6 minute read

53 Platten met platkernen

Next Article
54 Bekleding

54 Bekleding

53

PLATTEN MET PLATKERNEN

Advertisement

53.5 aangeregen plat (kern) °plat, of preciezer °platkern, die met het °boekblok verbonden is doordat °bindingen door uitsparingen in de platkern zijn gevoerd (het aanrijgen). ¶ aangeregen platkern D angesetzter Deckel, Deckel mit durchgezogenen Bünden E lacedon board • aanrijgen D Durchziehen der Bünde, Anschnüren E lacing-in, board lacing F attelage [m], passure [v] en ais

53.6 aanrijging [v -en] de wijze waarop een °binding door de daarvoor bestemde uitsparingen in de °platkern is gevoerd.

72

PLATTEN MET PLATKERNEN

53

Zulk een uitsparing kan bij houten platkernen zijn: een (aanrijg)tunnel, als één uitgang in de °platkant (en wel de °rugkant) ligt, de andere in het buiten- of binnenvlak van de platkern (uitwaartse resp. inwaartse tunnel); een (aanrijg)gat, als het een °transversale doorboring van de platkern is (indien men de loop van de binding van de rugkant af volgt, kan men zeggen dat zij het gat in- of uitwaarts (= naar binnen-/buiten) passeert); of een kanaal, d.w.z. een uitsparing in het (buiten- of binnen)oppervlak van een platkern (buiten-, resp. binnenkanaal; °horizontaal, °verticaal of schuin). Het profiel van deze uitsparingen kan aan de vorm van de binding (riem, touw) zijn aangepast. Bij °kartonnen platkernen is het een eenvoudig gaatje. Voor de °kapitaalbindingen worden overeenkomstige uitsparingen gemaakt, echter (omdat deze bindingen geheel aan de rand van het plat liggen) in een schuine richting. ¶ aanrijging E lacing path F attelle [v] • (aanrijg)tunnel E tunnel F canal [m] de passage, forage [m] • (aanrijg)gat D Bundloch E hole F trou [m] de passage • aanrijgkanaal E channel F entaille [v], encoche [v]

53.7 karolingische aanrijging

°aanrijging van een houten °platkern waarbij de twee elementen van de °binding (een dubbel touw) tezamen in de °haakse rugkant intreden, over twee schuins uiteenwijkende °kanalen worden verdeeld en elkaar in een °verticaal kanaal weer ontmoeten (in het ene °plat blijken de twee elementen dan de einden van éénzelfde touw te zijn, in het andere worden ze verknoopt). ¶ D Karolingische Ansetzart F attelle [v] carolingienne

53.8 romaanse aanrijging

°aanrijging van een houten °platkern waarbij de °binding (gewoonlijk een °riem) in een °haakse rugkant intreedt, dan via geëigende uitsparingen een of meer keer van de buitennaar de binnenkant van de platkern (en omgekeerd) gaat, en tenslotte met een houten wig, houten pluggen of metalen nagels wordt vastgezet. ¶ romaanse aanrijging F attelle [v] romane • wig D Keil [m] E wedge • plug D Holzpflock E peg, dowel F cheville [v] de bois

53

PLATTEN MET PLATKERNEN

53.9

gotische aanrijging

°aanrijging van een houten °platkern waarbij de °binding (een riem, of touw) over een °afgeschuinde rugkant gaat en verder een soortgelijk parcours volgt als bij de °romaanse aanrijging.

53.10 aangeregen kartonnen plat(kern) [o -en] °platkern van °karton of °bord, die met het °boekblok verbonden is doordat de °binding (meestal touw) een met de °gotische aanrijging vergelijkbaar parcours volgt (door een of meer gaten).

De °bindingeinden kunnen zijn uitgevlast en vastgeplakt, of weggesneden.

53.11 aangezet(te) plat (kern) °platkern van °karton of °bord, die met het °boekblok verbonden is doordat de °bindingeinden er aan zijn °geplakt.

Deze verbinding kan geschieden aan de buitenkant (zo bij voorkeur bij een °haakse kneep) of aan de binnenkant (zo bij voorkeur bij een °schuine kneep; de bindingeinden liggen dan tussen de °platkern en het °oor en °dekblad ingebed). De bindingen moeten voor deze methode vlak zijn (stroken, °naaiband); zijn zij van touw, dan wordt dat uitgevlast. Eenzelfde methode kan ook voor zeer dunne houten platkernen worden toegepast. ¶ uitgevlast naaitouw D aufgeschabter Bund [m] E frayed out cord F ficelle [v] effilochée

74

PLATTEN MET PLATKERNEN

53

53.12 aangeplakt(e) plat (kern) °plat, of preciezer °platkern, dat alleen met het °boekblok verbonden is doordat het op het °oor, het °dekblad e.d. is °geplakt.

