VERSCHIJNT 1X PER WEEK - ALTIJD OP DONDERDAG - VOOR ECHTE DEVENTERNAREN - NR. 03 - NOVEMBER 2020
Deventer Donder Dagblad
Nieuws dat insloeg ...
‘Unieke tuinarchitect maar wel zenuwachtig, kritisch en snel geërgerd, en met een vlijmscherpe pen ...’
De hand van Leonard Springer in de Deventer groenvoorziening Leonard Springer was een van de belangrijkste Nederlandse tuinarchitecten uit de negentiende en het begin van de twintigste eeuw. De tuinen en parken die Springer tussen 1880 en 1930 ontwierp waren een lust voor het oog. In Deventer liet hij ook zijn sporen na, hij heeft een zevental projecten in Deventer uitgevoerd, onder andere Het Rijsterborgher of Oude Plantsoen, de Algemene Begraafplaats, Brinkgreven en Park Brabant.
L
eonard Springer groeide op in een kunstzinnig milieu. Hij was het zesde kind van de als zodanig ook nu bekend gebleven romantisch-realistische kunstschilder in oudhollandse stijl Cornelis Springer; van hem en van zijn ooms leerde Leonard tekenen en schilderen. Vanaf zijn tiende jaar bezocht hij het particuliere onderwijsinstituut van H.G. Roodhuijzen in Amsterdam. Tijdens wandelingen in de vrije natuur verzamelde hij planten, en met kinderlijke nieuwsgierigheid volgde hij de uitbreiding van het Vondelpark. Dit bracht hem waarschijnlijk op de gedachte zich in de tuinkunst te bekwamen. De bosbouw had eigenlijk zijn voorkeur, maar er bleek voor hem geen opleiding in die richting mogelijk. Hij volgde van 1871 tot 1874 een theoretische en praktische tuinbouwopleiding bij de Koninklijke Nederlandsche Tuinbouw-Maatschappij ‘Linnaeus’ in de Watergraafsmeer.
Zelfstudie
In 1875 trad hij in dienst van de firma Halverhout & Co, een bloemen- en plantenkwekerij, gevestigd op ‘Amstelrust’ bij Amsterdam. Voor deze firma ontwierp hij o.a. grachtenhuizen- en villatuinen. Na uitgebreide zelfstudie en korte studiereizen naar omringende landen vertrok hij in februari 1878 naar Parijs, in de verwachting daar een bestaan te
Het Rijsterborgherpark of Singelplantsoen is gelegen tussen het Station en de binnenstad van Deventer. In de volksmond heet dit park ook wel ‘Het oude plantsoen.’ vinden als tuinarchitect. Een paar maanden later keerde hij echter onverrichter zake huiswaarts. Hij begon toen als zelfstandig tuinkunstenaar ontwerpen te maken voor diverse opdrachtgevers. In 1880 won hij een openbare prijsvraag van de stad Arnhem, wat leidde tot de aanleg van een park op de gedempte Janssingel. In zijn beginjaren schreef Springer vaak in op dergelijke prijsvragen, die door gemeentebesturen en comités van tuinbouwtentoonstellingen werden georganiseerd. Op deze wijze deed hij ervaring op, verwierf bekendheid en wist aantrekkelijke opdrachten te verkrijgen. Onder meer werden Springers ontwerpen voor de Nieuwe Oosterbegraafplaats (1889) en het Oosterpark (1891)
Het Nieuwe Plantsoen, ontwerp Leonard Springer.
Oud nieuws van onder de toren ...
te Amsterdam bekroond en uitgevoerd. Al eerder had hij een opdracht ontvangen voor een groot park te Deventer, het Rijsterborgherpark (1887). Onder zijn opdrachtgevers bevonden zich ook veel particulieren. In dit tijdperk voerde de ‘gemengde stijl’ - een combinatie van landschappelijke en geometrische tuinstijlen - in Springers ontwerpen de boventoon, terwijl de kleinere tuinen in een sjabloonachtige landschapstijl werden uitgevoerd. In 1888 verhuisde hij met zijn ouders naar Hilversum, voor welke gemeente hij een jaar later de Nieuwe Begraafplaats ontwierp.
