Tijdsprong
LEERWERKBOEK DEEL 3
Saga Thema 4: Monniken en ridders / Thema 5: Steden en staten Eerste editie Schooljaar 2018-2019 1 havo/vwo
1
Thema’s leerjaar 1 1 havo/vwo Thema 1 Jagers en boeren Dossier 14 Thema 2 Grieken De strijd van de Grieken Thema 3 Romeinen Rijk in Rome Thema 4 Monniken en ridders Ola en het geheime genootschap Thema 5 Steden en staten De middeleeuwse stad
Thema 4 Monniken en ridders
Ola en het geheime genootschap
Inhoudsopgave Tijdsprong: Tijd van monniken en ridders Tijdlijn Leertekst: Tijd van monniken en ridders
4 6
Les 1: Ola’s missie Formulier aantekeningen maken Leertekst: De kroning van Karel de Grote
9 11
Les 2: Ola’s zoektocht begint Woordweb: De macht van Karel de Grote Leertekst: De macht van Karel de Grote
13 14
Les 3: De bijzondere vondst Brief van Karel de Grote Leertekst: Het leenstelsel
16 17
Les 4: Vuile handen Leertekst: Het domein
20
Les 5: Duivels dilemma Rubric vlog: Welk voorwerp moet Ola kiezen?
23
College: Verspreiding van het christendom Conceptmap Leertekst: Verspreiding van het christendom
24 25
College: Ontstaan en verspreiding van de islam Conceptmap Leertekst: Ontstaan en verspreiding van de islam
28 29
De vroege middeleeuwen Tijdlijn
32
Thema 5 Steden en staten – De middeleeuwse stad
34
Overzicht vaardigheden
62
Begrippenoverzicht
68
Bronvermelding
70
Colofon
71
Monniken en ridders
4
Ola en het geheime genootschap
Tijdsprong: Tijd van monniken en ridders Tijdlijn
L
500
100
1
500 v.Chr.
Landbouwstedelijke samenleving 3000 v.Chr.-500 n.Chr.
Vroege
Jagers en boeren tot 3000 v.Chr.
Grieken en Romeinen 3000 v.Chr.-500 n.Chr.
Einde van het West-Romeinse Rijk 500 West-Romeinse Rijk Rome Oost-Romeinse Rijk
Middellandse Zee 0
500 km
Begin islamitische jaartelling 622
Tijdsprong: Tijd van monniken en ridders
5
Informatiesamenleving 2000-nu Industriële samenleving 1870-2000
Landbouwsamenleving 500-1000
middeleeuwen - 500-1000
Hoge m.e. - 1000-1250
Monniken en ridders 500-1000
Late m.e. - 1250-1500
Steden en staten 1000-1500 Ontdekkers en hervormers 1500-1600 Regenten en vorsten 1600-1700 Pruiken en revoluties 1700-1800 Burgers en stoommachines 1800-1900
Wereldoorlogen 1900-1950 Televisie en computer vanaf 1950
Kroning Karel de Grote 800
2000
1900
1800
1700
1600
1500
1250
1000
Landbouwstedelijke samenleving 1000 - 1870
6
Monniken en ridders Ola en het geheime genootschap
De drie personen in de tekening staan symbool voor de drie standen: geestelijkheid, adel en boerenstand. Afbeelding uit een middeleeuws boek.
Leertekst tijdsprong
Tijd van monniken en ridders Dit heb ik gedaan
Dit weet ik nu
Je hebt in deze les kennisgemaakt met de tijd van
Je weet dat sommige mensen veel meer macht
monniken en ridders. Je hebt nagedacht over het
hebben dan anderen. Dat is in elk tijdvak zo. Nu is
sleutelbegrip macht en hoe macht in het heden en in
bijvoorbeeld Poetin, de president van Rusland, een
de tijd van monniken en ridders zichtbaar was. Je hebt
van de machtigste mannen van de wereld. Om zijn
je voorkennis over het tijdvak verzameld en je hebt
macht te behouden, laat hij zien dat hij een sterke
de middeleeuwse standenmaatschappij leren kennen.
man is. Daardoor kijken veel mensen tegen hem op.
Tijdsprong: Tijd van monniken en ridders
Poetin gebruikt ook symbolen uit de geschiedenis om te laten zien dat hij machtig is. Bijvoorbeeld symbolen uit het Romeinse Rijk, zoals de adelaar. Daardoor lijkt het alsof het logisch is dat hij zoveel macht heeft. Vóór Poetin waren er meer mensen die gebruikmaakten van de symbolen van de keizer van het Romeinse Rijk. De middeleeuwse koning Karel de Grote liet zich als eerste sinds de val van het West-Romeinse Rijk tot keizer kronen. Die kroning was ook in Rome. Daarmee wilde Karel de Grote eigenlijk zeggen dat hij het Romeinse Rijk weer nieuw leven in zou blazen en dat hij net als de Romeinse keizers de leider was van een groot en sterk rijk. De tijd van monniken en ridders loopt van 500 tot 1000. Deze periode wordt ook wel de vroege middeleeuwen genoemd. Het begon met de val van het West-Romeinse Rijk rond 500 n.Chr. door onder andere invallen van Germaanse stammen. Deze stammen vestigden kleine koninkrijkjes op plaatsen waar vroeger de Romeinen de baas waren. De Germaanse stammen namen veel Romeinse zaken over. Zo bekeerden ze zich vaak tot het christendom en leerden ze Latijn. Toch is er ook veel veranderd: er was geen centraal leger meer en er was geen centraal bestuur. Hierdoor ontstonden kleine rijkjes. De Romeinse wegen raakten in verval. Onveiligheid en slechte wegen zorgden voor minder handel. De samenleving in West-Europa veranderde in een landbouwsamenleving.
De middeleeuwse samenleving was een standenmaatschappij. Iedereen behoorde tot een van de drie standen: de geestelijkheid, de adel of de boerenstand. Deze standen waren afhankelijk van elkaar. Zo bad de geestelijkheid voor de andere twee standen, de adel vocht en beschermde de andere twee en de boeren zorgden voor voedsel voor iedereen. Deze standenmaatschappij heeft bestaan tot ver na de middeleeuwen, tot het einde van de 18e eeuw.
Begrippen Deze begrippen ken ik nu adel een groep mensen die landgoederen bezit en een machtige positie heeft. In de tijd van monniken en ridders was het de taak van deze groep om te vechten en de andere standen te beschermen. boerenstand de groep mensen die boer was. In de tijd van monniken en ridders was het de taak van deze groep om te zorgen voor eten. centraal bestuur de organisatie van het bestuur vanuit één vaste plaats. geestelijkheid de groep mensen die voor de kerk werkt. In de tijd van monniken en ridders was het de taak van deze groep om voor iedereen te bidden. keizer de hoogst mogelijke titel voor een vorst. Keizers hebben andere vorsten onder zich (bijv. koningen en hertogen). Het woord keizer komt van Caesar (Romeinse Rijk). macht invloed die iemand heeft op anderen. standenmaatschappij een samenleving die is verdeeld in groepen (standen) die ieder hun eigen rechten en taak hebben. symbool een betekenisdrager: iets tastbaars dat iets minder tastbaars voorstelt. tijd van monniken en ridders het tijdvak dat loopt van 500 tot 1000. Een andere naam daarvoor is vroege middeleeuwen. vroege middeleeuwen de naam van de periode van 500 tot 1000. Deze persoon ken ik nu Karel de Grote keizer in de middeleeuwen van 800 tot 814.
7
8
Monniken en ridders Ola en het geheime genootschap
Waarom is dit belangrijk?
over je, maar jij hebt ook macht over mensen.
Door de geschiedenis heen zijn er verschillende
Door te onderzoeken hoe mensen in het verleden
machthebbers geweest. Het is belangrijk om door
macht kregen, leer je ook meer over macht nu.
te hebben wat macht betekent, omdat je er elke
Je ontdekt hoe mensen met macht omgaan en wat
dag mee te maken hebt. Mensen hebben macht
voor gevolgen dat kan hebben voor velen.
Een keizerskroon uit de 10e eeuw, een symbool van macht.
Les 1: Ola’s missie
Les 1: Ola’s missie Formulier
Aantekeningen maken Kies vooraf een van de volgende manieren om aantekeningen te maken: losse woorden – woorden met verbindingen – tekening – woordweb Zet boven in het vlak ‘informatie over Karel de Grote’ als titel voor de aantekeningen. Als je voor een woordweb hebt gekozen, schrijf je ‘Karel de Grote’ in het midden van het vlak.
9
10
Formulier
Monniken en ridders Ola en het geheime genootschap
Les 1: Ola’s missie
11
De paus kroont Karel de Grote tot keizer in 800. Schilderij uit de 19e eeuw.
Leertekst les 1
De kroning van Karel de Grote Dit heb ik gedaan
West-Europa. In Oost-Europa was er wel een keizer;
Je bent samen met je klas uitgekozen om hulplijn te
de leider van het Byzantijnse Rijk. Maar daar was
zijn voor Ola. Zij probeert lid te worden van het geheime
nu een vrouw aan de macht. Karel vond dat hij als
genootschap de Luminati. Om lid te kunnen worden
machtigste mannelijke vorst in Europa recht had op
moet Ola het voorwerp zoeken dat het best de macht
de keizerstitel.
van Karel de Grote weergeeft. Hiervoor heb je voor Ola achtergrondinformatie over Karel de Grote verzameld.
De paus werkte graag met Karel samen. Karels
Je hebt naar een verhaal over de kroning van Karel de
mannen beschermden de paus namelijk tegen zijn
Grote geluisterd en daar de belangrijkste informatie
vijanden. Karel was de machtigste man van West-
uitgehaald. Deze aantekeningen heb je doorgegeven
Europa. Hij had een groot rijk. De paus wilde graag
aan Ola, zodat zij verder onderzoek kan doen.
dat al die inwoners christen zouden worden. Karel kon daar voor zorgen. De paus had dus verschillende
Dit weet ik nu
redenen om Karel tot keizer te willen kronen.
In de Sint-Pieterskerk in Rome in het jaar 800 werd Karel de Grote, koning van de Franken, door paus
Tijdens de kroning zat de kerk vol met belangrijke
Leo III gekroond tot keizer. Het was voor het eerst
mensen. Karels familie was er ook. Hij had drie zonen:
sinds ruim 300 jaar dat er weer een keizer was in
Karel, Pepijn en Lodewijk.
12
Monniken en ridders Ola en het geheime genootschap
Aken was de hoofdstad van het Frankische Rijk. Karel liet daarom in Aken allerlei gebouwen bouwen,
Waarom is dit belangrijk?
waaronder een nieuwe kerk. Toch liet hij zich niet in
Aantekeningen maken is een vaardigheid die
de kerk in Aken kronen, maar in Rome. Dit was vroeger
je op veel momenten goed kunt gebruiken,
namelijk de hoofdstad van het Romeinse Rijk. De
ook voor andere vakken, en later is het voor
kroning was in Rome, omdat Karel zichzelf zag als een
veel beroepen handig. Ook is het handig als
soort opvolger van de Romeinse keizers.
je het verschil tussen hoofd- en bijzaken goed kan zien. Dan kan je je energie richten op de
Karel de Grote heeft aan alle kanten zijn rijk uitgebreid
hoofdzaken en die kan je dan beter onthouden.
door oorlog te voeren. De Saksen waren lastige tegenstanders. Karel eiste van de Saksen dat ze christen
Door de geschiedenis heen zijn er verschillende
werden, maar dat weigerden ze. Na een jarenlange
machthebbers geweest. Karel de Grote is een
strijd wist Karel hen te verslaan. Na een veldslag liet
van de bekendste, vooral als we het over de
hij bijna 5000 Saksen vermoorden.
middeleeuwen hebben. Door onderzoek te doen naar Karel de Grote kom je meer te weten
Karel was een vrolijke en goedgeluimde man. Hij hield
over hoe mensen macht kunnen krijgen en
ervan om eenvoudig te leven, zonder al te luxe kleding
deze kunnen behouden.
zoals sommige andere leiders wel hadden. Karel maakte een eenheid van een groot deel Dit kan ik nu Vaardigheden pagina 62
van Europa en wordt daarom ook wel de
Je kan aantekeningen maken bij een verhaal. Je kan
‘Vader van Europa’ genoemd. Zijn invloed op de
onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken. Je kan
geschiedenis van Europa was dus groot.
je aantekeningen vergelijken en aanvullen.
Begrippen Deze begrippen ken ik nu Byzantijnse Rijk benaming voor het Oost-Romeinse Rijk na de val van het West-Romeinse Rijk. Franken Germaans volk dat vanaf de 5e eeuw een eigen koninkrijk had. paus leider van de katholieke kerk. Saksen Germaans volk.
Les 2: Ola’s zoektocht begint
13
Les 2: Ola’s zoektocht begint Woordweb
De macht van Karel de Grote
oorlog voeren
de kerk
...........................................
...........................................
........................................... ...........................................
de macht van Karel de Grote
...........................................
........................................... ........................................... ...........................................
huwelijkspolitiek ........................................... ........................................... ........................................... ...........................................
Monniken en ridders
14
Ola en het geheime genootschap
Leertekst les 2
De macht van Karel de Grote Dit heb ik gedaan
door oorlog te voeren, door huwelijkspolitiek en door
Je hebt samen met je klas Ola geholpen door een
gebruik te maken van de kerk.
aantal voorwerpen te onderzoeken die de macht van Karel de Grote symboliseren. Je hebt met je klas
Door veel oorlog te voeren, kreeg Karel de Grote er
3 voorwerpen onderzocht: het zwaard van Karel de
veel nieuw grondgebied bij. Oorlog voeren was voor
Grote, een tekening van een van de vrouwen van Karel
Karel een goed middel om zijn macht uit te breiden,
en de kroon van de paus. Je hebt onderzocht waar de
omdat hij de veroverde gebieden aan zijn rijk kon
3 voorwerpen voor staan en wat het best de macht
toevoegen. Tegelijkertijd kon hij de gebieden die hij
van Karel de Grote symboliseert: zijn zwaard (oorlog),
had veroverd plunderen en de nieuwe stukken land
zijn vrouw (huwelijkspolitiek) of de kroon van de paus
gebruiken om zijn belangrijkste mensen te belonen.
