voor populisme, polarisering en postwaarheid! Beste lezer,
Met de verkiezingen in aantocht maakt beweging.net, net als vele andere organisaties, haar verkiezingsmemorandum op. Met deze lijst met voorstellen willen we politieke partijen inspireren en aanzetten om er volgende legislatuur werk van te maken. De voorstellen zijn concreet en doordacht en weerspiegelen ook onze visie op de gewenste samenleving. Ons doel is om onze samenleving socialer, rechtvaardiger en duurzamer te maken, democratischer ook. 4
Alvorens over te gaan naar onze concrete voorstellen, wil ik daar toch even bij stil blijven staan. Precies over de democratie maken we ons grote zorgen. We schrijven deze intro op het moment dat de zoveelste toppoliticus aangeeft ermee te stoppen. Moe getergd door de haatberichten online aan henzelf en hun familie. Vrouwen bovenmatig meer dan mannen. Waar gaat dit naartoe, vragen we ons af? Hoe gaan we goede politici nog overtuigen om zich kandidaat te stellen? Willen we echt straks een extreemrechtse partij aan de macht brengen? Zijn de leiders in Turkije, Hongarije en Rusland echt stichtende voorbeelden met hun politiek van intimidatie, personvrijheid, stakingsverbod en vriendjespolitiek? Zijn mensenrechten, vrouwenrechten, rechten voor minderheden ons zo weinig waard? We roepen vandaag elke Belg en elke Vlaming op om daar ernstig over na te denken alvorens naar de stembus te trekken. De democratie is te waardevol om te grabbel te gooien. Want alleen in een democratie – hoe imperfect ook - kunnen en mogen ideeën botsen en bepaalt een democratisch verkozen meerderheid welke kant het opgaat. Populisme, polarisering en post-waarheid hebben daarin geen plaats.
Met dit pleidooi pro democratie en pro democratische partijen geven we aan dat we in de representatieve democratie geloven. Maar het pleit de huidige generatie politici niet vrij. Ook daar valt veel over te zeggen. Het politieke schouwspel oogt niet fraai. Regeren met vier of zeven partijen is niet gemakkelijk, dat wil ik graag geloven. Maar de verruwing van de politieke zeden, de aanvallen vanaf de zijlijn, de deloyale opstelling t.a.v. elkaar helpen niemand vooruit. Democratie heeft ook zijn deontologische spelregels en zijn goed fatsoen. Dat begint met respectvol taalgebruik, respect voor justitie en de scheiding der machten, respect voor de instellingen, respect voor de medewerkers en respect voor elkaar. Moddercampagnes, het creëren en verspreiden van fake news horen daar niet bij. Het zou goed zijn mochten partijvoorzitters en politici zich hier expliciet over uitspreken en aangeven dat ze niet (meer) meedoen aan populisme, polarisering en post-waarheid. Dan kunnen ze daar nadien ook op aangesproken worden. Dan weten we meteen welke politici zich hier wel toe willen verlagen. Als sociale beweging dromen we echt van een samenleving zonder armoede, met gelijke onderwijskansen voor iedereen, een betaalbare woning, een sociaal-rechtvaardig klimaatbeleid, een sterke sociale bescherming, een fiscaal systeem dat herverdelend werkt - van rijk naar arm wel te verstaan, volwaardige pensioenen en kwaliteitsvolle publieke en sociale diensten., ook voor de nieuwkomers in onze samenleving. We bouwen al meer dan honderd jaar aan dit model en we willen op deze weg verder gaan. Het Rijnlandmodel heeft zijn verdienste en zorgt voor een hoog welvaartsniveau voor iedereen. Het systeem is niet perfect, maar het kan wel verder worden geperfectioneerd. Het blijft ons dan ook verbazen dat niet alle geledingen in de samenleving daar zo over denken. Het blijft verbazen dat sommigen begerig kijken naar het anglo-saksische model met een veel grotere ongelijkheid tussen arm en rijk, met een sterke commercialisering van de sociale diensten, waardoor ze enkel toegankelijk zijn voor wie het kan betalen. Binnen dit denkkader presenteren we onze voorstellen voor een socialere, duurzamere en rechtvaardigere samenleving. We hopen hiervoor voldoende medestanders te vinden, die het kunnen omzetten in beleid.
Peter Wouters Voorzitter beweging.net
5
6
Democratie
De democratie versterken. De democratie is het enige systeem dat vooruitgang en beterschap kan creëren voor iedereen. Het is het enige systeem dat voldoende instituties verdraagt om de wetgevende macht te controleren en bij te sturen. Het is het beste systeem om ieders vrijheden en belangen te garanderen. Het geeft kansen aan iedereen op te participeren. Toch staat de democratie vandaag meer en meer onder druk. Het opinie-onderzoek “de stemming” geeft aan dat het vertrouwen in de politiek van de Vlaming op een bedroevend laag peil staat. Dat wantrouwen uit zich ook in een groeiend en zorgwekkend draagvlak voor minder democratische bestuursvormen. Nog steeds 81% van de Vlamingen verkiest de democratie, maar ruim een derde heeft liever “een sterke leider zonder dat ze zich druk moeten maken om het parlement en de verkiezingen”. Maar niet alleen de kiezer haakt af, dat lijkt net zo goed te gelden voor de politicus zelf. Een enquête van Beweging.net bij meer dan 600 mandatarissen van verschillende partijen gaf aan dat politici zelf het gevoel hebben dat ze “de pispaal van de samenleving geworden zijn”. Als goede politici afhaken, dan is dat dramatisch voor onze democratie. We dragen allemaal (burgers, middenveld, media, politiek) een verantwoordelijkheid om de sfeer te doen kantelen, want dit wil niemand. Als iedereen die gedegouteerd is afhaakt, blijft alleen wie degoutant is over. We steunen dan ook initiatieven die het vertrouwen in de politiek helpen herstellen. Dat betekent ook dat we de uitdagingen zien en erkennen. De opkomst en groei van extreem-rechtse partijen is zo’n verontrustende tendens. Het zijn partijen die de democratie van binnenuit uithollen. De impact van nepnieuws op democratieën wereldwijd is een nieuwe uitdaging. Vanuit beweging.net zullen we de participatieve democratie met hand en tand blijven verdedigen. De participatie van middenveldorganisaties om via allerlei advies- en overlegorganen noodzakelijke expertise, deskundigheid, werkkracht en draagkracht te kunnen inbrengen, is uniek in de wereld en heeft ontzettend veel meerwaarde voor de samenleving. Het geeft meer betrokkenheid bij en gedragenheid aan beleidsbeslissingen. Die kan nog versterkt worden door adviesorganen te stimuleren zelf burgerparticipatie te organiseren. Wat ons betreft moet ook de opkomstplicht bij lokale en provinciale verkiezingen terug ingevoerd worden. Het is de beste garantie op betrokkenheid van de bevolking bij het beleid. Vijf voorstellen om het debat te voeden: Creëer een duurzaam kader voor burgerparticipatie via adviesraden Versterk de samenwerkingsmechanismen tussen de verschillende overheidsniveaus Voer de opkomstplicht terug in Zorg voor een betere digitale bescherming van je burgers Versterk de grondrechten waar nodig. Ga voor een VN-verdrag Ouderenrechten
7
Democratie
Creëer een duurzaam kader voor burgerparticipatie. BELEIDSNIVEAU
FEDERAAL/VLAANDEREN
Waarom willen we dit?
8
We willen het vertrouwen in ‘de politiek’ herstellen en burgerparticipatie is daarvoor een belangrijk instrument, mits het op een correcte manier wordt ingezet. Slecht uitgevoerde vormen van burgerparticipatie kunnen juist onbedoelde negatieve effecten hebben en dat willen we vermijden. Daarom benadrukken we vanuit beweging.net het belang van impactvolle en ‘volwassen geworden’ vormen van burgerinspraak. ‘Volwassen geworden‘ betekent in de eerste plaats dat alle democratische actoren een rol krijgen in dit verhaal. Het betekent ook dat je burgerinspraak met een zekere regelmaat en op een ernstige manier inzet, dat je ervoor zorgt dat alle bevolkingsgroepen betrokken zijn en dat je de resultaten ernstig neemt. Burgerinspraak moet ook niet in de plaats komen van bestaande advies- en overlegorganen. In tegendeel, door in te zetten op een kruisbestuiving tussen nieuwe vormen van burgerinspraak en bestaande advies-en overlegorganen krijg je sterke, gedragen en onderbouwde adviezen.
.
Hoe willen we dit realiseren?
Bestaande wegen versterken: Naar een haalbaar financieringskader: geef de adviesraden de mensen en de middelen om werk te maken van participatie-initiatieven Regeringen investeren vandaag immers (te) veel geld in consultancy om dit soort processen vakkundig te begeleiden. Het zou goed zijn om een afgesproken set aan middelen vrij te maken waarop adviesraden zelf kunnen intekenen. Garandeer impact: door burgerinspraak te organiseren via de adviesraden , garandeer je dat de stem van burgers een plaats krijgt in het beleidsproces, en vermijd je de creatie van allerlei participatie-initiatieven die langs en los van elkaar bestaan. Zet in op inclusie: waardeer de vertegenwoordigingsfunctie van middenveldorganisaties. Aandacht voor de betrokkenheid van specifieke doelgroepen in het adviesproces, is cruciaal. Niet iedereen zal de mogelijkheden hebben of zich geroepen voelen om te participeren aan een burgerbevraging, een enquête of een referendum, maar de belangen van die doelgroepen moeten wel via andere kanalen hun weg vinden naar het definitieve advies. De rol van middenveldorganisaties die vanuit hun vertegenwoordigingsfunctie mee aan tafel zitten tijdens het adviesproces, is van fundamenteel belang om deze groepen mee te vertegenwoordigen. Zo omzeilen we de befaamde participatie paradox.
Geef bestaande advies- en overlegorganen de mogelijkheid om zelf burgerinspraak te organiseren. Losse initiatieven en eenmalige bevragingen gaan de democratie niet redden. Participatie wordt vandaag te vaak georganiseerd door het beleid, te weinig door andere democratische actoren. Toch ontstaan er, zowel van onderuit, op initiatief van burgers en middenveldorganisaties, als op initiatief van het beleid nieuwe initiatieven van burgerinspraak. We wensen een duurzaam kader dat burgerinitiatieven verbindt met bestaande adviesorganen. Koppel burgerinitiatieven aan deze adviesorganen, zodat zij zelf burgers kunnen betrekken bij het adviesproces en hun advies kunnen verrijken met het advies van burgers.
9
Democratie
Versterk de samenwerkingsmechanismen. BELEIDSNIVEAU
FEDERAAL
Waarom willen we dit?
10
Mensen hechten groot belang aan een goede werking van de politieke instellingen en de diverse overheden, gebaseerd op respect voor de rechtsstaat en democratische inspraak. Wie daarbij welke bevoegdheid heeft, daar liggen weinigen van wakker. Toch gaat er overdreven veel politieke energie naar de voorbereiding van een zevende staatshervorming. Sommige politieke partijen blijven dromen van een splitsing van het land en minstens van een verdere verschuiving van bevoegdheden naar de deelstaten. Nochtans is na zes staatshervormingen het voor de meesten wel duidelijk dat een eenvoudige en heldere staatsvorm in ons ingewikkelde land niet mogelijk is en dat er vooral nood is aan betere mechanismen tot samenwerking. Zowel op interfederaal vlak, maar ook tussen de deelstaten enerzijds en de steden, gemeenten en provincies anderzijds. Tal van complexe problemen, denk aan, de opvang en integratie van asielzoekers, de klimaatverandering, de geluidsnormen voor vliegtuigen, de drugsoorlog in Brussel en Antwerpen,…. blijven aanslepen omdat samenwerking ontbreekt of uiterst moeilijk verloopt. Het is voor beweging.net klaar en duidelijk dat er eerst en vooral moet worden ingezet op samenwerking tussen verschillende overheidsniveaus en dat de huidige samenwerkingsmechanismen moeten versterkt worden. Voor beweging.net is een staatshervorming geen doel op zich, maar moet ze het gevolg zijn van een duidelijke visie om systemen en instellingen beter te laten functioneren.
Een herverdeling van bevoegdheden – in de twee richtingen - kan daaruit voortvloeien, als dat tot effectiever en efficiënter beleid kan leiden. Zo moet bv. eerst heel duidelijk zijn waar we naartoe willen met de gezondheidszorg, dan pas kan worden afgesproken welke bevoegdheden moeten gedefederaliseerd of geherfederaliseerd worden. Gezondheidszorg is te delicaat voor een blind avontuur en een mogelijke hervorming moet dan ook doordacht en omzichtig gebeuren. Ondoordachte akkoorden midden in de nacht, vette vissen of symbooldossiers moeten vermeden worden. Bij een sterke organisatie van de overheid horen ook sterke overheidsinstellingen, met voldoende mensen en middelen om een goede publieke dienstverlening uit te bouwen. Justitie, politie, brandweer, onderwijs, sociale zekerheidsinstellingen, zorginstellingen, diverse ministeries kampen met chronisch personeelstekort en onvoldoende werkingsmiddelen, wat de kwaliteit van de dienstverlening aan burgers en de noodzakelijke innovatie in het gedrang brengt. Door het personeelstekort gaat ook expertise verloren, waardoor onnodig beroep moet worden gedaan op dure, externe consulenten. Dat is geen gunstige evolutie.
Hoe willen we dit realiseren? Organiseer krachtige en efficiënte mechanismen die samenwerking bevorderen, zoals: Een voorrang van de federale wetten op de regionale decreten en ordonnanties in bepaalde gevallen, en dit op tweevoudige wijze. Creëer de mogelijkheid van echte concurrerende bevoegdheden, waarbij in bepaalde omstandigheden, zoals bv. een crisis, het optreden van de federale overheid voorrang heeft op en zelf in de plaats komt van het optreden van de Gemeenschappen en Gewesten. Verruim eveneens de bestaande rechtsfiguur van de kaderbevoegdheden, waarbij de federale overheid de beginselen vastlegt die door de Gewesten en Gemeenschappen concreter en strenger kunnen worden ingevuld (bv. de omzetting van Europese regelgeving of onderwerpen die meerdere gewesten/gemeenschappen doorkruisen. De installatie van een budgettaire scheidsrechter (het Rekenhof) die bij misbruik van samenwerkingsmechanismen of bij weigering tot samenwerking ultiem de macht heeft om budgetten tegen te houden. Een intra-administratief forum, waar ambtenaren en relevante actoren pijnpunten bij de uitvoering van het beleid kunnen bespreken, de coherentie kunnen bewaken en de impact van beleidsbeslissingen op het ene beleidsniveau voor andere beleidsniveaus pro-actief kunnen inschatten. Het Toekomstinstituut van de Gezondheid moet er komen.. Het is een goed instrument om gezamenlijke gezondheidsdoelstellingen te formuleren en tot overlegde antwoorden te komen voor de grote uitdagingen in de gezondheidszorg, samen met betrokken beleidsniveaus. Versterk het substitutierecht, zodat België effectief aan zijn verplichting tot omzetting van EU-richtlijnen tegemoet kan komen en een veroordeling kan vermijden. Wanneer een gewest of gemeenschap aan deze plicht verzaakt, moet de federale overheid kunnen ingrijpen. Herstel de logica of efficiëntie in enkele domeinen: Laat zowel op federaal niveau als op regionaal vlak meer asymmetrisch beleid toe, zodat er rekening kan worden gehouden met specifieke parameters of criteria in het beleid, die de regionale bevoegdheidsverdeling overstijgen . . Denk bv. aan asymmetrisch beleid t.a.v. kleine of grote steden, locaties waar extremisme toeneemt, economisch sterke of juist zwakke gebieden, rampgevoelige gebieden, sluitingen van grote industriële bedrijven… allemaal redenen om het beleid aan te passen, zonder direct verband met het regioniveau. Allen asymmetrisch beleid inzake rechten en plichten in de sociale zekerheid of in het arbeidsrecht moet verboden blijven, omdat het een schending is van de principes van gelijke behandeling en non-discriminatie. Maak de procedure om tot samenwerkingsakkoorden te komen, soepeler. Voorzie ook in samenwerkingsafspraken op niveau van de uitvoeringsbesluiten, om interfederaal een aantal zaken te regelen. Maak ook de uitvoering van de samenwerkingsakkoorden meer afdwingbaar. Het Grondwettelijk Hof zou hierin een rol kunnen spelen. Bescherm de bevolking voor verwarring in regelgeving en opbouw van rechten, deze dienen zo gelijk als mogelijk te zijn in heel het land: werk en werkloosheid, ziekte en invaliditeit, arbeidsongevallen en beroepsziekten, incl. sociale bijstand. Interpersoonlijke solidariteit moet op federaal niveau georganiseerd blijven. Zorg voor een goede werking van de collectieve diensten op alle beleidsniveaus bij overheid, onderwijs en non-profit. Vul de wettelijke personeelskaders in, versterk waar nodig. Het draagt bij tot een sterker vertrouwen in de politiek en de overheid.
11
Democratie
Voer de opkomstplicht terug in. BELEIDSNIVEAU
VLAANDEREN
Waarom willen we dit? Wij vinden de participatieve democratie erg belangrijk en huiveren als we zien hoeveel mensen zich ervan afkeren en niet meer willen gaan stemmen of bewust ongeldig stemmen. De kloof tussen burger en politiek groeit eerder dan dat ze afneemt en dat tij willen we helpen keren.
12
Zowel de federale als de Vlaamse regering hebben sterk ingezet op democratische vernieuwing. De Vlaamse regering ging daarin het verst met de afschaffing van de opkomstplicht voor lokale en provinciale verkiezingen, de rechtstreekste verkiezing van de burgemeester en de afschaffing van de lijststem. Nu al zien we dat dit tot nieuwe dynamieken, zowel gewenste als ongewenste, leidt. We hebben ons sterk verzet tegen de afschaffing van de opkomstplicht en van de lijststem. We vrezen heel wat negatieve effecten als het vooral uitdraait op een populariteitspoll en een toenemende groep niet-stemmers. Democratie is meer dan dat. Vooral een effectief en positief beleid tijdens de beleidsperiode, waarbij burgers op allerlei manieren gehoord worden en er met hun verzuchtingen rekening wordt gehouden, zal het politiek vertrouwen kunnen herstellen en mensen naar de stembus brengen. Om goed beleid te kunnen voeren, heb je sterke politici, maar ook goede experten nodig. Die vind je op de eerste plaats in de administratie.
Het is belangrijk hun inbreng en expertise te waarderen. Die vind je ook op de kabinetten. Ministers moeten beroep kunnen doen op experten die zij vertrouwen om hun beleid mee uit te werken, en dit in een duidelijk deontologisch kader. In het beste geval vormen administratie en kabinet een sterk team dat goed samenwerkt om tot goed beleid te komen. Waar specifieke expertise in de administratie en/of het kabinet ontbreekt, kunnen consultants worden ingeschakeld, maar dit kan alleen ad-hoc. Verder is het belangrijk dat zoveel mogelijk drempels worden weggewerkt. De herinvoering van de opkomstplicht, maar ook het uitwerken van campagnes om derdelanders te stimuleren zich te registreren in het kiesregister kunnen daartoe bijdragen. Ook het politieke debat, de stijl, de taal en de toonzetting zijn belangrijk. Wij pleiten voor meer verbindend taalgebruik en minder polarisering. Het helpt niet wanneer politici opruiende of populistische taal gaan gebruiken. De oppositie moet zijn werk doen, maar niet door verder te polariseren. Al zeker niet met drogredenen, nepnieuws en leugens. Dat maakt een constructieve, onderhandelde oplossing alleen maar moeilijker en voedt de ontevredenheid. Mensen verwachten van hun bestuurders dat ze de problemen aanpakken en oplossingen voorstellen.
Hoe willen we dit realiseren?
Voer de opkomstplicht voor de lokale en provinciale verkiezingen terug in en blijf ook dan inzetten op het motiveren van kiezers om effectief hun stem uit te brengen. Versterk de gemeenteraad, zodat gemeenteraadsleden hun democratische rol om het beleid te controleren effectief kunnen uitvoeren. Een ambtelijke ondersteuning van de gemeenteraad is daarvoor een belangrijk instrument. Een beter statuut voor de lokale politici ook. Maak afspraken in de regering en in het parlement over communicatiestijl en omgang met elkaar. Verzeker de loyauteit bij de uitvoering van beleidsbeslissingen. Ook partijvoorzitters hebben een zekere deontologie te respecteren. Vooral in de verhouding met hun ministers in de regering moet het duidelijk zijn waar ieders verantwoordelijkheid ligt. 13 Problematiseer de werking van kabinetten niet. Het is essentieel dat ministers beroep kunnen doen op academische en sectorgevoelige specialisten om hun beleid verder uit te werken. Uiteraard moeten deze medewerkers een deontologische code onderschrijven. Ga omzichtig om met het betrekken van consultants in het beleid. Zorg dat er voldoende expertise aanwezig is in de administratie over alle facetten van het beleid, om een te grote afhankelijkheid van consultants te vermijden. Betrek burgers op een slimme manier bij de opdracht van adviesraden. De raden zijn best geplaatst om inspraak te organiseren en die mee te nemen in hun adviezen.
Democratie
Betere digitale bescherming van burgers. FEDERAAL
BELEIDSNIVEAU
JO N
GE
REN
Waarom willen we dit?
14
Het digitale tijdperk is een feit. Sociale media zijn wijdverspreid, camera’s zijn overal en artificiële intelligentie doet razendsnel zijn intrede. Ze vergemakkelijken in vele gevallen ons leven. Snel opzoekingen doen, administratie vanuit je luie zetel, contact houden met vrienden en familie in de hele wereld, funny filmpjes kijken. Professioneel kan je makkelijk en snel communiceren met klanten en/of achterban, administratieve taken zijn sneller afgehandeld, Artificiële intelligentie vergemakkelijkt ook meer complexe opdrachten,... Maar met de voordelen komen ook de nadelen. Voor cybercriminelen wordt het makkelijker om je te bestelen. , Voor organisaties en bedrijven wordt het makkelijker om ons gedrag te manipuleren. En ondertussen zijn er ook voorbeelden van staten die onze gegevens misbruiken om onze mening te sturen. Dat laat zich voelen bij mensen: jongeren lijden psychisch onder de druk die uitgaat van sociale media, ouderen voelen zich angstig om het slachtoffer te worden van phishing. Leerkrachten weten niet meer wat leerlingen zelf geschreven hebben of lieten schrijven door Artificiële intelligentie. Werknemers vrezen dat hun job kan overgenomen worden door robots of computers. Fake news wordt snel en makkelijk verspreid en kan potentieel de democratie ondermijnen. Haatspraak en sexting maakt onschuldige slachtoffers.
De digitaks moet er komen! .
Elke nieuwe technologie kent zijn voor- en nadelen. Dat hebben we in de loop van de geschiedenis meermaals gezien. Telkens opnieuw werd er ingezet op regelgeving om de nadelen in te perken en burgers te beschermen. Dat verwachten we ook vandaag van de overheid. Dat ze haar burgers en bedrijven beschermt met sterke regelgeving en handhaving. Dat ze burgers informeert en sensibiliseert over de kansen en de risico’s. Dat ze publiek debat stimuleert over de toekomstige mogelijkheden en beperkingen van nieuwe technologieën, zoals artificiële intelligentie.
.
Hoe willen we dit realiseren? Er is nood aan een sterkere digitale bescherming van burgers en ondernemingen op alle vlakken, zoals: Betere wetgeving die cybercriminaliteit, verspreiding van nepnieuws en haatspraak bestraft. Een nationale coördineren.
commissaris
tegen
cybercriminaliteit
die
de
strijd
kan
Sterke omzetting van de nieuwe Europese wetgeving naar Belgisch recht. De evolutie naar meer digitalisering in tal van levensdomeinen moet goed wettelijk omkaderd worden. Hou daarbij rekening met de sterke digitale informatieasymmetrie Transparantie en publiek debat over het gebruik van camera’s in de publieke ruimte en de vele data die ze genereren. De wetgever moet zeer alert en vooral pro-actief inspelen op nieuwe (en toekomstige) technologische evoluties. Ze moet daarvoor de nodige middelen vrij maken om de beste mensen in dienst te nemen; Opleiding en begeleiding van jongeren en andere burgers om zichzelf beter te leren beschermen. Dat vergt een overkoepelende visie en plan rond digitale competenties en mediawijsheid. Blijf dus investeren in een expertisecentrum mediawijsheid en in campagnes. Ook administraties die in contact komen met burgers hebben hierin een rol te spelen. Elke gemeente, elk bedrijf en elke organisatie moet ondersteund worden om zichzelf te beschermen tegen alle vormen van cybercriminaliteit. Leraren, jeugdwerkers en hulpverleners moeten ondersteund worden om mee te zoeken naar antwoorden op uitdagingen in de digitale leefwereld van jongeren. Zij moeten voldoende weten wat er in de digitale wereld omgaat om ook op vragen en noden van jongeren te kunnen reageren en anticiperen. Inzetten op meer samenwerking tussen actoren, zodat kennis en informatie (bv. Safe-on-web) sneller tot bij de burgers geraakt. Om te vermijden dat burgers administratieve fouten maken of facturen over het hoofd zien, moeten niet-digitale alternatieven blijven bestaan. De consument moet de vrije keuze blijven hebben (en moet deze steeds eenvoudig kunnen aanpassen/moduleren naargelang zijn behoefte). Als niet-digitale alternatieven worden geschrapt, legt dit een zware verantwoordelijkheid op de zwakkere consumenten. Digitale data zijn het nieuwe goud. Bedrijven verdienen hier veel geld mee en betalen hier nauwelijks belastingen op in het land waar de data verzameld worden. De digitaks moet er komen, zodat elk land zijn eerlijk deel in de opbrengsten krijgt.
15
Democratie
Ouderen verdienen een eigen VN-verdrag BELEIDSNIVEAU
FEDERAAL
Waarom willen we dit? Gezien de groep ouderen zowel in België als wereldwijd groeit, neemt ook het belang toe om hun rechten te beschermen. We verwachten van alle overheden dat ze ouderen zo goed mogelijk ondersteunen, zodat zij actief kunnen deelnemen aan de samenleving, kunnen rekenen op een waardig vervangingsinkomen en aangepaste zorg krijgen wanneer nodig.
16
“Veel ouderen beschikken over een enorm potentieel waarop we als maatschappij kunnen bouwen. Ze willen hun competenties benutten en hun kennis en levenservaring met anderen delen. Ze nemen ontelbare engagementen op en zijn vaak een steunpilaar in het buurt- en verenigingsleven. Ook in familiale kring zijn ouderen vaak een belangrijke steun in de zorg voor hun ouders, kinderen en kleinkinderen. Zo vormen ze een onmisbare schakel in onze samenleving. Toch botsen mensen in toenemende mate op negatieve opvattingen, uitsluiting en discriminatie naarmate ze ouder worden. Op vooroordelen over hun expertise, hun opvattingen en hun capaciteiten. Ageïsme wordt in veel gevallen 'normaal’ bevonden en ondermijnt zo structureel de rechten en de kansen van wie ouder is.”, zo stelt de VLORA.
.
Vandaag worden specifieke ouderenrechten onvoldoende als dusdanig benoemd in de internationale verdragen en in de Belgische Grondwet. We pleiten daarom voor een uitbreiding van het internationaal mensenrechteninstrumentarium om discriminatie ten opzichte van ouderen te kunnen aanpakken en hen beter te beschermen. Internationaal kan het een hefboom zijn om in andere landen de ouderenrechten te verbeteren. Binnen België is beterschap mogelijk op vlak van de toegang tot kwaliteitsvolle langdurige zorg, bescherming tegen ouderenmishandeling, recht op volwaardige maatschappelijke participatie, recht op zelfbeschikking , enz. Een specifiek verdrag voor de mensenrechten van ouderen kan de leemtes in de bestaande mensenrechtenverdragen opvullen.
.
Hoe willen we dit realiseren? We verwachten van zowel de federale als de Vlaamse regering steun om te komen tot een internationaal verdrag voor de rechten van ouderen, ter ondersteuning van nationale maatregelen. België kan niet wegen zonder de expliciete steun van de drie gewesten/gemeenschappen.
Oudere mensen botsen nog vaak op uitsluiting, negatieve opvattingen en discriminatie. Een specifiek VN-verdrag voor de rechten van ouderen kan zowel in eigen land als in het buitenland zorgen voor betere bescherming van ouderen.
17
18
Herverdeling welvaart
Welvaart herverdelen, armoede verminderen. Het vertrouwen van mensen in de politiek hangt sterk samen met de kwaliteit van het beleid en de kwaliteit van de overheid en haar publieke diensten. Een overheid die zorgt voor haar mensen, geniet ook vertrouwen. Een overheid die mensen beschermt tegen de uitwassen van het kapitalisme geniet veel steun. Dat betekent dat we blijvend moeten inzetten op een eerlijke verdeling van de welvaart. Vijf hefbomen zijn daarin cruciaal : een sterke sociale zekerheid, een progressief fiscaal systeem, werk dat loont, vrije vakbondsonderhandelingen en sterke publieke diensten. De fiscale hervorming en de blauwdruk die in 2023 op de tafel van de federale regering lag, bevat voor ons een goed evenwicht tussen lastenverlaging op arbeid en lastenverhoging op vermogen; Dat is nodig omdat vooral de vermogens zeer ongelijk verdeeld zijn in ons land en dus een grotere bijdrage kunnen leveren. De erfenisbelasting is wat dat betreft de belangrijkste vermogensbelasting die we hebben. Dat betekent ook dat we systemen die mensen in armoede storten, zoals de gokindustrie en de schuldindustrie, moeten aanpakken. Voor het versterken van de sociale zekerheid en het sociaal overleg verwijzen we naar de memoranda van onze partners ACV en CM.
Bij een volgende regering bepleiten we: Een ambitieuze en rechtvaardige fiscale hervorming Een geïntegreerd vermogensregister van roerende en onroerende goederen. Een efficiënte vermogensfiscaliteit zonder uitzonderingen Een eerlijke verdeling van de belastingdruk op woningen Een rechtvaardige erf- en schenkbelasting Een menswaardig en leefbaar inkomen voor iedereen met het referentiebudget als uitgangspunt Pak de gokindustrie aan en verhoog de belastingen op gokken Een versterking van de sociale economie Waardig werk en sociale bescherming als leidraad bij internationale samenwerking
19
Herverdeling welvaart
Ga voor een ambitieuze en rechtvaardige fiscale hervorming. BELEIDSNIVEAU
FEDERAAL
Waarom willen we dit?
20
Voor beweging.net is het cruciaal dat we de belastingdruk anders en eerlijker verdelen. Beweging.net pleit er daarom voor dat een nieuwe regering werk maakt van een ambitieuze fiscale hervorming die de solidariteit tussen arbeid en vermogen herstelt. Met de Blauwdruk en het voorbereidend werk in de visienota van professor Mark Delanote ligt er een goede leidraad op tafel. We dringen erop aan dat een nieuwe federale regering in samenwerking met de gewesten, maar ook in goed overleg met de sociale partners, dit werk opnieuw opneemt. Er is dringend nood aan een globale hervorming van ons belastingsysteem. Alleen met een totaalvisie geraken we uit de vicieuze cirkel van nieuwe uitzonderingen, afwijkingen en gebricoleerde maatregelen, die onze fiscaliteit alleen maar complexer en minder doeltreffend maken. Het voorbereidend werk van afgelopen legislatuur toont aan dat het mogelijk is om onze fiscaliteit rechtvaardiger, eenvoudiger en efficiënter te maken. Voor beweging.net zijn de krijtlijnen van zulke hervorming duidelijk. De druk op werknemerslonen moet verschuiven naar vermogens. Dat moet hand in hand gaan met meer vermogenstransparantie en een opgevoerde strijd tegen fiscale fraude. Er moet een einde komen aan de uitzonderingen in de vermogensfiscaliteit. Er moet een rem komen op de ‘vervennootschappelijking’, zodat er meer neutraliteit is tussen de ondernemingsvorm in de personen- en vennootschapsbelasting.
We moeten nadenken over een sociaal rechtvaardige milieufiscaliteit, die de transitie naar een koolstofarme samenleving kan versnellen, maar tegelijkertijd rekening houdt met de minder kapitaalkrachtige groepen die niet de middelen hebben om te isoleren, elektrificeren en renoveren. Tegelijkertijd blijft het voor beweging.net cruciaal dat onze fiscaliteit sociaal blijft en dat we rekening houden met de gepensioneerden, langdurig zieken, werklozen en families waar één van de partners geen of een heel laag inkomen heeft. We springen dus best omzichtig om met de uitdoving van de huwelijksquotiënt, die bijvoorbeeld vervangen kan worden door een partnertoeslag. Door een globale hervorming moet het ook mogelijk zijn om de inkomensvallen voor de lage en middellage inkomens zoveel als mogelijk weg te werken. Zij kampen nu met een erg hoge marginale aanslag. Ten slotte is het ook belangrijk dat ons systeem begrijpelijker, eenvoudiger en doeltreffender wordt. Heel wat uitzonderingen en vrijstellingen kunnen geschrapt worden. Verschillende fiscale uitgaven schieten hun oorspronkelijk doel voorbij en kunnen heroverwogen worden. Ten slotte kan een nieuwe hervorming ook niet voorbij aan de vele nevenstelsels die onbelast of laagbelast bijverdienen mogelijk maken. Die uitzonderingsregimes hollen de solidariteit uit, en zorgen bovendien voor allerlei ongewenste verstoringen op de arbeidsmarkt.
Hoe willen we dit realiseren? Maak werk van een hervorming in samenwerking met de gewesten en in goed overleg met de sociale partners.
Maak werk van een globale hervorming, die het systeem in zijn geheel en op een samenhangende manier hervormt.
Neem de vermogens altijd mee in het bad van een hervorming. Alleen zo kan de druk op werknemerslonen dalen. Maak werk van een rechtvaardige kapitaalkrachtige groepen ontziet.
milieufiscaliteit,
die
de
minder
Voer de strijd tegen fiscale fraude op en versterk de vermogenstransparantie. Alleen zo wordt een hervorming mogelijk. Houd steeds rekening met de gepensioneerden, langdurig zieken, werklozen en families waar één van de partners geen of een heel laag inkomen heeft. Maak werk van het wegwerken van de inkomensvallen. Maak het belastingsysteem efficiënter door het hele kluwen aan uitzonderingen, nevenstelsels van on- of laagbelast bijverdienen, en ondoeltreffende fiscale uitgaven te heroverwegen.
21
Herverdeling welvaart
Een geïntegreerd vermogensregister van roerende en onroerende goederen. BELEIDSNIVEAU
FEDERAAL
Waarom willen we dit? Volgens de laatste schattingen hebben de Belgen een totaal nettovermogen van 3000 miljard euro. Dat is veel, maar hoe dit onderling verdeeld is, dat weten we niet. Beweging.net pleit daarom voor meer vermogenstransparantie.
22
Voor beweging.net is het een logische maatschappelijke evolutie dat de gegevens over het volledige vermogensbezit zichtbaar en kenbaar worden gemaakt, juist zoals dat al heel lang geldt voor het arbeidsinkomen en het onroerend eigendom. De rol van het vermogen is vandaag veranderd in onze samenleving: het wordt belangrijker, concentreert zich niet alleen meer in onroerend goed en is ongelijker verdeeld. Het is belangrijk dat onze beleidsinstrumenten dan ook meeevolueren. Experts hebben er bovendien al meermaals op gewezen dat het netto belastbaar inkomen in onze huidige samenleving een kaduke draagkrachtindicator is. Heel wat vermogenden hebben namelijk een laag arbeidsinkomen en ontsnappen op die manier aan de progressieve tarieven in de personenbelasting. Voor beweging.net is het daarom cruciaal dat we beter zicht krijgen op de reële draagkracht. Een register is het beste instrument voor meer vermogenstransparantie. Daarin worden de verschillende bestanddelen van iemands vermogen aan elkaar gekoppeld. Het is al meermaals aangetoond dat er weinig technische of juridische bezwaren zijn tegen een uitgebreid vermogensregister.
De verdere uitbreiding, actualisering (zeker wat onroerend eigendom betreft) en uiteindelijke koppeling van die registers biedt een solide basis voor een volwaardig vermogensregister. Op internationaal niveau zijn er bovendien steeds meer uitwisselingsakkoorden en door de digitalisering worden de administratieve lasten aanzienlijk verkleind. Het Noorse voorbeeld toont dat op basis van derdepartijrapportering een zeer nauwkeurige inschatting gemaakt kan worden van het netto vermogen. Een vermogensregister biedt meer duidelijkheid over de reële draagkracht van burgers, wat ook de toewijzing van verschillende inkomensgebonden voordelen en toelagen rechtvaardiger kan maken. Op dit moment worden de minst gefortuneerden in onze samenleving - zij die aanspraak willen maken op een leefloon of sociale woning – trouwens al aan een vermogenstoets onderworpen. Ook in de strijd tegen belastingontduiking, georganiseerde criminaliteit, witwasconstructies kan een vermogensregister een krachtig instrument zijn om onverklaarbare vormen van vermogensaangroei op het spoor te komen. Er zijn nog andere voordelen. Een vermogenskadaster zou namelijk een juistere indicator bieden voor de erfbelasting. Ten slotte is een vermogensregister een noodzakelijk instrument voor elke vorm van vermogens(inkomens)belasting.
Hoe willen we dit realiseren? Breid de bestaande databanken verder uit, bijvoorbeeld door transparantie over het bezit van ‘nominatieve aandelen’ te creëren.
meer
Onderzoek in hoeverre de verschillende registers aan elkaar gekoppeld kunnen worden.
Geef de administratie meer inzage- en onderzoeksmogelijkheden in het CAP door datamining mogelijk te maken bijvoorbeeld. Breid de inzage- en onderzoeksmogelijkheden in het UBO-register uit voor de administratie door datamining mogelijk te maken bijvoorbeeld..
23
Een vermogensregister is een krachtig instrument tegen fiscale fraude, georganiseerde misdaad en witwascarroussels.
Herverdeling welvaart
Een efficiënte vermogensfiscaliteit zonder uitzonderingen BELEIDSNIVEAU
FEDERAAL
Waarom willen we dit? Een euro is een euro, herhalen we bij beweging.net tot treurens toe. Maar wat bedoelen we daar precies mee? Wel, dat we vinden dat àlle inkomens, ongeacht of ze uit arbeid dan wel vermogen komen, op een gelijke manier behandeld moeten worden. Inkomen is namelijk inkomen, ongeacht of je daar nu gewerkt, gespaard, verhuurd of belegd voor hebt. In een eerlijk systeem worden die verschillende inkomensvormen op een gelijkwaardige manier belast.
24
Vandaag is dat niet het geval. Werknemers dragen een groot deel van hun inkomen af. Zij worden in de personenbelasting belast tegen progressieve tarieven, die oplopen tot 50%. Voor vermogensinkomens gelden er dan weer andere regels. Het is een ingewikkeld kluwen van uitzonderingen en afzonderlijke systemen. Sommige kapitaalinkomens worden helemaal niet belast, zoals de niet-speculatieve meerwaarden op aandelen. Ook meerwaarden op vastgoed worden nauwelijks belast. Andere kapitaalinkomens worden dan weer vrij zwaar belast, zoals de dividenden, interesten, obligaties en spaarboekjes. En dan zijn er nog de inkomens die erg laag worden belast, zoals de huurinkomens. Iedereen is er het over eens dat dit geen goed systeem is. Het is onrechtvaardig, nodeloos complex en niet doelmatig. Het valt in het huidige landschap moeilijk uit te leggen dat zij die werken veel meer moeten bijdragen dan zij die verdienen aan hun vermogen. Die hoge tarieven op arbeidsinkomens zullen bovendien nooit kunnen dalen als de andere inkomensvormen niet mee in het bad worden genomen. De belastbare basis moet dus worden uitgebreid, zodat de belastingdruk eerlijker verdeeld kan worden en mensen meer worden belast op basis van hun reële draagkracht.
Het complexe systeem is ook verstorend: bepaalde beleggingsvormen zijn nu fiscaal aantrekkelijker tegenover andere, terwijl daar vanuit economisch oogpunt niet altijd even goede redenen voor zijn. Die ongelijke behandeling werkt bovendien allerlei vormen fiscale optimalisatie in de hand, waarbij bepaalde inkomensvormen worden omgezet of vermomd als inkomens die minder zwaar of niet worden belast. De trend naar ‘vervennootschappelijking’ is daar een goed voorbeeld van: arbeidsinkomen wordt daarbij omgezet in roerend inkomen, dat minder zwaar wordt belast. Voor beweging.net is het ideale systeem daarom een systeem waarbij alle inkomensvormen gelijk worden behandeld en progressief worden belast. We pleiten daarom voor een globalisering van arbeidsen vermogensinkomens in de personenbelasting. Zo krijgen we een systeem waarin de sterkste schouders echt de zwaarste lasten dragen en de druk tussen arbeid en vermogen eerlijker wordt verdeeld.
Hoe willen we dit realiseren? Maak werk van een meerwaardebelasting op aandelen en andere financiële producten.
Verstrak de meerwaardebelasting bij verkoop van de niet-eigen woning.
Herkwalificeer de inkomsten uit bepaalde verzekeringsproducten, die eigenlijk beleggingsproducten zijn, en belast ze als roerend inkomen.
Belast de reële huurinkomsten, met een forfaitaire kostenaftrek (zie fiche over woningfiscaliteit). Neem de roerende inkomsten op geautomatiseerde wijze in de aangifte, zodat ze meetellen als inkomenselement bij de toekenning van sociale voordelen of gunsttarieven (studietoelagen, maximumfactuur gezondheidszorgen, sociale huurprijzen, tarieven gezinshulp, kinderopvang …) en bij de proratering van de belastingvermindering voor vervangingsinkomens.
Bestrijd de oneigenlijke omzetting van arbeidsinkomen in roerend inkomen (vervennootschappelijking) door het kmo-voorkeurstarief te schrappen, het grensbedrag voor de minimumbezoldiging te verhogen, en de VVPR-bisregeling evenals die van de liquidatiereserve te schrappen.
In een eerlijk systeem worden die verschillende inkomensvormen op een gelijkwaardige manier belast.
25
Herverdeling welvaart
Een eerlijke verdeling van de belastingdruk op woningen BELEIDSNIVEAU
FEDERAAL/VLAAMS
Waarom willen we dit? Twee woningen met hetzelfde Kadastraal Inkomen (KI) kunnen vandaag een totaal verschillende huurwaarde hebben. Voor een woning met dezelfde reële waarde kan je vandaag dus een heel verschillende belasting betalen.
26
Beweging.net pleit voor eerlijke en correcte belastingen. Dat vereist ook dat we de belastingen op een juiste manier berekenen. In de woningfiscaliteit is dat al zeker niet het geval. Daar gebruiken we namelijk het hopeloos verouderde Kadastraal Inkomen. Het KI vormt geen juiste belastbare basis. De de huurprijzen van 1975 worden vandaag nog steeds als referentie worden genomen, weliswaar geïndexeerd. Een studie van het HIVA uit 2015 toont aan dat het KI nog maar 19% van de nettohuurwaarde van een woning vertegenwoordigt. Dat is niet het enige. Sinds 1975 zijn de woonvoorkeuren sterk geëvolueerd, regionale prijsontwikkelingen uit elkaar gaan lopen en ook de woonmarkt is veranderd. Dit maakt dat de band tussen het kadastraal inkomen en de huurwaarde vandaag de facto is doorgeknipt. Zo ontstaat er bijvoorbeeld een ongelijkheid tussen kleinere woningen met een hoog kadastraal inkomen en grotere woningen met een laag kadastraal inkomen. Dat is niet rechtvaardig. Beweging.net stelt daarom voor om alvast in de personenbelasting af te stappen van het kadastraal inkomen als belastbare basis voor de roerende inkomsten en in plaats daarvan de werkelijk geïnde huurinkomsten te belasten.
Voor alle duidelijkheid: de eigen woning blijft zoals vandaag uitgesloten. Door te werken met een systeem van een basishuurwaarde (een verondersteld rendement van 3% op de marktwaarde van een woning) als minimaal belastbare basis kunnen te hoge huurprijzen bovendien fiscaal gecorrigeerd worden. Wie een huurprijs vraagt die hoger ligt dan dat rendement van 3%, wordt namelijk op de hogere huurprijs belast. Door te werken met een forfaitaire kostenvergoeding in functie van de basishuurwaarde – dus niet in functie van de hoge huurprijzen – is er bovendien een tweede correctiemechanisme mogelijk. Dit voorstel hoeft geen verhoging van de belastingdruk te betekenen, maar wel een herverdeling. Huidige scheeftrekkingen tussen woningen met een verschillend kadastraal inkomen, maar vergelijkbare huurwaarde worden zo ietwat uitgevlakt. Door een dynamisch rekenmodel kan er bovendien gewerkt worden met moduleerbare percentages, waarbij ook rekening gehouden kan worden met energiebesparende investeringen enzovoort. Ten slotte kan dit systeem uitgebreid worden naar het gewestelijk niveau door ook bij de onroerende voorheffing af te stappen van het Kadastraal Inkomen en hier de werkelijke huurwaarde te nemen. Opnieuw: dat hoeft niet tot een verhoging van de belastingdruk te leiden, maar wel tot een eerlijkere verdeling.
Hoe willen we dit realiseren? Stap af van het Kadastraal Inkomen in de personenbelasting voor de niet-eigen woning en neem de huurinkomsten als belastbare basis. Voer een systeem in dat hoge huurprijzen ontraadt (met basishuurwaarde berekend op een verondersteld rendement van 3%, forfaitaire onkostenvergoeding in functie van de basishuurwaarde…). Stap ook voor de onroerende voorheffing af van het Kadastraal Inkomen, maar neem de werkelijke huurwaarde als basis
27
Herverdeling welvaart
Een rechtvaardige erf- en schenkbelasting BELEIDSNIVEAU
VLAANDEREN
Waarom willen we dit?
28
Wie meer erft, betaalt ook meer belasting. Dat is een logisch principe. Maar vandaag zijn er teveel uitwijkmogelijkheden in de erfbelasting. Als we de erf- en schenkbelasting eerlijker willen maken, moeten we de achterpoortjes sluiten en de tarieven voor schenken en erven op elkaar afstemmen. Op die manier zullen grote vermogens hun eerlijk deel bijdragen en liggen de lasten niet voornamelijk bij werknemers. Daarom stelt beweging.net een hervorming voor. Als iedereen een correcte erfbelasting zou betalen, dan kunnen de tarieven voor iedereen dalen. Beweging.net staat achter het principe van een erfbelasting. Als ze juist geïnd wordt, is het een rechtvaardige en herverdelende belasting. De meeste mensen zouden dus juist moeten winnen bij een correcte erfbelasting. Zo zou het een krachtig instrument worden om de belastingdruk eerlijker te verdelen. Een noodzakelijke voorwaarde is daarom dat de erfbelasting geheven wordt op basis van het volledige nagelaten vermogen. Dat is logisch, een belasting moet gebaseerd zijn op iemands draagkracht en niet op iemands spitsvondigheid.
Vandaag schiet de erfbelasting haar doel voorbij. Er bestaan te veel achterpoortjes en er zijn te veel mogelijkheden voor successieplanning. Hoe groter het vermogen, hoe meer hiervan gebruik gemaakt wordt . Dat betekent dat de erfbelasting vandaag vooral betaald wordt door families die te maken krijgen met een onverwachts overlijden – dus niet in staat waren om te ‘plannen’ – en de families die de middelen noch de expertise hebben om aan planning te doen. Wie het vandaag daarentegen handig aanpakt en zich goed laat adviseren, ontspringt de dans. Daarom stelt de beweging.net een hervorming voor, met verschillende krachtlijnen. Zo moet het voor de erflater een fiscaal neutrale keuze worden om te schenken of te erven, door de tarieven voor erf- en schenkbelastingen op elkaar af te stemmen. Verder moeten ook de gunsttarieven voor familiebedrijven hervormd worden, om fiscale optimalisatie met onder andere privaat vastgoed tegen te gaan. Op die manier kan de belastingdruk op erfenissen en schenkingen eerlijker verdeeld worden en wordt het basisprincipe in ere hersteld: namelijk dat men belastingen betaalt in verhouding tot het kapitaal dat men krijgt, ongeacht of dat een erfenis dan wel schenking is.
Hoe willen we dit realiseren?
Stem de erf- en schenkbelasting op elkaar af zodat de druk om te schenken bij leven wegvalt.
Breng de belastingvrije periode van niet-geregistreerde roerende schenkingen van 3 naar 7 jaar.
Herschrijf het gunstregime van schenken en vererven familiebedrijf zodat privaat vastgoed steeds is uitgesloten. Verhoog het tarief van zowel schenken als vererven van een familiebedrijf naar 5%.
Dam de belastingontwijking via uitkeringen van stichtingen in, door ‘beding ten behoeve van derde’ te herschrijven. 29 Leg de zogenaamde ‘Bierroute’ droog door federaal een registratieverplichting in te voeren voor schenkingen via de oprichting van een burgerlijke maatschap.
Een belasting moet gebaseerd zijn op iemands draagkracht en niet op iemands spitsvondigheid.
Herverdeling welvaart
Geef mensen een menswaardig en leefbaar inkomen. BELEIDSNIVEAU
FEDERAAL/VLAANDEREN
Waarom willen we dit?
30
Iedereen heeft recht op een menswaardig inkomen. Dat wil zeggen dat de overheid, de vrederechter, het OCMW bij de toekenning van een leefloon, huursubsidie, onderhoudsgeld, stookoliepremie,.… rekening houdt met wat elk type gezin in onze samenleving nodig heeft. Een belangrijk instrument hierin is het referentiebudget, dat gebaseerd is op wetenschappelijk onderzoek. De referentiebudgetten liggen hoger dan de huidige minimumuitkeringen en leeflonen. Dat betekent dus dat ook de uitkeringen, leeflonen en toeslagen moeten verhoogd worden. Daarnaast is het belangrijk dat mensen ook de absolute keuzevrijheid behouden om te beslissen waaraan ze de middelen besteden. We wensen geen omzetting van cash naar inkomen in natura of in diensten, want deze houden geen rekening met de verschillen in noden per maand of verschillen in consumptie per maand (feesten, seizoenaankopen, schoolkosten,….). Ook bij de berekening van de referentiebudgetten zelf moet nog meer rekening houden met de individuele context, omdat ze vandaag vertrekken van de situatie waarin mensen een goede gezondheid, geen auto en kwaliteitsvolle huisvesting hebben. Voor wie geen goede gezondheid of goede huisvesting heeft, moeten de referentiebudgetten aangepast worden. En OCMW’s moeten voor deze bijkomende kosten hogere budgetten voorzien. Om ook een menswaardig inkomen te garanderen in het geval mensen schulden hebben gemaakt, moet de collectieve schuldenregeling worden hervormd en verrijkt met een ‘collectieve schuldenregeling light’. Dat moet rechters toelaten om naar een haalbare oplossing te zoeken waarbij mensen hun schulden kunnen afbetalen zonder hen meteen door te verwijzen naar een redelijk ingrijpende procedure van collectieve schuldenregeling.
Hoe willen we dit realiseren? Federaal: De leeflonen, uitkeringen en laagste lonen worden verhoogd om de referentiebudgetten te bereiken/te benaderen.
De federale overheid verplicht de OCMW’s om de referentiebudgetten en de bijbehorende tool REMI te gebruiken.
Leefloon, uitkeringen worden toegekend zonder dat de keuzemogelijkheid beperkt wordt vb. geen rechtstreekse afhouding voor schoolgeld, niet in maaltijdcheques….
Voeg ook in het Gerechtelijk Wetboek een minnelijke procedure van schuldvordering in, waarbij mensen met schulden de kans krijgen hun schulden via een gecentraliseerd afbetalingsplan terug te betalen zonder volledig beslag te leggen op hun inkomen en goederen.
Vlaams: Groeipakket en andere Vlaamse uitkeringen worden toegekend zonder dat de keuzemogelijkheid beperkt wordt vb. geen rechtstreekse afhouding voor schoolgeld, niet in maaltijdcheques…. Daguitstappen en vakantie moeten voor iedereen mogelijk gemaakt worden door het wegnemen van drempels aan het vrijetijdsaanbod. Het netwerk ‘Iedereen verdient vakantie’ moet volop kunnen blijven inzetten om mensen in armoede deze kansen te bieden.
Leeflonen en uitkeringen moeten meer afgestemd worden op hetgeen elk type gezin nodig heeft om menswaardig te leven.