Dit doet zich dus voor als er geen andere dan °loze bindingen aan het boekblok zijn. ¶ D angesetzter Deckel [m]

53.13 ingeschoven platkern °platkern die - vaak zonder °plakken - in de °bekleding is opgenomen maar niet op enige wijze direct met het °boekblok is verbonden.

53.14 opgezet plat °plat dat, met °platbekleding en al, op de °rugbekleding, het °oor en het °dekblad is °geplakt. ¶ D aufgesetzter Deckel

53.15 scharnier het samenstel van elementen dat bijdraagt aan de verbinding van °plat en °boekblok en een scharnierende beweging van het plat ten opzichte van het boekblok mogelijk maakt.

Hieronder vallen alle mechanische en gelijmde verbindingen in de smalle overgangszone tussen plat en boekblok, zoals (°kapitaal-)°bindingeinden, over de platten

75

53

PLATTEN MET PLATKERNEN

reikend °rugbeleg, elementen van de schutbladconstructie (als °oor, °dekblad en °scharnierversterking) en de °bekleding. ¶ D Scharnier [o], Gelenk [o] E joint, hinge F charnière [v]

53.16 gesloten scharnier °scharnier waarbij de °platkern nauw aanligt tegen de °kneep.

Hierbij heeft het °boekblok een °haakse kneep en de platkern een °haakse rugkant, of het boekblok heeft een °schuine kneep en de platkern een aangepaste schuine ° rugkant. Het °plat scharniert langs één lijn bij de buitenzijde van de °platkant. Het gesloten scharnier is op de °bekleding niet zichtbaar: °glad scharnier. ¶ E tight joint, closed —

53.17 open scharnier °scharnier waarbij °platkern en °kneep elkaar niet of alleen bij de °hals van de °kneep raken. Hierbij heeft het °boekblok een °schuine kneep en de °platkern een °haakse rugkant. Het °plat scharniert over twee lijnen verdeeld: de grenslijn van hals en platkern, en de lijn waar de °bekleding over de top van de °kneep gaat. Op de °bekleding is het open scharnier zichtbaar als °kneepgleuf. ¶ E open joint, French —

BEKLEDING

54

54.0 Nadat de platten zijn aangeregen, aangezet of aangeplakt, wordt meestal een BEKLEDING aangebracht, die gewoonlijk de boekrug en de platten geheel bedekt. Het materiaal van de bekleding is leer, perkament (soms maculatuur, bv. fragmenten van oude boeken), textiel (edele soorten als fluweel of brokaat, geborduurde stof, of simpele weefsels) of papier (m.n. sierpapier). Een band wordt vaak genoemd naar het materiaal van zijn bekleding: 'leren band', 'perkamenten band'. Als de bekleding van boekrug en platten verschillend is, wordt de band genoemd naar het materiaal van de rug, dat veelal uit edeler materiaal bestaat.

Aan de binnenrand van de platten wordt de bekleding veelal afgewerkt met inslagen. Vooral voor het afwerken van de HOEKINSLAGEN bestaan verscheidene mogelijkheden. Soms heeft een band een meervoudige bekleding; verschillende vormen worden vermeld.

54.1 bekleding [v -en] soepel materiaal, waarmee °boekrug en/of °platkernen geheel of gedeeltelijk bedekt zijn. Bij een band zonder platkernen is de 'bekleding' identiek met het °omslag. ¶ D Bezug [m], Überzug [m] E cover, covering F couverture [v]

54.2 platbekleding de °bekleding van een °plat (of, indien °boekrug en plat met verschillend materiaal bekleed zijn, die van het grootste deel van het plat).

De platbekleding is gewoonlijk aan de °platkern °geplakt, en aan drie zijden met °inslagen afgewerkt (die ook meestal zijn geplakt, of soms met houten pluggen of metalen nagels zijn vastgezet). ¶ D Deckelbezug [m], Deckelüberzug [m] F couverture [v] du plat

54.3 rechte inslag [m -en] °inslag die evenwijdig aan de °platkant recht is afgesneden. Indien dit niet is gebeurd, is het een onregelmatige inslag; ook vindt men de ingesneden inslag ¶ • ingesneden inslag E v-notched turn-in.

This article is from: