Markus Appenzeller_Main paths and Side paths

Page 1

Hoofdweg en Zijwegen

Main path and Side paths

Markus Appenzeller

Markus Appenzeller

Academie van Bouwkunst Amsterdam

Amsterdam Academy of Architecture


Hauptweg und Nebenwege, een schilderij van Klee dat mij steeds opnieuw inspireert.

Hauptweg und Nebenwege, a painting by Paul Klee that inspires me again and again.


Hoofdweg en Zijwegen

Main path and Side paths

Dames en heren,

Ladies and gentlemen,

Here I stand now as head of the Urbanism department of the Amsterdam Academy of Architecture. But what is that: head of Urbanism? Head means responsibility and a degree of control. But Urbanism? What is that? I am asked this question quite often. Given the fact that I am now head of Urbanism, I am supposed to know, I guess. And since this Academy is supposed to educate urbanists, it is not the least important of all questions.

Ik sta hier nu als hoofd van de afdeling Stedenbouw van de Academie van Bouwkunst Amsterdam. Maar wat betekent dat: hoofd van Stedenbouw? Een hoofd draagt verantwoordelijkheid en heeft een bepaalde mate van controle. Maar stedenbouw? Wat is dat? Mij wordt deze vraag vrij vaak gesteld. Gezien het feit dat ik nu hoofd Stedenbouw ben, word ik vermoedelijk geacht het antwoord te weten. En omdat deze Academie wordt geacht stedenbouwkundigen op te leiden, is het geen onbelangrijke vraag.

Finding out what urbanism is, is easier said than done, I have to admit. If you ask an architect what architecture is, he would probably refer to a building as the central element of what that spatial discipline is about. And a landscape architect could find a definition that will most likely involve flora and fauna. But an urbanist? What actually is urbanism? We can’t even translate it properly. Urbanism is translated into Dutch as stedenbouw. But urban design is also stedenbouw and urban planning as well. And even if we go beyond the urban scale, everyone would acknowledge that regional planning also contains an element of urbanism. In the absence of a satisfying definition and clarity, I started to pursue the answer. It became a highly subjective, yet hopefully revealing, journey into the question of why I would call myself an urbanist. I gave it the title Main path and Side paths.

Uitvinden wat stedenbouw is, is gemakkelijker gezegd dan gedaan, moet ik toegeven. Als je een architect vraagt wat architectuur is, dan verwijst hij waarschijnlijk naar een gebouw als het centrale onderwerp van die ruimtelijke discipline. En een landschapsarchitect zou een definitie kunnen formuleren waarin planten en dieren ter sprake komen. Maar een stedenbouwkundige? Wat is stedenbouw? Een vergelijking met de Engelse taal geeft een indruk van de begripsverwarring. Engelse vertalingen van stedenbouw zijn zowel urbanism als urban design, maar urban design omvat behalve stedenbouw ook stadsplanning. En zelfs als we de stedelijke schaal verlaten, dan is iedereen het ermee eens dat ook planologie een element van stedenbouw omvat. Aangezien een bevredigende, duidelijke definitie ontbreekt, ging ik zelf op zoek naar het antwoord. Het werd een hoogst subjectieve, maar hopelijk onthullende zoektocht naar een antwoord op de vraag waarom ik mezelf een stedenbouwkundige zou noemen. Ik heb de tocht de titel Hoofdweg en Zijwegen gegeven.

This title refers to the painting Hauptweg und Nebenwege by Swiss painter Paul Klee. The picture with its horizontal parallel lines and diagonals establishes a pattern that could be interpreted in many different ways: as a perspective view of a street grid in a landscape or city, as a depiction of order and disorder or as the graphic representation of different paths meeting and crossing each other. For the purpose of my investigation, I want to use the latter, trying to define how main paths and side paths crossed during my formation as an urbanist.1

De titel verwijst naar het schilderij Hauptweg und Nebenwege van de Zwitserse schilder Paul Klee. Het beeld met zijn horizontale, parallelle lijnen en diagonalen bestaat uit een patroon dat op veel verschillende manieren geïnterpreteerd kan worden: als een perspectivisch beeld van een stratenpatroon in een landschap of stad, als een verbeelding van orde en wanorde, of als de grafische weergave van verschillende wegen die elkaar ontmoeten en kruisen. Voor het doel van mijn onderzoek wil ik de laatste interpretatie gebruiken, als beeld voor de manier waarop hoofdwegen en bijwegen elkaar gedurende mijn formatieve jaren als stedenbouwkundige kruisten.1

1

Hauptweg und Nebenwege is een van de bekendste werken van de Zwitserse schilder Paul Klee. Het schilderij, dat ontstond in 1929, hangt tegenwoordig in het Museum Ludwig in de Duitse stad Keulen. Klee maakte het na zijn tweede reis naar Egypte. Het werk wordt alom geprezen vanwege zijn kleurrijke weergave van het karakter van het Zuiden. Gezien het feit dat het werd geschilderd gedurende een diepe economische crisis, worden de positieve sfeer en het optimisme gezien als een tegenwicht voor het dagelijkse leven in die tijd.

1

3

Hauptweg und Nebenwege is one of the most well-known paintings of Swiss painter Paul Klee. It was painted in 1929 and currently can be found in Museum Ludwig, Cologne, Germany. Klee created the painting, following his second trip to Egypt. The painting is widely praised for its colourful representation of the spirit of the South. Given that is was painted during the ‘big depression’, its positive mood and optimism is seen as a counterpoint to daily life of those days.


Vrouwe Justitia: mijn metgezellin in de tijd voordat ik stedenbouwkundige en architect werd.

Lady Justice: my companion in the time before I became an urbanist and architect.


Hoofdweg

Main path

I am not an urbanist in my dna. In fact, I didn’t become one until I turned 25. My main path until that age was leading in a wholly different direction. I was trained in banking and studied law.2 But it did not give me the pleasure I had hoped for. Now, you might ask how law and pleasure can be mentioned in one sentence. Believe me: I have known people that can. Instead, I discovered that I was much more interested in architecture. Not so much in the buildings alone, but in what their impact was and how architecture was made. What kept me away was that I somehow could not picture myself as one of these guys wearing black velvet suits, strange glasses and appearing in the newspaper every other day complaining about other architects’ buildings.

Stedenbouw zit niet in mijn dna. Sterker nog: ik werd pas een stedenbouwkundige toen ik 25 werd. Tot die leeftijd leidde mijn hoofdweg in een geheel andere richting. Ik werd opgeleid in de bankierswereld en studeerde rechten.2 Maar dit gaf niet het plezier waarop ik had gehoopt. Je zou je kunnen afvragen hoe rechten en plezier in één zin kunnen worden genoemd. Geloof me: ik ken mensen die dat kunnen. Maar ik ontdekte dat ik veel meer geïnteresseerd was in architectuur. Niet zozeer in de gebouwen op zichzelf, maar in hun impact en hoe architectuur werd gemaakt. Wat me weerhield, was het feit dat ik mezelf moeilijk kon voorstellen als een van die mannen die zwarte velours pakken dragen, rare brillen op hun neus hebben en om de dag in de krant verschijnen om te klagen over de gebouwen van andere architecten.

2 Justitia was de personificatie van gerechtigheid in het Romeinse rijk. Justitia, de godin van gerechtigheid, kreeg haar eerste tempel in het jaar 13 na Christus. Justitia wordt voorgesteld als een vrouwelijke figuur met een weegschaal. Die weegschaal dateert uit het oude Egypte, waar de goden Isis en Maat een soortgelijke rol in de mythologie hadden en altijd met weegschalen werden afgebeeld.

2 Justitia originates from the personification of justice in the Roman Empire. Justitia, the goddess of justice was first given its own temple in year 13 ce. Justitia is depicted as a female figure with scales. Those scales date back to ancient Egypt, where the gods Isis and Maat who had a similar role in mythology were always shown with scales.

5


De Otl Aicher collectie en het ijsraamwerk: twee kennismakingen op mijn eerste werkdag als architect.

The Otl Aicher collection and the ice gibbet: two encounters on my first working day as an architect.


Zijwegen

Side paths

Abandoning my study more than halfway through was a big step and I did not want to risk being wrong. Therefore, I decided to do an internship first. My first working day started at 7:30 in the morning and ended well after midnight. No, it wasn’t a competition and also not a sweatshop-like place where young talent was exploited cheaply. It was a journey deep into German post-war modernism and beer. It was in Germany after all. My boss back then – the guy with the strange glasses and the velvet suit that appeared in the local newspapers every other day complaining about other architects’ building – took me on a research trip for an actual project. On the way, he felt he needed to show me some of his favourite buildings. This took us to Ulm, where we had a look at the Hochschule für Gestaltung Ulm (Ulm School of Design), which was highly influential in post-war German design and architecture.3 Otl Aicher, probably the most influential German graphic designer in the second half of the 20th century, was teaching there.4 And since Aicher’s house Rotismuehle was not far away, he thought I had to see that as well. Our final destination however was one of the last breweries to use natural ice for cooling. It is made in winter with an ‘ice gibbet’: a wooden grid over which water is drizzling, creating massive blocks of ice.5 My boss used this as a reference for a fountain on a square elsewhere, to hint at the history of the place. The owner of the brewery found that idea a bit weird, I guess, and kept insisting we should try his beer rather than staring at generic piles of wood. We obeyed.

Halverwege stoppen met mijn studie was een grote stap en ik wilde geen verkeerde beslissing nemen. Daarom besloot ik eerst stage te lopen. Mijn eerste werkdag begon om 7:30 ’s ochtends en eindigde ruim na middernacht. Nee, ik werkte niet aan een prijsvraag en het was ook niet een van die plekken waar jong talent goedkoop wordt uitgebuit. Het was een ontdekkingstocht naar Duits naoorlogs modernisme en bier. Het was tenslotte in Duitsland. Mijn toenmalige baas – zo’n man die zwarte velours pakken draagt, een rare bril op zijn neus heeft en om de dag in de krant verschijnt om te klagen over de gebouwen van andere architecten – nam me mee op een inspiratietripje voor een nog te bouwen project. Onderweg voelde hij de behoefte om mij enkele van zijn favoriete gebouwen te laten zien. We reden naar Ulm waar we de Hochschule für Gestaltung bekeken, een gebouw met een zeer grote invloed op naoorlogs Duits design en architectuur.3 Otl Aicher, waarschijnlijk de meest invloedrijke Duitse grafisch ontwerper in de tweede helft van de 20 ste eeuw, gaf daar les.4 En omdat Aichers huis Rotismuehle niet ver weg was, vond hij dat we dat ook moesten bekijken. Onze laatste bestemming was een van de laatste brouwerijen die natuurijs gebruiken voor koeling. Het wordt in de winter gemaakt met een houten raamwerk waarover water druppelt, zodat langzaam een enorm blok ijs ontstaat.5 Mijn baas gebruikte dit als referentie voor een fontein op een plein ergens anders, in een verwijzing naar de geschiedenis van de plek. De eigenaar van de brouwerij vond dat idee een beetje vreemd, vermoedde ik, en hij stond erop dat we zijn bier zouden proeven, in plaats van de hele tijd te staren naar willekeurige stapels hout. We gehoorzaamden hem.