31
Herverdeling welvaart
Pak de gokindustrie aan en verhoog de belastingen op gokken BELEIDSNIVEAU
FEDERAAL/VLAANDEREN
Waarom willen we dit?
32
Beweging.net vindt dat er dringend een rem moet komen op de ongebreidelde groei van de kansspelmarkt. Kansspelen zijn riskante producten. Verslavingen, financiële problemen, geestelijke gezondheidsproblemen: voor gebruikers zijn er grote risico’s verbonden aan gokken. Beweging.net pleit daarom voor een strenger kansspelbeleid met striktere regels, betere handhaving en een eerlijke fiscale bijdrage. Beweging.net pleit niet voor een verbod, omdat de illegale markt dan vrij spel krijgt. Juist daarom is het cruciaal dat de wetgever een strikt legaal kader schept voor kansspelen, zodat de gebruikers op de nodige bescherming kunnen rekenen. Dat vinden we voor andere riskante producten ook niet meer dan normaal. Beweging.net stelt vast dat het kansspelbeleid doorheen de jaren steeds meer is weggedreven van zijn oorspronkelijk. De bedoeling was steeds dat het legaal aanbod ‘beperkt’ zou zijn en dat de bescherming tegen gokverslaving daarbij vooropstond. Sinds de legalisering van de online kansspelmarkt in 2010 is het omgekeerde gebeurd: er zijn nu meer spelers dan ooit tevoren en ze worden bovendien niet goed beschermd tegen goksverslaving.
De laatste jaren zijn er verschillende stappen in de goede richting gezet, met onder andere een verregaand verbod op gokreclame. Toch vindt beweging.net dat de handhaving door de Kansspelcommissie beter moet gebeuren en dat het sanctierepertoire moet worden uitgebreid. Daarbij moet er bijzondere aandacht zijn voor een strengere witwascontrole. Ook moeten de vergunningsvoorwaarden verstrengd worden en moeten lokale besturen meer inspraak krijgen. Voor beweging.net is ook de fiscaliteit een belangrijke hefboom. De Belgische gewesten heffen nagenoeg de laagste kansspelbelastingen in de EU. De kansspelbelastingen in België zijn een anomalie in vergelijking met de buurlanden. Beweging.net pleit daarom voor een verhoging van de tarieven. Daarbij moeten de tarieven op offline en online kansspelen gelijkgeschakeld worden en verhoogd worden naar het niveau van onze buurlanden. Ten slotte moet de omzetbelasting omgevormd worden naar een inzetbelasting zoals die momenteel ook in Duitsland bestaat. Een belasting op inzetten verhoogt namelijk de drempels om verder te spelen.
.
Hoe willen we dit realiseren? Maak werk van de verstrenging van de regulering van online kansspelen: verbod op alle vormen van bonussen, een hard schot tussen de sites voor weddenschappen en de casino’s, en verplichte terugstorting van inzetten door minderjarigen. Evalueer de werking van de Kansspelcommissie en maak werk van een strenger handhavingsbeleid met een uitgebreid sanctierepertoire.
Maak werk van een strengere witwascontrole bij online kansspelen.
Verstreng het vergunningsbeleid: verstrak de voorwaarden, geef lokale besturen meer inspraak en plafonneer het aantal vergunningen. Verhoog de tarieven van de gewestelijke kansspelbelastingen naar het niveau van onze buurlanden. 33 Zet de stap om de gewestelijke belastingen op spelen en weddenschappen om te vormen tot een inzetbelasting in plaats van een omzetbelasting.
De Belgische gewesten heffen nagenoeg de laagste kansspelbelastingen in de EU!
Herverdeling welvaart
Versterk de sociale economie. BELEIDSNIVEAU
VLAANDEREN
Waarom willen we dit? Als we de sector van de sociale economie versterken, geven we niet alleen kansen aan kwetsbare groepen om volwaardig deel te nemen aan het arbeidsproces, maar stimuleren we ook innovatie, duurzaamheid en inclusieve groei. Door te investeren hierin, creëren we een samenleving waarin iedereen de mogelijkheid heeft om zijn potentieel te benutten. Ondanks het historisch hoge werkgelegenheidsniveau in Vlaanderen, zijn er nog steeds veel langdurig zieken en werkzoekenden. Voor velen van hen kan (her)integratie op de arbeidsmarkt van onschatbare waarde zijn. Echter, ze hebben vaak een aanzienlijke afstand tot de arbeidsmarkt. Hier speelt de sociale economie een belangrijke rol in het ondersteunen van deze individuen.
34
De sociale economie in Vlaanderen heeft een onschatbare maatschappelijke waarde. Naast haar sterke focus op sociale tewerkstelling, streeft zij ernaar de vaardigheden van haar medewerkers te versterken. Hierdoor vormt ze een naadloze link naar activering en armoedebestrijding. De aangeboden diensten, zoals sociale restaurants, kringwinkels, groenonderhoud en verpakkingswerk, bieden waardevolle hulp aan mensen met een beperkt inkomen. Om de sociale ondernemingssector optimaal te laten floreren, is het essentieel dat deze sector goed wordt ondersteund en alle kansen krijgt om zich verder te ontwikkelen. Dit komt in de eerste plaats ten goede aan de mensen die erin tewerkgesteld zijn, waardoor zij zichzelf kunnen versterken. Het is van groot belang om te benadrukken dat de sociale economie nooit louter mag fungeren als een dwangmiddel binnen het activeringsbeleid.
Hoe willen we dit realiseren?
Zorg voor goede instroom van werknemers, als opstap naar een latere job in het reguliere circuit Er zijn ook voldoende profielen die geknipt zijn om binnen de sociale economie tewerkgesteld te worden. Werkzoekenden worden niet vlot genoeg toegeleid naar de sociale economie, omdat het VDAB-systeem van indicering hapert. Maak werk van een vlottere indicering, ook naar collectief maatwerk. Sociale ondernemingen kunnen vaak zelf de doelgroep bereiken. Ondersteun hen hierbij.
Schaf het contingent af, zodat sociale economiebedrijven vrij kunnen aanwerven Sociale ondernemingen hebben vaak voldoende werk om nieuwe werknemers aan te werven. Het contingent zorgt er vaak voor dat sociale ondernemingen geen nieuwe mensen kunnen aanwerven. Activeren van mensen levert op.
Zorg ervoor dat LDE-ondernemingen een blijvende erkenning krijgen als sociale tewerkstellingsonderneming. LDE-initiatieven hebben naast hun economische doelstellingen ook sociale doelstellingen nastreeft, zoals sociale tewerkstelling creëren. Met de invoering van het individueel maatwerk kregen de LDE-initiatieven twee mogelijkheden: verdergaan als reguliere onderneming met individueel maatwerk of hun werking verder ontplooien in het kader van collectief maatwerk of binnen dat van individueel maatwerk. Het is belangrijk dat deze initiatieven hun sociaal karakter kunnen bewaren. Hier moet ook de juiste financiering tegenover staan. Daarom zouden de LDE-initiatieven een blijvende erkenning als sociale tewerkstellingsonderneming moeten krijgen.
Pas op met te grote focus op doorstroom Mensen moeten zich ten volle kunnen ontplooien. Na een periode in de sociale economie tewerkgesteld te zijn, is een overstap naar het reguliere arbeidscircuit voor velen een logische volgende stap. Let er echter op dat mensen niet het slachtoffer worden van een te sterke focus op deze doorstroom. Zorg daarom voor een goede terugvalpositie voor als het misloopt.
35
Hoe willen we dit realiseren?
Zet in op sociale clausules bij openbare aanbestedingen Via openbare aanbestedingen kunnen verschillende overheden de sociale economie versterken. Dit kan door sociale clausules met betrekking tot sociale tewerkstelling op te nemen. Door specifieke eisen op te nemen, zoals het creëren van arbeidsplaatsen voor langdurig werklozen, mensen met een arbeidsbeperking of mensen uit achtergestelde gemeenschappen, zorgt de overheid ervoor dat een bredere groep mensen toegang heeft tot werkgelegenheidskansen.
Laat de sector tot rust komen De sector heeft de afgelopen jaren veel hervormingen ondergaan, en het is belangrijk om de sector nu even tot rust te laten komen en te laten voortbouwen op wat goed werkt. Er moet voldoende budget voor de sector zijn.
36
De sociale economie is een laboratorium voor de inclusieve werkvloer. Maak gebruik van de expertise in de sociale economie en schakel de sector in om mensen te begeleiden naar werk. Binnen de sociale economie is er heel wat expertise over de begeleiding van mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Deze expertise kan nuttig zijn voor de activering van moeilijk toeleidbare profielen naar de reguliere arbeidsmarkt. Zet daarom deze expertise in binnen het activeringsbeleid, tegen een vergoeding voor de sociale onderneming. De sociale economie moet gebruikt worden als laboratorium voor de inclusieve werkvloer. Dit ook voor de reguliere economie.
Om de sociale ondernemingssector optimaal te laten floreren, is het essentieel dat deze sector goed wordt ondersteund en alle kansen krijgt om zich verder te ontwikkelen.
BELEIDSNIVEAU
Herverdeling welvaart
Waardig Werk en sociale bescherming als leidraad voor internationale (ontwikkelings-)samenwerking. FEDERAAL/VLAAMS
Waarom willen we dit? Waardig werk en sociale bescherming vormen een basiselement van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG's) van de Verenigde Naties1. De Agenda voor Waardig Werk heeft als doel iedereen in staat te stellen een waardig leven te leiden en in de basisbehoeften te voorzien. Ook persoonlijke en nationale ontwikkeling wordt bevorderd aangezien de Agenda leidt tot een duurzame economische groei die bijdraagt aan de strijd tegen armoede en meer gelijkheid, maar eveneens doordat het democratisch bestuur, de vrede en de sociale stabiliteit van een land worden versterkt. Sociale bescherming, dat volgens de internationale arbeidsnormen en de Verenigde Naties een fundamenteel mensenrecht is, draagt bij tot veerkrachtigere samenlevingen door ervoor te zorgen dat iedereen een toereikend inkomen heeft, alsook toegang tot kwaliteitsvolle basisdiensten. Zo kunnen mensen gedurende de hele levenscyclus het hoofd te bieden aan risico’s.
Beweging.net verwacht van de Belgische overheid dat ze van deze Agenda een speerpunt maakt en de doelstellingen meeneemt in haar beleid inzake internationale handel, mensenrechten, civic space voor maatschappelijke organisaties, economische ontwikkeling, gezondheidszorg, fiscaliteit en ontwikkelingssamenwerking.
37
Hoe willen we dit realiseren? Stel de Agenda voor Waardig Werk van de IAO, met inbegrip van sociale bescherming, centraal in het internationale beleid van België en de EU. In de loop van de vorige legislatuur werden maatregelen genomen om de Agenda voor Waardig Werk steviger te verankeren in het Belgische beleid voor ontwikkelingssamenwerking. Deze maatregelen zijn belangrijk en kunnen nog worden versterkt door Waardig Werk en sociale bescherming proactief te integreren in samenwerkingsprogramma's met partnerlanden. Verder kan België ervoor pleiten dat de steun die door Belgische en Europese financiële instellingen en actoren in de ontwikkelingssamenwerking wordt toegekend ten gunste van bedrijfsinvesteringen in het buitenland (subsidies, leningen en garanties) streng omkaderd wordt. Het gaat er met name om de zorgplicht van privéactoren te versterken door deze steun te koppelen aan de naleving van de zorgplicht en door de vakbonden hier specifiek bij te betrekken. Projecten die inzetten op commercialisering van publieke diensten of die een potentieel negatieve impact hebben op vlak van mensenrechten of milieu, zouden per definitie uitgesloten moeten worden van ontwikkelingsfinanciering.
Ga voor het scheppen van Waardige banen 38
Waardige banen zijn voor ons banen die voldoen aan de arbeidsrechten zoals vastgelegd in de Conventies en Aanbevelingen van de IAO en in de nationale arbeidswetgeving, met gelijke behandeling van vrouwen en mannen en een leefbaar loon dat werknemers en hun families in staat stelt een waardig leven te leiden. We willen bovendien vooral jobcreatie bevorderen en stimuleren die bijdragen tot een sociale en solidaire economie. Dat betekent dat men ook voorrang moet geven aan investeringen in sectoren die een rechtvaardige en duurzame economische transitie garanderen (groene jobs), waaronder investeringen in arbeidsintensieve openbare werken (aanpassing aan klimaatverandering) die op hun beurt snel inkomsten kunnen genereren (gezondheidsinfrastructuur, afvalbeheer, overstromingspreventie, herbebossing, enz.)
Doe de arbeidsrechten respecteren De schrijnende staat waarin de rechten van werknemers en werkneemsters zich in verschillende delen van de wereld bevinden, is niets nieuws: het Internationaal Vakverbond (IVV) stelt overigens vast dat de rechten van werkneemsters en werknemers er de afgelopen decennia op zijn achteruitgegaan. In het beleid voor ontwikkelingssamenwerking vragen wij om de Arbeidsnormen van de IAO te bevorderen, te ratificeren en na te leven. Dat betekent dat de rol van de IAO in de bescherming van rechten van werknemers en werkneemsters moet versterkt worden en dat België inspanningen doet om de vrijheid van vereniging en van collectieve onderhandelingen te doen naleven. Wij vragen dat België de richtlijn inzake de zorgplicht van bedrijven die in de maak is op een ambitieuze manier omzet in Belgische wetgeving, zodat bedrijven die actief zijn op de Belgische markt de mensenrechten en het milieu respecteren doorheen hun hele keten.
Sociale beschermingssystemen uitbouwen De universele sociale beschermingssystemen voorkomen dat mensen in armoede terechtkomen en dragen bij aan meer kansengelijkheid en gendergelijkheid. In die zin moet sociale bescherming gezien worden als een langetermijninvestering, die gekenmerkt wordt door solidariteit tussen houders van rechten. Er is nood aan voorspelbare financiering op langere termijn voor de ontwikkeling en versterking van dergelijke sociale beschermingssystemen. Concreet moet België tegen 2030 minstens 7% van de officiële ontwikkelingshulp besteden aan de versterking van de sociale beschermingsmechanismen.
Sociale dialoog is essentieel om sociale bescherming en waardig werk te realiseren In veel landen, waaronder partnerlanden van de Belgische en Europese internationale samenwerking, worden nog steeds veel normen geschonden, waaronder de 10 fundamentele normen van de IAO. De situatie is in elk land en in elke sector anders en er bestaat geen "one-size-fits-all"-model, maar de sociale dialoog maakt het mogelijk om de bescherming en de behoeften van werknemers prioritair aan te pakken. Vertrouwen opbouwen door middel van dialoog is cruciaal voor de doeltreffendheid van de beleidsmaatregelen. België kan een grotere bijdrage leveren om ervoor te zorgen dat deze mechanismen en de normen die eruit voortvloeien, worden geconsolideerd en nageleefd.
Waardig werk en sociale bescherming moeten het speerpunt vormen in het Belgisch buitenlandbeleid.
39
40
Wonen
Een woning voor iedereen. Een betaalbare en kwaliteitsvolle woning is essentieel in ons dagelijks leven. Het vormt de basis van waaruit gezinnen hun leven vorm geven. Maar het is niet voor iedereen weggelegd. Er woedt een wooncrisis die veel groepen treft. Jongeren kunnen nog moeilijk een eigen huis kopen zonder de steun van ouders. Alleenstaanden betalen verhoudingsgewijs tot hun inkomen (te) veel aan huisvesting. De lange wachtlijsten in de sociale huisvesting krimpen nauwelijks. Mensen kopen soms huizen in slechte staat en ontberen de middelen om te renoveren. Erkende asielzoekers moeten na hun opvang in het asielcentrum op zoek naar een woning op een zeer krappe en dure huurmarkt. En dan spreken we nog niet van de groeiende groep dak- en thuislozen. Hoogtijd dus voor een ernstig actieplan om van huisvesting een absolute beleidsprioriteit te maken. We doen vanuit beweging.net volgende voorstellen: Bouw 100.000 bijkomende sociale huurwoningen tegen 2035 Geef eigenaars van gronden in woonreservegebieden meer keuze om af te zien van hun bouwrecht. Geef woonmaatschappijen opnieuw de mogelijkheid op hun woonreservegebieden te bouwen Gebruik leegstaande kantoorgebouwen en daken van supermarkten om woongelegenheden te bouwen Een duidelijk beleidskader ‘verdichten’ voor een kwaliteitsvolle Inbreiding Creatieve woonoplossingen voor nieuwkomers
41
BELEIDSNIVEAU
Wonen
100.000 bijkomende sociale huurwoningen tegen 2035 VLAANDEREN
Waarom willen we dit? Met 180.000 kandidaat-huurders op de wachtlijst, met 254.000 huishoudens gehuisvest op de private huurmarkt, die meer dan 30% van hun inkomen aan huur betalen, met nog een aantal noodkopers en noodeigenaars... is de nood aan betaalbaar wonen hoog. Sociale huisvesting blijft nog steeds het voornaamste instrument om doelgericht in betaalbaar en kwaliteitsvol wonen te voorzien. In 2022 werd de nieuwbouw van ruim 40.000 nieuwe woningen vergund. De woningnieuwbouw ligt dus relatief hoog. Meer dan de helft zijn appartementen. Maar slechts enkele honderden komen daarvan op de sociale huurmarkt terecht. Dat is onaanvaardbaar. De uitdaging moet erin bestaan om een substantieel deel van dit aanbod via de woonmaatschappijen sociaal te verhuren.
Dat kan door het aanbod te vergroten door veel meer nieuwe sociale huurwoningen te bouwen op (semi)publieke gronden en door een aanzienlijk percentage van nieuwbouwprojecten voor sociale verhuur te bestemmen door de herinvoering van de sociale last. Verder willen we dat de woonmaatschappij bij kernversterking en stadsvernieuwing ontwikkelingsmogelijkheden krijgen, dat leegstaande (kantoor)gebouwen en te renoveren woningen ingezet worden op de sociale woningmarkt. Intussen is een uitbreiding van de huursubsidie onvermijdelijk voor woonbehoeftigen die zelfs met een spectaculaire versnelling van het sociaal huuraanbod nog jaren zullen moeten wachten op een betaalbare woning. Gezinnen met beperkte eigen inbreng die een bescheiden woning willen verwerven kunnen beroep doen op een sociaal woonkrediet bij een erkende kredietmaatschappij. Met de invoering van een slimme gewestwaarborg op de leningen die de kredietmaatschappijen hiervoor aangaan bij de banken kunnen we dit systeem reactiveren en in de toekomst betaalbaar houden.
43
Hoe willen we dit realiseren? Invoeren van nieuw Bindend Sociaal Objectief via een hogere taakstelling voor steden en stedelijke randgebieden van 25% en voor buitengebied gemeenten van 15%.
Herinvoeren en decretaal verankeren van de sociale last.
Financiering woonmaatschappijen herdenken op basis van kostendekkend verhuren.
Pas de regelgeving van de woonmaatschappijen aan voor innovatieve formules zoals huurcontracten met optie tot aankoop, flexibiliteit in tussenvormen zoals leasing, hamsterhuren… Vereenvoudig aankoop goede woning in ppsconstructies. Maak woningdelen mogelijk.
Gronden en panden van (semipublieke) aangeboden aan woonmaatschappij.
44
overheden
worden
prioritair
De woonmaatschappij neemt een belangrijke rol op in het renoveren van private woningen en publieke gebouwen in ruil voor sociale inhuring en/of (gedeeltelijke) verwerving.
Bij stadvernieuwing- en kernversterkingsprojecten wordt de woonmaatschappij van bij de aanvang betrokken.
Burgers en woonmaatschappijen ontwikkelen samen projecten via tijdelijke projectvennootschappen/ontwikkelingscoöperatieven waardoor meerwaarden sociaal worden ingezet.
Grondige screening van de huidige gronden en panden van de woonmaatschappij op verdichtings- en aanbodversterkende mogelijkheden.
Opmaak urgentieplan supermarkten.
reconversie/leegstand
(kantoor)gebouwen
100.000 bijkomende sociale huurwoningen
en
Wonen
Geef eigenaars van gronden in woonreservegebieden meer keuze om af te zien van hun bouwrecht. BELEIDSNIVEAU
VLAANDEREN
Waarom willen we dit?
Hoe willen realiseren?
De recent goedgekeurde regeling (24/05/23) via het Instrumentendecreet wordt algemeen gezien als een historische vergissing en een onbegrijpelijke herverdeling van gemeenschapsmiddelen (belastinggelden) naar een kleine groep van grondeigenaars van wie verondersteld kan worden dat ze een hoger dan gemiddeld vermogen bezitten.
Grondeigenaars zouden de keuze moeten krijgen uit twee compensatiemechanismen,
Het kan niet zijn dat grondeigenaars én een planschadevergoeding aan de huidige marktwaarde ontvangen, omdat ze hun bouwrecht verliezen, én de grond zelf in eigendom kunnen houden. Zo verliest de gemeenschap twee keer. Willen we de bouwshift uitvoerbaar en betaalbaar maken, dan moeten we de recent goedgekeurde planschaderegeling voor eigenaars van gronden gelegen in woonreservegebieden aanpassen. Zo moeten we ervoor zorgen dat gronden waarvoor een marktconforme vergoeding wordt uitbetaald ook effectief eigendom worden van de lokale overheid. De overheid kan deze vrijgekomen gronden inzetten voor natuurherstel, voor sociaal-ruimtelijke ingrepen die de sociale samenhang versterken of andere initiatieven die kaderen in haar klimaatbeleidsplan.
we
dit
één waarin ze hun grond behouden en een planschadevergoeding ontvangen van 80% van de geïndexeerde verwervingswaarde en één waarin ze afstand doen van hun grond aan de lokale overheid en een aan de huidige marktwaarde aangepast bedrag ontvangen.
45
Wonen
Geef woonmaatschappijen de mogelijkheid om hun gronden in woonreservegebieden in te zetten voor betaalbaar wonen. BELEIDSNIVEAU
VLAANDEREN
Waarom willen we dit?
46
In Vlaanderen wachten 180.000 gezinnen op een sociale woning. De wachtlijsten zijn bijzonder lang en het bijbouwen van woningen gaat bijzonder traag. We willen dat er tegen 2035 100.000 sociale woningen worden bijgebouwd, maar om dat te realiseren moeten zoveel mogelijk gronden en panden in handen van semipublieke en publieke overheden worden ingezet. Een belangrijke sleutel is om woonmaatschappijen toch toe te laten hun gronden in woonreservegebieden te bebouwen, bij wijze van uitzondering op het nieuwe decreet m.b.t. de woonreservegebieden. Immers, historisch waren woonuitbreidingsgebieden reservezones bestemd voor groepswoningbouw, en een middel voor het voeren van een actief woonbeleid. Een taak voor de sociale huisvestingsmaatschappijen. De uitzonderingsmaatregel om deze gronden onder bepaalde voorwaarden nog aan te snijden bestond, maar werd afgeschaft bij de goedkeuring van het decreet op de woonreservegebieden. Zelfs de overgangsmaatregel om gronden verworven voor 21 maart 2021 nog in te zetten is daarbij gesneuveld. Dat zet de bouw van duizenden sociale woningen onder druk. De huisvestingssector vreest alvast dat de realisatie van 4.458 sociale woningen, 2.384 sociale huurwoningen en 2.174 sociale koopwoningen, daardoor in het gedrang komen.
Vrijgavebesluit hinderpaal voor bijkomende sociale woningen Met het in het decreet voorzien alternatief, de invoering van het ‘vrijgavebesluit’ op de gemeenteraad, zou dit alsnog mogelijk zijn, weliswaar na toetsing aan ruimtelijke structuurplannen en beleidsplannen ruimte, principes ruimtelijke ordening, waterhuishouding, en de stand van het Bindend Sociaal Objectief. Dit laatste betreft het al dan niet bereikte objectief van sociale huurwoningen. Maar deze alternatieve procedure houdt een groot risico op polarisatie in binnen de gemeente en de gemeenteraad, terwijl de bijkomende toets die werd ingevoerd geen meerwaarde heeft. Sociale woonprojecten worden immers besproken op het verplicht lokaal woonoverleg. En dus al ingebed in het gewenste beleid van de betrokken gemeenten.
Hoe willen we dit realiseren? Pas de regelgeving aan met een uitzonderingsmaatregel die verwijst naar het lokaal woonoverleg. Projecten die reeds in ontwikkeling zijn (en waarover er overeenstemming was) maar nog geen omgevingsvergunningsaanvraag hebben bekomen, moeten hun normaal verloop naar realisatie kennen. Zorg ervoor dat niet-inzetbare gronden kunnen geruild worden met beter gelegen gronden
47
Maak bouwen op woonreservegebieden mogelijk voor woonmaatschappijen.
Wonen
Leegstaande kantoorgebouwen en supermarkten inzetten voor wonen. BELEIDSNIVEAU
VLAANDEREN
Waarom willen we dit? De nood aan betaalbare woningen is groot. Willen we eindelijk een inhaalbeweging inzetten en 100.000 sociale wooneenheden creëren zullen we alle zeilen moeten bijzetten en ook nieuwe paden bewandelen. Leegstaande en onderbenutte kantoorgebouwen en supermarkten kunnen ingezet worden voor de uitbreiding van het sociaal en betaalbaar woonaanbod. 48 Het potentieel voor bijkomende wooneenheden is enorm. Momenteel staat er in Brussel meer dan 21 miljoen vierkante meter kantoorruimte leeg, waarvan de leegstand door de coronapandemie nog is versneld. Maar ook een deel van de 1400 goed gelegen supermarkten, meestal met één bouwlaag, kunnen mits bebouwing op het dak en herinrichten en vergroenen van de parkeerruimte voor bijkomend woonaanbod zorgen.
Brussels Bouwmeester Borret is ervan overtuigd dat de trend van het ombouwen van kantoren tot woningen zich zal voortzetten in Brussel en daarbuiten. "Het is een nieuwe manier van denken over stadsontwikkeling en duurzaamheid", zegt hij. "We moeten ons afvragen hoe we onze gebouwen en onze steden kunnen aanpassen aan de noden van de toekomst. En het ombouwen van kantoren tot woningen is daar een belangrijk onderdeel van." Intussen zijn al vier op de tien bouwaanvragen voor woningen in het Brussels Gewest gericht op kantoorgebouwen die worden omgevormd tot woonappartementen. Dit is ook een werkwijze die voor het Vlaams gewest nuttig kan zijn.
