10 minute read
Integraal coachen naar veerkracht en stuwkracht
Bas Snippert
Coaches kunnen mensen helpen om hun veerkracht te herstellen en stuwkracht op te bouwen. Bas Snippert doet dit aan de hand van een integraal vitaliteitsprogramma, dat niet alleen individuen, maar ook de hele organisatie een boost kan geven.
In deze tijd staan we voor steeds grotere uitdagingen op sociaal-maatschappelijk, technologisch en ecologisch gebied. Tegelijkertijd staat ons aanpassingsvermogen onder druk, zo blijkt uit de stijgende CBS cijfers voor burnoutklachten, die richting 1 op de 5 gaan. En grote kans dat de coronacrisis dit een flinke zet in de verkeerde richting geeft, al zal dat pas met enige vertraging zichtbaar worden.
Om onze collectieve uitdagingen te overwinnen, zie ik twee essentiële bijdragen die wij als coaches leveren. De eerste is om mensen te helpen hun veerkracht te herstellen. De tweede stap is het helpen opbouwen van wat ik stuwkracht noem, ook bekend als ‘amplitie’. Waar veerkracht gaat over de capaciteit om terug te veren van (dagelijkse) uitdagingen, zie ik stuwkracht als de capaciteit om reserves (hulp- en krachtbronnen) proactief te vergroten. Vanuit hogere reservecapaciteit investeren mensen eerder energie in nieuwe uitdagingen, verkenningen en innovaties.
Deze visie deel ik met mijn collega’s bij het Nederlands Expertisecentrum Vitaliteit (NEV), waar we werkend Nederland helpen naar veerkracht en vitaliteit. In dit artikel deel ik een casus van het NEV waarbij we dit praktisch mogelijk maken voor een een sociaal-maatschappelijke organisatie met internationale academische professionals, van wie hoge prestaties verwacht worden onder aanzienlijke druk. In dit integrale vitaliteitsprogramma werken we met drie basismodellen, gericht op veerkracht en stuwkracht:
• De Zeven Pijlers voor Vitaliteit: dit is onze overkoepelende ‘landkaart’ met de zeven aspecten (of dimensies) van vitaliteit die wij bij het NEV onderscheiden, namelijk Energie, Lichaam, Cognitie, Emotie, Identiteit, Interactie en Tijd.
• De Vitaliteitmeter: dit is ons model voor zelfregulatie, gericht op het herstellen en bestendigen van individuele en collectieve veerkracht.
• De Opwaartse Spiraal van Vitaliteit: dit is ons model voor het opbouwen van individuele en collectieve stuwkracht (amplitie).
De uitgebreidere achtergrond en inhoud van deze modellen beschrijf ik in het boek De Vitaliteitrevolutie (2021). In dit artikel leg ik de focus op de Vitaliteitmeter (zie figuur 1) en hoe ik deze parallel inzet in het coachen van een individuele werknemer met burn-outklachten (Michelle), het coachen van een van de teams in de organisatie en het coachen van het MT.
Veerkracht verbeteren met de Vitaliteitmeter
De Vitaliteitmeter helpt mensen bij het herstellen en verbeteren van hun veerkracht. Wat ik hier schrijf is ook een deel van de ‘psycho-educatie’ die ik meegeef tijdens het vitaliteitprogramma.
De Vitaliteitmeter laat de relatie zien tussen de mate van uitdaging die je ervaart op een bepaald moment – lichamelijk, emotioneel, mentaal, relationeel – en hoe goed je hiermee kunt omgaan, oftewel je ‘prestatie’. Deze relatie tussen uitdaging en prestatie vormt een golvende curve. Die curve ziet er voor verschillende mensen en op verschillende momenten anders uit, door factoren zoals slaap, voeding, levenservaring, omgevingsinvloeden enzovoort. Ondanks deze variaties zijn drie zones in het model en de onderliggende energiesystemen geworteld in onze biologie en daarmee universeel. Dat geeft dus handvatten voor het reflecteren op je eigen veerkracht en vitaliteit. Dit is de essentie per zone:
1 Vitale Zone (sociale betrokkenheidsysteem): in deze zone ben je (sociaal) betrokken en kun je optimaal presteren, omdat je meest adaptieve energiesysteem dominant is. We noemen dit ‘groene’ of ‘duurzame’ energie, waarmee je langdurig kan presteren tijdens je werkdag. Vanuit het onderliggende sociale betrokkenheidsysteem zijn we neurobiologisch geprimed voor nieuwsgierigheid, verkenning en verbinding met jezelf, anderen en de wereld om je heen.
In deze zone zijn we het meest veerkrachtig en vitaal.
2 Risicozone (mobilisatiesysteem): na de ‘drempel’ in het midden van de curve, mobiliseer je hoge niveaus van energie waarmee je kan vechten of vluchten bij gevaar. Deze hoge energie is het meest geschikt voor grove fysieke actie, niet voor verfijnde prestatie. Daarom nemen je prestaties (onbewust) af na de drempel van je curve, ook al voel je veel energie of ‘drukte’ in jezelf. De hoge energie in deze zone komt uit je reserves en is ‘dure’ of ‘geleende’ energie.
Je loopt hier dus risico op chronische (opgestapelde) stress, waarmee je roofbouw pleegt op je reserves. 3 Gevarenzone (immobilisatiesysteem): in deze zone immobiliseer je energie, waardoor je kan bevriezen of bezwijken bij overweldigend gevaar. Het is een ‘handrem’ op je energieniveau, waardoor je in deze zone weinig of geen energie meer hebt om te presteren. Je loopt in deze zone het gevaar dat je opbrandt, ziek wordt en langdurig moet herstellen om weer duurzaam te kunnen presteren.
Laten we kijken naar enkele praktische voorbeelden van de Vitaliteitmeter op drie niveaus (individu, team en organisatie). Ik deel hierbij vooral enkele belangrijke kantelpunten tijdens het traject.
Individuele coaching met de Vitaliteitmeter
Michelle meldt zich na een gesprek met hr voor preventieve coaching, omdat ze klachten ervaart die wijzen op overspannenheid. Na de intake neem ik de Vitaliteitmeter door met Michelle. Ze herkent signalen uit de Risicozone (spanningsklachten), maar ook uit de Gevarenzone (uitputtingsverschijnselen). De herkenning stemt haar hoopvol: ze beseft dat ze niet gek is en dat ‘vreemde’ klachten die ze al een tijd voelt er daadwerkelijk toe doen. Deze erkenning leidt tot enige opluchting, maar raakt haar ook.
Voor Michelle, die nog niet is uitgevallen, ligt een belangrijk kantelpunt direct in het eerste gesprek. Namelijk het leren herkennen van haar ‘drempel’ op de Vitaliteitmeter. De drempel vormt de grens van de Vitaliteitmeter waarbij je van Vitale Zone naar Risicozone verschuift. Michelle beseft dat ze haar drempel helemaal niet kent, waardoor ze vaak ongemerkt dagenlang – en tijdens de coronacrisis soms wekenlang – grotendeels vanuit de Risicozone heeft gewerkt en geleefd.
Met behulp van mindfulness en een reflectieoefening, verken ik samen met Michelle wat de signalen zijn van haar drempel. De allereerste signalen waarbij Michelle uitkomt, zijn een combinatie van haar schouders die lichtelijk omhoog komen, een frons op haar gezicht en hoe ze lichtelijk haar ademhaling schrap zet. Na deze sessie oefent Michelle de herkenning hiervan in de praktijk en ze noteert bijbehorende triggers.
Bij de volgende sessie benoemt Michelle dat ze steeds beter doorkrijgt hoe haar drempel aanvoelt en wanneer ze de eroverheen zit. Ze pauzeert overdag al meer dan voorheen. Daarnaast merkt ze een sterke nieuwsgierigheid – een belangrijke glimp van stuwkracht – naar de patronen van triggers die ze heeft ontdekt. Een daarvan is dat ze voorafgaand aan haar drempel zichzelf van binnen onder druk begint te zetten en zichzelf streng toespreekt. Dat werd voor Michelle het onderwerp van de verdere coaching, waarbij we deze trigger en bijbehorende overtuigingen hebben onderzocht en uiteindelijk opgelost.
Teamcoaching met de Vitaliteitmeter
Ook in de eerste sessie op teamniveau realiseren meerdere teamleden dat zij hun drempel van de Vitaliteitmeter niet goed kennen of overschatten. Enkele teamleden benoemen hierbij dat ze ervaren dat ‘altijd druk zijn’ een deugd is in de organisatie. Anderen herkennen een algehele ‘mobilisatiemodus’ in het team, waardoor ze vaak te lang werken of thuis in gedachten nog op volle toeren doorwerken. Een jonge vader betreurt openlijk hoe hij vanuit deze modus ’s avonds vaak niet écht bij zijn gezin aanwezig is. Tegen het einde van de sessie merk ik een zachtere, verbonden sfeer in het team. Dat zie ik als signaal van het sociale betrokkenheidsysteem dat ‘online’ is bij meer mensen, waardoor het team collectief meer in de Vitale Zone zit.
Het team concludeert dat de organisatiecultuur nadelig werkt op hun herstelvermogen, plezier en zingeving buiten het werk – kortom, juist datgene wat hen veerkrachtig maakt op het werk. Op teamniveau gaan ze daarom oefenen met een checkin tijdens de week- en dagstart. Ik geef ze 3W’s mee om de Vitaliteitmeter hierin te betrekken. Je kunt deze tijdens het lezen gelijk zelf eens uitproberen:
1 Waar zit je in de Vitaliteitmeter (groen, oranje of rood)?
2 Waarom zit je in die zone, denk je?
3 Wat heb je nodig (en van wie) om vandaag in het groen terug te komen of te blijven?
Later in het traject volgt een kantelpunt rondom de derde vraag, waarbij we werken aan de obstakels rondom kwetsbaarheid en het durven uitreiken voor steun of hulp als het even wat minder gaat. Na het traject geven teamleden aan een gedeeld vocabulaire te hebben waarmee ze stress bespreekbaar kunnen maken. Verder steunen ze elkaar onderling meer in hun vitaliteit, door vaker samen te pauzeren, lunchen en wandelen. MT-coaching met de Vitaliteitmeter In integrale vitaliteitprogramma’s van het NEV hebben leidinggevenden en het MT een cruciale rol, vanwege hun (impliciete) rolmodelschap en invloed op beleid. Met het MT reflecteer ik zowel op hun eigen Vitaliteitmeter, als op die van de organisatie als geheel. Het MT erkent ook de heersende ‘mobilisatiecultuur’, waaraan zij – onbedoeld – bekrachtiging geven met hun gedrag. Zo sturen veel leidinggevenden bijvoorbeeld mails in de avonden en in het weekend. Het MT realiseert dat dit en ander gedrag een ongewenste boodschap de organisatie in stuurt, waardoor werknemers moeilijker hun eigen grenzen durven aan te geven wanneer zij hun ‘drempel’ bereiken of hebben overschreden. Het MT maakt afspraken over gezonde grenzen en het inzetten van de Vitaliteitmeter in hun teams.
Zo kan de coach de Vitaliteitmeter dus integraal inzetten om een hele organisatie te helpen naar meer veerkracht. Maar, zoals gezegd, veerkracht is slechts het begin. Vervolgens gaan we bouwen aan de stuwkracht in de organisatie, waarvan ik afsluitend een voorproefje zal geven.
Stuwkracht ontketenen met de Opwaartse Spiraal
In figuur 1 valt te zien dat we aan de linkerkant van de Vitaliteitmeter toegang krijgen tot de Opwaartse Spiraal. In figuur 2 staan de vier stappen (H.E.A.L.) waarmee de Opwaartse Spiraal daadwerkelijk wordt geactiveerd.
De Opwaartse Spiraal begint door nieuwsgierig te worden naar signalen van plezierige en positieve aspecten in onszelf of in de omgeving (inclusief andere mensen). Dit leidt ons naar (latente) hulpbronnen in ons (werk)leven. Pas wanneer we deze hulpbronnen ook daadwerkelijk ervaren, worden ze duurzaam geïntegreerd. Dat betekent dat we in contact moeten kunnen komen met de lichamelijke en gevoelsmatige beleving van een hulpbron. Het leren ervaren en belichamen van hulpbronnen is dan ook een belangrijke taak van coaching gericht op stuwkracht. Laten we dit afsluitend eens uitproberen:
1 Herken: Verbreed je aandacht, door je ogen eens nieuwsgierig te laten kijken waar ze willen kijken in de omgeving. Waar gaan je ogen spontaan heen? Kijk of ze vanzelf landen op iets dat ze prettig of plezierig vinden om naar te kijken.
Figuur 2 De Opwaartse Spiraal van Vitaliteit
2 Ervaar: Zodra je iets gevonden hebt: wat ervaar je hierbij in je lichaam? Is er in je lijf een plek die ook prettig voelt?
En wat voel je daar? Ontspanning, warmte, ruimte, iets anders? Neem enkele momenten om het te ervaren.
3 Absorbeer: Wat merk je in je algehele gevoel? Voel je iets plezierigs? Iets in de richting van meer welzijn? Neem een moment om je algehele gevoel op te sporen en te benoemen.
4 Link: Link je innerlijke ervaring terug naar de omgeving.
Hoe ziet vanuit deze innerlijke staat de wereld om je heen eruit? Merk je een (kleine) verandering in je waarneming van de omgeving? Wat valt je op in de omgeving? Je kan aansluitend de oefening nog één of twee keer herhalen.
Samen meebouwen
Onze perceptie van de wereld transformeert zodra we onze innerlijke veerkracht en stuwkracht ervaren. We zien de wereld immers niet zoals deze is, maar zoals wij zelf zijn. Vanuit de Vitale Zone in de Vitaliteitmeter staren we ons niet blind op problematische of negatieve aspecten van de wereld om ons heen. In plaats daarvan kijken we met een bredere en nieuwsgierige oriëntatie, waarmee we missende hulpbronnen identificeren en integreren. Hoe vaker we dat herhalen, hoe meer momentum onze Opwaartse Spiraal krijgt en hoe sterker onze innerlijke stuwkracht wordt.
Voor onze grootste uitdagingen is de hulpbron die we missen meestal onze medemens. Als coach vullen wij aanvankelijk deze missende hulpbron voor de mensen die wij helpen. En zodra zij zelf weer veerkrachtig en vitaal verder kunnen, zullen zij zelf óók weer een hulpbron worden voor anderen zijn. Daarmee geloof ik dat wij als coaches, direct en indirect, samen dagelijks meebouwen aan een collectieve Opwaartse Spiraal van Vitaliteit, die de stuwkracht kan leveren om onze collectieve uitdagingen te overstijgen.