3 De Ulm School of Design werd opgericht in 1953 door Inge Aicher-Scholl, Otl Aicher en Max Bill, een voormalige Bauhausstudent en eerste directeur van de school. De ontwerpopleiding, die in de naoorlogse periode vast hield aan de filosofie van het Bauhaus, werd alom gezien als zeer invloedrijk en verrichtte pionierswerk met semiotiek – de betekenis van symbolen en tekens als onderdeel van communicatie. Na conflicten en vele veranderingen werd de school uiteindelijk gesloten in 1968. De nagedachtenis leeft voort in ontwerpen voor vele dagelijkse gebruiksvoorwerpen, zoals de productenlijn van Braun, die in de jaren vijftig een samenwerking met de school aanging, wat leidde tot de herken­bare producten van dit bedrijf. 4 Otl Aicher was een van de invloedrijkste productontwerpers uit de twintigste eeuw. Hij was niet alleen docent aan de Ulm School of Design, maar werkte ook veel voor commerciële opdrachtgevers. Hij ontwierp bijvoorbeeld de identiteit van Lufthansa zoals die vandaag de dag nog bestaat. Hij was verantwoordelijk voor de identiteit van de Olympische Spelen in München in 1972 en

verrichtte pionierswerk met de bijbehorende pictogrammen. Hij werkte voor bijvoorbeeld keukenproducent Bulthaup en voor de luchthaven van München. Rotis, het lettertype dat hij ontwierp, is nog steeds in gebruik, onder andere als standaard lettertype van het architectenbureau Foster and Partners. Aicher publiceerde daarnaast vele boeken, waarin hij zijn ontwerpfilosofie en wereldbeschouwing beschreef. De ‘Rotismühle’ (een graanmolen in het dorp Rotis in de uitlopers van de Swabische Alpen, de hooglanden in Zuid-Duitsland) was Aicher’s huis van 1972 tot zijn dood in 1991. Een onderdeel van het complex is Aicher’s zelfontworpen studio. Deze fungeert tegenwoordig als vakantiehuis en evenementenruimte.

3 The Ulm School of Design was founded in 1953 by Inge Aicher-Scholl, Otl Aicher and Max Bill, a former Bauhaus student and first director of the school. Extending Bauhaus thinking into the post-war period, it was widely seen as the most influential design school, pioneering semiotics – the meaning of symbols and signs as part of communication. After conflicts and numerous changes in the school, it was finally closed in 1968. Its legacy lives on in design for daily use, such as the product line of Braun, who entered into a collaboration with the school in the 1950s, which subsequently lead to the distinctive product design of the company.

5 Deze raamwerken waren in gebruik toen koelkasten nog niet bestonden. De houten of stalen constructies werden gebruikt om zogeheten ijsstaven te maken: ijspegels die gemakkelijk konden worden getransporteerd. Het gebruik van de raamwerken zorgde ervoor dat de kwaliteit en dichtheid van het ijs konden worden gecontroleerd door de sterkte van de waterstraaltjes aan te passen, afhankelijk van de temperatuur.

4 Otl Aicher was one of the most influential graphic designers of the 20th century. In addition to teaching at the Ulm School of Design, he did extensive work for commercial clients. He defined the graphic identity of Lufthansa as it exists today. He was responsible for the graphics of the 1972 Olympic Games in Munich and

7

pioneered its famous pictograms. He worked for companies such as kitchen maker Bulthaup and Munich airport. Rotis, the font he designed still is widely used. For example, as the typeface of choice of architectural practice Foster and Partners. Next to his work, Aicher published numerous books, describing his design philosophy and his perception of the world. Located in the foothills of the Swabian Alb, the highlands in the south of Germany, the ‘Rotismühle’ (grain mill in the village Rotis) was Aicher’s home from 1972 until his death in 1991. Part of the group of buildings is Aicher’s self-designed workspace. Today, it serves as holiday home and event space. 5 Ice gibbets were used in times when refrigerators did not exist yet. The wooden or steel structures were used to create so called ‘ice sticks’: icicles that could easily be transported. Using the ice gibbets allowed controlling the quality and density of the ice by adjusting water drizzles depending on temperatures.


Het nonnenklooster: mijn eerste project als architect.

The Nunnery: my first project as an architect.

Stedenbouw als een abstractie van verschillende soorten architectuur. Het is de abstractie van stedenbouwkunde die me het meest fascineert.

Urbanism as an abstraction of multiple architectures. It’s the abstraction that fascinates me in urbanism.


De tweede dag was minstens zo interessant, omdat mijn baas mij spontaan (en volgens mij in een daad van waanzin) de verantwoordelijkheid gaf voor de renovatie van een monumentale, middeleeuwse abdij, een nonnenklooster dat nu dienst doet als cultureel centrum.6 Ik leerde al doende, en blunderend, van de vaardige vaklui op de bouwplaats. Meestal door hen te vragen wat ze zouden doen om een bepaald probleem op te lossen. Ik weet niet zeker of ze me zagen als een complete amateur of dat ze blij waren dat ze voor het eerst van doen hadden met een architect die oprecht geïnteresseerd was in hun vaardigheden. Leren gaat niet alleen om het verwerven van kennis op een doelgerichte manier. Toevallige, onvoorbereide ontmoetingen zijn net zo belangrijk.

The second day was no less interesting, since my boss spontaneously (and I assume in an act of madness) put me in charge of monitoring the regeneration of a listed medieval monastery, the Nunnery that now serves as a cultural centre.6 I learned on the job, from the skilled craftsmen on the site, blundering my way through, usually by asking them what they would do to solve a problem. I am not sure whether they thought I was a complete amateur or felt pleased that they were dealing with an architect that was genuinely interested in their skills for the first time. Learning is not only about gaining knowledge in a targeted way, but accidental, unprepared encounters are important as well.

Hoofdweg

I went to study in Stuttgart and later on in Chicago. At the time, urbanism was not so sexy. In fact, the heads of Urbanism departments at universities belonged to the most boring breed that existed: ‘planologists’ and architects incapable of designing, let alone inspiring. Nevertheless, what they were dealing with looked very interesting and appealing to me. Their reach and the degree of influence they have on the life of a big number of people is infinitely larger than that of an architect and the level of abstraction looked attractive to me.7

Main path

Ik ging studeren in Stuttgart en later in Chicago. In die tijd was stedenbouw niet zo sexy. Sterker nog: de hoofden van stedenbouwkundige afdelingen op universiteiten behoorden tot de saaiste soort die bestond: planologen en architecten die niet in staat waren om te ontwerpen, laat staan inspireren. Niettemin leken de onderwerpen waarmee zij zich bezig hielden mij wel heel interessant en aantrekkelijk. Hun reikwijdte en de invloed die ze hebben op de levens van grote aantallen mensen is veel groter dan die van een architect en ook de mate van abstractie leek mij aantrekkelijk.7

6 De geschiedenis van het Franciscaner nonnenklooster in de kleine stad Horb am Neckar, in het zuidwesten van Duitsland, gaat terug tot 1262. Het gebouw staat dicht bij het kasteel en de grote kerk, en werd zeer vaak verbouwd als gevolg van brand, veranderingen in de abdij en het toe- en afnemende belang van het nonnenklooster. Het klooster dient als woongebouw sinds het begin van de vorige eeuw en was in de jaren negentig zo in verval geraakt dat het moest worden leeggeruimd en dat constructieve maatregelen moesten worden genomen om ineenstorting te voorkomen. Kort daarna vormde een groep stadsbewoners een stichting die tot opdracht had het klooster te renoveren en een openbare functie te geven. De

verbouwing duurde vijf jaar en werd afgerond in 1998. Nu fungeert het als cultureel centrum. Het gebouw ontving de jaarlijks toegekende Duitse erfgoedprijs in 1999.

6 The Franciscan nunnery in the south-western German small town of Horb am Neckar has a long history dating back to 1262. Always in close proximity to the city’s castle and main church, the building saw numerous changes triggered by fires, changes in the convent and the increasing or decreasing role of the nunnery. Serving as a residential building since the beginning of the century, by the 1990s the building was in such a dilapidated state that it had to be cleared and structural measures had to be taken to prevent its collapse. Shortly thereafter, a group of local citizens founded a society tasked to renovate the monastery and giving it a

7 Stedelijke planning is het indirect ontwerpen van feiten op het maaiveld. De stedelijke planner en ontwerper heeft niet de middelen om een bepaalde plek direct te beïnvloeden. In plaats daarvan gebruikt hij of zij een regelgevend kader – een abstracte set regels die betrekking heeft op een groot aantal gevallen, net zoals een wetgevend kader dat doet in het burgerlijk wetboek. Dit leid tot de relatief abstracte onderwerpen waar de stedenbouwkundige mee te maken heeft.

9

public function. The renovation which took about five years was completed in 1998 and the building today serves as cultural centre. The building received the annually awarded German heritage prize in 1999. 7 Urban planning is indirectly designing facts on the ground. The urban planner and designer does not have the tools that directly influence a particular place. Instead, he or she uses a regulatory framework – an abstract set of rules that applies to a multiplicity of cases very much like a legal regulation in civil code does. This leads to a relatively abstract matter, which the urbanist is dealing with.


Een stedelijke vraagstelling heeft altijd verschillende antwoorden. Complexiteit en een groot aantal keuzes maken plekken divers en uniek.

There are always multiple answers to an urban problem. Complexity and a multiplicity of choices make places diverse and distinct.


Zijwegen

In de zomer van 1997 bezocht ik twee heel verschillende plaatsen: Aigues-Mortes8 in de Franse Camargue en Venetië9 in Italië. Beide beleefden hun bloeitijd in de 13de en 14 de eeuw, maar zijn heel anders. Beide werden planmatig gebouwd, zwaar versterkt en gevormd door de krachten die ze het hoofd moesten bieden: de krachten van het water en militaire kracht. Zijn die krachten tegenwoordig nog hetzelfde? Het antwoord daarop blijft de belangrijkste drijfveer van stedenbouw.

8 Aigues-Mortes, een ZuidFranse stad die dateert uit de Romeinse tijd, diende voornamelijk ter ondersteuning van de zoutproductie die hier al lang plaats vond. De stad kreeg vanaf 1240 een impuls door de aanleg van een haven met toegang tot de Middellandse Zee. Koning Lodewijk ix wilde directe toegang tot de zee en de mogelijkheid om kruisvaarders die op weg waren naar het heilige land zelf te faciliteren, zonder hulp van zijn Italiaanse tegenstanders in de regio. Samen met de haven werd de versterkte stad gebouwd die vandaag de dag nog steeds bestaat. 9 Venetië ligt in een moerasachtige lagune aan de noordzijde van de Adriatische zee. De geschiedenis van de stad gaat terug tot de

5de eeuw na Christus. Op haar hoogtepunt in de 14 de eeuw had de stad een enorme maritieme macht die zich uitstrekte tot de gehele Middellandse zee. Het gebrek aan land en de alom aanwezige waterwegen leidden tot een stedelijke structuur die geen gelijke kent. Deze structuur bracht een aantal vernieuwingen voort die de stad hielpen te gedijen: pleinen die dienden als waterberging en lichtgewicht bouwmethodes zijn slechts twee van de vele voorbeelden. Venetië bestaat tegenwoordig grotendeels uit autovrije straten en historische gebouwen die werden opgetrokken en afgewerkt door in hun tijd vooraanstaande architecten en kunstenaars. Mede daardoor is Venetië nu een van de iconen van het wereldwijde toerisme.

Side paths

During the summer of 1997, I visited two very different places: Aigues-Mortes8 in the French Camargue and Venice9 in Italy. Both blossomed in the 13th and 14th centuries, but they couldn’t be more different. Both were highly planned, strongly protected and shaped by forces they needed to respond to: the forces of water and military force. While forces may be the same or different today, responding to them remains the major driver in urbanism.

