Campus aan de werf

Page 1

CAMPUS AAN DE WERF

een experimenteel pleidooi voor het vakonderwijs

Jesse Mommers



een experimenteel pleidooi voor het vakonderwijs



campus aan de werf een experimenteel pleidooi voor het vakonderwijs

Jesse Mommers Master Architectuur Academie van Bouwkunst Amsterdam augustus 2020 commissie Rob Hootsmans (mentor) Paulien Bremmer Dingeman Deijs Toegevoegde leden t.b.v. examen: Floris Hund Winfried van Zeeland



inhoud

voorwoord 8 samenvatting 10 pleidooi 12 Inleiding 16 onderzoek 22 opgave 38 pijlers 44 stedenbouwkundig kader 48 industrieel ensemble 76 tussenruimte 106 leven op de campus 122 campus in detail 182 afsluiting 194 dankwoord 198 bronnen 200 colofon 202

7


voorwoord

Het ruimtelijke experiment waaraan ik heb vormgegeven heeft tot doel het samenvoegen van onderwijs en praktijk, student en werknemer. Ontwerpen aan een leeromgeving waarin de student centraal staat en wordt ondergedompeld in een zo breed mogelijk veld van materialen, technieken en ruimtes. Het onderwijs een ruimtelijk canvas bieden waarop invulling gegeven kan worden aan praktisch onderwijs, waar uitwisseling met de praktijk mogelijk wordt gemaakt. Vormgeven aan de enorme potentie die de combinatie van onderwijs en praktijk onbenut laat. Dit onderzoek, experiment en ontwerp is de samenvatting van mij als architect die ik nu ben. Van MBO tot aan mijn Master heb ik zoveel geleerd, studerend en werkend. Dit onderzoek is een belangrijke momentopname en ik kan niet wachten om te zien waar dit mij gaat brengen. In de lange tijd dat ik bezig ben geweest met dit onderzoek heb ik gelachen en gehuild, gevloekt en heel veel plezier gehad. Lessen zijn geleerd wat betreft het ontwerpen van een campus, een enorme 8

opgave, en hoe de student zich hier doorheen beweegt. Ook hoe een tweede partij hierin invloed op uitoefent wat deze kruisingen op kunnen leveren. Het ‘projectboek’ wordt vergezeld door het ‘logboek’ en ‘gebouwenboek’. Dit drieluik omvat al het werk wat ik heb onderzocht, bedacht, ontworpen en uitgedacht. Het logboek geeft een inzicht in dit zware, maar leerzame proces. Iedere gedachte, vondst, overpeinzing, les of openbaring staat hierin. Beelden, schetsen, tekeningen, een uitgebreid verslag van soms dag tot dag. Het gebouwenboek is de verzameling van relevante stukken per nieuw gebouw. Een tekening set als het ware, met een beknopte toelichting. Dank aan iedereen voor de motivatie, steun en geduld. Jesse Mommers Utrecht, augustus 2020


9


samenvatting

Het vakonderwijs in Nederland staat voor een uitdaging. Vooruitlopen op de digitalisering maar ook de binding zoeken met de constant specificerende praktijk die een fluctuerende ontwikkelsnelheid heeft. Boven alles hierbij de student weer op de voorgrond zetten en zelfontplooiing binnen een ambacht stimuleren. De student is namelijk van grote waarde. Zij verdienen een leeromgeving die ontdekken stimuleert en de rijkdom van het werken met de handen omarmt. Intensieve samenwerking van onderwijs en praktijk kan hieraan invulling geven. Meer aandacht voor het individu en het vak vraagt om een ruimtelijk experiment waarbij onderwijs en praktijk worden verweven. Waarin de student een plek krijgt om zich intensief en dicht op de praktijk te ontwikkelen binnen een ambacht. De praktijk krijgt de mogelijkheid om te leren van de student en gebruik te maken van de faciliteiten van het onderwijs. Zo ontstaat een wederkerige symbiose op een nieuwe campus waar de student woont en leert naast de vakman die zijn werk uitoefent Proeftuin 10

Het decor voor het experiment wordt gevormd door een scheepswerf aan de rand van Amsterdam; de Oranjewerf. Grenzend aan het breedste gedeelte van het IJ vormt de werf een ensemble van gereedschap, materialen en technieken. De werf staat echter onder druk van oprukkende gebiedsontwikkeling die kleinschalige industrie uit de stad verdrijft. Deze industrie en het vakonderwijs zijn afhankelijk van elkaar en hebben dan ook veel raakvlakken als het gaat om hun plek in de stad. Het vakonderwijs voor metaalbewerking vertoont veel gelijkenis met de scheepsbouw en leent zich voor het experiment. De student geeft hieraan invulling en zal een plek krijgen in het reilen en zeilen van de werf. De student gaat op het terrein wonen om zich volledig onder te kunnen dompelen in de wereld van metaalbewerking. Leren De werf bestaat uit een aantal monofunctionele gebouwen en levensgrote gereedschappen die gedurende het leven van de werf zijn gegroeid en gekrompen in aantallen en omvang. De monofunctionele


lappendeken wat hieruit is ontstaan vormt de basis voor de campus. De nieuwe lesruimtes worden als een uiteen getrokken schoolgebouw verspreid over het terrein. Ieder gebouw wordt precies gepositioneerd op de kwaliteiten en functioneren van het terrein, afgestemd op de handelingen van de student en interactie met de vakman. Ieder gebouw is ontworpen als een structuur die ruimte geeft voor de precieze handeling van de student in schaal, afmeting en beweging. Het unieke karakter van de gebouwen wordt onderstreept door een grote toegepaste variĂŤteit aan materialen en knopen, passend binnen de ruwe wereld van metaalbewerking. De student kan zich zo verhouden tot ieder uniek gebouw wat de campus tot een klein dorp maakt, met straten en pleinen. De werf wordt een divers ensemble van gebouwen, studenten, werknemers en hun materialen en gereedschappen. Collectief Het nieuwe programma op de campus richt zich op het samenbrengen van de student en vakman. Te denken aan samen eten en ontspannen en werken in groepen aan grote projecten zoals een bus of en boot. De organisatie van het bedrijf en de school worden samengevoegd in een ruimte om uitwisseling op alle niveaus mogelijk te maken. De nieuwe lesruimtes kunnen door de werf gebruikt worden om de vakman op te leiden. Het grote bereik van het onderwijs biedt nieuwe inzichten voor zowel de werf als haar werknemers en draagt bij aan de uitwisseling tussen student en vakman. Ontdekken Het intensieve leven op de campus zorgt voor een rijke leeromgeving waar ruimte is voor ontmoeting en ontdekken. Door

