2 minute read
1.5 Anonimisering
onderzoeksperiode voorkomen, en of ze meer dan incidenteel voorkomen, óf juist dat we ze niet hebben kunnen constateren in het geselecteerde onderzoeksmateriaal. Daarnaast kunnen we uitspraken doen over verbanden tussen verschijnselen en over mechanismen die daarbij een rol spelen. Ook kunnen we ingaan op de overeenkomsten en verschillen tussen jihadistische relatiestelsels, activiteiten en actoren. Op grond van dit onderzoek kunnen we, kortom, inzicht bieden in de wijze waarop jihadistisch terrorisme zich in Nederland heeft gemanifesteerd. We kunnen echter geen inzicht bieden in de frequentie waarmee specifieke jihadistische verschijnselen zich hebben voorgedaan, en we kunnen evenmin inzicht bieden in de omvang van het fenomeen.
Empirisch onderzoek naar jihadistisch terrorisme is schaars. Informatie over dit verschijnsel wordt wetenschappers niet op een presenteerblad aangereikt. Hoewel er door opsporings- en veiligheidsdiensten veel waardevolle informatie over jihadistisch terrorisme wordt verzameld, is het niet de gewoonte dergelijke ervaringskennis systematisch te analyseren, en al helemaal niet om deze kennis te beschrijven in openbare rapporten. Toch is het van belang om openbaar over het verschijnsel te rapporteren. Openbare publicatie maakt het immers mogelijk de opgedane empirische kennis te gebruiken in een debat over (de aanpak van) dit probleem. Bij een openbare rapportage van empirisch onderzoek over een dergelijk onderwerp dient zich echter de vraag aan op welke manier bevindingen kunnen worden beschreven zonder dat passages tot personen herleidbaar zijn en hen kunnen schaden, en zonder dat opsporingsbelangen worden geschaad. Een manier om dit te doen, is de opgedane kennis zodanig te abstraheren dat de informatie niet tot concrete personen kan worden herleid. Wij zijn echter van mening dat ook details verhelderend kunnen zijn. Deze kunnen de context verduidelijken waarin het verschijnsel jihadistisch terrorisme plaatsvindt, inzicht geven in de manier waarop het zich manifesteert en aanknopingspunten bieden voor de aanpak ervan. Detaillering vergroot het inzicht in het verschijnsel dat we willen beschrijven. Detaillering maakt de zaken echter ontegenzeglijk ook herkenbaarder. Onderzoeken naar jihadistisch terrorisme hebben vaak veel aandacht in de media gekregen. Dit maakt het moeilijk ze volledig onherkenbaar te beschrijven. Bepaalde details zullen in kringen van ingewijden tot herkenning leiden. In dit rapport proberen we dit probleem van herkenning op drie manieren te ondervangen.
Advertisement
In de eerste plaats maken we gebruik van meerdere casussen waarin soortgelijke fenomenen zich manifesteren. Hoe vaker specifieke fenomenen en mechanismen zich voordoen, hoe kleiner de kans dat een fenomeen tot concrete zaken of personen herleidbaar is. Het fenomeen kan dan relatief algemeen worden beschreven, en ter illustratie gebruiken we details uit het casusmateriaal.
In de tweede plaats kiezen we uit verschillende zaken andere op zichzelf staande details, waardoor deze details moeilijker tot complete zaken terug te voeren zijn. We zullen dus nergens een complete zaak of de complete levensgeschiedenis van een betrokkene tot in detail te beschrijven.13 We zullen slechts delen daarvan en elementen daaruit beschrijven op het moment dat dit nodig is voor ons betoog, of ter illustratie van een mechanisme of een fenomeen dat we beschrijven. Als we naar groepen, personen, activiteiten of mechanismen verwijzen, dan geldt steeds dat het gaat om één voorbeeld uit een groter aantal groepen, personen, activiteiten of mechanismen met soortgelijke elementen of kenmerken. In de meeste gevallen hadden we ook informatie uit een andere zaak als voorbeeld kunnen opvoeren. Als het om een uitzonderlijk of atypisch fenomeen gaat, zullen we dat expliciet vermelden.
In de derde plaats zullen we in dit rapport geen bijlage met casusbeschrijvingen opnemen en dus ook niet verwijzen naar de zaken die we hebben geanalyseerd. Op die manier kunnen we