9 minute read

Jaap van Manen - Rouw, dat ben jij

Jaap van Manen

Ons leven is altijd in beweging en afscheid hoort daarbij, zo weet voormalig danscoach Jaap van Manen. Hij nam afscheid van zijn levenswerk en deed dat passend in een dans, zoekend naar de balans tussen beweging en verbondenheid.

Zo’n vijf jaar geleden realiseerde ik me ineens dat ik mijn levenswerk achter me moest laten. Samen met een collega had ik een aantal jaren daarvoor de ODC-opleiding danscoaching opgezet. We werkten naar beider tevredenheid samen. De voornaamste reden om ermee op te houden was dat het naar mijn gevoel tijd was, zowel voor mezelf als voor de opleiding. Het was tijd om een bepaalde leegte in mijn leven toe te laten. Mijn werk had alles met mezelf te maken en dan ligt het gevaar van identificatie en jezelf beperken op de loer. Het leven bestaat uit veel meer dan je werk. Verder was het ook tijd voor mijn collega om los van mij en samen met anderen het vak verder te ontwikkelen. Danscoaching is een jong vak, waarin ik twee disciplines (dansexpressie en life coaching) bij elkaar heb gebracht en waarover ik twee boeken heb geschreven. Maar de discipline is niet van mij, want ik heb er een eigen en beperkt zicht op en mensen gaan er vanuit een andere achtergrond mee verder. Hoewel ik ervan overtuigd ben dat stoppen het juiste besluit is geweest, merk ik ook nu nog soms dat er sprake is van rouw. Ik mis de reuring, (het lesgeven aan) leergierige studenten, de kennisoverdracht, de samenwerking. Wat jammer dat het voorbij is!

Twee soorten tijd

Het besef dat ik de opleiding moest overdragen was een tijdsmoment, dat kairos wordt genoemd. Het Grieks kent twee soorten tijd: chronos en kairos. Chronos is de letterlijke tijd van de klok, terwijl het bij kairos gaat om de juiste gelegenheid iets voor elkaar te krijgen, om het geschikte moment een doel te bereiken. Er is een prachtig lied dat kai kairos heet – kai betekent ‘en’ – en deel uitmaakt van Requiem for my friend. De Poolse Zbigniew Preisner componeerde dit muziekstuk toen de Poolse cineast Krzysztof Kieslowski plotseling overleed. De componist had veel films van de beroemde regisseur van muziek voorzien en ik vermoed dat dit zijn manier was om diens dood te verwerken.

Tijd is, naast kracht, ruimte en lichaam, een danselement

Ik gebruik dit lied in workshops danscoaching als ik coachees bewuster wil maken van wat tijd inhoudt. Tijd is, naast kracht, ruimte en lichaam, een danselement. Als je danst, beweeg je snel of langzaam, je versnelt of vertraagt en soms stop je. Dat is de letterlijke betekenis van tijd en daarmee laat ik de coachees eerst bewegen. Vervolgens vraag ik naar de figuurlijke, psychologische betekenis van tijd. Hoe ga je met tijd om? Heb je genoeg tijd of kom je altijd te kort? Moet je je vaak haasten of neem je alle tijd? Ben je op afspraken altijd te laat of juist te vroeg? Ga je altijd door of stop je weleens? Dergelijke vragen onderzoeken ze in beweging. Ik spits de workshop muzikaal toe en laat ze dansen op de muziek van kai kairos. Vervolgens vertellen ze wat deze muziek hun deed, krijgen ze de tekst te lezen en dansen ze opnieuw op dezelfde muziek, maar nu met de tekst erbij. Tot slot stel ik de vraag wat ze van deze workshop over tijd meenemen.

Afscheidsdans

Zoals Preisner met zijn requiem verwerkte ik mijn afscheid van de ODC in een dansstuk dat ik aan mijn collega en studenten liet zien. Tijdens de dans klinkt het lied ‘Im Abendrot’ van Richard Strauss, het laatste van Die vier letzte Lieder, die hij aan het einde van zijn leven componeerde. De sfeer is melancholisch, want er is veel gebeurd en de dood is nabij.

Eerst laat ik tijdens de instrumentale intro van het lied zien hoe heerlijk dansen is. Als Jessye Norman de woorden Not und Freude zingt, gaat er een schok door mijn lichaam. Het is de pijnlijke gewaarwording dat mijn tijd voorbij is. Ik probeer nog vreugdevol door te dansen, maar steeds meer verkramp ik en worden mijn bewegingen hoekiger en gespannener. Vervolgens doen de fluiten die de zwei Lerchen symboliseren, me beseffen dat het leven veel ruimer is dan dans en opleiden. De verkramping wordt minder, kromme vingers en tenen ontspannen zich en ik begin vrijer te bewegen. Norman zingt over Einsamkeit, die ik verbeeld door een gebogen hoofd, sombere gelaatstrekken en slappe bewegingen. Ik draai me langzaam om en sta met mijn rug naar het publiek. Als de woorden weiter, stiller Friede klinken, zie ik in dat ik me moet overgeven: ik adem rustig in en uit, laat mijn schouders zakken en kom bij tief languit op de grond terecht waaraan ik me toevertrouw. Ik lig daar een tijdje en bij Tod kijk ik om naar het publiek. Ik sta langzaam op, loop – nog steeds met mijn rug naar het publiek gewend – traag naar achteren, kijk open om me heen met reikende armen. Er is nog van alles, dat het onderzoeken waard is. Ik loop verder naar achteren naar de deur, die op een kier staat. Bij de deur kijk ik met melancholische blik nog een keer om en verdwijn ik achter de deur. Bij de fluiten van de twee leeuweri- ken laat ik mijn spelende vingers nog even zien, als afscheidsgroet, die grappig bedoeld is. De instrumentale muziek loopt tot het einde door, terwijl ik niet meer zichtbaar ben. Er ontstaat een leegte, die tegelijk ruimte schept voor het nieuwe.

Vier essentiële kenmerken van het leven

Een belangrijk deel van mijn leven heeft met dans te maken, waardoor ik essentiële kenmerken van het leven op het spoor ben gekomen. Het zijn er voor mij vier: bewust ‘zijn’ in beweging en verbondenheid. Net als dansen is leven bewegen en dat is het panta rhei van Herakleitos uit de vijfde eeuw voor Christus: alles stroomt. Zoals dansen verbinding met je lichaam en geest (denken, voelen) en met je mededansers betekent, ben je als mens altijd met andere wezens, dieren en planten incluis, verbonden.

Gedurende ons leven kunnen we, zoals dat in danscoaching gebeurt, meer bewust worden van wat er in onszelf (het lichaam met de zintuigen en sensaties, onze gedachten en gevoelens) en in de wereld daarbuiten aan de hand is. Tegenwoordig is het begrip mindful in zwang, maar het gaat over hetzelfde. En tot slot kan dansen ervoor zorgen dat je op een laag terechtkomt die ik zou willen aanduiden als ‘zijn’. Als je volledig met jezelf samenvalt, kan er een gewaarwording ontstaan dat je met alles en iedereen in beweging verbonden bent. Hoewel het leven een groot mysterie is, waar nauwelijks woorden voor zijn, verdiept dit ‘zijn’ je leven en geeft er zin aan.

Altijd in beweging

Wat betekenen de beschreven ervaringen en levensvisie voor het thema van dit magazine? Ons leven is altijd in beweging en afscheid hoort daarbij. Als kind laat je allerlei scholen en de daarbij horende vrienden achter je. Later ga je het ouderlijk huis uit, lopen relaties op de klippen, wissel je van werk, vliegen kinderen uit, overlijden ouders en vrienden. Leven lijkt wel een groot afscheid nemen. Soms is de beweging te groot of te plotseling. Je partner overlijdt zomaar of jong, je verliest je werk waar je zoveel van hield, of een van je kinderen wil je niet meer zien. Gebeurtenissen die moeilijk te verteren zijn en je in rouw onderdompelen. Je bent verdrietig en/of boos over het verlies, je verlangt naar vroeger, bent bang voor de toekomst. Rouw is verzet tegen de beweging van het leven en het verlangen naar de kwijtgeraakte verbinding. Hoe heftiger dat verzet en verlangen, hoe meer en langer je rouwt. Maar de verbondenheid hoeft niet te zijn verbroken. Ik voel me nog steeds verbonden met de odc , ook al ben ik er weg. Een coachee dacht dat ze het verleden moest loslaten en ontdekte in dansen, dat dat verleden en al de mensen die daarbij hoorden haar steun gaven. Zij stonden achter haar en ze nam hen mee. Al ben je je partner of kind kwijt, de verbinding is er nog, maar wel anders dan voorheen. Als achterblijver moet je je daarmee uiteenzetten. Rouw gaat over jou en niet zozeer over wat je verloren bent. Je hebt geen rouw, alsof het iets buiten je is, maar jij bent die rouw. Als je daarbij durft stil te staan, ontstaat er iets anders. Ik dacht dat mijn moeder na het overlijden van mijn vader in de rouw zou zijn, maar ze zei dat het zelfmedelijden was. Ze was alleen achtergebleven en dat kende ze niet. Wat moest ze nu? Door dit inzicht kon ze verder met haar leven. En toen zij overleed, was ik niet in de rouw, maar opgelucht. Eindelijk was ze verlost van de dementie. Haar dood ging niet over mij en dus voelde ik geen rouw. En zo af en toe is zij er op een of andere manier en dat voelt als een dimensie van ‘zijn’.

Je hebt geen rouw, maar jij bent die rouw

In het leven gaat het om de balans tussen beweging en verbondenheid. Bij te veel beweging verdwijnt de verbondenheid en bij een overmaat aan verbondenheid stopt de beweging. Bij rouw gaat het erom dat je de beweging kan accepteren, terwijl de verbinding blijft. Hoe meer je je van deze balans bewust bent, des te meer ruimte is er voor ‘zijn’, voor een andere dimensie van het leven. En dat kan betekenen dat je het oude met zijn verdriet, woede en/of angst achter je laat en openstaat voor het nieuwe.

Bron

• Manen, Jaap van (2019). Dansend tot je essentie. Bewust zijn in beweging en verbondenheid. Waarbeke: Milinda Uitgevers.

Jaap van Manen ontwikkelde de discipline danscoaching. Hij was medeoprichter en hoofddocent van de Voortgezette Opleiding Docent Dansexpressie (de huidige Stichting Stroom). Van 2013 tot 2018 leidde hij danscoaches op in samenwerking met een collega op de door hen tweeën opgerichte Opleiding Danscoaching (ODC). Hij schreef twee boeken over danscoaching: Danscoaching (2012) en Dansend tot je essentie (2019). In 2022 verscheen De androgyne man.

This article is from: