11 minute read
En de woestijn zal bloeien
sandra benschop
Sandra Benschop nodigt haar cliënten uit tot eerlijk zelfonderzoek.Daarbij kom je er niet onderuit pijn en donkerte onder ogen te komen, voordat je weer in het licht kunt staan. Als je je leven niet langer aanpast aan de buitenwereld, maar aan je allereigenste binnenwereld, kun je op een vitale wijze in het leven staan.
De zon schijnt. Ik kom net binnen van een wandeling van twee uur door de sneeuw. Goed aangekleed, ik heb het niet koud gekregen, mijn wangen gloeien. Ik heb genoten, eindelijk weer écht winterweer. Fijne herinneringen uit mijn kindertijd hebben mij vergezeld langs de Maas. En een gevoel van vreugde, van verbondenheid met de wereld om mij heen. Begroetingen, glimlachjes worden spontaan uitgewisseld. Gedoe is op afstand.
Dát gevoel, díe beleving heeft voor mij met vitaliteit te maken. Jezelf ‘alive and kicking’ voelen, verbonden, met een richting, met zin. Dat gevoel kun je hebben in je werk, in je relaties, in sport en hobby’s en vrijwilligerswerk. En alleen. De context heeft invloed op hoe het met je gaat, dat zal altijd wel zo zijn, maar vitaliteit gaat over iets vanbinnen. Je kunt de omstandigheden nog zo naar je hand zetten, maar of dat resulteert in een gevoel van welbevinden, blijft onvoorspelbaar. Wat gebeurt daar nou vanbinnen, in die black box die wij ons innerlijk noemen, onze grote schat?
In dit stuk wil ik dat verkennen. Omdat ik sterk geloof dat wij als coaches onze cliënten kunnen ondersteunen weer of meer vertrouwd te raken met hun innerlijk, met hen een taal te ontwikkelen, zodat het landschap weer tot leven komt. De kus die Doornroosje wekt. Ja, dat is vitaliteit: een bloeiend innerlijk landschap.
Gemis Het verlangen naar vitaliteit ontstaat als het al langere tijd ontbreekt. Als er ineens een gemis geconstateerd wordt. Als je je ineens beseft dat ‘het’ niet meer is als eerder. Dat ‘het’ er niet meer is. En dan wil je ‘het’ tegen elke prijs terug, want om je heen kijkend lijkt iedereen ervan te blaken.
Een periode van ‘doen alsof’ breekt aan, van door op wilskracht, van je in bochten wringen en het blijven posten van mooie plaatjes. Het kost vreselijk veel energie, die je eigenlijk niet hebt. Maar onder de oppervlakte neemt de wanhoop toe en ontstaat een steeds groter gevoel van leegte. Van falen. Van onmacht. De buitenwereld begint het nu ook te merken. Het lontje wordt korter. De kringen onder de ogen dieper. Steeds minder zin dingen te ondernemen. De muggen zijn inmiddels echt zo groot als olifanten.
Als dit te lang duurt, dan brand je op. Dan zit je aan de andere kant van vitaliteit, dan is het vuur gedoofd. In mijn praktijk zie ik hoe ver van huis je kan raken. En de publicaties over het thema doen mij de schrik om het hart slaan. Steeds jonger, steeds zwaardere klachten van emotionele uitputting.
Schaduw We kunnen volgens mij niet over vitaliteit praten, als we de schaduw ervan niet ook onder de loep nemen. Die schaduw verduistert inmiddels de zon en we lijken het niet te willen zien. Zijn we niet massaal opgebrand, omdat we massaal vitaal willen zijn?
Laat het mijn jungiaanse vorming zijn. Geen wit zonder zwart. Geen licht zonder duister. Mijn eigen levenservaring en de vele bekentenissen van mijn cliënten hebben mij doen inzien dat je er niet onderuit komt door het stof te gaan, je pijn en donkerte onder ogen te komen, voordat je weer in het licht kunt staan. En dat voelt dan als een geschenk, als genade, als iets wat je toevalt. Niet direct het resultaat van doel- en resultaatgerichte acties, maar van een geduldig opbouwen van een stijl van leven die intrinsiek zin- en waardevol is.
Het maakt mij nederig en bescheiden in mijn rol. Ik kan naast mijn cliënt staan, een veilige ruimte bieden, het proces van tot bewustzijn komen faciliteren, tijdelijk helpen dragen. Maar na een sessie stapt die ander de wereld weer in en daar moet het toch echt gebeuren. De subtiele veranderingen opmerken, de keuzeruimte ook echt durven benutten, de weerstand voelen van de mensen om je heen als je experimenteert met een andere manier van de dingen doen. Dat vereist moed en veel doorzettingsvermogen.
Barst in het pantser Neem Michael*. Hij kwam bij mij binnen met een ‘goed verhaal’, tot in de puntjes voorbereid, welbespraakt, in control. Alleen zijn doffe ogen lieten iets anders zien. De volgende stap in zijn, tot dan toe, veelbelovende loopbaan, kwam maar niet. Hij deed er vrij laconiek over. Hij was altijd gevraagd voor de volgende stap, slimste jongetje van de klas, lag goed in het team. Geen vuiltje aan de lucht, toch?