Historisch verantwoorde ontwerpen
Bij zijn reorganisatieplannen heeft Springer zich altijd veel moeite getroost historisch verantwoorde ontwerpen te maken. Zijn ontwerpen, die na 1900 steeds meer rechtlijnigheid vertoonden, werden in geheel Nederland uitgevoerd, het merendeel in Noord-Holland en Twente. >>
Een mes ...
Tijdens werkzaamheden aan de Drakenbrug was een werknemer van het bouwbedrijf de fundatie van een vleugel van de brug aan het vrijgraven. Hij schok zich een hoedje toen hij ineens een groot mes zag liggen. Hij raapte het op en legde het mes op de muur, niet helemaal wetende wat hij ermee moest. Het mes trok de aandacht van voorbijkomende mensen, waarop een meneer hem erop wees of het toch niet raadzaam was het mes naar het politiebureau te brengen. Hij volgde deze raad op. Op het politiebureau aangekomen, begon de man toch steeds meer de ernst van de zaak in te zien en zich ongerust te voelen. Op dat moment speelde de bekende Deventer moordzaak, die op TV bij Peter R. De Vries landelijke aandacht kreeg. De man begon hem langzaam te knijpen en te beseffen dat zijn vingerafdrukken op het mes stonden; straks zou hij nog verdacht worden! Gelukkig liep het allemaal met een sisser af, wat er met het mes is gebeurd weet men tot op de dag van vandaag niet ... >> Een van zijn bekendste scheppingen is nog steeds ‘Thijsse’s Hof ’ (1925), een instructieve heemtuin te Bloemendaal. Meestal werd Springer ook de uitvoering van zijn ontwerpen opgedragen. Door zijn verbazingwekkende energie en werklust kon hij volstaan met weinig personeel. Van 1906 tot 1924 heeft zijn neef Gerard Bleeker hem als tekenaar-opzichter terzijde gestaan. Na wrijvingen trad Springer in 1920 af als adviseur van de gemeente Haarlem, en in de jaren hierna werd ook zijn orderportefeuille gaandeweg dunner.
In 1887 bouwde E. van der Woerd de Drakenbrug, links het Oude Plantsoen en rechts het Kleine Plantsoen.
Principe
Tijdens zijn loopbaan heeft Springer altijd aan zijn principe vastgehouden dat een tuinarchitect een geheel zelfstandige plaats moet innemen ten opzichte van leveranciers van plantgoed. Om dat doel na te streven richtte hij in 1922 met enige medestanders de Bond van Nederlandsche Tuinarchitecten op, waarvan hij bestuurslid was. Zijn leven lang heeft Springer een buitengewone belangstelling voor bomen en heesters behouden; hij was vermaard om zijn kennis van houtige gewassen. In 1936 schonk hij het dendrologisch herbarium, dat hij jarenlang met zorg had opgebouwd, aan de Landbouwhoogeschool te Wageningen. Bovendien was hij in 1924 medeoprichter, voorzitter en sedert 1928 erelid van de Nederlandsche Dendrologische Vereeniging. Daarnaast is hij verscheidene jaren bestuurslid en bibliothecaris van de (Koninklijke) Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde geweest en gedurende 44 jaar lid van de Groote Kerkeraad van de doopsgezinde gemeente in Haarlem. Naast al deze werkzaamheden vond hij nog de tijd een zeer groot aantal artikelen te schrijven voor allerlei tijdschriften en vakbladen, meestal over tuinkunstgeschiedenis en dendrologie. In talrijke ingezonden stukken gaf Springer, die zenuwachtig, kritisch en snel geërgerd was, met een vlijmscherpe pen zijn mening over de kennis en visie
Twee door stadsarchitect J.A. Mulock Houwer ontworpen houten bruggen gaven toegang tot het Vogeleiland
Leonard Antonij Springer (1855-1940)
Tuinarchitect en dendroloog (Amsterdam 24-11855 - Haarlem 28-9-1940). Zoon van Cornelis Springer, kunstschilder, en Geertruij ten Cate. Gehuwd op 17-9-1891 met Margaretha Helena van Doorn. Uit dit huwelijk werden 2 dochters geboren. van anderen, waardoor hij veel vijanden gemaakt heeft. Springer, die aan ten minste 900 tuinprojecten gewerkt heeft, wordt algemeen beschouwd als de nestor van de Nederlandse tuinarchitecten van de twintigste eeuw.
Krap jasje
Deventer kwam in de loop van de 19de eeuw steeds krapper in zijn jasje te zitten door de toenemende industrialisatie. Bovendien namen zowel de bevolking als het verkeer toe. Omdat de stad niet buiten de bestaande vestingwerken mocht uitbreiden, werd dit een steeds nijpender probleem. Vanwege de oude vestingwet van 1814 en de kringenwetten van 1814 en 1853 mocht er namelijk vlakbij de vestingwerken alleen maar in hout gebouwd worden. Buiten de stad moest een schootsveld van 600 m vrij blijven.
Het Rijsterborgherpad
In 1852 besloot het ministerie van Oorlog op de vestingwal bomen te planten. Daar ontstond toen de zogeheten wandeling, die Rijsterborgherpad werd genoemd naar J.H.L. Rijsterborgh, die van 1842 tot 2
DeventerDonderDagblad
Springers ontwerp was in romantische landschapsstijl, met drie kunstmatige heuvels (de voormalige ravelijnen in de gracht) en een rijk gevarieerd bomenbestand. Een van de ravelijnen werd omgetoverd in een eilandje, het Vogeleiland, met volières met pauwen, fazanten en andere fraaie vogels en met een stenen koepel. 1850 militair ingenieur te Deventer was geweest. Maar al was de aanblik van de vestingwerken nu wat fraaier, ze belemmerden de stad nog steeds in haar groei. Diverse keren heeft het Deventer gemeentebestuur zich tot de Koning en het ministerie van Oorlog gewend met het verzoek de vestingen te mogen slechten. Tot 1874 tevergeefs.
keurde zijn plannen goed en het park aan de overkant van de Singel werd in 1888 en 1889 aangelegd. Springers ontwerp was in romantische landschapsstijl, met drie kunstmatige heuvels (de voormalige ravelijnen in de gracht) en een rijk gevarieerd bomenbestand. Een ravelijn bij het (een paar jaar later verrezen) station van de Staatsspoorweg werd omgetoverd in een eilandje, het Vogeleiland, met De vestingwet van 1874 volières met pauwen, fazanten en andere fraaie Tijdens de Frans-Duitse oorlog van 1870-1871 vogels en met een stenen koepel die voordien deel was gebleken dat het geen zin meer had om stehad uitgemaakt van de Amsterdamse wereldtenden te versterken met vestingwerken. Groot was toonstelling van 1883. Twee door stadsarchitect de opluchting toen Deventer vanaf 1874 ingevolge J.A. Mulock Houwer ontworpen houten bruggen de nieuwe vestingwet desgewenst zijn vestingen gaven toegang tot het Vogeleiland. In 1887 bouwde mocht slechten en zijn grachten dempen. Vanaf E. van der Woerd de Drakenbrug. In hetzelfde jaar 1879 verdwenen poorten, bastions en ravelijnen. De moest het Rijsterborgherpad wijken voor de aanleg buitensingel bleef echter grotendeels intact, deels als van de spoorlijn Deventer-Apeldoorn. Het Springracht, deels als kanaal en haven. Op de plaats van gerplantsoen wordt meestal Rijsterborgherpark of de voormalige vestingwerken verrezen openbare Oude Plantsoen genoemd. Springer ontwierp in voorzieningen (scholen, een ziekenhuis, handels1889-1890 ook nog Park Brabant in Schalkhaar, in terreinen) en luxe woningen nabij de waterpartijen. 1914 het Nieuwe Plantsoen en daarna de in 1918 in Daarbuiten, op het voormalige schootsveld, was gebruik genomen Algemene Begraafplaats aan de ruimte voor arbeiderswoningen. Raalterweg. Langs de Singel werden vanaf de jaren tachtig van de 19de eeuw herenhuizen gebouwd. Het Springerplantsoen Enkele jaren later werd het gebied tussen de Van In 1887 kreeg tuinarchitect Springer de opdracht Twickelostraat en de Noordenbergsingel volgeeen ontwerp voor het plantsoen te maken. De raad bouwd. Het terrein van de Parkweg werd pas van
Ansichtkaart van de drakenbrug, rond 1890.