(geloof en de kerk). Hierdoor kon je Ola adviseren welk
Zo bleven deze helpers tevreden en trouw aan hem.
voorwerp ze moet kiezen en naar welke locatie ze
Een belangrijke veldslag was de veldslag in 782,
moet gaan: Rome of Parijs.
waarin Karel de Grote de Saksen versloeg. Dit wordt de Slachting van Verden genoemd.
Dit weet ik nu Karel de Grote was in de vroege middeleeuwen de
Karel de Grote is in zijn leven 5 keer getrouwd.
machtige koning van het Frankische Rijk. Toen Karel
Door met de juiste vrouwen te trouwen, kon
het rijk erfde van zijn vader was het al aardig groot,
hij bondgenootschappen sluiten en zijn macht
maar Karel breidde het nog verder uit. Uiteindelijk
uitbreiden zonder oorlog te voeren. Door met
regeerde hij over bijna heel West-Europa. Karel de
dochters van belangrijke mannen te trouwen, zorgde
Grote had 3 manieren waarop hij zijn rijk uitbreidde:
hij dat deze families hem trouw bleven en niet in
De veroveringen van Karel de Grote, 768-814.
Aken
Saksen
Parijs Beieren Avaren Longobarden
Moren rijk zoals Karel het erfde gebieden die Karel heeft veroverd
Rome Benevento
Les 2: Ola’s zoektocht begint
15
Begrippen Deze begrippen ken ik nu opstand kwamen. De koning trouwde dus niet omdat hij een vrouw leuk vond, maar omdat zijn rijk er groter en sterker van werd. Bovendien was het voor Karel belangrijk om zonen te krijgen, zodat hij zeker wist dat de door hem veroverde landen doorgegeven konden worden aan zijn zonen en zo in de familie bleven. Karel
bondgenootschap afspraak tussen landen of mensen die elkaar steun beloven. huwelijkspolitiek het inzetten van huwelijken om bezit van grondgebied te vergroten of bondgenoten te krijgen.
kreeg in totaal 18 kinderen. Karel vergrootte zijn macht ook door samen te werken met de paus. De paus zocht steun tegen zijn
Waarom is dit belangrijk?
vijanden. Karel bood zijn hulp aan, omdat hij het
Je kan op verschillende manieren aan macht
christendom belangrijk vond. Hij wilde ook dat alle
komen. In deze les heb je drie verschillende
inwoners in zijn rijk christen zouden zijn. Hij snapte
factoren bestudeerd die van belang waren
dat het geloof voor eenheid in zijn rijk zou zorgen
voor de macht van Karel de Grote. Deze
en dat het daardoor makkelijker te besturen was.
machtsfactoren zijn er nog steeds. Je ziet ze
Daarom hielp hij de paus. Als beloning werd Karel
bijvoorbeeld bij Poetin die militaire shows
in het jaar 800 door de paus tot keizer gekroond.
gebruikt om zijn macht te laten zien op het
Hiermee was Karels droom om het Romeinse Rijk in
gebied van vechten en oorlog. Ook laat hij
ere te herstellen uitgekomen. Omdat de paus degene
duidelijk zien dat hij samenwerkt met de
was die Karel had gekroond, vond hij dat hij nog wel
kerk in zijn land. Ook in de VS zie je dat de
boven Karel de Grote stond. In werkelijkheid was
presidentskandidaten altijd moeten laten blijken
niemand machtiger dan Karel de Grote.
dat ze gelovig zijn en een goede band hebben met de kerk. Door te kijken naar hoe deze
Dit kan ik nu Vaardigheden pagina 63-64
machtsfactoren werkten in de middeleeuwen,
Je kan uit een grote bak met bronnen de bronnen
kan je ze ook extra goed terugzien bij
halen die bruikbaar zijn voor jouw onderzoeksvraag.
machthebbers nu.
Dat is de centrale vraag die je wil beantwoorden door informatie erover te verzamelen. Je kan ook vast-
Maar niet alleen om zijn macht en invloed op
stellen of bronnen betrouwbare informatie bevatten
de geschiedenis is Karel interessant. Vroeger
door de bron te bestuderen. Je kan daarnaast
deden de mensen dingen anders. Karel trouwde
informatie uit verschillende soorten bronnen halen,
bijvoorbeeld niet zomaar uit liefde. Door bij
bijvoorbeeld beeldbronnen.
geschiedenis te horen over dit soort andere manieren van leven kan je je beter bewust worden van wat jij eigenlijk belangrijk vindt, en waarom. Hoe kijk jij tegen trouwen aan? En zou dat anders zijn geweest als je in een andere tijd geboren was?
16
Monniken en ridders Ola en het geheime genootschap
Les 3: De bijzondere vondst Brief van Karel de Grote
FRAGMENT 1 In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest stuurt Karel, de door God gekroonde vredelievende Keizer en ook, door Gods genade, koning der Franken en Longobarden een brief aan Fulrad.
FRAGMENT 2 We maken U bekend dat onze algemene verzamelplaats dit jaar in het Oosten van Saksen aan de rivier Bode is, bij de plaats Stassfurt. We bevelen U om naar die plek te komen, bewapend met al uw mannen, op 15 juni.
FRAGMENT 3 Kom goed voorbereid, naar de hierboven genoemde plaats, zodat U van daaruit kan gaan waar wij U naartoe sturen. U zorgt dus voor wapens en gereedschap. Elk van Uw ruiters moet een schild, lans, zwaard, dolk, een boog en een koker met pijlen hebben. In Uw wagens moeten benodigdheden van allerlei aard, zoals bijlen, planken en scheppen meegenomen zijn, die voor elk leger nodig zijn. In de wagens moet ook voedsel aanwezig zijn voor drie maanden, en kleding en wapens voor zes maanden.
FRAGMENT 4 We bevelen U dat U vredig door ons land trekt richting de hierboven genoemde plaats. Dit betekent dat U niets mag nemen van de lokale bevolking behalve water, hout en haver voor de paarden. Zorg ook dat tijdens de mars al Uw leenmannen bij hun mannen bij de wagens blijven totdat U op de afgesproken plek bent, om te voorkomen dat de afwezigheid van hun heer ervoor zorgt dat mensen zich misdragen.
FRAGMENT 5 Zend Uw jaarlijkse geschenken in het midden van mei, naar de plaats waar we dan zullen zijn. Zorg dat U niet nalatig bent in het uitvoeren van bovenstaande bevelen, als U onze gunst wilt behouden.
Les 3: De bijzondere vondst
17
Leertekst les 3
Het leenstelsel Dit heb ik gedaan
een stuk land om zelfstandig te besturen. Karel was
Ola heeft in Aken (Duitsland) een document gevonden
hun leenheer. Om regelmatig met zijn leenmannen
met de handtekening van Karel de Grote erop.
in verschillende gebieden te kunnen spreken, reisde
Het document heeft te maken met het leenstelsel.
Karel veel. Daarvoor liet hij overal in zijn rijk paleizen
Je hebt daarom het document onderzocht voor Ola
bouwen om in te kunnen verblijven. Deze paleizen
en bent erachter gekomen wat het belang was van
werden paltsen genoemd.
het leenstelsel voor de macht van Karel de Grote. Je hebt Ola geadviseerd of het leenstelsel wel of niet
Karel gaf zijn leenmannen een of meer stukken land
belangrijk was voor de macht van Karel de Grote en
te leen om dat te besturen. Zo’n stuk land noemen we
of het document een geschikt voorwerp is om aan de
een leen. Een leen bestond uit een of meer domeinen.
Luminati door te geven.
Een domein is een stuk land met een dorpje en landbouwgrond. De meeste boeren die er woonden
Dit weet ik nu
hoorden bij het domein. In ruil voor de macht over die
Het rijk van Karel de Grote was enorm en de wegen
domeinen hadden de leenmannen de plicht om de
waren slecht en gevaarlijk. Omdat hij geen geld
leenheer met raad en daad bij te staan: ze gaven Karel
had voor ambtenaren die hem konden helpen met
advies (raad), ze zorgden voor voedsel voor Karel en
besturen, maakte hij gebruik van leenmannen.
zijn hofhouding, voor paarden, voor wapens en voor
Leenmannen waren edelen die een eed van trouw aan
mensen voor het leger. En ze vochten zelf mee aan de
Karel gezworen hadden. Zij kregen daarvoor in ruil
zijde van Karel in tijden van oorlog (daad).
Het leenstelsel.
18
Monniken en ridders Ola en het geheime genootschap
Na de dood van Karel ontwikkelde deze manier van
leenstelsel steeds minder. Het stelsel had een aantal
besturen zich verder tot het beroemde leenstelsel:
belangrijke nadelen:
leenmannen met veel grond leenden op hun beurt weer stukken land uit aan mannen die trouw aan hen
1. In de regels voor de leenman stond dat de stukken
waren en voor hen vochten. Deze mannen werden zo
land na de dood van de leenman weer in bezit
de achterleenmannen van de koning of keizer. Het
kwamen van de leenheer. Maar nog geen 100 jaar
leenstelsel bleef nog eeuwenlang de manier waarop
na Karels dood werden alle lenen erfelijk gemaakt.
het bestuur georganiseerd werd.
Zonen van de leenmannen kregen de lenen automatisch als erfenis en beschouwden de grond
Onder Karel de Grote werkte het leenstelsel
als familiebezit. Dat betekende minder macht voor
heel goed, maar onder zijn opvolgers werkte het
de koning.
Leenheren, leenmannen en achterleenmannen, tekening uit de 14e eeuw.
Les 3: De bijzondere vondst
2. Als de leenheer een opstandige leenman wilde
Dit kan ik nu Vaardigheden pagina 64
aanpakken, had hij daarvoor de hulp van andere
Je kan betrouwbare informatie uit een historische
leenmannen nodig. Zij moesten de mannen leveren
tekstbron halen. Uit die informatie kan je
om te vechten tegen die opstandige leenman. De
reconstrueren hoe het leenstelsel heeft
koning of keizer was dus afhankelijk van die hulp.
gefunctioneerd. Je kan de voor-en nadelen tegen elkaar afwegen, kiezen welke zwaarder wegen en
3. Tot slot is er het probleem van de achterleen-
hier argumenten voor geven.
mannen. Die waren vaak vooral trouw aan hún directe leenheer (aan de leenman van de koning) en dus minder trouw aan de leenheer van hun leenheer, de keizer of koning. Dat kon gevaarlijk zijn voor de macht van de koning. Waarom is dit belangrijk? Karels manier om een leger bij elkaar te krijgen en het land te besturen is heel anders dan die van moderne leiders van landen. Omdat je nu meer weet over het leenstelsel, kan je een vergelijking maken met de manier waarop Begrippen Deze begrippen ken ik nu
onze regering met het leger en orde omgaat. Die manier is ingewikkelder, maar misschien wel ‘eerlijker’ dan hoe het in de tijd van Karel de Grote ging. Voor die tijd was het leenstelsel
achterleenman leenman van de leenman van de koning of keizer.
trouwens een heel slimme oplossing, die goed
domein een afgebakend stuk land met een dorpje en landbouwgrond.
van Karel verder ontwikkeld en bestond het
eed van trouw de plechtige belofte om iemand trouw te blijven, wat er ook gebeurt. leen een stuk land dat een leenman van een leenheer kreeg. Een leen bestond uit één of meerdere domeinen.
bleek te werken en veel macht kon geven. Daarom heeft het leenstelsel zich na de dood nog maar liefst 1000 jaar. Je ziet het leenstelsel nu soms nog steeds terug bij de maffia en bij drugsbendes. Als je naar deze groeperingen kijkt, zou je kunnen zeggen dat het leenstelsel nog steeds bestaat. De maffiabaas geeft trouwe volgelingen een gebied waar zij de ‘macht’ over krijgen. In ruil
leenheer een edelman die gebieden onder zijn gezag laat besturen door leenmannen.
daarvoor moeten de trouwe volgelingen
leenman een edelman die een gebied bestuurt in opdracht van een leenheer.
conflict heeft met een andere baas.
‘belasting’ betalen aan de maffiabaas, trouw zweren en meevechten als de maffiabaas een
19
Monniken en ridders
20
Ola en het geheime genootschap
Les 4: Vuile handen Leertekst les 4
Het domein
Een domein is een landgoed: een dorpje met het omliggende land. Het domein was van een landheer. Vaak had zo’n heer meerdere domeinen. Hij bezocht
Dit heb ik gedaan
die domeinen om de beurt, omdat hij er afhankelijk
Ola is naar Verden gegaan en heeft daar een archeo-
van was voor zijn voedsel.
logische vondst in handen gekregen. Het is een sikkel, die symbool staat voor het belang van de landbouw.
De heer zorgde voor rechtspraak in zijn domeinen.
Je hebt met de klas voor Ola uitgezocht of de land-
Ook zorgde hij ervoor dat alle horigen en lijfeigenen
bouw belangrijk was voor de macht van Karel de Grote.
die op zijn land woonden beschermd werden. De heer moest dus ook tussen zijn domeinen reizen om alles
Dit weet ik nu
goed te kunnen regelen.
In de vroege middeleeuwen woonde en werkte bijna iedereen op het platteland. Ze leefden op een domein.
Pocket-jaarkalender van een middeleeuwse boer uit de 5e eeuw.