het verdelen van het programma over het terrein beweegt de student zich gedurende de dag intensief over het terrein, langs en door werkplaatsen van de vakman. Op het terrein is ruimte voor de student om, naast de lessen, te werken aan eigen projecten, individueel of in groepen. De student krijgt een studio op het terrein waar hij kan leven en werken in een privĂŠ omgeving. Een eigen plek maken en samenleven met andere studenten biedt de student verantwoordelijkheid en ruimte om zich te ontwikkelen als persoon en als vakman. Door de verweving van onderwijs en praktijk krijgt de student een leeromgeving die de ontwikkeling tot vakman centraal stelt. De student en de werf krijgen een plek in de stad die zij verdienen. Het verweven biedt het bedrijf en de vakman een nieuw bestaansrecht in de stad en ontwikkelingskansen in de digitaliserende wereld om zich heen. De student profiteert van deze ontwikkeling en kan zichzelf een plek geven in het vak en de stad na het afronden van de studie.

11


pleidooi verweven van onderwijs en praktijk

Het vakonderwijs in Nederland staat voor een uitdaging. Vooruitlopen op de digitalisering maar ook de binding zoeken met de praktijk die zich specificeert en een wisselende ontwikkelsnelheid heeft. Boven alles hierbij de student weer op de voorgrond zetten en zelfontplooiing binnen een ambacht stimuleren. De student is namelijk van grote waarde. Zij verdienen een leeromgeving die ontdekken stimuleert en de rijkdom van het werken met de handen omarmt. De samenwerking van onderwijs en praktijk geeft hieraan invulling. Meer aandacht voor het individu en het vak vraagt om een ruimtelijk experiment waarbij onderwijs en praktijk worden verweven. Waarin de student een plek krijgt om zich intensief en dicht op de praktijk te ontwikkelen binnen een ambacht. De praktijk krijgt de mogelijkheid om te leren van de student en gebruik te maken van de faciliteiten van het onderwijs. Zo ontstaat een wederkerige symbiose op een nieuwe campus waar de student woont en leert en de vakman zijn vak uitoefent.

12





Inleiding



Inleiding eigen achtergrond

Mijn pleidooi komt voort uit mijn eigen ontwikkeling als vakman. Eerst werkvoorbereider, dan ingenieur om nu te eindigen als architect. Gevoed door een fascinatie voor techniek en passie voor het maken heb ik mij als architect ontwikkeld. Mijn studieloopbaan heeft mij kritisch en observerend gemaakt ten opzichte van onderwijs. Ik heb zelf van het MBO tot aan de academie onderwijs doorlopen. Zo heb ik eigenhandig meegemaakt hoe het maken en denken van grof naar fijn plaatsvindt. Van het detail terug naar de abstractie van het idee. Mijn afstudeeropgave heb ik aangegrepen mijzelf als ontwerper en als maker uit te dagen in het vormgeven van onderwijs.

las-oefening in de vorm van het maken van een kubus van 450*450*10*3

18



Inleiding overtuiging

Het onderwijs hoort een stimulerende omgeving te bieden waar de student zich kan ontwikkelen en voelt dat wat hij doet en wie hij is van toegevoegde waarde is aan de maatschappij. Als de leeromgeving de waarde van het vak uitstraalt zal dit zijn weerslag hebben op de student en zijn eigenwaarde als vakman. De architectuur waarin de vakman werkt en de vakstudent leert is er een van eenvoud, praktisch, zuinig en functioneel. Ik zie het als mijn verantwoordelijkheid om als architect vorm te geven aan alle vormen van ruimtes waar een mens gebruik van maakt. Het vormgeven aan de extremen waarin wij bewegen, werken, leven en leren. Romantisch en cultuurhistorisch van grote waarde of droog en uitwisselbaar. Het vakonderwijs, met name haar architectuur, wordt over het algemeen niet als esthetisch hoogwaardig bestempeld. Mede omdat dit niet het uitgangspunt is bij het maken van de ruimtes. Helder en doelmatig, maar schoonheid mag hierbij niet uit het oog verloren gaan. Deze opgave is een zoektocht naar het vormgeven van de verweving tussen 20

student en vakman in ruimtelijk zin. Hierbij een taal ontwikkelen die tekenend is voor het jonge industriĂŤle erfgoed waar de hedendaagse en toekomstige vakman mee wordt geconfronteerd. Een taal van anonieme hallen, overheaddeuren en grote lappen asfalt. Automatisering werkt een anonieme architectuur in de hand. Zo wordt de mens, de vakman, door zowel de techniek als ruimte weggejaagd. Een balans tussen ruimte en technieken die het verleden begrijpen, het heden faciliteren en de toekomst verwelkomen.



onderzoek



onderzoek praktijk & theorie

Het onderzoek is op een praktisch wijze ingestoken; een balans tussen praktijk en theorie. Hierbij tracht ik een soortgelijke balans te vinden in mijn onderzoek als deze in het onderwijs plaatsvindt. Praktijk heeft de overhand, maar gaat altijd gepaard met theorie. Zoeken naar de rol van de vakman in een wereld waar automatisering en digitalisering de toverwoorden zijn. Daar tegenover staat de roep om mensen die ‘met de handen werken’ en een toenemend wantrouwen in de globalisering van industrie en techniek.

Om een beeld te vormen van de leefwereld van de student, en de techniek die hierbij komt kijken, is er zowel praktisch als theoretisch onderzoek uitgevoerd. Praktisch voert hierbij de boventoon gezien dit de grootste kracht is van het vakonderwijs en de binding met de beroepspraktijk wordt onderzocht. Het bezoeken van scholen en bedrijven en volgen van cursussen heeft mij inzichten gegeven in de leefwereld van de vakman in de metaalbewerking.

uitwisseling tussen de brede facetten van het vakonderwijs, constante uitwisseling waarbij theorie de basis vormt, hoewel niet de overhand heeft in het praktische karakter van het onderwijs

24


analoog

theorie

mechaniek

digitaal


onderzoek bezoek scholen

Verschillende onderwijsinstellingen zijn bezocht om inzicht te krijgen in de ruimtes, gereedschappen en leerprocessen. De eerste keer in mijn leven dat ik heb gelast was op het ROC in Hoorn waar ik een middag heb meegelopen met een les. De hoeveelheid machines en het brede palet van technieken was opvallend voor onderwijs wat niet hoog staat aangeschreven. Een vooroordeel wat is gevoed door mijn eigen achtergrond werd gauw onderuitgehaald. De sloeg om naar de mogelijkheden en potentie zien van de omgeving op gelijkwaardig niveau als de student. Hoewel de ruimtelijke kwaliteit vaak ver te zoeken is, zijn de ruimtes gemaakt met het karakter en doel van het onderwijs wat erin plaatsvindt; functioneel en praktisch. Hieraan wordt voorbijgegaan aan een fijne ruimte of goede omgeving waar de student zich onderdeel van voelt en zodoende verantwoordelijkheid en trots voor draagt. De inhoud is er, nu de structuur en opmaak met een uitgesproken visie op het vakonderwijs.

overizcht van de beozchte scholen en lesruimtes

26



onderzoek inloop bedrijven

Een selectie van bedrijven is bezocht om te zien hoe werkprocessen worden ingericht en hoe de vakman zich er doorheen beweegt. Uiteenlopend van kleine ondernemers tot grotere organisaties. Allen hebben een breed aanbod van technieken en diensten, wat tekenend is voor de brede inzet van de vakman en het materiaal. Als geĂŻnformeerde infiltrant liep ik door de ruimtes en ging gesprekken aan met de vakmensen die intensief gebruik maken van de ruimtes. Opvallend is hoe de werkplaats een tweede natuur vormt voor de werknemers. Het eigen maken van een werkbank en in sommige gevallen eigen gereedschap. Naambordjes en gepersonaliseerde werkplekken zijn tekenend voor de toewijding en betrokkenheid van de vakmensen. Een omgeving waarin ze doelgericht een taak kunnen uitvoeren, omringd door andere specialiteiten, materialen en gereedschappen.

overzicht van de bezochte bedrijven

28



onderzoek volgen cursussen

Het volgen van cursussen heeft mij geholpen invulling te geven aan de wens te leren werken met metaal. Het heeft mij in staat gesteld in te leven in de leefwereld van de vakman, het werken met staal en al het gereedschap. Door de cursussen ben ik anders naar werkplaatsen en technieken gaan kijken. De logica en precisie die gepaard gaat met het grove materiaal is een bijzondere ontdekking die een nieuwe waardering doet opleven voor de vakman en zijn werk. Metaalbewerking en lassen zijn de cursussen die ik heb gevolgd in het kader van mijn onderzoek. Hierop voortbordurend ben ikzelf aan het werk gegaan met het maken van een kubus van staal om de technieken zelfstandig toe te passen. Hierbij werd wederom benadrukt hoeveel voorbereiding erbij komt kijken voordat iets gemaakt kan worden. Voor een leek als ik tenminste.

Deze cursussen en zelfstandig werken met metaal hebben mij het vertrouwen gegeven te kunnen ontwerpen voor de toekomstige vakmensen die dagelijks handelingen uitvoeren in de wereld van metaal. Een onderstreping van mijn eigen fascinatie en doel om mijn kennis en kunde als ruimtelijk ontwerper in te zetten voor de student van het vakonderwijs.

impressie van de cursusdagen en oefeningen

30



onderzoek theoretisch kader

De praktische insteek van de ontwerpopgave is gevoed vanuit de praktijk van het leren en werken. Hiertussen zweeft de theorie die voedt, documenteert, speculeert en voorspeld. Dit geld voor zowel het onderwijs als de praktijk. Hierbij komt een vertrouw wekkende wisselwerking naar boven tussen de twee entiteiten. Van de programmamakers van het onderwijs tot aan de makers van het product voor de consument; onderzoeken worden vanuit deze extremen opgebouwd. Twee studies komen naar voren als referentiekaders voor het vakonderwijs en praktijk van metaalbewerking. Vanuit een ontwerpersperspectief wordt vakonderwijs ingestoken als kanshebber (industrieel) erfgoed te

transformeren, waarbij het erfgoed en het onderwijsonderdeel worden van de plek. Echter, wordt hierbij de focus gelegd op grote schaal vormgeven van onderwijs op bijzonder aantrekkelijke locaties. Een nobel streven, maar in kleinschaligheid gaat een grote kracht schuil. Vanuit de praktijk komt de roep om een hoger en vooral breder opgeleide vakman naar voren. ‘Allrounder’ lijkt de vervanger te worden van ‘vakman’. Een teken van de tijd, maar het bied vooral de kans op een ruimtelijk breed programma te bieden wat invulling geeft aan een mogelijk antwoord op de vraag naar hoger en breder opgeleid personeel. Erfgoed utiliseren en breed programma bieden in zowel technieken als niveau.

boven; The New Craftschool onder; De Metaalmedewerker van morgen

32



onderzoek urgentie

Zowel het praktisch als theoretisch onderzoek wordt onderstreept door de groeiende aandacht voor techniek in het onderwijs. Met name gevoed door het groeiende tekort aan vakmensen en de aanhoudende digitalisering. Er wordt steeds meer aandacht gevraagd voor het inrichten van het onderwijs om de heersende problematiek het hoofd te bieden. Lokaal en nationaal worden er een groeiend aantal initiatieven gestart die de nadruk leggen op de ontwikkeling van vakonderwijs. Een veelbelovend beeld waar mijn onderzoek op inspeelt.

rechts; een selectie van de vele media-citaten aangaande het MBO vakonderwijs en technisch onderwijs

34


Alternatief plan voor NDSM: een wijk voor ambachten en vakscholen

Crisis? Meer jongeren in maakberoepen!

Het Parool, 23 maart 2020

Sociale Vraagstukken, 28 januari 2014

Het mbo krijgt de komende jaren een impuls

Amsterdam steekt de komende vier jaar in totaal 35 miljoen euro in het middelbaar beroepsonderwijs.

