10 minute read
De gelaagdheid van schaamte
Marijke van Dusseldorp
Schaamte is een contactemotie en daarmee een onderdeel van ieders leven, ook al schamen we ons soms dood. Schaamte is er in vele gedaantes. Soms voelen we de schaamte heel bewust, soms sijpelt ze onbewust door situaties heen. Vaak is schaamte voelen heel gezond, dat helpt ons om ons aan te passen aan onze omgeving. Niet alle soorten schaamte zijn hetzelfde, zo laat Marijke van Dusseldorp in haar bijdrage zien.
We hebben het allemaal nodig om ergens bij te horen en door schaamte leren we wat wel en niet gepast is. Schaamte gaat ook over de grens tussen ‘jezelf zijn’ versus ‘rekening houden met de ander’. Moet je je schamen voor jezelf of mag je zijn wie je bent? En durf je daarvoor uit te komen, je kwetsbaarheid te tonen? De heftigste vorm van schaamte is schaamte waardoor we onze plek niet innemen. Deze schaamte is ondermijnend en waarschijnlijk de meest lastige om te herkennen en erkennen.
Reactiemechanismen bij schaamte
In onderstaande voorbeelden maak ik onderscheid tussen gezonde schaamte, kwetsbare schaamte en ondermijnende schaamte. In de drie situaties zijn drie mechanismen herkenbaar die Brené Brown onderscheidt in het ervaren van schaamte:
1 van anderen af: we zwijgen, trekken ons terug; 2 naar anderen toe: concessies doen, de ander plezieren, je voegen;
3 tegen anderen in: macht grijpen, agressief worden, hatelijk doen. Hoe kan je met deze vormen van schaamte omgaan en wat levert dat op?
Gezonde schaamte
‘Schaam je’! Hoe vaak hoorde ik dat niet als kind. Als ik iets ongepast zei, als ik door het gesprek van volwassenen heen zeurde om aandacht, als ik als puber een kapotte spijkerbroek aandeed naar de verjaardag van mijn tante. Door schaamte leren we wat in onze sociale groep wel en niet geaccepteerd wordt. Het is een ‘ijkmechanisme’. Gezonde schaamte is ook het gevoel dat je wel door de grond kan zakken. Ik herinner me een leuk acquisitiegesprek met een potentiële opdrachtgever. Na onze ontmoeting stuur ik per mail wat informatie. Meteen nadat ik op de verzendknop druk, ontdek ik dat ik een verkeerde voornaam heb gebruikt. Ik schaam me dood, stuur er meteen een mail met mijn excuses achteraan. Maar er komt geen mail meer terug en ik durf haar niet meer te bellen. Doordat ik me terugtrok, heb ik haar reactie dus nooit kunnen peilen. De reden dat ik dit voorval nog zo goed weet, is denk ik het feit dat ik het verzweeg. Ik sprak er met niemand over. Pas later leerde ik dat juist het delen van schaamtegevoelens helend werkt. Dat maakt je weer tot een gewoon feilbaar mens. Tot mijn grote opluchting blijkt dan vaak dat de toehoorder ook weleens blundert op zijn werk!