In het midden van het domein lag de vroonhoeve. Dat
Les 4: Vuile handen
was een versterkt huis (later een kasteel) waarin de heer woonde. In tijden van nood schuilden de horigen en lijfeigenen daar ook. Alle opbrengsten van het land dat bij de vroonhoeve hoorde, het vroonland, waren voor de heer. Hij en zijn huishouden leefden van deze opbrengsten en hiervan moest de heer ook zijn legertje onderhouden. Het vroonland werd bewerkt door lijfeigenen en horigen. Een domein moest zichzelf zien te redden en was zelfvoorzienend oftewel autarkisch. Dat betekent dat alles wat nodig is om te leven door de mensen die op het domein woonden zelf werd gemaakt, zoals voedsel, kleding en gereedschap. Er waren in de vroege middeleeuwen drie verschillende soorten boeren. De vrije boeren hadden een eigen stuk land. Zij betaalden een deel van de oogst aan de heer. Dat noem je pacht betalen. Zij mochten zelf beslissingen nemen en mochten hun land ook verlaten zonder toestemming van de heer. Maar als er gevaar was, hadden ze geen recht op bescherming van de heer. Daar moesten ze vaak extra voor betalen. De horigen waren niet vrij. Zij hoorden bij het land. Dat wil zeggen dat ze dat land niet mochten verlaten zonder toestemming van de heer. Ze bewerkten een eigen stukje land, het hoeveland, waarvan ze de opbrengst mochten houden. Daarnaast moesten ze herendiensten doen, zoals werken op het land van
21
Begrippen Deze begrippen ken ik nu autarkisch zelfvoorzienend; als alles wat nodig is om te leven door de mensen zelf wordt gemaakt. drieslagstelsel een landbouwmethode waarbij roulerend een derde deel van het akkerland was verbouwd met zomergraan, een derde deel met wintergraan en een derde deel braak lag. herendiensten klussen die horige boeren voor hun heer moesten doen. horige een niet-vrije boer die hoorde bij het land van een heer. Hij moest het land van zijn heer bewerken en herendiensten verrichten, maar had ook een eigen stukje land. landheer een rijk, machtig persoon die één of meerdere domeinen bezat. lijfeigene een niet-vrije boer die hoorde bij het land van een heer. Hij had geen eigen stukje land. pacht een ander woord voor huur van een stuk land. In de vroege middeleeuwen werd deze huur betaald met een deel van de oogst. vrije boer een boer die een eigen stuk land had waarvoor hij pacht betaalde.
de heer, het vroonland. Ook zaken als karrendiensten voor de heer, hekken repareren en varkens houden waren herendiensten. De horige boeren hadden wel recht op bescherming van hun heer.
werd een derde van het land met zomergraan en een derde met wintergraan verbouwd. Het laatste,
Lijfeigenen hadden geen eigen grond. Zij woonden
derde deel lag braak. Dat wil zeggen dat het tijdelijk
en werkten op het vroonland. Zij waren, net als de
niet gebruikt werd voor de landbouw, zodat dit land
horigen, niet vrij.
het jaar erop weer vruchtbaar was. Het jaar erop rouleerden de gewassen op het akkerland, zodat op
In de tijd van Karel de Grote gebruikten de boeren
het stuk dat eerst zomergraan had, nu wintergraan
het drieslagstelsel. Dit hield in dat al het akkerland
werd verbouwd. Het gedeelte van de wintergraan lag
op een domein in drieën werd verdeeld. Elk jaar
nu een jaar braak en het braakland werd opnieuw
Monniken en ridders
22
Ola en het geheime genootschap
4
Reconstructietekening van een middeleeuws domein.
1 2
7
3 5 6
1
vroonhoeve / burcht
2
smidse
verbouwd met zomergraan. Zo hadden de boeren
3
watermolen
altijd twee derde van hun akkerland in gebruik.
4
braak
5
woningen van horigen
6
wintergraan
7
zomergraan
Dit kan ik nu Je kan je inleven in een horige boer uit de vroege middeleeuwen. Je kan samenwerken en aan de hand van een afbeelding het domeinstelsel uitleggen.
Waarom is dit belangrijk? Door te zien hoe anders het leven vroeger was,
niet meer op tafel komt als we alleen nog maar
kan je beter zien wat bijzonder is aan de manier
lokaal voedsel zouden eten: bananen, mango’s,
waarop we dingen nu doen. En dan zie je ook dat
sinaasappelen, tonijn, zalm, rijst en nog veel meer.
het anders kan.
Wat vind jij? Zouden we meer lokale producten moeten eten? Net als in de middeleeuwen?
Bijvoorbeeld: op een domein leefde men van wat er op het domein geproduceerd werd.
Het contrast met nu kan ook niet groter zijn als je
Tegenwoordig zijn er steeds meer mensen die
bedenkt dat de meeste boeren in die tijd hun dorp
proberen zoveel mogelijk ‘lokale producten’
waarschijnlijk niet of nauwelijks verlieten en in
te kopen. Toch kopen de meeste mensen in
hun leven nooit verder kwamen dan 20 kilometer
supermarkten producten van over de hele wereld.
buiten hun gemeenschap. Als je dat weet, kijk je
Dat is een luxe. Bedenk maar eens welk eten
dan ook anders aan tegen reizen die jij nu maakt?
Les 5: Duivels dilemma
23
Les 5: Duivels dilemma Rubric vlog
Welk voorwerp moet Ola kiezen? Onderdeel
Beginner
Gevorderd
Expert
Ontwerp: Verzorging
De vlog is slordig en er is geen aandacht aan het uiterlijk besteed.
De vlog ziet er verzorgd uit, maar niet alles is goed verstaanbaar.
De vlog ziet er verzorgd en aantrekkelijk uit en alles is goed verstaanbaar.
Ontwerp: Lengte
De vlog duurt korter dan een minuut.
De vlog duurt tussen 1-2 minuten of is meer dan 4 minuten.
Duurt tussen de 2 en 4 minuten.
Ontwerp: Originaliteit/ creativiteit
Standaard.
Er zitten originele en/of creatieve elementen in.
De hele vlog is creatief en origineel aangepakt en uitgewerkt.
Inhoud: Onderbouwing top 3
Niet elke keuze in de top 3 is uitgelegd en de gegeven uitleg is niet duidelijk.
Niet elke keuze in de top 3 is uitgelegd of de gegeven uitleg is niet duidelijk.
Elke keuze in de top 3 heeft een duidelijke uitleg.
Inhoud: Gekozen voorwerp
Er is geen uitleg over de keuze van het voorwerp gegeven.
Er is wel 1 voorwerp gekozen, maar deze keuze is niet helder uitgelegd.
Er is 1 voorwerp gekozen en die keuze is goed uitgelegd.
Inhoud: Macht van Karel
Er is geen verband gelegd tussen macht en het voorwerp.
Er is een verband gelegd tussen de macht van Karel de Grote en het voorwerp, maar deze is niet volledig en/of niet helemaal correct.
Er is in de uitleg een duidelijk verband gelegd tussen het voorwerp en de macht van Karel de Grote.
Vaardigheden: AUB-methode
De AUB-methode is niet gebruikt.
De AUB-methode is niet goed of niet consequent gebruikt.
De AUB-methode is goed gebruikt.
Vaardigheden: Opbouw
Er zit geen structuur/ opbouw in de vlog.
Er zit een opbouw in de vlog, maar deze is niet helemaal gelukt.
Er zit een begin, kern en conclusie in de vlog.
Proces: Samenwerking
Er is niet samengewerkt.
Er is wel samengewerkt, maar het kan beter.
Er is goed samengewerkt.
Proces: Planning
De vlog is te laat ingeleverd.
Beoordeling:
De vlog is op tijd ingeleverd.
Monniken en ridders Ola en het geheime genootschap
24
College: Verspreiding van het christendom
.
3 Men moest de abt
. .
Kerstening
Het christendom is ontstaan in het
stammen het
.
binnen.
genoemd.
bekeren.
.
en
waren beroemde missionarissen.
Iemand christelijk maken noemen we ook wel
hebben.
. .
.
Bekeren ging meestal vredig, maar soms met
waren monniken die
Zij waren niet-christelijk en werden door christenen
Tijdens de Volksverhuizingen vielen
tot
en
2 Men mocht geen seks hebben.
1 Men mocht geen .
dat werd geleid door een heten
.
Tijdvak 3: Monniken en ridders van
Organisatie van de kerk
.
is de leider van de kerk.
Personen die voor de kerk werken zijn
Zij gingen samenwonen in een Mensen die wonen in een
en Dit noemen we
.
In een klooster moesten zij de hele dag
Hier had men regels.
Sommige christenen sloten zich af van de wereld. Dit waren
En elke kerk had een
In de middeleeuwen was het christelijk gebied verdeeld in bisdommen, geleid door een
De
Vul de ontbrekende informatie op de stippellijnen in.
Conceptmap
College: Verspreiding van het christendom
25
Leertekst college
Verspreiding van het christendom Dit weet ik nu
Ook beloven ze hun dagen voortaan door te brengen
Het christendom is ontstaan in Jeruzalem, in het
met bidden en werken: ‘ora et labora’ in het Latijn.
Midden-Oosten. In die tijd was deze stad onderdeel
In de middeleeuwen was een van de taken die bij
van het Romeinse Rijk. In de eerste eeuwen werd het
het werken hoorde het overschrijven van veel oude
christendom door de Romeinen verboden. Toch
boeken. Dankzij dit werk zijn veel boeken bewaard
groeide het aantal gelovigen, want het geloof sprak de
gebleven.
mensen erg aan. Het duurde tot de 4 eeuw voordat e
het christendom werd toegestaan. Daarna werd het al
Toen het West-Romeinse Rijk aan het einde van de
gauw de staatsgodsdienst. Dat betekende dat het
5e eeuw uit elkaar viel, kwamen er allerlei nieuwe
christendom het enige toegestane geloof werd. Het
volken wonen in het gebied dat eerst Romeins was.
christendom verspreidde zich hierdoor direct over het
Veel van deze volken, zoals de Germanen, waren niet
hele Romeinse Rijk.
christelijk. Christenen gingen hun best doen om de niet-christelijke volken, die zij heidenen noemden,
De christenen hadden hun geloof goed georganiseerd.
te bekeren. Ze probeerden het oude Romeinse gebied
Deze organisatie werkt tegenwoordig nog precies zo.
opnieuw te kerstenen. Dat betekent ‘christelijk
Het hele rijk werd opgedeeld in kleinere gebieden
maken’. Dat kerstenen gebeurde onder andere
waar een bisschop de leiding kreeg over het geloof.
door missionarissen.
Zo’n gebied werd een bisdom genoemd. Ieder bisdom heeft één grote kerk waar de bisschop zelf de
Missionarissen maakten gebruik van verschillende
kerkdiensten verzorgt. Zo’n kerk wordt een kathedraal
methoden om een volk christelijk te maken. Allereerst
genoemd. Verder werden er door het hele rijk kleinere
probeerden ze vaak de koning van een volk te
kerken gebouwd waar kerkdiensten werden gegeven
bekeren. Als dat lukte, dan nam de rest van het volk
door pastoors. De machtigste man binnen het
vaak ook de nieuwe godsdienst aan. Ook konden
geloof werd de bisschop van de stad Rome. Hij werd
missionarissen daarna vaak rekenen op steun van
later paus genoemd.
die koning bij het bekeren van andere volken. De Frankische koningen – zoals ook Karel de Grote –
Alle mensen die voltijds voor de kerk werken, zoals
hebben bijvoorbeeld vaak soldaten meegestuurd met
de paus, de bisschoppen en de pastoors, worden
missionarissen.
geestelijken genoemd. Dit begrip ben je al tegengekomen bij de standenmaatschappij, want het is een
De soldaten moesten op de eerste plaats de
van de drie standen. Ook monniken en nonnen horen
missionarissen beschermen als zij probeerden om
bij de geestelijken. Dit zijn mensen die in kloosters
op een vredelievende manier een volk te overtuigen.
wonen en hun hele leven in dienst van het geloof
Dat deden ze bijvoorbeeld door te beweren dat de
stellen. Kloosters worden geleid door een abt. Mensen
christelijke god sterker was dan hun eigen goden.
die in een klooster willen gaan leven, moeten een
Om dat aan te tonen, vernielden ze heidense heilige
kloostergelofte afleggen. Dat betekent dat ze moeten
plekken. Als er dan geen wraak kwam van de heidense
beloven dat ze geen bezit zullen hebben, niet aan
goden bekeerden velen zich vrijwillig. Gebeurde
seks zullen doen en de abt altijd zullen gehoorzamen.
dat niet, dan werden de soldaten ook gebruikt om
26
Monniken en ridders Ola en het geheime genootschap
Begrippen Deze begrippen ken ik nu mensen met geweld te dwingen om christen te worden. Karel de Grote dwong bijvoorbeeld alle Saksen om zich te bekeren nadat hij een oorlog tegen ze had gewonnen. Hij dacht dat één geloof in zijn rijk voor eenheid zou zorgen. In Nederland zijn de missionarissen Willibrord en Bonifatius erg beroemd geworden. Zij hebben geprobeerd de Friezen te bekeren. Dat is hen niet helemaal gelukt. Bonifatius werd in 754 zelfs door de Friezen vermoord. Willibrord is ook beroemd, omdat hij de eerste kerk heeft opgericht in het gebied dat nu Nederland is, namelijk in Utrecht. Rond het jaar 1000 was West-Europa uiteindelijk weer zo goed als helemaal christelijk.
bekeren iemand overtuigen om in een andere godsdienst te geloven. bisdom gebied waar de bisschop de leiding heeft over het geloof. bisschop een hoge geestelijke. Leider van een bisdom. heidenen het woord dat christenen voor niet-christenen gebruikten in de tijd van monniken en ridders. kerstenen het christelijk maken van een bevolking. klooster een plek waar monniken of nonnen leven. missionaris iemand die het christelijke geloof verspreidt. monniken mannelijke bewoners van een klooster.
Begrippen Deze personen ken ik nu Bonifatius een missionaris die in de 8e eeuw heeft geprobeerd de Friezen te bekeren, maar in 754 door hen vermoord werd bij Dokkum. Willibrord een missionaris die rond 700 heeft geprobeerd de Friezen te bekeren en die de eerste kerk heeft gebouwd in het gebied dat we nu Nederland noemen.
nonnen vrouwelijke bewoners van een klooster. ‘ora et labora’ ‘bidden en werken’ in het Latijn. De hoofdtaken van monniken en nonnen in kloosters. pastoor iemand die kerkdiensten houdt en de leiding heeft over het geloof in kleine gemeenschappen. paus de bisschop van Rome. De leider van de katholieke kerk.
