BLAD MET EEN MENING VOOR EEN WERELD IN BEWEGING
REGIO KEMPEN (TURNHOUT) - NR 10 - VRIJDAG 17 MEI 2019
Experiment Winkelbus
Samana brengt minder mobiele mensen naar de supermarkt > 7
TOPDOKTER LUC STOCKX OVER BEROERTES
‘Snel reageren verlaagt de kans op een handicap of beperking achteraf.’ Maar hoe herken je een beroerte?
>4
TWEEWEKELIJKSE UITGAVE
BEWEGING.NET
CM.BE
17 %
fietst naar het werk >3
HETACV.BE - JAARGANG 75 - AFGIFTE BRUSSEL X - P806000 - VOLGEND NR 31.05.2019 - REGIO
BLZ. 13
2
VAN DE WEEK
IN ENKELE STAPPEN NAAR HET STEMHOKJE
DE QUOTE
‘Voor Julie. Voor elkaar. #enough’
PETER WOUTERS, VOORZITTER BEWEGING.NET Opschrift dat meegedragen werd tijdens de stille mars tegen seksueel geweld in Antwerpen op zondag 12 mei.
D
e voorbije zes nummers van Visie kreeg je de kans om je stem voor te bereiden. We brachten onze thema’s voor de komende vijf jaar en onze voorstellen aan het beleid. Als trouwe lezer van ons blad klopt je hart voor een warme samenleving. En waarschijnlijk weet je al voor wie je zal stemmen. Daarom schreef ik dit stukje niet voor jou, maar voor de jongste stemmer van je familie. Misschien stemt die voor de eerste keer. Of is het nog geen trouwe Visielezer. Nodig haar of hem dan zeker uit dit even te lezen. Ik ging de afgelopen weken langs bij alle partijen om hen te vertellen wat ons netwerk van sociale organisaties verlangt van het beleid in de komende vijf jaar. Ik heb veel respect voor politici. Zij stellen zich aan de kiezer voor en vragen hun stem. Dat is kwetsbaar. Ze denken na over het beleid en proberen de vraagstukken in onze samenleving daarin een plaats te geven. Maar ook als kiezer wacht je een hele klus: uitmaken wat je precies wil en wie je daarvoor een stem wil geven.
de sites van de politici door te nemen en af en toe Visie te lezen. En dat kan ook door de reclame van Facebook en andere sociale media te mijden. Daar ben je jammer genoeg niet veel mee. Je geraakt veel verder met een gesprek onder vrienden. Ten tweede. Je leeft vandaag in een prachtig land. Veilig, welvarend, kansrijk. Dat komt omdat onze politici in het verleden overtuigd waren
‘Plannen die ervoor zorgen dat iedereen een plaats blijft verdienen in onze samenleving zijn onze stem waard’ PETER WOUTERS, VOORZITTER BEWEGING.NET
sen mee te nemen. Je stem vandaag is dus ook een stem voor morgen en de lange termijn. Zelfs tot aan je pensioen. Er is wel wat werk aan de winkel. Plannen die ervoor zorgen dat iedereen een plaats blijft verdienen in deze samenleving zijn dus onze steun waard. Ten derde. Kiezen is verliezen. Je kan maar op één partij stemmen. Wij hebben niet de gewoonte om te vertellen voor wie we stemmen. Als je toch advies wil, vraag het dan aan de belangrijkste persoon in je leven. Die zal misschien met een wijze opmerking je gedachten op de partij van je keuze brengen. Ik heb het gemakkelijk. Er zijn heel wat politici die de oplossingen van onze sociale organisaties de beste vinden. Zij krijgen mijn stem. Veel succes in het kieshokje!
dat een samenleving in evenwicht moest zijn. Wie werkt en wie werk geeft draagt bij aan een beleid dat probeert zoveel mogelijk alle men-
HET CIJFER
3,5 % Van alle Vlaamse kandidaten die opkomen bij de komende verkiezingen voor de Kamer is slechts 3,5 procent arbeider, blijkt uit een studie van de KU Leuven. Dat is wel een lichte stijging ten opzichte van vorige Kamerverkiezingen in 2014. Toen was dat nog maar 2,8 procent.
M/V/X VAN DE WEEK
Jitske Van de Veire Jitske is ambassadeur van Wel Jong Niet Hetero. Nu breekt ze op haar Instagramprofiel een lans voor body positivity, door foto’s van haar eigen lichaam te posten, hoewel die niet beantwoorden aan het gangbare schoonheidsideaal.
Deze drie stappen helpen je op weg. Ten eerste. Je moet naar het stemhokje, het is verplicht. Je kunnen uitspreken over wie de komende vijf jaar het beleid moet maken, dat is een cadeau. In heel wat landen kan dat niet. Zelfs in ons land kan het pas sinds 1948, toen ook vrouwen konden stemmen. We moeten die opdracht met trots opnemen en onze stem goed voorbereiden. Dat kan door eens een debat te beluisteren,
Redactieadres: Visie, PB 20, 1031 Brussel - tel. 02 246 31 11 - e-mail: info@visieredactie.be • Lezersbrieven: lezers@visieredactie.be • Abonnementen: www.beweging.net/ abonnementvisie • Verantwoordelijke uitgever: Peter Wouters (nationale pagina’s), artikels ‘regio’ vallen onder de resp. verantw. uitgevers • Redactie: Nils De Neubourg, Amélie Janssens, Wim Troch, Marjan Cauwenberg, Tinne Van Woensel, Rooni Theeboom, David Vanbellinghen, Karen Zelderloo, Rachel Michel, Martine Creve, Dieter Herregodts, Sarah Vandoorne, Anneleen Vermeire, Michiel Verplancke • Vormgeving: Gevaert Graphics • Druk: Coldset Printing Partners • Visie verschijnt tweewekelijks en is inbegrepen in het lidmaatschap van CM, ACV bouw - industrie & energie, ACV-CSC METEA, ACV-Transcom en ACV Voeding en Diensten •
BUITENKANS
Wie wil jij eens interviewen? Met de zomer in het vooruitzicht denkt de Visieredactie al aan vakantie. We zoeken alvast naar vervanging bij onze lezers. Laat ons weten wie jij graag wil interviewen en waarom. En wie weet zit je binnenkort met die persoon rond de tafel voor een boeiend gesprek. Mail ons op lezers@visieredactie.be (onderwerp: zomerinterview) of stuur een kaartje naar Visie – Zomerinterview, postbus 20, 1031 Brussel. Vermeld zeker je contactgegevens.
ACTUEEL
3
Hoe gaan we naar het werk in Vlaanderen?
67,6 % IN BXL: 36,2%
17 %
IN BXL: 4,4%
5,2 % IN BXL: 34%
3,7 %
IN BXL: 19,1%
CARPOOL
2,6 % IN BXL: 1,4%
1,7 %
IN BXL: 3,5%
1,2 %
IN BXL: 1,3%
Fiets in opmars, auto blijft dominant
Hoe gaan we naar het werk? Het rijk van Koning Auto is nog lang niet uit. Toch niet als het gaat over het woon-werkverkeer. Uit onderzoek blijkt immers dat zeven op de tien Vlamingen de auto gebruiken om naar het werk te gaan. Het goede nieuws is dat de fiets wel aan een opmars bezig is. TEKS T WIM TROCH FOTO ID/BART DEWAELE
D
e Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer bevraagt elke drie jaar ondernemingen en overheidsinstellingen die meer dan honderd werknemers in dienst hebben over de woon-werkverplaatsingen van hun personeel. Daaruit blijkt dat de wagen veruit het meest gebruikte vervoersmiddel is. Vooral in Vlaanderen (70,2 %) en in Wallonië (86,4 %) is de auto populair, maar ook in Brussel. Van wie in Brussel werkt, gebruikt 37,4 procent de auto. In de hoofdstad vormen de trein (34 %) en metro, tram en bus (19,1 %) wel stevige concurrentie. In Vlaamse bedrijven gaat amper 5,2 procent van de werknemers met de trein naar het werk. Beter nieuws is er wat betreft de fiets. Steeds vaker gaan werknemers al trappend naar het werk: in de bevraagde Vlaamse bedrijven doet 17 procent dat. Ter vergelijking: in 2005 was dat nog maar 12,3 procent.
Gevaarlijk Ondanks alle sensibiliserende campagnes en inspanningen blijft de auto dus
dominant in het woon-werkverkeer. Als verklaring worden verschillende factoren opgegeven. Meer bedrijfswagens, slechte bereikbaarheid met openbaar vervoer, vertragingen bij het openbaar vervoer en onvoldoende fietsinfrastructuur zijn de vaakst genoemde redenen. Verkeersveiligheid is een ander aspect. In Brussel werkt 82 procent van de werknemers op een plaats waar fietsen door hun werkgever als gevaarlijk wordt beschouwd.