Stadsblad Utrecht, 12 februari 2020

Het Parool, 28 februari 2019

Amsterdam krijgt nieuwe techniekschool door ‘groot tekort aan vakmensen’

Mbo’er is heer en meester op banensites

AT5, 26 februari 2019

FD, 30 oktober 2019


onderzoek conclusie praktisch onderzoek

De drie voornaamste bronnen in het praktisch onderzoek hebben allen bijgedragen aan een inzicht in ruimte, sfeer en processen. De scholen hebben de leerprocessen en technieken met bijbehorende ruimtes blootgelegd. Onder te verdelen in; analoog, mechanisch, digitaal en theorie. Deze thema’s kunnen direct vertalen worden naar een ruimtelijk programma wat de basis vormt voor het vormgeven van de nieuwe campus. Deze thema’s zijn niet alleen relevant voor het vakonderwijs metaalbewerking, maar ook voor vakonderwijs in zijn algemeenheid. Heldere thema’s die allemaal een unieke rol spelen in het leerproces van de student. Hierbij komt naar voren dat er veelal verouderde processen of technieken worden gebruikt, in tegenstelling tot wat de scholen aan kunnen bieden. Dat wat de student leert gaat voorbij aan wat het gemiddelde bedrijf vraagt. Dit hangt samen met de schaal en het bereik van het bedrijf, wat lang niet altijd allrounders vraagt, in tegenstelling tot wat er wordt voorgespiegeld (Folmer, 2014).

36

boven naar beneden; digitaal ana.oog mechaniek theorie



opgave



opgave probleemstelling

Uit alles blijkt dat er duidelijk een impuls nodig is om meer jongeren te stimuleren om zich te ontwikkelen tot vakman. De opleiding tot vakman is te lang ondergewaardeerd geweest. Aan de andere kant hebben bedrijven de uitdaging om mee te komen binnen de (snelle) digitale ontwikkelingen binnen het vakgebied. De uitdaging van de opgave ligt in het vormgeven van ontmoeting en uitwisseling tussen student en vakman. Een omgeving creĂŤren waarbinnen de student zich kan ontwikkelen en de vrijheid krijgt het vak en materiaal te onderzoeken en ermee te experimenteren. Hoe vorm te geven aan vakonderwijs voor metaalbewerking waar de student en individuele ontwikkeling centraal staat.

boven: Coehoornstraat Ambachtsschooltimmerklas, 1915-1920, Menno van Leeuwarden onder: Tulsa Welding School, Jacksonville 2015

40



opgave visie & ambitie

Hier zie ik al ontwerper een kans. Als architect wil ik invulling geven aan een passende omgeving van de student waar tegelijkertijd de praktijk zich aan op kan trekken m.b.t. de snelle ontwikkelingen in het vakgebied. Mijn opgave; het vormgeven van een proeftuin waar het experiment van het verweven van opleiding en praktijk uitgevoerd kan worden. Mijn visie hierop is vrijheid van experimenteren voor de student. Geef de student de ruimte om te kunnen spelen en het materiaal te leren kennen. Ik ben ervan overtuigd dat het onderwijs zich meer kan richten op het individu en een omgeving die ontdekken stimuleert. Het beheersen van het ambacht metaalbewerking kost tijd en aandacht. Ik wil de student een plek bieden waar hij het vak kan leren in een omgeving waar tijd en ruimte is om op eigen tempo het vak eigen te maken. Tegelijkertijd een uitspraak doen over het omgaan met industrieel erfgoed waar de student direct aan verbonden is. boven; ‘Technisch onderwijs : Twee leerlingen van een school doen met speciale brillen op een oefening in het lassen.’ 1941 onder; scene uit speelfilm ‘Mad Max: Fury Road’(2015)

42



Pijlers



pijlers

Deze pijlers staan voor de lagen die belangrijk zijn in het vormgeven van het vakonderwijs, verweven met de praktijk. Iedere pijler vertegenwoordigd een schaalniveau waarbinnen ontworpen wordt voor de student. Ieder schaalniveau heeft een andere context en inhoud die relevant is aan de kern van het ontwerp; ontmoeting tussen student en vakman. Op deze manier is vormgegeven aan handvaten die aangegrepen kunnen worden in het ontwerpen van onderwijsomgeving in binnenstedelijke industriĂŤle locaties. Stedenbouwkundig kader legt de nadruk op industrie en onderwijs in de stad. Op grote schaal kijken naar de inpassing van het programma op een bestaande plek in de stad. Dit dreunt door tot aan de omheining van de werf, waarbinnen het ensemble wordt gevormd. Industrieel ensemble schenkt aandacht aan de werf, haar historie, functioneren en programmatische opzet. Hoe bestaand en nieuw met elkaar worden verweven op het niveau van ruimte en programma. Tussenruimte geeft inzicht in hetgeen wat alles samenbindt en waar intensief gebruik 46

van gemaakt wordt. Veel meer dan een verharding vormt het maaiveld een canvas waarop gebruik zich aftekent en waar plekken worden gecreĂŤerd of afgebakend. Leven op de campus refereert aan de eerste pijler die de nadruk legt op de stedelijke schaal. De student op de campus, als onderdeel van de stad. Door in meer detail te treden hoe de student en vakman gebruik maken van het terrein wordt duidelijk hoe interactie tot stand komt en het onderwijs en praktijk met elkaar worden verweven. Campus in detail geeft invulling geeft een gedetailleerde invulling aan het karakter van de ruimtes waarvan de student gebruikmaakt. Techniek en materiaal centraal stellen in de ruimtelijke ervaring en routing. Hiermee een ambitie uitsprekend met betrekking tot de ruimtelijke en materiele kwaliteit van de onderwijsruimtes.

boven naar beneden; stedenbouwkundig kader, industrieel ensemble, tussenruimte & leven op de campus


47


stedenbouwkundig kader



stedenbouwkundig kader industrie in de stad

Hierbij is gekeken naar industrie in Amsterdam. Zowel kleinschalige als grootschalige industrie in de stad is geĂŻnventariseerd. Een vorm van immaterieel industrieel erfgoed. De historie die Amsterdam en haar havens met zich meedraagt tekent zich af over grote delen van de stad. Met name het centrum en de IJ-oever vormen het canvas waarop het erfgoed zich aftekent. Opvallend is hoe de komende decennia een groot deel van de industrie uit de stad wordt verdreven. Plaats makend voor wonen en combinatie van wonen en werken wordt de vakman en indirect de vakstudent uit de stad verdreven. Dit terwijl er een groeiende vraag is naar vakmensen zowel binnen als buiten de stad.

boven: industrie in Amsterdam(rood) midden: herontwikkeleing industrie tot woon/ werk(zwart) onder: Oranjewerf

50



stedenbouwkundig kader scheepsbouw

Scheepsbouw heeft een rijke historie in Amsterdam en heeft veel raakvlakken met de vakonderwijs metaalbewerking. Daarnaast heeft de scheepsbouw een bijzonder karakter in de vorm van de schaal en grofheid van het werken met metaal. Dit sluit aan op mijn visie voor het vormgeven van het vakonderwijs voor metaalbewerking en wereld die ik de studenten wil bieden. Een bijzonder sfeervolle wereld, afhankelijk van de blik waarmee er wordt gekeken. Een grove industrie die alle facetten van het bewegen over het water faciliteert. Van de pondjes die het IJ oversteken tot internationale vaartuigen die de oceanen trotseren.

boven; pondje voor onderhoud in de binnenhaven van de Oranjewerf onder; lasser aan het werk op de hellingbaan van de Oranjewerf, Eelco Schouten

52



stedenbouwkundig kader Oranjewerf

De Oranjewerf opereert als een schiereiland ten opzichte van andere relevantie industrie en de stad. Iedere windrichting van het terrein vormt een nieuwe context wat de werf zo uniek maakt. De Oranjewerf maakt al 70 jaar onderdeel uit van Amsterdam-Noord en wordt door de witte boogbrug nummer 469 verbonden aan Tuindorp Nieuwendam. De werf ligt hiermee dicht op het leven in de stad en heeft de stad zien groeien. Dit verankert de werf in haar context. De Oranjewerf heeft zich door de jaren heen ontwikkeld als een levend organisme wat groeit en krimpt en haar grenzen hierbij verlegd en ruimte toe-eigent.

rechtsboven; uitzicht vanuit de torenkraan van de Oranjewerf rechtsonder; witte boogbrug die de Nieuwendammerdijk en Schellingwouderdijk verbind en tegelijkertijd toegang bied tot Tuindorp Nieuwendam

54



Deze groei en krimp is terug te zien in de ontwikkeling van de werf. Opvallend is dat nagenoeg ieder gebouw als monofunctioneel object werd toegevoegd, of verwijderd, en dat het perceel zich blijft aanpassen. In het relatief korte bestaan heeft de werf een aantal grote wijzigingen doorlopen die de werf meer en meer deed verweven met de stad. Het aanleggen van de hellingbaan als startpunt, een fysieke uiting van het werk wat plaatsvindt gemaakt door vakmensen zelf. Langzaamaan het uitbreiden van de functionaliteiten in monofunctionele gebouwtjes. Het afstoten van een hal aan Greenpeace stond gelijk aan de introductie van het droogdok. Een inmiddels kadastraal object die het IJ op een nieuwe manier toegeëigend. Gepaard met kranen werd dit het nieuwe gezicht van de Oranjewerf naar de stad toe.

Een efficiëntie-slag heeft ertoe geleid de voormalige kantine en kade af te stoten. Dit bood plek voor een vorm van kleinschalig ondernemen in zeecontainers. Omstreeks 2020 zal dit een nieuwe impuls krijgen, een collectief van ondernemers in een dorp van zeecontainers en rijk groen. Hiermee blijft de individuele ondernemer bestaan rond de werf en binding houden met de kleinschalige industrie waaraan de Oranjewerf invulling geeft.

rechts en opvolgende pagina’s; tijdlijn van de werf. van drooglegging tot aan de nieuwe campus


1815

1815

1815

1850

1850

1815

1882

1882

1815


1894

1894

1815

1950-1953

1950-1953

1815

1958-1965

1958-1965

1815


1972

1972

1815

1985

1985

1815

1995

1995

1815


2001

2001

1815

2015

2015

1815

2020

2025

1815


2030






stedenbouwkundig kader afbakening

Enerzijds de natuur in de vorm van de uiterwaarden en de dijk die zich opdringen aan de werf en het terrein afschermen. Anderzijds de bouwkundige grens die de groei en krimp van het terrein vertegenwoordigd. Deze grens zoekt de binding en interactie op met de omliggende kleinschalige industrie en blijft zo een deel uitmaken van de ontwikkelingen in de buurt. Deze grenzen worden behouden en versterkt in het vormgeven van de nieuwe campus. Het afgesloten karakter biedt het terrein de ruimte en vrijheid om de uitwisseling tussen student en vakman mogelijk te maken.

bouwkundige en natuurlijke grenzen die het terrein afbakenen



links; werf vanaf de Nieuwendammerdijk rechts; fabriek vanaf de uiterwaarde ten oosten van de werf



links; binnenhaven van de werf met op de voorgrond auto’s van de ondernemers die zich in de containers vestigen rechts; tussen de ondernemer containers uitkijkend op de hellingbaan van de werf met erachter de loods



stedenbouwkundig kader vorming ensemble

Het schiereiland wat oranjewerf heet wordt drukker bezet en intensiever gebruikt. Het karakter van het terrein naar omgeving veranderd niet, de intensiteit wel. De bestaande en nieuwe elementen vormen een nieuw ensemble wat de gebruikers van de campus in staat vrij te kunnen werken en bewegen op het industrieel ensemble. Hiermee wordt de Oranjewerf opnieuw onderdeel van de IJ-oever, maar ook Tijndorp Nieuwendam. Industrie aan het IJ, onderwijs aan de wijk. De student is de schakel tussen deze werelden en geeft invulling aan Campus Oranjewerf.

bestaand ensemble als canvas voor het nieuwe





industrieel ensemble



industrieel ensemble Oranjewerf

Het samenbrengen van student en werknemer vraagt om een vertrouwde omgeving die de gemene deler versterkt; werken met metaal. Om ontmoeting en interactie uit te lokken wordt het bestaande ensemble van de werf geherinterpreteerd om deze om te vormen naar een industrieel ensemble van praktijk en onderwijs. De werf zoals deze bestaat herbergt een vorm van harmonie in de vorm van een werkproces wat gestroomlijnd wordt uitgevoerd, in dit geval vaak dag en nacht. Uiteenlopende ruimtes en levensgrote gereedschappen vormen het ensemble van industrie wat zich richt op scheepsbouw waarbij intensief wordt gewerkt met metaal. Het onderwijs van de student metaalbewerking vertoont veel raakvlakken met praktijk die plaatsvindt

op de werf. Om het onderwijs in te passen is een inventarisatie van de werf gedaan om te bepalen hoe er ontworpen kan worden met tastbare en ontastbare ruimtes en handelingen binnen het werken met metaal.

werf uitgelicht in haar omgeving

78


79


industrieel ensemble elementen van de werf

De werf bestaat uit monofunctionele elementen die op een unieke manier invulling geven aan het werken op de werf. De helling is een van de buitenwerkplaatsen waar grote schepen langzaam op worden getakeld om ze bereikbaar te maken op het maaiveld. Het droogdok is, net als de hellingbaan, een buitenwerkplaats waar op grote schaal schepen worden onderhouden nadat het dok droog is gepompt. De fabriek laat zien hoe de werf invulling geeft aan het werken met mechaniek en het voorbereiden van de werkzaamheden die buiten plaats vinden. De loods biedt plek aan een kleinere binnenwerkplaats waar aan kleine schepen en onderdelen worden gewerkt die vervolgens het terrein op worden gebracht.

De opslag is verstopt achter het kantoor van de leiding van de werf. Overzicht en functionaliteit staan hier centraal. Deuren en schuifdeuren zijn de toegangspoorten naar de werkplaatsen van de vakman. De schuifdeuren zijn als een gordijn wat het decor zichtbaar maakt. Ze laten de schaal van het werk zien en geven een inkijk in de ruimtes die erachter schuilgaan. Kranen vullen de lucht met trage bewegingen en slaan een constant veranderende schaduw over het terrein.

1: fabriek 2: opslag 3: loods 4: droogdok 5: hellingbaan 6: torenkraan laag 7: torenkraan hoog 8: kraanbaan 9: binnenhaven

80


01 02 03 06

03

05 07 09

04

08

81








industrieel ensemble functioneren & intensiteit

Een inventarisatie van de werf legt al gauw bloot hoe orthogonaal de werf op het terrein functioneert. Het onderstreept hoe extreem functioneel ingericht het terrein is, waar de deuren direct verbonden zijn aan de grote lijnen op het terrein. Dit tekent het grove gebruik van het terrein en vormt de basis van het functioneren, buiten de werkplaatsen om. Dit tekent het intensieve gebruik van het terrein. Door het inventariseren van de bewegingen komen kruisingen naar voren en wordt duidelijk welke ruimte op een manier ingezet kan worden. Hierop wordt ingespeeld door middel van het precies positioneren van nieuwe ruimtes die een extra laag toevoegen aan de intensiteit die de werf al omvat.

simulatie van de bewegingen en intensiteit op het terrein, op basis van entrees en werkzaamheden verspreid over de werf

88


89


industrieel ensemble speelruimte

Om het nieuwe programma en al haar bewegingen een plek te geven op de werf is een kader vastgesteld; speelruimte. De inventarisatie en analyse van de werf leidt tot speelruimte die wordt die wordt benut in het positioneren en ontwerpen van nieuwe ruimtes. Ook legt het de basis voor het vormgeven van de tussenruimte. Het flexibele gebruik van het maaiveld en de logistieke bewegingen van de werf uiten zich fysiek in de speelruimte. Dit gebruik en haar bewegingen waarborgen het functioneren van de werf, een voorwaarde voor het samenvoegen van onderwijs en praktijk. Zonder het huidige werkproces heilig te verklaren geeft deze speelruimte een kader waarbinnen de nieuwe campus zich zal vormen.

ruimte, zwart, die de student zich toe kan eigenenen

90


91


industrieel ensemble nieuw programma

De eerder vastgestelde speelruimte en het programma worden over elkaar heen gelegd over de werf. Deze speelruimte is leidend in het inpassen van het nieuwe programma wat het onderwijs faciliteert en leven op de campus mogelijk maakt. Hierbij wordt voortgeborduurd op het monofunctionele karakter van de bestaande ruimtes. Het nieuwe programma wordt als een uiteen getrokken school over het terrein verspreid om de student tussen de lessen door over het terrein de laten bewegen en de vakman te ontmoeten. Een balans tussen de werkplekken binnen en buiten voor zowel de werknemer als de student. Zo ontstaan er 4 gebieden waartussen interactie en uitwisseling mogelijk is. Een uitzondering hierop is Werkplaats Mensa die ten alle tijden gebruikt wordt die iedereen die zich op het terrein bevindt. Een uitvalsbasis voor het rustmoment op de werf, op een andere wijze ontmoeten.

zwart; gedeelde ruimtes, rood; werkplaatsen werf, blauw; werkplaatsen student

92


93


industrieel ensemble lesruimtes

De lesruimtes zijn centraal georganiseerd om een plein te maken tussen alle gebouwen in. Een plein van texturen, materieel en materialen. Hiermee krijgt deze ruimte een nieuwe laag in het gebruik van de werf; ontmoeting van alle gebruiken op het terrein. De lesruimtes gaan op verschillende wijzen de interactie aan met het bestaande programma. Met respect en kennis voor het werkproces parasiteren, wrijven en infiltreren de nieuwe ruimtes de werf. Nieuwe bewegingen uitlokkend, worden de lesruimtes zorgvuldig geplaatst ten opzichte van de bestaande ruimtes. Werkplaats Mechaniek wordt bovenop de loods geplaatst om zo nieuwe inzichten te bieden op het werk wat binnen plaatsvindt.

Werkplaats Analoog is tegen de fabriek geplaatst om de grote aantallen gebruikers te trechteren in een transparante wig, voordat de ruimtes worden betreden. Werkplaats Digitaal infiltreert de bewegingen en gebruik op het maaiveld. Als een podium van de toekomst laat het transparante paviljoen zien wat digitalisering voor mogelijkheden biedt en hoe groot de invloed de mens hierin is.

lesruimtes, georganiseerd rond een nieuwe centraal plein wat wordt doorkruist door een schuine as die langs de werkplaats analoog uitkijkt over het IJ, aan de andere kant de werkplaats digitaal als andere uiterste

94


95


industrieel ensemble gedeelde ruimtes

Kenmerkend voor een campus wordt een groot aandeel van de ruimtes vertegenwoordigd door gedeelde ruimtes. Een veelvoud een functies die iedere gebruiker bedient. In het nieuwe programma zijn een aantal functies vastgesteld om het specifieke gebruik van de werf en vakonderwijs voor metaalbewerking te faciliteren. Werkplaats Mensa en Werkplaats collectief geven fysiek invulling aan het samenwerken van student en werknemer. Op uitersten van het terrein worden de diametraal op de nieuwe lesruimtes geplaatst. Hierdoor een as van gedeelde ruimtes makend. De twee werkplaatsen kenmerken de start, midden en eind van de dag. In groepsverband wordt gebruikt gemaakt van de ruimtes waar student en werknemer samen worden gebracht.