College: Verspreiding van het christendom
Bonifatius op missie bij de heidenen. 20e-eeuwse schoolplaat.
27
Monniken en ridders Ola en het geheime genootschap
28
College: Ontstaan en verspreiding van de islam
Mohammed kwam uit
.
Ontstaan Daar stond de
;
;
5 de
.
te houden.
tot
is de
van de
;
islam.
Mohammed
.
naar Mekka.
en
;
tussen:
die Ali volgden.
;
.
genoemd.
tegenover joden en christenen.
Verspreiding
De opvolgers van Mohammed worden
1 duidelijke regels;
2 een gedisciplineerd
3 verzwakte 4
In Europa veroverden de moslims bijna heel
De islam verspreidde zich snel door:
die de soenna (traditie) volgden.
Over de opvolging van Mohammed ontstond een
.
Tijdvak 3: Monniken en ridders
.
van
.
Het heilige boek van de islam heet de
4 het vasten tijdens de
Hun gebedshuis heet de
Mohammed moest in 622 de stad ontvluchten naar
.
Dit moment is het begin van de
Mensen die zich aansluiten bij de islam zijn
Als goed moslim dien je je aan de
Dit zijn:
1 de geloofsbelijdenis; 2 het rituele 3 het geven van
.
Vul de ontbrekende informatie op de stippellijnen in.
Conceptmap
College: Ontstaan en verspreiding van de islam
29
Leertekst college
Ontstaan en verspreiding van de islam Dit weet ik nu
Mohammed deed wat de engel van hem gevraagd had
De islam is ontstaan op het Arabische schiereiland
en hij kreeg steeds meer volgelingen in en rond
in de stad Mekka. Hier leefden toen verschillende
Mekka. Deze volgelingen worden moslims genoemd.
rondtrekkende stammen die ieder hun eigen
Moslim betekent letterlijk ‘iemand die zich overgeeft’.
(polytheïstische) godsdiensten hadden. Mekka was
Moslims gaven zich over aan God. Het geloof wordt de
een heilige stad voor veel van die stammen. In Mekka
islam genoemd, wat ook ‘overgave’ betekent. De
stond de Ka’ba: een gebouw met daarin een meteoriet
Arabische naam van de god van Mohammed is Allah.
die uit de ruimte was gevallen. Mensen dachten dat deze van de goden kwam en daarom vereerden ze die.
De bestuurders van Mekka waren niet blij met de populariteit van Mohammed. Zij verdienden geld aan
Rond het jaar 570 werd in Mekka Mohammed
de stammen die hun goden kwamen vereren bij de
geboren. Mohammed behoorde tot de machtigste
Ka’ba. Zij waren bang dat als die stammen over
stam van het gebied. Mohammed dacht veel na over
zouden stappen op het geloof van Mohammed, zij de
de samenleving waarin hij leefde. Hij zonderde zich
Ka’ba kapot zouden maken of in ieder geval niet meer
regelmatig af in de woestijn om beter te kunnen
naar de Ka’ba zouden komen en er dus minder geld
nadenken. Volgens de islam werd Mohammed in
verdiend kon worden. De bestuurders van Mekka
het jaar 610 daar bezocht door de engel Gabriël.
wilden Mohammed oppakken. Daarom vluchtte hij in
De engel vertelde hem dat er maar één god was en dat Mohammed was gekozen om de boodschapper voor God te zijn. Zo iemand noemen we een profeet. De boodschappen die Mohammed moest doorgeven zijn later opgeschreven in de Koran, het heilige boek van de islam.
De Ka’ba in Mekka.
Monniken en ridders
30
Ola en het geheime genootschap
Mohammed preekt voor zijn volgelingen, 17e-eeuwse islamitische afbeelding.
het jaar 622 naar de stad Medina. Deze vlucht van
genoemd en zijn: de geloofsbelijdenis, het rituele
Mohammed werd bekend als de hedjra en werd het
gebed, het geven van aalmoezen, het vasten tijdens
begin van de islamitische jaartelling.
de ramadan en de pelgrimstocht naar Mekka (als je de middelen hebt).
Mohammed kreeg ook in Medina steeds meer volgelingen. Hij wist daar een groot leger bij elkaar
De islam verspreidde zich veel sneller dan het chris-
te krijgen waarmee hij een aantal jaar later Mekka
tendom. De volgelingen van Mohammed veroverden
innam. Eén van de eerste dingen die hij deed toen
in minder dan honderd jaar een heel groot gebied: van
hij terug was in Mekka was het weghalen van
Spanje in het westen tot India in het oosten. Dit had
verschillende godenbeeldjes bij de Ka’ba. Deze goden
een aantal oorzaken:
bestonden niet volgens Mohammed. Hij maakte de Ka’ba tot een heilige plaats ter ere van Allah en geen andere goden.
• Ten eerste sprak het geloof mensen heel erg aan omdat het duidelijke regels had en iedereen naar de hemel kon gaan als hij of zij goed had geleefd.
Het geloof van Mohammed kreeg langzaam steeds
• Ten tweede bracht het geloof orde en discipline
duidelijker regels. Zo kwamen er vijf verplichtingen
onder de mensen. Het was voor moslims verboden
waar elke moslim aan moest voldoen. Deze
om tegen elkaar oorlog te voeren en samen konden
verplichtingen worden de vijf zuilen van de islam
ze nu een sterk leger bij elkaar brengen.
College: Ontstaan en verspreiding van de islam
• Vervolgens hielp het dat veel grote rijken, zoals het Byzantijnse Rijk en het Perzische Rijk, die al bijna honderd jaar oorlog voerden met elkaar, inmiddels erg verzwakt en dus makkelijk te verslaan waren. • Tot slot stelden de meeste moslims zich tolerant op tegenover mensen met een ander geloof in de gebieden die ze veroverden. Hierdoor kwam er weinig verzet. Mohammed maakte de snelle verspreiding van zijn geloof niet mee. Hij stierf twee jaar na de inname van Mekka. Als opvolger werd een goede vriend van Mohammed aangewezen. De opvolgers van Mohammed als leider van de islamitische wereld werden kalief genoemd. De tweede en derde opvolger waren ook vrienden van Mohammed, maar de vierde was zijn neef en schoonzoon Ali. Ali eiste de titel van kalief op. Deze breuk met de traditie veroorzaakte een conflict onder de gelovigen. Dit conflict liep uit op een burgeroorlog tussen tegenstanders van de benoeming van Ali (zij noemden zich soennieten) en voorstanders daarvan (zij noemden zich sjiieten). Tegenwoordig is de islamitische wereld nog steeds verdeeld tussen soennieten en sjiieten. In veel islamitische gebieden ging het lange tijd erg goed. Er ontstonden grote steden door de bloeiende handel. Kunst en wetenschap stonden op een hoog niveau. Er ontstond bijvoorbeeld een eigen herkenbare islamitische bouwstijl. Er zijn veel ontdekkingen gedaan op het gebied van wiskunde, geneeskunde en astronomie. De islamitische wereld was op dat gebied veel verder ontwikkeld dan de christelijke wereld in dezelfde tijd. Veel van die islamitische cultuur kun je nu nog terugzien in Spanje, waar de moslims van de 8e tot het einde van de 15 eeuw gebied in handen hadden. In het jaar e
732 waren de moslims bij de Franse stad Poitiers tegengehouden door de grootvader van Karel de Grote: Karel Martel. In 1492 werd de laatste Europese stad, Granada, weer op de moslims veroverd door christelijke legers.
Begrippen Deze begrippen ken ik nu Allah de Arabische naam van God. hedjra de vlucht van Mohammed van Mekka naar Medina in 622. islam het geloof dat gesticht is door Mohammed. Ka’ba een heiligdom in Mekka. kalief leider van de islamitische wereld. Opvolger van Mohammed. Koran het heilige boek van moslims. moslim iemand die het geloof van Mohammed aanhangt. profeet een boodschapper van God. sjiieten moslims die willen dat de opvolger van Mohammed een bloedverwant van de profeet is (zoals Ali; sjiieten zijn ‘met Ali’). soennieten moslims die willen dat de opvolger van Mohammed volgens de traditie (‘soenna’ in het Arabisch) gekozen wordt. vijf zuilen van de islam de vijf verplichtingen die moslims hebben. Deze persoon ken ik nu Mohammed profeet en stichter vanhet islamitische geloof. Leefde van 570 tot 632.
31
32
Monniken en ridders Ola en het geheime genootschap
De vroege middeleeuwen Tijdlijn Vul de ontbrekende informatie op de stippellijnen in.
622
700
600
500
570
Grieken en Romeinen | 3000 v.Chr.-500 n.Chr.
754
782
De vroege middeleeuwen
33
732
1000
900
800
695
Monniken en ridders | 500-1000
814
843
800
34
Monniken en ridders Ola en het geheime genootschap
Thema’s leerjaar 1 1 havo /vwo Thema 1 Jagers en boeren Dossier 14 Thema 2 Grieken De strijd van de Grieken Thema 3 Romeinen Rijk in Rome Thema 4 Monniken en ridders Ola en het geheime genootschap Thema 5 Steden en staten De middeleeuwse stad
Tijdsprong
35
Thema 5 Steden en staten De middeleeuwse stad
Inhoudsopgave Tijdsprong: Tijd van steden en staten Tijdlijn Leertekst: Tijd van steden en staten
36 38
Les 1: Verover de beste plek Leertekst: Waar ontstonden de eerste steden?
40
Les 2: Heilige oorlog! Leertekst: De kruistochten
43
Les 3: Sleutels van de stad Leertekst: Stadsrechten
46
Les 4: Opstand Leertekst: Centralisatie
49
College: De zwarte dood Conceptmap Leertekst: De zwarte dood
52 53
College: Strijd tussen kerk en staat Conceptmap Leertekst: Strijd tussen kerk en staat
55 56
De vroege, hoge en late middeleeuwen Tijdlijn
60
Overzicht vaardigheden
62
Begrippenoverzicht
68
Bronvermelding
70
Colofon
71
Steden en staten
36
De middeleeuwse stad
Tijdsprong: Tijd van steden en staten Tijdlijn
500
100
1
500 v.Chr.
Landbouwstedelijke samenleving 3000 v.Chr.-500 n.Chr.
Vroege
Jagers en boeren tot 3000 v.Chr.
Grieken en Romeinen 3000 v.Chr.-500 n.Chr.
Eerste (Romeinse) stad in Nederland 50
Eerste steden in Midden-Oosten 3300 v.Chr.
Einde Romeinse Rijk: steden raken in verval 467
Kroning Karel de Grote 800
Tijdsprong: Tijd van steden en staten
37
Informatiesamenleving 2000-nu Industriële samenleving 1870-2000 Landbouwsamenleving 500-1000
middeleeuwen - 500-1000
Monniken en ridders 500-1000
Hoge m.e. - 1000-1250
Late m.e. - 1250-1500
Steden en staten 1000-1500 Ontdekkers en hervormers 1500-1600 Regenten en vorsten 1600-1700 Pruiken en revoluties 1700-1800 Burgers en stoommachines 1800-1900
Wereldoorlogen 1900-1950
Stavoren 1 Nederlandse stad met stadsrechten 1068 e
Televisie en computer vanaf 1950
Utrecht wordt een stad 1122 Amsterdam wordt een stad 1306
Den Haag wordt een stad 1806
2000
1900
1800
1700
1600
1500
1250
1000
Landbouwstedelijke samenleving 1000 - 1870
38
Steden en staten De middeleeuwse stad
Leertekst tijdsprong
Tijd van steden en staten Dit heb ik gedaan
het platteland, maar er ontstonden steden en steeds
Je hebt in deze les kennisgemaakt met de tijd van
meer mensen gingen in de stad wonen. Handel en
steden en staten en je hebt nagedacht over het
ambachten werden steeds belangrijker als middel
sleutelbegrip samenleven.
van bestaan. De manier waarop mensen samenleven in steden is heel anders dan op het platteland.
Dit weet ik nu
In steden wonen mensen dichter op elkaar en is het
De tijd van steden en staten loopt van het jaar 1000
belangrijker dat mensen samen met elkaar zaken
tot 1500. Het eerste deel van deze periode, van
regelen. Er moeten afspraken gemaakt worden
het jaar 1000 tot ongeveer 1250, wordt de hoge
over waar mensen hun afval laten, wie zorgt dat er
middeleeuwen genoemd. De periode van 1250 tot
wegen worden aangelegd, wie daarvoor betaalt en
1500 noemen we de late middeleeuwen.
hoe er omgegaan wordt met bijvoorbeeld brand of besmettelijke ziektes in de stad.
De tijd van steden en staten is een lange periode van 500 jaar, waarin langzaam maar zeker een aantal
In de hoge en late middeleeuwen kregen steeds meer
grote veranderingen plaatsvonden. Vanaf het jaar
steden stadsrechten. Dat wilde zeggen dat steden het
1000 groeiden overal in Europa domeinen en dorpen
recht kregen om zichzelf te besturen en allerlei zaken
langzaam uit tot steden. De periode van de late
zelf te regelen. In de meeste steden was het bestuur
middeleeuwen wordt onder andere gekenmerkt door
in handen van een kleine groep rijke burgers of
de opkomst van staten. Frankrijk, Engeland en Spanje
edelen. Zij bepaalden de regels en wetten van de stad
worden de machtigste landen van Europa. In de hoge en late middeleeuwen veranderde de samenleving in West-Europa van een landbouw samenleving in een landbouwstedelijke samenleving. De meerderheid van de mensen leefde nog steeds op
Tijdsprong: Tijd van steden en staten
Begrippen Deze begrippen ken ik nu en zorgden ervoor dat die werden nageleefd. De rest van de bevolking van de stad had weinig te zeggen. Tegenwoordig is dat anders. Via verkiezingen kunnen inwoners van een stad zelf mee bepalen wie de stad namens hen bestuurt.