Alternatieven Het ACV nam tijdens de voorbije onderhandelingen voor het Interprofessioneel Akkoord (IPA) nog het voortouw voor een recht op een fietsvergoeding voor iedere werknemer. Aangezien de helft van de werknemers op minder dan 10 kilometer van het werk woont, zou die fietsvergoeding een belangrijk zetje kunnen geven aan meer woon-werkfietsen. De onderhandelaars van het bedrijfsleven gaven echter niet thuis. Bovendien zijn bedrijven te rigide in de vergoeding van vervoersonkosten. Amper zes procent van de werkgevers stimuleert gecombineerd vervoer. Nochtans zouden veel werknemers graag andere, al dan niet flexibele keuzes maken. Sommigen willen
bijvoorbeeld de trein of hun auto in de zomer omruilen voor een (elektrische) fiets. Anderen willen hun bedrijfswagen dan weer inruilen voor de combinatie van een treinabonnement en een lidmaatschap van een deelfietsensysteem. Een ander deel van de oplossing in het mobiliteitsvraagstuk ligt in telewerk. Van die mogelijkheid maken steeds meer werknemers gebruik. Eén op de vijf werkgevers
biedt telewerk aan, goed voor 37 procent van de werknemers uit het onderzoek. Carpoolen zou ook een alternatief kunnen zijn. Toch zien we dat het samen met een collega naar het werk rijden aan populariteit inboet. Waar in 2005 nog 5,2 procent van de werknemers in Vlaamse bedrijven de auto deelde met iemand anders, is dat ondertussen gehalveerd naar 2,6 procent.
MOBILITEIT WORDT STEEDS MEER EEN SOCIAAL PROBLEEM ‘We brengen mobiliteit vaak in verband met problemen zoals luchtverontreiniging of het klimaat. Terecht. Maar het wordt steeds duidelijker dat het ook een sociaal probleem is’, stelt Koen Repriels, mobiliteitsexpert van het ACV, vast. ‘Uit recent onderzoek blijkt dat hoe hoger het loon, hoe vaker de werkgever tegemoetkomt in de kosten van autogebruik. 50 procent van de bedrijfswagens zijn geconcentreerd binnen de 10 procent werkenden met het hoogste loon. Dat kost de federale overheid 2,6 miljard euro aan belastinginkomsten. Lage inkomens zijn veel meer aangewezen op het tragere en duurdere openbaar vervoer. Toch zijn de laatste vijf jaren overheidsinvesteringen voor bus, tram en metro met 13 procent en voor de trein met 8 procent afgenomen.’ Repriels wijst erop dat betaalbare woningen zich ook steeds vaker buiten de goed bereikbare centra met veel basisvoorzieningen en jobs bevinden. Betaalbaar wonen voor mensen met een laag inkomen betekent dus steeds meer gedwongen en duur autobezit. En aangezien ze dat zelf moeten betalen, voelen ze hogere brandstofprijzen en strengere normen voor auto’s het hardst. En hoe meer je moet uitgeven aan mobiliteit, hoe minder er overblijft voor energie, voeding of gezondheidszorg. ‘Het protest van de gele hesjes in Frankrijk en Wallonië bracht dat ingewikkeld kluwen voor het eerst heel zichtbaar aan de oppervlakte’, besluit Repriels.
4
DOSSIER
Topdokter Luc Stockx vraagt aandacht voor beroertezorg
‘Elke seconde telt’ We kennen hem als Topdokter, maar Luc Stockx, interventieradioloog in het Ziekenhuis OostLimburg, blijft nederig. ‘Eigenlijk kan ik niet veel. Ik probeer enkel dat kleine stukje van de geneeskunde zo goed mogelijk te doen. Ik wil vooral beroertezorg onder de aandacht brengen. Want elke seconde telt.’ TEKST ANNELEEN VERMEIRE EN MARTINE CREVE FOTO RUDI VAN BEEK
E
lk jaar krijgen 20 000 Belgen een acute beroerte. Veel mensen houden er een ernstige handicap aan over of moeten leven met kleinere beperkingen. Beroertes zijn bovendien een belangrijke doodsoorzaak. Hoe sneller een patiënt de juiste behandeling krijgt, hoe groter de kans op een afloop zonder grote problemen. ‘Per verloren half uur daalt die kans met tien procent’, benadrukt dokter Luc Stockx. ‘Daarom reis ik Vlaanderen rond om mensen te vertellen hoe ze een beroerte kunnen herkennen en hoe ze moeten reageren.’ Een beroerte is een verzamelnaam voor problemen van de bloedvaten in de hersenen. Om welke problemen gaat het? Dokter Luc Stockx: ‘Een beroerte wordt ook wel een cerebrovasculair accident (CVA) genoemd. Het gaat enerzijds over zuurstofgebrek in de hersenen door een verstopt bloedvat, een trombose, of in het geval van een embool, een bloedklonter die elders ontstaat en naar de hersenen vervoerd wordt. Anderzijds kan het gaan om een hersenbloeding, waarbij een bloedvat plots openbarst. Het is belangrijk om geen tijd te verliezen zodat het getroffen deel van de hersenen zoveel mogelijk gespaard wordt van een blijvend letsel. Vandaar: time is brain. Snel reageren is de boodschap.’ U bent interventieradioloog. Wat houdt dat in? ‘Een radioloog stelt diagnoses op basis van medische beeldvorming. Ik doe geen diagnostiek, ik behandel.
Ik focus op afwijkingen van de bloedvaten. Via de lies ga ik met een katheter naar het bloedvat. In het geval van een beroerte is dat in de hersenen. Zo halen we bloedklonters weg of maken we een lekkend bloedvat dicht. Ik behandel ook bloedvaten elders in het lichaam, maar de hersenen zijn mijn belangrijkste werkingsgebied.’ Dat snel reageren belangrijk is, hebt u ook zelf meegemaakt toen uw moeder een beroerte kreeg. Wat is er toen misgelopen? ‘Bij mijn moeder heeft het te lang geduurd voor ze in een gespecialiseerd ziekenhuis terechtkwam. Er is belangrijke tijd verloren gegaan. Deze keer is het bij mijn moeder gebeurd, maar bij andere patiënten gebeurt dat ook, elke dag. Dat trof me. Ik had het gevoel dat we goed bezig waren in onze behandeling van patiënten. Maar door dat voorval heb ik ingezien dat er nog veel fout loopt als het gaat over snel de juiste zorg krijgen.’
‘Het is van levensbelang dat een patiënt snel in het juiste ziekenhuis terechtkomt’ DOKTER LUC STOCKX
Hoeveel tijd is er om te reageren? ‘Bij een beroerte nemen de bloedvaten van de aangrenzende delen van de hersenen de zuurstoftoevoer van het getroffen deel tijdelijk over. Maar die tijd is beperkt. Daarom moet in het geval van een verstopping binnen de 4,5 uur een inspuiting met bloedverdunners gegeven worden, een trombolyse. Een verwijdering van de klonter, een trombectomie, kan tot 6 uur. Dat kan niet in elk ziekenhuis. Het is van levensbelang dat een patiënt snel in het juiste ziekenhuis terechtkomt. Bij een hersenbloeding is er iets meer tijd om het getroffen bloedvat te herstellen, dat moet binnen de 72 uur.’
Minister De Block (Open VLD) besliste begin dit jaar dat nog 15 ziekenhuizen de zwaarst getroffen patiënten mogen behandelen in de acute fase. Het Vlaams actieplan beroertezorg van minister Vandeurzen (CD&V) zet die beslissing om in de praktijk. Wat betekent dat voor de ziekenhuizen? ‘Een trombolyse en trombectomie moeten de klok rond kunnen gebeuren en vergen veel expertise. Minister De Block heeft beslist dat een trombectomie alleen nog in 15 gespecialiseerde S2-centra kan gebeuren: 7 in Vlaanderen, 3 in het Brusselse en 5 in Wallonië. Het is nu aan de gewesten om criteria op te stellen en om de centra te erkennen. Daarnaast moet ook beslist worden welke ziekenhuizen erkend worden als S1-centrum, als ziekenhuis met een basiszorgprogramma ‘Acute Beroertezorg’. In die S1-centra zullen ook trombolyses kunnen gebeuren. Ik hoop dat kort na de verkiezingen van 26 mei belangrijke knopen doorgehakt worden, het gaat over mensenlevens.’ ‘Cruciaal is ook het ziekenvervoer. Nu brengt de ziekenwagen je naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis. In de toekomst zou je meteen naar een S1- of S2-ziekenhuis gebracht moeten kunnen worden. Ook het transport tussen ziekenhuizen moet uitgebouwd worden. Elke seconde telt.’ Kunnen we zelf iets doen om een beroerte te voorkomen? ‘Een gezonde levensstijl is de belangrijkste preventie. We kunnen slagaderverkalking vermijden door onze cholesterol, bloeddruk en gewicht onder controle te houden, niet te roken, gezond te eten, alcohol enkel met mate te drinken en voldoende te bewegen. Daarnaast is het belangrijk om met je arts te spreken als je iets voelt dat op hartritmestoornissen zou kunnen wijzen.’ Welke momenten blijven u het meeste bij? ‘Het moeilijkste is wanneer jonge mensen een beroerte doormaken. Maar er zijn ook mooie momenten. Ik behandelde ooit een student geneeskunde. Na drie maanden slaagde hij toch voor zijn examens. Nazorg is zo belangrijk. Ongeacht je leeftijd of je beperking,
DOSSIER
5
Herken een beroerte met FAST-test
FACE
ARM
Vraag om te glimlachen en controleer of een mondhoek naar beneden hangt.
Laat beide armen naar voren uitsteken en check of ze tegelijk omhooggaan.
TIME
SPEECH Stel vragen en ga na of begrijpen en spreken moeilijk gaan.