8 Aigues Mortes is a city in the south of France is dating back to Roman times, mainly to support the salt production that has been located there since long. The city was boosted through the construction of a harbour with access to the Mediterranean Sea in the years following 1240 CE. King Louis ix wanted direct access to the sea and to handle shipping crusaders to the Holy Land himself without the help of his Italian opponents in the region. Together with the harbour, the protected city was constructed that largely still exists today. 9 Located in a marshy lagoon at the northern end of the Adriatic

11

Sea, the history of Venice dates back to the 5th century ce. It experienced its peak in the 14th century, ruling a massive maritime empire stretching the entire Mediterranean Sea. The scarcity of land and the omnipresent waterways led to an urban structure that is unparalleled and features a number of inventions that helped the city to thrive: squares as water collection spaces and lightweight construction are just two worth mentioning. Free from cars and largely consisting of historic structures that were erected and decorated by the leading artists and architects of their time, Venice today is one of the icons of global tourism.


Abstractie is een middel om te analyseren en simuleren. Stedenbouw versimpelt de condities om ze te kunnen analyseren en vult ze vervolgens weer met betekenis, stap voor stap.

Abstraction is a tool to analyse and simulate. Urbanism simplifies conditions in order to analyse them and afterwards loads them with meaning again, step by step.


Hoofdweg

Na drie jaar studie besloot ik naar het buitenland te gaan. Ik streek neer in Chicago, een plek die volgens mij nog steeds het hart van stedelijk Amerika is – veel meer dan Los Angeles of New York. Ik wil niet neerbuigend zijn, maar de eisen die het architectuuronderwijs in de Verenigde Staten stelt aan Europese studenten bleken geen enorme uitdaging te vormen. De diepgang en de complexiteit van de opdrachten waren gering in vergelijking met opdrachten die werden uitgedeeld op het oude continent. Dit bood uitgebreid gelegenheid om te genieten van de manier waarop daar les werd gegeven. Ik ondervond dat ruimtelijke vragen op een geheel andere manier kunnen worden bediscussieerd dan ik gewend was aan een Duitse technische universiteit. We bouwden waanzinnige maquettes op basis van nog waanzinniger concepten. We spraken over de manier waarop het conflict tussen ruimte en tijd zichtbaar was in films en we ontwikkelden ontwerpspelletjes om het ontwerpgedrag van architecten te analyseren.10 Nieuwe inzichten werden uitgelokt door blootstelling aan methoden en middelen die buiten het bereik lagen van het standaard gereedschap dat in architectenbureaus wordt gebruikt. Het moeten opereren buiten de veilige omheining van Autocad en Photoshop opende nieuwe manieren van denken middels representatie.

10 Het spel is gebaseerd op een grid waarin muren (opaak of transparant) kunnen worden geplaatst. Gekleurde vierkanten geven de gebruiksfunctie van de verschillende onderdelen van het ontwerp aan en teksten aan de randen van het bord definiëren de aangrenzende functies (strand, weg, bos, enzovoort). Het spel wordt gespeeld met verschillende spelers, om te kunnen bestuderen welke overwegingen ze bij hun ontwerp gebruiken. Waarnemers schrijven op welke onderwerpen ter sprake komen, welke keuzes worden gemaakt, en hoe die keuzes tot

stand komen. Het spel is klaar als alle deelnemers het erover eens zijn dat hun ontwerpvoorstel voltooid is. Gedurende het proces worden de tussenstappen gefixeerd op het bord, voordat de volgende stap wordt genomen. Nadat het spel verschillende malen is gespeeld, worden een paar ‘essentiële beslissingen’ vastgesteld, die worden genomen elke keer dat het spel wordt gespeeld, of die essentieel zijn voor de uitkomst van het spel. Met deze kennis op zak kan het ontwerpproces beter worden begrepen en kunnen bepaalde situaties of beslissingen worden uitgelokt.

Main path

After three years of study I decided to go abroad. I settled in Chicago, a place that I still believe is the heart of urban America – much more so than L.A. or New York. I don’t mean to be mean, but the demands that US architectural education puts on a European graduate student did not prove too great a challenge, since the depth and complexity of the assignments was easily achievable compared to the tasks assigned on the old continent. That left ample room to enjoy the way teaching was carried out there. I learnt that spatial questions can be discussed in a wholly different way than what I was used to at a German technical university. We built crazy models of even crazier concepts. We discussed how the conflict in time and space played out in movies and we developed design games to analyse design behaviour of architects.10 New insights and new ways of reading were triggered by exposure to methods and tools beyond the standard kit that the profession uses. Having to operate outside the comfort zone of Autocad and Photoshop opens new ways of thinking through representation.

10 The game developed is based on a grid in which walls (closed or transparent) can be placed. Coloured squares indicate use of different parts of the design and notes at the edges of the board define edge conditions (beach, road, forest, etcetera). The game is played with several players to study how they reason about the building to be designed. Observers note topics covered, options discussed and how decisions are being made. The game ends when the players

13

agree that they are finished with their design proposal. In the course of this process, intermediate steps are fixed on the board before the next step is taken. Over the course of several games played, a number of ‘key moves’ are identified, that either appear in every game or are pivotal to the outcome of a game. With this knowledge, the design process can be better understood, and certain situations/moves can be triggered.


Paris, tx, usa. Leren over dat wat verrast door middel van een ontdekkingstocht.

Paris, tx, usa. Learning about the surprising through discovery.

Het varken en de wolkenkrabber hebben een onderling verweven geschiedenis.

The pig and the skyscraper share a closely intertwined history.


Zijwegen

Side paths

Studeren in Chicago bood veel tijd om te reizen en het land te ontdekken, zoals in een road movie. Ik ging van Dover, Delaware naar Hamburg, California en van Barcelona, Michigan naar Paris, Texas.11 In de vs bleek dat ik buiten de school, in het land, het meeste leerde, vaak door toeval. Ik was constant nieuwsgierig. Niet weten wat ik kon verwachten, of zelfs waarnaar ik op zoek moest gaan, zorgde voor de ontwikkeling van antennes die waren ingesteld op verschillen en overeenkomsten, op grote en kleine expressies van menselijk leven, op de manier waarop mensen met elkaar omgaan, en op de krachten die vorm geven aan een plek.

Studying in Chicago left a lot of time to travel and discover the country, road-movie style. I went from Dover, Delaware to Hamburg, California and from Barcelona, Michigan to Paris, Texas.11 For me, it turned out to be the country that provided most of my education, often by accident. My curiosity was constantly triggered. Not knowing what to expect or even what to search for nevertheless required the development of antennas attuned to differences and similarities, to big and small expressions of human life, to the way people interact and to the forces shaping a place.

Zijwegen

Sometimes one stumbles across a book that have a major impact. One of my favourites is The pig and the skyscraper: Chicago: A History of Our Future. In the book, the author Marco d’Eramo describes how the skyscraper came into being and how pigs and meatpacking turned out to be driving forces that led to the critical mass of people, capital and technology that made high-rise possible.12 Cities and urban typologies don’t just happen. They are the result of a complex amalgamation of factors that enable it to emerge.

Side paths

Soms stuit je op een boek dat een enorme invloed op je heeft. Een van mijn favorieten is The pig and the skyscraper: Chicago: A History of Our Future. In dit boek beschrijft de auteur, Marco d’Eramo, hoe de wolkenkrabber ontstond en hoe varkens en de vleesverwerkende industrie de voorwaarden bleken te zijn voor een kritieke massa van mensen, kapitaal en technologie die hoogbouw mogelijk maakte.12 Steden en stedelijke typologieën ontstaan niet vanzelf. Ze zijn het resultaat van een complexe samenloop van omstandigheden die ze in staat stelt om op te komen.

11 Paris is een stad in de staat Texas, in het zuiden van de Verenigde Staten, 160 km van Dallas. Als voorbeeld van het generieke ‘kleinsteedse Amerika’ werd de stad bekend door de gelijknamige film uit 1984, geregisseerd door Wim Wenders. In de film, in het genre road movie, herenigt hoofdrolspeler Travis zich, nadat hij aan geheugenverlies is gaan leiden en niet meer kan praten, met zijn broer Walt, die hem terugbrengt naar zijn familie, die ook voor zijn zoon zorgt. Zodra hij is herenigd met zijn zoon, gaat Travis op reis terug naar Texas om op zoek te gaan naar zijn vrouw – de moeder van zijn zoon – met wie hij het contact heeft verloren nadat het geheugenverlies toesloeg. Nadat hij zijn zoon heeft herenigd met diens moeder, besluit hij hen te verlaten.

12 Marco d’Eramo: The pig and the skyscraper, Verso, 2002. Chicago, de onofficiële hoofdstad van het Amerikaanse Middenwesten, werd gesticht aan de oever van het Michiganmeer, in eerste instantie zonder achterland. Nadat het land echter in westelijke richting werd uitgebreid, bevond de stad zich opeens op een kruispunt van handel, industrie en kapitalisme – de drie belangrijkste elementen van moderniteit. Het is daarom geen verrassing dat enkele van de belangrijkste kenmerken van de moderniteit hun wortels in Chicago hebben. De wolkenkrabber, de atoomreactor, de harde, neoklassieke monetaire en economische theorieën van de Chicago School en het wetenschapsgebied van de stadssociologie komen allemaal hier vandaan. Marco d’Eramo verbindt al deze gegevens in zijn onderzoek naar de tegenstellingen in de Amerikaanse maatschappij en het pure kapitalisme – nu en in het verleden.

11 Paris, Texas is a city in the south of the United States, 160 km outside Dallas. Representing ubiquitous ‘small-town America’, it became famous by the Wim Wenders-directed movie with the same name from 1984. The film falls under the genre of the road movie in which Travis, the main protagonist, after suffering from amnesia and having become mute, reunites with his brother Walt who brings him back to his family that also took care of his own son. Reunited with his son, he embarks on a journey back to Texas to find his wife and mother of his son with whom he had lost contact when amnesia struck. Once he manages to reunite his son with his mother, he decides to leave them.

15

12 Marco d’Eramo: The pig and the skyscraper, Verso, 2002. Chicago, the undeclared mid-western capital of the United States, has been founded at Lake Michigan, but at that time, without a hinterland. With the expansion of the country in a westward direction, however, it found itself at the crossroads of trade, industry and capitalism – three of the key elements of modernity. Therefore, it comes as no surprise that some of the key moments of modernity are rooted in Chicago. The skyscraper, the atomic reactor, the hard-nosed monetary economic science of the Chicago School and the science of urban sociology all started here. Marco d’Eramo connects these dots in his investigation of the contradictions of American society and pure capitalism – today and in the past.


Duisburg, een krimpende Europese stad, wordt een strip city, zoals vaak te vinden is in de Verenigde Staten: Duistrip.

Duisburg, a shrinking a European city, is to become a strip city, often found in the usa: Duistrip.

Synia in China is een uit het niets gebouwde stad voor tenminste een miljoen mensen.

Synia in China is a city from scratch for at least one million people.


Hoofdweg

Main path

By the time I graduated, ‘urban shrinking’ was a big subject in the professional debate. I worked on that topic following the example of the German city of Duisburg not far from the Dutch border. This city is expected to lose about 40 per cent of its population between the 1980s and 2050. This design exercise proved to be a lot more than design. Shrinking is not only a spatial question. It is as much about process, economic, social, environmental, and legal questions; not to forget the impact shrinking has on the global image of a place.13

Tegen de tijd dat ik afstudeerde was ‘stedelijke krimp’ een belangrijk onderwerp in het vakdebat. Ik werkte aan dat onderwerp naar aanleiding van het voorbeeld van de Duitse stad Duisburg, niet ver van de Nederlandse grens. Deze stad zal naar verwachting tussen 1980 en 2050 ongeveer 40 procent van de bevolking verliezen. De ontwerpoefening bleek veel meer dan alleen ontwerp. Krimp is niet alleen een ruimtelijke opgave. Het onderwerp behelst ook procesmatige, economische, sociale en juridische vraagstukken; nog afgezien van de invloed die krimp heeft op het wereldwijde imago van een stad.13

Interestingly, the place of my first job as an urbanist took me in a completely opposite direction: different in terms of tasks and also geographically. Three days after graduation, I boarded a plane to Shanghai to start working on a planned city extension for an area encompassing 400 km2 to the south-west of China’s economic centre.14 Working in China at the time entailed working at a crazy speed and a dynamic that made planning anything difficult. It happened more than once that reality overtook plan making. But at the same time, I realised that without a plan, many things simply are hard to implement. Transport systems, utilities, water management: they all need plans.

Het is interessant dat ik met mijn eerste baan als stedenbouwkundige een totaal andere richting insloeg: niet alleen inhoudelijk maar ook geografisch. Drie dagen na mijn afstuderen nam ik een vlucht naar Shanghai waar ik ging werken aan een planmatige stadsuitleg voor een gebied van 400 km2 aan de zuidwestzijde van het economisch centrum van China.14 Werken in China betekende in die tijd waanzinnig snel werken, in een dynamiek die elke vorm van planning bemoeilijkte. Het gebeurde meer dan eens dat de realiteit vooruitliep op het planningsproces. Maar zonder plan, zo realiseerde ik me, zijn sommige zaken moeilijk tot stand te brengen. Transportsystemen, nutsvoorzieningen, watermanagement: de aanleg daarvan gebeurt op basis van plannen.

13 In mijn afstudeerproject Minus Equals Plus onderzocht ik de mogelijkheden voor een krimpende stad in drie zones – de minus zone met echte krimp, de equals zone die wordt gestabiliseerd en zodanig aangepast dat die op een efficiënte manier ten dienste kan staan van een kleinere stad en een plus zone die de aanjager kan worden voor kwalitatieve groei, in plaats van kwantitatieve. Het project onderzocht de middelen die een stad ter beschikking staan om dit proces zodanig te sturen dat een compacte stad overblijft. Ook deed het voorstellen om de negatieve connotatie van krimp om te buigen in een positief beeld van nieuw verworven ruimte, vrijheid en compleet nieuwe stadslandschappen met ongeëvenaarde kwaliteiten. De ‘DuiStrip’ loopt als een hoofdstraat door geheel Duisburg, van noord van zuid, en dient als een nieuw lineair centrum waarlangs alle openbaar vervoer en de belangrijkste stedelijke functies zijn georganiseerd. Als zodanig

vormt het de ruggengraad van een dergelijke aanpak. 14 Het project Synia was een masterplan voor een nieuwe stad voor een miljoen inwoners ongeveer 400 km ten zuidwesten van Shanghai en een half uur rijden van Hangzhou, een van de voormalige hoofdsteden van de Zuidelijke Song-dynastie. In tegenstelling tot de meeste Chinese stedenbouwkundige plannen uit die tijd stelde het masterplan geen definitief eindbeeld en een alomvattend ruimtelijk ontwerp voor, maar bood het een infrastructureel megagrid waarin verschillende stedelijke condities konden worden opgenomen. De stad zou langzaam één worden, niet vanuit het centrum naar buiten toe maar vanuit de randen naar binnen. Zo werd voorkomen dat het centrum, dankzij de extreem snelle ontwikkeling van China, steeds opnieuw ontworpen en gebouwd moest worden om een weerspiegeling te blijven vormen van de stadsgrootte.

13 In my diploma project Minus Equals Plus, I researched the possibilities for a shrinking city in three zones – the ‘minus’ zone of real shrinking, the ‘equals’ zone to be stabilised and adjusted in such a way that it can serve a smaller city efficiently and the ‘plus’ zone that could become the stimulus for qualitative growth instead of pure quantity. The project investigated tools for a city to steer this process in such a way that a compact urban fabric remains as a result and it made propositions how the negative connotation of shrinking could be turned into a positive image of newly gained space, freedom and entirely new urban landscapes with unprecedented qualities. The ‘DuiStrip’ as ‘high street’ running the length of Duisburg from South to North as a new linear centre along which all public transport and key urban functions are allocated serves as

17

the new backbone for this kind of approach. 14 The project Synia was a masterplan for a new city with a projected size of one million inhabitants about 400 km southwest of Shanghai, half an hour’s drive from Hangzhou, one of the former capitals of the Southern Song dynasty. Unlike most urban plans in China at the time, the masterplan did not propose a finite image and a conclusive spatial design, but rather focused on providing an infrastructural mega-grid in which different urban conditions could be integrated. Starting from the edges and not from the centre, the city would slowly grow together, avoiding that – with the extreme development speed in China – the centre would have to be redesigned and rebuilt again and again to reflect the size of the city.


Shenzhen is een zeer snel gegroeide stad: van 50.000 tot 16 miljoen inwoners in ĂŠĂŠn generatie.

Shenzhen is an instant city that grew from 50,000 to 16 million in one generation.


Zijwegen

Verandering van omgeving. Ik bezocht bij toeval Shenzhen – China’s sprookjesstad – tijdens een van mijn eerste bezoeken aan een nieuwe opdrachtgever. De betreffende opdrachtgever moest een conferentie bijwonen en besloot plotseling dat het hele team dat voor hem werkte deel moest uitmaken van zijn delegatie. De ervaring van een stad met de grootte van Shenzhen, wetende dat twee decennia geleden slechts één procent van de huidige bevolking de stad bewoonde, en dat de stad tussen 2003 en nu in omvang is verdubbeld, vervult me met bescheidenheid en de wetenschap dat delen van de wereld een compleet ander paradigma volgen dan wij in Europa gewend zijn.15 De rest van de wereld is daarom niet alleen een bron van inspiratie, maar in een globaliserende wereld ook de bron van trends en ontwikkelingen die onze eigen levens radicaal veranderen. 16

15 Shenzhen ligt in de Pearl River delta in het zuiden van China, grenzend aan Hong Kong. Dit was de plek waar China onder Deng Xiao Ping bij wijze van experiment zich begon open te stellen voor de wereld en kapitalisme met Chinese kenmerken begon te ontwikkelen. Dientengevolge was Shenzhen gedurende de laatste decennia een van de snelst groeiende steden ter wereld. De stad groeide in minder dan 30 jaar van een marktplaats met minder dan 50.000 inwoners in 1980 tot een stad die groter is dan New York City. Tegenwoordig huisvest de stad officieel 11 miljoen inwoners, maar door het hoge aantal seizoenarbeiders bedraagt het werkelijke aantal inwoners meer

in de richting van 16 miljoen. De stad is een immigrantenstad op Chinese schaal. Bijna iedereen is elders geboren en het grote aantal seizoenarbeiders heeft geleid tot nederzettingspatronen die uniek zijn voor het vroege Chinese kapitalisme: de urban villages van Shenzhen. Tegenwoordig worden ze afgewisseld door hoogbouw en industrie, met een zeer bijzonder stedelijk weefsel tot gevolg. 16 Een interessante, encyclopedische lezing van de eigenaardigheden van Shenzhen is te vinden in het boek Shenzhen: From Factory of the World to World City, geredigeerd door Linda Vlassenrood en uitgegeven door inti en 010 Publishers.

Side paths

A change of scenery. I arrived at Shenzhen – China’s wonderland – on one of my client visits by sheer chance. My client at the time had to attend a conference there and without any notice decided that the whole team working for him should be part of his delegation. Seeing a city the size of Shenzhen and knowing that two decades earlier only one per cent of its current population had been living here, and that between 2003 and today it has doubled in size, fills me with a degree of humility and an understanding that there are parts of the world that follow completely different paradigms than we as Europeans do.15 Therefore, the rest of the world is not only a source of inspiration, but in a globalised world also a source of trends and developments that radically change our own lives.16

15 Shenzhen is located in the south Chinese Pearl River Delta on the border of Hong Kong. This was the place where China under Deng Xiao Ping started experimenting with opening up to the world and developing its capitalism with Chinese characteristics. Consequently, in recent decades, Shenzhen was one of the fastest growing cities in the world. It grew from a market town of less than 50,000 inhabitants in 1980 to a city bigger than New York City in less than 30 years. Today, it officially houses 11 million people but with a large population of migrant workers, the real population is closer to 16 million. The city

19

is a migrant city at Chinese scale. Almost everyone is born somewhere else and the large number of migrant workers has led to unique settlement patterns of early Chinese capitalism: the Shenzhen villages. Today they are interspersed with commercial high-rise development and industrial plants, creating a oneof-a-kind urban fabric. 16 An interesting, encyclopaedic reading about the characteristics of Shenzhen can be found in the book Shenzhen: From Factory of the World to World City edited by Linda Vlassenrood and published by inti together with 010 Publishers.


Londen kiest liever voor een constant onderhandelingsproces dan voor formele planning.

London embraces the process of constant negotiation over formal planning.


Hoofdweg

Er was een tijd – ongeveer twintig jaar geleden – dat Nederland bekend stond als ‘Superdutch’: hip, jong en onconventioneel, in elk geval gezien door de ogen van een Duitse ingenieur.17 De zon in dit Superdutch superzonnestelsel was superster Rem Koolhaas. Toen ik een baan bij hem kreeg aangeboden, had ik dus geen andere keuze. Ik werkte aan een project in Londen dat White City heette.18 Geheel in tegenstelling tot Venetië of Aigues-Mortes werkte de Britse hoofdstad tegelijkertijd planmatig en niet planmatig. Pogingen tot planning werden constant ondergraven door het plezier dat het negeren van die plannen met zich meebracht. Ik realiseerde me al snel dat het werk als stedenbouwkundige hier niet alleen draaide om mooie plannenmakerij. Het ging om het overtuigen van mensen, het politieke spel en het proces.

17 De term Superdutch verwijst naar de titel van het gelijknamige boek van Bart Lootsma, gepubliceerd in 2000 door Princeton Architectural Press. Het boek geeft een overzicht van projecten die werden ontworpen en deels ook gebouwd door Nederlandse architecten. Het geeft een indruk van een architectuurbenadering die in eerste instantie werd gepropageerd door Rem Koolhaas en zijn Office for Metropolitan Architecture en die een bepaalde complexiteit van het gebouwontwerp nastreeft.

18 White City is een gebied aan de westelijke zijde van het centrum van Londen. Het gebied kreeg deze naam naar aanleiding van de witmarmeren tentoonstellingspaviljoens die waren opgetrokken ter gelegenheid van de Franco-British Exhibition in 1908. Het was ook de locatie van het Olympisch Stadium voor de Olympische Spelen van 1908. Later verhuisden de bbc Television Centre en de radiozender bbc World Service naar dit gebied.

Main path

There used to be a time – about twenty years ago – when the Netherlands was known for being ‘Superdutch’: hip, young and unconventional, at least through the eyes of a German engineer.17 And the sun in this Superdutch solar supersystem was superstar Rem Koolhaas. Therefore, having been offered a job with him left me with little choice. I worked on a project called White City in London.18 The British capital was a place that unlike Venice or Aigues-Mortes was about planning and not about planning simultaneously. Attempts at planning were constantly compromised by the joy of ignoring them. I quickly realised that working as an urbanist here was not only about a beautiful plan. It was about convincing people, it was about playing the political planning game, it was about the process. Urbanism is political, and the urbanist must engage in that political game.

