9 minute read
Vitaal ondanks fysieke beperkingen
Martha Rijkmans
In de beeldvorming rond vitaliteit ligt een sterke nadruk op het fysieke aspect. Meestal wordt vitaliteit gedefinieerd als een balans tussen fysieke, emotionele, mentale en spirituele aspecten. Maar kun je ook spreken van vitaliteit als deze aspecten niet in balans zijn, omdat er sprake is van serieuze en ingrijpende fysieke beperkingen?
In mijn coachpraktijk begeleid ik vrouwen na afloop van hun behandelingen voor borstkanker. Zelf heb ik al meer dan tien jaar een aantal forse fysieke beperkingen en daarnaast ook borstkanker gehad, wat mijn lichaam veel heeft gekost. Toch zal ik geen moment aarzelen om mijzelf vitaal te noemen. Want ondanks mijn fysieke beperkingen voel ik mij vitaal en levend, zelfs meer dan ooit tevoren. En dit geldt niet alleen voor mij. Op Facebook beheer ik een besloten community voor vrouwen na borstkanker. In deze groep zitten inmiddels bijna 1300 vrouwen. Aan hen heb ik de vraag gesteld wat vitaliteit voor hen betekent. Veel van deze vrouwen hebben fysieke beperkingen aan hun ziekte en de behandeling overgehouden, zoals vermoeidheid, vermindering van cognitieve vaardigheden, pijn en verminderde beweeglijkheid. Toch geven veel van hen aan zich vitaal en levend te voelen. Dit vergt echter wel een aanpassing in de houding ten opzichte van het leven. Ik zal dit illustreren aan de hand van het coachtraject met Anna.
De impact van borstkanker
Anna is net klaar met haar behandelingen voor borstkanker. Zij heeft een heel proces doorgemaakt van chemotherapie, operatie en bestralingen en is daar bijna een jaar mee bezig geweest. Als zij bij mij komt is zij uitgeput, emotioneel gedesoriënteerd en leeg. Haar wereld heeft op zijn kop gestaan en ze is ermee geconfronteerd dat het leven zo maar over kan zijn. ‘Niemand begrijpt het’, zegt zij. ‘Hoe lief ze ook voor me zijn, ze begrijpen niet wat ik heb meegemaakt. Iedereen zegt dat ik er goed uitzie en dat alles nu weer normaal is, maar zo voelt het totaal niet. Want voor mij is niets meer normaal, alles is anders en ik ken mijzelf vaak niet eens meer terug.’ Anna heeft het óverleefd, maar ze voelt zich verre van levend.
En dat is ook niet zo vreemd, want een ziekte als borstkanker raakt je totale mens-zijn. Niet alleen fysiek, maar ook emotioneel en mentaal. Op het spirituele vlak rijzen er zingevingsvragen, zoals: ‘Wat is belangrijk in het leven?’ en: ‘Wat wil ik nog met dit leven?’ Fysiek wordt Anna begeleid via een medisch fitnesstraject. Zo wordt gekeken in hoeverre zij haar lichamelijke conditie weer kan opbouwen. Samen met haar ga ik aan de slag met de andere aspecten.
Controle of regie?
Anna heeft het gevoel dat zij de controle kwijt is. Het telefoontje van de huisarts na het bevolkingsonderzoek kwam als een donderslag bij heldere hemel. Zij had niets gemerkt en ze voelde zich goed. De diagnose heeft haar geconfronteerd met het feit dat het leven voor een groot deel oncontroleerbaar is. Vaak zijn wij ons daar niet van bewust, maar de écht belangrijke dingen in het leven kunnen wij niet controleren. ‘Ik leef zo gezond en toch werd ik ziek’, zegt zij.
Ik vraag haar of zij het verschil kent tussen controle en regie. Je kunt het leven niet controleren. Ziekte en dood zijn dingen die nu eenmaal gebeuren. Maar dat wil nog niet zeggen dat je machteloos bent, want regie nemen kun je onder alle omstandigheden. Regisseren betekent zelf bepalen hoe je omgaat met dat wat je overkomt. Ik zie het kwartje vallen. Anna realiseert zich dat borstkanker haar weliswaar is overkomen, maar dat zij geen speelbal is van het leven. Dat zij zelf aan het roer staat en in iedere situatie kan kiezen hoe zij daarmee wil omgaan. Ik zie de blik in haar ogen direct veranderen. Het gevoel regie te hebben, doet haar letterlijk opveren.
Aanvaarding als uitgangspunt
Regie nemen begint met de situatie aanvaarden zoals deze is. Anna’s gezicht betrekt: ‘Maar dat betekent dat ik het opgeef,’ zegt zij, ‘en dat ga ik echt niet doen. Ik geef nooit op, zo ben ik niet.’ Ik leg haar uit dat aanvaarden niets te maken heeft met de moed opgeven of ervan uitgaan dat het nooit meer zal veranderen. Aanvaarden is het opgeven van het verzet tegen wat er nú is. Het willen dat het op dit moment anders is dan het is en daar al je energie en aandacht aan geven. Het is niets anders dan ‘beginnen waar je nu bent’.
Dat is niet gemakkelijk voor Anna, want daarvoor moet ze het beeld dat ze van zichzelf heeft en van hoe zij had gewild dat het leven eruit zou zien, loslaten. Het vergt van haar dat zij stopt met achteromkijken en vergelijken met vroeger. Als ik haar vraag haar ogen te sluiten en zich voor te stellen dat het op dit moment niet anders hoeft te zijn dan het is, hoor ik haar na korte tijd diep zuchten. Tot haar grote verbazing voelt ze zich lichter en ruimer.
Emoties durven voelen
Het proces van aanvaarden is niet pijnloos. Het is een vorm van rouw en er komen allerlei emoties omhoog. Afscheid nemen van hoe het was, maar vooral ook van verwachtingen en beelden over de toekomst. Anna is verbaasd dat er juist nu zoveel emoties naar boven komen. ‘Tijdens het behandelingstraject was ik heel “koel”’, zegt zij. Ik leg haar uit dat dit niet raar, maar zelfs logisch is. Tijdens het behandelingsproces zat zij in een rollercoaster. Ze ging van onderzoek naar onderzoek en van behandeling naar behandeling. Ze noemt het zelfs een ‘gevecht’.
Tijdens een gevecht is er geen ruimte voor emoties. Het lichaam is in de overlevingstand en de enige focus is overleven. En dat is ook prima. Die kracht is nodig om het aan te kunnen. Maar op het moment dat de behandelingen voorbij zijn, is die kracht niet meer nodig. Pas dan is er tijd en plaats voor emoties. Het is essentieel om die emoties de ruimte te geven. Het onderdrukken van emoties vraagt veel energie en houdt je aandacht gevangen. Het is als een bal die je onder water drukt en die, als je de druk vermindert, keihard omhoog springt.
De maalstroom van gedachten
‘Ik durf het allemaal niet te voelen’, zegt Anna. ‘Ik ben veel te bang dat het mij overneemt en dat ik er nooit meer uitkom.’ Tijdens de sessie begeleid ik haar in het voelen. Als zij met haar volle aandacht bij de emotie in haar lichaam kan blijven, ebt deze na een paar minuten langzaam weg. Ze merkt dat het niet de emotie zelf is, die de meeste spanning oproept. Maar dat juist haar pogingen die weg te drukken, haar stress geven. Emoties en gedachten hangen nauw met elkaar samen. Ook Anna dreigt in een negatieve gedachtenspiraal te komen. Gedachten kunnen als olie op het vuur van de emotie zijn. Zij vertelt mij dat ze er vaak aan denkt dat het terug kan komen. Dat zij daarvan in paniek raakt en dat haar gedachten dan met haar op de loop gaan. Ik vraag haar of zij haar eigen gedachten gelooft. Ze kijkt mij verbaasd aan. Maar op het moment dat zij beseft dat de meeste gedachten gaan over het verleden of over de toekomst én in dit moment niet waar zijn, heeft zij de sleutel naar het ontsnappen uit de maalstroom in haar hoofd in handen. Ze leert om afstand te nemen, haar gedachten te observeren en hun waarheidsgehalte te toetsen.