Houd bij hoe lang de klachten al duren. Schakel meteen medische hulp in.
Herken je deze heel plotse veranderingen bij iemand, waarschuw dan onmiddellijk de hulpdiensten via het nummer 112 en beperk de schade. >>> www.herkeneenberoerte.be
moet je zo goed mogelijk voor jezelf kunnen blijven zorgen en moet je perspectieven hebben. 50 tot 60 procent van de mensen wordt opnieuw zelfredzaam. Het besef dat je leven er helemaal anders zal uitzien, komt hard aan. Ik heb veel respect voor de kracht van mensen.’ Bent u door die ervaringen een andere arts dan vroeger? ‘Ik wil blijven evolueren, dat was vroeger niet anders. Ik merk wel dat ik milder geworden ben. Het knaagt als iemand complicaties heeft. Die patiënten wil ik extra goed opvolgen, ik leer er veel uit.’
‘Mijn man trof mij bewusteloos op de grond aan’
‘Schrijven moet ik blijven oefenen’ Niets doet vermoeden dat Conny Labeeuw (54) uit Meulebeke negen jaar geleden werd getroffen door een beroerte. Toch moest ze weer vlot leren spreken en schrijven. Conny Labeeuw: ‘Op een nacht voelde ik mij misselijk, ik moest braken en had diarree. Ik stond op en ging beneden in de zetel liggen. ’s Morgens was het niet beter. Mijn man raadde mij aan thuis te blijven van het werk en de dokter te verwittigen. ’s Middags zou hij eens bellen om te horen hoe het ging. In de loop van de voormiddag werd ik slechter. Zo had ik mij nog nooit gevoeld. Ik raakte amper nog uit de zetel. Toch probeerde ik naar de deur te gaan, want ik moest die kunnen opendoen als de dokter kwam. Dat lukte alleen al kruipend op mijn handen. ’s Middags
© David Samyn
CONNY LABEEUW
belde mijn man. Hij heeft gelukkig verschillende keren geprobeerd. Pas de derde keer slaagde ik erin om op te nemen. Ik kon alleen maar brabbelen. Mijn man is onmiddellijk naar huis gekomen. Hij trof mij bewusteloos op de grond aan.’ ‘Mijn man heeft de ziekenwagen gebeld, de ambulanciers hebben de MUG opgeroepen. Nadien ben ik naar het ziekenhuis gebracht, waar een beroerte in de kleine hersenen is vastgesteld. Het ging om vier kleine bloedklonters die er de bloeddoorstroming belemmerden. Ik werd snel en goed behandeld. Een duidelijk aanwijsbare reden werd niet echt gevonden. Ik had geen hoge bloeddruk of hoge cholesterol, rookte niet en was sportief. Met de fietsclub deed ik tochten van 50 of 100 kilometer. Ik ben wel een pietje-precies, was altijd bezig, kende geen rust. Stress kan er volgens de dokter wel mee te maken hebben. In 30 procent van de gevallen is er geen precieze oorzaak te vinden.’ ‘Door die trombose kon ik niet goed meer spreken. De fijne motoriek zoals schrijven was ook een probleem en een deel van mijn gezichtsveld ben ik voorgoed kwijt. Ik heb ruim een jaar intensief logopedie en kinesitherapie gevolgd. Mijn man heeft mij sterk gestimuleerd
om thuis te oefenen. Na een beroerte blijft het elke dag revalideren. Praten kan ik weer als vroeger, behalve als ik moe ben. Dan babbel ik alsof ik te veel gedronken heb. Op fijne motoriek moet ik mij blijven toeleggen. Daarvoor heb ik hulpmiddelen nodig. Groenten fijnsnijden bijvoorbeeld vraagt veel tijd. Maar het is een goede oefening en mijn gezondheid vaart er wel bij. Mij maquilleren is ook een ideale test.’ ‘Omdat mijn zicht is verminderd, moest ik bij CARA (Centrum voor Rijgeschiktheid en voertuigaanpassing, red.) proeven doen om na te gaan of ik nog met de auto mag rijden. Ik kreeg groen licht. Toch rijd ik liever niet waar ik de weg niet ken. Dan ben ik niet gerust. Om de drie jaar wordt mijn rijvaardigheid opnieuw getest. Vermoeidheid blijft mij wel parten spelen. Ik werkte als poetsvrouw voor Familiehulp maar dat lukt niet meer.’ ‘Een beroerte verandert je leven. Daarom willen we met de zelfhulpgroep Mijn tweede leven patiënten en hun familie ondersteunen. Ik volg nu geen logopedie of kine meer, maar ben dagelijks bezig met Mijn tweede leven. Dat is nu mijn therapie.’
6
OPINIE FORUM
ANDERS EN BETER
JOY VERSTICHELE, IS COÖRDINATOR VAN HET VLAAMS HUURDERSPLATFORM EN AUTEUR VAN DE ONZICHTBARE WOONCRISIS �
Chronische wooncrisis
MARC LEEMANS, VOORZITTER ACV
E
en degelijke woning is de hoofdschakelaar van ons leven. Zonder duurzame woonst kan je moeilijk een job vinden of houden. In een ongezonde woning word je ziek en in een te kleine woning vinden kinderen geen rustige plek om hun huiswerk te maken. Volwaardig aan onze samenleving deelnemen begint met een kwaliteitsvolle, betaalbare woonst met de nodige woonzekerheid in een behoorlijke woonomgeving.
Volgende week mag je naar het stemhokje. Wat het daarna wordt? Vooruitblikken op de Belgische politiek is altijd al zeer moeilijk geweest. En nu zeker. Niet in het minst omdat een mens duizelig wordt van al dat politieke bochtenwerk, van het flipfloppen en van de talloze loze beloften van de politici. Met bovenop ook nog de Europese en internationale onberekenbare context. Maar, laat ons toch hopen. Op anders en beter.
Voor veel private huurders is dat niet het geval. Ze wonen slecht en onbetaalbaar, maar hebben geen alternatief. Eigenaar worden is hooguit een verre droom. De wachtlijsten voor een sociale woning zijn ellenlang en een betere woning op de private huurmarkt is onbereikbaar. Nochtans staat het recht op behoorlijke huisvesting in onze grondwet ingeschreven. Onze overheid moet inspanningen leveren om dat in de praktijk te brengen. Vandaag doet ze dat fundamenteel verkeerd. Maar liefst 84 % van alle woonsubsidies gaat naar de ondersteuning van eigendomsverwerving. Dat gebeurt vooral via de woonbonus, waarvan elke academicus hetzelfde vertelt: ‘het drijft de woningprijzen op en herverdeelt van arm naar rijker’. Als we die 1,65 miljard euro, want over zoveel centen gaat het, verstandig inzetten dan kunnen we een veel rechtvaardiger woonbeleid voeren.
Anders en beter, dat begint en eindigt met respect voor wie zich inzet op het werk, als werkzoekende, als vrijwilliger … Met respect voor wat deze mensen bijbrengen aan de welvaart en het welzijn in dit land.
Zo’n beleid moet eerst en vooral het aantal sociale woningen op korte tot middellange termijn verdubbelen. Het is en blijft de meest robuuste oplossing om het recht op wonen te garanderen. Tegelijk mag het de private huurmarkt niet uit het oog verliezen. Zet praktijktesten in als sluitstuk van een omvattend discriminatiebeleid, veralgemeen de huurtoelages en beloon verhuurders die betaalbaar verhuren aan personen met een woonbehoefte.
Respect voor wie zich inzet, dat betekent ook respect voor hun sociale bescherming. 75 wordt die sociale zekerheid dit jaar. Je pensioen, je ziekteverzekering, je werkloosheidsverzekering is dus jarig. En ondanks zwaar neoliberaal gebeuk staat die sociale zekerheid er nog altijd. Ook al is de stormschade zichtbaar. En het zwaar weer is nog niet over. Want voor het bedrijfsleven en rechtspolitieke kringen is die sociale zekerheid een sta-in-de weg voor een verdere patronale bijdrageverlaging. Een sta-in-de-weg voor private verzekeringen, waarop de financiële wereld vlot winstmarges kan pakken. Een sta-in-de-weg voor nog méér belastingverlagingen voor de rijken en de bedrijven. Een sta-in-de-weg voor de
Begin mei reikten meer dan 25 organisaties en 40 academici alvast de hand om mee aan de kar te trekken voor zo’n rechtvaardig woonbeleid. Geven onze beleidsmakers daar na de verkiezingen geen gehoor aan, dan zien zij zich verplicht om een procedure op te starten bij het Europees Comité voor Sociale Rechten: ‘De Woonzaak’.