1916 tot 1929 ingevuld met onder meer een klein stukje plantsoen. Het Springerplantsoen kreeg in 1968 de status van beschermd rijksmonument. Helaas bracht in september 1999 een windhoos enorme schade toe aan het plantsoen. Inmiddels is het weer goeddeels hersteld naar een plan van Michael van Gessel. In 1968 kwam het park op de rijksmonumentenlijst.
Beeldenroute
Het park werd in 1985 verrijkt met een beeldenroute. Er werd een aantal kunstwerken geplaatst waaronder het beeld Europa en de stier van Pieter d’ Hont uit 1963, ook herstelde men de fontein in de Buitengracht. Het Vogeleiland biedt na een grote renovatie in 1992 weer ruimte aan een restaurant, een muziekkoepel en een dierenparkje. >>
Groot was de opluchting toen Deventer vanaf 1874 ingevolge de nieuwe vestingwet desgewenst zijn vestingen mocht slechten en zijn grachten dempen. Vanaf 1879 verdwenen poorten, bastions en ravelijnen. DeventerDonderDagblad 3
04-11-2008 Platanen moeten eraan geloven
Op de Singel is men voortvarend aan de slag gegaan met het weghalen van enkele grote platanen aan de kant van de huizen. Er komen jongere (stads)bomen voor terug. De gerooide bomen passen niet in het ontwerp van de straat, die een volledig nieuw profiel krijgt. Vermoedelijk zouden ze over vijf tot tien jaar overlast geven. Ook een in de weg staande oude kastanje, die schade aan trottoirbanden veroorzaakte, moet eraan geloven. Hij wordt door een jongere soortgenoot vervangen. In totaal worden op de Singel achttien bomen gerooid. Zij worden ‘afgelost’ door een elftal andere bomen, waarvan er acht aan de waterkant komen te staan. Een van de pronkstukken zal een vaantjes- oftewel zakdoekenboom zijn. Op de plek van een oude esdoorn komt een nieuwe esdoorn. Het bomenplan is akkoord bevonden door de Deventer Bomenstichting. Markante bomen aan de waterkant van de Singel, momenteel beschermd door een houten jas van planken, krijgen straks overigens meer ruimte aan de Singel. Ook in het Rijsterborgherpark staan loofdragers deze week in het middelpunt van de belangstelling. Aanleiding is de windhoos die er tien jaar geleden veel schade aanrichtte. Morgen wordt een begin gemaakt met het machinaal planten van acht nieuwe bomen. Behoorlijk uit de kluiten gewassen ‘jongens’. Ze komen in de plaats van een paar dode exemplaren. Bewoners en bedrijven brachten destijds, na de windhoos, bijna een half miljoen gulden bijeen om het drastisch uitgedunde plantsoen weer een beetje body te geven. De Deventer Bomenstichting is toen gevraagd het geld zorgvuldig te beheren en te besteden. De bodem van het geldpotje werd na de herplant echter niet bereikt. Daarom is er nu geld voor het planten van onder meer een bijzondere mispelbladige eik en prieeliep. Hun (nieuwe) positie is in nauw overleg met de gemeentelijke beheerders gekozen.
