11 minute read
Tim Overdiek: ‘Rouw maakte mij een beter mens’
‘In het niet-weten hoe je rouw moet oplossen, zit het begin van de heling,’ zegt therapeutisch coach Tim Overdiek (58). Hij kent rouw van twee kanten: ‘Ik begeleid mensen die vastlopen na verlieservaringen. Daarnaast heb ik zelf mijn vader verloren toen ik dertien was. In 2009 overleed mijn vrouw Jennifer door een verkeersongeval.’
Tekst: Ad Bergsma
Snel op zoek gaan naar een oplossing is de belangrijkste valkuil bij het begeleiden van mensen die vastlopen in rouw’, zegt rouwspecialist en schrijver Tim Overdiek. Hij schreef het boek Tranen van Liefde over zijn eigen verlies en (samen met Wim van Lent) het boek Als de man verliest over mannen die afscheid moeten nemen van gezondheid, werk of van geliefden. ‘Als mensen bij mij komen, vragen ze soms om een soort A4’tje waarin de route uitgestippeld staat die ze moeten volgen om hun leven en gevoel zo snel mogelijk weer onder controle te hebben. Ik stel ze dan aan de ene kant gerust dat het echt wel weer beter zal gaan. Ik vertel erbij dat ik heel goed begrijp dat ze me op dat moment waarschijnlijk niet zullen geloven. De depressieve gevoelens en de grauwe sluier zullen echter niet altijd aanwezig blijven. Er komen weer momenten dat je je even wat lichter voelt of je misschien ruimte voelt voor een nieuwe liefde.’
Overdiek denkt dat snelle geitenpaadjes stemmingsverbetering niet dichterbij brengen: ‘Het herstel begint met te voelen hoe het nu is. Rouwprocessen lopen vaak vast als een verlies niet is genomen, als iemand door overlevingsangst wegblijft van het gevoel. De belangrijkste taak voor een coach is daarom de persoon tegenover je zodanig op zijn gemak te stellen dat hij eens rustig kan vertellen hoe het met hem gaat.’
Overdiek wil als therapeutisch coach niet voorschrijven wat de beste route uit het verdriet is, omdat elk verlies en elke rouw anders is: ‘Jezelf vergelijken met de theorie of met anderen heeft weinig zin. Natuurlijk laat ik tijdens een traject weleens een plaatje zien van bijvoorbeeld de vijf fasen van rouw, zoals de psychiater Elisabeth Kübler-Ross die beschreef. Ontkenning kan gevolgd worden door woede, vechten, depressiviteit en uiteindelijk aanvaarding. Daar kan iets tussen zitten dat iemand herkent. Maar uiteindelijk zal mijn cliënt zelf moeten ontdekken wat voor hem de beste route is. Ik loop alleen een stukje met de mensen mee.’
Geen kennis, maar doorleefde clichés
Als je terugkijkt op een rouwproces kan je misschien concluderen dat de rouw min of meer volgens het boekje is verlopen, maar zulke kennis kan je niet direct gebruiken aan het begin van een rouwtraject. Overdiek: ‘Rouw is iets dat je moet doorleven. Als je in staat bent te aanvaarden hoe rot je je voelt, kan je van daaruit ontdekken wat wel en niet voor jezelf werkt. In een, twee of drie sessies snel problemen oplossen, zorgt ervoor dat je langs de pijn blijft scheren. Je kan op die manier een pleister plakken die de wond afdekt, maar de kwetsuur geneest niet als die onzichtbaar is gemaakt. In mijn praktijk maak ik mee dat mensen bij mij komen vanwege een verlies dat ze tientallen jaren eerder hebben doorgemaakt.’
‘De taak van de rouwcoach is dus aan de ene kant nabijheid bieden in het besef dat het verlies niet ongedaan gemaakt kan worden. Aan de andere kant kan je al in de eerste sessie voorzichtig enkele inzichtgevende vragen stellen. Een belangrijke vraag is of mensen hun eigen gedrag van het moment herkennen uit eerdere fases in hun leven. Dan zie je dat er enkele linkjes worden gelegd. Vaak proberen mensen die vastlopen in hun rouw hun leed op te lossen op een manier die niet meer werkt in de veranderde omstandigheden. De levenslessen die zij zichzelf eigen hebben gemaakt, voldoen niet meer.’
Leren van fouten
‘Het verlies van mijn vader op tienerleeftijd had mij zelf bijvoorbeeld geleerd dat zo’n verlies wel te dragen is, hoe vreselijk het ook is. Dus toen mijn kinderen rond dezelfde leeftijd hun moeder verloren, stelde me dat aan de ene kant wel gerust. Een valkuil was dat ik me te veel richtte op onze jongens die het ongeluk met eigen ogen hadden gezien. Net als het verlies van mijn vader in 1978 stond voorop dat het leven door moest gaan. Ik probeerde toen tevergeefs mijn eigen pijn van het verlies over te slaan.’