Focussen op wat er wél (mogelijk) is
De volgende keer dat Anna bij me komt, zit ze er duidelijk doorheen. Ze vertelt mij uitgebreid wat er allemaal niet meer mogelijk is. Inmiddels is wel duidelijk dat haar energieniveau ver achterblijft bij hoe het was voor haar ziekte. De beweeglijkheid van haar arm is beperkt, haar spieren zijn stijf en ze heeft regelmatig last van oedeem. ‘Ik lijk wel 80’, zegt ze bitter.
Ik vraag haar om volledig te voelen hoe dat voor haar is. De tranen springen in haar ogen. ‘Ik word er somber en cynisch van’, zegt zij. Als ik haar vraag of zij in dit gevoel wil blijven hangen, schudt ze heftig nee. Daarom gaan we kijken wat er allemaal wel (mogelijk) is en dat blijkt heel veel te zijn. We spreken af dat ze elke dag een aantal dingen opschrijft waar ze blij en dankbaar voor is. Dat richt haar focus en ze kan er altijd op terugvallen op momenten dat het minder goed gaat.
Wat is wezenlijk belangrijk?
‘Weet je’, zegt ze een volgende keer, ‘ik weet eigenlijk helemaal niet meer wat ik wil. Ik ben mij er zo van bewust dat ik niet weet hoe lang mijn leven duurt en ik merk dat ik andere prioriteiten heb gekregen. Ik vraag mij regelmatig af wat ik echt belangrijk vind en wat ik verder wil met de rest van mijn leven.’
Vaak roept de confrontatie met onze sterfelijkheid zingevingsvragen op. Om daar helderheid in te creëren ga ik met Anna aan de slag met het definiëren van haar kernwaarden. Opeens ziet zij wat ze mist in haar werk. Maar ook waarom de ene vriendin niet meer bij haar past. Het mooie van kernwaarden is dat ze open zijn. Ze raken de essentie van wie je bent, maar hoe je ze concreet vormgeeft, is helemaal aan jou.
Vertrouwen
De laatste sessie komt er een andere vrouw binnen dan de eerste keer. Anna straalt levenslust uit en is vol vertrouwen in de toekomst. Ze heeft door haar ervaring met borstkanker ontdekt dat ze over veel meer kracht en moed beschikt dan ze ooit had durven dromen. Nee, ze weet nog steeds niet wat er op haar pad zal komen. Maar inmiddels heeft ze het vertrouwen dat zij dat wat het leven brengt, aankan.
Ze heeft zichzelf beter leren kennen en heeft vanuit haar kernwaarden keuzes gemaakt in werk en vriendschappen. Ze werkt aan haar fysieke conditie en hoopt dat die in de toekomst nog zal verbeteren. Maar haar fysieke beperkingen weerhouden haar er niet van om nú te leven. Zij heeft het niet alleen óverleefd, zij leeft!
Vitaliteit is een dynamische balans
Het traject van Anna laat zien hoe vitaliteit ondanks fysieke beperkingen kan worden opgebouwd. Omdat haar fysieke mogelijkheden achterbleven, werd een groter beroep gedaan op het ontwikkelen van mentale en emotionele veerkracht en het vinden van een zin in het leven. Wat ik bij mijzelf en bij de vrouwen die ik begeleid zie, is dat vitaliteit een houding is die je aanneemt ten opzichte van het leven. Daarmee beschouw ik vitaliteit niet als een statische, maar als een dynamische balans, waarbij de subjectieve beleving voorop staat. Vitaal zijn betekent actief kunnen balanceren tussen de mogelijkheden en onmogelijkheden. Die vaardigheid in je vingers krijgen, maakt je tot een ware levenskunstenaar.