Hoe willen we dit realiseren? Met brownfieldconvenanten beschikt de Vlaamse overheid (OVAM) al over een instrument voor de herontwikkeling van verlaten industriële sites. Duizenden hectare oude bedrijfsterreinen, vaak gelegen in of kortbij kernen kregen en krijgen daardoor een nieuwe bestemming. Het saneren en bouwrijp maken, het omvormen tot woonzone met de creatie van nieuwe wooneenheden, naast versterken van handel of verwevenheid met andere functies is daarvan steevast een onderdeel. Dit moet worden verdergezet.
Met een nieuw overheidsconvenant voor ‘onderbenutte ruimten voor wonen’, kan het woonaanbod sterk uitgebreid worden zonder bijkomende ruimte aan te snijden. De methodologie van het brownfieldconvenant kan daarbij inspiratie bieden voor het afbakenen van verantwoordelijkheden, het betrekken van de sociale woonactoren en het realiseren van een betaalbaar woonprogramma. In ruil voor stimuli moet een belangrijk deel omgezet worden in betaalbare wooneenheden. Het faciliteren van de voorstudie en technische ondersteuning om de gebouwen geschikt te maken voor wonen zou al een stap in de goede richting zijn.
Naast onderbenutte ruimte in of op gebouwen is er ook nog veel ruimte tussen gebouwen. Een aantal verkavelingspatronen met grote kavels aan vrijstaande woningen zijn daarvan een voorbeeld. Herontwikkeling, herschikking van de ruimte zorgt hier niet alleen voor extra woonaanbod maar ook voor meer gedeelde en publiek toegankelijke ruimte. Ook schoolgebouwen, gemeentehuizen, kerken, stationsgebouwen,… komen in aanmerking en vermijden zo het aansnijden van nieuwe gronden.
Benut leegstaande gebouwen voor het creëren van woningen.
49
Wonen
Inbreiden is het nieuwe uitbreiden BELEIDSNIVEAU
VLAANDEREN
Waarom willen we dit?
50
We vinden open ruimte belangrijk maar ook een betaalbare woning met liefst private buitenruimte en een kwaliteitsvolle publieke ruimte in de buurt. Spaarzaam omspringen met ruimte veronderstelt dan dat we dichter bij elkaar gaan wonen, dicht bij voorzieningen, duurzame verplaatsingsmogelijkheden binnen handbereik. Anders dan het klassieke verkavelingsmodel waarvoor veelal bijkomende ruimte wordt ingenomen. Net dat willen we vermijden met de bouwshift. Geen bijkomende ruimte aansnijden tegen 2040. Inbreiding en verdichting vormen de nieuwe leidraad. Bouwen en wonen wordt anders. Het aantal vergunningen voor meergezinswoningen neemt daardoor toe en loopt ongeveer gelijk met het aantal vergunde ééngezinswoningen. Deze evolutie kent nog heel wat groeipijnen. Het debat gaat vaak over de manier waarop aan inbreiding wordt gedaan. De inpassing van meergezinswoningen in een dorpse architectuur verloopt moeilijk. Ontwerpers hebben nog te weinig aandacht voor wat collectievere woonomgevingen nodig hebben. Burgemeesters en parlementairen maken zich zorgen over deze toenemende verappartementisering. Projecten van ontwikkelaars worden vaak als buitensporig ervaren: (te)veel bouwlagen, dezelfde typologie (vnl. tweekamerappartementen), geen of te weinig private buitenruimte en veelal gericht op hogere inkomenshuishoudens.
En, vanuit het standpunt van betaalbaarheid en toegankelijkheid, maar ook omwille van hun ervaring met en kennis van woonprojecten zijn sociale woonactoren onvoldoende betrokken. Een punt van kritiek vanuit het maatschappelijk middenveld, vanuit hun voeling met de sociale huisvestings- en welzijnssectoren. Pleidooien voor een tijdelijke bouwstop of bouwpauze in afwachting van een gewenste visie op verdichting nemen toe. Steden, maar vooral gemeenten, hebben onvoldoende know-how en personeel om deze complexe processen in goede banen te leiden. Werkbare beleidskaders om deze ontwikkelingen af te wegen en kwalitatief in te bedden zijn noodzakelijk. Hier en daar doen provincies, intercommunales en studiebureaus wel hun best om gemeenten daarin bij te staan. Voor beweging.net zou heel wat kunnen verholpen worden met een duidelijk beleidskader ‘verdichten’ (en ontdichten waar nodig) en het van meet af aan betrekken van de woonmaatschappij bij stadsvernieuwing- en kernversterkende projecten. Maar ook het bundelen van goede praktijken, het ordenen en vereenvoudigen van bestaande instrumenten tot een werkbaar toetsingsen afwegingskader kan gemeenten versterken in hun rol als regisseur van het woonbeleid, en in hun onderhandelingspositie ten aanzien van private ontwikkelaars.
Hoe willen we dit realiseren? De nieuwe Minister van Omgeving moet de Vlaamse Bouwmeester en het departement Omgeving de opdracht geven tot de opmaak van een beleidskader ‘verdichten’ (en ontdichten). Daarmee krijgen gemeenten een afwegingskader in handen om te komen tot kwaliteitsvollere bouwprojecten en verdichting op maat van de gemeenschap. De recente Bouwmeestersgids Samen wonen ontwerpen kan daarbij als inspiratie gebruikt worden.
Steden en gemeenten zijn als bestuurders van de nieuwe woonmaatschappijen goed geplaats om de woonmaatschappij waartoe zij behoren van bij de aanvang te betrekken bij kernversterkende projecten. Het is een opdracht van het Agentschap Wonen in Vlaanderen om dit te faciliteren.
Naast de woonmaatschappij kunnen ook andere aanbieders van collectieve woonvormen zoals wooncoöperaties (Abbeyfield, Wooncoop, CLT, Inclusio, …) een plaats krijgen in een goed en evenwichtig verdichtingsverhaal. Het collectief opdrachtgeverschap (= samen met anderen een woonproject realiseren) biedt evenzeer mogelijkheden voor het creëren van een aantrekkelijke en betaalbaarder woonomgeving. Daarom wensen wij dat naast het huidige ‘leertraject coöperatieve woonprojecten’ ook een gelijkaardig traject rond ‘collectief opdrachtgeverschap’ wordt opgezet. Ook ‘woonruimteherverdeling’ binnen het (bestaand)woonaanbod is deel van de oplossing om ruimte te besparen. Huisdelen ‘meldingsplichtig’ maken zoals bij het zorgwonen en het invoeren van het begrip ‘collectief wonen’ zal het rationeler bezetten van woningen stimuleren.
Zo ook het intelligent schakelen van wooneenheden, het groeperen of delen van functies (zoals tuinen en nuttige ruimtes), het deels of volledig uitschakelen van grondverwerving bij de aankoop van een woning: het zijn allemaal manieren om door middel van collectiviteit de prijzen te drukken en tegelijkertijd een fundamenteel hogere woonkwaliteit aan te bieden.
Maak bouwen op woonreservegebieden mogelijk voor woonmaatschappijen.
51
Wonen
Woonoplossing voor nieuwkomers. BELEIDSNIVEAU
VLAANDEREN
Waarom willen we dit?
52
Het integratieproces in onze samenleving vangt aan bij het vinden van een passende woning. Pas wanneer deze basisbehoefte is vervuld, kunnen nieuwkomers zich richten op het leren van de taal, het zoeken van werk en verdere stappen in hun integratie. Echter, we constateren dat nieuwkomers vaak vastlopen in dit proces. Het blijkt uitdagend om geschikte woningen te vinden en de kwaliteit van beschikbare huisvesting laat veel te wensen over. Ook pas erkende vluchtelingen ervaren een nijpend tekort aan huisvesting, wat leidt tot stagnatie in de transitie uit opvanginitiatieven en het beperkt vrijkomen van opvangplaatsen. Het is van essentieel belang om deze situatie te verbeteren en een vlotte doorstroom naar reguliere huisvestingsvormen te bevorderen. Hierdoor kunnen nieuwkomers hun integratieproces effectiever voortzetten en beter integreren in onze samenleving.
Hoe willen we dit realiseren?
Zorg voor een uitbreiding van het aanbod aan betaalbare en kwalitatieve woningen. Kijk daarbij ook naar alternatieven, zoals het stimuleren van solidariteit onder burgers, het hergebruik van leegstaande panden, het faciliteren van woningdelen en het verkennen van andere creatieve en betaalbare woonoplossingen. We zijn vandaag vooral schaarste aan het verdelen, in plaats van het beschikbare aanbod meer voor betaalbaar wonen in te zetten. Kijk hiervoor onder andere naar woningen zonder domicilie en woningen die worden ingezet voor toeristisch verhuur, zoals Airbnb. Deze worden vandaag aan de reguliere woonmarkt onttrokken.
Geef bij toewijzing sociale woning minder aandacht aan lokale binding en meer aan woonnood. Het getuigt van geen goed bestuur dat de overheid nieuwe drempels inbouwt voor nieuwkomers, van wie ze verwacht dat ze snel een plaats vinden in onze samenleving. Er wordt concurrentie georganiseerd tussen nieuwkomers en mensen in armoede. De overheid blijft verantwoordelijk voor het ter beschikkingstellen van woningen aan woonbehoeftigen. Voorwaarden die niets met het recht op wonen hebben te maken, zoals taal- en werkvereisten, moeten eveneens aan banden worden gelegd.
Geef ook nieuwkomers een plek in toewijzingsreglement van de woonmaatschappij.
het
nieuw
Met de komst van de woonmaatschappij volgt ook een aangepast toewijzingsreglement dat zal worden verfijnd door een toewijzingsraad. Naast het Gewestelijk regelgevend kader is er lokaal maatwerk mogelijk. Nieuwkomers zullen net als een aantal andere doelgroepen met hoge woonnood moeten rekenen op de plaatsen binnen het aandeel ‘versnelde toewijzingen’ (pijler 2, 20% verplicht) of binnen het facultatief aandeel ‘toewijzing aan specifieke doelgroep’ (maximum 1/3 van de toewijzingen. Binnen de standaardtoewijzing (pijler 1) is de lokale binding zo doorgeslagen (5 jaar onafgebroken in de gemeente wonen de afgelopen 10 jaar, en gemeenten kunnen dat nog verstrengen) dat zij hier nauwelijks toewijzingskansen hebben. Diezelfde regels, zonder verstrenging, toepassen op het volledige werkingsgebied van de woonmaatschappij is al een goede maatregel. Betrek zowel lokale welzijnsactoren als regiovertegenwoordigers van de doelgroep nieuwkomers bij de opmaak van het toewijzingsreglement. Voor de versnelde toewijzingen verwijzen we graag naar het voorstel van Huurpunt en VVSG om deze doelgroepen te rangschikken. Binnen dat afwegingskader kan gekozen worden welke doelgroepen in de weging worden meegenomen en welke in een vast contingent.
53
Ondersteun burgerinitiatieven en zet in op ‘melding tijdelijk wonen’. Begeleiding en ondersteuning zijn belangrijk bij het zoeken van een gepaste woning. Deze begeleiding kan gegeven worden door sociaal werkers. Er zijn echter ook heel wat vrijwilligers die zich hiervoor inzetten. Zorg ervoor dat deze initiatieven voldoende ondersteuning krijgen en geef solidaire burgers de kans hun steentje bij te dragen door de melding ‘tijdelijk wonen’ voortdurend te promoten zodat burgers aan woningdelen en samenhuizen met nieuwkomers kunnen doen.
Behoud de nooddorpen en vergroot de tijdelijke capaciteit. Er werd aanzienlijke wooncapaciteit gecreëerd voor de tijdelijk ontheemde Oekraïense burgers, met de oprichting van nooddorpen en het bewoonbaar maken van leegstaande panden. Het is van groot belang dat deze waardevolle capaciteit niet verloren gaat wanneer deze niet langer nodig is voor de Oekraïense tijdelijk ontheemden. Integendeel, er zou moeten worden gestreefd naar het benutten van deze infrastructuur ten behoeve van nieuwkomers in de toekomst. De overheid heeft bewezen dat ze in tijden van nood snel extra woonplaatsen kan creëren. We verwachten vandaag een gelijkaardige inspanning voor andere vluchtelingen. 54
Activeer sneller leegstaande gebouwen. Het actiever screenen van leegstand kan een belangrijke stap zijn om het aantal woonmogelijkheden te vergroten. Verschillende soorten leegstaande panden, zoals kantoorgebouwen, bedrijfspanden, kerken, kloosters en pastorijen, kunnen een waardevol onderdeel van de oplossing vormen. Door proactief te onderzoeken welke leegstaande gebouwen geschikt zijn voor herbestemming als woningen, kunnen we onbenutte ruimte omzetten in bruikbare en betaalbare huisvestingsopties.
Het integratieproces in onze samenleving vangt aan bij het vinden van een passende woning.
56
Klimaat
Een sociaal-rechtvaardig klimaatbeleid. Het klimaatbeleid staat eindelijk bovenaan elke politieke agenda. Het is dé uitdaging van deze eeuw om de klimaatopwarming te temperen. Maar voorkomen is niet meer genoeg. De gemiddelde temperatuur is al sterk gestegen en zal omwille van de uitstoot uit het verleden nog verder doorstijgen. We zullen ons dus ook moeten beschermen tegen de gevolgen van de klimaatverandering. Europa legt vandaag strenge wetten op, die veel inspanningen zullen vergen van burgers, landbouwers en ondernemers. Maar ze zijn nodig, want als we niets doen zullen de kosten – ook het menselijk leed- veel hoger oplopen. Het voordeel is dat we zoveel kennis en inzicht hebben verzameld, dat alle technologie beschikbaar is, dat we samen bergen kunnen verzetten. Het komt er voor beweging.net vooral op aan om dat op een solidaire manier te organiseren, zodat de inspanningen eerlijk verdeeld worden, dat we mensen die niet de middelen hebben om te renoveren of om hun (landbouw-)bedrijf te reorganiseren, helpen en ondersteunen. Meer nog, we bepleiten een meer collectieve aanpak, zodat gezinnen er niet alleen voorstaan. Vanuit beweging.net doen we volgende voorstellen: Ontwikkel een strategie die de renovatie van woningen op een collectieve manier aanpakt. Stimuleer elektrische deelmobiliteit in elke gemeente Verplicht gemeenten om jaarlijks een deel van de woningen in de gemeente te renoveren. Laat burgers mee financieel participeren in windmolenprojecten. Breng dringend orde in ons ruimtelijk huishouden en herzie de gewestplannen Strengere regels voor schadelijke stoffen Trek aan de kar voor internationale klimaatfinanciering
57
Klimaat
Met een collectieve aanpak naar een klimaatneutrale woning voor elke Vlaming BELEIDSNIVEAU
VLAANDEREN
Waarom willen we dit?
58
Met een collectieve aanpak kunnen we de omschakeling naar energiezuinige woningen versnellen. Vlaanderen scoort immers niet goed als het gaat over de energieefficiëntie van haar woningenpatrimonium. Ongeveer 7 % haalt energielabel A. Een grote meerderheid van onze woningen worden op vandaag bovendien nog verwarmd met gas en, in mindere mate, stookolie. Met Mijn Verbouwpremie en Mijn Verbouwlening kiest de Vlaamse overheid voorlopig voor een overwegend individuele aanpak door huiseigenaars financieel te ondersteunen om hun woning te renoveren en waar het kan fossielvrij te verwarmen. Dit leidt helaas niet tot de nodige versnelling om de doelstelling van de Vlaamse langetermijnrenovatiestrategie tegen 2050 te halen, namelijk een energielabel A voor elke woning. We stellen ook vast dat er een Matheuseffect speelt bij premies. Ze komen ook terecht bij eigenaars die over voldoende eigen middelen beschikken, terwijl voor eigenaars met een klein budget de premies weinig soelaas brengen. Een studie van Johan Albrecht (UGent) toonde in 2020 aan dat tussen de 40 a 50 % van de Vlaamse huiseigenaars over onvoldoende middelen beschikt om een diepe renovatie uit te voeren aan de woning, ondanks de bestaande premies en leningen.
Duidelijke schaalvoordelen Collectieve projecten op buurtniveau (de samenaankoop en het plaatsen van isolatie en zonnepanelen, het aanleggen van BEO-velden en warmtenetten, het plaatsen van collectieve warmtepompen en wijkbatterijen…) worden slechts op een beperkt aantal plaatsen in Vlaanderen opgestart door (boven)lokale actoren zoals energiecoöperaties, lokale besturen en intercommunales. Nochtans brengen collectieve projecten duidelijk schaalvoordelen met zich mee. Kosten voor materialen en werkuren worden immers gedrukt. Een collectieve aanpak kan ook eigenaars met onvoldoende middelen ondersteunen en ontzorgen. Naast een financiële drempel beginnen eigenaars vaak niet aan een diepe renovatie omwille van een gebrek aan (juiste) informatie en begeleiding. In een collectief project worden eigenaars ontzorgd, een wijkregisseur of renovatiecoach zorgt voor offertes van aannemers en de opvolging van de werken.
Hoe willen we dit realiseren?
Ontwikkel een strategie Ontwikkel een collectieve renovatiestrategie als belangrijke poot binnen de bestaande Vlaamse langetermijnrenovatiestrategie. Die strategie moet voldoende rekening houden met de uitdagingen voor zowel huiseigenaars als lokale besturen.
Prioriteit voor kwetsbare buurten Geef hierbij prioriteit aan kwetsbare buurten waar de renovatienood hoog is en de beschikbare middelen bij de eigenaars schaars. Hier zijn de grootste winsten te boeken op vlak van klimaat én energiearmoede.
Ontzorg gemeenten via bovenlokale taskforces 59 Richt bovenlokale taskforces op met daarin intercommunales, gemeenten, provincies, burgercoöperaties, energiehuizen, studiebureaus, woonmaatschappijen en andere stakeholders (bv. Fluvius) die kostenefficiënte modellen op maat van gemeenten uitwerken. De in 2023 ontwikkelde digitale wijkrenovatietool is een instrument dat hiervoor kan ingezet worden. Door die bovenlokale ondersteuning worden gemeenten ontlast en de planlast beperkt. Zij kunnen zich hierdoor focussen op de communicatie naar buurten en burgers en het afstemmen van wijkrenovatieprojecten met de timing van andere infrastructuurwerken. Zo is bijvoorbeeld een win-win mogelijk door werken aan nutsleidingen te combineren met de aanleg van een warmtenet en/of een wijkrenovatie.
Voorzie middelen voor uitrol projecten en de prefinanciering van werken bij kwetsbare eigenaars Voorzie middelen via een renovatiefonds voor de uitrol van collectieve projecten (opmaak wijkrenovatieplannen, aanbestedingen, organisatie groepsaankoop, begeleiding eigenaars, tijdelijke huisvesting elders tijdens wijkrenovaties) en de prefinanciering van kwetsbare eigenaars (bv. via subsidieretentie waarbij een lening pas wordt terugbetaald na een aantal jaren of bij verkoop).
Voorzie voldoende begeleiding voor wie niet in collectief project kan instappen Daar waar geen wijkrenovaties mogelijk zijn moeten eigenaars beroep kunnen doen op het woonenergieloket in de gemeente voor informatie en begeleiding. Het versterkte begeleidingsaanbod Mijn Verbouwbegeleiding vanaf 2024 is een goede stap, al zal ook een gevoelige verhoging van de budgetten van Energiehuizen nodig zijn. 60
Breid het sociaal energietarief opnieuw uit en verbeter het Het sociaal energietarief is een effectieve buffer tegen hoge energieprijzen voor wie in een energieverslindende woning woont en weinig middelen heeft. Een renovatieproject, collectief of individueel, zal immers niet voor elk gezin op korte termijn een optie zijn. We vragen om het sociaal energietarief opnieuw uit te breiden naar een grotere groep waarbij het geleidelijk wordt afgebouwd naarmate je iets meer verdient.
Met collectieve projecten op buurtniveau worden kosten voor materialen en werkuren gedrukt en eigenaars ontzorgd.
BELEIDSNIVEAU
Klimaat
Stimuleer elektrische deelmobiliteit in elke gemeente VLAANDEREN
Waarom willen we dit? De aankoopprijs van een elektrische wagen is vandaag zo hoog dat het (nog) geen optie is voor wie een gemiddeld of laag inkomen heeft. Elektrische wagens zijn, naast een sterk openbaar vervoer en meer fiets- en wandelverkeer, echter nodig om de negatieve impact van ons mobiliteitssysteem op luchtkwaliteit en klimaat terug te dringen. We willen daarom dat iedereen toegang krijgt tot een elektrische wagen. Autodelen kan daartoe bijdragen. Een deelwagen vervangt bovendien 3 tot soms zelfs 10 privé-wagens. Dit verlaagt de nood aan parkeerruimte en biedt mogelijkheden om de publieke ruimte groener en socialer in te vullen. Momenteel zit autodelen duidelijk in de lift bij klimaatbewuste middenklassers in de steden. Landelijk gebied en sociale woonwijken zijn vooralsnog onontgonnen terrein. De lage vraag door een grotere spreiding van bewoners of onvoldoende kennis of beperkte middelen bij inwoners maakt het voor deelwagenaanbieders minder aantrekkelijk om daar een aanbod te voorzien. Ook wie er aan denkt om een elektrische auto te kopen ervaart nog heel wat drempels. Het aantal laadpunten in de buurt en onderweg is er één van, maar het vooraf zichtbaar afficheren van het laadtarief en achteraf van de effectieve kostprijs van de laadbeurt moet ook worden gereguleerd.
Ook elektrische deelbakfietsen De Vlaamse overheid ontwikkelde een visie om elektrische mobiliteit te stimuleren (Clean Power for Transport), maar daarbij wordt vooral toegespitst op het voorzien van laadinfrastructuur voor elektrische wagens. Deze legislatuur besliste ze ook om vanaf 2029 personenwagens en bestelwagens met verbrandingsmotoren uit te faseren. Binnen het Lokaal Energie- en Klimaatpact werd in 2021 wel een doelstelling voor lokale besturen inzake deelmobiliteit opgenomen. De Vlaamse Overheid wil tegen 2030 1 ‘toegangspunt’ voor een (koolstofvrij) deelsysteem per 1000 inwoners. Lokale besturen die intekenen op het pact kunnen aanspraak maken op subsidies voor acties die ze ondernemen in lijn met de doelstellingen van dat pact. De doelstelling voor deelmobiliteit is echter vrijblijvend en te algemeen. Om de instapkost voor particulieren die een elektrische wagen willen kopen te milderen koos de Vlaamse regering voor een aankooppremie van 5.000 euro. Dat is wat ons betreft geen goede maatregel. Ze versterkt het gevoel van onrechtvaardigheid bij veel mensen en zal vooral ten goede komen van een kleine groep mensen in de middenklasse. Deze middelen zouden beter ingezet worden om de deelsystemen breed uit te rollen. De evolutie richting elektrische mobiliteit wint dus aan snelheid, maar er is een sterkere ‘push’ nodig vanuit de overheid om elektrische deelmobiliteit in landelijk gebied en sociale woonwijken toegankelijk te maken. Naast deelwagens kan het ook interessant zijn om een aanbod elektrische deelbakfietsen te voorzien.
61
Hoe willen we dit realiseren?
Een erkenningskader dat maatschappelijke criteria vastlegt voor deelaanbieders (bijvoorbeeld rond toegankelijke reserveringssystemen). Dit kan als maatstaf gebruikt worden bij toekenning van subsidies. Een specifieke opstartsubsidie voor elektrische deelwagens in landelijk gebied en sociale woonwijken. Die subsidie kan toegekend worden aan gemeenten die ze kunnen aanwenden om aanbieders tijdelijk te ondersteunen bij de opstart van deelwagens op een locatie. Een regeling die een brede toepassing van sociale tarieven mogelijk maakt.
Een rollend fonds om de instapkosten zoals de waarborg en abonnementskost voor financieel kwetsbare doelgroepen te financieren. 62
Een regelgevend kader voor alle (semi-) publieke laadpunten met wettelijke maximumprijzen (cfr benzine- en dieselprijzen), kwaliteitsnormen van de laadpunten, duidelijk afficheren van de tarieven per kWh en van de kostprijs per laadbeurt. Omdat een deelwagen niet voor iedereen een oplossing is, vragen we om ook een systeem van sociale leasing van elektrische wagens te onderzoeken. In dit systeem kunnen huishoudens met een beperkt inkomen een elektrische wagen leasen voor een beperkte prijs. De overheid past het verschil bij. In Frankrijk werd al beslist om dit systeem toe te passen en zouden huishoudens die hiervoor in aanmerking komen voor €100 per maand een elektrische wagen kunnen leasen.
Er is een sterkere ‘push’ nodig vanuit de overheid om elektrische deelmobiliteit in landelijk gebied en sociale woonwijken toegankelijk te maken.
BELEIDSNIVEAU
Klimaat
Een renovatieplicht voor gemeenten. VLAANDEREN
Waarom willen we dit? Om ervoor te zorgen dat tegen 2050 elke woning klimaatneutraal is, moet minstens 3% van de woningen per jaar gerenoveerd worden. Met een vrijblijvende aanpak zullen we die renovatiedoelstellling in Vlaanderen niet halen. Op dit moment haalt slechts 7 % van de Vlaamse woningen energielabel A, jaarlijks wordt ongeveer 1 % van de woningen gerenoveerd tot label A. De Vlaamse regering legde deze legislatuur renovatieverplichtingen op aan huiseigenaars. Voor lokale besturen zijn er bindende doelstellingen om hun publiek patrimonium aan te pakken, maar om de renovatie van private woningen op hun grondgebied te versnellen kiest men vooralsnog voor een vrijblijvende aanpak. De Burgemeestersconvenant en het Lokaal Energie en Klimaatpact (LEKP) zijn beleidsdocumenten waar weliswaar doelstellingen voor lokale overheden inzake woningen zijn opgenomen, maar een lokaal bestuur beslist of ze hier al dan niet op intekent en er is geen sanctiemechanisme. Bovendien zorgden het LEKP en projectcalls voor een versnippering aan middelen voor steden en gemeenten. Zeker kleinere gemeenten dreigen af te haken. Met dit voorstel willen we bindende doelstellingen voor lokale besturen vanaf de volgende legislatuur. Die doelstellingen zijn een stok achter de deur en kunnen als parameter gebruikt worden voor een verdeling van Vlaamse middelen onder de lokale overheden volgens de reële noden.