‘Begrijpen waar dingen vandaan komen, roept tegelijkertijd de vraag op of en wat je eventueel anders zou willen doen.’ Overdiek geeft zichzelf weer als voorbeeld: ‘Het doodzwijgen van het verlies van mijn vader had mij gekwetst, dus voor mijn eigen jongens probeerde ik wel voor te leven dat het leed er gewoon mocht zijn.’
Het verlies van zijn vrouw overviel Overdiek toen hij nog als journalist en leidinggevende werkte bij de NOS . ‘Het verlies confronteert je ook met de vragen wie of wat je wilt zijn. Ik besloot zes jaar na het verlies van koers te veranderen en een opleiding tot coach te volgen.’ Nu heeft zijn ervaringsdeskundigheid ook meerwaarde voor zijn werk. ‘Ik zeg soms tegen cliënten dat ze mij niets uit hoeven te leggen over rouw. Ze mogen mij alles vragen over mijn ervaringen, zolang ik dat functioneel acht.’
Een deel van de therapeutische waarde van coaching zit in normalisering. Overdiek: ‘Ik kan mensen daardoor goed geruststellen dat het normaal is wat ze doormaken. Tegelijkertijd heb ik de boodschap dat er een zekere schoonheid zit in de rouw. Het donker en het licht zijn met elkaar verweven. Rouw is op te vatten als de achterkant van de liefde. Laatst kwam een vrouw bij mij die zich schaamde, omdat ze zo van slag was door het verlies van haar hondje. Ze vond dat ze zich niet zo moest aanstellen. Toen we echter samen bespraken wat de betekenis van dat hondje was geweest, dan zie ik dat het beestje tegelijkertijd een kind, partner en een zusje voor haar was. Het verlies van de zielsverwant die haar hond voor haar was, had een volstrekt normale rouwreactie opgeleverd.’
Licht en donker
Rouw kan in coaching ook onverwacht om de hoek komen kijken. Overdiek: ‘Onlangs kwam een cliënt bij mij, omdat hij worstelde met de relatie met zijn partner. Het lukte hem niet eruit te komen. Hij was naar mij doorverwezen door een vrouwelijke psycholoog, omdat ze dacht dat een gesprek met een man beter zou zijn. De cliënt vertelde dat de rol in zijn gezin nogal groot was. Toen ik hem vroeg uit wat voor soort gezin hij kwam, vertelde hij dat zijn zusje veertig jaar geleden op jonge leeftijd was overleden. Zelf had hij alleen fragmentarische herinneringen aan haar, maar hij wist nog wel dat zijn moeder nooit over dat verlies van haar dochter heen was gekomen en dat zijn vader zich daarna verloor in zijn werk. De dood van zijn zusje had hem van zijn plek geduwd in zijn gezin van herkomst. Hij moest voortaan zijn moeder uit de wind houden en zorg voor een broertje en zusje op zich nemen. Op het moment dat hij zich realiseert dat hij dit patroon voor een deel herhaalt in zijn nieuwe gezin, lukt het hem het verdriet weer te voelen en zich daarin te ontspannen. Het geeft weer de ruimte om te ontdekken wat wel werkt.’
De telkens terugkerende zoektocht naar patronen die al dan niet bewust worden doorgegeven, maakt coaching voor Overdiek zo fascinerend. ‘Ik zeg dan bijvoorbeeld dat ik angst, boosheid of verdriet voel en dan gebruik ik samen met mijn cliënten een vorm van familieopstellingen om te kijken waar iets vandaan komt. Of ik via de media ook dit soort patronen ontdek bij de Britse koninklijke familie? Het is natuurlijk een dysfunctionele familie, maar ik zou nooit zomaar de relatie tussen het gedrag van het verlies van Diana met het huidige gedrag van de prinsen durven leggen. Dat kan ik simpelweg niet weten. Ik weet nog wel dat ik samen met Eva Jinek verslag deed voor de nos over het huwelijk van William en Kate. Ik zat toen echt met een steen in mijn maag en had te doen met William die zonder de aanwezigheid van zijn moeder zou trouwen. Bij mij kwam het extra hard binnen, omdat mijn twee jongens hun moeder op dezelfde leeftijd verloren. Als ik nu naar William en Harry kijk, dan heb ik vooral bewondering voor hoe ze het doen. Ik denk dan stiekem dat die jongens een goede moeder hebben gehad, die ze veel liefde heeft gegeven. Daar ben ik Jennifer bij mijn jongens ook nog steeds dankbaar voor.’