Ook over zijn leven in het algemeen had hij niets te klagen. Fijne relatie, ach, er was weleens wat, maar niets wat onoverkomelijk was. Kinderen op de basisschool, een golden retriever in de mand bij de haard. Waarom hij dan een afspraak met mij gemaakt had, vroeg ik hem. Ineens kwamen de woorden niet meer zo makkelijk en leek er een barst in het pantser, een scheur in het masker te ontstaan. De rugpijn die maar niet overging, het gevoel van lusteloosheid in het weekend, een gevoel van afstand tot zijn partner, ja, eigenlijk een gevoel van afstand tot alles om hem heen, alsof hij niet echt aanwezig was in zijn eigen leven.
Hij moffelde dat gevoel weg, schaamde zich ervoor, had toch alles wat zijn hartje begeerde, dus deed hij meer zijn best. Maar het gevoel van afstand bleef, leek zelfs groter te worden. Toen begon het wakker liggen en het piekeren. Hij, die op zijn werk zo geprezen werd om zijn scherpe geest en heldere analytische vermogen, draaide in de nacht dol op onbeantwoordbare vragen.
En toen ging de functie waar hij op had gesolliciteerd naar een ander en kreeg hij een vaag verhaal te horen over competenties die ontwikkeld zouden moeten worden en daarom zat hij nu bij mij. Hij keek er een beetje hulpeloos bij, alsof hij wilde zeggen: als het aan mij lag, zat ik nu ergens anders.
Eerlijk zelfonderzoek Het gebeurt geregeld, dat het verhaal dat iemand vertelt, of de vraag waarmee iemand binnenkomt, de ware nood versluiert. Ik wil best met iemand werken aan het ontwikkelen van competenties, maar doekjes voor het bloeden, die haal je maar bij je vrienden in de kroeg. Ik houd niet van schijnoplossingen, ben geen zachte heelmeester. ik nodig uit tot eerlijk zelfonderzoek.
In de gesprekken die wij vervolgens voerden, kwam Michael tot de ontdekking dat hij al veel langer een gevoel van onbehagen bij zich had. Een gevoel van anders-zijn en er niet bij horen. Heel jong al eigenlijk. Hij pakte de foto’s uit zijn jeugd erbij en deelde beschroomd dat hij had moeten huilen om dat tere ventje, tussen die grote broer en zus. Om de gevoelige, slungelige puber die probeerde zijn moeder aan het lachen te maken, omdat ze altijd zoveel triestheid bij zich had. Om het gevoel tekort te schieten als een ruime voldoende niet genoeg was in de ogen van zijn veeleisende vader. Zoveel pijn te zien bij een cliënt om wat was en niet meer ongedaan gemaakt kan worden, is indrukwekkend. Maar dat het gevoel loskomt, is een ware doorbraak.
In het reine komen met je eigen levensverhaal en gaan zien hoe je keuzen een antwoord zijn geweest op vragen die destijds te groot voor je waren, geeft ruimte voor reflectie. Voor reflectie moet er een afstand ontstaan tussen degene die reflecteert en dat waarop gereflecteerd wordt. Alsof er iets losgeweekt, of zo je wilt, losgewrikt moet worden. Michael zag ineens dat het volgen van het gebaande pad hem veilig had gehouden, het was belangrijk voor hem dat hij het goed deed in de ogen van zijn ouders, hij bezorgde niemand last en speelde op safe. Dat hij als kind van toneelspelen hield en daarbij zijn eigen scripts schreef, was hij bijna vergeten.
Samenvallen Michael had hulp gezocht, het gevoel kwam los, hij rouwde over het verleden en hij verwerkte lastige gevoelens (oh, de woede die hij ook gevoeld had jegens zijn ouders!), er kwam vrede over dat verleden en meer ontspanning in de gesprekken die wij voerden. Herinneringen kwamen los, er ontstond zicht op het eigen verhaal. Zijn denken werd weer leniger, er kwam creativiteit vrij in het oplossen van huis-tuin-en-keukenvraagstukken. De dofheid verdween uit zijn ogen. Hij heeft met dat nieuwe elan een overzicht gemaakt van de waarden waaraan hij zich verbonden voelt. Heeft de moed gevonden zijn verlangens onder woorden te brengen.
Carl Gustav Jung (1875-1961) was een Zwitserse psychiater die door zijn ongebruikelijke methode (hij ging met zijn cliënten in gesprek over de inhoud van hun wanen) het gebied van het onbewuste onderzocht. De analyse van het onbewuste (hij nam ook zichzelf onder handen en dat leverde het prachtige Het Rode Boek op) bracht hem op het idee dat wij een gedeeld collectief onbewuste hebben. Beide verzonken bewustzijnslagen sturen signalen naar de oppervlakte van het bewustzijn, zoals dromen, sterke gevoelens, verstoringen en ander ‘gedoe’, om een aanzet te geven tot helen van de psyche, tot individuatie.