Waarom is dit belangrijk? Wij leven allemaal op een bepaalde manier samen met andere mensen. Sommige van die mensen ken je. Ze zijn familie of vrienden van je, wonen in je straat of gaan naar dezelfde school. De meeste mensen ken je echter niet. Om te zorgen dat ook mensen die elkaar niet kennen goed met elkaar kunnen samenleven, zijn er wetten en regels gemaakt waar iedereen zich aan moet houden. Zo mag niemand zomaar zijn afval op straat gooien en als je thuis een feestje geeft, moet je rekening houden met je buren. Dat was niet altijd zo. In de eerste grote steden moest de bevolking dat allemaal nog zelf uitvinden.
hoge middeleeuwen periode in de geschiedenis van West-Europa van het jaar 1000 tot ongeveer 1250. landbouwsamenleving samenleving waarin de meerderheid van de bevolking leeft van de landbouw. landbouwstedelijke samenleving samenleving waarin de meerderheid van de bevolking leeft van de landbouw, maar waarin ook een grote groep mensen in steden woont. late middeleeuwen periode in de geschiedenis van West-Europa van ongeveer 1250 tot 1500. samenleving groep mensen die op basis van bepaalde afspraken met elkaar samenleeft op een bepaalde plek, bijvoorbeeld een stad of een land. staat land met duidelijke grenzen waarbinnen dezelfde wetten gelden. stadsrechten rechten die in de middeleeuwen aan steden werden verleend door landheren. Stadsrechten gaven een stad meer vrijheid om zichzelf te besturen en zelf afspraken te maken.
39
40
Steden en staten De middeleeuwse stad
Les 1: Verover de beste plek Leertekst les 1
Waar ontstonden de eerste steden? Dit heb ik gedaan
uit elkaar gevallen. Tussen 800 en 1000 was Europa
Je hebt kennisgemaakt met het Europa van rond het
van alle kanten aangevallen door Vikingen (uit het
jaar 1000. De bevolking groeide en er begonnen dorpen
noorden), Hongaren en andere steppevolken (uit het
en steden te ontstaan. Je hebt de opdracht gekregen
oosten) en moslims (uit het zuiden). Maar rond het jaar
om zelf een dorp te beginnen en uit te zoeken wat
1000 hielden de invallen op. De christenen geloofden
de beste locatie is om dat te doen. Je hebt de beste
dat in het jaar 1000 het einde der tijden zou zijn, maar
plek uitgekozen en gezien wat de gevolgen van die
dat bleek niet zo te zijn. Het werd rustiger en veiliger
keuze zijn. Zorgt jullie keuze ervoor dat jullie dorp kan
in Europa.
groeien? De bevolking van West-Europa ging groeien. Dit weet ik nu
Een oorzaak daarvan was dat er steeds meer voedsel
Rond het jaar 1000 hebben de inwoners van Europa
beschikbaar was. Dat kwam doordat er allerlei nieuwe
een woelige tijd achter de rug. Aan het einde van de
uitvindingen waren gedaan in de landbouw, zoals
vroege middeleeuwen was het rijk van Karel de Grote
het drieslagstelsel dat je al tegen bent gekomen
Parijs rond 1500. Parijs is ontstaan langs een rivier en bij een knooppunt van (water)wegen.
Les 1: Verover de beste plek
Op deze kaart van Parijs rond 1500 zie je dat de stad is gebouwd langs de rivier de Seine.
41
42
Steden en staten De middeleeuwse stad
in de tijd van monniken en ridders, en een nieuw soort ploeg die door paarden getrokken werd en waarmee het land beter omgeploegd kon worden. Met deze betere ploegtechniek werd het mogelijk om steeds meer soorten grond geschikt te maken voor landbouw, bijvoorbeeld stukken bos en andere natuurgebieden. Ook werden mensen steeds beter in het droogmaken van bijvoorbeeld moerasgebieden.
Begrippen Deze begrippen ken ik nu gevolg het effect van een gebeurtenis. Iets wat gebeurt doordat een andere gebeurtenis heeft plaatsgevonden.
landbouwgrond bij.
ontginningen het geschikt maken van grond voor de landbouw.
Een gevolg was dat boeren meer voedsel begonnen
oorzaak een reden waarom iets gebeurt.
Door deze ontginningen kwam er steeds meer
te produceren dan ze zelf nodig hadden om van te leven. Dat betekende dat ze delen van hun oogst, de overschotten, konden gaan verkopen. Zo nam de handel toe en op vaste plaatsen werden markten gehouden waar iedereen zijn overschotten kon verkopen. Ook hoefde door de landbouwvernieuwingen niet iedereen meer mee te helpen op het land en gingen mensen zich specialiseren in ambachten, zoals het maken van schoenen of het bakken van brood. Markten werden vaak gehouden op plekken die goed bereikbaar waren of waar van oudsher al veel mensen bij elkaar kwamen omdat het er veilig was. Bijvoorbeeld langs (kruispunten van) wegen, rivieren, aan de kust of in de buurt van kastelen of kloosters. In de periode 1000-1200 groeiden steeds meer nederzettingen met markten uit tot steden. Zo veranderde de landbouwsamenleving van de vroege middeleeuwen (tijd van monniken en ridders) langzaam in een landbouwstedelijke samenleving, waarin naast landbouw nu ook handel en ambachten belangrijke middelen van bestaan werden. Dit kan ik nu Vaardigheden pagina 65 Je kan onderscheid maken tussen oorzaken en gevolgen van een gebeurtenis. Je kan voorbeelden noemen van oorzaken en gevolgen in de tijd van steden en staten.
Waarom is dit belangrijk? De meeste steden in Nederland zijn ontstaan in de tijd van steden en staten. Een van de oorzaken van het ontstaan van steden was de opkomst van de handel. Dat steden in de middeleeuwen uit handel zijn ontstaan kan je vaak nog duidelijk zien op straat, doordat het centrum van de stad bestaat uit een marktplein en café’s. Vroeger waren dat vaak herbergen, waar rondreizende kooplieden konden eten en overnachten. Aan straatnamen kan je nog zien dat de opkomst van de handel in de middeleeuwen samenging met de opkomst van ambachten in steden. Rondom een marktplein zitten namelijk vaak straten en stegen met namen als Schoenmakersstraat of Pottenbakkerssteeg. Met kennis over het verleden begrijp je beter waarom de wereld om je heen is zoals hij is. Onderscheid kunnen maken tussen oorzaken en gevolgen is heel belangrijk als je wilt weten waarom iets in het verleden of het heden gebeurd is of nog steeds gebeurt. Pas als je weet waarom iets gebeurt, kan je er invloed op uitoefenen.
Les 2: Heilige oorlog!
43
De soldaten van de islamitische generaal Saladin vallen Jeruzalem aan. Afbeelding uit de kroniek van Jeruzalem, in de 12e eeuw geschreven door de christelijke geestelijke Willem van Tyrus. Hij woonde in Jeruzalem.
Les 2: Heilige oorlog! Leertekst les 2
De kruistochten Dit heb ik gedaan
Dit weet ik nu
Je hebt kennisgemaakt met het Europa van rond het
In de middeleeuwen werd het gebied dat we nu Israël
jaar 1095. Dit was het jaar waarop paus Urbanus II
en Palestina noemen het Heilige Land genoemd.
mensen in West-Europa opriep om op kruistocht te
Christenen gingen er graag als pelgrim naartoe om
gaan. Vanuit je rol van middeleeuwse dorpsbewoner
plaatsen te bezoeken die voorkomen in de Bijbel. In de
heb je een advies uitgebracht aan je heer om wel
11e eeuw werd dat moeilijker, omdat een islamitisch
of niet op kruistocht te gaan. Je hebt je daarvoor
volk uit Azië een groot deel van het Midden-Oosten
verdiept in wat de kruistochten waren en wat de voor-
veroverde. Zij lieten niet alle christelijke pelgrims
en nadelen waren als je eraan deelnam.
meer zomaar door hun gebied reizen. Ook dreigden
44
Steden en staten De middeleeuwse stad
zij Constantinopel, de christelijke hoofdstad van het
komen, plunderden de kruisvaarders vaak dorpen
Oost-Romeinse Rijk aan te vallen. Dit waren twee
en steden waar ze onderweg langs kwamen. Ook
redenen waarom de paus in het jaar 1095 de mensen
hebben kruisvaarders onderweg grote groepen
in West-Europa opriep om naar het Heilige Land toe te
joden vermoord, die ze net als de moslims zagen als
gaan om dit volk daar met geweld te verdrijven en het
vijanden van het christelijke geloof.
gebied onder christelijke heerschappij te brengen. Slechts rond de 15.000 mensen kwamen uiteindelijk De paus vertelde de mensen dat de moslims de
in Jeruzalem aan. Toch lukte het deze groep om in
christelijke heiligdommen in het Heilige Land
1099 de stad Jeruzalem en het gebied eromheen
vernielden, dat ze roofden, pelgrims martelden en
te veroveren. De kruisvaarders stichtten er een
vrouwen en kinderen vermoordden. Dit was niet waar,
aantal kruisvaardersstaten, die ze zelf gingen
maar het zorgde er wel voor dat heel veel mensen
besturen. Dit was echter een kortetermijngevolg van
gehoor gaven aan de oproep. Ook de boodschap dat
de kruistochten. Als je namelijk gaat kijken naar de
iedereen die bij de reis om zou komen direct naar de
lange termijn, dan blijkt dat de heerschappij van de
hemel zou gaan, trok veel mensen aan. In 1096
christenen in het Heilige Land niet lang standhield.
vertrokken er uit heel West-Europa grote groepen
In 1187 veroverde de beroemde islamitische leider
mensen voor een heilige oorlog richting Jeruzalem,
Saladin het gebied weer terug. Er werden daarna, tot
de belangrijkste stad van het Heilige Land. Dit wordt
het jaar 1272, nog 8 grote kruistochten gehouden,
de eerste kruistocht genoemd.
maar de christenen kregen Jeruzalem niet meer in handen. Voor de paus en de christelijke kerk in Rome
Aan de eerste kruistocht deden ongeveer 100.000
waren de kruistochten uiteindelijk dus geen succes.
mensen mee: armen en rijken, mannen, vrouwen en zelfs kinderen. Velen waren slecht voorbereid
Een aantal kruisvaarders hebben van hun reis
en vielen onderweg uit door honger, ziektes,
wel relieken, heilige voorwerpen, uit het Heilige Land
uitputting of geweld. De kruistochten waren
mee terug naar Europa genomen. Deze zijn nog steeds
bepaald geen vreedzame tochten. Om aan eten te
in kerken en kathedralen in Europa te vinden.
Reliek van het heilig bloed, meegenomen door de graaf van Vlaanderen uit het Heilige Land toen hij terugkwam van zijn kruistocht. Brugge werd door deze druppels van het bloed van Jezus de belangrijkste plaats voor pelgrims in de Lage Landen. De reliek wordt nog altijd vereerd.
Les 2: Heilige oorlog!
De kruistochten hadden veel gevolgen. Bedoelde gevolgen (het veroveren van Jeruzalem), maar ook onbedoelde gevolgen. Er werd onderweg en in het Heilige Land ook handelgedreven tussen christenen en moslims. Kruisvaarders hebben daarnaast kennis opgedaan van de cultuur van de moslims. De moslims waren in deze tijd namelijk op het gebied van wetenschap, zoals bijvoorbeeld geneeskunde, veel verder ontwikkeld dan de Europeanen. Als langetermijngevolg van de kruistochten zien we dat christenen kennis uit de islamitische cultuur gingen gebruiken in de ontwikkeling van de eigen wetenschap. Dit kan ik nu Vaardigheden pagina 65-67 Je kan onderscheid maken tussen verschillende soorten oorzaken en gevolgen van de kruistochten. Je kan voorbeelden noemen van korte- en langetermijngevolgen en bedoelde en onbedoelde gevolgen van de kruistochten. Je kan argumenten ordenen met de diamantmethode.
Waarom is dit belangrijk? Heilige oorlogen komen nog steeds voor in de wereld. Tegenwoordig trekken vooral radicale islamitische groeperingen, zoals Islamitische Staat en Al-Qaeda, de aandacht. Het is belangrijk om te weten dat er vaak meerdere oorzaken zijn van geweld in de naam van een godsdienst dan alleen een sterk geloof. De omstandigheden spelen vaak een grote rol. Dat er in 1096 zoveel mensen op kruistocht gingen, kwam voor een deel doordat de paus dingen over de moslims had verteld die niet waar waren. Zou het kunnen dat een deel van de mensen van IS en Al Qaeda ook verkeerde informatie heeft over hun moderne vijanden?
Begrippen Deze begrippen ken ik nu bedoeld gevolg uitkomst van een gebeurtenis die van tevoren gewenst was. Heilige Land gebied dat we nu Israël en Palestina noemen. In dit gebied liggen veel plaatsen die in de Bijbel voorkomen. Het gebied is heilig voor christenen, maar ook voor joden en moslims. heilige oorlog oorlog voor een godsdienstig doel. Een oorlog waarvan mensen geloven dat hun god het wil. kathedraal grote kerk; kerk van een bisschop. kortetermijngevolg gevolg van een gebeurtenis dat al snel na deze gebeurtenis plaatsvindt of merkbaar is. kruistocht reis van christenen naar het Midden-Oosten om daar met geweld christelijke heilige plaatsen in te nemen. kruisvaarder deelnemer aan een kruistocht. kruisvaardersstaten staten die in het Midden-Oosten door kruisvaarders werden gesticht na afloop van de eerste kruistocht. langetermijngevolg gevolg van een gebeurtenis dat pas veel later plaatsvindt of duidelijk wordt. onbedoeld gevolg uitkomst van een gebeurtenis die van tevoren niet zo bedoeld of gewenst was. pelgrim iemand die een heilige reis maakt. reliek overblijfsel van een heilige of een voorwerp dat van een heilige is geweest.
