Bio Actief 58

Page 1

Bio Actief 58

driemaandelijks tijdschrift verschijnt in maart - juni - september - december
"Biologische linzen en soja zijn teelten met toekomst."
SIMON COLEMBIE
Jouw ontmoeting met een dynamische sector
TEL 016 63 27 36 | WWW.MARMA.BE ultra verse producten Uw BIO partner voor niet alleen droog-, vers- & diepvrieswaren, maar ook voor ultraverse groenten & fruit, kip, vlees & vis, brood & gebak!

Moeilijke oefeningen

Beste lezer, N

og enkele dagen en we kunnen een — en dat is nog zacht uitgedrukt — turbulent jaar afsluiten. 2022 was het jaar van de moeilijke oefeningen. Zo werd energie een stuk duurder, terwijl goedkope energie de basis vormt van onze Westerse welvaart. Er ontstond een spiraal van prijsstijgingen voor primaire grondstoffen, wat leidde tot een hoge inflatie. Biologische ondernemers stonden voor een eerste moeilijke oefening: kunnen we de alsmaar oplopende kostprijzen blijven doorrekenen aan klanten of haken die stilaan af? Bij een jaarlijkse prijsstijging van 2 procent geraak je daar nog mee weg, bij een inflatie van boven de acht procent is dat heel andere koek.

Vlaanderen stond dan weer voor de moeilijke oefening om de gezondheid van onze natuur te vrijwaren, onder meer in het stikstofdossier en het nieuwe Mestactieplan. Wij volgen beide dossiers van zeer nabij op en zien dat de huidige voorstellen biolandbouw gelijk willen schakelen met gangbare landbouw. Men heeft een nauwe blik en kijkt alleen naar nitraat- en stikstofuitstoot per perceel. Niet dat onze bioboerderijen niets uitstoten, maar ze doen dat wel in een circulair, quasi zelfvoorzienend systeem.

Op dat verschil moet ook de overheid blijven focussen. Niet voor niets wordt biologische landbouw intussen door alle partijen gezien als een echt duurzame oplossing voor veel van deze problemen.

Misschien is voor sommige moeilijke oefeningen het antwoord wel makkelijker dan men denkt.

Bio Actief Jouw ontmoeting met een dynamische sector DECEMBER 2022, EDITIE 58 Bio Actief is een uitgave van BioForum vzw. Bio Actief vind je vier keer per jaar in je brievenbus. BIOFORUM VZW Regine Beerplein 1 bus E305 2018 Antwerpen T 03 286 92 78 E info@bioforum.be www.bioforum.be V.U. Alexander Claeys, Regine Beerplein 1 bus E305, 2018 Antwerpen HOOFDREDACTIE Tom Wouters EINDREDACTIE Annemie Lambert REDACTIERAAD EN INHOUDELIJKE EXPERTISE An Jamart (Landbouw), Laura Van Vooren (projectmedewerker landbouw), Marijke Van Ranst (Verkooppunten & foodservices), Esmeralda Borgo (Beleid), Paul Verbeke (Ketenmanager), Sabrina Proserpio (Communicatie consument), Lieve Vercauteren (Directeur), Annick Cnudde (Coördinator wetgeving), Sofie Vandewijngaarden (Verwerkers en keten) FOTOGRAFIE Astrid Agemans, Sophie Nuytten, Kobe Van Looveren COVERFOTO Simon Colembie VORMGEVING We make. MET DANK AAN Simon Colembie, Joke Sips, Nelis Schiettecatte, Marie Lambert, Saskia Benus, Michelle Hallemans, Frederik Ballière, Olivier Lerouge, Johan Christiaens. DRUK Antilope De Bie - Printing VERZENDING De Brug vzw ADVERTEREN ELMA Multimedia, Sven Destercke, s.destercke@elma.be, 015/55.88.88 Deze publicatie kwam tot stand met de steun van het Departement Landbouw en Visserij. Bio Actief 58 fotografie Astrid Agemans 03
Voorzitter BioForum alexander.claeys@bioforum.be

Kies ook voor een duurzame aanpak!

Het uitgebreide assortiment van St. Hendrick bevat meer dan vijftig soorten biologische gekookte en droge worstsoorten, gebraden en gekookte vleeswaren en gesneden beleg van varkens-, rund-, én kippenvlees, allemaal van het hoogst mogelijke kwaliteitsniveau.

Al deze delicatessen worden door het ervaren en gepassioneerde team van St. Hendrick gemaakt middels originele methodes als roken, zouten en braden. Voor elk product wordt de tijd genomen om tot de beste smaak te komen.

NL - 023 Skal 023934 NL-BIO-01 EU landbouw www.sthendrick.nl 2220000303_2_ADV_9159.indd 1 19/10/2022 15:02 Neem contact met ons op en laten we samen kijken hoe we u kunnen helpen. BE-BIO-01 CERTISYS CERTISYS ®, belgische pionier in biocertificatie. info@certisys.eu - 09/245.82.36 - www.certisys.eu
Heerlijke Biologische delicate en
CERTISYS®, expert in duurzame certificering in België, ondersteunt u in dit proces. Wij bieden u certificeringen die aan uw behoeften zijn aangepast en die de beste sociale en milieupraktijken garanderen en bevorderen. ann Bioactief 180x130 NL.indd 1 27/09/2022 09:43 2210000640_3_ADV_9159.indd 1
Levende sector SECTOR IN GESPREK Veldvolk 08 26 BIO ACTIEF 58 Inhoudstafel Gedeelde energie Samen sterk De oogst van een agroforestryperceel Steek het in hokjes 13 20 19 Het nieuwe GLB Innovatieve eiwitteelten Bio bruist de foto’s Kijken bij de buren 22 24 29 30 14 16 GEEN WEG TERUG Bouillon 05 Bio Actief 58

Bio Flash

Save the Date: 7 maart – Workshop residuen

Krijg jij als boer, verwerker of distributeur wel eens te maken met pesticidenresiduen in je biologisch product? Of wil je mee nadenken over een praktische gids ‘Hoe omgaan met residuen in de biologische productie’? Noteer dan 7 maart 2022 alvast in je agenda. Tijdens een workshop gaan we aan de slag met dit thema.

De workshop zal plaatsvinden in Gentbrugge van 12u tot 18u. Hou onze nieuwsbrief in de gaten voor inschrijfmogelijkheden!

BioForum op Agriflanders

BioForum staat samen met Bio zoekt Boer van 12 tot 15 januari op Agriflanders in Gent. Je kan ons vinden op stand 4511 in hal 4.

Nog beurzen in 2023? Een uitgebreid beursoverzicht vind je op www.bioforum.be/beurzen2023

Nieuwjaarsreceptie BioForum

Op 26 januari nodigen we alle leden van BioForum uit voor een nieuwjaarsreceptie. We voorzien ook een inhoudelijk programma. Zo komt Philip Baret, professor aan het UCL, spreken over hoe de biosector op een eerlijke manier kan omgaan met de stijgende inflatie en de stijgende energiekosten. Deze presentatie is in het Engels. We houden daarna een panelgesprek met enkele biobedrijven rond dit thema.

De nieuwjaarsreceptie zal plaatsvinden in de Baarbeekhoeve in Mechelen. BioForum-leden kunnen inschrijven op www.bioforum.be/nieuwjaarsreceptie2023

06 Bio Actief 58

Vitale Rassen is een vzw voor en door biologische boeren en (moes)tuinders met een hart voor zaadvaste, vitale rassen en eigen zaadvermeerdering. Wij gaan voor kwalitatieve biologische zaden en leggen de selectie terug in boerenhanden.

588.425

In 2018-2019 werd biologisch katoen in 19 landen geproduceerd op een oppervlakte van 418.935 hectare. Een jaar later was dat al 588.425 hectare. Het maakt van biokatoen een van de sterkst groeiende biomarkten in de wereld.

- Robuuste telersselecties van streekrassen - Kleurrijke waaier aan bloemen en meerjarigen - Kruiden en speciale gewasjes voor de moestuin - Al onze zaden zijn biologisch gecertificeerd en vermeerderd door ons netwerk van vermeerderaars

Ontdek onze webshop: www.vitalerassen.be

JO BROUNS, VLAAMS MINISTER VAN LANDBOUW FEEST 10 JAAR CCBT 13 SEPTEMBER 2022

Ga met POM WestVlaanderen naar BioFach

Ben je als West-Vlaamse kmo actief in de voedingssector? Vergezel hen op studiereis naar ’s werelds grootste biobeurs BioFach (14 - 17 februari 2023). Het door POM West-Vlaanderen begeleid bezoekersprogramma helpt je op een laagdrempelige manier de beurs te kennen en je netwerk uit te bouwen. Het bezoek kadert in het project "West Flanders Gateway to Europe", waarin POM West-Vlaanderen samen met partners West-Vlaamse kmo’s wil ondersteunen bij het internationaal zakendoen.

Meer informatie gewenst? Neem voor 1 januari 2023 contact op met Sigrid Verhaeghe welcome@gatewaytoeurope.be of 0494 53 54 78

Ook
2220000426_1_ADV_9159.indd 1 27/09/2022 10:26
grotere verpakkingen voor professionele tuinders. Interesse om verkooppunt te worden, contacteer ons!
"We hebben in Vlaanderen alle troeven in handen om de meest duurzame voedselproductie ter wereld te realiseren; en daar is de bioteelt een heel belangrijk onderdeel van."
07 Bio Actief 58

Levende sector

De biosector bestaat uit ondernemers met een hart voor mensen. Elk nummer brengen we drie biobedrijven in beeld die de diversiteit tonen van onze sector. Deze keer gaan we langs bij bioboer Simon Colembie, biologisch pastamaker SDS Food en biologische buurtwinkel Huis van de Zaailing.

fotografie Kobe Van Looveren 08 Bio Actief 58

Boer Colembie

Sinds 2019 bouwt Simon Colembie aan zijn carrière als bioboer. Hij is de vijfde generatie die boert vanop een hoeve in Kruisem: "Dit is altijd een gemengd bedrijf geweest, tot mijn vader de dieren wegdeed en zich toelegde op akkerbouw. Hij was tegelijkertijd ook iemand met aandacht voor de natuur en wist dat ik als opvolger wel interesse had in bio. Hij heeft die omschakeling nog mee in gang gezet."