Werkplaats Administratie en Werkplaats Huismeester geven op een ander abstractieniveau invulling aan de uitwisseling tussen student en werknemer. WP Administratie biedt ruimte aan de organisatie van de werf. Praktijk en onderwijs worden hier samengevoegd in programma en wordt bepaald hoe de uitwisseling tussen student en werknemer zich manifesteert in fysieke handelingen. Hier wordt invulling gegeven aan het grijze gebied die de architectuur van de campus creĂŤert. De huismeester is het gezicht, entree en controle van de werf. De nadruk leggend op het afgesloten karakter van de werf, met een helder entree.

gedeelde ruimtes met ieder een plein wat zich uitstrekt voor het gebouw, waar interactie plaatsvind op de route van en naar de ruimtes

96


97


industrieel ensemble woonruimte

Ruimte maken voor de privĂŠ-omgeving van de student. Buiten het leren om een plek geven om samen te leven en zelfstandigheid op te bouwen met de andere studenten. De woonruimte en het maaiveld eronder vormen een vrijhaven waar de student zijn of haar eigen ruimte kan innemen en werken aan eigen projecten op eigen tempo en eigen wijze. Ten noorden van de binnenhaven richten de woonruimtes zich op de galerij aan de zuidzijde, uitkijkend over het IJ en de dijk aan de noordkant. Met doorkijken naar Tuindorp Nieuwendam tussen de hoge bomen van de Nieuwendammerdijk. De woonruimte is bewust buiten de overige werkplaatsen gepositioneerd om de student de ruimte te geven om te kunnen leven en iedere dag langs het water en de hellingbaan naar de kantine toe te bewegen.

woonruimte, bovenaan de binnenhaven, uitkijken over de werf en het IJ

98


99


industrieel ensemble structuren

De nieuwe functies borduren voort op de unieke structuren die zich reeds op het terrein bevinden. Unieke structuren die ruimte maken voor de activiteiten die binnen plaats geven. Afgeleid van de schaal en omvang van het werk zijn de structuren hierop aangepast en versterken de monofunctionaliteit van de gebouwen door ze van unieke materialen te voorzien. Zo ontstaat een collage van materialen en details die de maakbaarheid van de ruimtes laten zien en aansluiten op het onderwijs.

verzameling van structuren die de campus omvormen tot een gebouw met hyperspecifieke ruimtes

100


101


industrieel ensemble kruisingen

De positionering van de nieuwe gebouwen heeft nieuwe bewegingen en gebruiken tot gevolg. Door de gebouwen op uitersten van de werf te plaatsen ontstaan lange looplijnen waarlangs vele gebeurtenissen plaats kunnen vinden. Ook zorgen de nieuwe functies ervoor dat nagenoeg iedere hoek van het terrein wordt gebruikt als dit niet al het geval was. Hierdoor ontstaat een veelvoud aan kruisingen waar plek is voor ontmoeting en uitwisseling tussen student en vakman. De nadruk is gelegd op het intensief gebruiken van het terrein en de beide gebruikers zoveel mogelijk samen te brengen zonder elkaars werk- of leerproces te verstoren.

kruisingen van bestaande en nieuwe bewegingen.

102


103


industrieel ensemble nieuwe campus

Deze elementen en al haar bewegingen vormen de nieuwe campus. Een nieuwe geheel waar student en werknemer gelijkwaardig zijn en constant van elkaar kunnen leren. Een bonte verzameling structuren, materialen en functies maken de campus een dynamisch schiereiland waar de student en werknemer de vrijheid en verantwoordelijkheid krijgen zich het terrein volledig toe te eigenen en een eigen leefwereld te creĂŤren. Al deze gebouwen en bewegingen worden samengebonden door het maaiveld wat bij industriĂŤle ensembles een hyper functionele rol vervult. Binnen de nieuwe campus worden nieuwe lagen toegevoegd aan de ruimte tussen de gebouwen en elementen van de werf.

nieuwe campusl gevormd door bestaande en nieuwe elementen, funtionerend als organisme

104


105


tussenruimte



tussenruimte lappendeken

Het diverse gebruik van materialen, processen en gereedschappen, heeft het maaiveld van de werf gevormd. Paden aangelegd waar nodig, zand en gras nemen over waar geen activiteit plaatsvindt. Roestdeeltjes kleuren het maaiveld en plinten, de kleur dieper wanneer er intensief gewerkt wordt. Dit tekent de ruimte tussen de gebouwen van de werf die minstens zo intensief gebruik wordt. Een buitenwerkplaats die zich constant ontwikkeld, groeit en krimpt. Een lappendeken van kleuren, texturen en materialen. Deze ruimte vormt het podium voor ontmoeting en uitwisseling tussen student en vakman. Een middenweg zoekend tussen werken en bewegen, concentratie en ontspanning. Een nieuwe lappendeken is ontworpen waarbij het functioneren van de werf is meegenomen, en de nieuwe uitwisseling wordt gefaciliteerd.

werf uitgelicht in haar omgeving

108


109




tussenruimte zones & gebruik bestaand

Door te inventariseren van het gebruik van het maaiveld zijn zones te herkennen. Deze zijn tekenend voor het functionele gebruik van de werf. Om het nieuwe programma te verweven met het bestaande heb ik het detail van de stelconplaten over het hele terrein uitgetrokken om zo iedere hoek en plek op het terrein een soort gelijkwaardigheid te geven. En de basis vormt voor het maken van nieuwe zones en ruimte geeft aan de nieuwe bewegingen op het terrein. Door te studeren op de stelconplaten en haar structuren hoe deze plek kan geven aan de verschillende gebruiken op het terrein; verkeer, werken en opslag.

bestaande zones op de werf, een tekening van het gebruik en organisatie van het terrein.