63
Hoe willen we dit realiseren?
Een nulmeting Een nulmeting per gemeente van zowel de renovatiegraad en de CO²-uitstoot van het private woningenbestand als de geaggregeerde inkomensgegevens van inwoners. Onder meer de jaarlijkse monitoring van CO²-uitstoot in het kader van de Burgemeestersconvenant kan hiervoor dienen.
Een bindend objectief met tijdspad Op basis van de nulmeting wordt in 2025 voor elke gemeente een bindend objectief met tijdspad vastgelegd, zowel voor energie-efficiëntie (EPC A) als decarbonisatie (koolstofvrije verwarming) van de woningen op haar grondgebied.
Een renovatiefonds
64
Om het objectief te bereiken kunnen gemeenten putten uit een Vlaams renovatiefonds. Dit fonds vervangt alle versnipperde middelenstromen voor renovatieprojecten naar gemeenten. De trekkingsrechten worden bepaald op basis van aantal wooneenheden, renovatiegraad en CO²-uitstoot woningen en inkomens inwoners. Dit is een permanente financiering, het is niet langer nodig om in te tekenen op (project)subsidies. Dat moet het voor gemeenten mogelijk maken om voluit te focussen op het ondersteunen en uitvoeren van renovaties op haar grondgebied.
Een tweejaarlijkse voortgangstoets Tweejaarlijks is er een voortgangstoets waarbij de vorderingen per gemeente worden nagegaan. Dit is vooral van belang om na te gaan welke gemeenten achterop hinken. Bij het niet halen van het objectief zal een stad of gemeente hiervoor een verantwoordingsnota moeten opmaken. Hierin wordt aangegeven wat de vertraging veroorzaakt, welke stappen de stad of gemeente zal ondernemen om een inhaalbeweging te maken en of hiervoor bijkomende ondersteuning nodig is. Mogelijke redenen voor het niet halen van haar objectieven zouden kunnen zijn: er is prioritair ingezet op woningen met een slecht energiepeil waar een tussenstap (bv. energielabel C) nodig was of inwoners gingen niet in op een aanbod wijkrenovatie. Wanneer na meerdere voortgangstoetsen blijkt dat een gemeente onvoldoende inspanningen levert kan een sanctie opgelegd worden.
Bindende doelstellingen zijn een stok achter de deur en kunnen als parameter gebruikt worden voor de verdeling van Vlaamse middelen onder de lokale overheden volgens de reële noden.
BELEIDSNIVEAU
Klimaat
Laat burgers toe financieel te participeren aan nieuwe windenergieprojecten op land* VLAANDEREN
Waarom willen we dit? Wind en zon zijn natuurlijke rijkdommen en art. 714 van het burgerlijk wetboek voorziet in dat geval gelijk gebruiksrecht voor alle burgers. Om dat te garanderen houden we het beheer van dit gemeengoed, onze ‘commons’, dus best in eigen handen en laten we het niet over aan (multinationale) commerciële spelers. Dat kan onder andere door burgers rechtstreeks financieel te laten participeren via coöperaties in windenergieprojecten. Dit zal ook het draagvlak bij de lokale gemeenschap voor deze projecten versterken. Burgerenergiecoöperaties zijn bovendien betrouwbare partners in de energietransitie. Zij krijgen van de VREG en Greenpeace de hoogste scores qua dienstverlening en duurzaam investeringsbeleid. De energiecrisis heeft ook het belang van energieonafhankelijkheid en de betaalbaarheid van coöperatieve burgerstroom sterk aangetoond. Daardoor werd de interesse bij burgers om dergelijke stroom af te nemen ook groter, maar doordat coöperaties de voorbije jaren te weinig konden investeren in windmolenparken konden ze niet aan de vraag voldoen. Enkel via eigenaarschap van windmolens kunnen coöperaties autonoom en democratisch beslissen tegen welke prijs ze de geproduceerde stroom ter beschikking willen stellen als belangrijkste dienstverlening aan de coöperanten.
Aangezien de burgerenergiecoöperaties geen winst nastreven met deze dienstlevering is die leverprijs gelijk aan de kostprijs plus een kostendekkende vergoeding voor de administratieve handeling. Model bestaat al in andere landen en regio’s Andere landen, regio’s en provincies, steden en gemeenten namen al initiatieven om burgerparticipatie te versterken in energieprojecten. Het Nederlandse klimaatakkoord uit 2019 voorziet tot 50 % burgerparticipatie bij onshore wind- en zonprojecten. Wallonië werkt aan een wettelijk kader. De provincies Oost-Vlaanderen en Limburg en tientallen steden en gemeenten verankerden een draagvlakmodel met burgerenergiecoöperaties in een provincieraads- of gemeenteraadsbesluit. Ook de EU-regelgeving rond energiegemeenschappen vereist trouwens een level playing field voor burgerinitiatieven met ondersteunende maatregelen ter bevordering van energiegemeenschappen waarin burgers centraal staan.
*In 2020 diende Rescoop een verzoekschrift om verplichte burgerparticipatie mogelijk te maken bij on shore windprojecten. Zonder resultaat. In 2023 werd opnieuw een verzoekschrift ingediend, verwacht wordt dat dit in de lopende legislatuur niet goedgekeurd wordt.
65
Hoe willen we dit realiseren?
De Vlaamse overheid legt decretaal vast dat bij windenergieprojecten op land tot 50% van het kapitaal kan ingebracht worden door de lokale gemeenschap. Vooraf moet onderzocht worden welke juridische drempels in de Vlaamse omgevingswetgeving dit decreet in de weg staan en hoe ze weggewerkt kunnen worden.
66
Rechtstreekse participatie door burgers zal het draagvlak bij de lokale gemeenschap voor windenergieprojecten versterken.
BELEIDSNIVEAU
Klimaat
Dringend orde brengen in ons ruimtelijk huishouden en de gewestplannen herzien. VLAANDEREN
Waarom willen we dit? De ruimte is schaars en duur bevochten. Burgers en bedrijven willen bouwen en verbouwen en hebben nood aan een duidelijke en stabiel wettelijk kader bij hun vergunningsaanvraag. Deze ruimteclaims voor bijkomende woningen, bedrijven, voorzieningen en infrastructuren staan tegenover de noodzaak aan bescherming en uitbreiding van de open ruimte. Duidelijke regelgeving, ordening en prioritering omtrent wie wat kan en mag beslissen is nodig. Zo is ten eerste de opeenvolgende regelgeving dermate complex geworden, de spelregels veranderlijk en flexibel, de belangenafweging staat onder druk. Uit een recente rondvraag blijkt dat bijna de helft van de lokale diensten Stedenbouw vermoedt dat er sprake is van een belangenconflict bij de toekenning van een omgevingsvergunning. Plannen, vergunnen en handhaven, de pijlers van de ruimtelijke ordening, die elkaar horen te versterken komen in het gedrang. Ten tweede is decentralisering van het ruimtelijk beleid doorgeslagen, de nieuwe planningsterminologie leidt tot verwarring en gemeenten hebben het moeilijk om de hun toegewezen opdrachten uit te voeren. Ze aarzelen om nog in klassieke planningsprocessen te investeren. Ze twijfelen om hun structuurplan te vervangen door een nieuw beleidsplan ruimte.
Een derde probleem volgt uit het nieuwe decreet op de woonreservegebieden en de vergoeding voor het niet meer bebouwbaar zijn van deze gronden. Zelfs met de tussenkomst van het bouwshiftfonds om deze kostprijs voor gemeenten te beperken bij het omzetten naar bos, natuur of landbouwgebied zullen veel gemeenten wachten, geen bebouwing toelaten noch herbestemmen. Zo komt de factuur, die kan oplopen van 6 tot 31 miljard, in 2040 terecht bij de Vlaamse Regering. Voor beweging.net is dit een absurd systeem, een ongeziene transfer van gemeenschapsmiddelen naar vermogenden, en pleiten we voor een terugkeer naar het vroegere systeem van compensatie (planbaten) of minstens een aanpassing waarbij eigenaars van gronden die hun bouwrecht verliezen een keuze moeten maken uit twee compensatiemechanismen. Naast de woonreservegebieden zijn er nog andere type bouwgronden waar de verspreide bebouwing niet langer wenselijk is. Dit alles heeft als gevolg dat een herziening van de gewestplannen zal nodig zijn om al deze uitdagingen aan te pakken.
67
Hoe willen we dit realiseren?
Herstel de hiërarchie en taakstelling (nood aan bijkomende wonen, bedrijven, detailhandel cijfermatig toewijzen) in de stedenbouw via het toetsen, bijsturen en goedkeuring hiervan door een hoger beleidsniveau.
Versnel de opmaak van de gemeentelijke beleidsplannen ruimte en ondersteun de beoordeling van vergunningen met intergemeentelijke kwaliteitskamers.
Ondersteun gemeenten met een gewestelijk kader voor kwaliteitsvolle verdichting.
68
Faciliteer dat gemeenten sociale en financiële lasten kunnen opleggen aan projectontwikkeling. Dit kan door de gemeenten te ontzorgen via het opstellen van een raamcontract voor dergelijke gemeentelijke verordeningen. Maakt het lokaal handhavingsbeleid daadkrachtiger door het weg te nemen van het gemeentelijk niveau.
Herzie de regeling omtrent de planschade voor eigenaars van gronden in woonreservegebieden. Geef grondeigenaars de keuze uit twee compensatiemechanismen: één waarin ze hun grond behouden en een planschadevergoeding ontvangen van 80% van de geïndexeerde verwervingswaarde en één waarin ze afstand doen van hun grond aan de lokale overheid en een aan de huidige marktwaarde aangepast bedrag ontvangen. Start met een traject om Gewestplannen te herzien en in de tijd te beperken.
BELEIDSNIVEAU
Klimaat
Strengere regels voor schadelijke stoffen. VLAANDEREN
Waarom willen we dit? Om de gezondheid van burgers en onze natuur te beschermen hebben we duidelijke en strengere regels inzake het produceren, uitstoten en lozen van potentieel schadelijke stoffen nodig. Chemische industrie en grootschalige landbouw verzoenen met een gezonde leefomgeving is in een kleine regio als Vlaanderen immers niet evident. Zo worden we geregeld blootgesteld aan hormoon verstorende en andere schadelijke stoffen via onze waterlopen, de bodem en de lucht. De PFAS-verontreiniging door het Amerikaanse chemiebedrijf 3M die in 2021 aan het licht kwam is hiervan het meest spraakmakende recente voorbeeld. Daarnaast zijn er nog steeds (plastic) producten en pesticiden op de markt die schadelijke stoffen bevatten. Het wordt steeds duidelijker welke negatieve effecten dergelijke stoffen kunnen hebben op de volksgezondheid. De Wereldgezondheidsorganisatie brengt hormoonverstoorders al sinds 2015 in verband met een toename van kanker, diabetes en vruchtbaarheidsproblemen.
Ook onze natuur kampt met negatieve effecten van schadelijke stoffen uit industrie en landbouw. Zo bezorgt de hoge stikstofuitstoot de Vlaamse regering al jarenlang kopzorgen. Stikstof zorgt voor een verlies aan biodiversiteit. Uitgeputte bodems bemoeilijken duurzame landbouw en brengen op lange termijn onze voedselzekerheid in het gedrang. 69
Hoe willen we dit realiseren? Met duidelijke en rechtvaardige regelgeving moeten we een gezonde toekomst garanderen voor onze natuur en onze burgers. Daarom deze voorstellen:
Stel het voorzorgsprincipe centraal. Bedrijven moeten aantonen dat producten of stoffen niet schadelijk zijn vooraleer ze in gebruik worden genomen of in de omgeving worden geloosd. Een kindnorm is een concrete toepassing van dit principe. Bij maatregelen voor producten en stoffen waarmee kinderen in contact kunnen komen moet men zich baseren op de schadelijkheid bij kinderen. Zij zijn het kwetsbaarst. Niet enkel alleenstaande stoffen moeten beoordeeld worden, ook de combinatie met andere stoffen moet bekeken worden zodat een cocktaileffect vermeden wordt.
Pleit op Europees niveau voor een aanscherping van de REACHregelgeving(Registration, Evaluation, Autorization and Restriction of Chemicals). Pas als de ECHA (European Chemicals Agency) goedkeuring geeft mogen chemicaliën op de markt komen, nu kan dat al door ze gewoon te registreren.
Pas ‘Health in all policies’ toe. Dat betekent dat er een gezondheidscheck zit in beleidsvisies en -programma’s inzake mobiliteit, ruimtelijke ordening, landbouw, industrie en leefmilieu.
70
Zorg voor een duidelijk en duurzaam vergunningenbeleid, gedragen door alle stakeholders. Zowel landbouw als industrie moeten een duidelijk kader krijgen, waarbinnen ze kunnen ondernemen, met respect voor de draagkracht van de natuur, het milieu en het klimaat.
Informeer en sensibiliseer lokale overheden, werknemers en burgers over mogelijke negatieve effecten van chemische stoffen en zorg ervoor dat mensen goed geïnformeerd zijn en geef hen tips om zich beter te beschermen.
Kijk in de landbouwsector niet enkel naar technologische oplossingen zoals luchtwassers voor stikstofreductie. Geef agro-ecologie ook een plaats in de reductiemaatregelen omwille van gunstige neveneffecten op vlak van biodiversiteit, klimaatmitigatie en klimaatadaptatie.
Bescherm beter familiale landbouwbedrijven en community supported agriculture (CSA) die aan duurzame landbouw doen of willen gaan doen. Op die manier kunnen we evolueren van grootschalige bedrijven met weinig boeren naar kleinschalige bedrijven met meer (jonge) boeren die verbonden zijn met lokale gemeenschappen en werken in harmonie met de natuur. Dit is in lijn met de Europese Farm to Fork-strategie.
Pas als duidelijk aangetoond is dat stoffen niet schadelijk zijn voor natuur of mens, mogen ze op de markt gebracht worden of geloosd worden.
BELEIDSNIVEAU
Klimaat
Trek aan de kar voor internationale klimaatfinanciering FEDERAAL
Waarom willen we dit? Lage- en middeninkomenslanden zijn het minst verantwoordelijk voor de klimaatcrisis, maar dragen de grootste gevolgen. Veel landen die getroffen worden door klimaatrampen hebben niet de middelen om de omslag te maken naar een koolstofarme samenleving, kunnen zich niet aanpassen aan de gevolgen van de klimaatcrisis en niet het hoofd bieden aan de schade die klimaatopwarming nu al veroorzaakt. Welvarende landen komen hun toezeggingen voor klimaatfinanciering niet na en als ze middelen vrijmaken, is dat vaak in de vorm van leningen, waardoor de getroffen landen nog meer schulden opbouwen. Landen met goed functionerende sociale beschermingsstelsels kunnen zich beter redden bij rampen. Daarom is het belangrijk om sociale bescherming uit te breiden en de kwetsbaarheid van gezinnen te verminderen. Een uitgebreide sociale bescherming die armoede voorkomt, het levensonderhoud beschermt en sociale relaties versterkt, biedt mensen meer kansen om zich aan klimaatverandering aan te passen.
.
71
Hoe willen we dit realiseren? Verhoog het financieel engagement van België voor internationale klimaatfinanciering, zodat ons land, in overeenstemming met de internationale akkoorden, op eerlijke en progressieve wijze bijdraagt aan het doel van 100 miljard dollar per jaar en aan het nieuwe doel voor na 2025, zonder afbreuk te doen aan de middelen die beschikbaar zijn voor ontwikkelingssamenwerking. Een rechtvaardige Belgische bijdrage bedraagt minstens 500 miljoen euro per jaar. Erken de dringende nood aan financiering van de verliezen en de schade in het Zuiden door klimaatverandering. Draag in die context bij aan de werking van en middelen voor een specifiek fonds, met vooral middelen uit vernieuwende financieringsbronnen (zoals een belasting op financiële transacties, op internationaal luchtverkeer of op fossiele bedrijven).
72
Pleit er op internationale fora zoals EU, VN, WHO, Wereldbank en IMF voor dat de middelen uit dit fonds voor de financiering van de verliezen en de schade ook kunnen gebruikt worden voor het versterken en opbouwen van systemen voor sociale bescherming die rekening houden met de klimaatverandering en de aantasting van het milieu. Zo kunnen de verschillende risico’s die kwetsbare groepen in de samenleving lopen voorkomen of geremedieerd worden. Zorg er ook voor dat er steun komt voor een rechtvaardige overgang naar een koolstofarme economie in het globale Zuiden. Een koolstofarme economie kan immers tot sluitingen van fabrieken leiden en tot minder mogelijkheden om natuurlijke rijkdommen te ontginnen. Zorg er mee voor dat financieringsmechanismes die in het kader van de Europese Green Deal in het leven werden geroepen om kwetsbare regio’s, sectoren en huishoudens te ondersteunen, zoals het Social Climate Fund en het Just Transition Fund, versterkt worden. Nu al is duidelijk dat de voorziene budgetten te kort zullen schieten. We vragen aan de Belgische regeringen om de middelen uit die fondsen binnen België aan te wenden voor beleid dat kwetsbare huishoudens en werknemers maximaal ten goede komt. Voor het Social Climate Fund zijn openbaar vervoer en (collectieve) renovaties bij kwetsbare gezinnen prioritair.
Erken de dringende nood aan financiering van schade en verlies door klimaatverandering in het globale Zuiden.
74
Mobiliteit
Groene mobiliteit. We willen ons in alle vrijheid kunnen verplaatsen. Om te gaan werken, te winkelen, om te reizen, om familie en vrienden te bezoeken. Dat willen we zeker zo houden. Maar over de manier waarop we ons verplaatsen willen we wel mee nadenken. Zo kan onze mobiliteit veiliger, gezonder, vlotter en milieuvriendelijker. Door de nieuwe Europese regelgeving zal het rijden op fossiele brandstof geleidelijk aan duurder worden. De emissienormen in steden worden geleidelijk aan strenger. Wij vinden het belangrijk dat mensen tijd krijgen om hun mobiliteitsgedrag aan te passen en te wennen aan de nieuwe instructies. Meer nog, we vinden dat de overheid initiatief moet nemen om de ongerustheid over de overgang naar elektrische mobiliteit en de betaalbaarheid ervan moet wegnemen, bv. met creatieve oplossingen rond deelmobiliteit en transparante regelgeving rond laadpalen. Premies voor elektrische auto’s horen daar niet bij. Absolute prioriteit in de strijd tegen vervoersarmoede en voor een sociaal-rechtvaardig klimaatbeleid is een stevige uitbreiding van het openbaar vervoer. Ook het systeem van bedrijfswagens moet rechtvaardiger worden. We pleiten alvast voor een volledige omschakeling naar het mobiliteitsbudget. Het biedt werknemers meer vrijheid om het vervoermiddel te kiezen dat het beste bij hun verplaatsingsnoden past. Wie over mobiliteit spreekt, denkt ook aan verkeersveiligheid. In dat kader pleiten we voor een verlaging van de snelheid op autowegen, zoals in Nederland. Dat heeft alleen maar voordelen: minder (zware) ongevallen, minder uitstoot, minder files. Bovendien kost het niets! Verder verwachten we van de Vlaamse overheid dat ze verenigingen die werken rond verkeersveiligheid erkent en ondersteunt.
Concreet pleiten we voor: Verhoging van de middelen voor het openbaar vervoer Omzetting van bedrijfswagens in een mobiliteitsbudget Een verlaging van de maximumsnelheid naar 100 km/uur op autosnelwegen Invoering van een hogere vliegtaks en een slimme kilometerheffing
75
Mobiliteit
Verhoog de middelen voor het openbaar vervoer BELEIDSNIVEAU
FEDERAAL/VLAAMS
Waarom willen we dit? Openbaar vervoer biedt een oplossing voor veel uitdagingen van vandaag. Wanneer meer mensen de auto aan de kant laten en kiezen voor openbaar vervoer worden files korter en de lucht schoner. Minder CO2 komt het klimaat ten goede en openbaar vervoer zorgt voor minder vervoersarmoede. Investeren in openbaar vervoer is dus een no regret-maatregel bij uitstek, je pakt meerdere problemen in één keer aan.
76
Het openbaar vervoer moet dan wel van hoogstaande kwaliteit zijn. Daar wringt het schoentje momenteel. We hebben nood aan een openbaar vervoer met een regelmatige frequentie, betaalbare tarieven en vlotte aansluitingen tussen trein, tram, bus, metro en vervoer op maat-oplossingen. Dat vereist een sterkere samenwerking tussen overheden en vervoersmaatschappijen. Zo wordt elke buurt in België bereikbaar zonder frustrerend lange reistijden of financiële katers voor reizigers. We pleiten daarom voor de hervorming van ons openbaar vervoerssysteem naar het Integrato-model*. Dit betekent dat je één gebiedsdekkend netwerk van trein, bus, tram, metro en vervoer op maat organiseert over het hele land met één dienstregeling voor alle vervoerssystemen. Alle aansluitingen moeten kunnen gegarandeerd worden en één tariefsysteem moet het mogelijk maken om met een combiticket (of combiabonnement) een verplaatsing met verschillende vervoerssystemen te maken. Ook aangepaste formules die de combinatie met deelmobiliteit aantrekkelijk maken moeten mogelijk zijn. .
*https://www.integrato.be/nl/info/het-plan-integrato/
Hoe willen we dit realiseren? Hogere werkingsbudgetten voor vervoersmaatschappijen De budgetten voor openbaar vervoer moeten op alle beleidsniveaus verhoogd worden zodat het aanbod kan uitbreiden. Eenmalige investeringen in voertuigen en infrastructuur zullen niet volstaan, ook de structurele werkingsmiddelen voor vervoersmaatschappijen moeten sterk omhoog.
Beperkte privatisering Openbaar vervoer is een publieke dienst en kan je niet aan de markt overlaten. Private bedrijven kunnen enkel instaan voor een deel van het aanbod binnen een wettelijk kader dat duidelijke voorwaarden oplegt op vlak van betaalbaarheid, toegankelijkheid en arbeidsvoorwaarden voor het personeel.
Betere toegankelijkheid Toegankelijke stations, haltes, Hoppinpunten en voertuigen. Dit blijft een pijnpunt van het openbaar vervoer in België. Een inhaalbeweging is nodig.
Een ruimtelijk slim en sociaal vervoersplan Een geïntegreerd vervoersplan van alle Belgische overheden en vervoersmaatschappijen houdt best rekening met sociale en ruimtelijke noden. Voer daarom, zoals in Nederland, bereikbaarheidsanalyses uit om in kaart te brengen waar vervoersnoden en autoafhankelijkheid hoog zijn. Met huidige data van reizigersstromen en schattingen van het intrinsiek potentieel en betalingsbereidheid lukt dat niet.
Betaalbare tarieven met inbegrip van voordeeltarieven voor doelgroepen Een overheid houdt best voldoende grip op de prijszetting van het openbaar vervoer om te vermijden dat de vervoersmaatschappijen volledig autonoom hun tarieven gaan bepalen. We zijn geen voorstander van verschillende tarieven tijdens piek- en daluren om reizigersstromen te spreiden. Dit kan leiden tot hogere tarieven in de spitsuren. Dat is nadelig voor wie het openbaar vervoer neemt voor werk, school of sollicitaties en het tijdstip van zijn of haar reis niet kan kiezen. Ook wie voor verplaatsingen volledig aangewezen is op openbaar vervoer kan hiervan de dupe worden. In een geïntegreerd openbaar vervoer mogen voordeeltarieven voor doelgroepen absoluut niet verloren gaan.
Geen digitale drempels en meer fysieke aanspreekpunten Een app of website mogen nooit de enige kanalen worden om informatie in te winnen en tickets te kopen. Naast een telefoonnummer, digizuil of automaat zou aan elk vervoersknooppunt in België waar verschillende openbaar vervoersmodi samenkomen een fysiek aanspreekpunt aanwezig moeten zijn. Dit wordt haalbaarder als ook andere diensten rond vervoersknooppunten georganiseerd worden zoals afhalen van postpakketten waardoor het aanwezige personeel meerdere taken kan invullen.
77
Participatie van burgers en middenveld Openbaar vervoer is een dienst met groot maatschappelijk belang. Daarom moeten de gebruikers mee kunnen nadenken over het openbaar vervoer van de toekomst. Het zijn de ouderen, jongeren, werknemers, mensen met een beperkte mobiliteit, de bewoners van het platteland en mensen die in armoede leven die er het meest gebruik van maken. Ook al is het participatieproces bij de voorbereiding en uitvoering van het Vlaams decreet Basisbereikbaarheid helemaal niet vlot verlopen, toch kunnen we er lessen uit trekken. Op die manier kan verdere participatie, die noodzakelijk is voor de invulling van bijvoorbeeld Hoppinpunten en vervoer op maat, verbeterd worden.
Een nieuwe regisseur van het openbaar vervoer
78
Het openbaar vervoer heeft een betere governance nodig. Buitenlandse voorbeelden tonen aan dat een geïntegreerd openbaar vervoer baat heeft bij een duidelijke regisseur die vervoersmaatschappijen laat samenwerken via een efficiënte overlegstructuur met een duidelijke taakverdeling. Een interfederale Vervoersautoriteit kan hiervoor zorgen.
We pleiten voor een één geïntegreerd netwerk van trein, bus, tram, metro en vervoer op maat in België met één dienstregeling, gegarandeerde aansluitingen en betaalbare, geïntegreerde tarieven.
BELEIDSNIVEAU
Mobiliteit
Maak de shift van bedrijfswagen naar mobiliteitsbudget FEDERAAL
Waarom willen we dit? Het mobiliteitsbudget kan het woon-werkverkeer en onze mobiliteit in het algemeen een duurzame boost geven. Vandaag wordt er echter amper van gebruik gemaakt als je het vergelijkt met de populaire bedrijfswagen. Dit terwijl de bedrijfswagen sociaal onrechtvaardig en milieubelastend is. Tijdens de huidige legislatuur werd wel een hervorming doorgevoerd die het bedrijfswagenpark stapsgewijs zal vergroenen*. Een stap in de goede richting, maar andere maatschappelijk ongewenste effecten werden niet aangepakt. Zo blijft de sociale onrechtvaardigheid van het systeem overeind. Een bedrijfswagen, zeker in de vorm van een salariswagen, is een voordeel dat vooral wordt toegekend aan werknemers in hogere inkomenscategorieën en aan bedrijfsleiders. Bovendien loopt de sociale zekerheid heel wat inkomsten mis door het huidige systeem. Voor een bedrijfswagen en tankkaart die deel uitmaken van het loonpakket van een werknemer (en dus ook voor privédoeleinden worden gebruikt) betaalt de werkgever enkel een solidariteitsbijdrage gebaseerd op de CO2-uitstoot en type brandstof van het voertuig in plaats van de normale RSZ-bijdrage op het brutosalaris. Uit verschillende berekeningen de voorbije jaren bleek dat de misgelopen inkomsten in de sociale zekerheid hierdoor rond de 2 miljard euro per jaar draaien**.Neem je andere fiscale voordelen gekoppeld aan de bedrijfswagen, zoals aftrekposten in de vennootschapsbelasting, mee in rekening, dan kunnen de misgelopen inkomsten voor de staat oplopen tot om en bij de 4 miljard EUR per jaar. Een bedrijfswagen heeft uiteraard wel nut voor, bijvoorbeeld, verplaatsingen van personeel in de thuiszorg naar patiënten. In die zin moet hij niet volledig op de schop. Bedrijfswagen blijft populair loonvoordeel Met de huidige wetgeving is het dus zeer twijfelachtig of de files zullen afnemen. In pijler 2 van het mobiliteitsbudget zijn sinds de nieuwe wet meer duurzame opties mogelijk en meer werknemers kunnen van het mobiliteitsbudget gebruik maken, maar er is geen verplichting voor werkgevers om het mobiliteitsbudget aan te bieden. De realiteit leert dat de bedrijfswagen hierdoor een zeer populair loonvoordeel blijft en de tankkaart autoverplaatsingen in de vrije tijd stimuleert***. *In november 2021 besliste de federale regering met de wet ‘Fiscale en sociale vergroening van de mobiliteit’ om het bedrijfswagenpark in België stapsgewijs emissievrij te maken. Voor bedrijfswagens die vanaf 2026 in gebruik zullen genomen worden zal het fiscaal gunstregime enkel gelden wanneer zij emissievrij zijn. Voor bedrijfswagens met verbrandingsmotor die eerder in gebruik worden genomen zal de CO2-bijdrage de komende jaren stelselmatig verhoogd worden. **Het uitfaseren van het fiscaal gunstregime voor bedrijfswagens en tankkaarten zou volgens een studie van Transport&Mobility Leuven, HIVA en USL in opdracht van de FOD Financiën uit 2021 de overheid 2,3 miljard euro opleveren (gebaseerd op cijfers van 2019). ***https://www.standaard.be/cnt/dmf20230111_93027560
79
Hoe willen we dit realiseren? Verplicht werkgevers om het mobiliteitsbudget aan te bieden aan werknemers die aanspraak maken op een bedrijfswagen. Pas de fiscale gunstregeling voor nieuwe emissievrije bedrijfswagens vanaf 2026 enkel toe wanneer de wagen geïntegreerd is in de 1e pijler van het mobiliteitsbudget. Hierdoor wordt de totale kost per jaar die in aanmerking komt voor het fiscaal gunstregime begrensd tot 16 000 euro per jaar. Dit verhoogt de aantrekkelijkheid van meer duurzame opties binnen het budget en zal ertoe leiden dat werkgevers goedkopere en dus lichtere wagens aanbieden aan werknemers. Dit komt de verkeersveiligheid en het klimaat ten goede. Schaf het voordeel tankkaarten voor privégebruik af.
Breng de solidariteitsbijdrage die werkgevers betalen bedrijfswagen dichter bij de normale RSZ-bijdrage op loon.
voor
80
Het mobiliteitsbudget biedt meer duurzame opties aan werknemers dan de klassieke bedrijfswagen.
een
BELEIDSNIVEAU
Mobiliteit
Maximum 100 km/u op autosnelwegen. VLAANDEREN
Waarom willen we dit? Deze maatregel is volstrekt budgetneutraal en levert de maatschappij voordelen op vlak van volksgezondheid, luchtkwaliteit, verkeersveiligheid, klimaat en filevorming op. Uit onderzoek* blijkt dat een lagere snelheid van wagens op autosnelwegen zorgt voor minder uitstoot van fijn stof, roet en stikstofdioxide. Redenen: de wrijving van banden en remmen neemt af en er wordt minder brandstof verbruikt. Een lager brandstofverbruik betekent ook een lagere CO2-uitstoot. Deze maatregel is dus positief voor het milieu en het klimaat. Maar ook de automobilist heeft erbij te winnen. In 2022 nam een expertengroep het voorstel op in haar nota aan de federale regering met ideeën om de koopkracht van burgers te beschermen. Minder brandstofverbruik betekent namelijk ook minder brandstofkosten voor dezelfde afstand. Betere luchtkwaliteit draagt daarenboven bij tot een lager risico op aandoeningen aan de luchtwegen en hart- en vaatziektes. 81 Tegen een lagere snelheid wordt daarnaast ook minder van rijstrook geswitcht en de impact bij een botsing is kleiner. Dit zorgt voor een hogere verkeersveiligheid en minder dodelijke slachtoffers bij ongevallen. Ook de doorstroming verbetert waardoor files korter worden. In een relatief klein land als België verlies je ook nauwelijks tijd door verplaatsingen aan 100 km/u in plaats van 120 km/u. In Nederland werd de maatregel in 2020 ingevoerd en geldt ze tussen 7u en 19u. In België wordt het al toegepast op een groot deel van de Brusselse ring en de Antwerpse ring. Bij een SMOG-alarm wordt de maximum snelheid op autosnelwegen ook al tijdelijk verlaagd naar 90 km/u.
Hoe willen we dit realiseren? Verlaag de maximum toegelaten snelheid tot 100 km/u tussen 7u en 19u op de Belgische autosnelwegen en op rijwegen met minimaal twee rijstroken in elke richting gescheiden door een middenberm.
*https://www.verkeerscentrum.be/sites/default/files/2020-05/20191204Impact%20snelheidsregimes%20op%20mobiliteit%20en%20luchtkwaliteit_0.pdf
Deze maatregel is positief voor onze gezondheid, het klimaat en verkeersveiligheid. Ook de automobilist heeft erbij te winnen want de brandstofkosten voor dezelfde afstand liggen lager.
Mobiliteit
Ga voor een hogere vliegtaks en een slimme kilometerheffing BELEIDSNIVEAU
FEDERAAL/VLAANDEREN
Waarom willen we dit?
82
Als we de klimaatdoelstellingen willen halen en de CO2-uitstoot effectief willen doen dalen, moeten we natuurlijk op alle vlakken inspanningen doen. In dat kader is het vreemd dat de overheid enerzijds maatregelen neemt om het auto- en vrachtwagenverkeer te elektrificeren, maar niet om autogebruik te verminderen. In dat kader is het even vreemd dat het vervoermiddel dat de meeste uitstoot genereert, het vliegverkeer, fiscaal het meest wordt ontzien. Vliegtickets zijn vrijgesteld van btw en op kerosine wordt geen belasting geheven. Niet vreemd dat vliegtickets dan goedkoper zijn dan treintickets. Het gedrag van mensen en bedrijven kan wel degelijk gestuurd worden via de fiscaliteit. Maar het moet dan wel gaan om een slimme en rechtvaardige fiscaliteit, die rekening houdt met mensen met een laag inkomen. En die rekening houdt met de inkomsten voor de staat. Zo zullen bv. de inkomsten uit accijnzen dalen naarmate er meer elektrische auto’s komen. We moeten dus fundamenteel nadenken over de belastingsinstrumenten en de huidige instrumenten (bv. de jaarlijkse verkeersbelasting) aanpassen aan de nieuwe doelstellingen. Zo schuiven we twee maatregelen naar voren die een positieve impact hebben op het klimaat zonder zware impact op mensen met een laag inkomen.
Belasting op vliegverkeer maakt trein aantrekkelijker Een eerlijke belasting op vliegverkeer maakt de trein weer aantrekkelijker en doet mensen effectief nadenken over al dan niet kiezen voor een vliegreis. We vinden de piste van een frequent flyer taks interessant om te onderzoeken, omdat het een taks is die stijgt naarmate men meer vliegt. Zo kan de jaarlijkse gezinsvakantie betaalbaar blijven. In tussentijd is het verdedigbaar de inschepingstaks op vliegtickets af te stemmen op onze buurlanden. Een te lage taks heeft immers geen enkel sturend effect. Slimme kilometerheffing vangt twee vliegen in één klap Om de belasting op autoverkeer te verduurzamen is een slimme kilometerheffing een verdedigbare maatregel. Ze komt in de plaats van de jaarlijkse verkeersbelasting, maar houdt meer rekening met het type wagen (duurzaam of niet), het tijdstip van verplaatsing (tijdens de spits of niet) en de locatie (filegevoelig gebied of niet). Met een slimme kilometerheffing vangt men twee vliegen in één klap : het vermindert de files en mensen denken actief na of ze de auto nemen of gebruik maken van de alternatieven, zoals trein, bus of fiets. Natuurlijk zijn er mensen die geen keuze hebben en erg autoafhankelijk zijn. In dat geval moet de overheid nadenken over compensaties of vrijstellingen. Ook het sociaal overleg kan hierin een rol spelen.
Hoe willen we dit realiseren?
Verhoog de inschepingstaks voor vliegtickets Verhoog de huidige inschepingstaks voor vliegtickets tot op het niveau van de ons omringende landen. Nederland verhoogde haar vliegtaks dit jaar per vertrekkende passagier voor alle vluchten naar 26,43 euro. De huidige Belgische taks (10 euro voor vliegreis van minder dan 500 kilometer, 2 euro voor een vlucht binnen Europa en 4 euro voor een langeafstandsvlucht) heeft nu te weinig effect.
Pleit Europees voor een kerosinetaks en BTW op vliegtickets en onderzoek de mogelijkheden van een frequent flyer tax Bepleit op Europees niveau een kerosinetaks en BTW op vliegtickets en voer onderzoek naar de mogelijkheden van een frequent flyer tax: een vliegtaks die nationale vliegtaksen kan vervangen en stijgt naarmate reizigers frequenter met het vliegtuig reizen. 83
Voer een slimme, kilometerheffing in
rechtvaardige
en
sociaal
overlegde
Voer een slimme, rechtvaardige en sociaal overlegde kilometerheffing voor personenwagens in samenspraak met alle gewesten in. De invoering van de heffing moet gepaard gaan met de afschaffing van de jaarlijkse verkeersbelasting. Voor bepaalde kwetsbare en autoafhankelijke doelgroepen moet een significant aantal kilometers vrijgesteld kunnen worden. Criteria die bij het bepalen van de heffing essentieel zijn: De ecoscore en het gewicht van de wagen. Hoe vervuilender en zwaarder, hoe hoger de heffing. Het tijdstip: een hogere heffing in spits- dan in de daluren De locatie: in kwetsbare en filegevoelige gebieden een hogere heffing
We schuiven twee maatregelen naar voren die een positieve impact hebben op het klimaat zonder zware impact op mensen met een laag inkomen.
84
Welzijn
Zorgen voor mensen. Wij zijn een zorgzame samenleving en dat willen we zo houden. Mensen zorgen goed voor elkaar. Dat tonen de duizenden vrijwilligers die zich dagdagelijks inzetten voor mensen uit hun omgeving. Dat tonen de duizenden mantelzorgers die zorgtaken opnemen voor een ziek familielid of vriend. Dat tonen ook de duizenden werknemers in onze zorg- en welzijnsinstellingen, die zich met hart en ziel inzetten voor patiënten en bewoners. De coronacrisis maakte dat voor iedereen zichtbaar en duidelijk. Toch stellen zich ook in de zorg heel wat uitdagingen. Het zorglandschap moet grondig hervormd worden om het betaalbaar en op een hoog kwaliteitsniveau te houden. Er is nood aan een masterplan op middellange termijn om de immense groei van de zorg- en ondersteuningsvragen op te vangen. Vandaag al laat het personeelstekort zich overal voelen. Er moeten zelfs afdelingen gesloten worden. Daarom is het belangrijk om het personeel in de zorg en welzijn te steunen in hun werking en alle vertrouwen te geven. We willen niet nog meer mensen doen afhaken. Vooral in de kinderopvang wordt dit zeer prangend. Daar moet echt geïnvesteerd worden zodat kinderen de aandacht en kwaliteit krijgen die ze verdienen. De commercialisering van de zorg biedt in onze ogen maar weinig meerwaarde. In tegendeel, het ene na het andere schandaal in commerciële woonzorgcentra komt bovendrijven. Vandaar ons pleidooi voor een betere regulering van de commerciële zorgactoren. We hechten sterk aan het non-profitmodel waarin middenveldorganisaties de ruimte krijgen om een werking uit te bouwen en zo tegemoet te komen aan de (nieuwe) noden in de samenleving, daarin gesteund en gefinancierd door de overheid binnen een duidelijk wettelijk kader. Het is een sterk model dat al tot veel mooie initiatieven heeft geleid. Laten we dat niet te grabbel gooien.
Daarom pleiten we vanuit beweging.net voor: Betere regulering van de commerciële actoren in de zorg Meer ruimte voor verenigingen Een versterking van de kinderopvang
85
Welzijn
Betere spelregels voor commerciële spelers in de zorg BELEIDSNIVEAU
VLAANDEREN
Waarom willen we dit? Weinig kwaliteit voor veel geld. Dat is de reputatie van heel wat commerciële zorgactoren. De faillissementen van commerciële woonzorgcentra die we de laatste jaren zagen, tonen geen fraai beeld. Ouderen verdienen beter.
86
Het speelveld voor zorg, welzijn en sociaal werk is in volle evolutie. Waar tot voor enkele jaren het non-profitmodel het dominante model was, zien we nu in verschillende sectoren commerciële actoren investeren. Dat is een verontrustende evolutie, zeker wanneer niet langer betaalbare kwaliteit maar winstgevendheid voorop staat. Beweging.net pleit daarom voor een herziening van het reglementerend kader zodat commerciële actoren aan dezelfde duidelijke en heldere regels onderworpen worden als de non-profitorganisaties om te zorgen voor een gelijk speelveld. Hogere tarieven dan gemiddeld moeten ook leiden tot hogere kwaliteit. De zorgsector dient in ieder geval niet om winst na te streven voor aandeelhouders. Het nastreven en realiseren van hoge kwaliteit in de zorg is een blijvende uitdaging, die niet alleen via controle en inspectie kan afgedwongen worden. Er zijn op de eerste plaats voldoende en goed opgeleide personeelsleden en werkingsmiddelen nodig. Controle en inspectie mogen niet verengd worden tot een ambtelijke benadering van de zorg of een administratieve papiermolen. Ze moeten ondersteunend en opbouwend zijn, rekening houdend met de eigenheid van de zorgsector. De administratieve last moet beperkt worden tot een minimum.
De non-profit heeft altijd een vernieuwende rol gespeeld in welzijn en gezondheid. De overheid moet haar ook de komende jaren ondersteunen om te blijven vernieuwen. Projecten zoals buurtzorg, co-housing, geïntegreerd breed onthaal,…. die hun meerwaarde aantonen, moeten structureel verankerd worden. Kwaliteitsvolle zorg kan verder alleen door een duurzaam personeelsbeleid. Voldoende goed opgeleid personeel is de eerste vereiste. De hoge werkdruk aanpakken, een tweede. Werken in de zorg moet aantrekkelijker worden. De overheid moet hiervoor de komende jaren bijkomende middelen voorzien. Sterk sociaal overleg, correcte personeelsnormen en een duurzaam personeelsbeleid zijn hierin cruciaal. De krapte op de arbeidsmarkt is ook voor zorg- en welzijnsinstellingen een grote uitdaging. Ten slotte moet de inspraak van patiënten, bewoners of hun vertegenwoordigers sterker worden in het beleid van de organisatie waar ze cliënt zijn.
Hoe willen we dit realiseren? De winstuitkering van commerciële actoren aan aandeelhouders moet wettelijk gelimiteerd worden. Enkel een beperkte winstuitkering boven inflatie is toelaatbaar. Dit moet in de statuten ingeschreven zijn en decretaal verankerd worden.
Tegelijkertijd moet er ook paal en perk gesteld worden aan managementlonen en -vergoedingen en aan de hoogte van presentiegelden in bestuursorganen. We willen vermijden dat de zorg dient om enkele te verrijken. Dat vergt meer transparantie in de boekhouding en in de juridische structuur, zowel op niveau van de organisaties, als op niveau van de technische bedrijfseenheid, holding of groep van verbonden entiteiten. Intresten op leningen en huurprijzen moeten marktconform zijn om te vermijden dat onderliggende of verbonden structuren hiervoor teveel aanrekenen aan de zorgonderneming.
De principes van goed bestuur moeten verplicht worden in alle organisaties en bedrijven in zorg en welzijn die erkend en gesubsidieerd zijn door de overheid. 87 We blijven vasthouden aan duidelijke personeelsnormen die de beste garantie zijn op kwaliteitsvolle zorg. Het tekort aan personeel moet structureel worden aangepakt door alle betrokken overheden. Interimarbeid is enkel een noodoplossing.
Creëer ruimte voor vernieuwende kleinschalige initiatieven, vanuit buurtzorg, vernieuwende woonvormen…
Cliënten en bewoners van zowel profit als non-profitinstellingen zijn volwaardige actor in hun eigen zorg en moeten dus ook voldoende inspraak hebben in de organisatie van die zorg. De huidige vormen van inspraak en medezeggenschap volstaan niet en moeten worden versterkt.
Het moet voor iedere gebruiker kristalhelder zijn welke kosten hem worden aangerekend.
Welzijn
Meer ruimte voor verenigingen. BELEIDSNIVEAU
FEDERAAL/VLAANDEREN
JO N
GE
REN
Waarom willen we dit? Mensen willen elkaar ontmoeten en samen dingen doen. Daarvoor hebben ze ruimte nodig: letterlijk binnen- en buitenruimte. Financieel, om autonoom een werking uit te bouwen. En ook figuurlijk: de vrijheid om samen te mogen komen en samen iets te organiseren. Liefst zonder al te veel administratieve rompslomp en complexe regelgeving.
88
Het middenveld zoals we dat in Vlaanderen en België kennen is bijna uniek in de wereld. We tellen duizenden verenigingen die mensen met eenzelfde nood, doel, religie, afkomst of passie samenbrengen. En een overheid die dat stimuleert en meefinanciert. Hoe mooi is dat! Toch sluipt er bezorgdheid in de rangen. We merken dat de klassieke vergaderruimtes stilletjes aan verdwijnen, ten voordele van nieuwe bouwprojecten. Nieuwe vergaderzalen zijn vaak (te) duur voor kleine verenigingen. Omgekeerd blijft ook heel veel bestaande ruimte onderbenut. Zo staan schoolgebouwen ’s avonds en in het weekend leeg. Voor heel wat kerken wordt een nieuwe bestemming gezocht. Sportzalen verbonden aan een school worden niet altijd opengesteld. Hier is zeker nog verbetering mogelijk. We merken dat ook de openbare ruimte kleiner wordt. Kinderen en jeugdverenigingen hebben zo minder ruimte om buiten te spelen.
.
Nochtans heeft corona duidelijk gemaakt hoeveel kinderen klein behuisd zijn. Vooral in de meer kwetsbare wijken is publieke ruimte, speel- en ontmoetingsruimte essentieel. Ouderen voelen zich dan weer minder veilig in hun buurt en komen minder naar buiten. Dat gevoel van onveiligheid willen we counteren via het creëren van een meer aangename publieke ruimte. We denken dan aan verkeersveilige en autoluwe buurten, meer levendige, groene en leefbare buurten, meer activiteiten in buurtcentra, meer ziten hangplekken voor oud en jong en de straatverlichting aan. Tot slot baart ook de financiële ruimte van verenigingen zorgen. De werkingsmiddelen worden al jarenlang niet of nauwelijks geïndexeerd. De facto gaan ze dus achteruit. De fiscaal aftrekbare giften bieden veel verenigingen soelaas, maar ook hier is het minimumbedrag van 40 EUR, noch de fiscale aftrek van 45% mee geëvolueerd met de stijgende lonen en prijzen. De vraag is dus aan alle overheden om zowel de fysieke als de financiële ruimte voor verenigingen en sociaal-cultureel werk in het bijzonder te verbeteren.
.
Hoe willen we dit realiseren? Vlaams: Zet in op ruimtelijke ontwikkeling van kernen op maat van kinderen en jongeren met voldoende aaneengesloten speel- en ontmoetingsruimte. Schakel bewoners, jongeren en hun jeugdwerkers en socio-culturele medewerkers in om leuke ontmoetingsplekken te maken in de buurt en samen te onderhouden. Stel de bestaande schoolinfrastructuur open voor verenigingen. Via Brede school, sporthaldelen, Open speelplaats-initiatieven,…. is dubbel gebruik mogelijk. Biedt de scholen ondersteuning om dit te ontwikkelen.
Stimuleer ook zorginstellingen om hun ruimtes open te stellen voor verenigingen.
Maak van speelplaatsen aantrekkelijke en kindvriendelijke ruimtes die ook buiten de schooluren toegankelijk zijn. Ondersteun nieuwe initiatieven die bestaande infrastructuur (bv. leegstaande kerken) willen ombouwen tot ruimte voor verenigingen. 89 Verminder alle administratieve lasten voor verenigingen. Gebruik de kruispuntdatabank om informatie tussen administraties te delen, vereenvoudig subsidiereglementen, breng de rapportering van de werking terug tot de essentie en installeer het ‘Verenigingsloket’ om vrijwilligers te ondersteunen en hen wegwijs te maken in de complexe juridische regelgeving. Indexeer de werkingsmiddelen zodat de sociaal-culturele organisaties in hun werking kunnen blijven innoveren en kunnen inspelen op nieuwe uitdagingen en noden. Ontwikkel een impactreflex, zodat er voorafgaandelijk wordt nagedacht over de impact van nieuwe regelgeving op de werking van verenigingen.
Federaal: Verhoog het basisbedrag voor fiscale aftrek van giften naar 50 EUR en verhoog de aftrek naar 50%. Zo worden gulle gevers gestimuleerd om hogere bedragen te schenken.
Verenigingen en hun vrijwilligers kreunen onder de administratieve lasten. Het zou goed zijn om deze te verminderen en te vereenvoudigen.
Welzijn
Een sterke kinderopvang. BELEIDSNIVEAU
VLAANDEREN
Waarom willen we dit?
90
Ouders willen hun kinderen met een gerust hart naar de kinderopvang brengen. Beweging.net pleit voor een sterke kinderopvang, met juiste arbeidsvoorwaarden, voldoende plaatsen, een verlaagde kind-begeleiderratio en met meer aandacht voor lage inkomensgroepen. Als samenleving hebben we de afgelopen decennia te weinig stilgestaan bij de zorg voor de jongste kinderen. Daar komt nu stilaan verandering in. Er is nu momentum om een aantal broodnodige hervormingen door te voeren.
Een verdere opwaardering van de zorg voor de jongste kinderen is een speerpunt voor beweging.net. De eerste levensjaren vormen een cruciale periode in de ontwikkeling van het kind. Daarin hebben de kinderbegeleiders een cruciale rol. Beweging.net pleit er daarom voor dat die waardering zich vertaalt in correcte werknemersstatuten waarbij gelijk werk ook gelijk verloond wordt en de voorwaarden tussen de verschillende initiatieven meer geharmoniseerd worden. Het werknemersstatuut voor onthaalouders moet daarbij volledig uitgerold worden.
Experts schatten dat we zo’n 7000 extra plaatsen nodig hebben om het huidige tekort op te lossen. Een vergelijkende studie van het HIVA toont bovendien aan dat Vlaanderen veruit de hoogste kindbegeleiderratio heeft in West-Europa. Onderzoekers toonden ten slotte ook aan dat we in vergelijking met Nederland en Zweden veel minder investeren in kinderopvang.
Verder zijn er bijkomende middelen nodig om de kind-begeleiderratio te verlagen zodat die in lijn komt te liggen met onze buurlanden. Dit is een cruciale stap om de kinderopvang zowel veiliger als aantrekkelijker te maken voor werknemers. Meer investeringen moeten ook een meer professionele omkadering toestaan van de kinderbegeleiders.
De pijnpunten in de kinderopvang zijn genoegzaam bekend: er is een tekort aan opvangplaatsen, dat bovendien ongelijk verdeeld is tussen sociaal-economisch sterke en minder sterke wijken, er is een personeelstekort, de werkdruk ligt te hoog, loopbanen bieden te weinig perspectief of afwisseling, er zijn te veel kinderen per begeleider en kansarme gezinnen maken te weinig gebruik van de kinderopvang. Bovendien zijn de nieuwe voorrangsregels a-sociaal. Kinderopvang is niet alleen relevant voor ouders die voltijds gaan werken, maar ook voor deeltijds werkenden, voor werkzoekenden die een opleiding volgen of gezinnen in armoede.
Ten slotte is het voor beweging.net cruciaal dat de kinderopvang haar sociale rol ten volle kan spelen. Dat betekent dat de kinderopvang toegankelijker moet zijn, zowel in afstand, in prijs als in organisatie. Nieuwe plekken in minder kapitaalkrachtige wijken, uitsluitend inkomensgerelateerde plekken subsidiëren (dus geen trap 1-initiatieven meer bijcreëren), flexibele opvang die rekening houdt met onregelmatig werk en voorrang voor gezinnen die ondersteuning nodig hebben bij de opvoeding van hun kinderen. Het zijn maar enkele maatregelen die het verschil kunnen maken.
Hoe willen we dit realiseren?
Maak middelen vrij om de kind-begeleiderratio te verlagen naar 1 begeleider voor 5 kinderen in alle leeftijdsgroepen.
Maak werk van de opwaardering van de kinderopvang door te zorgen voor correcte werknemersstatuten, waarbij het principe van gelijk loon voor gelijk werk wordt gerespecteerd. Rol het werknemersstatuut voor onthaalouders volledig uit. Zet stapsgewijs alle onthaalouders om naar het werknemersstatuut en laat geen nieuwe onthaalouders meer toe in het sui generis statuut. Heb bij de programmatie van nieuwe plaatsen oog voor onderbedeelde wijken en gemeenten waar momenteel te weinig aanbod is. 91 Zorg voor meer plaatsen met inkomensgerelateerde tarieven en zorg ervoor dat die plaatsen ook gaan naar de groepen die er het meest nood aan hebben.