Hoewel de gevoeligheid voor bepaalde triggers bleef, herkende hij ze nu en hij gaf zichzelf de ruimte om niet in zijn standaard gedrag te vervallen. Ook dat zal met het verstrijken van de tijd vanzelfsprekender worden. Michael verloor de zin om aan zijn competenties te werken. Was zelfs opgelucht dat hij niet gekozen was voor de functie. Hij ging de tijd nemen om zich te bezinnen op het vervolg van zijn loopbaan. Met verende stap liep hij mijn praktijk uit. ‘Ik val weer met mezelf samen’, waren zijn woorden van afscheid. Ik bleef gloeiend van blijdschap achter. Zo ziet een vitaal mens eruit!
Jungiaans Wat is nu jungiaans aan deze aanpak? In de eerste plaats de blik van de coach! Het perspectief dat wordt ingenomen, zegt veel over de interventies die volgen. De cliënt moet zich daarbij thuis voelen, vertrouwen voelen. Het is daarom zo belangrijk om aan de start van een traject iets te vertellen over de plek waarvandaan je gezamenlijk vertrekt.
Is dat hocus pocus? Welnee!
De persona, het masker, waarmee de cliënt zich presenteert, is het stuk van zichzelf waar gemak en vertrouwdheid heerst, maar dat aan het schuren of aan het knellen is geraakt. De laag eronder mag aan het woord. En daar wordt het pas echt jungiaans. Want onze bewuste taal is vaak niet bij machte om woorden te geven aan de onderstroom. Beelden zijn dat wel. Dus zoeken we symbolen, metaforen en associaties. Maakt de cliënt tekeningen en verbeeldt hoe het met het innerlijk is gesteld. De analyse van de tekening levert veel bruikbaar materiaal op. Ook de analyse van dromen kan behulpzaam zijn om versluierde boodschappen aan het licht te brengen. Is dat hocus pocus? Welnee! De analyse is tastend en klopt als het klikt bij de cliënt. Dat is voelbaar in het lijf en in de ruimte. Dan is er iets gevonden dat voor de cliënt op een diep niveau als waarheid wordt beleefd. En volgt er vaak een ontlading. Werkelijk, alsof er energie vrijkomt. Jung spreekt over het libido, als levensenergie, zeer verwant aan hoe wij het concept vitaliteit kunnen gebruiken. Alsof de cliënt weer op het eigen spoor geraakt, door een hint uit de binnenwereld. Jung zag dat als het Zelf, of de ziel, die je opriep. Een innerlijke roep tot groei. Dit proces duurt een leven lang en is het streven naar individuatie. ‘Worden wie je bent’, in de zin van het vrijmaken van wat is komen vast te zitten gedurende het leven. Wat in de schaduw terecht is gekomen; (on)bewust onderdrukte delen van onszelf, die niet hoorden, niet mochten en daardoor in een aanpassing aan de buitenwereld uit het zicht zijn geraakt. Al het ‘andere’ en het ‘vreemde’ in onszelf; die als we ons die stukken niet toe-eigenen geprojecteerd worden op de buitenwereld en dan voor veel leed zorgen (ook voor veel plezier overigens, want verliefdheid is ook een sterke projectie!). Zo komt de noodzaak tot verandering vaak door een trigger, of life-event van buiten. Zoals de gemiste promotie van Michael. Als die samenvalt met de roep tot groei van binnenuit, dan heb je een parel in handen. Maar dan moet wel eerst de oester open.
Synchroniciteit Persona, projectie, individuatie, de schaduw, het Zelf, allemaal jungiaans jargon. Ik voeg er nog een aan toe. Synchroniciteit. Het samenvallen van iets van binnen met iets van buiten, dat wij meestal toeval noemen. Het gaat vaak gepaard met een schok van verwondering. In dit kader is het van belang omdat het samenvallen van binnen en buiten, zoals hierboven omschreven, echt een krachtige drive tot verandering geeft. Tot een leven waarin je je niet langer aanpast aan de buitenwereld, maar aan je allereigenste binnenwereld. Zodat je op een vitale wijze in het leven kan staan. Lenig in denken, handelen en voelen, jezelf (je Zelf) volledig centraal stellend en vanuit overvloed delen en verbinden en de wereld dienen.
En weet je waar ik op hoop? Dat als je op die manier in het leven staat duurzame antwoorden vindt op de uitdagingen die een onzekere toekomst met zich meebrengt. En de woestijn zal bloeien als een roos.
* Michael is een gefingeerde cliënt, de hier gepresenteerde gevalsbeschrijving is samengesteld uit een aantal biografische feiten van cliënten. Door voor deze werkwijze te kiezen, hoop ik krachtig mijn verhaal te onderbouwen, zonder de identiteit en integriteit van een cliënt te compromitteren.