Jouw kijk
PRUIKEN Sinds januari ben ik in behandeling voor borstkanker. Ook met chemotherapie, met haarverlies als gevolg. Uiteraard word je doorverwezen om een pruik aan te schaffen, en word je uitgelegd dat je daarvoor een terugbetaling kan krijgen. Maar niet iedereen heeft behoefte aan een pruik, en van vele kankerpatiënten hoor ik dat ze een pruik aanschaften maar die (bijna) nooit opzetten. Zelf koos ik niet voor een pruik, maar red ik me met sjaaltjes en mutsjes. Je kan ze aanpassen aan de weersomstandigheden
De aandeelhouders werden door de regering Michel met het grootste ontzag behandeld. Wie werkt, kreeg een nieuwe loonnormwet als dwangbuis. En werd met de indexsprong voor 2 procent bestolen. En de ongedekte cheque van de taks shift wordt stilaan zichtbaar als loskomende pleister op het houten been. Die loonnormwet, die moet dringend op de schop. Om ruimte te maken voor vrije, verantwoordelijke loononderhandelingen, bovenop de index. Gewoon, een kwestie van respect.
en je kledij, daarom heb je er ook meerderen van nodig. Die mutsjes zijn niet echt goedkoop, maar komen nog altijd veel goedkoper uit dan zo’n pruik. Toch is daar geen terugbetaling voor voorzien. Dat kan ik niet begrijpen! Het zou de overheid veel minder geld kosten om daar ook een terugbetalingen voor te voorzien. - R. Vandemaele HARD Een groot percentage van de Vlamingen is voor het beperken in de tijd van de werkloosheidsuitkering . Maar wat zijn de
gevolgen voor de mensen met een uitkering? Voor hun sociale zekerheid, hun pensioen, hun ziekteverzekering? Daar zeggen partijen niets over. In 2014 werd de tijd van de inschakelingsuitkering beperkt. ‘Zet ze onder druk en ze vinden wel werk’, was het idee. Misschien voor een deel wel. Maar veel laaggeschoolden en mensen met een beperking vinden geen werk. Zijn we als Vlaanderen zo hard aan het worden, dat als je niet kan bijdragen aan de maatschappij er maar uit moet? - J. Hamblok
nieuwe verdienmodellen die denken dat je door werklozen uit te hongeren zo hun onderbetaalde, ultraflexibele jobs krijgt ingevuld. En laat je niets wijsmaken. Met de gapende begrotingskrater en de oplopende vergrijzingsfactuur kan er helemaal geen sprake zijn van een simpele verlaging van de belastingen of van de bijdragen aan de sociale zekerheid. Integendeel, we moeten echt af van nepstatuten zoals dat bijklussen zonder belastingen en zonder bijdragen zolang men onder de 6 130 euro blijft. ‘Bijklussen’, alleen al het woord. Voor dat geld moet iemand met het minimumloon wel 4 maanden voltijds werken. Wie dat bijklussen noemt, staat ver van de wereld.
‘Respect voor wie zich inzet, dat betekent ook respect voor hun sociale bescherming’ Als er al iets nodig is als lastenverlaging, dan gaat het om de zogenaamde inkomensval. Werkgevers klagen steen en been omdat een euro loonsverhoging voor hun topkaders al te zwaar wordt belast. Wie echter meest te klagen heeft, zijn de lagere lonen. Daar wordt elke bijkomende euro het zwaarst belast. Dat onrecht wegwerken is veel belangrijk dat een grote belastinghervorming om de rijken nog meer te soigneren. Het enige wat (para)fiscaal kan en moet gebeuren is het verschuiven van bijdragen: minder op arbeid, meer op vermogen. Kortom, een eerlijke bijdrage van iedereen.
HOOPVOL Waanzinnig vind ik de betonrush in de aanloop van de aangekondigde betonstop. Ontgoochelend is het om de roep van een jonge en oudere generatie naar een klimaatbeleid te negeren onder het mom dat er geen geld is. Beschamend vind ik het btw-tarief op basisbehoeften: water en energie, waarbij de grote vervuiler en gebruiker niet betaalt maar wordt beloond met torenhoge subsidies waarvoor de gewone mens alweer opdraait. Beangstigend is het te moeten toekijken hoe de kloof tussen
rijken en armen alsmaar groter wordt. Een kloof die wordt gestimuleerd door de overheid die gooit met cadeaus naar multinationals en voor belastingontduiking de ogen dichtknijpen. Maar … hoopvol ben ik omdat er een handvol politici klaarstaat om zonder eigenbelang zich in te zetten. - L. Verleyen
>>>
Wat denk jij? Mail ons op lezers@visieredactie.be. Schrijf een briefje naar Redactie Visie PB20, 1031 Brussel.
ACTUEEL
7
Experiment Winkelbus voor wie moeilijk uit de voeten kan
‘Ik zie graag wat ik koop’ Inwoners van de wijk Luchtbal in Antwerpen die minder mobiel zijn, kunnen deze maand met een winkelbus van Samana hun boodschappen doen. Vijf maandagen op rij brengt een minibusje, dat toegankelijk is voor rolstoelen, kooplustigen naar een supermarkt in de buurt. Onze reporter rijdt mee. Op een rollator in de kofferruimte want alle zitplaatsen zijn bezet. TEKST MARTINE CREVE
FOTO’S THOMAS GEUENS
10.00 uur
Maandag 6 mei Ruim op tijd staat de winkelbus van Samana al geparkeerd aan de eerste halte. ‘Ik kom niet graag te laat’, bekent chauffeur Marc De Buck (65). Hij is vrijwilliger bij Samana. ‘Vandaag breng ik voor de tweede keer minder mobiele mensen uit deze wijk naar de winkel. Ik doe dat graag. Nog tot 27 mei ben ik elke maandag paraat. De winkelbus is een proefproject van Samana en de stad Antwerpen’, legt Marc uit. ‘Na vijf weken wordt het geevalueerd om te zien of het kan blijven bestaan en kan worden uitgebreid.’ Hij kijkt op zijn lijst wie hij vandaag waar moet ophalen. ‘Geïnteresseerden moeten vooraf inschrijven, want er zijn maar acht plaatsen. De winkelbus heeft vier haltes, maar ik ben soepel.’
10.20 uur
Greta Dielens (76) is de eerste passagier. Als bezieler van het initiatief heeft ze de touwtjes in handen en doet ze inspanningen om het project bekend te maken. ‘De Luchtbal is een dichtbevolkte wijk maar er zijn amper winkels’, schetst ze de situatie. ‘Met de winkelbus kunnen mensen die niet goed meer ter been zijn toch zelf boodschappen doen. Zo blijven ze zelfstandig en behouden ze onderlinge contacten.’ Elvira Koyen (87) komt aangewandeld en bevestigt volmondig. ‘Zelf boodschappen kunnen doen, is zoveel interessanter. Ik zie graag wat ik koop. Koken is een van mijn hobby’s. Ik bak zelf nog brood.’ Elvira kan wel nog uit de voeten, maar wil de winkelbus toch al eens testen. ‘Dan weet ik al hoe het werkt als ik het echt nodig heb. Familie val je het liefst zo weinig mogelijk lastig’, vindt ze.
12.00 uur
Met Greta als copiloot volgt chauffeur Marc moeiteloos het uitgestippelde traject. Aan elke halte stapt hij uit om mensen aan boord te helpen. Hun boodschappentas of trolly laadt hij in de koffer. De bus zit vol als hij bij de supermarkt aankomt. Marc parkeert vlak bij de ingang en haalt een winkelkar voor wie er een nodig heeft. Alice Koekhoven (75) legt haar wandelstok in de kar en verdwijnt in de winkel. ‘In dit busje kan ik veilig en rustig in- en uitstappen. En de stopplaats is vlak bij de winkel en mijn huis. Zo moet ik niet ver stappen.’ Ze krijgt een uur om haar boodschappenlijstje af te werken. ‘Vuilniszakken mag ik zeker niet vergeten, want ik ben aan de laatste begonnen’, herinnert ze zich.
Elza Boonaerts (87) gaat elke zaterdag winkelen met iemand van de familie. ‘Maar die trippelen achter je aan en staan te wachten tot je klaar bent. Nu kan ik op mijn gemak rondkijken. Met de winkelbus kan ik ook in de week eens weg. Je hebt altijd wel iets nodig tussendoor.’ Na ruim een uur winkelen wacht Marc wie klaar is op en helpt de boodschappen in te laden. Met tevreden klanten rijdt hij naar huis. Voor mensen met een zware boodschappentas durft hij al eens af te wijken van de voorziene halte. Met plezier zet hij hen wat dichter bij huis af. De meeste passagiers reserveren meteen hun plaats voor volgende week. ‘Ik hoop dat ik dat zal kunnen blijven doen’, geeft Marguerite Dillien (93) nog mee. ‘Het is een fantastisch intitiatief.’
Werken met een beperking
Job op maat bestaat, pensioen blijft achter In maatwerkbedrijven kan je met een (arbeids)beperking aan de slag. Daar wordt in passend werk voorzien. Maar een noodzakelijke aangepaste regeling voor het einde van die loopbaan blijft uit. Vakbonden uit de maatwerksector maakten een afspraak voor overleg bij Minister van Pensioenen Bacquelaine maar botsten op een gesloten deur. Gun werknemers van maatwerkbedrijven het statuut van zwaar beroep. Daarvoor pleiten vakbonden en werkgevers uit de sector. ‘De huidige discussie rond zware beroepen wordt vooral gevoerd rond het type werk.
Wij vragen dat er bij een handicap niet naar de job maar naar de persoon zelf wordt gekeken’ , zegt Wilfried Herpoele, sectorverantwoordelijke maatwerkbedrijven van ACVBIE. ‘Zij hebben recht op een volledig pensioen, ook na een kortere loopbaan.’
