5 minute read
STRIJD TEGEN WITWASSEN VAN GELD EN
from CTR-jaarverslag
by FSMA
6
Het beroep van de bedrijfsrevisor is een eerbaar, belangrijk en ambitieus beroep.
Eerbaar omwille van het publieke vertrouwen dat het opwekt. Belangrijk door zijn invloed op het economische leven. Ambitieus door de dagelijkse strijd om het complexe en steeds veranderende regelgevend kader onder de knie te krijgen, de nieuwe technologische ontwikkelingen te integreren en de groeiende noodzaak om de belangen van de economische actoren te combineren met de dwingende en compromisloze noodzaak om vertrouwen te creëren in de cijfers van deze economische actoren.
Zijn bestaansreden is om vertrouwen te creëren bij derden in de informatie die ondernemingen en andere actoren verschaffen. Vertrouwen is een essentiële vereiste van de burgers ten aanzien van alle openbare en particuliere instellingen en een voorwaarde voor een succesvol en voorspoedig economisch leven en zakenleven. Gelijke en correcte informatie voor de betrokken marktdeelnemers is daarbij ook een cruciale voorwaarde voor eerlijke en transparante financiële markten. De globale actuele business omgeving waarin de economische actoren en hun bedrijfsrevisoren optreden, evolueert continu en met stijgende complexiteit. En zo ook de noden van allen die baat hebben bij financiële rapportering van hoge kwaliteit.
Dit geldt des te meer tegen de achtergrond van de huidige onzekerheden gelinkt aan het coronavirus, de technologische ontwikkelingen en het economische en geopolitieke klimaat.
Het College verheugt zich dat inspecties niet enkel digitaal, maar ook weer ter plaatse zullen doorgaan met diepe wens dat het coronavirus na zowat twee jaar hopelijk overmeesterd is.
Het College hecht belang aan het verwerven van een duidelijk inzicht in de omgeving waarin de sector opereert. Zeker nu de impacten van de coronapandemie en de geopolitieke situatie diepgaande effecten zullen nalaten op het economische weefsel en op de entiteiten die de bedrijfsrevisoren controleren, zal meer dan ooit de nadruk liggen op de essentiële rol van de bedrijfsrevisoren als katalysator van het publiek vertrouwen in de financiële informatie. Het College zal daarom in zijn aanpak thema’s aansnijden die hiermee verband houden.
De rol van het College als toezichthouder op de auditkwaliteit bestaat er dus in om zich onvermoeibaar in te zetten in het algemeen belang, met inbegrip van de gecontroleerde sector zelf. Indien de resultaten van zijn controles jaar na jaar onvolkomenheden aan het licht brengen, zijn deze in eerste plaats te interpreteren als kansen voor het beroep om zich verder steeds meer te verbeteren.
Het is van prioritair belang om het vertrouwen van het publiek niet onder druk te zetten zoals het geval was met de Wirecard-zaak in Duitsland. Dit gaf aanleiding tot debatten, die nog steeds voortduren, over het vermogen van bedrijfsrevisoren om fraude op te sporen en over de verwachtingen van de samenleving ten aanzien van het beroep. Het verduidelijken van de rol van de bedrijfsrevisoren en het voortdurend verhogen van de kwaliteit van hun werkzaamheden is de enige manier om het vertrouwen van het publiek te behouden en te vergroten.
Wat betreft de kwaliteitscontroles, eerste toezichtspijler van het College, bij OOB-bedrijfsrevisorenkantoren is 2021 een bijzonder jaar. Het College startte immers de eerste gezamenlijke inspecties met de PCAOB, het Amerikaanse toezichtsorgaan op de bedrijfsrevisoren. Het doel van deze inspecties is de kwaliteitsbeoordeling van de geleverde diensten aan organisaties van openbaar belang (OOB) zoals omschreven in de Amerikaanse wetgeving. De gezamenlijke inspecties zullen minstens om de drie jaar plaatsvinden bij alle bedrijfsrevisorenkantoren van Belgische ondernemingen die emittent zijn van financiële instrumenten met een notering op een gereglementeerde markt in de VS. Als gevolg van recente wetgeving in de VS, kan de U.S. Securities and Exchange Commission de verhandeling van dergelijke financiële instrumenten immers verbieden als de bedrijfsrevisoren van deze Belgische ondernemingen niet driejaarlijks door de PCAOB zijn gecontroleerd.
Op het gebied van de kwaliteitscontroles bij niet-OOB-bedrijfsrevisorenkantoren vormde 2021 een schakeljaar om terug te keren naar een normale controlecyclus. Het College hecht bij de uitvoering van zijn kwaliteitscontroles groot belang aan het proportionaliteitsprincipe. Het voert de kwaliteitscontroles uit, rekening houdend met de omvang van het bedrijfsrevisorenkantoor en de aard van de geleverde diensten.
Naast de kwaliteitscontroles die het College uitvoerde in 2021, vervulde het College zijn publiek toezicht ook door het behandelen van toezichtsdossiers. De aanleiding van deze toezichtsdossiers zijn klachten, klokkenluidersmeldingen, kennisgevingen over de vroegtijdige beëindiging van commissarismandaten of informatie die het College ontvangt van andere autoriteiten of derden. De aanleiding kan ook worden gevormd door andere indicatoren, zoals faillissementen, geschillen of beweringen van fraude die het College heeft ontvangen, bijvoorbeeld uit klachten of persberichten.
Tot deze laatste categorie behoren een aantal dossiers met een aanzienlijke maatschappelijke impact die in 2021 vaak de voorpagina’s haalden. Deze dossiers, hoewel beperkt in aantal, vergen veel controlemiddelen van het College. Het onderzoek van deze dossiers is echter belangrijk om het vertrouwen in het beroep van de bedrijfsrevisor te ondersteunen. Het College besteedt hierbij aandacht aan de verplichting voor een bedrijfsrevisor om te allen tijde een professioneel-kritische instelling aan de dag te leggen en zal bij de miskenning ervan streng optreden.
Een blijvende zorg van het College is de betrokkenheid van bedrijfsrevisorenkantoren bij integriteitsincidenten bij hun cliënten. Het risico op het witwassen van geld, het financieren van malafide organisaties of andere vormen van al dan niet georganiseerde witteboordencriminaliteit is steeds present. Aan deze bezorgdheid werd in 2021 tegemoetgekomen met thematische controles over de bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (WG/FT) bij zowel OOB- als niet-OOB-bedrijfsrevisoren.
In 2021 heeft het College ook ingezet op het bekendmaken van een reeks standpunten over de toepassing van het wettelijk en reglementair kader. Het publiceren van zijn verwachtingen draagt positief bij aan een grotere voorspelbaarheid voor de sector. De gepubliceerde standpunten gaan onder meer over de kenmerken van een adequate controledocumentatie, een vaak terugkerend pijnpunt tijdens kwaliteitscontroles, en de overgangsregels inzake de rotatie van commissarissen.
Tot slot wil ik graag een dankwoord uitspreken aan iedereen die een bijdrage heeft geleverd tot de activiteiten van het College en het bewerkstelligen van de kwaliteitsvolle uitoefening van het beroep.
Alvast hoop ik dat de lectuur van dit verslag u kan boeien. Wij danken u voor uw belangstelling.
Bénédicte Vessié Voorzitter