De stap naar bio bleek uiteindelijk ook niet zo groot. "Mijn vader en ik zijn wat biobedrijven gaan bezoeken en zagen dat het ook bij ons kon werken. En we lieten ons goed bijstaan door onder meer Inagro. De grootste uitdaging in bio is dat je niet kan corrigeren en dus moet vooruitkijken. Maar fouten maak je in het begin sowieso en die sleep je soms wel een paar jaar mee. Zo zit ik op sommige percelen met een best hoge onkruiddruk."

teelten. "Ik probeer graag nieuwe dingen uit. Zo teel ik biologische soja en linzen. Niet altijd makkelijk, en het ene jaar is de oogst al beter dan het andere. Maar ik leer steeds bij en ik voel dat het teelten met toekomst zijn, zeker met de klimaatverandering."

Hij zet ook in op mengteelten. Door twee teelten te combineren, versterken die elkaar. "Door zomertarwe te combineren met veldbonen, ligt het eiwitgehalte van de tarwe hoger, want er ontstaat een symbiose. Na de oogst scheid ik ze dan via een trieermachine. Mijn linzen zaai ik in met cameline, een oliezaadje. Linzen kunnen daar op ranken, zodat ze makkelijker te oogsten zijn.

Ik zoek alleen nog afzet voor die cameline. Vandaag komen veel oliehoudende gewassen uit Oekraïne. Ik geloof dat er een markt bestaat voor een lokaal alternatief."

kingsvrije winkels en ook voor de aardappelen zoek ik lokale afzet. Ik moet die linzen dan wel zelf kuisen, maar dat doe ik met dezelfde trieerder als waarmee ik de mengteelten scheid."

De prijs bepalen van die innovatieve teelten is niet eenvoudig. Simon kijkt gewoon naar de tijd en kosten die erin kruipen en rekent die zo goed mogelijk door. "Onze prijs ligt hoger. Logisch, want we hebben tegenover het buitenland niet hetzelfde schaalvoordeel en hogere loonkosten. Maar ook hier lijkt het lokale aspect me een meerwaarde."

Simon teelt voornamelijk graan, heeft daarnaast ook boontjes voor de industrie en kleine hoeveelheden aardappelen. Maar wat het meest in het oog springt zijn de innovatieve

Voor de afzet van al die verschillende gewassen mikt Simon ook op verschillende kanalen. "Onze linzen gaan vandaag vooral naar verpak-

Voor andere teelten werkt Simon op het vlak van afzet samen met andere boeren. Onder de naam Biograno telen verschillende boeren bijvoorbeeld tarwe voor een Belgisch biobrood. "Op die manier kunnen we grotere volumes aanbieden, en dat is ook voor de retail interessant. Dat is ook fijn aan de biosector: er is veel contact met elkaar. Ik had meteen een netwerk opgebouwd."

Terugkijkend op de afgelopen jaren heeft Simon zichzelf verbaasd. "In 2019 werd mijn vader ziek en een jaar later stierf hij. Ik heb me toen afgevraagd of het wel zou lukken. Bij andere boeren zie ik hoe de vader ook nog komt helpen. Ook op zijn ervaring kon ik niet meer steunen. Dat het me toch lukt, daar ben ik best trots op."

MEER W ETEN? www.boercolembie.be

WIE? Simon Colembie WAT?
50 BIO SINDS? 2016
Biologisch graan, linzen en soja WAAR? Kruisem
AANTAL HECTARE?
“Biologische soja en linzen zijn teelten met toekomst.”
09 Bio Actief 58
fotografie Kobe Van Looveren

SDS Food

Joke Sips en Stephan Descheemaecker WAT? Verse veggie en vegan voeding WAAR? Meer (Hoogstraten)

Op een bedrijventerrein in de Antwerpse

Noorderkempen ontvangt Joke Sips ons. Zij is samen met Stephan Descheemaecker zaakvoerder van SDS Food. Dit jonge voedingsbedrijf wil zich op de kaart zetten met lekkere verse veggie en veganproducten. Dat doen ze onder het merk Fabrizio & Friends. Joke: "Die Italiaans klinkende naam kozen we omdat we aanvankelijk enkel verse gevulde pasta’s produceerden. Intussen zien we het breder en hebben we in ons assortiment ook andere vegan producten zoals kaasalternatieven en kaaskroketten."

Joke kende Stephan van haar carrière als interim manager. Toen hij haar vroeg of ze zin had om mee in een nieuw voedingsbedrijf te stappen, ging ze enthousiast de uitdaging aan. "Oorspronkelijk was het de bedoeling om handgemaakte pasta te produceren voor foodservices. Kort voor de lancering brak echter de coronapandemie uit. We hebben ons daarna geheroriënteerd en mikken sindsdien op verse producten die via winkels tot bij de consument geraken. We hebben toen ook een duidelijke keuze gemaakt voor bio en vegan. Zo konden we ons als klein bedrijf meteen duidelijk profileren."

SDS Food is een bedrijf in volle groei, en dat komt met de nodige uitdagingen. Joke: "We doen vandaag nog veel zelf, ook al omdat we nog niet veel medewerkers hebben. Goed personeel vinden is sowieso een uitdaging. We staan dus mee op de werkvloer: productie, inpakken, logistiek, onderhoud, verkoop, productontwikkeling, ... We combineren het allemaal."

Ondanks die drukte blijven ze zoeken naar gaten in de markt. "We willen de markt blijven vernieuwen. Zo wilden we graag een pasta met een plantaardige kaasvulling aanbieden, maar de ingrediënten voor zo’n vulling konden we biologisch niet vinden. Daarom zijn we zelf aan de slag gegaan en ontwikkelden we vegan kazen op basis van cashewnoten. Omdat ook biowinkels hierop zaten te wachten, verkopen we die plantaardige kaasalternatieven nu in aparte potjes."

Andere innovatieve producten zijn de kinderpasta’s (met minder vulling en in fantasierijke vormpjes) en hun zoete pasta’s. "Innovatie zien we breder: aan de consument willen we graag laten zien dat je met pasta kan experimenteren. Onze zoete pasta is bedoeld om als dessert te presenteren. Zulke innovaties kunnen bedenken is fijn, al kruipt er ook wel wat energie in om die nieuwe producten kenbaar maken aan het publiek."

Daarom ook zijn beurzen, vegan events en degustaties zo belangrijk voor SDS Food. Daar kunnen mensen van hun producten proeven en overtuigd worden. "En zelfs op consumentenbeurzen kom je professionele aankopers tegen."

Vandaag zijn de producten van Fabrizio & Friends te vinden in biologische winkels en in de maaltijdboxen van Marley Spoon. Ze mikken daarnaast nog op retail en zien toch weer potentieel bij foodservices. "Bij die laatste is bio wel minder doorslaggevend."

Wat Joke en Stephan typeert is hun gedrevenheid. Joke: "We staan nog maar aan het begin van ons traject. Het is fijn, maar van mij mag het sneller gaan. Maar voorlopig ben ik trots op het afgelegde pad."

MEER WETEN? www.fabriziofriends.com

WIE?
BIO SINDS? 2011
“We willen de markt blijven vernieuwen.”
10 Bio Actief 58
fotografie Astrid Agemans

Huis van de Zaailing

Het verhaal van het Huis van de Zaailing begint eigenlijk in 2019, wanneer Katrien Dobbelaere bioboerderij de Zaailing opstart, samen met vriend Nelis Schiettecatte. Ze denken na over mogelijke afzetkanalen. Nelis: "Op de boerderij zelf was er een veldwinkel, die vandaag nog altijd bestaat. Daarnaast speelden we met het idee om groentepakketten aan te bieden. We zochten een depot. Mijn neef bood ons een ruimte aan in een pand dat nog van mijn grootvader was geweest, in het centrum van Etikhove. En toen vroegen we ons af of we daar niet even goed een winkel konden openen. Zo ging de bal aan het rollen." "

Sinds 2021 heeft Etikhove dus weer een buurtwinkel, maar dan wel eentje die resoluut kiest voor bio. Nelis baat de winkel uit met Marie Lambert. "Marie was een klant van onze veldwinkel. Zij heeft veel ervaring als biowinkelier. Zij kent alle producten en kan klanten goed informeren. Ik durf wel eens tegen een klant zeggen dat Marie een bepaald product heel goed vindt." (lacht)

Twee dingen staan centraal bij het Huis van De Zaailing: versheid en ontmoeting. Nelis: "We mikken niet alleen op klanten die komen voor bio, maar ook op mensen uit de buurt. Dat vraagt een laagdrempelige aanpak. Als mensen een keer binnenspringen voor kaas, dan komen ze een volgende keer misschien terug voor nog andere producten. We willen ook een ontmoetingsplek zijn voor dorpsbewoners. Op dat vlak is het een voordeel dat ik van hier afkomstig ben en veel mensen ken. Tegelijkertijd blijft het een uitdaging. Ik denk dat we nog meer mensen moeten kunnen aanspreken."

Die laagdrempeligheid zit ook in de inrichting. Marie: "We kozen voor een gezellige, toegankelijke sfeer. En met onze serre hebben we ook een blikvanger." In het midden van de winkel staat een kleine serre met daarin de verse groenten. Nelis: "Door onze groenten daarin te koelen, blijven ze langer vers. Zo tonen we ook waardering voor het werk van de boer."

95 procent van het aanbod is biologisch gecertificeerd. "Onze groenten komen grotendeels van onze eigen boerderij, al kopen we de teelten die we zelf niet doen extra aan. De rest van ons assortiment wordt voor

een groot deel bepaald door onze klanten. Zo hadden we in het begin weinig glutenof lactosevrije artikelen, maar weten we intussen dat dat echt wel een doelgroep kan zijn voor onze winkel."

Daarnaast vindt Nelis het fijn om lokale leveranciers te ondersteunen. "Voor ons brood werken we o.a. samen met een man die jarenlang een biodynamische bakkerij in Antwerpen had en die toevallig in Etikhove woont, maar ook met een jonge bakkerin uit Ronse. We bieden graag ruimte aan kleinere, lokale producenten."