Investeer in een betere professionele omkadering van de begeleiders in de vorm van pedagogische ondersteuners, verantwoordelijken en andere ondersteunende profielen.
Draai de strengere voorrangregels terug en zorg dat de kinderopvang ook zijn sociale rol kan waarmaken.
Als samenleving hebben we te weinig stilgestaan bij de zorg voor de jongste kinderen.
92
Onderwijs
Alle leerlingen verdienen het beste onderwijs. Het belang van onderwijs kan niet overschat worden. Van de kleuterklas tot in het hoger onderwijs krijgen leerlingen kansen om zich te ontwikkelen en zich voor te bereiden op de arbeidsmarkt. De kwaliteit van het onderwijs is al jaren voorwerp van maatschappelijk debat: de nieuwe eindtermen, het groeiend tekort aan leerkrachten, de kwaliteit van de lerarenopleiding, de beste pedagogische aanpak en het gebruik van nieuwe technologieën. Het is belangrijk dat het onderwijs zich blijft aanpassen aan een snel veranderende samenleving. De beste garantie is om leerkrachten de ruimte en de tools te geven om hierop in te spelen, zonder hen te instrumentaliseren. Als sociale beweging kijken we vooral naar het onderwijs vanuit het perspectief van de kwetsbare leerlingen, zij die moeite hebben om zich staande te houden in het systeem. Omwille van de kostprijs van onderwijs, dat nauwelijks nog gratis te noemen is. Omwille van de hardnekkige vaststelling dat leerlingen uit kansarme gezinnen of uit gezinnen met een andere thuistaal, religie of sociaal-culturele afkomst echt op vormen van achterstelling en discriminatie botsen. Omwille van de complexiteit van het onderwijslandschap. Daarom leggen we vooral de focus op maatregelen die hieraan moeten tegemoetkomen, zodat leerlingen het beste onderwijs krijgen dat ze verdienen, zonder zich zorgen te moeten maken over de kostprijs van boeken, laptops, technische onderwijsrichtingen of uitstappen. Daar hoort ook een meer divers lerarenkorps bij, omdat rolmodellen belangrijk zijn voor leerlingen en omdat iedereen die een onderwijsdiploma heeft behaald, ook kans moet krijgen voor de klas te staan.
Van een volgende regering verwachten wij: De invoering van de maximumfactuur in het secundair onderwijs Dat elk leerling een richting kan kiezen op basis van interesse en talent . De garantie dat elke leerling schoolmateriaal heeft op 1 september Maatregelen voor een meer diverse leraarskamer Een versterking van het OKAN-onderwijs
93
Onderwijs
Een maximumfactuur in het secundair onderwijs BELEIDSNIVEAU
VLAANDEREN
Waarom willen we dit?
94
Beweging.net pleit voor kosteloos en kwalitatief onderwijs waarbij de financiële middelen van ouders geen drempel zouden mogen vormen voor de studiekeuze van kinderen. Enkel zo kan onderwijs een belangrijke motor zijn in de strijd tegen sociale ongelijkheid. We beschouwen het bevorderen van gelijke onderwijskansen nog steeds als een kerntaak van het onderwijs. Om deze rol als belangrijk spilfiguur in de strijd tegen kansarmoede en ongelijkheid te spelen, moeten scholen kunnen terugvallen op structureel onkostenbeleid. Armoede op school kan zich op veel manieren uiten. Niet betaalde schoolfacturen zijn een van de duidelijkste parameters in het signaleren van ouders – en bijgevolg leerlingen – in financiële moeilijkheden. Zo blijkt uit een bevraging van de Vlaamse Scholierenkoepel dat de energiecrisis en de digisprong de schoolfactuur voor heel wat ouders verder omhoog hebben geduwd. Het aantal onbetaalde schoolfacturen loopt in heel wat scholen verder op. In het gemeenschapsonderwijs gaat het om meer dan 11 miljoen euro aan onbetaalde facturen. De schoolkosten blijken dus voor heel wat gezinnen te hoog te liggen, en dit terwijl de grondwet de kosteloze toegang tot leerplichtonderwijs moet garanderen.
De studietoelage die sinds de hervorming van de kinderbijslag wordt toegevoegd aan het groeipakket blijkt vandaag bovendien onvoldoende om de schoolkosten te dekken. Zelfs in het geval van een maximale studietoelage wordt slechts 63% van de kosten gedekt, zo blijkt uit een advies van de Vlaamse Jeugdraad
Hoe willen we dit realiseren?
Een duidelijk beleidskader voor schoolonkosten. Naast een structureel onkostenbeleid op school is er vooral nood aan een duidelijk beleidskader voor schoolonkosten. Een projectmatige aanpak blijkt onvoldoende. Daarom bepleit beweging.net de invoering van een maximumfactuur in het secundair onderwijs, met een vast bedrag in brede eerste graad en een gedifferentieerd bedrag vanaf de tweede graad, gekoppeld aan een kostendekkende, al dan niet gedifferentieerde schooltoeslag voor de laagste inkomensgroepen. Kosten voor schoolmateriaal dat nodig is om eindtermen te bereiken, horen niet thuis binnen de grenzen van een maximumfactuur. Voor deze vaste kosten moet een apart kader ontwikkeld worden in de vorm van een garantie op schoolmateriaal, aangekocht door de school.
95
“We beschouwen het bevorderen van gelijke onderwijskansen nog steeds als een kerntaak van het onderwijs. Om deze rol als belangrijk spilfiguur in de strijd tegen kansarmoede en ongelijkheid te spelen, moeten scholen kunnen terugvallen op structureel onkostenbeleid.”
Onderwijs
Elk leerling moet een richting kunnen kiezen op basis van interesse en talent. BELEIDSNIVEAU
VLAANDEREN
Waarom willen we dit? Vandaag zijn leerlingen nog te vaak slachtoffer van het watervalsysteem binnen ons onderwijs. 4% van de leerlingen in het secundair onderwijs verandert tijdens het schooljaar nog van studierichting. Jaarlijks verlaten meer dan 8000 leerlingen het secundair onderwijs vroegtijdig en zonder diploma. Op het gebied van oriëntatie van leerlingen vallen dus nog heel wat stappen vooruit te zetten. Elke leerling moet immers de kans krijgen om een richting te volgen die is afgestemd op zijn/haar/hun interesses en capaciteiten. Dit bereik je door gelijke toegang te bevorderen en elke leerling correct en kwalitatief te oriënteren, maar ook door het studieaanbod te rationaliseren en de kloof tussen kansrijke en kansarme scholen de verkleinen, zodat leerlingen veilig kunnen instromen in alle scholen. 96
Hoe willen we dit realiseren?
Monitor de onderwijsvernieuwingen De hervorming van het secundair onderwijs, die tot doel had om leerlingen beter en duurzamer te oriënteren, moet onder de loep genomen worden. Er is nood aan een kwalitatieve monitoring van de studieloopbaan van leerlingen. Deze monitoring mag zich niet beperken tot het in kaart brengen van kwantitatieve data over de keuzes die leerlingen maken op sleutelmomenten doorheen hun schoolcarrière. Aan de hand van kwalitatieve doorlichting van het studiekeuzeproces, vertrekkende vanuit zelfreflectie en competentiedenken bij leerlingen, moet worden onderzocht waarom leerlingen bepaalde keuzes maken, studiebewijzen al dan niet halen, kiezen voor vervolgopleidingen die niet in lijn liggen met hun voortraject, … Enkel zo kan er, wanneer blijkt dat niet alle leerlingen doorstromen zoals verwacht, effectief beleid worden vormgegeven dat hierop inspeelt. Tegelijkertijd ontwikkelen leerlingen zo een leerattitude die later van pas komt om weloverwogen keuzes te maken op de arbeidsmarkt.
Herwaardeer richtingen met een arbeidsmarktfinaliteit Tegelijkertijd is er nood aan een herwaardering van BSO en TSO richtingen. Deze richtingen kampen ook vandaag nog met het watervalsysteem, waardoor heel wat leerlingen in deze richtingen met een negatieve motivatie kampen. De keuze voor richtingen met een arbeidsmarktfinaliteit moet een positieve en gemotiveerde keuze zijn. Het is belangrijk dat leerlingen al op jonge leeftijd kennis kunnen maken met verschillende beroepen. Leerlingen die foutief georiënteerd blijken te zijn, moeten aan de hand van een algemeen zevende jaar toch de keuze kunnen maken om door te stromen naar het hoger onderwijs. Hoewel dit algemeen zevende jaar deel uitmaakt van de Vlaamse kwalificatiestructuur moet de optie structureler worden uitgebouwd in het Vlaamse onderwijslandschap.
Een overzichtelijk en gerationaliseerd studieaanbod Het overaanbod aan studierichtingen staat een duurzame oriëntering vandaag te vaak in de weg. Vandaag bieden scholen op beperkte afstand van elkaar erg gelijkaardige richtingen aan, waardoor het voor ouders niet altijd duidelijk is welke richting nu het meest geschikt is, waar de verschillen tussen opleidingen liggen en welke school het beste aansluit op de noden van hun kind. Daarnaast kan een rationalisering van het studieaanbod ook extra middelen opleveren die, wanneer ze terugvloeien naar het onderwijs, elders ingezet kunnen worden in het voordeel van leerlingen. Daarom is het belangrijk om het studieaanbod te rationaliseren, zonder aan de vrijheid van onderwijs te raken. Om deze rationalisering te bereiken, moet de degressieve omkadering herbekeken worden. Momenteel is het immers te voordelig om kleinere klassen in te richten.
97
Naar een gezonde sociale mix op alle scholen Leerlingen hebben baat bij een school die de diversiteit in de buurt weerspiegelt en tegelijkertijd een gezonde balans weet te behouden tussen kansrijke en kansarme leerlingen. Wanneer dit niet het geval is, dreigen scholen bestaande ongelijkheden te vergroten en schoolse segregatie te versterken. Met een nieuw mechanisme in het inschrijvingsdecreet, ter vervanging van het systeem van dubbele contingentering waarbij scholen verplicht werden om plekken vrij te houden voor ondervertegenwoordigde groepen , wordt een gezonde sociale mix te weinig gegarandeerd. Vandaag kunnen scholen tot max. 20% van de plaatsen openhouden voor ondervertegenwoordigde groepen, en dit enkel als de lokale overheid hierop aanstuurt. Dit nieuwe inschrijvingssysteem biedt te weinig echte garanties voor een gezonde sociale mix op scholen, en dreigt het bestaan van zogenaamde concentratiescholen in stand te houden. Hoewel we de vrijheid van onderwijs hoog in het vaandel dragen*, hebben zowel de onderwijsverstrekkers als de leerlingen zelf baat bij een gezonde sociale mix. Het huidige decreet is te vrijblijvend. Bovendien verdween het woord ‘sociale mix’ uit het decreet. Dit moet opnieuw de ambitie worden. We hebben het dus niet enkel over de gelijke toegang van kansengroepen, maar eveneens over de voordelen die een sociale mix kan brengen voor alle leerlingen.
98
Versterk Duaal leerwegen
Leren
en
voorzie
voldoende
alternatieve
Duaal leren, waarbij leerlingen deels leren op school en deels in een onderneming, moet een volwaardige leerweg worden. Vandaag worden nog niet alle mogelijke richtingen in een duaal traject aangeboden, en ook het aantal leerlingen dat in een duaal traject stapt is vandaagbeperkt. Duaal leren moet een duidelijke plek krijgen in onderwijsloopbaanbegeleiding, zodat het een volwaardige keuze wordt in het studiekeuzeproces. Een eventuele aanloopfase voor jongeren die arbeidsbereid zijn, moet voldoende gefinancierd worden, zodat jongeren voorbereid aan een duaal traject kunnen starten. Daarnaast moet er, niet ongebreideld maar op basis van noden van leerlingen, scholen en de arbeidsmarkt gekeken worden welk aanbod er in duale trajecten verder moet worden uitgebouwd. Jongeren die geen plaats vinden in het duaal leren, en vroeger wel in het traject leren en werken, moeten terug kunnen vallen op voldoende alternatieven. Zo blijven nu al jaarlijks tussen de 800 en 1000 aanvragen voor een NAFT-traject onbeantwoord. Beweging.net pleit voor meer aangepaste trajecten voor jongeren die nog niet voldoende arbeidsrijp zijn om in duaal leren in te stappen of voor jongeren die door omstandigheden (tijdelijk) niet (meer) in staat zijn om aan het regulier onderwijs deel te nemen.
*Uit SONO-onderzoek blijkt dat een dubbele contingentering in de aanmeldingsprocedure de sociale mix op scholen verbetert. Daarnaast blijkt de contingentering geen of een positief effect hebben op de vrije schoolkeuze van leerlingen.
Elke leerling moet de kans krijgen om een richting te volgen die is afgestemd op zijn/haar/hun interesses en capaciteiten
BELEIDSNIVEAU
Onderwijs
Een garantie op schoolmateriaal voor elke leerling op 1 september FEDERAAL/VLAANDEREN
Waarom willen we dit? Uit een eigen telling van VZW Krijt blijkt dat bijna 3% van de leerlingen aan het schooljaar is begonnen zonder het nodige schoolmateriaal. Om het leerrecht van elke leerling te verzekeren, is er nood aan een garantie op schoolmateriaal, zoals schoolboeken, laptops en allerhande bijhorende digitale cursussen en tools. Dit materiaal moet bovendien voldoende kwalitatief zijn en getuigen van de best mogelijke prijs-kwaliteitverhouding. De prijs van schoolmateriaal maakt volgens Onderzoek van SONO ongeveer 25% uit van de totale schoolkosten. Een helder, kostendekkend beleid vanuit de overheid moet het verschil maken voor ouders die moeite hebben om schoolfacturen te betalen. Ten gronde wensen we ook een debat over de commercialisering van schoolmateriaal, zowel digitaal schoolmateriaal als op papier, omdat het de kostprijs ernstig de hoogte indrijft.
99
Hoe willen we dit realiseren?
Werkingsmiddelen voor scholen om schoolmateriaal zelf aan te kopen Uit een berekening van de Groep Educatieve en Wetenschappelijke Uitgevers (GEWU) blijkt dat de totale kostprijs van al het leermateriaal dat voorzien wordt door uitgeverijen jaarlijks neerkomt op 65 miljoen euro. Voor de populatie kwetsbare leerlingen schatten ze het bedrag op 13 miljoen euro. Deze bedragen zouden, samen met alle andere kosten die noodzakelijk zijn om eindtermen te behalen, per richting in kaart moeten worden gebracht aan de hand van een schoolkostenmonitor. Vervolgens moet de overheid budget vrijmaken en via gekleurde middelen uitkeren aan scholen, zodat scholen zelf instaan voor de aankoop van dit lesmateriaal. Op die manier neem je een aanzienlijk deel van de schoolonkosten weg bij ouders en moedig je scholen aan om een kostenbewust beleid te voeren. Uitgaven die niet noodzakelijk zijn om eindtermen te realiseren, moeten worden opgenomen binnen de grenzen van een maximumfactuur.
Ouders krijgen een haalbaar afbetalingsplan aangeboden
100
Het invoeren van een maximumfactuur vraagt tijd. In de tussentijd kunnen enkele maatregelen doorgevoerd worden in het belang van alle ouders. Vandaag is de maximale spreiding van facturen voor schoolmateriaal te beperkt. Dit terwijl scholen hun eigen facturen wel beter kunnen spreiden en uitgeverijen en leveranciers die lid zijn van de stichting Robin kunnen eveneens hun betalingen spreiden over het volledige schooljaar en zonder rente. Dit zou doorgetrokken moeten worden naar alle leveranciers en beschikbaar zijn voor alle leerlingen. Daarnaast bepleiten we een verbod op zwarte lijsten bij uitgeverijen en leveranciers van materiaal, zodat geen enkele leerling de toegang wordt ontzegd tot leermiddelen en rapporten omwille van onbetaalde schoolfacturen. Scholen, uitgeverijen en leveranciers moeten bovendien ten allen tijden vermijden dat er incassobureaus worden ingezet.
Kwaliteitskader voor schoolmateriaal Om de beste prijs-kwaliteit verhouding van lesmateriaal te garanderen en leerkrachten te faciliteren in het maken van kwalitatieve pedagogische keuzes, moet de Vlaamse Overheid in samenwerking met de opgerichte kwaliteitsalliantie richtlijnen ontwikkelen over de didactische inzet van leermateriaal.
Een helder, kostendekkend beleid vanuit de overheid moet het verschil maken voor ouders die moeite hebben om schoolfacturen te betalen
BELEIDSNIVEAU
Onderwijs
Een leraarskamer waarin elk kind zich herkent. VLAANDEREN
Waarom willen we dit? Met meer dan 3000 openstaande vacatures in het onderwijs, dreigen klassen zonder leerkracht te vallen. Een uitdaging die niet alleen het werkveld treft, maar ook de toekomst van duizenden leerlingen in gevaar brengt. In de zoektocht naar oplossingen gaat het vaak over maatregelen die gekwalificeerde en gemotiveerde leerkrachten aan moeten trekken. Toch wordt het belang van diversiteit in de leraarskamer hier vaak over het hoofd gezien. Het diverser maken van de leraarskamer is niet enkel van belang voor het wegwerken van het leraarstekort. Het is daarnaast ook van essentieel belang dat onze onderwijssystemen een afspiegeling zijn van de gemeenschappen waarin onze kinderen opgroeien. We zien vandaag een sterke ondervertegenwoordiging van leerkrachten met een migratieachtergrond of handicap. Daarnaast is een sterk genderonevenwicht in de leraarskamer. Kinderen van alle achtergronden hebben recht op rolmodellen die hen inspireren, begeleiden en helpen.
101
Hoe willen we dit realiseren?
Zet in op een degelijke monitoring van diversiteit in de leraarskamer Vandaag ontbreekt het aan transparant cijfermateriaal over diversiteit in de leraarskamer. Dit is van belang om een gedegen beleid uit te werken en te implementeren. Een goede monitoring van diversiteit in het onderwijs is belangrijk omdat het inzicht geeft in de mate waarin verschillende groepen vertegenwoordigd zijn en gelijke kansen krijgen. Het stelt scholen en beleidsmakers in staat om eventuele ongelijkheden en discriminatie te identificeren en aan te pakken. Door diversiteit te monitoren, kunnen gerichte maatregelen worden genomen die inclusiviteit bevorderen, culturele uitwisseling stimuleren en een positief leerklimaat creëren voor alle leerlingen.
Zorg voor een vlottere integratie van nieuwkomers als leerkrachten Onder de vluchtelingen en migranten die ons land bereiken, bevinden zich mensen die in hun land van herkomst al ervaring hadden in het onderwijs. Helaas duurt het vaak lang voordat ze een positie in het onderwijs verwerven of kiezen ze een andere loopbaanrichting. Dit resulteert in een onnodig verlies van waardevol talent. Daarom is het essentieel om projecten te stimuleren die een versnelde toegang tot het onderwijs mogelijk maken. Hierbij is een solide taalondersteuning een essentieel onderdeel. 102
Verken en overwin obstakels voor leerkrachten met een handicap Obstakels voor leerkrachten met een handicap moeten overwonnen worden. Dit omvat in de eerste plaats het luisteren naar leerkrachten met een handicap en de belangenorganisaties die hen vertegenwoordigen. Het doel is om een diepgaand begrip te krijgen van de hindernissen waarmee zij geconfronteerd worden. Beoordeel het beleid op mogelijke tekortkomingen en identificeer specifieke gebieden waar verbeteringen nodig zijn. Werk nauw samen met belangenorganisaties voor mensen met een handicap om te profiteren van hun expertise en inzichten. Zij kunnen waardevolle input bieden en helpen bij het ontwikkelen van doeltreffende strategieën en beleidsmaatregelen.
Ontwikkel inclusief en divers lesmateriaal Naast de kwaliteit van het lesmateriaal moet er ook aandacht zijn voor de inclusiviteit en diversiteit. Op die manier bieden we leerkrachten concrete handvaten om met diversiteit aan de slag te gaan. Ga hierbij geen taboe uit de weg zoals kolonialisme. Investeer in de bijscholing van leerkrachten rond diversiteit en cultuursensitiviteit.
Zet in op cultuur sensitieve studiebegeleiding Jongeren met een migratieachtergrond worden vaak verkeerdelijk doorverwezen naar het BSO of BUSO. Dit verkleint de kans dat ze in het leraarsberoep terecht komen. Zorg ervoor dat studiekeuzebegeleiders over de tools beschikken om doorheen taalachterstand de echte competenties van leerlingen te meten.
Maak werk van positieve actie bij aanwerving en zij-instroom Positieve acties waarbij voor bepaalde groepen specifieke inspanningen worden gedaan, moeten mogelijk Scholen kunnen ook wervingsinspanningen doen. Hierbij gaan ze meer actief op zoek naar leerkrachten met een diverse achtergrond. Dit doen ze onder meer door hun vacatures bekend te maken binnen verschillende kanalen.
Motiveer scholen om een inclusiebeleid te voeren Gezien de alomtegenwoordigheid van diversiteit in onze samenleving, kan een onderwijsinstelling vandaag niet anders dan zoeken naar constructieve manieren om zich hieraan aan te passen. Om inclusieve en veilige leeromgevingen te creëren, wordt diversiteit best breed ingevuld (sociale, culturele en etnische verscheidenheid) en daarbij beschouwd als norm, eerder dan als uitzondering. Er zou een diversiteitsbeleid op het niveau van de school moeten worden gevoerd. Scholenkoepels zouden hierin ondersteuning kunnen aanbieden.
Naar inclusieve neutraliteit – maak van levensbeschouwelijke tekens geen breekpunt Vandaag is het in veel scholen als personeelslid niet toegelaten om een levensbeschouwelijk symbool te dragen. Het verbod discrimineert en beperkt de professionele kansen van moslimvrouwen die ervoor kiezen een hoofddoek te dragen. Het toelaten van levensbeschouwelijke symbolen bevordert gelijke kansen, diversiteit en inclusie in het onderwijs, wat essentieel is voor een harmonieuze samenleving. De vrijheid van onderwijs, vertaalt in het pedagogisch project van een school, moet als leidraad dienen in het aanstellen van leerkrachten. Wie dit pedagogisch project onderschrijft en over de juiste competenties beschikt moet voor de klas kunnen staan. Wie competent wordt opgeleid, moet aan het werk kunnen.
Het is van essentieel belang dat onze onderwijssystemen zich aanpassen om een afspiegeling te zijn van de gemeenschappen waarin onze kinderen opgroeien.
103
Onderwijs
Versterk het OKAN-onderwijs BELEIDSNIVEAU
VLAANDEREN
Waarom willen we dit?
104
Het OKAN-onderwijs (Onthaalonderwijs voor Anderstalige Nieuwkomers) is een belangrijke schakel in het integratieproces van nieuwkomers. Het zorgt ervoor dat mensen snel capaciteiten kunnen opbouwen om te kunnen inschuiven in het reguliere onderwijs Vandaag kampt het OKAN-onderwijs met een aantal uitdagingen. Zo zijn er niet altijd voldoende plaatsen voor nieuwkomers, waardoor er wachtlijsten ontstaan. Hoewel officiële cijfers ontbreken, zou het gaan om enkele honderden anderstalige nieuwkomers tussen de 12 en de 18 jaar. Wie zich niet meteen kan inschrijven door plaatsgebrek, riskeert heel wat rechtsonzekerheid, omdat er dan geen automatisch voorrangsprincipe geldt wanneer er een nieuwe plaats vrijkomt. Ook de omkadering en bijhorende werkingsmiddelen die scholen toebedeeld krijgen, moeten op de juiste manier worden ingezet en ten goede komen aan de eigenlijke OKANleerlingen.
OKAN-leerkrachten moeten voldoende tijd krijgen om de anderstalige nieuwkomers klaar te stomen voor het reguliere onderwijs. De tijdsspanne die ze krijgen om OKAN-leerlingen voldoende taalvaardig te maken om door te stromen, is soms erg kort. Het is belangrijk dat het OKAN-onderwijs kan rekenen op meer continuïteit, zowel op het vlak van instroom van OKANleerlingen als van OKAN-leerkrachten.
Hoe willen we dit realiseren? Betere registratie Stimuleer scholen om aanmeldingen van anderstalige nieuwkomers steeds te registreren. Zo kan je het aantal vrije plaatsen overzichtelijk en gecentraliseerd bijhouden, en genereer je een duidelijk overzicht van eventuele wachtlijsten (vandaag ontbreekt dit overzicht -zie advies Vlaams Kinderrechtencommissariaat). Scholen die opnieuw vrije plekken hebben, dienen steeds terug te vallen op deze wachtlijsten, wat de rechtspositie van anderstalige nieuwkomers ten goede komt.
Gekleurde middelen Het is belangrijk om de uren voor OKAN-onderwijs in het regulier urenpakket dat scholen krijgen op basis van de telling van februari van het voorgaande schooljaar te oormerken, zodat deze middelen steeds ten goede komen aan OKAN-leerlingen. Vandaag is het immers zo dat enkel de specifieke urenpakketten enkel voor onthaalonderwijs mogen worden gebruikt. Het regulier pakket kan vandaag aangewend worden voor lesuren buiten het onthaalonderwijs, evenals de uren die momenteel via het Oekraïne-decreet vrijkomen. Het kleuren van deze uren kan ertoe leiden dat er meer plaatsen worden gegenereerd, er meer ondersteuning en begeleiding kan worden voorzien en de uitstroom van Okan-leerkrachten wordt beperkt. 105
Officieel ambt Maak van het ambt van OKAN-coördinator een officieel ambt, zodat er met meer daadkracht en draagvlak kan worden gewerkt aan het uitrollen van onthaalonderwijs binnen scholen.
Voorzie in voortrajecten Er is nood aan voldoende middelen voor voorafgaande trajecten voor anderstalige nieuwkomers die niet schoolrijp zijn en voor vervolgtrajecten voor 16- en 17-jarigen die niet kunnen doorstromen naar het regulier onderwijs/de arbeidsmarkt (naar analogie met BENO-trajecten waar 18-jarige anderstalige nieuwkomers in kunnen stappen).