17 The term ‘Superdutch’ refers to the title of the book Superdutch by Bart Lootsma, published in 2000 by Princeton Architectural Press. The book gives an overview of projects designed and partially built by Dutch Architects. It depicts a certain approach to architecture that initially was pioneered by Rem Koolhaas and his Office for Metropolitan Architecture and its creation-of-complexity approach to the design of buildings.

21

18 White City is an area at the western edge of the centre of London that got its name from the white marble exhibition pavilions for the 1908 FrancoBritish Exhibition. It was also the location of the Olympic Stadium for the 1908 Olympic Games. Later, the bbc moved its Television Centre and Radio World Service to the area.


Olympic Legacy London maakt van een gated community een open stukje stad.

Olympic Legacy London turns a gated community into an open piece of city.


Hoofdweg

De jaren daarna bleef Londen me bezig houden. Ongeveer een half dozijn masterplannen volgde, voor bijna elke uithoek van de voormalige Docklands in de stad.19 Dit culmineerde in mijn rol als projectleider van een ontwerpteam dat het masterplan voor het hergebruik van het Olympische park ontwikkelde.20 Dat bracht de politiek op een hoger niveau en maakte mij duidelijk dat plannen en ontwerpen slechts middelen zijn in een proces waarbij in dit geval vier stadsdistricten betrokken waren, een hele serie ministeries, het ambtelijk bureau van de burgemeester en zo ongeveer iedere belanghebbende en lobby­ groep die je je (niet) kunt voorstellen. De les: het gaat om het proces, dommie!

19 De Docklands van Londen vormden ooit een groot deel van wat toen de grootste haven ter wereld was. Veranderingen in vrachttransport en de aftakeling van het Britse rijk leidden tot hun sluiting in de vroege jaren tachtig van de vorige eeuw. Nadat ze lange tijd nauwelijks in gebruik waren geweest, verhief Ken Livingston, de eerste rechtstreeks gekozen burgemeester van Londen, herbestemming tot prioriteit, samen met de herbestemming van geheel Oost-Londen. In de jaren daarna vervaardigde de afdeling Architectuur en Stedenbouw van de Greater London Authority samen met kcap Architects & Planners een visie. Op basis van die visie werden alle gebieden geleidelijk voorzien van een

masterplan. Op dit moment zijn vele gebieden in ontwikkeling, en bieden zo ruimte voor oude en nieuwe inwoners van Londen. 20 Een essentieel onderdeel van de kandidatuur van Londen om de Olympische Zomerspelen in 2012 te organiseren, was het gebruik van de investeringen die het evenement met zich meebracht voor de herontwikkeling van een groot deel van Oost-Londen. Dit is bekend komen staan als de Olympic Legacy. Tussen 2006 en 2011 werd een herbestemmingsplan ontwikkeld dat de basis vormt waarop het Olympische park en de omliggende gebieden nu worden getransformeerd in de grootste nieuwe wijk die Londen de afgelopen 200 jaar heeft gekend.

Main path

In the following years, London kept me busy. About half a dozen masterplans for almost every corner of the city’s docklands followed.19 It culminated in my role as design leader of the team that developed the masterplan for the reuse of the Olympic Park.20 This took politics to a whole new level and it showed me clearly that plans and design are mere tools in a process that in this case involved four city districts, a whole range of ministries, the mayor’s office and about any stakeholder and pressure group one can – and cannot – imagine. Lesson learned: It’s the process, stupid!

19 The docklands of London once housed a substantial part of what used to be the world’s largest port. Changes in freight transport and the decline of the British Empire lead to their closure in the early 1980’s. Long underutilised, the first London Mayor Ken Livingston made their regeneration together with the regeneration of the whole of East London a priority. In the following years, a vision was developed by the Architecture and Urbanism Unit of the Greater London Authority together with kcap Architects & Planners. Based on that vision, all areas were gradually master-planned.

23

Currently, many sites are under development, providing space for old and new Londoners. 20 An essential part of the bid of London to host the 2012 Olympic Summer Games was to use the investment into the event to kick-start the regeneration of the wider area of East London. This has become known as the Olympic Legacy. Between 2006 and 2011, a regeneration framework was developed based on which the Olympic park and adjacent areas are currently transforming into the biggest new neighbourhood London has had in the last 200 years.


mla+ werkt aan architectuur, stedenbouw en aanverwante consultancy.

mla+ works on architecture, urbanism and related consultancy tasks.


Zijwegen x Hoofdweg

Side paths x Main path

21 mla+ kan worden gekenmerkt als een franchisesysteem, aangepast aan de praktijkeisen van architectuur en stedenbouw. Momenteel bestaat het bureau uit acht onafhankelijke kantoren in Europa, AziĂŤ en Zuid-Amerika die merknaam, logo, ideologie en werkwijze, portfolio en projecten met elkaar delen. Tegelijkertijd is elk kantoor juridisch onafhankelijk en vrij om de eigen koers en focus te bepalen.

21 mla+ could be described as a franchise system adjusted by the needs that the practices of architecture and urbanism require. Currently, it consists of eight independent offices in Europe, Asia and South America that share the brand name, the logo, the ideology and general approach, the portfolio and projects. At the same time, each branch is legally independent and free to define its own course and focus.

Soms kruizen hoofdweg en zijwegen elkaar, of komen ze samen in een bredere weg. In 2012 richtte ik mijn eigen bureau op. Samen met Gerard Maccreanor en Richard Lavington begon ik mla+. Ik had al eerder met hen beiden gewerkt en was gerustgesteld door het feit dat ze grappige shirts droegen in plaats van velours pakken. Vanaf het begin hadden we de ambitie om onze ontwerpen anders aan te pakken. Iets wat de hoofdwegen en de zijwegen in zich verenigt. Iets wat inspiratie ontleent aan de ontmoetingen daartussen. Iets breders en openers. Iets meer algemeens.21

Sometimes main paths and side paths cross or merge to become an intersection or a wider road. In 2012, I set up my own company. Together with Gerard Maccreanor and Richard Lavington I started mla+. I had worked with both of them before and the fact that they were wearing funny shirts instead of velvet suits created a degree of comfort. From the outset, my colleagues and I had the ambition to create something different. Something that unites main paths and side paths. Something that draws inspiration from these encounters. Something broader and something open. Something more general.21

25


De geplande stadsuitleg Ningo Prampram vormt een onderdeel van de agglomeratie Accra.

The Ningo Prampram planned city extension is part of the Accra agglomeration.

Een poging om stedenbouw te definiĂŤren.

An attempt to define urbanism.


Zijwegen

Side paths

Via dit bedrijf kwam ik in aanraking met de Urban Planning Labs die un-Habitat had opgezet. We kregen de opdracht een stadsuitleg te ontwerpen voor de stedelijke agglomeratie van Accra in Ghana.22 We werden geconfronteerd met een omgeving waarin niets wat wij vanzelfsprekend vinden, bestaat: geen elektriciteit, geen water, geen riool, geen telecommunicatie, geen wegen, zelfs geen kadaster. Er zijn wel heel veel mensen, van wie velen in onzekere levensomstandigheden verkeren. We gingen aan het werk en kwamen in korte tijd op de proppen met een plan dat in veel opzichten tegemoet kwam aan de meest urgente problemen; een plan voor tussen de 100.000 en 2,5 miljoen toekomstige bewoners van het gebied.

Through this company, I became involved in urban planning labs that un-Habitat had set up. We were tasked with creating a city extension plan for the urban agglomeration of Accra in Ghana.22 We were exposed to an environment where nothing we take for granted exists: no power, no water, no sewers, no telecommunication, no roads, not even a land ownership register. There are many people though, most of them living in precarious environments. We set to work and within no time came up with a plan that generally addressed most of the most pressing problems; a plan for anything between 100,000 and 2.5 million future residents of the area.

Je kunt je afvragen waarom ik deze ontdekkingstocht hier afbreek. Je hebt gelijk: ik zou nog vele zijwegen kunnen toevoegen. Maar ze zouden meer van dezelfde inzichten bieden die ik gedurende de laatste twee decennia heb opgedaan. Stedenbouw behelst niet één bepaald onderwerp. Het gaat over de stad als geheel. Het gaat niet alleen om de hoofdwegen van het plan, maar ook om de zijwegen, de oneindige gelaagdheid van menselijke interactie en de culturele uitdrukking daarvan.

You may way wonder why I would stop this journey here. You are right: I could add numerous side paths. But they would only add to the insight that I have gained over the last two decades. Urbanism is not about a singular topic. It is about the totality of the city. It is not only about the main paths of planning, but also about the side paths, the infinite layers of human interaction and their cultural expression. To me, urbanism is the term describing the totality of everything we deem to be urban, including the effects it has on everything we do not deem to be urban. That is a pretty broad and open definition, I know, but cities are like that. They are probably the most complex thing mankind ever came up with23 and their impact on this globe is so significant that narrowing it down or focusing it more would not do justice to the urban.

Wat mij betreft beschrijft stedenbouw het geheel van alles wat we stedelijk noemen, inclusief de gevolgen voor alles wat we niet stedelijk noemen. Dat is een behoorlijk brede en open definitie, dat weet ik, maar zo zijn steden nu eenmaal. Ze zijn waarschijnlijk het meest complexe product van menselijke inventiviteit 23 en hun impact op de aarde is zo groot dat een vernauwing van de definitie de stedelijkheid geen recht zou doen.

22 In het ontwerp voor de agglomeratie Groot-Accra is een aantal gebieden aangewezen waar geplande stadsuitleg plaats zou moeten vinden. Ningo Prampram ligt op een prominente locatie aan de Trans-African Highway no. 7 van Dakar naar Lagos en zal daardoor eerder ontwikkeling ondergaan dan andere gebieden in de regio. Deze dynamiek moet in acht worden genomen en is verwerkt in een plan voor snelle verstedelijking waaraan het ontwerpteam heeft gewerkt. Het team bestaat uit Eric Frijters (Fabrications), Daan Roggeveen (more Architecture), Ingborg Thoral (Mixt Urbanisme), Martin Knuijt

(okra Landscape Architects) en ikzelf. 23 Momenteel vindt een debat plaats over de vraag of steden niet complex genoeg zijn, of juist te complex. In zijn boek Overcomplicated betoogt Samuel Arbesman dat steden zich in de loop der tijd hebben ontwikkeld tot systemen die te complex zijn om te bevatten en daardoor worden kenmerkt door veel overtolligheid en beperkte efficiëntie. Anderen, zoals de Harvard-econoom Edward Glaeser, betogen dat juist de complexiteit van de stad de voedingsbodem vormt voor de collectieve creativiteit die de mensheid vooruit stuwt.

22 The greater Accra agglomeration plan has earmarked a number of places where planned city extension is supposed to take place. Located at the Trans-African highway No. 7 from Dakar to Lagos, Ningo Prampram is in a privileged location and therefore will experience development earlier than other areas in the region. This dynamic needs to be considered and has been embodied in the plan for rapid urbanisation that the team working on the plan has been working on. The team comprises Eric Frijters (Fabrications), Daan Roggeveen (more Architecture), Ingborg Thoral

27

(Mixt Urbanisme), Martin Knuijt (okra Landscape Architects) and myself. 23 Currently, there is a debate taking place whether cities are not complex enough or too complex. Samuel Arbesman argues in his book Overcomplicated that cities over time have developed into systems too complex to grasp and therefore with a lot of redundancy and limited efficiency. Others, like Harvard economist Edward Glaeser, argue that it is the very complexity of the city that creates the breeding ground for the collective creativity that drives humanity.