45
46
Steden en staten De middeleeuwse stad
Les 3: Sleutels van de stad Leertekst les 3
Stadsrechten Dit heb ik gedaan
De belangrijkste rechten die de handelaren in de stad
Je bent aanbeland in het jaar 1290. Steeds meer
wilden hebben waren het tolrecht, het recht om zelf
dorpen krijgen stadsrechten. Je hebt met je groep
recht te spreken en het recht om een muur te bouwen
een aantal stadsrechten uitgekozen en gekocht voor
om zich te beschermen. Het eerste was gunstig voor
jullie stad.
de handel en het recht op eigen rechtspraak zorgde ervoor dat ze niet afhankelijk waren van de grillige
Dit weet ik nu
uitspraken van de lokale heer. Andere voorbeelden
Alle steden die in de middeleeuwen ontstonden,
van stadsrechten waren het recht om markten te
stonden op het land van een heer. Officieel was die
houden en om eigen munten te maken. Steden
heer de baas over de stad en moesten de bewoners
kregen deze rechten niet voor niets. De landheren
aan dezelfde plichten voldoen als de boeren op
hadden vaak geld nodig en verkochten rechten aan
het land. Eén van die plichten was bijvoorbeeld het
de steden in ruil voor geld. Het kortetermijngevolg
verrichten van herendiensten. Stedelingen moesten
was dat de landheer meteen weer geld had
ook voor alles wat ze deden, zoals huizen bouwen
(waarschijnlijk om oorlog te voeren). Er was echter
of markten houden, toestemming vragen aan hun
ook een langetermijngevolg van het verkopen van
heer. Stedelingen wilden meer vrijheid om handel te
stadsrechten door de edelen. De edelen verloren
drijven en hun eigen stad te besturen. Zij wilden dus
steeds meer macht aan de steden.
stadsrechten. Binnen de steden hadden naast de stadsbesturen ook de gilden heel veel macht. Een gilde was een organisatie van mensen met hetzelfde beroep. Op den duur moesten alle ambachtslieden in steden aangesloten zijn bij het gilde van hun ambacht,
Les 3: Sleutels van de stad
47
anders mochten ze hun ambacht niet uitoefenen.
de zogenaamde meesterproef, een soort examen
De gilden bepaalden wat de kwaliteit van de
dat je voor het gilde moest afleggen. Leden van een
producten moest zijn en voor welke prijs het verkocht
gilde zorgden voor elkaar in moeilijke tijden. Als een
moest worden. Er was daardoor weinig tot geen
ambachtsman stierf, zorgde het gilde ervoor dat zijn
concurrentie tussen ambachtslieden, omdat de
vrouw en kinderen genoeg inkomen bleven houden
prijs en kwaliteit overal ongeveer hetzelfde was.
of op een andere manier geholpen werden.
Het gilde bepaalde ook de werktijden en de manier waarop nieuwe ambachtslieden opgeleid moesten
Dit kan ik nu
worden. Een ambacht leerde je niet op school, maar
Je kan voor- en nadelen afwegen om tot een keuze
je ging als gezel meewerken in het bedrijf van een
te komen. Je kan onderscheid maken tussen
ervaren ambachtsman. Je kon als ambachtsman pas
verschillende soorten oorzaken en gevolgen van het
een eigen zaak beginnen als je geslaagd was voor
krijgen van stadsrechten.
De middeleeuwse stad Siena in Italië, afgebeeld op een muurschildering uit 1339. De titel van de schildering is: ‘de effecten van goed bestuur in de stad’. De burgers van de stad zijn blijkbaar trots op hoe ze hun stad besturen.
48
Steden en staten De middeleeuwse stad
Begrippen Deze begrippen ken ik nu
Waarom is dit belangrijk? In de tijd van steden en staten gingen mensen voor het eerst dicht op elkaar wonen in steden.
gezel leerling van een ambachtsman.
Er moesten afspraken gemaakt worden over
gilde organisatie van mensen met hetzelfde beroep die elkaar controleerden en voor elkaar opkwamen.
konden samenleven. Een nieuwe groep
meesterproef soort examen voor een ambachtsman waarmee hij kan laten zien dat hij klaar is om zijn eigen zaak te beginnen.
hoe mensen in zo’n stad het best met elkaar mensen kreeg daarop invloed: de handelaren en de ambachtslieden. Dat was heel bijzonder: in de eeuwen daarvoor hadden die groepen uit de derde stand geen enkele invloed. De geestelijken en de edelen (de eerste en de tweede stand) hadden toen nog alle macht. Het was dus voor het eerst in de geschiedenis dat gewone burgers invloed kregen op de regels van de samenleving. Hoe kregen ze dat voor elkaar? De nieuwe groepen (de handelaars en de ambachtslieden) gingen samenwerken in gilden, zodat ze samen voor hun belangen konden opkomen en goed voor elkaar konden zorgen. Als je naar de geschiedenis kijkt, zie je
Gildehuizen op de Grote Markt in Antwerpen.
dus dat als je iets voor elkaar wilt krijgen, het slim is om samen te werken met anderen die hetzelfde willen.
Les 4: Opstand
49
Les 4: Opstand Leertekst les 4
Centralisatie Dit heb ik gedaan Je bent in het jaar 1379 aangekomen. Je hebt te horen
Er waren steden die net als Gent succes hadden
gekregen dat jullie heer de stadsrechten die jullie in
met hun opstand. Toch blijkt dat aan het einde
les 3 gekocht hebben weer van jullie af wil nemen.
van de middeleeuwen vooral koningen macht naar
Je hebt het besluit moeten nemen om wel of niet in
zich toe weten te trekken. Zij weten het bestuur te
opstand te komen tegen jullie heer. Daarnaast heb je
centraliseren. Zo ontstaan er in die tijd de eerste echte
je verdiept in wat een Hanze-lidmaatschap voor jullie
staten.
stad zou betekenen. Gent was net als de meeste steden een echte Dit weet ik nu
handelsstad. De stad was aangesloten bij een
In de 14 eeuw waren er in West-Europa steeds meer
netwerk van handelssteden door heel Europa, de
rijke en machtige steden. Eén van de grootste en
Duitse Hanze. Rond 1350 gaan allerlei Nederlandse
machtigste steden van de Nederlanden was in die tijd
steden deelnemen aan die Hanze. Aansluiting
Gent (nu in België). In Gent gebeurde in 1379 iets dat
bij de Hanze had grote voordelen voor een stad.
kenmerkend was voor de 14 eeuw: steden en hun
Door afspraken te maken over welke stad zich
heren kwamen steeds vaker met elkaar in conflict over
specialiseerde in welke producten, hadden ze
macht. Landheren, maar ook koningen probeerden
te maken met weinig concurrentie. Door samen
er in deze tijd steeds meer voor te zorgen dat overal
goederen te vervoeren, werd de kans om onderweg
in hun gebied dezelfde wetten werden ingevoerd en
overvallen te worden kleiner. Ook konden de steden
nageleefd. Ze wilden het besturen van losse gebieden
makkelijk ideeën en contacten met elkaar delen.
e
e
niet meer overlaten aan verschillende (achter)leenmannen. We noemen dit centralisatie. Steden wilden
Dit kan ik nu
daarentegen hun vrijheden niet opgeven en eigen
Je kan bij verschillende omstandigheden en
wetten kunnen blijven maken.
gebeurtenissen uitleggen wat de gevolgen zijn voor de groei van een stad. Ook kan je uitleggen welke
Aan het begin van de 14e eeuw hadden de inwoners
langetermijngevolgen er zijn voor de verschillende
van Gent al laten zien hoe machtig en onafhankelijk ze
groepen in de samenleving.
waren door in de Honderdjarige Oorlog voor de kant van de vijand van hun heer te kiezen. Vriendschap met die vijand was voor Gent gunstig voor de handel, en handel vonden ze in de stad belangrijker dan trouw aan hun heer. In de loop van de 14e eeuw kwam Gent nog een aantal keer, onder andere in 1379, in opstand tegen hun heer en zelfs hun koning.
50
Steden en staten De middeleeuwse stad
De slag op het Beverhoutsveld, een belangrijk gevecht in de opstand van de stad Gent tegen de graaf van Vlaanderen. Een tekening uit een kroniek uit de 14e eeuw.
Les 4: Opstand
Waarom is dit belangrijk? Wie heeft het voor het zeggen in de wereld?
Begrippen
In de loop van de geschiedenis is dat vaak veranderd. In de vroege middeleeuwen waren
Deze begrippen ken ik nu centralisatie macht uitoefenen vanuit één centrale plek en overal dezelfde wetten en regels invoeren.
de machtsverhoudingen tussen mensen vrij duidelijk. De kerk en de edelen stonden het hoogst. De boeren waren arm en hadden weinig te zeggen. De opkomst van de steden
Hanze netwerk van handelssteden die met elkaar samenwerkten.
bracht hier verandering in. Er ontstond een
Honderdjarige Oorlog reeks oorlogen om de heerschappij over Frankrijk en Engeland tussen 1337 tot 1453.
tegenwoordig? Als leden van de Tweede Kamer
groep rijke burgers, die de macht van de adel op de proef ging stellen. Hoe zit dat roepen dat de regering moet luisteren naar ‘het volk’, wie bedoelen ze dan?
51
Steden en staten De middeleeuwse stad
52
College: De zwarte dood Conceptmap
oorzaken
dicht op elkaar.
.
.
konden zich hierdoor makkelijk verspreiden.
brak
:
Vul de ontbrekende informatie op de stippellijnen in.
1 In de middeleeuwse steden was weinig
Mensen
Er was geen
Men gooide afval
2 In de
De bacterie die dit veroorzaakte kwam de stad binnen via
Tijdvak 4: Steden en staten
van
tot
de zwarte dood Pestlijders kregen
op hun lichaam.
4 Daardoor was er een tekort aan
Zo kwam de ziekte aan zijn naam.
uit.
.
Dit leidde tot
gevolgen
en
.
.
van god was.
.
tegen joden.
.
1/3 van de bevolking in Europa.
1 Middeleeuwers wisten niet waardoor de pest veroorzaakt werd.
Sommigen gingen zich extra goed houden aan
Ze geloofden dat de pest een
2 Anderen gebruikten de joden als
Zij eisten
3 Rond 1350
van tot Tijdvak 5: Steden en staten
uit
College: De zwarte dood
53
Leertekst college
De zwarte dood Dit weet ik nu In de eerste middeleeuwse steden was weinig
mensen aan de ziekte. Dat was ongeveer een derde
hygiëne. Mensen woonden dicht op elkaar, er was
van de Europese bevolking van die tijd.
geen schoon stromend water en mensen gooiden hun afval en deden hun behoeften gewoon op straat.
De pest was een verschrikking, maar op de lange
Hierdoor braken er regelmatig ziektes uit, die zich
termijn heeft het ook positieve effecten gehad op
gemakkelijk konden verspreiden. In de 14 eeuw
de Europese samenleving. Doordat de bevolking
kreeg Europa te maken met de pest, een ziekte die
in sommige gebieden drastisch afnam, kregen
oorspronkelijk uit Azië kwam. De pest kwam via
landheren te maken met een tekort aan boeren en
ratten die meereisden op handelsschepen naar
landarbeiders. De overlevenden konden hierdoor
Europa. De pest werd veroorzaakt door een bacterie
meer eisen gaan stellen. Boeren kregen meer
die van ratten op mensen overgedragen werd via
rechten en hun levensomstandigheden verbeterden.
luizen. Ratten en luizen waren heel gewoon in de
Steden werden tijdelijk minder druk bevolkt en
middeleeuwen. Iedereen had er last van, maar
gingen actie ondernemen om de slechte hygiënische
niemand wist hoe gevaarlijk ze waren.
omstandigheden te verbeteren.
e
Mensen die de pest kregen, werden snel heel erg ziek. Ze kregen hoge koorts en begonnen bloed op te hoesten. Ook kregen ze grote zwarte builen op hun lichaam, die erg veel pijn deden. Door de zwarte builen werd de ziekte ook wel de zwarte dood genoemd. De mensen in de middeleeuwen wisten niet waardoor de ziekte veroorzaakt werd. Velen zagen het als een straf van God. Zij gingen zich extra goed houden aan de regels van de kerk, in de hoop dat God hen zou vergeven. Anderen zochten naar een zondebok en wezen de joden hiervoor aan. De pest kwam minder voor bij joden, omdat het joodse geloof allerlei regels had waardoor mensen hygiënischer leefden. Veel christenen zagen hierin echter het bewijs dat de joden de pest veroorzaakt hadden door iets in het drinkwater te doen. Dit leidde tot veel geweld tegen joden. Rond 1350 vond de heftigste uitbraak van de ziekte plaats. In 5 jaar tijd stierven er in Europa 30 miljoen
Begrippen Deze begrippen ken ik nu pest ziekte die overdragen wordt door ratten en binnen enkele dagen dodelijk is. zwarte dood een bijnaam voor de pest.
54
Steden en staten De middeleeuwse stad
Het begraven van de pestdoden in Doornik. Middeleeuwse afbeelding uit ongeveer 1353.
Het vermoorden van joden na een pestuitbraak in Doornik. Middeleeuwse afbeelding uit ongeveer 1353.
3 Maar in de 11e eeuw vond de paus dat alleen híj bisschoppen mocht
2 Zij wilden dus dat de bisschop trouw was aan de
1 Koningen gebruikten steeds vaker bisschoppen als
Leiding geven aan
besturen.
.
De
macht.
had de
.
.
.
= investituur
Zorgen dat mensen op de juiste manier
6 In de
7 Vanaf nu mag alleen de
Leiding geven aan
Dit betekende:
de koning omdat hij tóch een bisschop benoemde.
.
.
maakten de paus en de keizer een afspraak.
nog bisschoppen benoemen.
5 De koning verloor daardoor zijn macht en smeekte de paus om vergeving. De strijd bleef daarna echter doorgaan.
Hij wilde ook wereldlijke macht.
Allebei wilden ze invloed op de benoeming van
Hij probeerde geestelijke macht te krijgen.