Voorzie overgangsmaatregelen groeipakket
met
betrekking
tot
het
Anderstalige nieuwkomers die doorstromen naar trajecten buiten het OKAN-onderwijs verliezen hun groeipakket of dreigen een deel terug te moeten betalen. Dit maakt dat heel wat ‘ex-leerlingen’ toch ingeschreven blijven, waardoor deze plaatsen niet vrijkomen.
Duidelijke criteria Definieer duidelijke criteria voor een sterk taalbeleid op scholen en creëer een kader voor de begeleiding van anderstalige nieuwkomers in het reguliere onderwijs. Op die manier versterk je de doorstroom van leerlingen uit het onthaalonderwijs naar het reguliere onderwijs.
106
Asiel & migratie
Van migratie naar integratie. Migratie beroert al enkele decennia de gemoederen en elke staatssecretaris die dit beleid de laatste jaren moest vorm geven heeft ervaren hoe moeilijk het is draagvlak te creëren voor deze nieuwe realiteit. Migratie is sterk gebonden aan internationale wetten, maar de integratie van nieuwkomers hebben we zelf in de hand. Het is niet meer dan normaal dat mensen die op ons grondgebied aankomen menswaardige opvang krijgen. Het is fundamenteel dat we internationaal vluchtelingenrecht blijven respecteren. Het aantal opvangplaatsen moet dus mee evolueren met het aantal asielzoekers. Het is ook niet meer dan normaal dat mensen die hier asiel aanvragen correct behandeld worden. Daar schort nog wel iets aan. Daarom dat we de bestaande asielprocedures willen omvormen tot een ééngemaakte procedure. Naast asielzoekers telt ons land ook heel wat arbeidsmigranten. De meesten legaal, velen ook illegaal. Het is een groep waar het beleid moeilijk mee om kan, maar negeren is de slechts denkbare piste. Mensen in de illegaliteit houden creëert nieuwe vormen van uitbuiting en overlast. In dat kader past onze oproep om een beleid uit te tekenen t.a.v. mensen zonder papieren. Waarom hen niet inschakelen op de arbeidsmarkt, die snakt naar werkvolk? Om uitbuiting tegen te gaan, is het belangrijk dat arbeidsmigranten hun rechten kennen. In dit kader lanceert beweging.net volgende voorstellen: Zorg voor een verantwoord arbeidsmigratiebeleid Zet in op een racisme- en discriminatievrije samenleving, gericht op integratie Maak werk van een minder complexe verblijfsprocedure Geef kansen aan mensen zonder wettig verblijf
107
Asiel & migratie
Een verantwoord arbeidsmigratiebeleid BELEIDSNIVEAU
Waarom willen we dit?
108
Strategisch inzetten op arbeidsmigratie voor specifieke beroepen kan een waardevolle aanpak zijn. Dit niet alleen om de arbeidstekorten in Vlaanderen aan te pakken en zo economische groei te stimuleren, maar ook als een kans voor arbeidsmigranten om een welvarendere toekomst voor henzelf en hun gezinnen op te bouwen. Desalniettemin brengt onvoldoende gereguleerde arbeidsmigratie ook potentiële risico's met zich mee, zoals de grotere kwetsbaarheid van arbeidsmigranten voor uitbuiting. Daarnaast vormt het gebrek aan kwalitatieve en betaalbare huisvesting een uitdaging. Het is eveneens van belang dat de regio's waaruit arbeidsmigranten afkomstig zijn, profiteren van deze migratiestromen en vooruitgang boeken. Een verantwoord arbeidsmigratiebeleid houdt ook in dat er wordt ingezet op een betere bescherming van arbeidsmigranten. Ondanks hun waardevolle bijdrage worden arbeidsmigranten vaak geconfronteerd met uitdagingen en kwetsbaarheden, waaronder misbruik, uitbuiting en beperkte rechten. Het is van groot belang dat we ons inzetten voor een betere bescherming van arbeidsmigranten, waarbij hun fundamentele rechten worden erkend en gerespecteerd. Het huidige systeem biedt malafide werkgevers te veel mogelijkheden om uitbuiting tot het uiterste te drijven.
VLAANDEREN
Hoe willen we dit realiseren?
Investeer in zendende landen Het is niet wenselijk dat (ontwikkelings-)landen de kosten voor de opleiding van arbeidsmigranten dragen zonder hiervoor een passende tegenprestatie te ontvangen. Daarom zouden werkgevers moeten bijdragen aan de ontwikkeling van de zendende landen door bijvoorbeeld financiële steun te verlenen voor onderwijs en opleidingsprogramma's in die landen.
Maak werkgevers verantwoordelijk voor huisvesting In Vlaanderen heerst momenteel een aanzienlijk tekort aan hoogwaardige en betaalbare huurwoningen. Arbeidsmigranten belanden vaak in ondermaatse huisvesting. Door werkgevers verantwoordelijk te maken voor het aanbieden van kwalitatieve huisvesting, kunnen dergelijke situaties worden voorkomen. Controleer bij elke gecombineerde vergunning ook of de aangeboden woningen voldoende kwalitatief zijn.
Voorkom braindrain 109 Voordat arbeidsmigratie wordt georganiseerd, dient grondig onderzoek te worden uitgevoerd om vast te stellen of er binnen bepaalde landen of regio's een surplus aan personen met specifieke vaardigheden bestaat. Migratie zou dan alleen worden overwogen vanuit landen waar een surplus aan deze vaardigheden bestaat.
Bevorder de integratie van arbeidsmigranten Het bevorderen van de integratie van arbeidsmigranten draagt bij aan het verminderen van uitbuiting en het versterken van de sociale cohesie. Arbeidsmigranten hebben recht op toegang tot informatie, ondersteuning en participatiemogelijkheden om hun verblijf in België zo soepel mogelijk te laten verlopen.
Maak veranderen van gecombineerde vergunning
werkgever
eenvoudiger
bij
Het zou zinvol zijn om vanaf het begin van de gecombineerde vergunning de mogelijkheid te bieden voor werknemers om binnen dezelfde sector van werkgever te kunnen wisselen, aangezien dit hun vermogen om eventueel misbruik aan te kaarten vergroot.
De kosten van arbeidsmigratie moeten ten laste van de werkgever zijn Arbeidsmigratie brengt aanzienlijke financiële lasten met zich mee, waaronder rekruteringskosten, reisuitgaven, visumkosten, verzekeringspremies en administratieve uitgaven. Het is van essentieel belang om expliciet te verbieden dat deze kosten op de werknemer worden verhaald.
Versterk de erkenning van buitenlandse diploma’s De erkenning van buitenlandse diploma’s duurt vaak lang. Een snelle en correcte erkenning van buitenlandse diploma’s zorgt er echter voor dat mensen zich, ongeacht hun achtergrond, de kans krijgen om hun potentieel te ontplooien. De arbeidsmarkt is gebaat bij een juiste inschatting van buitenlandse diploma’s. Versterk daarom NARIC-Vlaanderen en versnel de procedures.
Versterk de handhaving van woon- en arbeidswetgeving In de recente geschiedenis kwamen er heel wat uitbuiting van arbeidsmigranten aan het licht. Borealis en ACT zijn bekend, maar er zijn ondertussen nog andere voorbeelden. De inbreuken kwamen aan het licht door controles van inspectiediensten. Het is wenselijk om de werk- en wooninspectie verder te versterken, zodat dit soort misstanden effectiever kunnen worden aangepakt. 110
Voorzie een verplichte instapcursus arbeidsrechten In uitbuitingsdossiers blijkt één van de basisproblemen te zijn dat arbeidsmigranten voor én na aankomst niets weten over hun arbeidsrechten en voor informatie over deze arbeidsrechten volledig afhankelijk zijn van de goodwill van de werkgever. Een verplichte instapcursus gratis en tijdens de werktijd aangeboden – draagt bij dat arbeidsmigranten beter op de hoogte zijn van hun rechten en zal een belangrijke start vormen in hun emancipatieproces
Zorg ervoor dat arbeidsmigranten toegang hebben tot de dienstverlening van banken (Arbeids-)migranten hebben het vaak moeilijk bij het openen van een bankrekening. Het hebben van een bankrekening is thans noodzakelijk voor bijvoorbeeld het ontvangen van loon of het betalen van huur. Zorg voor duidelijke regelgeving, die ervoor zorgt dat arbeidsmigranten steeds een (basis)bankrekening kunnen openen.
Geef bij negatieve beslissing verzoek om bescherming toegang tot knelpuntberoepen
internationale
Wanneer een verzoeker om internationale bescherming tijdens de procedure in een knelpuntberoep werkt, zou die bij een negatieve beslissing toegang moeten krijgen tot een gecombineerde vergunning.
BELEIDSNIVEAU
FEDERAAL/VLAANDEREN
Asiel en migratie
Een racisme- en discriminatievrije samenleving
Waarom willen we dit? We streven naar een samenleving waarin eenieder zich diep gewaardeerd en volledig geaccepteerd voelt, rekening houdend met afkomst, etniciteit, of andere persoonlijke kenmerken. Racisme en discriminatie vormen hierin een scherpe tegenspraak en horen geen plaats te hebben in een democratische samenleving. Jammer genoeg is racisme en discriminatie aanwezig in verschillende levensdomeinen zoals werk, huisvesting, onderwijs, gezondheidszorg, cultuur,… De schadelijke gevolgen van racisme en discriminatie laten diepe sporen na, waarbij individuen en hele gemeenschappen worden uitgesloten, gekwetst en beperkt in hun vermogen om volledig deel te nemen aan het maatschappelijke leven. Het erkennen en actief bestrijden van structureel en institutioneel racisme en discriminatie vormt een essentiële pijler om te waarborgen dat iedereen gelijke kansen heeft op gebieden als onderwijs, werkgelegenheid, huisvesting en andere cruciale domeinen van het leven. Het bevorderen van integratie, gelijke behandeling en het creëren van gelijke kansen, draagt bij aan het smeden van een rechtvaardigere samenleving. Een inclusieve samenleving, waarin alle individuen worden gekoesterd en geaccepteerd, vereist dat we discriminatie op talloze fronten tegengaan. Het middenveld met zijn grote diversiteit aan verenigingen speelt hier een belangrijke rol in. Zij moeten die rol ook ten volle kunnen opnemen. Naast racisme zijn ook economische ongelijkheid, genderdiscriminatie, burgerlijke staat, discriminatie op basis van seksuele geaardheid, religie, migratiestatus en andere discriminatiegronden belangrijke obstakels. Door gezamenlijk te werken aan het bevorderen van gelijke kansen en het koesteren van diversiteit, kunnen we een meer rechtvaardige samenleving creëren waarin iedereen met waardigheid wordt behandeld.
111
Hoe willen we dit realiseren?
Overheden voeren proactieve praktijktesten uit op zowel de huur- als de arbeidsmarkt en leggen passende sancties op bij overtredingen. Het huidige juridische kader voor reactieve praktijktesten heeft slechts geleid tot een beperkt aantal feitelijke tests. Het blijft uiterst uitdagend en emotioneel belastend om discriminatie te bewijzen, laat staan structureel racisme aan te tonen. Er is een dringende behoefte aan een groter aantal proactieve praktijktesten om huiseigenaren en werkgevers bewust te maken van het fundamentele principe van non-discriminatie. Het is tevens van vitaal belang om een effectieve methode te hebben om discriminatie aan te tonen en om te zorgen dat overtredingen resulteren in passende sancties.
112
Het beleid betrekt actief en op regelmatige basis diverse belangengroepen bij de ontwikkeling, uitvoering, monitoring en evaluatie van zowel antiracismebeleid als beleidsmaatregelen die de positie van personen met een migratieachtergrond in de samenleving beïnvloeden. Vaak worden organisaties van personen met een migratieachtergrond en antiracistische maatschappelijke organisaties niet betrokken bij het vormgeven van beleid. Het is cruciaal om degenen die het doelwit zijn van racisme een centrale rol te geven bij het vormgeven van antiracismebeleid en andere beleidsmaatregelen die rechtstreeks invloed hebben op hun leven. Op deze manier kunnen we gelijke kansen bevorderen en de strijd tegen racisme versterken. Hoe meer mensen met elkaar in gesprek gaan, hoe groter het wederzijds begrip voor ieders situatie en positie. Integratie begint met positieve communicatie, die mensen verbindt en niet tegen elkaar opzet. Verder kan er meer geïnvesteerd worden in bedrijven om de taalkennis van werknemers te verbeteren en de dialoog te versterken.
In onze inzet tegen discriminatie is een intersectionele antiracistische benadering van essentieel belang, zowel in de praktijk als bij de ontwikkeling en uitvoering van overheidsbeleid. Vaak zijn antidiscriminatiemaatregelen gericht op specifieke groepen, zoals vrouwen, jongeren, mensen met een migratieachtergrond, enzovoort, zonder rekening te houden met de unieke overlappende kenmerken die de kans op discriminatie vergroten. Laten we bijvoorbeeld denken aan vrouwen met een migratieachtergrond, LGBTQIA+-jongeren of mensen met een migratieachtergrond die ook in armoede leven. Deze groepen kunnen te maken krijgen met een complexe combinatie van discriminatie op basis van geslacht, afkomst en sociaaleconomische status, wat hun ervaringen van onrecht en uitsluiting kan versterken. Om dit aan te pakken, is het noodzakelijk om een intersectionele benadering te hanteren, waarbij we erkennen dat individuen meerdere identiteiten hebben die elkaar wederzijds beïnvloeden. Door deze benadering kunnen we een beter begrip krijgen van de unieke uitdagingen waarmee mensen worden geconfronteerd en effectievere maatregelen nemen om hun rechten te beschermen en gelijke kansen te bevorderen. 113
Er is een dringende behoefte aan een groter aantal proactieve praktijktesten om huiseigenaren en werkgevers bewust te maken van het fundamentele principe van non-discriminatie.
Asiel en migratie
Maak werk van een minder complexe verblijfsprocedure. BELEIDSNIVEAU
Waarom willen we dit?
114
Het is belangrijk dat de huidige procedures voor mensen die een beschermingsvraag indienen, minder complex worden. Door deze procedures te vereenvoudigen, kunnen we een menselijker en efficiënter systeem creëren dat verzoekers om internationale bescherming beter ondersteunt en de integratie in onze gemeenschappen bevordert. In België ervaren te veel mensen de nadelige gevolgen van omslachtige verblijfsprocedures. Deze langdurige procedures creëren onzekerheid en brengen betrokkenen in een onzekere positie. De lange wachttijden leiden tot frustratie, stress en angst bij individuen. De voortdurende onzekerheid omtrent hun verblijfsstatus veroorzaakt vaak intense emotionele stress, waardoor het voor mensen bijzonder moeilijk wordt om zich te concentreren op een succesvolle integratie. Ook de verwerking van beschermingsvragen moet sneller en minder complex. Efficiënte verblijfsprocedures dragen bij aan rechtszekerheid, bescherming van mensenrechten, succesvolle integratie en het effectief beheer van migratie. Ze vormen een essentieel onderdeel van een rechtvaardig migratiebeleid en kunnen bijdragen aan het bevorderen van een evenwichtige en inclusieve samenleving.
FEDERAAL
Hoe willen we dit realiseren?
Maak werk van een ‘eengemaakte beschermingsprocedure’ Tijdens de eengemaakte beschermingsprocedure wordt op een allesomvattende wijze onderzocht wat de betrokkene nodig heeft om een waardig leven in veiligheid te leiden. Neem deze eengemaakte beschermingsprocedure op in het nieuwe migratiewetboek. Deze procedure richt zich op het identificeren van de diverse beschermingsbehoeften van de aanvrager. Het invoeren van een eengemaakte beschermingsprocedure heeft als doel de behandeling van verblijfsaanvragen efficiënter te coördineren, wachttijden te verkorten en de administratieve last te verminderen. Het zal tevens zorgen voor een consistente en transparante benadering bij de beoordeling van aanvragen en de verlening van verblijfsvergunningen. Dit zal resulteren in een groter begrip en acceptatie van beslissingen door aanvragers. Bovendien voorkomt deze procedure 'beschermingslacunes', waardoor wordt voorkomen dat mensen in een situatie van ongeregulariseerd verblijf belanden. De eengemaakte verblijfsprocedure is een voorstel dat werd uitgewerkt door Vluchtelingenwerk Vlaanderen: https://vluchtelingenwerk.be/sites/default/files/media/documenten/Kaderstandp unt%20verblijfsprocedures%20vanaf%20het%20grondgebied%20%28MZWV %29.pdf
Neem deze eengemaakte beschermingsprocedure op in het nieuwe migratiewetboek.
115
Asiel en migratie
Geef mensen zonder wettig verblijf een menswaardig bestaan. BELEIDSNIVEAU
FEDERAAL
Waarom willen we dit? Het streven naar een menswaardig bestaan voor mensen zonder wettig verblijf is een krachtige uiting van medemenselijkheid en gerechtigheid. Door hen toegang te bieden tot basisvoorzieningen en kansen om te participeren in onze samenleving, kunnen we hun veerkracht en bijdragen aan onze gemeenschap benutten. In onze samenleving leiden heel wat mensen een onzichtbaar bestaan. Niemand kan precies zeggen hoe groot de groep mensen zonder wettig verblijf is. Het aantal wordt geschat tussen de 112.000 en 150.000. Een aanzienlijk aantal van hen belandde in deze situatie buiten hun wil om, als gevolg van tekortkomingen in het migratiebeleid gedurende de afgelopen decennia. Het waarborgen van een menswaardig leven voor iedereen is een fundamenteel principe van een beschaafde samenleving.
116
Het betekent dat mensen niet worden gedegradeerd tot een situatie van extreme armoede, onveiligheid of uitsluiting. Het respecteren van de menselijke waardigheid van alle individuen, ongeacht hun wettelijke status, draagt bij aan een rechtvaardige en inclusieve samenleving. Vele van deze mensen dragen bij aan onze economie, maar ze worden slachtoffer van uitbuiting. Er is een effectieve toegang nodig tot arbeidsrechten. Het creëren van een omgeving waarin mensen zonder wettig verblijf toegang hebben tot basisvoorzieningen, zoals onderwijs en gezondheidszorg, en kansen krijgen, bevordert sociale samenhang en stabiliteit.
Hoe willen we dit realiseren?
Waarborg de grondrechten van iedereen die zich op ons grondgebied bevindt. Zorg voor extra bescherming voor slachtoffers van strafbare feiten Het feit dat iemand geen wettig verblijf heeft, betekent niet dat die persoon geen rechten heeft. Het ontbreken van een geldige verblijfsstatus brengt echter veel risico's met zich mee voor de bescherming van de mensenrechten. Mensen zonder wettig verblijf worden vaak slachtoffer van geweld of uitbuiting op hun werkplek of in hun woonsituatie. Uit angst voor uitzetting durven ze zelden een klacht in te dienen. Daarom is het belangrijk om extra bescherming te bieden aan slachtoffers van strafbare feiten.
Activeer de Commissie van advies voor vreemdelingen om de regularisatieaanvragen te behandelen Mensen kunnen een aanvraag indienen voor een humanitaire regularisatie. De beslissing hierover valt onder de discretionaire bevoegdheid van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie en de Dienst Vreemdelingenzaken. Het is belangrijk dat mensen de beslissing die ze ontvangen begrijpen. De wet voorziet in de "commissie van advies voor Vreemdelingen", die opnieuw geactiveerd zou moeten worden. Om meer transparantie te bieden, moet er ook gewerkt worden met het recht om gehoord worden en een betere motivering van de beslissingen.
Een humaan terugkeerbeleid Een migratiebeleid kan niet zonder een terugkeerbeleid. Wij zijn echter tegen een terugkeerbeleid dat voornamelijk gericht is op gesloten centra, gedwongen terugkeer en repressie. De menselijke en financiële kosten hiervan zijn te hoog. De middelen kunnen beter worden besteed aan de uitbreiding van bestaande projecten of de ontwikkeling van nieuwe projecten die gericht zijn op vrijwillige terugkeer.
117
Zet in op projecten rond duurzame toekomstoriëntering Mensen zonder wettig verblijf moeten zelf actor kunnen en mogen zijn van hun duurzaam toekomstperspectief. Deze legislatuur werden er pilootprojecten opgezet rond duurzame toekomstoriëntering. Er moet voldoende budget worden voorzien om deze projecten verder vorm te geven. Middenveldorganisaties hebben een rol te spelen bij de uitrol van deze projecten.
Een oplossing voor niet-repatrieerbaren
118
Een groep mensen zonder wettig verblijf is niet in staat om terug te keren naar het land van herkomst vanwege verschillende belemmeringen of beperkingen. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Ze zitten vast in een land waar ze geen wettelijke status hebben. Hun mogelijkheden om te werken, toegang te krijgen tot basisvoorzieningen of hun leven op te bouwen, zijn beperkt. Als de nietrepatrieerbaarheid kan worden aangetoond op basis van verklaringen en rapporten van internationale organisaties, diplomatieke diensten, inspanningen van de betrokkenen zelf met juridische bijstand of maatschappelijk assistenten, dan kan het dossier worden voorgelegd. Dit dossier kan worden voorgelegd onder een bijzonder te creëren artikel in de wetgeving dat uitzicht geeft op een regularisatie van het verblijf. Aangezien sommige van de redenen van nietrepatrieerbaarheid een tijdelijk karakter kunnen hebben, kan dat ook een tijdelijk wettig verblijf van minstens 1 jaar onder voorwaarden zijn.
Toegang van mensen zonder wettig verblijf tot werk, dit werk geeft recht op verblijfsstatuut De arbeidsmarkt is momenteel erg krap en dat zal er de komende jaren zeker niet beter op worden. Er moeten aanzienlijke inspanningen worden geleverd om openstaande vacatures in te vullen. Mensen zonder wettig verblijf kunnen daarbij helpen. Geef mensen zonder wettig verblijf toegang tot de legaal werk of een opleiding die daartoe kan leiden. Dit zorgt niet enkel voor een verbetering voor situatie waarin deze personen zich bevinden, maar draagt ook bij aan onze economie en sociale zekerheid. Geef ook toegang tot opleidingen om die knelpuntberoepen in te vullen.
Het respecteren van de menselijke waardigheid van alle individuen, ongeacht hun wettelijke status, draagt bij aan een rechtvaardige en inclusieve samenleving.
Samenvatting
119
Overzicht voorstellen Democratie 1. Creëer een duurzaam kader voor burgerparticipatie via adviesraden 2. Versterk de samenwerkingsmechanismen tussen de verschillende overheidsniveaus 3. Voer de opkomstplicht terug in 4. Zorg voor een betere digitale bescherming van je burgers 5. Versterk de grondrechten waar nodig. Ga voor een VN-verdrag Ouderenrechten
Herverdeling welvaart
120
6. Ga voor een ambitieuze en rechtvaardige fiscale hervorming 7. Een geïntegreerd vermogensregister van roerende en onroerende goederen. 8. Een efficiënte vermogensfiscaliteit zonder uitzonderingen 9. Een eerlijke verdeling van de belastingdruk op woningen 10. Een rechtvaardige erf- en schenkbelasting 11. Een menswaardig en leefbaar inkomen voor iedereen met het referentiebudget als uitgangspunt 12. Pak de gokindustrie aan en verhoog de belastingen op gokken 13. Een versterking van de sociale economie 14. Waardig werk en sociale bescherming als leidraad bij internationale samenwerking
Wonen 15. Bouw 100.000 bijkomende sociale huurwoningen tegen 2035 16. Geef eigenaars van gronden in woonreservegebieden meer keuze om af te zien van hun bouwrecht. 17. Geef woonmaatschappijen opnieuw de mogelijkheid op hun woonreservegebieden te bouwen 18. Gebruik leegstaande kantoorgebouwen en daken van supermarkten om woongelegenheden te bouwen 19. een duidelijk beleidskader ‘verdichten’ voor een kwaliteitsvolle Inbreiding 20. Creatieve woonoplossingen voor nieuwkomers
Klimaat 21. Ontwikkel een strategie die de renovatie van woningen op een collectieve manier aanpakt 22. Stimuleer elektrische deelmobiliteit in elke gemeente 23. Verplicht gemeenten om jaarlijks een deel van de woningen in de gemeente te renoveren 24. Laat burgers mee financieel participeren in windmolenprojecten. 25. Breng dringend orde in ons ruimtelijk huishouden en herzie de gewestplannen 26. Strengere regels voor schadelijke stoffen 27. Trek aan de kar voor internationale klimaatfinanciering
Mobiliteit 28. Verhoging van de middelen voor het openbaar vervoer 29. Omzetting van bedrijfswagens naar een mobiliteitsbudget 30. Een verlaging van de maximumsnelheid naar 100 km/uur op autosnelwegen 31. Invoering van een hogere vliegtaks en een slimme kilometerheffing
Welzijn 32. Betere regulering van de commerciële actoren in de zorg 33. Meer ruimte voor verenigingen 34. Een versterking van de kinderopvang
Onderwijs 35.De invoering van de maximumfactuur in het secundair onderwijs 36. Dat elk leerling een richting kan kiezen op basis van interesse en talent . 37. De garantie dat elke leerling schoolmateriaal heeft op 1 september 38. Maatregelen voor een meer diverse leraarskamer 39. Een versterking van het OKAN-onderwijs
Asiel & migratie 40. Zorg voor een verantwoord arbeidsmigratiebeleid 41. Zet in op een racisme- en discriminatievrije samenleving, gericht op integratie 42. Maak werk van een minder complexe verblijfsprocedure 43. Geef kansen aan mensen zonder wettig verblijf
121
10 prioriteiten voor beweging.net
122
1
Bouw 100.000 bijkomende sociale woningen tegen 2035 (p.43)
2
Verhoog de middelen voor het openbaar vervoer (p.76)
3
Pak het renoveren collectief aan (p.58)
4
Geef mensen een menswaardig en leefbaar inkomen (p.30)
5
Voer ook in het secundair onderwijs de maximumfactuur in (p.94)
6
Ga voor een ambitieuze en rechtvaardige fiscale hervorming (p.20)
7
Creëer een duurzaam kader voor burgerparticipatie via adviesraden (p.8)
8
Zorg voor een betere regulering van de commerciële actoren in de zorg (p.86)
9
Versterk de kinderopvang (p.90)
10
Voer de opkomstplicht terug in bij lokale verkiezingen (p.12)
Op de hoogte blijven van onze standpunten? Volg ons!
beweging.net
www.visie.net
@BewegingNet
www.beweging.net
beweging.net_
www.visie.net/de-gids
Samen met deze partners bouwen wij aan een
Sterk Netwerk