Thomas Jefferson was coauteur van de grondwet van de Verenigde Staten, ontwerper van de Jeffersonian grid, architect en uitvinder van de draaistoel.

Thomas Jefferson was the co-author of the US constitution, creator of the Jeffersonian grid, architect and the inventor of the swivel chair.

De stedenbouwkundige moet tegenwoordig een generalist zijn.

The urbanist of today has to be a generalist.


Maar hoe moeten we – als we onszelf stedenbouwkundigen noemen – opereren in dit complexe systeem? Mensen als Thomas Jefferson, de derde president van de Verenigde Staten, en Richard Buckminster Fuller waren architecten, uitvinders, geografen en constructeurs. Ze waren ontwerpers die de wereld begrepen en oplossingen vonden voor problemen zonder de complexiteit uit het oog te verliezen. Ze combineerden met schijnbaar gemak hoofdwegen en zijwegen, en hun interesses reikten van politiek tot technische uitvindingen en het ontwerp van gebouwen, steden en hele landen. Stedenbouw werd tussen 1920 en 1970 echter een steeds smaller vakgebied, gereduceerd tot een enkele hoofdweg, met de technische benadering van een ingenieur. Deze ontwikkeling viel netjes samen met de opkomst van het kerngezin als hoeksteen van de samenleving, een industriële benaderingswijze en de opmars van de auto.24 In elk geval vanaf het begin van de jaren tachtig werden de tekortkomingen van deze eendimensionale opvatting van de stad als een simpele opsomming van technische systemen en afzonderlijke gebruikers duidelijk. Groeiende sociale problemen, verkeerscongestie als gevolg van het constante gebruik van auto’s en het verdwijnen van het stedelijk leven uit de straten zijn voor iedereen duidelijk waarneembaar. Sindsdien zijn we druk bezig deze problemen op te lossen. De stedenbouwkundige van vandaag kan niet op slechts één vakgebied een expert zijn. Hij moet altijd rekening houden met alle factoren die van invloed zijn op het geheel van de stad. Nadruk leggen op één vakgebied doet geen recht aan alle andere vakgebieden. Sterker nog: een dergelijke benadering zal resulteren in eindeloze variaties van modernism reloaded. Dit betekent niet dat we modernistische stedenbouw moeten afschrijven, maar wel dat we keuzes moeten maken die ontleend zijn aan verschillende ideologieën, of dat we onideologisch moeten zijn. Het betekent ook dat deze keuzes steeds opnieuw moeten worden gemaakt, afhankelijk van de context, de krachten die van invloed zijn en de trends. Stedenbouw gaat over constante beweging en verandering, en over de manier waarop we daarmee om moeten gaan. Het gaat niet om het maken van een masterplan dat wordt uitgevoerd zoals het is getekend.

24 Het Charter van Athene dat in 1933 werd gepubliceerd door Le Corbusier en het Congrès International d’Architecture Moderne vat deze benaderingswijze samen en vormt de ideologische basis van bijna elk stedenbouwkundig uitbreidingsplan dat werd voorgesteld en uitgevoerd tussen het einde van de Tweede Wereldoorlog en de jaren zeventig.

But how should we – calling ourselves urbanists – operate within this complex system? The likes of Thomas Jefferson, the third President of the United States, and Richard Buckminster Fuller were architects, inventors, geographers and structural engineers. They were designers who understood the world and came up with adequate solutions without taking away the complexity. They effortlessly combined main paths and side paths, and their interest ranged from politics to technical inventions to the design of buildings, cities and entire countries. However, urbanism from the 1920s until the 1970s was narrowed down to a singular main path, the technical engineering approach of the planner. It neatly tied in with the emerging societal model of the small family, industrial thinking and the rise of the motorcar’s needs.24 At least since the beginning of the 1980s, the shortcomings of this one-dimensional understanding of the city as a mere series of technical systems and segregated uses have become evident. Increasing social problems, traffic congestion due to the constant need of using cars and the disappearance of urban life from the streets have all become obvious. Since then, we have been occupied with fixing these problems. The urbanist of today and of the future cannot be an expert in one field only. He always has to consider everything else that also constitutes the totality of a city. Focusing on one field will not do justice to all the other fields and will, in fact, deliver endless variations of ‘modernism reloaded’. That does not mean that we should discredit modernist urbanism, but it means that we have to make choices across ideologies or be unideological. And it means these choices have to be made over and over again all the time, depending on the context, the forces at work and the trends. Urbanism is about constant flux and operating within that. It’s not about producing a masterplan drawing that gets executed as drawn.

24 The Charter of Athens published by Le Corbusier and the Congrès International d’Architecture Moderne in 1933 summarises this approach and forms the ideological base that found its expression in almost every urban development plan that was proposed and executed between the end of World War II and the 1970s.

29


Stedenbouw betekent plannen maken voor een toekomst die deels ongewis is.

Urbanism means planning for a future that is partially unpredictable.


Om succesvol te kunnen zijn in ons werk, moeten we veel verschillende zaken kunnen begrijpen en kunnen praten met allerlei experts, politici, activisten, investeerders en duizenden andere belanghebbenden. We moeten hun bijdragen begrijpen en waarderen, en helpen besluiten wat van meeste waarde is. Het is onze taak om de consequenties van bepaalde besluiten inzichtelijk te maken, om de verschillende belangen met elkaar in overeenstemming te brengen en om te onderhandelen in het geval van tegengestelde belangen in de stedelijke ruimte. We gebruiken onze ontwerpen ter illustratie en om overeenstemming te bereiken. Maar we zijn geen scheidsrechters in een voetbalwedstrijd waar bepaalde regels gelden, die we zo slaafs en foutloos mogelijk toepassen. We zijn belanghebbende in het planningsspel, met onze eigen overtuigingen en agenda. We hebben geen politieke, economische of sociale macht die we kunnen aanwenden om autonome besluiten te nemen. Onze relatieve zwakte en ons vermogen om alle partijen te begrijpen en tussen hen te onderhandelen, zijn onze kracht. Om ons werk goed te kunnen doen, hebben we vertrouwen nodig. Maar dat vertrouwen krijgen we alleen als andere partijen het gevoel hebben dat we voldoende onpartijdig zijn en dat we voldoende kennis hebben om verschillende partijen bij elkaar te brengen. We moeten echte generalisten zijn. Om in termen van Paul Klee te blijven: we moeten zowel de hoofdwegen als de zijwegen bewandelen om succesvol te kunnen zijn. Stedenbouw gaat niet alleen om een goed begrip van de geschiedenis en het heden. We zijn bezig met de toekomst. Die toekomst is in hoge mate onvoorspelbaar, maar hoogstwaarschijnlijk veel stedelijker dan nu. Je kunt vaak wel zeggen wat je morgen gaat doen, of volgende week, of over een maand. Maar voldoende gedetailleerd voorspellen wat zal gebeuren over een jaar, een decennium of een eeuw is oneindig veel moeilijker. Ik betwijfel of het Ăźberhaupt mogelijk is. Maar dit zijn wel de tijdspannes die van toepassing zijn als we werken aan zich ontwikkelende steden. Verrassend genoeg heeft onze beroepsgroep middelen en methodes ontwikkeld die rekening houden met deze onzekerheden. We kunnen oplossingen bedenken die voldoende precies zijn om aan de slag te gaan, maar tegelijkertijd voldoende onbepaald zijn om later te kunnen worden aangepast. We hoeven niet alle hoofdwegen en zijwegen helemaal uit te tekenen. We zijn experts in onzekerheid.

To operate successfully, we must ultimately be able to understand many different things and be able to talk to all sorts of experts, politicians, community activists, investors and thousands of other stakeholders. We have to understand and evaluate their input and help to decide what matters most. It is our role to show the consequences of certain decisions, to integrate and to negotiate the conflicting interests in urban space. We use the plan as our illustration and integration tool. But we should not be mistaken for a referee in a football match where rules are set, and our task would be to apply them as slavishly and flawlessly as possible. We are a party in the planning game with our own beliefs and our own agenda. We neither have the political, nor the economic or social power to rule. Our relative weakness and the ability to understand all parties and mediate between them is our strength. We need to be trusted to be able to do our work. But we are only trusted if all parties have the feeling that we are independent enough and sufficiently knowledgeable to be seen as the party that can bring things together. We have to be true generalists. To remain in the world of Paul Klee, we need to go down the main paths and the side paths to be successful. Urbanism is not only about understanding yesterday and today. We are dealing with the future. A future that is highly unpredictable, but most likely a lot more urban. One might be able to tell what one does tomorrow, in a week or in a month. But defining with sufficient detail what will happen in a year, a decade or a century is infinitely more complicated. I doubt it is possible at all. But these are the time frames we look at when we’re working on evolving cities. Despite all odds, our profession has developed tools and methods to accommodate these uncertainties. We can come up with solutions that are sufficiently determined to get started and still open enough so that they can be adapted later. We don’t need to fix all main paths and side paths. We are experts in the uncertain.

31


De stedenbouwkundige is vaak een dromer.

The urbanist is generally a dreamer.


In een wereld waar alles steeds meer gespecialiseerd wordt en experts de dienst uitmaken, beschikken generalisten die kunnen omgaan met de onzekerheden die de toekomst met zich meebrengt over unieke kwalificaties. Ze zijn essentieel voor de ontwikkeling van slimme oplossingen die veel verschillende aspecten in zich verenigen. Het is juist deze breedte die mij fascineert. Deze kan, in al zijn rijke facetten, niet worden aangetroffen in welk ander vakgebied dan ook, dat ik kan bedenken. Opvallend genoeg is het hiervoor beschrevene nauwelijks van toepassing op stadsbesturen en de ambtelijke departementen die zich bezig houden met ‘het stedelijke’. Het is interessant dat waar je ook bent ter wereld, de gemeentelijke overheid vaak min of meer hetzelfde is ingedeeld. Ze is samengesteld uit diensten die als silo’s naast elkaar staan: transport, economische zaken, openbare ruimte en ruimtelijke ordening. Vaak neemt de dienst voor ruimtelijke ordening informeel de leiding en dat komt doordat juist dat de enige plek is waar zich stedenbouwkundigen bevinden. Ik vraag me echter af waarom geen enkele stad een echt generalistische afdeling ‘inventiviteit’ heeft die dwars door alle diensten heen snijdt en wordt bevolkt door stedenbouwkundigen. Het gaat in ons beroep echter om meer dan alleen inventiviteit. We moeten weer visionair worden, op een manier die we de laatste vijf decennia niet meer zijn geweest. Er was een tijd waarin stedenbouwkundigen durfden te dromen. Dat is een vaardigheid die we zijn verloren. Dromen wordt vaak gezien als een onrealistische activiteit die niet in overeenstemming is met ‘de markt’. Maar dat is niet helemaal waar. Grote technologiebedrijven als Google en Cisco Systems hebben de arena betreden. Zij durven te dromen, met vooral door winstmaximalisatie ingegeven bijbedoelingen: het creëren van nieuwe ondernemerskansen. Niemand zou hen naïef of onrealistisch noemen. Waarom kunnen we niet van hen leren, terwijl we dromen over meer dan alleen intelligente koelkasten of slimme elektriciteitsnetwerken? We moeten de ideeën die voortkomen uit de kruising van wegen koesteren en weer dromers worden.

In a world where everything is becoming increasingly specialised and where experts dominate the scene, being a generalist who can cope with the uncertainties of the future is a unique qualification and essential for the creation of smart solutions by linking many different aspects. It is this broadness that fascinates me and, in its richness, cannot be found in any other discipline I can think of. Surprisingly enough, the only field where little of this can be found are the city administrations and their departments that are tasked with ‘the urban’. It is quite interesting to see that wherever you go globally, public administrations all have more or less the same structure. They comprise departments organised as silos standing next to each other: transport, economic development, public space and parklands and planning. Informally, the urban planning department often leads the way and that is precisely because it is the only place where urbanists can be found. I wonder though, why no city has a real generalist, cross-sectoral ‘smartness’ department, staffed with urbanists. But there is more to our practice than being smart. We need to become visionary again in a way we have not been in the last five decades. There was a time when urbanists dared to dream. This is a skill we have lost. Dreaming is often considered as being unrealistic and not conforming with ‘the market’. However, that is not entirely true. Tech giants like Google or Cisco Systems have started entering the field. They dare to dream, with a very economic-driven afterthought: creating new business cases. Nobody would label them naïve or unrealistic. Why can we not learn from them, while at the same time dreaming about a lot more than intelligent refrigerators or smart power grids? We have to cherish ideas emerging from crossing main paths and side paths to become dreamers again.

33


Een stedenbouwkundige opleiding doet denken aan de vorming van een ‘ei-leggende, melk-producerende, woldragende zeug’ die kan ontwerpen.

Urbanism education is reminiscent of creating an ‘egg-laying wool-milk sow’ that can design.


Nu we de stedenbouw en de stedenbouwkundige hebben gedefinieerd, is de laatste vraag die nog overeind staat: Hoe leiden we professioneel dromende, generalistische experts op voor een onzekere toekomst? Traditioneel zijn opleidingen gericht op de hoofdweg: het opbouwen van feitelijke kennis over planning en het ontwikkelen van ontwerpvaardigheden. Daar kan veel over worden gezegd en ik ben er volledig van overtuigd dat een stevige basis van groot belang is. Als je hier aan de Academie van Bouwkunst Amsterdam niet leert ontwerpen, dan leer je het nooit meer en als je iets wilt ontwerpen wat zinnig is, dan heb je kennis nodig om je ontwerp op te baseren.

Having defined urbanism and the urbanist, the last question that remains is: How to educate professionally dreaming generalist experts for the uncertain? Traditionally, the education focused on the main path: building the factual knowledge of the planner and developing design skills. There is a lot that can be said about that and I strongly believe that a sound base is important. If you don’t learn to design here at the Amsterdam Academy of Architecture, you will not learn it anymore and if you want to design something that makes sense, then you need to have knowledge to base it on.

35


Verschillende ontmoetingen vormen een stedenbouwkundige tijdens zijn opleiding. Hoe meer ontmoetingen, hoe beter de stedenbouwer.

Different encounters form an urbanist in his education. Maximising them makes a better urbanist.


Maar de manier waarop we deze basis opbouwen en wat we daar vervolgens mee doen, biedt ruimte voor verbeelding en nieuwe ideeën. Alles begint met de vraag waarvoor we opleiden. In tegenstelling tot andere vakgebieden, heeft stedenbouwkunde geen eigen wetenschapsdomein. Stedenbouwkundigen kunnen een bijna oneindige waaier van carrières kiezen en najagen, van stedenbouwkundige tot softwareontwikkelaar. Vaak ontwikkelen zich tijdens de opleiding een bepaalde vorming en interessegebied, en verder spelen ontmoetingen en ervaringen een cruciale rol. We moeten meer dan ooit met complexiteit leren omgaan en we kunnen niet langer vooruit bewegen op basis van gedetailleerde kennis van de gigantische hoeveelheid informatie waaraan we worden blootgesteld. We moeten in staat zijn om te oordelen en evalueren op basis van een veelvoud aan ervaringen. We moeten een vermoeden hebben, gebaseerd op bewijs. Om dit te kunnen doen, moeten deze ervaringen zijn gestoeld op de complexiteit van de stad en zijn ontsprongen aan uiteenlopende culturele, sociale, economische en geografische contexten. Het zijn vaak niet de hoofdwegen, maar de zijwegen die van ons betere stedenbouwkundigen maken. Een opleiding gebaseerd op ervaring zou moeten leiden tot de ontwikkeling van persoonlijke antennes voor een begrip van wat stedelijk is. In staat zijn om aanwijzingen voor bestaande problemen en mogelijke oplossingen te zien, horen en lezen, is het beginpunt van de zoektocht naar mogelijke oplossingen. Een opleiding gebaseerd op ervaring zou moeten leiden tot een associatief netwerk waar zaken die niets met elkaar te maken hebben, worden verbonden op een manier die iets nieuws en onverwachts oplevert. Een opleiding gebaseerd op ervaring kan ook helpen bij het in kaart brengen van de ‘andere helft’ van stedenbouw. Stedenbouw is nooit alleen maar een ontwerp. Vaak is het zelfs helemaal geen ontwerp. Het is echter altijd een proces waarin het ontwerp een belangrijke rol zou moeten spelen.25 Een opleiding gebaseerd op ervaring bestaat uit het horen van verhalen. Dit kan ons vervolgens ook beter maken in het vertellen van verhalen: verhalen die de essentie van een plek uitdrukken, verhalen die je eigen voorstellen in een context plaatsen en verhalen die mensen samenbrengen om zo een bepaald doel te bereiken. Het werk van architecten en vooral ook landschapsarchitecten aan deze Academie in ogenschouw nemend, moet ik toegeven dat studenten hier de ruimte krijgen om te leren. Recente afstudeerprojecten getuigden van prachtige verhalen die bestaande problemen aanpakten en poëtische ontwerpvoorstellen deden.

The way we build this base however and where we take it from here leaves room for imagination and new ideas. It starts with the question what we educate for. Unlike other disciplines, urbanism does not have a domain. Urbanists can choose and professionally pursue an almost infinitely wide range of careers, from community activist and journalist to politician, and from urban planner to software developer. Often formation and interests develop during the studies and encounters and experiences play a crucial role. We have to cope with complexity more than ever before and we can no longer move ahead based on knowing all the details of the sheer amount of relevant information we are exposed to. We have to be able to judge and evaluate based on a multiplicity of experiences. We need to have a hunch based on evidence. To be able to do this, these experiences need to be fuelled by the complexity of the city and source from different cultural, social, economic and geographical contexts. It often is not the main path, but these side paths, that make us better urbanists. Experience-driven education should lead to the development of one’s personal ‘antennas’ for the understanding of the urban. Being able to see, hear and read hints for existing problems and potential solutions is the starting point to being able to come up with possible solutions. Experience-driven education should lead to an associative network where things that do not relate to each other are linked in a way that delivers something new and unexpected. Experiencedriven education can also help capturing the ‘other half’ of urbanism. Urbanism is never solely a design. Often, it is not a design at all. However, it always is a process in which design should play an important role.25 Experience-driven education is experiencing stories. In turn, this can make us better at telling stories: stories that form the essence of a place, stories that put one’s own proposals into context and stories that engage people for a cause. Looking at the work of architects and especially landscape architects at this Academy, I must confess, there is room to learn. Recent graduation projects conveyed beautiful stories that thematised existing problems and came up with poetic design solutions. Experience-driven education in urbanism should be based on several aspects that I want to turn into my own agenda here at this school. I’ll delve into three of those now.

Een stedenbouwkundige opleiding gebaseerd op ervaring moet verschillende onderwerpen aan de orde brengen, die ik hier aan deze school wil onderwijzen. Drie daarvan zal ik nu toelichten. 25 In 2016 werd de New Urban Agenda vastgesteld door alle lidstaten van de Verenigde Naties. Voor het eerst in de geschiedenis werd het belang van stadsontwerp voor het verbeteren van steden erkend in een wereldwijd bindend beleidsdocument.

25 In 2016, the New Urban Agenda was approved by all member states of the United Nations. For the first time in history, the role of design in making better cities was acknowledged in a globally binding policy document.

37


Stedenbouw betekent leren over de integratie en onderlinge afhankelijkheid van verschillende fenomenen.

Urbanism is learning about the integration and interdependency of phenomena.


Integratie

Hoofdwegen en zijwegen moeten samen worden ervaren. Ik wil werken aan de integratie van ontwerp, proces en relevante basiskennis. In plaats van elk van deze onderwerpen apart aan te pakken, denk ik dat we ze als ĂŠĂŠn opgave moeten opvatten. Voor mij betekent dit dat de projecten die we hier doen een opdrachtgever hebben: een instelling of persoon die belangstelling heeft voor wat de studenten hier ontwerpen. Dit betekent niet dat we concurreren met de markt, maar dat we werken aan problemen die nog niet bij iedereen hoog op de agenda staan. Daardoor hebben deze opgaven vaak nog geen lobby of een budget, en vaak veranderen ze de spelregels zodanig dat een korte blik op de verre toekomst mogelijk wordt. Het project en de vragen die het aan de orde stelt spelen ook een centrale rol in de reikwijdte en het soort werk dat studenten verrichten in oefeningen, lezingen en andere studiemiddelen. We moeten vormen van analyse en visualisatie hanteren die in het verleden nog niet zijn gebruikt: analyse van big data en virtuele 3D-technieken.

Integration

Main paths and side paths should be experienced together. I want to work on the integration of design, process and relevant base knowledge. Rather than addressing them separately, I think we should address them within a singular problem. To me, this means that the projects we do here have a client: an entity that has an interest in what students are developing here. This does not mean competing with the market, but working on problems that are not on everyone’s radar yet. They therefore often do not have a lobby or budget, or they change the rules of play in such a way that a glimpse into a more distant future becomes possible. The project and the questions it deals with also play a central role in the scope and type of work that students do in exercises, lectures and other educational formats. We have to start including forms of analysis and visualisation that we have not been using in the past: big data analysis and virtual 3D techniques.

39


Stedenbouw moet denken en handelen op wereldwijde schaal.

Urbanism has to think and act on a global scale.


Internationalisatie

In een recente beoordeling van afstudeerprojecten werd opgemerkt dat afstudeerders in de stedenbouw zich alleen richtten op Nederland en dat een internationale dimensie ontbrak. Het was misschien een uitzondering; de afstudeerprojecten die studenten stedenbouw op dit moment aan het produceren zijn, zijn veel internationaler dan voorheen, maar de opmerking raakt wel een belangrijk onderwerp: stedenbouw die zichzelf serieus neemt kan niet alleen de lokale omgeving als referentie nemen. Wat we nu stedelijk noemen, is in steeds grotere mate internationaal geworden. Elke stad van een bepaalde omvang biedt onderdak aan verschillende culturen en etniciteiten, en oplossingen voor globale en lokale problemen worden wereldwijd ontwikkeld. Wie deze internationale ervaringen mist, mist uiteindelijk ook de vaardigheid om de beste oplossing te formuleren. Als we de wereld een belangrijkere plek in onze opleiding willen geven, moeten we de wereld naar de Academie brengen. We moeten daarnaast beter gebruik maken van de wereld die we nu al in huis hebben. De studenten en docenten zijn in toenemende mate internationaal. Elk van onze buitenlandse collega’s kan ons helpen de wereld te ervaren en ik zou het aantal momenten waarop we kunnen leren van hun ervaringen elders willen vermeerderen. Mijn zuster, die arts is, is altijd jaloers dat ik zo vaak reis. Zij heeft daarvoor geen gelegenheid omdat haar patiÍnten bij haar langskomen. Onze patiÍnten kunnen zich niet verplaatsen. We moeten de plekken waaraan we ontwerpen uit eerste hand ervaren en we moeten hiervoor meer gelegenheid bieden in de vorm van excursies, masterclasses en summer schools, zodat we meer tijd op locatie doorbrengen, niet alleen om die te bestuderen en ervaren, maar uiteindelijk ook om ingrepen te doen. Hoofdwegen en zijwegen kunnen zo een onderdeel worden van dezelfde verrijkende ervaring.

Internationalisation

In a recent appraisal of the graduation projects, it was remarked that Urbanism graduates were only looking at the Netherlands and that the international dimension was missing. It might be an exception; the graduation projects of Urbanism students currently in the making are a lot more international than they used to be, but it touches on an important subject: urbanism that claims to be serious cannot only use the local condition as a reference. What we deem urban has become increasingly international. Any city of a certain scale houses different cultures and ethnicities and solutions to global and local problems are being developed worldwide. Missing out on these international experiences ultimately means missing out on the ability to formulate the best solution. Giving the world more space in our education means bringing the world to the Academy. It also means making better use of the world we already have in house. We have an increasingly international student and teaching staff population. Each of our foreign colleagues can help us to experience the world and I would like to increase the moments where we can put their experience from elsewhere centre stage. My sister, who is a doctor, is always jealous of me travelling frequently, while she never gets the chance because her patients come to see her. Our patients cannot move. We have to see places first-hand for the real experience and we need to make more room for this in the form of excursions, masterclasses or summer schools where we spend more time in places, not only to study and experience them, but also to work on them in real time eventually. Here main paths and side paths can become part of the same enriching experience.

41


Stedenbouw heeft een nieuw begrippenkader nodig om de complexiteit van het tegenwoordige stedelijke leven weer te kunnen geven.

Urbanism needs a new terminology to reflect the complexity of today’s urban life.


Nieuwe terminologie

New terminology

Onlangs is de Britse overheid begonnen niet alleen de economische groei te meten, maar ook het geluk van de Britse bevolking. Dit past in het gegeven dat traditionele maatstaven tegenwoordig tekort schieten bij pogingen om de volle complexiteit van het stedelijke leven in cijfers te vatten. Daarom moeten we het stedenbouwkundige woordenboek herschrijven en nieuwe maatstaven en begrippen introduceren.

In recent years, the British government has started to not only measure economic growth, but also the happiness of the British people. This fits into a trend that traditional measures seem to fall short when trying to capture the full complexity of urban life. Therefore, we need to rewrite the dictionary of urbanism and introduce new measures and terms.

We blijven maar gebruik maken van terminologie die is ontwikkeld binnen het modernistische raamwerk van technische planning. Simpele wiskundige vergelijkingen zeggen helemaal niets over de kwaliteit van een plek. De wereld heeft zich in de tussentijd verder ontwikkeld en nieuwe economische paradigma’s, nieuwe manieren om de maatschappij te organiseren en verschillende vormen van samenleven hebben een steeds grotere, wereldwijde reikwijdte en invloed.

We keep using terminology that has been developed within the modernist framework of technical planning. Simple mathematical equations that do not reveal anything about the qualities of a place. However, the world has moved on in the meantime and new economic paradigms, new ways of organising society and different forms of living together are increasingly having a global reach and impact.

Neem bijvoorbeeld dichtheid. Dit begrip zegt niets over hoe hoog of laag, aantrekkelijk of saai, weerbaar of kwetsbaar, aanpasbaar of inflexibel een bepaalde plek is. Misschien moeten we ter vervanging van dichtheid werken aan de ontwikkeling van een definitie en een maatstaf voor een nieuwe term als ‘intensiteit’, zodat we daarvan een rijker begrip krijgen, die rekening houdt met veel meer factoren. Hetzelfde geldt voor bebouwingspercentage, bebouwingsdichtheid, gebouwvolume, parkdichtheid, parkeerdichtheid en vele andere begrippen. Ik ben me ervan bewust dat het woordenboek heel dik is. Ik weet ook dat ik hier aan de Academie slechts vier jaar de tijd heb. Maar het effect van de implementatie van mijn plannen zal veel langer doorwerken. Wij – ik en al mijn onderwijscollega’s hier – planten de zaadjes; we tonen de studenten de hoofdwegen en de zijwegen. Deze zaadjes komen gedurende vele jaren tot bloei in de vaardige beroepsbeoefenaars, toekomstige onderwijzers en actieve burgers die veel studenten verkiezen te worden. In individuen die, via hun eigen hoofdwegen en zijwegen, met hun werk de steden van de toekomst een betere plek maken.

Take density, for example. It does not tell much about how high or low, attractive or dull, resilient or fragile, adaptable or inflexible a place is. Maybe we have to work on developing a definition and measure for a new term like ‘intensity’ to replace the former, creating a more complex measure of density that takes many more factors into consideration. The same could be said about plot and floor area ratios, building envelopes, green space or parking space ratios and many more. The dictionary is big, I know. I also know that I only have four years here at the Academy. But the effect of implementing my agenda will last a lot longer. We – I and all my colleagues teaching here – germinate the seed; we show students possible main paths and side paths. Our seed blossoms over many years in all the beautiful professionals, future educators and active citizens that many of these students chose to be. In individuals who, through their own set of main paths and side paths, work on making the cities of tomorrow better places.

43


Stedenbouw onthult.

Urbanism reveals.


Ik begon met Paul Klees Hauptweg und Nebenwege en ik wil afsluiten met een citaat van dezelfde schilder: ‘Kunst reproduceert niet het zichtbare, maar maakt zichtbaar’. Dat is uiteindelijk niet alleen geldig voor kunst maar ook voor de magie van stedenbouw: stedenbouw reproduceert niet het zichtbare, maar maakt zichtbaar. Zo ontstaat iets totaal nieuws. Dames en heren, ik hoop dat u een beetje een indruk hebt gekregen van waarvoor ik sta en wat ik de komende vier jaar wil bereiken. Dank voor uw tijd en aandacht.

I started with Paul Klee’s Hauptweg und Nebenwege and I want to close with a quote from the same painter: ‘Art does not reproduce the visible; rather, it makes visible’. Ultimately, that’s not only true for art but also for the magic of urbanism: urbanism does not reproduce the visible; rather, it makes visible. In doing so it creates something genuinely new. Ladies and gentlemen, I hope you got a bit of an idea, what I stand for and what I want to achieve in the coming four years. Thank you very much for your time and attention.

45


Biografie

Biography

Markus Appenzeller (1972) werd geboren in de Duitse stad Tübingen. Na de middelbare school volgde Markus een beroepsopleiding in de bankensector aan de Landesbank Baden-Württemberg. Na militaire dienst studeerde hij eerst rechten in Konstanz en daarna architectuur en stedenbouwkunde in Stuttgart en Chicago.

Markus Appenzeller (1972) was born in Tübingen, Germany. After graduating from secondary school, Markus followed a professional training in the banking industry, working for the State Bank of Baden-Württemberg. After national service, he first studied law in Konstanz and later architecture and urban planning in Stuttgart and Chicago.

Vanaf het begin van zijn carrière heeft Markus gewerkt als zowel architect als stedenbouwkundige. Bij het Office for Metropolitan Architecture en kcap Architects & Planners stond hij aan het hoofd van grootschalige stedenbouwkundige operaties en architectuurprojecten in Europa, Rusland en Azië. In 2012 was hij medeoprichter van mla+, een multidisciplinaire praktijk op het gebied van architectuur, stedenbouw en consultancy, met op dit moment kantoren in Rotterdam, Londen, Berlijn, Sint-Petersburg, Moskou, Shanghai, Shenzhen en Rio de Janeiro.

From the onset of his career, Markus has worked in both fields of architecture and urban planning. Working for the Office for Metropolitan Architecture and kcap Architects & Planners, he headed large-scale urban planning operations, as well as architectural projects, in Europe, Russia and Asia. In 2012, he co-founded mla+ as a multidisciplinary architecture, planning and consultancy practice, which currently has offices in Rotterdam, London, Berlin, St. Petersburg, Moscow, Shanghai, Shenzhen and Rio de Janeiro.

Naast zijn professionele activiteiten is Markus ook steeds actief geweest als docent. Na onderwijservaring te hebben opgedaan aan het Berlage Instituut in Rotterdam, de Urban Transformation School in Sint-Petersburg en de Moscow School of Architecture werd hij in 2017 aangesteld als hoofd Stedenbouw aan de Academie van Bouwkunst Amsterdam. Markus heeft een groot aantal artikelen over stedenbouw en design gepubliceerd, recent over de ruimtelijke planning in post-Sovjetstaten en over de stad Shenzhen in China.

Besides his professional activities, Markus has continuously been active as an educator. After having taught at the Berlage Institute in Rotterdam, the Urban Transformation School in St. Petersburg and the Moscow School of Architecture, he was appointed as head of Urbanism at the Amsterdam Academy of Architecture in 2017. Markus has published numerous texts on urban planning and design topics, most recently on planning in the post-Soviet states and on the City of Shenzhen in China.

46


Mijn dank gaat uit naar:

My thanks go to:

Colofon / Colophon

Mijn familie Stephanie, Paul, Lukas en mijn ouders voor hun continue ondersteuning

My family Stephanie, Paul, Lukas and my parents for their continuous support

Tekst / Text Markus Appenzeller

Mijn partners bij mla+, Gerard Maccreanor en Richard Lavington, die me de ruimte geven om te doen wat ik doe

My partners at mla+, Gerard Maccreanor and Richard Lavington, for giving me the room to do what we do

Redacteur / Editor Klaas de Jong

Mijn collega’s voor de niet-aflatende uitdagingen die ze me stellen

My colleagues for continuously challenging me throughout my career

Mijn voormalige leidinggevenden Thomas Jocher en Dieter Fink, Rem Koolhaas, Kees Christiaanse omdat ze geloofden in mijn capaciteiten

My former bosses Thomas Jocher and Dieter Fink, Rem Koolhaas, Kees Christiaanse for believing in My skills

De Academie van Bouwkunst Amsterdam en de gehele staf, van huismeester tot directeur Zonder hen zou niets van dit alles mogelijk zijn.

The Amsterdam Academy of Architecture and the entire staff, from housekeeper to director Without them, none of this would be possible.

Tekstcorrecties Engels / Copy editing English Richard Glass (Alphabet Town) Vertaling en tekstcorrecties Nederlands / Translation and copy editing Dutch David Keuning Illustraties / Illustrations Anastasia Khitrina Grafisch ontwerp / Graphic design Studio Sander Boon Druk / Printing p&a Printing © Tekst Markus Appenzeller © 2018 Academie van Bouwkunst Amsterdam www.academievanbouwkunst.nl © Text Markus Appenzeller © 2018 Amsterdam Academy of Architecture www.academyofarchitecture.nl


Intreerede van Markus Appenzeller, hoofd Stedenbouw aan de Academie van Bouwkunst Amsterdam, gehouden op 9 november 2017.

Inaugural speech of Markus Appenzeller, head of the Urbanism department of the Amsterdam Academy of Architecture, given on 9 November 2017.

Academie van Bouwkunst Amsterdam

Amsterdam Academy of Architecture

48


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.