‘Maatwerkbedrijven werken met een heel specifiek publiek’, gaat Herpoele verder. ‘De inspanningen die al op je dertigste of veertigste nodig zijn om met een handicap te werken, zijn niet te onderschatten. We mogen dus blij zijn dat ze de moeite doen om te werken. Die inspanningen verminderen trouwens niet naarmate zo iemand ouder wordt. Daardoor hebben ze het nog moeilijker dan een doorsnee werknemer om lang aan het werk te blijven. Maar rekening wordt daar niet mee gehouden.’ Grootste struikelblok is dat werknemers met een – meestal fysieke – handicap vaak geen andere keuze hebben dan vervroegd
op pensioen te vertrekken via SWT. Zo kunnen ze op 58 jaar hun carrière beëindigen. Maar doordat ze dan geen volledige loopbaan hebben, krijgen ze geen volwaardig pensioen. ‘Daardoor blijven sommigen ook langer aan het werk dan ze eigenlijk aankunnen’, zucht Herpoele. Een oplossing komt er voor de verkiezingen waarschijnlijk niet meer. ‘De minister wilde ons zelfs niet eens spreken. Gelukkig spraken we daarvoor vertegenwoordigers van andere partijen. We willen vooral zeker zijn dat de kwestie meegenomen wordt naar een volgende regering’, verduidelijkt Herpoele.
8
ACTUEEL
Zesdejaars Mariagaard uit Wetteren winnen JOHH-trofee
Fuiven met en zonder beperkingen
I
Met een fuif voor mensen met een beperking kaapten de zesdejaars van Jeugd- en Gehandicaptenzorg Mariagaard in Wetteren de Jonge Helpende Handen-trofee (JOHH) weg. Dat is een prijs voor jongeren die een warm initiatief organiseren voor zorgbehoevende mensen. ‘De dansvloer is niet leeg geweest’, klinkt het bij Saskia Erasmus.
n hun opleiding Jeugd- en Gehandicaptenzorg leren Saskia (foto: tweede van rechts) en haar klasgenoten mensen met een beperking of in moeilijke situaties in groep te begeleiden. Denk aan gehandicaptenzorg, bijzondere jeugdzorg en algemeen welzijnswerk. ‘Tijdens mijn stage in de BuSo-school Levensvreugde hoorde ik vaak van de mensen die ik begeleidde: Hoe meer feestjes, hoe beter’, zegt Femke De Wit (foto: tweede van links). ‘Toen iemand uit de klas dan ook voorstelde om voor de JOHH-trofee een grote fuif te organiseren voor mensen met een beperking, was iedereen onmiddellijk aan boord.’
‘We hebben iedereen uitgenodigd die we tijdens onze stages begeleid hebben’, zegt Femke. ‘Er waren ongeveer 70 mensen met een beperking op de fuif, die we Springtime for Specials gedoopt hadden. Met de begeleiders, de zesdejaars zelf en hun leerkrachten erbij waren er 120 mensen. Een hele groep dus.’ Volle dansvloer Toch verliep alles vlekkeloos. De fuif werd een groot succes. ‘We hadden achteraan de zaal tafels en stoelen gezet waar de gasten door ons gebakken taart en cake konden eten,’ vertelt Saskia, ‘maar al snel stond iedereen op de dansvloer. En die is de hele fuif lang eigenlijk niet leeg geweest.’
TEKST MICHIEL VERPLANCKE FOTO FRANK BAHNMÜLLER
De leerlingen hadden op voorhand iedereen gevraagd om hun favoriete muziek op te lijsten, zodat de genodigden uit de bol konden gaan op hun lievelingsmuziek. Ook tijdens de fuif mochten ze bij de dj’s op het podium verzoekplaatjes aanvragen. ‘Velen voelden zich geweldig trots toen ze dat podium opklommen. Je zag hen zo glunderen’, weet Eline Morel (foto: links van Saskia) nog. Feest zoals je bent De smaak van het publiek was erg divers – van K3 over schlagers tot hardstyle – maar bij elk nummer gingen ze uit hun dak. ‘Dat vond ik zo mooi’, zegt Eline. ‘Iedereen danste volledig op zijn manier. Als wij gaan dansen, dan kijkt iedereen wat naar elkaar. Niemand durft voluit te gaan.’ Femke stemt in: ‘Dat is wel een boodschap die we onthouden: feest zoals je bent. En in het verlengde daarvan: wees jezelf.’
KOMAF MET ARMOEDE
‘Als ik mijn verhaal vertel, is het vaak muisstil’
© ID / Wouter Van Vooren
‘Er is zoveel onbegrip voor mensen in armoede, je voelt hoe de hele maatschappij op je neerkijkt’, getuigt Rudi Friedrichsen (54). In het kader van de campagne ‘Komaf met armoede’ van Decenniumdoelen roept Rudi op tot meer sensibilisering. Rudi Friedrichsen werkt bij Welzijnszorg als ervaringsdeskundige. Hij heeft er zijn job van gemaakt om het standpunt van personen in armoede te vertolken. Zo is hij betrokken bij het project ‘Samen tegen onbetaalde schoolfacturen’ en gaat hij langs bij secundaire scholen om daar trajecten op te starten. Samen met een projectmedewerker praat hij er met de directie, leerkrachten en andere betrokken organisaties, zoals bijvoorbeeld het CLB.
‘Ik breng altijd een persoonlijke getuigenis. Over hoe het was om in armoede op te groeien. Maar ook over hoe moeilijk het ook vandaag soms nog is als alleenstaande vader van twee kinderen. Als ik mijn verhaal vertel, is het vaak muisstil. De gemiddelde burger heeft geen benul van wat het is om in armoede te leven. Mijn getuigenis opent vaak hun blik en stelt hen in staat om hun visie te veranderen. Zonder mijn inbreng zijn ze daar enkel met cijfertjes bezig.’
Tijdens zijn opleiding tot ervaringsdeskundige in armoede en sociale uitsluiting voelde Rudi dat hij iets kon betekenen voor mensen in armoede. ‘Ik durf te praten, ik ben mondig. En ik kan de visie van mensen in armoede verwoorden bij mensen die er niet of te weinig bij stilstaan. Er zijn heel veel initiatieven die met de beste bedoelingen ontstaan. Maar vaak vergeten de organisatoren hoe wij ons daar bij voelen. Zakken vol kleren aan onze deur of gratis eten ophalen, daar doe je ons geen plezier mee.’ Rudi pleit dan ook voor meer sensibilisering. ‘Er is zoveel onbegrip voor mensen in armoede en er leven zoveel vooroordelen. Maar armoede is helemaal geen eigen
ACTUEEL
9
IEDEREEN MEE? Natuurlijk waren er ook gasten die wat minder goed de dansvloer op durfden. Die werden door de leerlingen van Mariagaard ouderwets ten dans gevraagd, of ze werden aangespoord door dansinstructeur van dienst, Saskia. ‘Ik liep tussen het publiek rond met een headset op mijn hoofd en een microfoontje. Ik maakte iedereen enthousiast voor het volgende nummer of leerde hen eenvoudige danspassen aan. Uiteindelijk kregen we zo iedereen mee.’ Knuffels en glimlachen Door zo’n fuif te organiseren, hebben de leerlingen veel bijgeleerd. ‘Het lijkt simpel, maar dat is het zeker niet’, weet Femke ondertussen. ‘Er komen duizend-en-een dingen bij kijken. Zeker als je met mensen met een beperking werkt. We hadden ervoor gezorgd dat de wc’s toegankelijk waren voor rolstoelen, dat er overal hellende vlakken waren. De zaal regelen, zelf dj’en, de bar bedienen, cakes bakken, mensen ontvangen … We hebben alles zelf gedaan in onze vrije tijd, terwijl we stage liepen.’ ‘We hadden echt een geweldige klas dit jaar’, zegt Saskia. ‘En dan is het super om met de JOHH-trofee erkenning voor het harde werk te krijgen.’ Maar hoe mooi zo’n JOHH-trofee ook is, veel beter dan de knuffels op het einde van de fuif wordt het niet. ‘Niemand wilde weggaan op het einde’, zegt Eline. ‘Maar ze kwamen ons uiteindelijk toch een dikke knuffel geven en bedanken. Ook de mensen bij wie we geen stage hadden gelopen en die we dus niet kenden, kwamen ons bedanken. Dat doet echt deugd.’
De JOHH-trofee is een jaarlijks initiatief van Samana waarbij jongeren gemotiveerd worden om een warme activiteit te organiseren voor zieke of zorgbehoevende kinderen, jongeren of volwassenen.
LUC VAN GORP, VOORZITTER CM
Mensen in de armste wijken in ons land hebben een 56 procent hoger risico om binnen het jaar te sterven dan mensen in de rijkste wijken, zijn 57 procent vaker arbeidsongeschikt, gebruiken 18 procent vaker antidepressiva en gaan 47 procent minder vaak naar de tandarts. Zo toont een gezamenlijke studie van de Belgische ziekenfondsen. Verontrustende cijfers? Een understatement. Maar een verkiezingsthema? Neen, niet belangrijk genoeg. In een van de belangrijkste treinstations van ons land, in het hart van Europa, moeten honderden transmigranten overleven in een smerige bustunnel. De stank is er niet te harden. Mensonwaardige toestanden. Maar een breekpunt in de verkiezingscampagne? Laat ons snel de bushaltes verplaatsen en er verder over zwijgen. In Brussel komen meer dan 15 000 mensen op straat voor een menswaardig leven voor iedereen. Daar zou eigenlijk geen manifestatie voor nodig mogen zijn. Het recht op een menswaardig leven staat ingeschreven in de Belgische grondwet. Zo ver is het gekomen. Mensen moeten de straat op om meer levenskwaliteit te vragen. Maar hoog op de agenda bij politici? Helaas, een thema als levenskwaliteit is niet sexy genoeg.