Eén van de ‘nieuwe’ bruggen aan de Singel. >> Windhoos Door een windhoos sneuvelden op 9 september 1998 meer dan honderd monumentale bomen. Buurgemeenten Zwolle, Bathmen en Voorst stelden nieuwe bomen beschikbaar en Deventer burgers zamelden geld in voor het herstel. Het Rijsterborgherpark is sindsdien geheel gerestaureerd in de geest van het oude ontwerp van Springer. Het resultaat is een open park met naast oude bomen veel jonge aanplant en veel voor iedereen goed begaanbare paden van asfalt.
Verloedering
Vanaf de jaren 1960 verloederde het eiland door vandalisme en gebrekkig onderhoud en werd het voor publiek afgesloten. Het gemeentebestuur stelde rond 1980 voor de gracht rond het eiland te dempen en er zo een integraal onderdeel van het Rijsterborgherpark van te maken. Vanuit de bevolking kwam daartegen bezwaar. Er werd een stich-
Vogeleiland
Muziekkoepel op het Vogeleiland Op een van de werken van de voormalige vestinggordel werd door Springer in de buitengracht een via een rustieke brug bereikbaar eilandje geprojecteerd. Er kwam een heuvel met rotsformaties en een ‘ravijn’, slingerpaadjes en op het hoogste punt een muziekkoepel. Rond 1900 stonden er al een duiventil en volières met exotische vogels. Later kwam er ook een onderkomen met wasberen en apen. De Deventer bevolking bezocht het Vogeleiland graag.
Kunst in de Singelgracht. 4
DeventerDonderDagblad
President Steyn
ting opgericht en architect Peter Ghijsen ontwierp een horecapaviljoen en Graça de Andrade ontwierp de nieuwe dierenverblijven, bruggen, duiventil, fietsenstalling en muziekkoepel. Blikvanger is een enorme volière in de vorm van een ei. De kern van het Springer-ontwerp bleef echter intact. De zorg om vandalisme en veiligheid bleef. Nadat gesubsidieerde banen voor toezicht en dierverzorging
niet meer beschikbaar waren trad wederom verloedering in. Er werd in 1999 op het eiland zelfs een parkwachter vermoord. In 2019 nam de gemeente de verantwoordelijkheid voor het beheer grotendeels over met de intentie een na de windhoos van 1998 opgesteld, maar nooit uitgevoerd plan, alsnog een kans te geven. Eind 2020 begon men met de uitvoering van een vernieuwingsplan. <<
Martinus Theunis Steyn (1857-1916) ging in zijn jeugdjaren enkele jaren in Deventer naar school (1877-1879). Hij studeerde daarna rechten aan de universiteit van Leiden. Daarna keerde hij terug naar zijn geboorteland Zuid-Afrika, waar hij werkte als advocaat, politicus en staatsman. Hij werd president van de Oranje Vrijstaat in Zuid-Afrika van 1896 tot 1902 en gaf leiding in de Boerenoorlog tegen Engeland. In 1922 werd in Deventer een groot beeld van Steyn geplaatst in het plantsoen tegenover het station. In 1926 werd een nieuw opgerichte Scoutinggroep met een eigen clubhuis in het Diepenveense Kolkbos genoemd naar President Steyn. Vanaf 1967 kent deze groep ook een zeeverkennerstak, met een eigen plek in de gashaven bij de IJssel. Omdat president Steyn in verband werd gebracht met de apartheidspolitiek (de onderdrukking van de zwarte bevolking) kreeg het monument het later vaak zwaar te verduren. Uit protest werd het beeld vaak met rose en zwarte verf besmeurd.
Het beeld werd vaak met verf besmeurd.
DeventerDonderDagblad
5
Het Leonard Springer Plantsoen:
6
DeventerDonderDagblad
Alsof de tijd heeft stilgestaan ...
DeventerDonderDagblad 7
Het vogeleiland: de
8
DeventerDonderDagblad
parel van Deventer
DeventerDonderDagblad 9