4 De paus
.
macht
tot
In de praktijk hielden de leiders zich niet zo netjes aan de scheiding!
macht.
had de
koning
De
van
Tijdvak 5: totSteden en staten
Conceptmap
Dit betekende:
van
Tijdvak 4: Steden en staten
In de middeleeuwen geloofden mensen dat de koning zijn macht kreeg van
Vul de ontbrekende informatie op de stippellijnen in.
College: Strijd tussen kerk en staat 55
College: Strijd tussen kerk en staat
56
Steden en staten De middeleeuwse stad
Leertekst college
Strijd tussen kerk en staat Dit weet ik nu In de middeleeuwen geloofden de mensen dat de
Vanaf de 11e eeuw ging de leider van de kerk,
koning zijn macht van God kreeg. Daarom was het
de paus, hier echter tegenin. Hij vond dat de
belangrijk dat de koning en de paus, de leider van de
geestelijken alleen naar de paus moesten luisteren
kerk, goed met elkaar overweg konden. Zij deelden
en niet naar de koningen. Er ontstond een conflict
samen de macht. De mensen geloofden dat de paus
tussen de Duitse koning Hendrik IV en paus
en de koning ieder een duidelijke eigen taak hadden
Gregorius VII over wie de bisschoppen mocht
gekregen van God. De paus had de geestelijke macht.
benoemen. Een ander woord voor de benoeming van
Hij moest leiding geven aan de kerk en erop toezien
een bisschop is ‘investituur’. De ruzie hierover wordt
dat de mensen op de juiste manier geloofden.
de investituurstrijd genoemd.
Koningen en keizers hadden de wereldlijke macht. Zij moesten het land besturen en leiding geven aan
Paus Gregorius VII liet in een officiële brief weten dat
hun legers. Maar in de praktijk hielden de leiders van
hij vond dat hij als paus boven alle koningen stond
beide kanten zich niet zo netjes aan de scheiding
en dat hij een vorst kon afzetten als hij dat wilde.
tussen geestelijke en wereldlijke macht.
Bovendien zei hij dat het recht om bisschoppen te benoemen voortaan alleen bij hem lag. Koning
Er waren toen ook nog geen duidelijke regels
Hendrik IV besloot zich hier niets van aan te trekken
vastgelegd over wie precies waar de macht over
en benoemde toch een bisschop. Hierop werd hij
had. De grenzen waren niet zo duidelijk getrokken. Daarom wilde de paus ook wereldlijke macht en probeerden koningen geestelijke macht te krijgen. De leiders van de kerk probeerden zich dan bijvoorbeeld toch te bemoeien met het bestuur van de staten die christelijk waren. Andersom probeerden koningen invloed uit te oefenen op de leiders van de kerk in hun gebied. Met name op de bisschoppen. Vanaf de 10e eeuw waren koningen steeds vaker bisschoppen gaan gebruiken als leenman. Dit had namelijk als voordeel dat als de bisschop doodging, het land weer terugging naar de koning. Bisschoppen mochten namelijk geen kinderen krijgen. De koningen vonden het belangrijk dat de bisschoppen die als hun leenman heersten over een stuk land, trouw waren aan hen en deden wat de koningen wilden. De wereldlijke leiders probeerden zo dus invloed te hebben op de geestelijke leiders.
College: Strijd tussen kerk en staat
Gotische kapel met middeleeuwse glas-inloodramen in Parijs. De gotische bouwstijl met hoge, langwerpige bogen en ramen zorgt voor een indrukwekkend effect.
57
58
Steden en staten De middeleeuwse stad
door de paus geëxcommuniceerd. Hij werd uit de
In 1122 werd er uiteindelijk een verdrag gesloten
katholieke kerk gezet. Dat betekende voor Hendrik dat
tussen de zoon van Hendrik IV en de nieuwe paus.
hij zijn macht verloor. De mensen geloofden immers
(Keizer Henrik IV en paus Gregorius waren inmiddels
dat koningen hun macht van God kregen, maar als
allebei dood.) Ze spraken af dat bisschoppen zowel
de koning uit de kerk was gezet, dan had hij blijkbaar
geestelijke als wereldlijke macht mochten uitoefenen,
niet meer de steun van God. Ook betekende het dat hij
maar dat ze alleen benoemd konden worden door de
volgens het geloof in de hel zou komen. Hendrik kreeg
kerk. De paus heeft uiteindelijk dus de investituurstrijd
zijn macht terug door in de winter van 1077 naar het
gewonnen.
kasteel van de paus in Canossa te reizen en daar de paus te smeken om vergeving. Hendrik kreeg zijn macht uiteindelijk terug, maar liet het er niet bij zitten. Een aantal jaar later benoemde hij opnieuw een aantal bisschoppen én besloot hij om met een leger paus Gregorius uit Rome te verjagen. Hij stelde zelf een nieuwe paus aan: Clemens III. Deze paus stond aan de kant van Hendrik en kroonde hem in 1084 tot keizer.
Waarom is dit belangrijk? Tegenwoordig is het in Nederland (en alle andere westerse landen) zo dat de leiders van de kerk zich niet bemoeien met hoe het land bestuurd moet worden. Dat heeft als voordeel dat de christelijke kerk bijvoorbeeld niet kan bepalen dat iedereen die op een andere manier gelooft in de gevangenis gezet moet worden. Andersom bemoeien politici zich ook niet met de kerk. De kerk mag bijvoorbeeld haar eigen
Begrippen
leiders kiezen, daar hebben politici niks over te zeggen. Ook dit heeft als voordeel dat mensen
Deze begrippen ken ik nu excommunicatie uit de kerk gezet worden. geestelijke macht macht over de kerk en het geloof van mensen. investituurstrijd machtsstrijd tussen koning Hendrik IV en paus Gregorius VII over wie er ging over de investituur (benoeming) van bisschoppen in de 11e en 12e eeuw. wereldlijke macht macht over het bestuur van een land.
zelf mogen beslissen waar ze in geloven, zonder bang te hoeven zijn gearresteerd te worden door de politie. Dit komt door de scheiding tussen kerk en staat. Dat betekent dat de kerk zich niet bemoeit met de zaken van de staat en dat de staat zich niet bemoeit met de zaken van de kerk. Ze schrijven elkaar niet de regels voor. In sommige gebieden is dat anders. In landen als Iran, Pakistan of Saoedi-Arabië hebben leiders van het geloof ook invloed op hoe het land bestuurd wordt.
College: Strijd tussen kerk en staat
Koning Hendrik IV moest in 1077 drie dagen op blote voeten in de sneeuw wachten voor de poorten van het kasteel van de paus in Canossa als boetedoening. Tekening uit de 19e eeuw.
59
Steden en staten
60
De middeleeuwse stad
De vroege, hoge en late middeleeuwen Tijdlijn Vul de ontbrekende informatie op de stippellijnen in.
Middelen van bestaan:
Middelen van bestaan:
Vroege m.e. - 500-1000
1200
1100
900
1000
Landbouwsamenleving 500-1000
Hoge middeleeuwen -
1000-1250
Monniken en ridders | 500-1000
1187
1096
1099
De vroege, hoge en late middeleeuwen
Zoek uit wanneer de stad waar je woont (of een in de buurt) stadsrechten kreeg en teken een lijn naar de juiste plek in de tijdlijn.
In
kreeg
stadsrechten.
1337-1453
1500
1400
1300
Landbouwstedelijke samenleving 1000-1870
Late middeleeuwen - 1250-1500
Steden en staten | 1000-1500
1379
1350
1350
61
62
Monniken en ridders Steden en staten
Overzicht vaardigheden Vaardigheid 1:
Vaardigheid 2:
Aantekeningen maken (Monniken en ridders, les 1)
Hoofd- en bijzaken onderscheiden (Monniken en ridders, les 1)
Als je aantekeningen maakt, verzamel je de belang-
Niet alles wat je hoort of leest tijdens de les is even
rijkste informatie van een verhaal. Je leest de tekst
belangrijk om te onthouden.
of luistert naar wat er gezegd wordt en schrijft tegelijkertijd de informatie op die jij belangrijk vindt.
De hoofdzaak is de echt belangrijke informatie.
Door het maken van aantekeningen leer je op een
Deze gaat over de kern van het verhaal. Zonder deze
actieve manier. Je hersenen doen echt iets met de
informatie klopt het verhaal ook niet meer. Vaak heeft
informatie en daardoor onthoud je het beter.
een tekst een centrale vraag die beantwoord wordt. Of je hebt zelf een vraag waar je een antwoord op zoekt.
Soorten aantekeningen
Alles wat je kan gebruiken voor het beantwoorden van
Er is niet 1 manier om aantekeningen te maken. Er zijn
die hoofdvraag is dan een hoofdzaak.
verschillende manieren. Zo kan je bijvoorbeeld: De bijzaken zijn minder belangrijk, zoals een • losse woorden onder elkaar zetten in de volgorde van het verhaal;
voorbeeld of extra uitleg. Ze zijn een aanvulling op de hoofdzaak en de verhaallijn.
• woorden opschrijven en met pijlen met elkaar verbinden;
Als je weet wat de hoofdzaak van een verhaal of een
• een woordweb maken over het verhaal;
tekst is, kan je veel makkelijker aantekeningen of
• een tekening maken van het geheel (maar dit kost
een samenvatting maken. Zo onthoud je beter de
wel veel tijd).
informatie die er echt toe doet.
Hoe maak je goede aantekeningen?
Wat zijn bijzaken?
• Bedenk vooraf wat je wilt weten als je de tekst
• Extra uitleg. Iets dat nog eens op een andere
gelezen hebt. Wat is je doel? • Neem een actieve lees- of luisterhouding aan om zo de hoofdzaken uit de tekst te halen. • Gebruik steekwoorden. Schrijf dus geen hele zinnen op. Steekwoorden zijn de belangrijkste woorden. Als je die bij elkaar zet, heb je de belangrijkste inhoud te pakken als een soort kapstok.
manier wordt uitgelegd. • Aansprekende voorbeelden, die bedoeld zijn om het verhaal sterker te maken. Ze voegen geen informatie toe, maar maken de informatie duidelijker. • Details. Ze zijn bedoeld voor wie echt álles wil weten, maar zijn voor het begrijpen van het hele verhaal niet belangrijk. • Anekdotes, grappige weetjes. Ze zijn bedoeld om het verhaal aantrekkelijker te maken. • Afbeeldingen die geen belangrijke nieuwe informatie toevoegen aan het verhaal. Als je deze
Overzicht vaardigheden
afbeeldingen weghaalt, is het verhaal nog steeds goed te volgen. Tip: Aan sommige signaalwoorden kan je zien dat iets een bijzaak is. Woorden als ‘trouwens’ en ‘overigens’ wijzen op dingen die extra toegevoegd worden, maar niet tot de kern behoren. Woorden als ‘bijvoorbeeld’, ‘Neem nou ...’ en ‘Zo heb je ...’ maken duidelijk dat er een voorbeeld volgt.
63
Vaardigheid 4:
Betrouwbaarheid bronnen (Monniken en ridders, les 2) Niet elke bron is even betrouwbaar. Het is daarom goed om bij elke bron een aantal vragen te stellen: 1. WANNEER is deze bron gemaakt? 2. WIE maakte deze bron? 3. WAAROM is deze bron gemaakt? 4. WAT staat er precies in de bron? En klopt dat met
Vaardigheid 3:
andere bronnen?
Bruikbaarheid bronnen (Monniken en ridders, les 2)
Zo kan je proberen te ontdekken of het waarschijnlijk
Er zijn 2 manieren om naar bronnen te kijken:
Hoe kan je de antwoorden op de vragen WANNEER,
1) Je kan een bron bekijken en kijken welke informatie
WIE en WAAROM gebruiken om te weten of een
de bron allemaal geeft. Als je bijvoorbeeld een
is dat de informatie uit de bron klopt.
bron betrouwbaar is?
nieuwe bron ontdekt in een archief, stel je meestal de vraag wat deze bron ons allemaal kan leren over
WANNEER EN WIE:
het verleden.
Je kunt als je deze vragen hebt beantwoord kijken naar de tijdsafstand tussen de inhoud van de bron en
2) Je kan ook naar een bron kijken vanuit een
de maker van de bron. Wanneer leefde de schrijver
vraagstelling. Vooraf weet je dan al waarnaar je op
en wanneer gebeurde waar hij over schreef? Hoe
zoek bent. Als je vooraf een vraag hebt, bijvoorbeeld
kleiner deze afstand is, des te betrouwbaarder de
als je wilt weten wanneer Karel de Grote leefde, kan
informatie (meestal) is. Dan is het namelijk een
je gerichter naar bronnen zoeken. Om die vraag te
ooggetuige. Voorbeeld van een betrouwbare bron is
beantwoorden, heb je vaak maar een deel van de
de beschrijving van een veldslag door iemand die erbij
informatie uit een bron nodig. En niet alle bronnen
was. Als iemand er 200 jaar later over schrijft, is het
geven antwoord op je vraag.
vaak een stuk minder betrouwbaar.
Meestal wordt eerst een vraag bedacht en dan naar
WAAROM:
het antwoord gezocht in bronnen. Je moet dus eerst
Maar een ooggetuige kan ook juist partijdig zijn.
toetsen of je bronnen informatie bevatten die jij
Daarom is de vraag ‘WAAROM?’ ook belangrijk. Ga
nodig hebt; of de bronnen bruikbaar zijn. Een bron
na of de maker een doel met de bron had. Is de
is bruikbaar als deze informatie bevat die je zoekt en
maker bijvoorbeeld eigenaar van een winkel en wil
onbruikbaar als hij geen antwoord geeft op de vraag
hij ‘reclame’ maken? Heeft hij tijdens de veldslag zijn
die je hebt.
been verloren? Dit soort informatie kan je iets meer
64
Monniken en ridders Steden en staten
vertellen over of diegene partijdig is als hij iets vertelt over de vijand of over een product. WAT: Check ook altijd of dezelfde informatie in andere bronnen terugkomt. Dat maakt de inhoud al wat betrouwbaarder.