Wie wordt onze toekomstige premier? Dat is waar het vandaag over gaat. Kandidaten genoeg trouwens. Minstens even belangrijk: wie wil met wie een coalitie vormen? En met wie is dat uitgesloten? Daarbij vliegen de veto’s ons rond de oren. We moeten nu al vrezen dat we straks het wereldrecord regeringsvorming opnieuw op onze naam zullen zetten. Dergelijke non-debatten vormen het ideale excuus om het niet over de inhoud te hebben. En al zeker niet als het over onderwerpen gaat waar geen stemmen mee te winnen vallen. Wat een gemiste kans. Ooit was het de intentie van politiek om iedereen een stem te geven, ook de meest kwetsbaren. Daar glijden we steeds verder vanaf. Politici hebben het alsmaar minder over de thema’s waar mensen echt van wakker liggen. Omdat oplossingen moed vergen en vereisen dat je verder durft te kijken dan de eerstvolgende legislatuur. Politici zouden nochtans moeten beseffen dat je een samenleving pas vorm kan geven als je alle mensen mee hebt, ook zij die vandaag moeten harken om rond te komen, ook zij die vandaag nergens welkom zijn en ook zij die vandaag niet meer vragen dan een beetje levenskwaliteit. Laat het ons daar eens over hebben. Nog een week om het tij te keren.
Bij deze editie werden vanuit scholen en jeugdbewegingen een 100-tal acties op poten gezet door 2 500 jongeren. 1 000 deelnemers en 24 jonge mantelzorgers werden beloond met een dagje Walibi. Klas 6JGZ won niet alleen een trofee, maar ook dagtickets voor Rock Werchter.
keuze. Als je echt luistert naar de verhalen, hoor je mensen die bijvoorbeeld niet kunnen werken door een fysieke of psychische problematiek. Zij zijn al erg kwetsbaar en worden dan nog eens extra hard aangepakt door de uitkeringen te verlagen of in de tijd te beperken.’ Dat de campagne ‘Komaf met armoede’ de politici oproept om de armoede in België de komende tien jaar te halveren, vindt Rudi dan ook een goede zaak. Dankzij mijn job is onze situatie wel verbeterd. Maar ik heb nooit kunnen sparen, heb geen huis kunnen kopen, zal niet aan een volledige loopbaan komen. Ik ben bang voor mijn toekomst en die van mijn kinderen.’ >>> Steun de campagne op www.komafmetarmoede.be
© Belga
>>
Opvoeden, dat doen we samen De Week van de Opvoeding loopt van 16 tot 23 mei en maakt opvoeden en ouderschap bespreekbaar. Tal van activiteiten brengen ouders bij elkaar en laten hen kennismaken met organisaties en diensten die gezinnen ondersteunen. >>> www.weekvandeopvoeding.be
10
VRAAG & ANTWOORD
Hans Vandecandelaere werpt een blik achter de schermen van sekswerk
‘Knuffels verkopen aan mannen’ Schrijver en geschiedkundige Hans Vandecandelaere trok langs Belgische wegen en klopte onder meer aan bij bordelen, champagnebars en massagesalons. Bijna drie jaar lang onderzocht hij de wereld van betaalde seks. Zijn indrukken schreef hij neer in het boek ‘En vraag niet waarom’. ‘Het was een heel avontuur, met af en toe ook een overdosis erotiserende prikkels.’
TEKS T NILS DE NEUBOURG FOTO SOPHIE NUY T TEN
M
aar het was vooral een menselijk avontuur’, voegt Vandecandelaere er meteen aan toe. ‘Het was mijn bedoeling om een breed beeld op sekswerk te geven.’ Hoe begin je zo een onderzoek? Gewoon op een raam kloppen? ‘Inderdaad, en dat werkt dan niet. (lacht) Ik stapte vrij onbevangen in het thema. Het was experimenteren, met vallen en opstaan, want het blijft een gesloten milieu. De aanpak hangt ook van de deelsector af. Wanneer ik raamprostitutie onderzocht, heb ik ongeveer vier op de vijf mensen betaald om met mij te spreken. Ik gebruikte wat ik zelf de twee-minutenklant-strategie noem: je voor twee minuten voordoen als klant om zo alleen met de sekswerker in een kamer te geraken.’
‘Sekswerk is vaak een vrije keuze, maar toch kan die ook problematisch zijn’ HANS VANDECANDELAERE
Die onbevangenheid zorgde ervoor dat Vandecandelaere al snel enkele clichébeelden kon doorprikken. ‘Eén cliché is dat van de prostituee als slachtoffer. Toch klopt dat niet.’ Maar ook het ander uiterste, de happy hooker (denk Julia Roberts in ‘Pretty Woman’) is een kleine minderheid. ‘De meeste vrouwen zitten daartussenin, met heel veel gradaties in verschillende branches. Het is vaak een vrije keuze, maar een die toch ook problematisch is. Zo is webcamseks bijvoorbeeld te laagdrempelig. Met een paar klikken op je muisknop kan je als achttienjarige beginnen. Maar als je zo jong bent, kan je dat misschien niet altijd aan. Niet alle gesprekken zijn even beleefd en je beeld staat opgeslagen op het internet.’ Dé klassieke sekswerker bestaat dus niet. En bijgevolg ook niet één manier om met de problematische kant om te gaan, volgens Vandecandelaere. Wel is hij
ervan overtuigd dat criminaliseren nooit een oplossing kan zijn. ‘Zo wordt het alleen maar gevaarlijker.’ Daarmee ga je in tegen de wetgeving die al sinds 1948 voor complete afschaffing moest zorgen? ‘Intussen ben ik er helemaal tegen om prostitutie strafbaar te maken, natuurlijk met uitzondering van wat ontoelaatbaar is, zoals uitbuiting. Voor de rest moeten we sekswerk vooral omringen met een goed zorgkader. De eerste en belangrijkste stap is het bijwerken van de strafwet. Sekswerk zou eigenlijk onder de arbeidswetgeving moeten vallen. Anders blijf je aanmodderen in de grijze zone.’ Met die mening staat Vandecandelaere mijlenver van de houding van organisaties als de Vrouwenraad. ‘Zij bekijken sekswerk zeer ideologisch. Volgens hen is de overgrote meerderheid stelselmatig slachtoffer van dwang of niet in staat om vrije keuzes te maken.’ ‘Maar zo maken veel mensen onvrije keuzes’, vindt hij. ‘Migranten bijvoorbeeld, zij maken vaak de moeilijke keuze om hun land te verlaten om hier te timmeren aan een betere toekomst. Veel van hen doen hun werk in bijvoorbeeld de bouw of de industrie ook niet graag, maar ze denken aan kansen voor hun kinderen. Hen zouden we dan ook slachtoffers moeten noemen.’ Een ander gevolg van het feit dat de organisatie van prostitutie in België strafbaar is, is dat sekswerkers geen duidelijk en goed contract kunnen krijgen. ‘De keuzemogelijkheden zijn inderdaad zeer beperkt. Technisch kan je aan de slag als zelfstandige,
maar anderen die je daarbij helpen, zoals een boekhouder, zijn strafbaar. Als werknemer is het zelfs helemaal niet mogelijk. Een contract kan je niet opmaken, want je werkgever zou automatisch een pooier worden. Zo kom je terecht bij de fictieve statuten, zoals dienster in de horeca. Maar dat stemt nooit overeen met de echte aard van je werk.’ ‘Dat heeft ook allemaal gevolgen voor de sociale rechten van sekswerkers. De waaier aan sociale statuten zouden we moeten verbreden. Met de flexijobs en het artiestenstatuut is daar marge voor. Vervolgens redeneer ik wat paternalistisch, want veel sekswerkers doen luchtig over een gebrek aan bescherming van hun rechten en medische zorg. Bied hen laagdrempelig de verschillende opties aan en controleer de naleving.’ Een ander cliché is dat betaalde intimiteit minderwaardig is. ‘Intimiteit neemt veel gezichten aan. Dat is ook zo binnen betaalde seks, van extreem oppervlakkig tot innig contact. Daarom zie je ook vaste klanten die bepaalde sekswerkers jarenlang trouw blijven bezoeken. Ik heb geleerd dat babbelen een groot deel van sekswerk vormt. Je kan niet zomaar zeggen dat dat geen vorm van intimiteit kan zijn.’ ‘Ik kan ook begrip opbrengen voor sommige motivaties van klanten. Een sekswerker vertelde me onlangs dat ze regelmatig een klant ziet wiens vrouw ziek is. Het is die vrouw zelf die haar man vraagt om naar de prostituee te gaan. Wie zijn wij dan om dat als minderwaardig te bestempelen?’