Zelfcompassie is een weeïg begrip
Overdiek heeft het vaakst mannen tegenover zich die worstelen met rouw, maar ook vrouwen en cliënten met andersoortige vormen van tegenslag kloppen bij hem aan. ‘Als je bijvoorbeeld je gezondheid of je werk verliest, dan heb je te maken met dezelfde soort pijn. Je maakt een crisis door, die je kan leren dat je mildheid naar jezelf nodig hebt. Bij ernstige tegenslag hebben we geen wilskracht nodig, maar veerkracht. Als iets een dag niet lukt, dan helpt het niet om je te verliezen in zelfbeklag of om jezelf te veroordelen. Je zou dat inderdaad zelfcompassie kunnen noemen, maar dat vind ik een beetje een weeïg woord. Ik zeg eerder: “Man, sla jezelf niet voor je kanis, maar wees mild.” Soms kan je gewoon niet meer doen dan je onmacht ervaren en erop vertrouwen dat het ooit weer lichter wordt.’
‘De kunst van omgaan met rouw is niet alleen het achter je te laten, maar ook om de crisis te gebruiken om een mooier of beter mens te worden. De dood is er al miljoenen jaren en als we daar respect voor op kunnen brengen, is het ook gemakkelijker te onderkennen hoe fragiel het leven is. Daar moeten we op een gezonde en volwassen manier mee om leren gaan. Het leven is nu eenmaal minder maakbaar dan we zouden willen. Het helpt als je open bent over je eigen onmacht en als je dat bespreekbaar maakt. Het draagt bij aan wijsheid.’
‘Als ik naar mijn eigen verliezen kijk, dan denk ik dat de pijn mij geholpen heeft een beter mens te worden. Ik heb 19 jaar lang een relatie gehad met Jennifer en dat was een heel gewoon huwelijk met zijn eigen ups en downs. Het ruwe einde aan deze relatie heeft mij niet alleen doen beseffen hoeveel ik miste. Ik ben ook kritischer gaan kijken naar mijn eigen rol in die relatie. Ik heb daardoor dingen ontdekt die ik eigenlijk anders en beter had kunnen doen. Door de dood en door mijn opleiding als coach ben ik er beter in geworden valkuilen te vermijden. Ik zit momenteel in de fase dat de kinderen zijn uitgevlogen. Ik kan dan met ze delen dat ik dat lastig vind. Op die manier voorkom ik dat ik terug probeer te vallen in een hiërarchisch patroon of een bemoeial word. Als je zelf open bent, dan openen de anderen om je heen zich ook. Op die manier leren we met elkaar om te gaan als volwassen mannen. En eigenlijk geldt voor mijn huidige partner Lydia hetzelfde. Als je het met elkaar oneens bent, is het heel gemakkelijk de schuld bij een ander te leggen en te verharden. Mede door mijn ervaringen met de dood en mijn opleiding ben ik veel meer bereid te erkennen dat ik het niet weet. Van daaruit ontstaat ruimte en noodzaak uit te zoeken wat nodig is om het probleem aan te gaan. Ik hoop dat tot mijn laatste snik vol te houden.’
Overdiek beschrijft dat het verlies hem heeft gelouterd, maar het heeft niet alles gemakkelijk gemaakt. ‘Een van de rouwtaken is door het verlies en de pijn heen te gaan, maar dat wil niet zeggen dat je er daarna vanaf bent. Rouw gaat niet over en volgt geen chronologisch pad. Verlies en weer een nieuw leven opbouwen lopen door elkaar heen en je kan zo maar ineens weer door pijn, shock of zingevingsvragen overvallen worden. Ik heb geleerd dat het oké is je daar dan aan over te geven.’
Tim Overdiek is van oudsher op zoek naar menselijke verhalen. Hij is meer dan dertig jaar journalistiek verhalenverteller geweest. Hij werkte voor nationale media in binnen- en buitenland. Steevast op zoek naar het wat en hoe, maar nog meer naar het wie en waarom. Wat bezielt de mens?
In 2017 heeft hij het roer omgegooid. In 2015 startte hij de 3-jarige opleiding tot therapeutisch coach bij Phoenix Opleidingsinstituut in Utrecht. Hier leerde hij een werkelijke ‘ontmoeting’ met cliënten aangaan. Systemisch werk, transactionele analyse (TA) en neurolinguïstisch programmeren (NLP) zijn de pijlers van zijn werk. Gelijktijdig heeft hij de vervolgopleidingen Het Helende Verhaal en Relatie als Spiegel afgerond.