Het idee van de winkel als ontmoetingsplek trokken ze deze zomer verder door: ze openden een terras waar mensen iets konden komen drinken. Nelis broedt met zijn horeca-ervaring nog op nieuwe plannen: "Een toekomstig project is een wijnbar aan onze winkel. Ook dat past in het idee van een ontmoetingsplek. Sociale cohesie is vandaag de dag zo belangrijk, wij willen daar graag aan bijdragen."

“We mikken niet alleen op klanten die komen voor bio, maar ook op mensen uit de buurt.”
MEER WETEN?
11 Bio Actief 58
www.instagram.com/huis_van_de_zaailing

Biogarantie

Omdat bio niet stilstaat

Biogarantie: het Belgische biolabel

Het Belgische label Biogarantie gaat voor bio op volle kracht. Wie voor Biogarantie kiest, kiest voor extra criteria op ecologisch, economisch en sociaal vlak. Met Biogarantie Belgium wil Biogarantie sterker inzetten op lokale origine en eerlijke prijs.

Interesse om zelf ook Biogarantie te worden?

Lees meer op www.bioforum.be/biogarantie Wil je Biogarantie gebruiken, dan moet je lid zijn of worden van BioForum.

LERENDE SECTOR

Gedeelde energie

hun grootte een energie-audit of energiebalans moeten uitvoeren.

Ideeën uitwisselen, ervaringen delen, elkaar inspireren: dat is in een notendop wat BioForum beoogt met zijn lerende netwerken voor biologische voedingsbedrijven. Bedrijven zitten vaak met dezelfde vragen of staan voor dezelfde uitdagingen, dus waarom zouden ze niet bij elkaar gaan kijken?

Zo kregen we de afgelopen maanden vanuit de sector verschillende vragen over de stijgende energieprijzen. Hoe maak je je bedrijf energie-efficiënter? Daarom organiseerden we op 18 oktober een lerend netwerk over energie. We deden dat niet toevallig bij biobakkerij de Trog: zij hebben sinds 2021 het CO2-neutraal label. Energiereductie was een belangrijke stap in het proces naar deze certificatie.

De dag werd begeleid door energieconsulent

Dirk Van den Broecke. Die gaf de aanwezige bedrijven eerst inzicht in de manier waarop de energiemarkt werkt. Daarnaast vatte hij ook nog eens de nieuwe energiewetgeving samen, waarbij bedrijven afhankelijk van

Energie besparen? Natuurlijk!

Los van de prijsevoluties op de gas- en elektriciteitsmarkt zou besparen op energieverbruik in het DNA van elk biobedrijf moeten zitten. Energieverbruik speelt immers ook een rol in de klimaatverandering, omdat veel van onze energie nog altijd afkomstig is van fossiele brandstoffen. Die CO2-uitstoot verminderen, daar moeten we als sector graag toe bijdragen. Het is ook nodig, want de vraag naar energie blijft wereldwijd stijgen, en overschakelen op hernieuwbare energie is maar een deeltje van de oplossing. Energie-efficiënter werken is minstens zo belangrijk.

Daarvoor had Dirk Van de Broecke enkele tips. Al deze tips pasten in de trias energetica, een driestappenplan dat bedrijven in hun eigen bedrijfsvoering kunnen toepassen.

1. Energiebesparing: analyseer je verbruik en voorkom verspilling

2. Duurzame energie: probeer de energie die je nodig hebt op een duurzame manier op te wekken (wind, zon, water, grond). In het beste geval doe je dat zelf.

3. Efficiëntie: als je toch een beroep doet op fossiele brandstoffen, gebruik die dan zo efficiënt mogelijk, bv. via een warmtepomp.

Op basis daarvan kregen de aanwezige bedrijven heel wat praktische tips. Bv. recupereer de warmte die een compressor genereert om een ruimte mee te verwarmen, kies voor LED-verlichting of isoleer je leidingen. De deelnemers gingen ook met elkaar in gesprek over welke stappen ze al in hun eigen bedrijf hadden gezet om hun energie-efficiëntie te verhogen, het verbruik te verlagen en zelf energie op te wekken.

Ook in de toekomst willen we vanuit BioForum biologische voedingsbedrijven samenbrengen rond thema’s die hen bezighouden en waarover ze van gedachten willen wisselen met andere bedrijven. Op die manier groeien we ook als sector.

MEER WETEN?

Is er een thema dat jou bezighoudt en dat misschien geschikt is voor een volgend lerend netwerk? Laat het weten aan Sofie Vandewijngaarden, adviseur biologische voedingsbedrijven sofie.vandewijngaarden@bioforum.be

ZORG 13 Bio Actief 58
Ook in de biosector leeft het energievraagstuk. Om samen naar antwoorden daarop te zoeken, organiseerde BioForum op 18 oktober een workshop voor biologische voedingsbedrijven.

Samen sterk

In mei dit jaar liep het Europese project DiverIMPACTS, dat onderzocht met welke acties er een bredere vruchtwisseling zou gerealiseerd kunnen worden in de Europese biolandbouw, ten einde. Organisaties in heel Europa gingen met die vraag aan de slag, elk met hun eigen aanpak en aangepast aan de lokale context.

Zo werkten ze in Zweden rond peulvruchten als linzen, gele erwten en bruine bonen, omdat die goed zijn voor de bodem. Verschillende partners werkten er samen om enerzijds boeren te stimuleren om peulvruchten op te nemen in hun teeltrotatie en anderzijds lokale erwtvariëteiten tot bij de Zweedse consument te krijgen.

In Vlaanderen liepen er twee casestudy’s: Inagro probeerde granen voor menselijke consumptie in rotatie te brengen door met de hele waardeketen te werken aan eerlijke prijzen. BioForum onderzocht op zijn beurt hoe samenwerking tussen gespecialiseerde

boeren kan leiden tot meer biodiversiteit op het veld. Daarvoor volgden we een aantal boeren die samenwerken in de praktijk, organiseerden we studiedagen en regionale meetings, en interviewden we een 25-tal boeren en adviseurs over de knelpunten en kansen in samenwerking. In wat volgt vatten we enkele belangrijke lessen samen.

Maar naast een stijgende biodiversiteit creëren samenwerkingen ook heel wat nieuwe mogelijkheden voor boeren, onder andere voor het sluiten van lokale kringlopen, innovatie, kennisdeling en sociaal welzijn. Dankzij samenwerkingen met anderen staan boeren sterker in hun schoenen.

De

lessen over samenwerking

Samenwerking heeft heel wat potentieel Eerst en vooral zagen we dat samenwerking tussen gespecialiseerde boeren kan leiden tot bredere vruchtwisseling, zeker in de vorm van grondruil of veevoederteelt. In gespecialiseerde groenten/akkerbouwteeltrotaties komen zo meer veevoedergewassen en omgekeerd.

De persoonlijke relatie staat centraal In een samenwerking speelt de persoonlijke relatie tussen boeren een cruciale rol. Dat wordt vaak onderschat. Een langdurige samenwerking die voor beiden goed voelt, valt of staat met de sociale aspecten: je noden en verwachtingen naar elkaar uitspreken, vertrouwen opbouwen, proactief communiceren als er iets misgaat, je inleven in andermans perspectief, duidelijke afspraken maken,…

14 Bio Actief 58
VOOR WIE? Bioboeren
geleerde
afgelopen 5
onderzocht BioForum via het project DiverIMPACTS
de samenwerking tussen
De
jaar
hoe
boeren kan leiden tot meer biodiversiteit op het veld. We blikken nog een laatste keer terug.
ECOLOGIE
“Ik heb echt het gevoel dat de rust die ik voor het land wilde bereiken ook echt zicht- en voelbaar is.”

Een samenwerking is geen handelsrelatie, maar een geven en nemen waar je samen sterker van wordt.

Het begint bij elkaar leren kennen Een groot knelpunt in de samenwerking tussen akkerbouwers/tuinders en veehouders is dat ze elkaar vaak gewoonweg niet kennen, omdat ze niet met elkaar in contact komen. Daarom organiseerde BioForum studiedagen en regionale meetings waar akkerbouwers, groentetelers en veehouders met elkaar in gesprek konden gaan over een bepaald thema. Op onze studiedag in 2022 discussieerden ze bijvoorbeeld over of, hoe, en voor welke prijs een akkerbouwer lokale eiwitten voor de veehouder kan telen. Met het project ‘Bioboeren in de Westhoek’ van Inagro komen bioboeren uit verschillende specialisaties regelmatig samen om te kijken hoe ze samen lokale problemen kunnen aanpakken. Ook de Biobedrijvengids en de zoekertjes op de website van BioForum bleken handige tools voor het vinden van collega’s.

De afstanden zijn nog groot Een ander knelpunt voor samenwerking is dat biobedrijven nog vrij verspreid liggen in

Vlaanderen. De afstanden tussen de bedrijven zijn nog relatief groot. Zeker als het om het ruilen van grond gaat, wegen de uren onderweg vaak niet op tegen de voordelen die een samenwerking biedt. Gelukkig zijn we een groeiende sector en biedt die groei nieuwe mogelijkheden.

Boeren zitten nog met heel wat vragen over samenwerking Nog een moeilijkheid is dat het opstarten van een samenwerking heel wat energie vraagt. Veel boeren weten niet goed hoe je daar aan begint. Ze zitten met vragen als: Wat kan een samenwerking voor mij betekenen? Waar vind ik een partner? Hoe bepaal ik de prijs van een voedergewas? Welke wetgeving is belangrijk?

Onze brochure op www.bioforum.be/samenwerking geeft antwoorden op zulke vragen en verbindt dat aan een aantal geslaagde voorbeelden. Verder onderzoek is nog nodig over hoe wetgeving en administratie een barrière vormt om samen te werken, aangezien deze nu erg focust op het individu en samenwerking niet als optie beschouwt.

vonden elkaar via een zoekertje op de website van BioForum”

En nu?

Het einde van dit project betekent niet het einde van onze focus op samenwerking. Integendeel, door de knelpunten en mogelijkheden in kaart te brengen, kunnen we nu meer onderbouwd aan de slag om samen te werken aan een sterkere en veerkrachtige biosector!

MEER WETEN?

Wil je graag meer weten over samenwerking, surf dan naar www.bioforum.be/ samenwerking, of neem contact op met An Jamart, adviseur boeren, via an.jamart@ bioforum.be. Op www.diverimpacts.net vind je alle 25 casestudy’s.

Bio Actief 58 15
fotografie Kobe Van Looveren
“We
NILS MOUTON VAN DE ZWALUW (MELKVEE), OVER DE SAMENWERKING MET GROENTEGEM (PLUKBOERDERIJ).

(G)een weg terug

Welke weg heeft een bioproduct afgelegd voor het in de winkel belandt? Dat zoeken we uit in de rubriek (G)een weg terug. Deze keer starten we bij de bouillon van Belfond en eindigen we tussen de koeien in West-Vlaanderen.

1 Belfond

Onze tocht begint bij Belfond, een artisanaal fabrikant van onder meer biologische drinkbouillons en fonds. Zaakvoerder Frederiek Ballière ontvangt ons met veel enthousiasme in het gebouw waar hij begin dit jaar naartoe is verhuisd, in Brakel: "Vandaag kennen mensen bouillon vooral in de vorm van blokjes, maar die bestaan bijna volledig uit zout met smaak- en bewaarmiddelen. Wij gaan terug naar de basis en maken fond en bouillon zoals onze ouders of grootouders dat deden."

Jullie hebben 2 producten. Wat is het verschil?

Onze fonds vallen onder de merken Belfond, Bon Fond en Biofond. Dat zijn ingrediënten, ze dienen als basis voor sauzen. Onze drinkbouillons kan je onmiddellijk consumeren en die zetten we in de markt onder de naam Brothway. Het fenomeen van ‘Bone Broth’ is in de Angelsaksische landen de laatste jaren zeer populair geworden en dus proberen wij het nu ook hier te introduceren. Het bevat massa’s proteïnen, heel veel collageen en nauwelijks vet. Heel gezond dus, en inzetbaar in tal van diëten of gezondheidskuren.

Verschilt de productiemethode dan ook?

In principe is dat hetzelfde proces, alleen de kruiding is anders. We koken dierbeenderen af, samen met groenten en kruiden. De botten die binnenkomen worden altijd de dag zelf verwerkt. Onze bouillon moet tot zo’n 72 uur trekken. Daarna wordt het gefilterd en afgevuld in potjes. We werken hier met 4 mensen, en veel is nog handenarbeid, temeer omdat we het zo écht en artisanaal mogelijk willen doen. 70 procent van onze productie zit onder eigen label, de rest doen we onder private label of voor industriële klanten die een fond willen verwerken in hun bereidingen.

Wie

zijn jullie klanten?

Voor onze fonds mikken we op een gastronomisch publiek. Naast particulieren komen ook restauranthouders steeds vaker bij ons aankloppen. Ze vinden de tijd of het personeel niet om zelf een fond te maken, en wij bieden een kwalitatief alternatief. Voor Brothway doen we aan pionierswerk. Onze klanten voor dat product zitten vooral in de biowinkel. We merken aan onze verkoopcijfers dat een enthousiaste winkelier het verschil kan maken, omdat die ook het verhaal kan brengen.

Voor een deel van je assortiment heb je beenderen van biologische runderen en kalveren nodig. Waar haal je die?

Daarvoor kan ik terecht bij Delemeat, een biologisch gecertificeerde versnijderij uit Gullegem. Ik help hen eigenlijk af van hun afval, ook al moet ik daarvoor betalen (lacht). Ook lamsbeenderen neem ik bij hen af, maar dat aanbod is heel klein, omdat die vaak per karkas verkocht worden.

Hoe is jouw relatie met Delemeat?

Wij hebben een goede verstandhouding en kunnen elkaar altijd bellen. Ik vind intermenselijke relaties zeer belangrijk voor ondernemers. Of het nu om een klant gaat of een leverancier: als je elkaar met het nodige begrip en respect behandelt, dan krijg je dat ook terug in moeilijkere tijden. Door de energiecrisis gingen bijvoorbeeld Oliviers prijzen omhoog. Ik klaag daar dan wel al grappend over, maar begrijp door onze gesprekken ook waar dat vandaan komt. En het doet geen afbreuk aan onze handelsrelatie. Nadeel van de laatste schakel zijn is natuurlijk dat je voortdurend moet afwegen of je al die prijsstijgingen van leveranciers ook zelf moet doorrekenen. Hoe duur kan je je product maken voor mensen afhaken omdat het te veel kost? Dat is een moeilijk evenwicht.

Bio Actief 58 16 EERLIJK

Delemeat

Olivier Lerouge, zaakvoerder van Delemeat, beaamt de goede relatie met Belfond. "Alle biobeenderen uit onze versnijderij gaan exclusief naar het bedrijf van Frederiek." Delemeat werd opgericht door Stephan Lerouge in 1977.

Zijn zoon Olivier stapte in de jaren negentig mee in de zaak: "Mijn vader is altijd voorvechter geweest van kwaliteitsvlees dat wordt gekweekt met oog voor dierenwelzijn. Daarom ook dat we snel op de biokar gesprongen zijn."

Wat doet een versnijder precies?

Bij ons komen de karkassen van dieren terecht na het slachthuis. Het gaat dan vooral om rund, kalf en lam. Die karkassen versnijden wij vervolgens tot technische delen vleesproducten. Denk aan biefstukken, maar ook aan gehakt of hamburgers. De beenderen blijven over, maar dat is zeker geen afval zoals Frederiek zegt (lacht). Het is belangrijk dat we die ook kunnen valoriseren. In de voedingsindustrie moet je uit elke grondstof het maximale rendement proberen te halen, niet alleen uit ecologisch standpunt maar ook vanuit economisch perspectief.

Hoe past bio in jullie werking?

In de jaren negentig zijn we gestart met biologisch runds- en lamsvlees. Toen verwachtte ik dat we tegen 2020 100 procent biologisch zouden werken, maar de markt groeit niet

zo snel als voorspeld. Soms is de vraag niet groot, soms volgt het aanbod niet. Vandaag is 35 procent van het vlees dat we versnijden biologisch. Voor ons mag dat best wat meer zijn. Ik geloof wel dat steeds meer mensen voor kwalitatief biovlees zullen kiezen.

Wat is het grootste verschil tussen biologisch en gangbaar vlees?

Visueel zien biovlees en gangbaar vlees er hetzelfde uit. Het verschil zit vooral in de omstandigheden waarin het dier wordt grootgebracht door de boer, de smaak wordt bepaald door de voeding en het terroir. Bij biokip is dat smaakverschil wel heel duidelijk. We zien dat gangbare veehouders steeds meer kijken naar bio. Keizersnedes worden veel meer in vraag gesteld, en ook het aantal dieren per stal of veld is verminderd ten opzichte van vroeger. Dat is een goede evolutie.

Wie zijn jullie klanten?

Ons versneden vlees gaat naar retail, slagers, foodservices. We verkopen dat trouwens enkel per kwartier. In de gangbare sector kunnen klanten nog aankloppen bij een versnijderij met de vraag "ik wil alleen maar 100 kilogram filet pur." Waar men niet altijd bij stilstaat, is dat je daar 15 runderen voor moet versnijden.

Uit zo’n rund komt nog heel veel ander vlees dat ook gevaloriseerd moet kunnen worden.

Onze klanten hebben veel begrip voor het feit dat dit niet kan bij ons. In de biowereld heerst toch iets meer besef dat we allemaal van ons bedrijf moeten kunnen leven.

Van waar komt het vlees dat jullie versnijden?

We werken voor ons biovlees samen met zo’n 30-tal biologische veehouders, vooral uit Wallonië. In veel gevallen lopen die samenwerkingen ook al heel wat jaren. Daar mikken we ook echt op: wij zitten niet de hele tijd te rekenen, maar mikken op langetermijnrelaties.

We zetten sterk in op vertrouwen. Dat is nodig, want de prijs die een boer krijgt wordt pas bepaald na het versnijden. Op voorhand geven we wel een richtprijs door, maar het is soms schrikken voor een boer. Er zit namelijk een groot verschil tussen het levend gewicht van een rund en de uiteindelijke kilo’s vlees die je er uit versnijden of verkopen kan. Tussen de rassen zitten ook verschillen. Zo heeft een Hereford-koe bijvoorbeeld een dikkere vetlaag, maar je kan het vlees niet allemaal met het vet versnijden, dus ligt het rendement wat lager.

We doen daarnaast ook loonwerk voor boeren die hun vlees zelf willen verkopen via pakketten, onder meer voor Hierford. We versnijden het en leveren het dan in vacuüm verpakkingen weer op de boerderij.

Bio Actief 58 17
2

Hierford

Hierford is het bedrijf van biologisch veehouder Johan Christiaens. Zijn bedrijfsnaam verwijst naar lokaal en naar het ras van zijn runderen: Hereford. Dat exclusieve vlees verkoopt hij sinds dit jaar in pakketten op zijn eigen boerderij.

Wanneer koos je voor bio?

Mijn ouders hebben altijd met veel zorg en liefde Belgische wit-blauwe runderen gekweekt. Ik heb het bedrijf overgenomen, maar na enkele jaren begon ik me meer en meer vragen te stellen bij mijn positie in de keten. Ik was als veehouder sterk afhankelijk van de anderen, van de veevoederindustrie tot en met de vleesgroothandel. Ik had ook het gevoel dat mijn werk maar matig gewaardeerd werd en dus besliste ik het over een andere boeg te gooien. Duurzaamheid is voor mij altijd belangrijk geweest. De keuze voor bio kwam daaruit voort. Tijdens mijn zoektocht kwam Stephan Lerouge hier op bezoek, en dat contact voelde meteen heel anders. Ik vind de relatie tussen zakelijke partners heel belangrijk. Ik wil meer zijn dan louter producent. De positieve reacties van klanten geven me ook energie om op dezelfde weg verder te gaan.

Waarom schakelde je om naar Hereford-koeien?

Sowieso is wit-blauw een ras dat biologisch niet kan, omdat geboortes uitsluitend via keizersnede kunnen. Hereford is een ras met een zeer goede vleeskwaliteit, maar ze hebben ook een heel zachtaardig karakter en zijn aangenaam om mee te werken. En ook niet onbelangrijk: ze zien er mooi uit. Regelmatig stoppen voorbijgangers om foto’s te nemen van mijn kudde.

Wat is de grootste moeilijkheid aan biologisch vleesvee?

Je moet vooral over veel grasland beschikken. Mijn dieren zijn volledig grasgevoerd en ze vertoeven het grootste deel van het jaar op de weide. Gelukkig werk ik samen met een aantal natuurorganisaties en staan veel van mijn dieren te grazen in natuurgebied. Voor veel gangbare boeren vormt nieuwe natuur een bedreiging, maar voor mij biedt dat wel wat mogelijkheden. Momenteel komen al mijn dieren in de winter nog terug naar de stal, omdat de percelen te drassig zijn. Mijn wens is om een deel van de kudde het jaar rond op de weide te kunnen laten grazen. Naar mijn mening een voordeel op gebied van dieren-

welzijn. Een voorwaarde is uiteraard dat de terreinen hiervoor geschikt zijn: voldoende droog en met bomen en houtkanten voor beschutting. Als dieren gaan kalven heb ik ze natuurlijk wel graag in de buurt, daarvoor heb ik geschikte stallen. Wat ik als grootste knelpunt ervaar is hoe ik met mijn verhaal de consument moet bereiken. Marketing is voor mijn bedrijf een erg belangrijk aspect.

Hoe werkt die vleesverkoop?

Elke maand laat ik één of twee dieren slachten en versnijden. Intussen kunnen particulieren een bestelling plaatsen via de website, en op een afgesproken dag komen ze langs op de boerderij om hun bestelling op te halen. Mensen kunnen ook losse stukken vlees kopen, maar ik verkies pakketten. Zo’n pakket bevat namelijk een evenredig deel van een volledig rund, en we willen dat graag volledig valoriseren.

MEER WETEN?

De producten van Belfond vind je op www.belfond.be. Voor Delemeat surf je naar www.maisonlerouge.com. Meer over Hierford kan je lezen op www.hierford.be

Bio Actief 58 18
3

INNOVATIEVE SECTOR

De oogst van een agroforestry-perceel

Agroforestry of boslandbouw is de doelbewuste combinatie van bomen en landbouwgewassen of -dieren op hetzelfde perceel. Hoewel er bomen worden aangeplant, behoudt de grond zijn landbouwfunctie. In principe kan je dus min of meer dezelfde zaken oogsten als op ieder ander perceel, maar er is tegelijkertijd nog zoveel meer mogelijk.

De eerste jaren dat een boer bomen combineert met akker- of tuinbouw hoeft hij met niet zoveel rekening te houden. De invloed op het eenjarige gewas zal verwaarloosbaar of zeer beperkt zijn. Worden de bomen groter, dan is het verstandig om te kiezen voor gewassen waarbij eventuele lichtcompetitie weinig impact heeft, zoals bij wintergranen. Ook grasland, al dan niet begraasd, kan goed gecombineerd worden met grotere bomen. De bomen geven beschutting aan de koeien en bv. notenbomen weren bovendien vervelende insecten.

De bomen leveren zelf ook een brede set van producten op. Voor de hand liggend is de houtproductie. Als je kiest voor snelgroeiende soorten zoals populier, heb je al gauw (na 20-25 jaar) een vrij hoge productie. Als je kiest voor trager groeiende soorten moet je langer wachten maar heb je kwaliteitsvoller (en dus waardevoller) hout. Maar ook hakhoutteelt, bv. met wilg, populier, tamme kastanje of robinia, behoort tot de opties.

Vruchten plukken

Hoogstamfruitbomen en notenbomen leveren na een aantal jaar vruchten op, die je via de lange of korte keten kan verkopen. Een stap verder kan zijn om het fruit en de noten te verwerken tot sap, stroop, confituur, gelei, walnotenolie, kastanjemeel etc. Beschik je zelf niet over de nodige machinerie of kennis, dan zijn er wel andere bedrijven die hierbij kunnen helpen. Op de website van Agroforestry Vlaanderen vind je fiches die jou op weg helpen.

Niet alleen mensen, maar ook dieren kunnen de oogst van de bomen appreciëren. Op sommige bedrijven doen varkens zich tegoed aan de vruchten die vroegtijdig van de bomen vallen. En de Spaanse gekende ‘pata negra’

varkens worden onder andere vetgemest op eikels. Geiten kunnen dan weer de gesnoeide takken van eik, wilg en els eten. Een gemengde houtkant met o.a. sleedoorn, eik, haagbeuk, meidoorn en kastanje bevat ontstekingsremmende, antiparasitaire of diarreeremmende stoffen. De geiten die langsheen en van de houtkant grazen, varen er wel bij. Ten slotte kan het snoeihout van de bomen ook verhakseld en gecomposteerd worden, gebruikt worden als mulch, of als biomassa voor het verbranden of opwekken van energie.

Er zijn dus heel wat opties, en het zal van je bedrijf afhangen wat de meest interessante optie is. Vaak worden meerdere functies gecombineerd en is niet alleen de productie maar ook een set ecologische functies van belang. Denk daarbij aan beschutting voor dier en/of gewas, vermindering van risico op erosie of nutriëntenuitspoeling, verhoogde biodiversiteit, etc.

MEER WETEN?

Op www.agroforestryvlaanderen.be vind je heel veel informatie. Je kan voor individueel advies ook contact opnemen met hun experts.

Bio Actief 58 19 ECOLOGIE
Waarom zou je als boer bomen planten? Agroforestry heeft heel wat voordelen, maar kan bijkomend ook extra oogstmogelijkheden bieden.

Steek het in hokjes

Staat er binnenkort op alle verpakkingen ook iets over de milieu-impact van een product? Dat is in elk geval het plan van de Europese Commissie. Hopelijk gaan ze daarbij doordacht te werk.

ECOLOGIE
tekst Kobe Van Looveren
Bio Actief 58 20
VERANDERENDE

De uitdrukking "duurzaamheid is een containerbegrip geworden" is intussen zelf ook al een cliché, maar het is waar dat anno 2022 elk bedrijf van zichzelf beweert duurzaam te zijn. Ook voedingsbedrijven bieden haast tegen elkaar op, en op verpakkingen verschijnen steeds meer zogenaamde labels, die aangeven hoe klein de impact van een bepaald voedingsproduct wel niet is.

De consument ziet zelfs door het omgehakte regenwoud de bomen niet meer, en dus wil de Europese Commissie ingrijpen. Enerzijds vinden ze het een stap vooruit om de zichtbaarheid van de milieu-impact van een product te vergroten, maar ze willen ook een wildgroei aan labels vermijden.

Bij een label horen natuurlijk criteria, en daar staat of valt alles mee. Ze moeten duidelijk zijn voor de consument en eenduidig. De Nutri-Score, het label dat bedoeld is om aan de consument te laten weten of een product gezond is of niet, breekt daar soms zijn tanden op stuk. Voor consumenten is het moeilijk te snappen dat diepvriesfrieten een A-score krijgen (omdat ze gemaakt zijn van aardappelen en er geen rekening wordt gehouden met de manier waarop je ze bereidt), terwijl zalm als vette vis een D-score krijgt.

Toch valt de komst van zo’n label aan te moedigen. Vandaag wordt er door bedrijven nog te veel aan greenwashing gedaan. Een duidelijke lijn over welke milieu-impact iets heeft, kan daarbij helderheid scheppen.

Meten is weten?

Maar er zijn ook valkuilen. Er zijn verschillende manieren om milieu-impact te meten, maar de meest gebruikte in de wetenschappelijke wereld is de Levenscyclusanalyse-methode (LCA). Bij deze methode kijkt men naar de zogenaamde ecologische voetafdruk van een product, van start tot afgewerkt product. Hoe belastend is de productie van de grondstoffen, hoeveel energie is er nodig om een product te maken, enzovoort.

Deze meetmethode wordt vooral gebruikt voor maakproducten zoals elektrische apparaten. Voor voeding zorgt het voor een discrepantie. Wat de LCA-methode niet doet is de positieve effecten van een bepaalde productiewijze meenemen. Kort gezegd: als je de negatieve effecten van een voedingssysteem zo goed

mogelijk kan beperken, dan scoor je automatisch goed. Doordat gangbare landbouw hogere opbrengsten heeft, zullen landschappen met kleinere velden en meer diversiteit daarom ook nooit als beste uit de analyse komen. LCA neemt ook een aantal belangrijke indicatoren niet mee: landdegradatie, verlies van biodiversiteit en effect van pesticiden. Het geeft bovendien een zeer eng beeld van de functies die landbouw kan hebben buiten voedselproductie. IFOAM Organics Europe, de Europese koepelorganisatie van de biosector, ziet de bui al hangen. Op die manier zal Europa gewoon uitkomen bij een voortzetting van de huidige intensieve landbouw. Een bekend Frans onderzoek bevestigde die conclusie al.

gen die bepaalde externe effecten zoals verlies aan biodiversiteit zichtbaar maken. Of je kan proberen om de positieve milieu-impact van een voedselsysteem mee te nemen in je berekeningen. Maar zelfs dan blijft de score van een product afhankelijk van de indicatoren die Europa al dan niet wil meenemen.

Er is met de Planet-score ook een volledig alternatief voor de levenscyclusanalyse. In Frankrijk wil men op basis van een nieuwe klimaatwet een duurzaamheidslabel lanceren in 2023. Een aantal organisaties zijn, vanuit de wetenschap dat de bestaande meetmethodes geen verandering van het landbouwsysteem brengen, daarom zelf een

Het probleem is dat duurzaamheid gelijk wordt getrokken met efficiëntie. Nochtans zou het logischer zijn als zo’n label ook leidt tot een duurzamer voedselsysteem, dat ook rekening houdt met planetaire grenzen en externaliteiten zoals het verlies aan biodiversiteit. Niet voor niets is biologische landbouw sinds 1991 in Europa het consistente duurzaamheidsmodel.

Het nieuwe milieu-impactlabel zou dat model niet mogen ondermijnen, maar moet consumenten en producenten vooral aanmoedigen om te kiezen voor producten die met minder pesticiden, kunstmest of antibiotica worden geproduceerd, en die meer oog hebben voor dierenwelzijn, biodiversiteit enzovoort.

Wat dan wel?