11
ZO ZIT DAT De belastingbrief De lente brengt ieder jaar ook de belastingaangifte. De Vlaamse aangifte kreeg zes extra codes en klopt af op 829 codes. Voor de Brusselse en Waalse aangifte zijn er zeven codes extra. De nieuwigheden zitten vooral bij de belastingverminderingen, zoals de mogelijkheid tot extra pensioensparen, nieuwe fiscale voordelen voor adoptie, enzovoort. Wat opvalt is dat je zelf aandachtig moet zijn. Zo moet je de belastingvermindering voor adoptie bijvoorbeeld zelf berekenen. Ook als je een voorstel van vereenvoudigde aangifte ontvangt, kan je er best zelf nog eens doorgaan.
VERVANGINGSINKOMEN ZIEK TE OF ONGEVAL Als je in 2018 een vervangingsinkomen ontving door ziekte of ongeval, dan kreeg je eind maart een belastingfiche (281.12) van je ziekenfonds toegestuurd met de post of via mail. De bedragen die op dit attest vermeld worden, vul je in bij de respectievelijke rubrieken op je belastingaangifte. Was je op 1 januari 2019 voor 66 procent invalide erkend door het Riziv, dan moet je ook de codes 1028-39 of 2028-09 aankruisen (zware handicap) om eventueel de fiscale verminderingen te kunnen krijgen.
WET TELIJKE BIJDRAGE ZIEK TEVERZEKERING
>> Al bij al klinkt sekswerk zo niet erbarmelijk.
‘Je moet het vooral begrijpen vanuit de verschillende branches. Straatprostitutie is het hardste segment. Met escort en webcam zit je aan de andere kant van het spectrum. Maar ongeacht de sector blijft het een risicovol beroep. Toch laat het wel sociale mobiliteit toe. En vergeet voor een betekenisvolle groep ook de positieve motivaties niet, zoals nieuwsgierigheid of het verleggen van de seksuele grenzen.’ Ook hard is de mentale belasting, schrijf je. ‘Iedere klant moet je individueel inschatten om de professionele afstand te bewaren. Daarnaast heb je ook het stigma dat aan de job kleeft. Want het is als een stempel op je voorhoofd. Ik ken een sekswerker die op het punt staat zich te outen. Maar daarvoor doorstaat zij bij momenten nog panische angsten. In de eerste plaats omdat ze ook mama is van een dochter. Daartegen vertelt ze beetje bij beetje wat ze eigenlijk doet, namelijk knuffels verkopen aan mannen.’ ‘Ook niet te onderschatten is de verveling. Heel veel sekswerkers presteren ongelooflijk lange arbeidsuren, tot zelfs twaalf uur per dag achter de ramen. Een prostituee heeft het eens berekend: op een goeie dag werkte zij opgeteld eigenlijk maar vier uur. Het moeilijke is dan de resterende acht uur door te komen. Bovendien, wat zou er met shiften van twaalf uur overschieten van een sociaal leven?’
Sommige mensen moeten een wettelijke bijdrage betalen om in orde te blijven met de verplichte ziekteverzekering. Die bijdrage is fiscaal aftrekbaar. Heb je die bijdrage in 2018 betaald, dan ontving je eind maart een fiscaal attest voor de belastingaangifte. Staat daarop een bedrag onder de vermelding ‘actieve loontrekkende’, vul dat bedrag dan in onder deel 1: vak IV.A.17. Staat een bedrag onder ‘niet-actieve loontrekkende’, vul dat dan in onder deel 1: vak V.A.4. Staat een bedrag onder ‘actieve zelfstandige’, vul dat dan in bij deel 2: vak XVII.9, XVIII.8c of XIX.10c op je belastingbrief. De zorgpremie voor de Vlaamse sociale bescherming en het lidgeld voor de CM-diensten en -voordelen kun je niet aftrekken van je belastingen.
PENSIOENSPAREN Met een nieuwe regeling kon je vorig jaar tot 1 230 euro pensioensparen. Maar als je ergens tussen de eerste drempel, 960 euro en dat nieuwe maximum spaarde, kan je er netto eigenlijk op achteruit gaan. Want aangezien je belastingvoordeel bij een hoger bedrag
anders berekend wordt, loont meer pensioensparen pas vanaf 1 152 euro. Onder dat bedrag kan je het best beperken tot de eerste drempel van 960 euro. Nu valt er in dat geval nog weinig aan te doen, maar hou het in de gaten voor komende belastingaangiftes.
DIVIDENDEN EN EFFECTENREKENINGEN Nieuw is de belastingvrijstelling voor dividenden. Als je in 2018 dividenden ontving, zijn die tot 640 euro per belastingplichtige vrijgesteld van roerende voorheffing. Dus ook als je een beperkt aantal aandelen hebt in coöperatieve vennootschappen krijg je een belastingvoordeel. Die vrijstelling moet je zelf (laten) berekenen en mag je dan niet vergeten aan te geven. Ook wie meer dan één effectenrekening heeft, zal er zelf melding van moeten maken in de aangifte.
BELASTINGVRIJ BIJVERDIENEN Belastingvrij bijverdienen kan met een activiteit uit de deeleconomie, via een internetplatform, met de nieuwe burgerdiensten of via verenigingswerk. Wie daarmee in 2018 meer dan 6 130 euro bruto verdiende en zo bepaalde plafonds overschrijdt, zal dat moeten melden in de aangifte. Bovendien mogen bij de laatste twee soorten activiteiten je inkomsten maximaal 510,83 euro per maand bedragen. Je goed informeren is dus absoluut de boodschap.
KAZOUVAKANTIE Het inschrijvingsgeld voor Kazouvakanties voor kinderen jonger dan 12 jaar is fiscaal aftrekbaar. Voor jongeren met een zware handicap is dat tot en met 17 jaar. Kazou bezorgt automatisch een attest voor kinderen tot 12 jaar. Voor deelnemers tot en met 17 met een handicap, vraag je als ouder zelf een attest aan bij Kazou.
DEADLINE
HULP NODIG?
De ouderwetse belastingaangifte op papier moet ten laatste op vrijdag 28 juni ontvangen worden door de fiscus. Voor een elektronische aangifte via Tax-on-web krijg je langer de tijd, namelijk tot donderdag 11 juli. Laat je de aangifte indienen door een mandataris zoals een boekhouder of fiscaal consultant, dan heeft die de tijd tot 24 oktober. Wel moet je die persoon dan voor 31 augustus contacteren om een mandaat te activeren.
‘Een belastingplichtige die niet bij de pinken is kan dus wel eens de pineut zijn. Je informeren en eventueel hulp vragen is meer dan ooit de boodschap’, zegt fiscaal expert Ive Rosseel van het ACV. Je kan op heel wat plaatsen gratis bij de vakbond terecht om je belastingbrief te laten invullen. Meer info hierover op de website van je ACV-verbond.
12
TOT JE DIENST
LANGDURIG ZIEKEN
Vragenlijst Wie door ziekte langer dan twee maanden niet kan werken krijgt van zijn ziekenfonds een uitnodiging om een vernieuwde vragenlijst online in te vullen. De KU Leuven, de universiteit van Luik, het Riziv en de ziekenfondsen hebben een lijst van vijftien vragen opgesteld. Daarin wordt gepeild naar de gezondheid, de werksituatie en de sociale relaties met de collega’s en leidinggevenden. Ook wordt gevraagd hoe de patiënt zijn kansen inschat om weer aan de slag te gaan. Op basis van de antwoorden kan de adviserend arts in een vroeg stadium begeleiding op maat uitwerken om langdurige ziekte te voorkomen, in de mate van het mogelijke. De antwoorden op de vragenlijst zijn enkel bestemd voor de adviserend arts van het ziekenfonds en worden niet doorgegeven aan derden (bv. andere artsen of werkgever).
#ALLFORONE
Belgian Pride Brussel Op zaterdag 18 mei trekt de Pride Parade door de Brusselse straten. De organisatoren benadrukken dat de optocht een feest van de diversiteit is, een veilige plaats waar iedereen zichzelf kan zijn. De Pride Parade vindt elk jaar plaats rond 17 mei, de internationale dag tegen homofobie en transfobie. Thema dit jaar is #AllforOne. Daarmee benadrukt de LGBTI+ - gemeenschap dat iedereen uniek is en recht heeft op een plaats in de samenleving. En dat we moeten opkomen voor iedereen die nog dagelijks gediscrimineerd en uitgesloten wordt. Ook dit jaar ondersteunt het ACV de parade.
VACATURES CM ZOEKT Projectleider Facility Expert Payroll Stafmedewerker HR – Generalist 100 % - Schaarbeek – Onbepaalde duur Consulent contactcenter 100 % - Berchem – Onbepaalde duur www.cmjobs.be ACV ZOEKT Projectmedewerker Blended Learning Stafmedewerker organisatie en ontwikkeling Dienstverlening 100 % - Brussel – Onbepaalde duur www.hetacv.be COV ZOEKT Dienstverlener Beleidsonderhandelaar 100 % - Schaarbeek – Onbepaalde duur www.cov.be
Schoolverlaters
Pas aan het werk en toch vakantie? Dat kan! Je wettelijke vakantie wordt berekend op basis van hoeveel je het jaar voordien hebt gewerkt. Wie een volledig jaar heeft gewerkt, heeft recht op vier weken vakantie. Maar als je afstudeert of je studie stopzet, kun je meestal geen volledig jaar werken om een volwaardige vakantie te ‘sparen’. Als je bijvoorbeeld in juni 2018 de schoolbanken hebt verlaten, heb je dit jaar geen recht op een volledige vakantie. Zelfs al ben je meteen beginnen te werken. TEKS T WIM TROCH FOTO ID / BENOIT DE FREINE
Voor jongeren die onvoldoende hebben gewerkt om recht te hebben op een volledige vakantie, zorgt de jeugdvakantie ervoor dat je tóch vier weken vakantie kunt hebben. Was je op 31 december van het jaar dat je afstudeerde (of je studie hebt beëindigd) jonger dan 25 jaar, en heb je in dat jaar minstens een maand gewerkt als loontrekkende (niet als jobstudent)? Dan heb je het jaar daarop recht op jeugdvakantie. Een voorbeeld maakt het duidelijk. Stel: je bent als 23-jarige afgestudeerd in september 2018. Op 1 oktober 2018 ben je aan de slag gegaan als bediende. Je hebt dus vorig jaar drie maanden gewerkt. Daardoor heb je dit jaar – in 2019 – recht op één week betaalde vakantie. Een vierde van de normale wettelijke vakantie, omdat je ook maar een vierde van een jaar gewerkt hebt.
Ook wie pas de schoolbanken verliet, moet van vakantie kunnen genieten. Dankzij de jeugdvakantie kun je toch genieten van vier weken vakantie. De jeugdvakantiedagen worden betaald door RVA, de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening. Wat moet je doen om jeugdvakantie te krijgen? Na de eerste maand waarin je jeugdvakantie opnam, moet je het formulier C103 (dat je vindt op de website van de RVA) invullen en bezorgen aan de vakbond. Dus stel dat je recht hebt op drie weken jeugdvakantie, en je neemt een eerste week op in juni, dan moet je formulier eind juni bij de vakbond zijn. Voor de resterende weken jeugdvakantie moet de werkgever de aangifte doen. De jeugdvakantie-uitkering bedraagt 65 procent van het brutoloon van de
jongere tijdens de eerste maand waarin jeugdvakantie wordt genomen, begrensd tot 2 297,90 euro per maand. Belangrijk detail nog: de jeugdvakantieregeling geldt enkel in de private sector en voor contractuelen bij een lokaal bestuur met de vakantieregeling privésector. Voor de openbare sector gelden andere regels. Daar heb je onmiddellijk recht op een aantal vakantiedagen.
>>> Alles over de jaarlijkse vakantie vind je op www.hetacv.be. ACV-leden kunnen er ook hun aantal vakantiedagen berekenen.
Het mysterieuze Roemenië
15-daagse vakantie met volwassenen Combineer het beste van twee werelden tijdens deze reis naar Roemenië. Snuif cultuur op in o.a. Boekarest, Bran, Brasov en Sinaia en bewonder de natuurpracht van de Donaudelta. In de tweede week geniet je enkele dagen in all-in aan de Zwarte Zee in Bulgarije en je sluit de reis af met een bezoek aan o.a. Roese en de rotskerken van Ivanovo. Je verblijft steeds in drie- en viersterrenhotels. Prijs en periode: Van 10 tot 24 september 2019 voor 1 499 euro. Voor een single kamer betaal je 250 euro extra.
Boek snel via 070 233 119 of www.intersoc.be
Intersoc Werkvakanties
Vrijwillige onthaalouders voor buitenland gezocht Ben jij een echte moederkloek of vaderfiguur en ben je minstens tien dagen vrij in juli of augustus? Dan ben jij geknipt om te helpen in onze kinderclub voor 0- tot 2-jarigen in onze hotels in Tsjechië en Zwitserland. Je zorgt voor onze jongste vakantiegastjes terwijl mama en papa eropuit trekken. In ruil zorgen wij voor het transport en je verblijf in all-inclusive in een van onze hotels. Ga naar www.intersocwerkvakanties.be voor meer informatie of bel ons op het nummer 02 246 47 36.
20 UITLAATKLEP Het leven is vaak rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan. Net daarom staat Visie graag even stil en stellen we een Bekende of Boeiende Vlaming tien vragen om tot rust te komen.
Deze week presentator Chris Dusauchoit (56) TEKS T WIM TROCH - FOTO ID/FILIP NAUDTS
Chris, 1
Waarvoor is er te weinig aandacht in de samenleving?
‘Voor alles wat traag gaat en geen instant kick baart. Hoe ouder ik word, hoe minder belangrijk het gaspedaal wordt, en dan heb ik het niet alleen over de wagen. Ik ben verzot op traag koken bijvoorbeeld, ik heb een rudimentaire microgolf maar die krijgt niet eens een plaats in de keuken.’
2
Welke mooie waarden dank je aan je ouders?
‘Ik zou natuurlijk iets kunnen antwoorden als naastenliefde of geduld of tevreden zijn met wat je hebt, maar dat lijkt me te melig of al te veel voor de hand liggend. Van mijn vader erfde ik de liefde voor de taal. Vroeger zei hij te vrezen dat ik nergens zou geraken met mijn zwaar West-Vlaamse accent. Ik kon hem bewijzen dat hij ernaast zat, wat ons beiden plezierde. Van moeder leerde ik de liefde voor de natuur en voor de dieren. Ze stuurt nog altijd een sms als ze in een documentaire op ZDF of Arte een beer of een wolf ziet.’
5
Welk boek heeft indruk op je gemaakt?
‘Ik ben net begonnen in Endlösung, het lot van de Joden 1933-1949 van David Cesarani. Dat zal vast blijven hangen. Ik ben nogal gefascineerd door de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust en ik probeer me daar een zo belezen als mogelijk beeld van te krijgen. Ik probeer ook plaatsen te bezoeken, daarom zou die camper echt een goed idee zijn.’
6
Wat zou je uitvinden om van de wereld een betere plek te maken?
‘Een goede pauzeknop, zodat we even konden stoppen om te overleggen. Soms komt het me voor alsof we met zijn allen in een hogedrukpan zitten, die almaar meer stoom verzamelt. Maar ik kan me vergissen.’
7
Waar op de wereld zou jij je nog thuis kunnen voelen?
‘Een instrument spelen, piano of een scheurende solo gitaar. Ik durf al wel eens te tokkelen hier in huis als enkel de honden er zijn, maar het stelt natuurlijk niets voor. Ik voel me best thuis op een podium en ben altijd gezond jaloers om er een band aan te kondigen en er vervolgens naar te kijken. Ik speelde vroeger zelf in een groepje, dat was een heerlijke tijd. Het leek me de mooiste manier om aan een meisje te komen.’
‘In Nieuw-Zeeland, zo ver van al onze druktemakerij hier, en het lijkt soms hard op Schotland waar ik ook probleemloos zou kunnen wonen. Ik moét Schotland om de zoveel jaar gaan bezoeken, ik heb er vrienden die ik ken sinds mijn twaalfde. Ik heb er voor het eerst met een hond gewandeld zonder leiband, in de vrije natuur. En Zuid-Afrika, dat mag ook, voor de mensen en de dieren en die prachtige taal: Afrikaans.’
4
8
3
Wat zou je graag beter kunnen?
Waaraan besteed je te veel of net te weinig tijd?
‘Te veel tijd gaat naar verplaatsingen. Vroeger leek vanuit VlaamsBrabant naar de kust rijden en terug een fluitje van een cent, een plezier ook. Nu is het een gok die in het beste geval niet tegenzit. En toch zou ik me graag een camper kopen (of bouwen) en ermee rondtrekken, op mijn gemak en misschien zelfs zonder duidelijk doel.’
Wat zou iedereen op school moeten leren?
‘Hoe je met een hond moet omgaan. Er zijn er een miljoen in dit land maar er zijn ook veel te veel bijtongevallen met kinderen. Dat komt omdat de honden de kinderen
niet begrijpen en omgekeerd. En natuurlijk ook omdat volwassenen niet genoeg opletten. Daarom heb ik het nieuwe boek geschreven (Mijn hond en ik, red.). Het zou ook goed zijn dat we kinderen uitlegden dat de dierenwereld iets anders is dan Disney. Dat het geen baby-olifantje is maar een kalfje, bijvoorbeeld. Kennis over dieren hoeft liefde ervoor niet in de weg te staan, integendeel.’
9
Stel dat je eens zou kunnen afspreken met een bekend persoon, met wie zou je dan een terrasje willen doen en waarom?
‘Bekende personen zijn niet per definitie interessanter dan anderen, het kan zelfs dik tegenvallen als je ze ontmoet. Ik had wel graag eens een glas gedronken met mijn jongere vader. Stel dat we
dan allebei van dezelfde leeftijd zouden zijn en vrienden, dan zou ik hem toch eens kunnen uithoren over wat hij denkt over dit of over dat. Dat is bij leven niet altijd even goed gelukt.’
10
Welk beroep zou je uitoefenen, als je niet kon doen wat je nu doet?
‘Dat zou toch dierenarts zijn. Maar ik zou dan uitkijken naar een job op de Afrikaanse savanne of in de Aziatische jungle. Ik mocht een paar keer van heel dichtbij zo’n dierenarts volgen en het was altijd een avontuur. Zulke dierenartsen moeten hun patiënten meestal eerst vangen voor ze eraan beginnen en ze moeten daarna voortdurend rekening houden met dieren in de buurt die helemaal geen patiënten zijn.’