– brené brown
Kwetsbare schaamte
Het was de eerste sessie met een nieuwe cliënt. Op een gegeven moment nodig ik haar uit om contact te maken met haar lijf. Ik wil een focusoefening met haar doen, een techniek die ik kortgeleden heb geleerd. Ze kijkt me wat verbaasd aan, ik zie dat ik haar ermee overval. Ze volgt mijn aanwijzingen op, sluit haar ogen, maar het voelen van haar lijf lukt niet. Even later onderbreekt ze zelf de oefening en gaan we weer ‘gewoon’ pratend verder. Na de sessie schaam ik me voor mijn onbeholpenheid. Hoe klungelig van mij dat ik mijn client niet beter begeleid bij zo’n oefening, wat dom dat ik kennelijk niet goed inschat of dit nu een passende oefening is. En bovenal wat onprofessioneel dat ik niet ter plekke benoem hoe ongemakkelijk dit moment voelt voor haar én voor mij. Mijn reactie in het moment was dus dat ik me ging voegen, ik ging mee in het praten. Ik schaamde me voor mijn onprofessionele gedrag. Deze schaamte maakt dat ik aan mezelf ga twijfelen. Als ik zelfs een eerste sessie niet eens goed kan laten verlopen? Waar ik me in het voorbeeld van de gezonde schaamte vooral schaamde voor mijn domme actie, schaam ik me nu voor mezelf als coach. Deze schaamte zat me dicht op de huid. Na een paar dagen ontvang ik haar reflectieverslag. Soms blijkt iets waar ikzelf ontevreden over was bij de ander toch goed te hebben gewerkt, maar nu wordt mijn angst bewaarheid. Ze schrijft dat ze zich overvallen voelde door de focusoefening en het lastig vond dat ze niks voelde. Dit verslag komt hard binnen. Het raakt me op een kwetsbaar punt: geen fouten willen maken, het perfect willen doen. Ik schaam me voor mijn imperfectie. Dat is interessant, want juist iets perfect willen doen is een manier om te voorkomen dat ik me moet schamen! Het is een vorm van zelfbescherming, een manier om niet kwetsbaar te hoeven zijn. Hoe nu verder?
– brené brown
Ik heb inmiddels de ervaring dat praten over je schaamte met mensen die je vertrouwt, helend werkt. Maar deze keer is dat niet genoeg. Omdat ik me kwetsbaar voel als coach heb ik het nodig om het ook in mijn intervisiegroep te bespreken. Samen pellen we de laagjes af: wat raakt mij zo, welke boodschappen vertel ik mezelf, wat zegt dit over mij? Betekent dit incident echt dat ik als coach (misschien zelfs als mens) tekortschiet? Tijdens de eerstvolgende sessie met deze client vertel ik haar wat het incident met de focusoefening bij mij heeft losgemaakt. Dit blijkt zeer vruchtbaar, zowel voor ons contact als voor haarzelf. Mijn ‘fout’ en schaamte waren voor haar heel herkenbaar. De kracht van kwetsbaarheid toonde zich.
Ondermijnende schaamte
Een introverte technisch ingenieur meldt zich voor een coachtraject. Hij loopt het risico dat zijn contract niet wordt verlengd als hij niet wat meer van zich laat horen. Als ik bij de start van de derde sessie vraag of hij een ervaring heeft die hij wil bespreken, geeft hij geen antwoord. Hij schuift ongemakkelijk op zijn stoel heen en weer.
‘Wat gebeurt er nu?’ vraag ik hem nadat het een tijdje stil is geweest. ‘Ik kan geen ervaring vinden die goed genoeg is om in te brengen’, zegt hij. ‘Heb je dat vaker?’ ‘Ja, dat is wat er telkens gebeurt als iemand mij wat vraagt of iets van me wil. Er gaat van alles door mijn hoofd maar niets vind ik goed genoeg, dus zeg ik maar niks.’ ‘Dus wat er nu gebeurt is precies zoals het op je werk gaat?’
Dat beaamt hij. Als ik vraag hoe hij zich nu voelt, zegt hij dat hij zich schaamt. Ik vraag hem of dat gevoel van schaamte bekend voor hem is. Ja, dit kent hij heel goed en ook al heel lang. Hij begint te vertellen. Over zijn vader die door ziekte altijd thuis was, niet in staat om voor een goed gezinsinkomen te zorgen. Over zijn buurt die veel slechter was dan die van zijn vriendjes. Nooit nam hij ze mee naar zijn huis uit schaamte voor zijn thuissituatie.
Als je je schaamt voor je vader en/of je moeder, dan wijs je hen af. Als je je eigen vader of moeder afwijst, dan wijs je in wezen jezelf af. Want je bent 50% je vader en 50% je moeder. Door een oordeel te hebben over je ouders ga je als kind van je plek af. Els van Steijn noemt dat beeldend: je stijgt op in de fontein. Je bent daardoor niet in staat te ontvangen, want alles wat je ouders je kunnen geven, kun je alleen ontvangen als je in de fontein in de bak onder die van je ouders staat. Als je niet op je eigen plek staat, is het moeilijk voor jou om het jezelf goed te laten gaan. Als je oordelend bent naar (een van) je ouders, sta je in de bak boven die van hen, dus in de bak van je grootouders. Het gevolg is dat je dan vaak ook oordelend bent naar jezelf. Je stelt hoge (wellicht onrealistische) eisen aan je eigen prestaties.
Bij deze client is zijn schaamte verbonden met schaamte uit zijn kindertijd. Als kind was zijn reactie zowel terugtrekken – geen vriendjes mee naar huis – als hatelijk ( ‘ik haatte mijn vader erom’). In het heden speelt deze schaamte een rol doordat hij zich nu schaamt voor zichzelf. Waar vroeger zijn vader in zijn ogen niet goed genoeg was, vindt hij nu zichzelf niet goed genoeg. Deze schaamte ondermijnt zijn huidige functioneren. Hier is het delen van het schaamtegevoel niet voldoende, al is het vertellen van je verhaal wel het begin van heling. Een volgende stap die hier nodig is, is dat je afdaalt in de fontein. Dat je je ouders (figuurlijk en/of letterlijk) bedankt voor alles wat ze je gegeven hebben, ook als ze in jouw ogen op allerlei fronten tekortschoten. Voor alles wat je niet gekregen hebt, kun je nu zelf zorgen. Het afdalen is niet iets wat je zomaar even doet. Het vergt tijd en je continu bewust zijn van je eigen opstelling (als ik dit nu zeg of doe, in welke bak van de fontein sta ik dan?). Het vergt ook het toelaten van de oude pijn. Het doen van een systemische interventie kan effectief zijn. Mijn cliënt neemt op het werk inmiddels steeds beter zijn plek in en heeft uitzicht op verlenging van zijn contract.
Afsluitend
Gezonde schaamte is een fenomeen dat ons helpt ons aan bepaalde regels te houden die belangrijk zijn om bij de groep te horen, ergens thuis te zijn. Kwetsbare schaamte kan helpen onszelf beter te leren kennen en ons te laten kennen. We realiseren ons dat er grenzen zijn aan de mate van aanpassing. Om het gevoel te hebben er echt bij te horen is het van belang dat je jezelf kunt zijn, met al je goede en minder mooie kanten.
Ondermijnende schaamte verhindert ons het eigen leven ten volle te leven. Hier is het van belang om bewust te worden van onderliggende patronen uit het verleden, van oude ‘kind pijnen’. Als je als volwassene je eigen pijn en rouw aankijkt ben je in staat verder te gaan. Je kunt beter voor jezelf zorgen en je eigen keuzes te maken. Voor alle soorten schaamte geldt dat je schaamtebestendiger wordt als je werkt aan het vergroten van je eigenwaarde. Dat doe je door compassie te hebben met jezelf, je prestaties te beoordelen op basis van je eigen waarden, en door autonoom te zijn. Theoretisch gezien ligt bij autonomie het gevaar op de loer dat je hierin doorschiet en je nergens meer iets van aantrekt. Maar als ons schaamtegevoel zijn gezonde werk doet, dan zullen we feilloos aanvoelen waar de grens ligt tussen je in verbondenheid autonoom opstellen en schaamteloosheid. En mocht je beticht worden van schaamteloosheid, grote kans dat je je dan dood schaamt!
Inspiratiebronnen
• Brene Brown (2021). De moed van imperfectie. Amsterdam: Lev.
• Els van Steijn (2016). De fontein, vind je plek. Grip op je leven door inzicht in je familiesysteem. Nijmegen: Noorderlicht.
Marijke van Dusseldorp ondersteunt introverte mensen bij hun persoonlijke ontwikkeling en het vergroten van hun persoonlijke effectiviteit. Voordat ze in 2011 haar bedrijf Mimicri training oprichtte, werkte ze als docent en onderzoeker bij universiteiten en als teamleider bij TNO.