2 minute read
INHOUDSOPGAVE
Wij presenteren hier een selectie van termen die, naar ons op dit moment voorkomt, van toepassing kunnen zijn voor de elementaire bestudering en beschrijving van de in West Europa meest voorkomende typen van met de hand vervaardigde boekbanden (1830 is gekozen als een geschikt eindpunt).
Wij geven van de door ons aangeboden termen een definitie. Een definitie van 'boekband' zelf hebben wij echter niet gegeven: dit lijkt (net als 'boek') een van de gevallen waar de moeite, een sluitende definitie te vinden die niets ten onrechte uitsluit en niets ten onrechte insluit, niet opweegt tegen de gewonnen duidelijkheid. Men zou — mocht men toch een definitie willen zoeken — kunnen denken in de richting van 'de fysieke structuren die tot functie hebben, de onderdelen van een boek bijeen te houden, hanteerbaar te maken en te beschermen'.
Advertisement
Wij hebben het bestek van onze terminologie in verschillende opzichten beperkt.
Allereerst beogen wij in beginsel een beschrijving van de band als archeologisch object, niet van het binden als ambachtelijk proces: wij richten ons op de toestand die de onderzoeker aantreft, niet op de handelingen die tot die toestand geleid hebben (zeker als die handelingen geen direkte fysieke sporen hebben achtergelaten), of op de daarbij gebruikte gereedschappen. Daarom hebben wij ook een voorkeur voor het deelwoord boven de onbepaalde wijs. Strikt door te voeren is deze voorkeur overigens niet: soms is het resultaat slechts te begrijpen door inzicht in het tot stand komen (bv. gecompliceerde naaiwijzen, kapitalen), en soms zou het vermijden van de werkwoordsvorm tot al te omslachtige formuleringen geleid hebben.
Ten tweede is onze terminologie slechts in beperkte zin 'historisch': het is een beschrijving van de verschijnselen als statische gegevens, niet als stadia in een ontwikkeling. (Wel is het zo, dat onze inzichten omtrent die ontwikkeling mede bepalend waren voor wat wij omwille van het historisch belang opnamen — vandaar een zeker overwicht van de middeleeuwse boekbanden. Men vergete niet, dat de codicologie in sommige opzichten de meeste aandacht aan de archeologische benadering van de boekband gewijd heeft; de historici van de latere boekband hebben zich overwegend met de decoratieve aspecten beziggehouden.) Voorts hebben wij ons tot het Westen vanaf de Middeleeuwen moeten beperken: de bindwijzen van de Oudheid, het Nabije Oosten en de Griekse wereld (om van die van het Verre Oosten te zwijgen) zijn slechts marginaal vertegenwoordigd. Ontwikkelingen na 1830 hebben wij geheel weggelaten.
Ondanks deze beperkingen is de materie veel te complex, en onze kennis ervan te ondiep, om in een kort bestek te kunnen worden weergegeven. Het is niet te verwachten dat één terminologie, met één definitie per term, adequaat kan zijn van de achtste tot en met de achttiende eeuw (wat men rond 1800 onder een 'kapitaal' verstaat, is iets zó anders als een vroegkarolingisch kapitaal, dat het haast pijnlijk is beide met eenzelfde woord aan te duiden). En een poging het kort te houden moet tot een mislukking leiden: het is niet zo dat iets korts de voorbereiding van iets uitvoerigere kan zijn, maar integendeel: het kan, wil het goed zijn, alleen een uittreksel zijn uit een langere en lang gerijpte versie. Desondanks hebben wij een poging gedaan, enerzijds het meest voorkomende helder
7