5 minute read
Bram en Reinout maken animatiefilms in de Lange Leemstraat Met de juiste animatie maak je van een eenvoudige kubus een geloofwaardig personage
In de Lange Leemstraat 324, aan de rand van het Groen Kwartier, staat sinds vorige zomer “Rabbit Hole 2D & 3D Character Animation Studio” op de etalage. In de donkere ruimte vol computerschermen maken twee jonge veertigers korte animatiefilms voor commerciële bedrijven en overheidsinstanties. En ze dromen stiekem ook over de langspeelfilm die ze ooit samen willen maken. (Luc PANDELAERS)
Hoe wordt iemand animatiefilmmaker?
Advertisement
Reinout Swinnen: “Wij hebben samen een opleiding animatiefilm gevolgd aan Sint-Lucas in Brussel. Die opleiding was twintig jaar geleden nogal oubollig en de toenmalige docenten hadden niet veel kaas gegeten van computeranimatie en -tekenen. We hebben allebei vooral het vak geleerd op allerlei online platformen en door zelfstudie.”
Zijn jullie meteen na het afstuderen gaan samenwerken?
Bram van Rompaey: “Reinout had voor zijn eindwerk een kortfilm gemaakt Something Fishy, waarmee hij een prijs won op het kortfilmfestival “Leuven Kort”. Zo trok hij de aandacht van het Gentse bureau Madoc, dat een film in die stijl zocht voor het museum van de Zwinstreek. Maar omdat het te veel werk was om dat alleen klaar te spelen, heeft hij mijn hulp ingeroepen, het begin van onze professionele samenwerking. In onze jeugdige overmoed hebben we meteen in 2006 een bedrijfje opgericht. Onze boekhouder bekende onlangs dat hij destijds dacht dat we het hooguit zes maanden zouden uitzingen… Dat bedrijf hadden we aanvankelijk Plan’78 genoemd – 78 is ons beider geboortejaar – en tot vorig jaar zaten we in een huurpand op het De Coninckplein. Aangezien niemand het getal 78 kon onthouden, hebben we onlangs besloten om onze naam te veranderen. De nieuwe naam Rabbit Hole verwijst naar het konijnenhol dat naar Wonderland leidt in Alice in Wonderland. Dat leek ons een geschiktere naam voor een animatiestudio.”
Wie zijn jullie klanten en welke diensten kunnen jullie aanbieden?
Bram van Rompaey: “We maken vooral 2D en 3D karakteranima- tie maar ook illustraties en motion design. Sinds de coronacrisis hebben we ons ook op Augmented Reality gegooid, een heel nieuwe technologie om digitale beelden over de omgeving te plaatsen met een smartphone of AR-bril. Onze klanten zijn zowel communicatiebureaus als individuele klanten. We maken advertenties voor tv en sociale media, explainer animaties, presentaties voor events, en dat zowel voor commerciële bedrijven als voor overheidsinstanties. Een paar namen: Aldi, Dacia, mijnverbouwpremie.be, VREG, Regionale Landschappen...”
Voor jullie is het begrip “karakteranimatie” blijkbaar erg belangrijk. Wat bedoelen jullie daarmee?
Reinout Swinnen: “Voor ons is het vooral belangrijk dat onze animatiefiguren een persoonlijkheid krijgen. Ze moeten door hun manier van bewegen en reageren een verhaal vertellen. Technische perfectie en grafische hoogstandjes zijn minder van belang. De persoonlijkheid van het personage staat voorop. Ik heb al heel wat werk gezien dat er visueel ongelofelijk knap uitzag, maar waarvan de animatie niet deugde. Met de juiste animatie kun je zelfs van een eenvoudige kubus een geloofwaardig personage maken.”
Verzorgen jullie zelf ook het geluid van jullie producties?
Reinout Swinnen: “Meestal wel. We hebben een uitgebreid geluidseffectenbestand en ik maak zelf ook wel een beetje muziek”.
Bram van Rompaey: “Dat is een understatement hoor! Reinout is een topmuzikant die al jaren toetsenist is bij K’s Choice, de band van Sam Bettens. Maar we doen wel een beroep op een geluidsstudio voor stemopnamen. Echt complex wordt het pas als we onze animatiefiguurtjes moeten laten bewegen in een speelfilm zoals in de advertentie voor Aldi. Dan zijn we altijd aanwezig bij de filmopnames om er zeker van te zijn dat er voldoende ruimte in het beeld is om onze animaties vrij te laten bewegen.”
Heeft de coronacrisis een grote impact gehad op jullie?
Bram van Rompaey: “Dat is al bij al nogal meegevallen. Er zijn een aantal opdrachten afgezegd of uitgesteld maar we hebben zoals veel bedrijven ook overheidssteun gekregen in die periode. En vanaf vorig jaar is het opnieuw vlotter beginnen te lopen. Er wordt dan wel gezegd dat het crisis is, maar we merken dat onze opdrachtgevers juist meer investeren in reclame. Onze grootste dip hebben we gehad juist vóór corona, toen liepen we tamelijk wat projecten mis. Ik stond toen even op het punt om bij de VDAB te gaan vragen of ze geen parttime jobje hadden. Het leven van een zelfstandige heeft veel ups en downs. Maar onze passie voor het vak heeft ons al elke keer door die downs gehaald.”
Jullie leven vooral van commerciële opdrachten. Hebben jullie niet de behoefte om ook meer persoonlijk en creatief werk te gaan maken?
Reinout Swinnen: “Natuurlijk wel. We hebben al de kortfilm Lunch break gemaakt die wel wat succes heeft gehad op festivals en we zijn nu aan het brainstormen voor een volgende. Maar de droevige realiteit is dat daarmee niks te verdienen valt. Bij momenten dromen we er zeker van om ooit een langspeelfilm te maken. Maar daar kruipen duizenden werkuren in. Dus gaan we eerst een forse sponsor moeten vinden, en vooral een goed verhaal!”
Een selectie animatiefilms van Bram en Reinout is te vinden op de website www.rabbithole.be
BAKKERIJ GYBELS: OPEN OP ZONDAG
Bakkerij Gybels • Dageraadplaats 9
Open elke dag vanaf 6u30 tot 17u
Woensdag: tot 15u • Vrijdag: tot 14u
Zaterdag: gesloten • Zondag: tot 13u
Bestellingen: 03-235 53 21
Er is een nieuwe. Neen, geen niéuwe wel een tijdelijke, snel gedropt. Toen ik er voor het eerst binnenkwam, was ik meteen ongemakkelijk gedesoriënteerd, je zou voor minder. Je was jaren in een bepaald patroon geprogrammeerd, je vond blindelings je weg want zo wilden ze dat. Maar je zag er ook mensen die je kende, sloeg wel eens een praatje. Herstelde snel van kleine veranderingen. Neen, natuurlijk een buurtwinkel was het wel niet. Zo’n supermarkt heeft nooit die ambitie, het gaat om producten verkopen, veel en snel, en aan veel mensen. Maar door de omstandigheden, pal in de wijk, kreeg die supermarkt wel – naast zijn bredere bereik – een soort buurtbetekenis. Dat eigenlijk ook als gevolg van het contradictorische feit dat hij (of beter het mechanisme erachter) alle kleintjes opat. Slager, groeteboer, kruidenier. Ja er bleven er nog wel over of er staken er weer de kop op. Maar het geconcentreerde aanbod lokte veel extra gebruikers. We hebben nu een vervanging van dit ooit breed uitgemeten winkelcomplex. Naast het oude neergedaald, dat op zijn beurt wacht om een ruïne te worden en dan weer te herrijzen. Maar vanaf nu kom ik een container binnen, alsof die in de wijk geprojecteerd is vanuit een andere tijd. Als ik er binnenstap dan krijg ik het gevoel van een kille volgepropte doos, een soort geïsoleerde tijdscapsule die mij aanspreekt in een soort cybertaal.
Of ik beland ben in een futuristische omgeving waarin ik voeding moet halen uit glazen aquaria en zoeken in volgepropte droge rekken. Het voedsel is niet meer wat ik kende. Het is geabstraheerd in koelcellen waardoor het ontdaan is van zijn bekende materialiteit. Producten waar ik vroeger gewoon dichtbij kon komen zijn ingedrukt tot een suggestie van zichzelf. De voeding is een serie dingen geworden, ruiken niet, voelen niet. Ze zijn dubbel ingepakt, in containertjes en achter glas.
En ik ben een zoekend wezen dat zijn calorieën moet verzamelen en snel en efficiënt zijn rondgang moet doen. Ik ben verdwaald in een zonderlinge plek.
Is dit al Brave New World of de aanloop? Een voorafspiegeling van ons genummerde bestaan waarbij we lopend door een schacht voedsel