Maar welke methodologie kan Europa dan wel gebruiken om een duurzaamheidsscore te geven aan voedingsproducten? Feit is dat de levenscyclusanalyse-methode vandaag wordt gezien als de standaard, ondanks de eerder vermelde tekortkomingen. Een oplossing zou kunnen zijn om die methode aan te passen, zodat het resultaat meer rekening houdt met de realiteit. Je kan er indicatoren aan toevoe-

nieuwe meetmethode gaan ontwikkelen. De Planet-score houdt meer rekening met de echte milieu-impact, omdat hij ook kijkt naar externaliteiten als biodiversiteit, dierenwelzijn en gebruik van pesticiden. Hij houdt ook rekening met positieve indicatoren.

Ook fijn is dat je niet één algemene, nietszeggende score krijgt. De Planet-score duidt met subcategorieën aan waarop het eindcijfer is gebaseerd. Hoe goed scoort een product op het vlak van klimaat of pesticiden? Het is als een rapport op school, waar verschillende onderdelen leiden tot een algemeen eindcijfer.

Tot slot: labels zijn natuurlijk niet de enige manier om tot een duurzamer voedselsysteem te komen. Ze gaan immers heel erg uit van het idee dat bedrijven of consumenten de juiste keuze zullen maken, zolang ze er maar op gewezen worden welk effect hun keuze heeft. De transitie naar een duurzamer voedselsysteem moet ook ondersteund worden door een beleid daarrond, in de hoop dat er in de toekomst geen labels meer nodig zijn om de consument duidelijk te maken dat de milieu-impact van een bepaald product toch groter is dan gedacht.

Bio Actief 58 21 VOOR WIE? De
hele biosector
“De Planet-score houdt meer rekening met de echte milieu-impact.”

Het nieuwe GLB

Het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid treedt in werking vanaf 1 januari 2023. Dat proces heeft heel wat voeten in de aarde, ook voor de biosector.

Het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) brengt heel wat veranderingen met zich mee voor de landbouwers. Ook voor de biologische boeren zijn er een aantal nieuwe elementen. Belangrijk voor onze sector is uiteraard de biologische hectarepremie en de wijzigingen daar.

Moeizaam proces

Het nieuwe GLB kwam moeizaam tot stand. In juni 2018 lanceerde de vorige Europese Commissie haar eerste voorstellen. Het was meteen duidelijk dat Europa veel meer bevoegdheid wou geven aan de lidstaten om de landbouw te vergroenen. Een deel van de inkomenssteun zou dienen om boeren toe te laten op vrijwillige basis groene maatregelen (ecoregelingen) te treffen. Welke maatregelen dat dan precies zouden zijn, konden lidstaten zelf bepalen in een eigen strategisch landbouwplan, dat ze ter goedkeuring moesten voorleggen aan de Europese Commissie.

Vlaanderen ging op basis van die eerste voorstellen vrij snel aan de slag. Maar in 2019 zorgden verkiezingen – zowel op Europees als op Vlaams niveau – voor de nodige vertragingen. Uiteindelijk zou de startdatum van het nieuwe GLB twee jaar opschuiven. Vlaanderen diende pas in juli 2022 zijn plan in bij de Europese Commissie, als een van de laatsten.

IFOAM Organics Europe, de Europese koepelorganisatie van de biosector, hield met de slogan ‘Public money for public goods’ een stevig pleidooi om het gros van de middelen die werden ingezet voor de inkomenssteun te gebruiken om de nieuwe ecoregelingen te financieren en de landbouwmethodes van de biologische sector te bevoordelen. Het percentage van het budget dat uiteindelijk naar de ecoregelingen zou gaan, was voorwerp van veel discussie tussen de Europese Ministerraad van Landbouwministers en het Europese Parlement.

Het uiteindelijke resultaat stelde velen teleur. Het nieuwe GLB zal nauwelijks bijdragen tot de progressieve doelstellingen om kunstmest en pesticiden te verminderen en biologische

landbouw te stimuleren. Deze twee doelstellingen stonden nochtans in de Europese Green Deal en de Farm-to-Fork-strategie van 2020. Sommige organisaties, waaronder ook het Vlaamse Boerenforum, hadden het Europees Parlement zelfs opgeroepen om het volledige GLB weg te stemmen. "Zolang we de intensieve landbouw in functie van export blijven bevorderen, blijven de kleine en middelgrote landbouwers verdwijnen en verhindert het GLB de ontwikkeling van een boerenlandbouw die de voedsel-, sociale en ecologische uitdagingen van deze tijd aan kan", luidde het.

Ook BioForum was teleurgesteld, maar we wilden vermijden dat de boeren nog langer in onzekerheid zouden blijven en richtten onze aandacht daarom op het Vlaamse proces, dat eveneens al een tijdje aan het slabakken was.

Hoewel Vlaanderen vrij vroeg begon met het uitdenken van het strategische landbouwplan, legde onze regio haar plan toch heel laat voor bij de Europese Commissie. Bovendien oogstte dat plan veel kritiek bij Europa. In een brief met opmerkingen gaf de Commissie te kennen dat ze twijfelde of dit landbouwplan

WETGEVENDE
SECTOR
Bio Actief 58 22
ECOLOGIE

wel voldoende zou bijdragen aan een betere bescherming van het milieu en de biodiversiteit. Op veel punten was er een bijsturing nodig. Eind oktober (het moment dat dit artikel geschreven wordt) en twee maanden voor het nieuwe GLB van start zou gaan, zijn er hierdoor nog heel wat onzekerheden.

Wordt bio beter van het nieuwe GLB?

Even zag het er naar uit dat zo’n 20 tot 25 procent van de biosector niet meer in aanmerking ging komen voor landbouwsubsidies, inclusief de biologische voortzettingspremie. Vlaanderen wilde immers een nieuwe definitie van de actieve landbouwer toepassen, en veel boeren vielen daarbij uit de boot omdat ze te klein waren. BioForum trok aan de alarmbel, waardoor dit kon worden vermeden. We werden daarbij gesteund door de Europese Commissie, die in haar Farm-to-Fork-strategie stelt dat het aandeel biologische landbouw in Europa fors omhoog moet. Daardoor kon de Vlaamse overheid onze argumentatie niet naast zich neerleggen. Ook eiste Europa dat de lidstaten rekening zouden houden met boeren in bijberoep en boeren die hun bedrijf wensen te diversifiëren.

De biologische hectarepremie is een onderdeel van het GLB en dus van het strategische landbouwplan. Wie vanaf 2023 wil omschakelen naar bio, wordt beloond met een fors hogere omschakelingspremie dan vandaag het geval is. Voor grasland en meerjarige voederteelten wordt die 390 euro/ha, voor akkerbouwteelten, 900 euro/ha en voor fruit, groenten en kruiden 1.700 euro/ha.

Ook de biologische voortzettingspremie is grondig gewijzigd. In een eerste ontwerp waren de voorgestelde bedragen veel te laag. Nadat we dat herhaaldelijk benadrukt hebben, zijn die bedragen bijgestuurd, maar ze liggen nog steeds lager dan de huidige premies. Voor de eerste 5 ha zal een boer 200 euro/ha krijgen, voor de 6de tot de 75ste ha, 100 euro/ha en daarna 50 euro/ha. Hopelijk zal dat de sector er niet van weerhouden om biologisch te blijven boeren!

De nieuwe voortzettingspremie lijkt op het eerste zicht dus slecht nieuws, maar positief is wel dat die voor het eerst combineerbaar is met alle andere mogelijke maatregelen (zogenaamde agromilieumaatregelen en de nieuwe ecoregelingen). Dat zijn er heel wat

en sommige daarvan, zoals mechanische onkruidbestrijding, gewasrotatie of het verhogen van het koolstofgehalte in de bodem passen biologische boeren sowieso al toe. Ondanks de lagere voortzettingspremie is de kans dus groot dat het nieuwe systeem uiteindelijk gunstig uitpakt voor de biosector.

BioForum houdt de vinger aan de pols

In het voorjaar van 2023 zal hopelijk alles rond het nieuwe GLB helemaal duidelijk zijn. BioForum zal dan een infosessie organiseren over het Vlaams landbouwplan, met de focus op de mogelijkheden die dit nieuwe plan biedt voor de bioboeren. We sturen daarnaast ook onze GLB-Flashes: speciale nieuwsbrieven waarmee we onze leden zo goed mogelijk op de hoogte houden van belangrijke ontwikkelingen. Ontvang je die nog niet? Geef ons een seintje.

MEER WETEN?

Wie concrete vragen heeft omtrent het GLB en bio, kan daarvoor terecht bij Esmeralda Borgo esmeralda.borgo@bioforum.be

fotografie
Bio Actief 58 23
Kjell Gryspeert

Innovatieve eiwitteelten

Vlaanderen streeft er naar om tegen 2030 60% van zijn eiwitconsumptie in te vullen met plantaardige eiwitbronnen en 40% met eiwitten van dierlijke oorsprong. Biologische landbouw is daarin een voorloper. We tonen wat er vandaag al gebeurt op het vlak van eiwitteelten.

ECOLOGIE
tekst Kobe Van Looveren
Bio Actief 58 24
TOEKOMSTIGE SECTOR

In de biologische teelt vormen eiwitgewassen een vast onderdeel in de vruchtwisseling. Peulvruchten binden stikstof uit de lucht en geven de stikstof daarna vrij in de bodem als bemesting. Zo worden energieverslindende kunstmeststoffen vermeden, wat ook positief is voor het klimaat.

De regionale teelt van eiwitgewassen maakt onze veehouderij ook minder afhankelijk van buitenlandse eiwitproductie. Vooral biologische soja voor o.a. varkens en kippen komt nu nog steeds in belangrijke mate uit China, India en Togo. Door de eiwitgewassen zelf te telen worden kringlopen beter gesloten. Bovendien hebben ze een lage milieubelasting. Ze passen dus uitermate goed bij een voedselpatroon met minder dierlijke eiwitten, zonder dat een consument moet inboeten aan voedingswaarde. Al die gunstige eigenschappen zijn vandaag nog niet voldoende bekend bij het grote publiek.

Om de Vlaamse eiwittransitie vorm te geven zijn wel nog heel wat knelpunten te overbruggen. Sommige teelten doen het minder goed in onze regio en bepaalde peulvruchten bevatten antinutritionele factoren of zelfs toxines. Bovendien is de Vlaamse keuken niet altijd even vertrouwd met peulvruchten. Gelukkig reiken heel wat projecten oplossingen aan: ze promoten de teelt, verwerking en consumptie van diverse plantaardige eiwitbronnen. Hieronder geven we een overzicht.

SymBIOse

In het interregionale SymBIOse-project hebben Noord-Franse, Waalse en Vlaamse onderzoeksinstellingen samen een innovatief proefprogramma opgezet voor teelttechnieken van vlinderbloemigen en hun plaats binnen de gewasrotatie. Resultaten van dit project vind je op http://symbiose-interreg.eu

Postharvest

In het project Postharvest gaat BioForum na welke infrastructuur er vandaag in de Vlaamse biologische sector aanwezig is voor de behandeling van granen en eiwithoudende gewassen en waar er nog noden zitten. Na een bevraging werd duidelijk dat er op dit moment vooral nood is aan infrastructuur die helpt met sorteren, reinigen en pellen. Dat zijn we nu verder aan het onderzoeken.

De vraag sluit aan bij de stijgende interesse naar mengteelten. Vandaag worden vlinderbloemigen steeds vaker samen met granen geteeld. Meestal resulteert zo’n mengteelt in een hogere totale opbrengst dan bij enkelvoudige teelten. Alleen moeten de twee gewassen na de oogst weer van elkaar gescheiden worden.

Ook de teelt van spelt en andere te pellen gewassen zoals emmer en eenkoorn hebben de laatste jaren aan interesse gewonnen. Het is dan ook van belang dat zulke teelten na de oogst verwerkt kunnen worden. Het uiteindelijke doel van Postharvest is één of meerdere ondernemers te vinden die willen investeren in dergelijke infrastructuur en dit idealiter ook willen inzetten voor collega-landbouwers.

Lupine

Vandaag is lupine nog een kleine markt in de eiwitteelt. Nochtans kent dit gewas bijzonder veel toepassingen in de menselijke consumptie. Witte lupine wordt o.a. verwerkt tot meel, pasta, vervangkoffie, spread, vleesvervanger (worstjes, schnitzel, burgers), kwark en mayonaise. Ook blauwe lupine is een belangrijke eiwitbron voor menselijke consumptie.

Sommige mensen zijn wel allergisch voor lupine, veelal in combinatie met een allergie voor pinda's. Voor menselijke consumptie is het belangrijk dat het alkaloïdegehalte lager is dan 0,2 g/kg. Dit is voor plantenveredelaars een belangrijk selectiecriterium, naast de tolerantie tegen anthracnose Onder andere het project "Boon voor Leuven" onderzoekt de mogelijkheden voor lupine, gele erwten en veldbonen in menselijke voeding.

Veldbonen

Veldbonen worden vooral geteeld als veevoeding. Toch zijn er ook kansen in de humane voeding. Veldbonen zijn bovendien gegarandeerd glutenvrij. Het Noord-Franse project FÉV’INNOV onderzoekt de mogelijkheid om deze fracties toe te passen in humane voeding. In 2017 startte het bedrijf Graine de Choc met de productie van een smeerpasta op basis van veldbonen. Door het toevoegen van cacao wordt een volwaardige chocoladepasta geproduceerd. Met dit voorbeeld als inspiratie, begeleidt BioForum nu twee stu-

denten van Thomas More in Geel om nieuwe producten voor menselijke consumptie te ontwikkelen op basis van veldbonen. Op die manier willen we ook nieuwe marktmogelijkheden ontwikkelen.

In het Nederlandse project FlevoVeldboon teelden de voorbije jaren 6 Nederlandse telers veldbonen voor humane consumptie. Maaltijdproducent De Kroes ontwikkelde er vegetarische burgers en Flevospread mee. In samenwerking met het Louis Bolk Instituut werd een rassenproef aangelegd om na te gaan welk ras het meest geschikt is voor humane consumptie, goed is voor de bodem, en makkelijk te verwerken is.

Soja

De sojaboon is een van de belangrijkste peulvruchten. Bij ons wordt soja nauwelijks geteeld omdat er geen variëteiten zijn die aangepast zijn aan ons klimaat. Hierdoor is het teeltrisico hoog. Veredelaars werken momenteel aan nieuwe variëteiten die geschikt zijn voor onze teeltomstandigheden. La Vie est Belle en De Hobbit gingen de voorbije jaren elk een samenwerking aan met Belgische telers voor de productie van soja en verwerking tot o.a. spreads en vleesvervangers.

Linzen

Linzen kan je in verschillende maten en kleuren terugvinden. De zaadhuid van de lensvormige zaden varieert tussen groen, bruin, grijs, gespikkeld paars en zwart. Na het verwijderen van de zaadhuid zijn de gele, groene of oranje tot rode zaadlobben zichtbaar. Linzen zijn een relatief droogtetolerant gewas. Ze kennen hun toepassing in zowel voeding als voeder (hoog eiwitgehalte en goede verteerbaarheid). Het Waalse Graines de Curieux teelt en verhandelt reeds 15 jaar Belgische biologische linzen. Die worden uitsluitend binnen België verkocht. In 2021 startte Abinda met de verwerking van biologische linzen afkomstig van het akkerbouwbedrijf Humus in Zulte. Er wordt o.a. linzenpaté, Smokey Linzen Paprika spread en Linzen-Dadel spread mee gemaakt.

MEER WETEN?

Voor meer info neem je contact op met Paul Verbeke paul.verbeke@bioforum.be

Bio Actief 58 25
VOOR WIE?

Zorgen voor elkaar

Sinds november kan je elke maandagavond op tv-zender VTM kijken naar het programma Out Of Office. Daarin trekken vijf mensen met een burn-out naar een zorgboerderij om er te helpen aan de bouw van een biologische hoevewinkel en op die manier even op adem te komen, los te komen van een systeem waarin ze niet meer functioneerden.

Maar de televisiereeks is maar het slotstuk van een verhaal dat al veel eerder begon. We spraken af met de mensen achter de coöperatie Veldvolk, een samenwerking tussen zorginstelling Emiliushoeve en biologische landbouwbedrijven Vark en Herdershof.

Saskia Benus, oprichtster van de Emilius— hoeve, legt uit: "We zijn in 2003 met onze hoeve gestart vanuit het idee dat mensen met een beperking – zelf noem ik ze liever deelnemers – ook het recht hebben om in de landbouw te werken. En dat de 40 mensen die we begeleiden maximale kansen krijgen om in een regulier arbeidscircuit te werken. Dat kunnen ze bij ons dankzij de nabijgelegen biologische boerderijen Vark en Herdershof."

een van de boeren bij Vark: "Onze kleinschalige veehouderij is oorspronkelijk ontstaan binnen de Emiliushoeve, maar intussen zijn we een apart bedrijf. We hebben 20 hectare, onder meer in natuurgebied, waarop we op een heel extensieve manier varkens en runderen houden. Daarnaast telen we grove groenten. We verkopen het vlees in pakketten en aan horecaklanten."

En dan is er nog Herdershof, het tuinbouwbedrijf van Bas, Emma en Wannes. "We telen biologische groenten voor zo’n 400 gezinnen, die we verdelen via groentepakketten. We hebben ook eieren, en sinds kort is Emma begonnen met biologische bloemen onder de naam Herdersbloem."

Een hoevewinkel als groeimogelijkheid

Zowel Vark als Herdershof bieden aan mensen van de Emiliushoeve een werkplaats aan. Waarom was er nood aan een hoevewinkel?

Saskia: Op die vraag zijn er eigenlijk twee antwoorden. Er staan op dit moment 16.000 mensen op een wachtlijst. Dat zijn heel veel mensen die gewoon deel uitmaken van onze maatschappij, maar geen enkele kans krijgen om er aan deel te nemen. Onze winkel, die ook een verwer-

kingsruimte voor soepen en zo krijgt, zal ruimte bieden aan 15 nieuwe werkplekken. We helpen de wachtlijst dus kleiner te worden.

Daarnaast zien we dat een aantal van onze medewerkers door de jaren ontzettend gegroeid zijn in wat ze kunnen. Dat komt omdat we ze de nodige verantwoordelijkheid geven om te kunnen groeien. Meedraaien in een hoevewinkel is voor hen een nieuwe groeimogelijkheid, een stap in de echte economie.

Sommige van onze mensen zouden perfect kunnen meedraaien in het gewone werkleven. Kristie, die het syndroom van Down heeft en ook in het tv-programma zit, zou zonder problemen op een onthaal kunnen werken. Alleen is onze maatschappij daar niet op ingesteld. En dus dachten wij: als onze mensen niet kunnen of mogen meedraaien in de maatschappij, dan halen we de maatschappij naar ons, via de winkel. Maar die stap konden we alleen maar zetten dankzij de samenwerking met Vark en Herdershof."

Kan je dat uitleggen?

Saskia: "Wij zijn een zorginstelling, geen maatwerkbedrijf. Wat zouden wij met veertig mensen moeten doen als er geen landbouwbedrijven zouden zijn waar ze terecht kunnen? Het is goed dat onze medewerkers kunnen

Zorg is een van de basisprincipes van de biologische landbouw. Dat heeft Veldvolk goed begrepen. De samenwerking tussen een zorginstelling en twee landbouwbedrijven leidde tot een hoevewinkel waar zorg centraal staat.
SECTOR IN GESPREK
Bio Actief 58 26
fotografie Sophie Nuytten Koen Geelen is samen met Sophie en Pepijn
ZORG

meedraaien in een echt productiesysteem, zonder dat wij de eindverantwoordelijkheid over de bedrijfstechnische aspecten dragen.

Bas: "Omgekeerd geldt dat ook trouwens. We kunnen de extra handen gebruiken, maar hoeven ons niet bezig te houden met het aansturen van die mensen. Dat gebeurt door de begeleiders van de Emiliushoeve."

Koen: "Een van de redenen waarom we gekozen hebben voor een coöperatieve structuur is ook omdat we op die manier geen middelen die eigenlijk de zorg toebehoren wegtrekken naar de landbouw. Dat zou niet kloppen. Zo kan je een bedrijf als Vark niet runnen met medewerkers die met zorgmiddelen betaald worden. Dieren hebben 24u op 24u verzorging nodig, daar heb je boeren voor nodig. Maar de extra handen zijn welkom."

Wat maakt een hoevewinkel een goede werkplek voor de mensen van de Emiliushoeve?

Saskia: "Het zet in op de sterktes van onze mensen. Een winkel of verwerkingsruimte is een duidelijke omgeving. Niet iedereen snapt het dat als we een zaadje in de grond planten we niet de volgende dag kunnen gaan oogsten. Soep maken is helder: je begint ’s morgens groenten te kuisen en ’s middags is de soep klaar en kan je ze verkopen aan de mensen. Daarnaast is een winkel een sociale omgeving, en onze mensen zijn heel sterk in hun contact met andere mensen."

Bas: "Ik denk dat de warmte die ze uitstralen een van de grote kwaliteiten zal zijn van de winkel. "

Saskia: "Ik verwacht dat veel klanten een knuffel gaan krijgen als ze langskomen." (lacht)

Koen: "In de winkel zullen de mensen groentepakketten kunnen afhalen, vleespakketten van Vark kunnen kopen en verwerkte producten zoals soepen of stoofvlees. Er zal ook een lange tafel zijn zodat mensen onze producten kunnen proeven, al mag je het niet zien als horeca. Daarnaast bieden we ook producten aan van andere lokale biohandelaars."

Wat waren de grootste uitdagingen om dit voor elkaar te krijgen?

Saskia: "Financieel is het natuurlijk een uitdaging. Het Vlaamse zorgsysteem zet graag in op integratie en inclusie, maar geeft er niet altijd de middelen voor.

Gelukkig zien we dat er heel wat mensen geloven dat onze doelgroep evenveel recht heeft om maatschappelijk mee te tellen. Het is ontroerend om te beseffen dat twee derde van de hoevewinkel gefinancierd werd door sponsors en sympathisanten. Mooi hoe een zorgboerderij ook zorgt voor sociale beweging."

Kwaliteiten in beeld

Jullie verhaal is al enkele weken te zien op VTM. Wat is hun rol in dit verhaal? Saskia: "Voor alle duidelijkheid: we hebben niet meegedaan aan het programma omdat het ons financiële middelen zou opleveren. VTM is op een bepaald moment bij ons komen aankloppen met dat programma-idee."

Koen: "Ook zonder VTM zou de hoevewinkel er gekomen zijn, het zou alleen wat langer

Bio Actief 58 27

geduurd hebben. Ze wilden die hele transformatie filmen op een periode van zes maanden. Het resultaat is een prachtige, ecologisch gebouwde hoevewinkel."

Bas: "Die zes maanden, dat was wel een hels tempo. Ook voor ons was dat een uitdaging."

Ben je blij met het resultaat op tv?

Saskia: "Ik vond het heel belangrijk dat het programma de kwaliteiten van onze mensen in beeld bracht. Welke meerwaarde ze kunnen bieden. Dat is wel gelukt. Onze medewerkers zijn ontzettend openhartig en tolerant voor mensen die anders zijn, omdat ze zelf ook anders zijn geboren. De manier waarop ze door die openhartigheid haast therapeuten worden voor die mensen met een burn-out, dat is heel mooi om te zien."

Begin januari gaat de winkel definitief open. Spannend?

Saskia: "Zeer spannend. Wij zijn het niet gewend om een bedrijf te leiden, dus we moeten leren economisch te denken. Dat gaat over heel eenvoudige dingen. Hoeveel uren kunnen onze medewerkers per dag aan? Op basis daarvan moeten we uurroosters maken. We schakelen echt wel een versnelling hoger. We zullen 3 dagen per week open zijn: donderdag, vrijdag en zaterdag, telkens van 9 tot 18 uur.

Ik heb er tegelijk wel vertrouwen in dat het goed komt, al is het verhaal nog niet klaar. De volgende stap is landbouwgrond. Zowel Vark als Herdershof werken samen met De Landgenoten om grond aan te kopen."

Grond nodig

Hoe past dat in het verhaal van Veldvolk?

Koen: "Er is een groot probleem met toegang tot grond. De manier waarop De Landgenoten werkt (grond aankopen en die dan verhuren aan bioboeren, red.), is een fantastisch antwoord op die problematiek. Zowel voor Herdershof als voor ons is dat een zeer welgekomen hulp. Voor Vark is het probleem nog net iets prangender: als kleinschalig, extensief bedrijf is het onmogelijk om alle middelen bij elkaar te halen om de hoeveel

grond die we nodig hebben zelf te financieren. Alleen hebben we al die hectares wel nodig om onze dieren genoeg ruimte te geven en zelf onze voedergewassen te kunnen telen."

Saskia: "En wij hebben die bedrijven nodig om ons verhaal te doen kloppen. Veldvolk is een hoevewinkel, daarvoor heb je dus ook landbouwbedrijven nodig. Mensen die bijdragen tot De Landgenoten dragen dus indirect ook bij tot Veldvolk."

Koen: "Daarom lanceer ik ook graag nog een warme oproep om naar de website van De Landgenoten te gaan en aandeelhouder te worden van onze projecten. Omdat we voor Veldvolk al geld hebben ingezameld is het moeilijk om nog eens aan te kloppen bij dezelfde mensen."

Saskia: "Wij zijn een korteketenwinkel, dus landbouwproductie hoort erbij.

Dat neemt niet weg dat we ook zullen samenwerken met andere lokale bioproducenten, voor die producten die we zelf niet kunnen produceren."

MEER WETEN? Op www.veldvolk.com vind je al de nodige informatie. De crowdfunding voor Vark en Herdershof vind je op www.delandgenoten.be

Bio Actief 58 28

Bio Bruist

Op 23 september organiseerden we in de Gentse Vooruit ons event Bio Bruist. Een groot feest waarop de hele biosector elkaar kon ontmoeten. Een zeer fijne dag was het, en gelukkig hebben we de foto’s nog!

ONTMOETENDE SECTOR Bio Actief 58 29

Kijken bij de buren

Entresetas Paddenstoelen plukken

In het Spaanse Palencia runt Nazaet Mateos Alvarez een biologische paddenstoelenkwekerij. Ze won de EU Organic Award voor boerin omdat ze met haar bedrijf voor nul procent milieu-impact gaat. Dat doet ze onder andere door haar waterverbruik heel sterk terug te dringen. Haar bedrijf ligt in een bevolkingsarm gebied. Door lokale ouderen tegen een faire vergoeding de paddenstoelen te laten plukken, geeft ze haar bedrijf ook een sociale functie. www.entresetas.com

De biosector is in volle ontwikkeling en vormt zo een motor voor innovatie en ondernemerschap. Deze keer belichten we enkele inspirerende biobedrijven uit andere regio’s, die allemaal in de prijzen vielen bij de EU Organic Awards op 23 september 2022.

Lilla Bjers HB Slakken op het menu

De Zweedse bioboerderij Lilla Bjers viel bij de EU Organic Awards in de prijzen als beste biologisch restaurant. Ze gaan voor het concept ‘van zaad tot bord’, waarbij ze zelf honderden gewassen telen en daarnaast samenwerken met boerderijen uit de buurt. Omdat de nabijgelegen Baltische zee overbevist wordt, staat er geen vis op de kaart. In de plaats daarvan teelt men biologische wijngaardslakken. Jonge boeren en chefs die willen leren waar biologische voeding een verschil maakt, kunnen er een opleiding volgen. www.lillabjers.se

La ferme à l’arbre de Liège

Supermarkt op de boerderij

Er viel op 23 september ook een Belgische onderneming in de prijzen. De EU Organic Award voor biowinkels ging naar La ferme à l’arbre de Liège. Deze Waalse biowinkel verkoopt al sinds 1978 producten van de eigen boerderij en van bioproducenten uit de streek. De focus ligt op circulaire productie: zo maken ze hun eigen charcuterie en zorgen ze zelf voor het voer van hun dieren. www.ferme-paque.be

30 Bio Actief 58

Word lid van Bioforum

en draag bij tot de stem van een sector!

Jij beslist mee

Wij hechten veel belang aan stemmen uit de sector. Als lid speel je mee een rol in de vorming van standpunten. Enkel als lid kan je ook zetelen in de Raad van Bestuur of Algemene Vergadering en bepaal je mee waar wij op moeten inzetten.

Persoonlijk advies

De biologische bedrijfsvoering vergt heel wat van een ondernemer: nieuwe technieken, nieuwe leveranciers, nieuwe afnemers en een wetgeving die voortdurend evolueert. De medewerkers van BioForum staan jou graag bij met advies op maat.

Voordelen voor jouw bedrijf

Als lid van BioForum geniet je van kortingen op pro momateriaal voor jouw bedrijf, op studiedagen en advertenties. Als lid krijg je korting bij onze partners. We zetten vooral leden in de kijker in de media. Enkel als je lid bent, kan je het Biogarantielabel dragen.

Versterk je netwerk

Een sterk netwerk is een kapitaal waard, zeker in de kleinere biosector. Speciaal voor leden organiseert BioForum nuttige netwerkmomenten. De personeelsleden van BioForum staan je individueel bij om je netwerk uit te breiden. Ons netwerk is ook het jouwe.

In actie voor jouw belangen

BioForum is dé gespreks-partner voor overheid en middenveld als het over bio gaat. We zetelen in meerdere belangrijke raden en adviseren het beleid, Vlaams, Belgisch en Europees. Hoe meer leden, hoe sterker onze boodschap.

WIL JIJ OOK LID WORDEN?

Surf snel naar www.bioforum. be/wordlid en meld je daar aan! Je vindt daar ook de tarieven voor lidmaatschap.

Meer dan 400 bedrijven hebben ervoor gekozen om lid te worden van BioForum. Ze hebben daar maar liefst vijf redenen voor.
WORD LID

Wie anders is even lokaal als u?

Onze 200 Agri-experts staan voor u klaar.

Crelan weet als geen ander wat er leeft en beweegt in uw buurt. We houden met z’n allen opnieuw van meer lokaal. Net als onze Agri-experts, die u betrouwbaar advies en een degelijke ondersteuning bieden om uw lokale ambities te doen slagen. Ook zij gaan daarvoor tot het uiterste. Want wie gaat voor duurzaam, verdient duurzame steun uit de buurt. Toch?

Afspraak bij uw expert in een Crelan-agentschap in uw buurt.

www.crelan.be

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.