Vaardigheid 5:
Beeldbronnen (Monniken en ridders, les 2)
Vaardigheid 6:
Historische tekstbronnen (Monniken en ridders, les 3) Jullie hebben al informatie uit verschillende bronnen gehaald. We bekijken nu hoe je betrouwbare informatie uit historische tekstbronnen haalt. 1) Bepaal de tekstsoort. Er zijn heel veel soorten tekstbronnen. Voorbeelden van tekstbronnen zijn brieven, oorkondes, reisverslagen, dagboeken en
Als je hebt vastgesteld dat een bron bruikbaar en de
uitnodigingen. Bepaal eerst wat voor soort
informatie in de bron betrouwbaar is, kan je kijken of
tekstbron het document is.
de bron daadwerkelijk antwoord geeft op de vraag die je hebt gesteld. Dit kan je doen door de volgende stappen te doorlopen:
2) Analyseer de bron. Volg hiervoor de volgende stappen: Stap 1: WANNEER?
1) Beschrijf wat je ziet.
Probeer erachter te komen wanneer het document
Bekijk de bron en stel jezelf de vraag waarover de
is gemaakt. Vaak staat dit in de bron aangegeven.
bron zou kunnen gaan. Wat zie je als eerste als je
Soms staat er informatie in de tekst waaruit je kan
naar de bron kijkt en wat valt je als eerste op?
opmaken wanneer de bron ongeveer gemaakt is. Soms moet je extra informatie opzoeken.
2) Bestudeer wat je ziet. Bekijk de bron nu meer in detail. Welke personen
Stap 2: WIE?
zie je? Zijn er voorwerpen of symbolen te
Bepaal wie het document gemaakt heeft of wie het
ontdekken? Wat doen de personen? Is er tekst bij
heeft laten maken.
de beeldbron en wat is daar dan uit op te maken? Bijvoorbeeld een jaartal?
Stap 3: WAAROM? Bepaal waarom het document geschreven is. Wat
3) Leg uit wat je ziet.
probeerde de maker van de bron te bereiken met
Probeer te bedenken waarom de maker van de bron
de bron? Om het doel van het document te kunnen
dit heeft opgeschreven of getekend. Hiervoor gebruik
bepalen, bekijk je wat je bij stap 1 en 2 gevonden
je kennis die je al hebt. Leg uit wat de context is van
hebt.
de bron. Over welke gebeurtenis gaat de bron? Stap 4: WAT? 4) Beoordeel wat je ziet.
Bepaal wat er in de bronnen staat. Dit kan je al
Beoordeel nu de bron. Ben je het eens met de
eerder doen, maar je kan de inhoud pas goed
maker van de bron? Geeft hij een eerlijk beeld of wil
begrijpen als je de eerste 3 stappen hebt
de maker jou zijn mening opleggen? Klopt het met
doorlopen. Nu kan je ook pas goed bedenken of
andere informatie die je hebt over dit onderwerp?
de informatie betrouwbaar is.gheid 5:
Overzicht vaardigheden
Vaardigheid 7:
Argumenten geven (Monniken en ridders, les 5)
65
Vaardigheid 8:
Oorzaak en gevolg (Steden en staten, les 1) Iets is een oorzaak of gevolg als je deze woorden kunt
Als je iemand wilt overtuigen van je mening moet je
gebruiken: OMDAT, DUS, DAAROM. Bijvoorbeeld: ‘ik
met argumenten komen: redenen voor jouw mening.
was te laat, OMDAT ik een lekke band had’, maar niet: ‘ik was te laat en ik houd van honden’. Dat is geen
Hoe kan je dat doen?
oorzaak en gevolg.
1) Gebruik de AUB-methode. Je geeft je mening. (Ik vind dat …)
Een oorzaak bij geschiedenis is niet anders dan in
(A) Je geeft een argument. (Ik vind dit, omdat …)
het dagelijks leven. Een oorzaak is een reden dat iets
(U) Je geeft uitleg bij het argument, (daarmee
gebeurt. Het verklaart waarom iets gebeurt. En die
bedoel ik dat …) (B) Je geeft een voorbeeld bij je argument (Bijvoorbeeld: …)
verklaring, die is vaak interessant. Daar kunnen we van leren, bijvoorbeeld hoe we het in eenzelfde situatie anders kunnen aanpakken.
2 ) Geef meerdere argumenten voor jouw mening.
Als je wil weten hoe iets zo gekomen is, dan ga je
Begin met je sterkste punt, met de belangrijkste
zoeken naar oorzaken in het verleden. Als je zoekt
reden voor je mening. Geef daarna de extra
naar een oorzaak, stel je dus als historicus vaak een
argumenten. Steeds met een uitleg en een
‘waarom-vraag’. Bijvoorbeeld: Waarom brak er oorlog
voorbeeld.
uit? Dan wil je dus weten wat de oorzaken van die oorlog waren.id 5:
Gebruik geloofwaardige argumenten Als je argumenten geeft, is het belangrijk dat je geloofwaardig bent. Gebruik daarom zoveel mogelijk feiten en logica, want dan lukt het je het best om mensen te overtuigen. • Zeg: ‘Ik vind …, omdat … .’ • Gebruik zoveel mogelijk feiten. • Het moet logisch zijn, dus kies een goede volgorde van je argumenten.
Vaardigheid 9:
Korte- en langetermijngevolgen (Steden en staten, les 2) Er zijn verschillende soorten gevolgen. Zo zijn er bijvoorbeeld korte- en langetermijngevolgen. Korteen langetermijngevolgen hebben niks te maken met hoe lang ze duren. Wel met wanneer ze gebeuren (op wat voor een termijn ze gebeuren). - Een kortetermijngevolg is iets dat je meteen ziet. Voorbeeld: Je laat Pietje struikelen, daardoor valt hij zijn knie kapot. De kapotte knie zie je meteen. - Een langetermijngevolg is iets dat je niet meteen ziet of merkt. Voorbeeld: Je laat Pietje struikelen,
66
Monniken en ridders Steden en staten
daardoor krijg jij maanden later geen uitnodiging voor zijn verjaardagsfeest. Dat je niet uitgenodigd wordt, is nog niet duidelijk op het moment dat Pietje valt. Dat merk je dus pas later.
Vaardigheid 11:
Argumenten ordenen (Steden en staten, les 2) Als je een keuze moet maken, moet je kiezen uit twee
Vaardigheid 10:
Bedoelde en onbedoelde gevolgen (Steden en staten, les 2)
(of meer) mogelijkheden. Hoe pak je dat aan? Allereerst moet je alle argumenten verzamelen. Als je een keuze moet maken die je moeilijk vindt, helpt het om alle argumenten op kaartjes te schrijven. Zo kan je de argumenten ordenen: je verdeelt ze bijvoorbeeld
Er zijn verschillende soorten gevolgen. Zo zijn er
onder in voor- en tegenargumenten.
bedoelde gevolgen en onbedoelde gevolgen. Een bedoeld gevolg is iets dat gebeurt, omdat je dat zo
Voor-en-tegen-methode
gepland of bedoeld had. Een onbedoeld gevolg is iets
Leg alle kaartjes met argumenten vóór een keuze
dat gebeurt zonder dat dit van tevoren de bedoeling
rechts en alle kaartjes met argumenten tégen links.
was.
Bijvoorbeeld: Moet ik nu huiswerk gaan maken?
Bijvoorbeeld: straf krijgen omdat je spiekt is bijna
Er zijn allerlei argumenten tegen huiswerk maken te
nooit de bedoeling. Toch kan het een gevolg zijn van
bedenken. Zoals: ‘ik wil eigenlijk liever gamen’ of: ‘ik
iets dat je doet: een onbedoeld gevolg!
heb morgen een belangrijke wedstrijd en ik wil nog trainen’. Maar ook argumenten vóór. Zoals: ‘ik sta
In de geschiedenis zijn er vaak dingen gebeurd die
gemiddeld een onvoldoende voor Frans’ of ‘morgen
niemand toen zag aankomen. Bijvoorbeeld: een
hebben we een proefwerk’.
ridder heeft een groot leger, denkt dat hij makkelijk zal winnen en begint een oorlog met de buurman.
De diamantmethode
Maar de buurman gebruikt een list, wint, en de ridder
Je kunt argumenten ook anders ordenen: op belang-
is zelf zijn gebied kwijt. Dat was van tevoren niet zijn
rijkheid. Welke argumenten wegen het zwaarst?
bedoeling: een onbedoeld gevolg dus. Leg de argumenten in de vorm van een diamant. Bovenaan komt 1 argument: het allerbelangrijkste argument. Dan volgen 3 minder belangrijke argumenten en onderaan komt 1 argument: het minst belangrijke. Als je nog argumenten over hebt, kan je die kwijt onder het belangrijkste of boven het minst belangrijke argument.
Overzicht vaardigheden
Diamantmethode
meest belangrijk
minder belangrijk
minst belangrijk
1
2
3
meest belangrijk
2
3
4
minder belangrijk
4
5
minst belangrijk
3
67
Monniken en ridders Steden en staten
68
Begrippenoverzicht Begrip
Pagina
Begrip
Pagina
achterleenman
18
gilde
46
adel
7
Hanze
49
Allah
29
hedjra
30
autarkisch
21
heidenen
25
bedoeld gevolg
45
Heilige Land
43
bekeren
25
heilige oorlog
44
bisdom
25
herendiensten
21
bisschop
25
hoge middeleeuwen
38
bondgenootschap
14
Honderdjarige Oorlog
49
boerenstand
7
horige
20
Bonifatius
26
huwelijkspolitiek
14
Byzantijnse Rijk
11
investituurstrijd
56
centraal bestuur
7
islam
29
centralisatie
49
Ka’ba
29
domein
17
kalief
31
drieslagstelsel
21
Karel de Grote
7
eed van trouw
17
kathedraal
44
excommunicatie
56
keizer
7
Franken
11
kerstenen
25
geestelijke macht
56
klooster
25
geestelijkheid
7
Koran
29
gevolg
42
kortetermijngevolg
44
gezel
47
kruistocht
44
Begrippenoverzicht
69
Pagina
Begrip
Pagina
kruisvaarder
44
pastoor
25
kruisvaardersstaten
44
paus
landbouwsamenleving
38
pelgrim
43
landbouwstedelijke samenleving
38
pest
53
landheer
20
profeet
29
langetermijngevolg
45
reliek
44
late middeleeuwen
38
Saksen
12
leen
17
samenleving
38
leenheer
17
sjiieten
31
leenman
17
soennieten
31
lijfeigene
20
staat
38
macht
6
stadsrechten
38
meesterproef
47
standenmaatschappij
7
missionaris
25
symbool
7
Mohammed
29
tijd van monniken en ridders
7
monniken
25
vijf zuilen van de islam
30
moslim
29
vrije boer
21
nonnen
25
vroege middeleeuwen
7
onbedoeld gevolg
45
wereldlijke macht
56
ontginningen
42
Willibrord
26
oorzaak
40
zwarte dood
53
‘ora et labora’
25
pacht
21
Begrip
11, 25
Bronvermelding Shutterstock, tenzij anders vermeld Blz. 2-3
Imageselect (buste Karel de Grote)
4
Wikimedia Commons, Public Domain (Mohammed)
5
AKG-images (Kroning Karel de Grote)
6
Wikimedia Commons, Public Domain (afbeelding middeleeuws boek)
8
Wikimedia Commons, © Imperial Crown of the Holy Roman Empire, Markus Luttenberger
11
AKG-images (Kroning Karel de Grote)
13
Wikimedia Commons, © Papal Tiara, Matthias Kabel © Musée du Louvre, Dist. RMN GP / Philippe Fuzeau (zwaard)
18
Wikimedia Commons, Public Domain (tekening uit de 14e eeuw)
20
Wikimedia Commons, Public Domain (pocket jaarkalender 14e eeuw)
30, 32
Wikimedia Commons, Public Domain (Mohammed)
32
Wikimedia Commons, Public Domain (marteldood Bonifatius)
33
AKG-images (Kroning Karel de Grote)
36
AKG-images (eerste stad Babylon) AKG-images (Kroning Karel de Grote)
40
Alamy (Parijs rond 1500)
41
Pixabay (kaart Parijs 1500)
44
Wikimedia Commons, © Ayack (reliek van heilig bloed)
46-47
Wikimedia Commons, Public Domain (muurschildering stad Siena)
50-51
Wikimedia Commons, Public Domain (slag Beverhoutsveld)
54
Wikimedia Commons, Public Domain (pestdoden)
59
Alamy (koning Hendrik IV)
Colofon Hoofdredactie
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave
Koen Henskens, Rinske Koehorst
mag worden gereproduceerd of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op
Conceptdesign
welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke
Carla Wiechers, Tine Daamen
toestemming van de uitgever.
Eindredactie
De uitgever heeft getracht alle rechthebbenden te
Mariët Bosschers
achterhalen. Indien iemand meent als rechthebbende in aanmerking te komen, kan hij of zij zich tot de
Bureauredactie
uitgever wenden.
Bureau Sproet Eerste druk, eerste oplage 2019 Uitgever
Blink Educatie
Firien Dubben
Postbus 380 5201 AJ ’s-Hertogenbosch
Projectmanager
www.blink.nl
Simone La Lau Blink Educatie ontwikkelt vernieuwende, digitale Concept en Interactie
lesmethodes waarbij het bereiken van kinderen
Eelco Heuvelmans
het uitgangspunt is. Doordat kinderen met deze methodes zelf zien, doen, voelen en beleven,
Auteurs
begrijpen ze de lesstof sneller en onthouden ze deze
Henrike Luijk, Kris van den Heijkant
beter. Zie voor meer informatie www.blink.nl
Vormgeving
Blink Educatie is een zusje van Blink Media, bekend
Captain Graphics
van onder andere Bobo, Okki, Wild van Freek en National Geographic Junior.
Assetverwerving en -coördinatie Coen Doesborg