4 minute read
21 Vellen en bladen
21
VELLEN EN BLADEN
Advertisement
°boekblok ligt (en die dus, normaliter, te eniger tijd °afgesneden of °opengesneden wordt). Afzonderlijke termen: kop-, front-, staartvouw. ¶ buitenvouw E bolt • kop- (front-, staart)vouw D Kopf- (Vorder-, Fuß-) falz E head (fore-edge, tail) bolt
21.6 blad [o-en] rechthoekig stuk materiaal, dat in °hoogte en °breedte ongeveer de afmetingen heeft van het ºboekblok waar het deel van uitmaakt.
Het blad is in de meeste gevallen een deel van een °vel. De codicologie gebruikt ook de term folium [o -ia]. ¶ D Blatt [o] E leaf F feuillet [m]
21.7 uitslaand blad °blad dat groter is dan het ºboekblok waar het deel van uitmaakt, en dat daarom aan de °kop, ºfront- en/of ºstaartzijde naar binnen is gevouwen tot het binnen het ºboekblok past. ¶ D Faltblatt [o] E fold out, throw out F dépliant [m]
21. 7 uitslaand blad
21.8 bladzijde [v-n] pagina [v -a's] elk der beide zijden (= vlakken) van een °blad. ¶ D Seite [v] E page F page [v]
21.9 opening [v -en] de twee °bladzijden die men tegelijk ziet als men het boek openslaat. ¶ D Seitenpaar [o], Doppelseite [v] E spread, opening F doublé page[v]
21.10 dubbelblad twee °bladen, door een °vouw verbonden. De codicologie gebruikt ook de term bifolium. Als twee bladen een dubbelblad vormen, is het ene conjugaat met het andere. Indien twee bladen tot een dubbelblad aaneengeplakt zijn, is het resultaat een samengesteld dubbelblad. ¶ dubbelblad D Doppelblatt [o] E conjugate leaves, bi-folio F bifeuillet [m], bifolium [m], bifolio [m], diplôme [m] • conjugaat E conjugate F conjoint
21.11 enkelblad °blad dat niet met een ander blad een °dubbelblad vormt.
VELLEN EN BLADEN
21
Een verbeterblad dat dient om een wegens onjuistheden verwijderd blad te vervangen, is in de meeste gevallen een enkelblad. ¶ enkelblad D Einzelblatt [o] E single leaf, singleton F feuillet [m] indépendant, — dépareillé • verbeterblad D Karton [m], Ersatzblatt [o] E cancelans F carton [m]
21.12 kimblad
°enkelblad dat een °kim heeft.
(Het kan dus °door de vouw worden genaaid.) ¶ E stubbed leaf , hooked leaf F feuillet [m] replié en faux-onglet
21.13 weesblad
°enkelblad dat geen °kim heeft.
(Het kan dus niet °door de vouw worden genaaid; het moet dus op een °blad, °kim of °strook worden bevestigd, of °dwars worden doorgenaaid.) \ E disjunct leaf F feuillet [m] volant
21.14 kim [v -men] smalle reep materiaal, door een °vouw verbonden met een °enkelblad.
Ook een °oor kan een kim hebben; en een °strook kan men zien als twee kimmen. ¶ D Umbug [m] E stub F talon [m]
21.15 dubbele kim soort °kim van dubbele dikte, ontstaan door in een gevouwen °dubbelblad naast de vouw een tweede vouw te maken.
Een dubbelblad met een dubbele kim is dan een dubbel kimblad.
21.16 strook [v stroken] relatief smalle reep materiaal met een °rugvouw in de lengte. Men kan onderscheiden: de opzetstrook, die bestemd is om elementen die geen rugvouw hebben, of die men niet door een bestaande °vouw wil naaien, eraan te kunnen bevestigen (op stroken zetten), en die wordt genaaid alsof het een °dubbelblad was; het °hart- of °rugstrookje (meestal van °perkament); de versterkingsstrook (van °papier, opgeplakt op een andere rugvouw). ¶ strook D (Fälzel-)Streifen [m] E guard F onglet [v] • opzetstrook E guard F onglet • op stroken zetten D an Fälze hängen, fälzeln E mount on guards F monter sur onglet • versterkingsstrook D Verstärkungsstreifen E repairing guard
27
22 KATERN EN BOEKBLOK
22.0 De eenheden, die de binder hanteert bij het door de vouw naaien, zijn de KATERNEN. Die kunnen zeer verschillend zijn samengesteld: ze kunnen (zoals bij gedrukte boeken vaak het geval is) uit één herhaaldelijk gevouwen vel bestaan, of ze kunnen door de binder zelf uit een soms groot aantal al dan niet gelijksoortige elementen zijn opgebouwd. Ook het aantal katernen in een BOEKBLOK kan zeer verschillend zijn. Een gecompliceerd onderwerp is het formaat: de relatie tussen de bladen van een boek en de vellen waar zij deel van uit maken of hebben gemaakt. Indien 'vel' een eenduidig begrip was, vellen altijd even groot waren en zij altijd op dezelfde wijze werden verwerkt, zou er geen probleem zijn. Bij gedrukte boeken is dat tot op zekere hoogte het geval ('bibliografisch formaat': een twee maal gevouwen vel levert vier bladen in kwarto enz.); bij handschriften (en bij boeken op perkament) echter nauwelijks. In feite is de term 'vel' meerduidig (zie boven 21.1), en de term 'formaat' dus ook. Omdat voorts de afmetingen van het vel (in beide betekenissen) aanzienlijk kunnen variëren, hangen ook noch de feitelijke grootte van het boek, noch zijn proporties op eenvoudige wijze met het formaat samen. Wij zullen deze problematiek hier niet behandelen. Het gebruik van 'formaat' in de zin van 'afmeting', en van de termen 'folio' enz. in de zin van 'met een rughoogte tussen x en y cm.', wordt echter in elk geval ontraden.
22.1 katern [o -en] verzameling van een of meer gevouwen °vellen (2), °kimbladen en/of °stroken (al dan niet met daaraan weer bevestigde elementen), zodanig in elkaar liggend dat de °rugvouwen tezamen één °katernvouw vormen en de hele verzameling als één eenheid °door de vouw genaaid kan worden.
In een grensgeval kan een katern dus uit één kimblad of zelfs één strook bestaan. ¶ D Lage [v] E gathering, section, quire F cahier [m]
22.2
katernvouw [v -en] de °vouw waardoor het °katern ºgenaaid kan worden, bestaande uit de in elkaar gelegde °rugvouwen van de bestanddelen van het katern. ¶ D Lagenfalz [m] E sewn fold F pli [m] du cahier
28