112


113


tussenruimte zones & gebruik nieuw

De nieuwe zones zijn een afgeleide van hetgeen er reeds plaatsvindt, en wat plaats kan vinden binnen de nieuwe campus. Bij de woonruimte en gedeelde ruimtes verlengt het maaiveld de ruimtes en creĂŤert zo plekken voor ontmoeting of werken. Hierbij wordt verbinding met het overige programma gezocht zoals bij werkplaats collectief. Tegenover de fabriek spreidt het maaiveld in haar textuur uit tot aan de fabriek. Zo de werkplaats verlengend tot tussen de grote gebouwen. Hiermee plek makend voor werken en uitwisseling tussen student en werknemer.

De nieuwe zones reorganiseren het maaiveld, zonder het werkproces van de werf ernstig te verstoren. Een heldere opzet tegenover de in Stelcon gegoten olifantenpaden die de werf heeft getekend door de jaren heen. Dit zal zich op een nieuwe manier aftekenen op de specifieke detaillering van het maaiveld die de nieuwe campus kenmerkt.

nieuwe zones; gebieden afgebakend, ruimte makend en routing bepalend

114


115


tussenruimte zones & stelconplaten

De nieuwe inrichting van de werf biedt indirect ruimte aan de uiterwaarde en Nieuwendammerdijk die zich opdringen aan de werf. Hierop wordt gereageerd door een geperforeerde plaat te introduceren waarvan de perforatie is aangepast naar de vorm van natuur die zich voordoet. Mos, gras, planten, struiken en bomen. De natuur groeit zo mee met de opslag van het materiaal en de industrie wordt verweven met de natuur. Het industrieel ensemble wordt zo verbonden door een divers maaiveld wat ruimte maakt tussen de gebouwen en plek biedt aan de uiteenlopende activiteiten van het terrein.

bestaande natuur gaat samen op in de campus door de geperforeerde stelconplaten. Natuur krijgt de ruimte om op het terrein te groeien naargelang het gebruik van het maaiveld dit toelaat.

116


117


links, boven naar beneden; stelcon glad, stelcon geperforeerd & stelcon gestructureerd rechts; plattegrond nieuwe campus



links: overzicht 1:500 maquette rechts: detail 1:500 maquette, binnenhaven en droogdok op de voorgrond



leven op de campus

122


123


leven op de campus storyboard van de student

De student en werknemer maken de campus door er te leven, gebruik van te maken en vooral eigen te maken. De student speelt hierin een grote rol doordat deze op het terrein woont. Hoe beweegt de student zich over het autonome terrein tussen de ruimte en werknemers door? Het werk- en leerproces wat op het terrein plaatsvindt zijn leidend in de positionering en oriĂŤntatie van de nieuwe ruimtes. Hoe deze ruimtes worden gebruikt is aan de hand van een storyboard ontwerpen hoe de student gebruik maakt van de campus. Een dag op Campus aan De Werf.

124


wonen 07:00 exterieur

wonen 07:00 inteirue

mensa 07:15 exterieur

mensa 07:30 inteireur

theorie 08:30 exterieur

theorie 09:00 interieur

analoog 09:30 exterieur

analoog 10:00 interieur

digitaal 11:00 extereur

digitaal 11:30 interieur

mechaniek 13:00 exterieur

mechaniek 13:30 interieur

administratie 14:30 exterieur

administratie 15:00 interieur

collectief 15:30 exterieur

collectief 16:00 interieur

huismeester 17:00 exterieur

huismeester 17:30 interieur

125


leven op de campus werkplaats wonen

De werkplaats wonen bied de student plek om zich te vestigen op het terrein en de ruimte eigen te maken. Een eigen studio die dubbelt als persoonlijke werkplaats. Een uitvalsbasis voor de dag en studie die komen gaat. De studio’s zijn opgetild van het maaiveld waardoor een nieuw maaiveld ontstaat waar de privÊwereld van de student begint. Langzaam afdalend over de massieve hellingbaan wordt de campus van het leren en werken betreden. De hellingbaan van beton en staal gaat over in de stelconplaten die het terrein van een vloer voorziet.

126




N 0

20


transparante schil

structuur

nieuw maaiveld

connectie maaiveld



leven op de campus werkplaats mensa

De dag begint in de werkplaats mensa. Langzaam bewegen de student en vakman zich over het mistige terrein voor ontbijt en koffie. Onder de overkapping verzamelen zich kleine groepjes die vervolgens de lopende band van de kantine betreden. Jas ophangen, toilet, handen wassen, dienblad pakken en eigen eten serveren. Een grote tafel staat klaar voor iedereen op het terrein om zich te mengen en voor te bereiden op het werk wat komen gaat. Het IJ en de binnenhaven aan weerszijden van de tafel zet de student en vakman tijdelijk op het water voordat het beton van de campus weer betreden.

132




N 0

20


overkapping

structuur

functionele wand

nieuw kademuur



leven op de campus werkplaats theorie

Na het ontbijt verspreid iedereen zich over het terrein om aan het werk te gaan en aan de lessen te beginnen. Een klein groepje studenten begint de dag met theorie, de basis van het werk wat op de campus plaatsvindt. Naast de werknemer die de fabriek in loopt stijgt de student naar het plateau wat de theoriewerkplaats in balans houdt en uitzicht biedt over het terrein. Terwijl de opkomende zon lange schaduwen over het terrein spreidt verdwijnt de student het theorielokaal in. Een laatste blik op de omgeving voordat de student het lokaal betreedt en het uitzicht wordt ontnomen en focus biedt op docent en boek.

138




N 0

20


gesloten schil

circulatie

constructie

bestaande fabriek



leven op de campus werkplaats analoog

Na de theorie aansluiten bij de les in de werkplaats analoog. Terwijl de andere helft van de klas voor een korte theorieles passeert, betreed de student de grote wig tussen de fabriek en de werkplaats analoog. Als een spiegel met andere reflectie zijn de werkplaatsen tegenover elkaar transparant en is volledig zichtbaar waar de student en werknemer in hun eigen ruimtes mee bezig zijn. Grote verticale schuifdeuren bieden toegang aan de open werkplaats die wordt overspannen door bruggen uitzicht bieden op de werkplaatsen. Via het gereedschap, slijphokken en werkbanken worden de lashokken betreden die de gevel en kolommen vormen van het gebouw. De flitsen en vonken van het lassen maken de werkplaats een dynamisch tafereel langs de hoofdas van het terrein naar het droogdok toe.

144




N 0

20


filterende schil

overspanning

werkstructuur



leven op de campus werkplaats digitaal

Van de werkplaats analoog beweegt de student zich door het verkeer vanuit het droogdok richting de volgende les. De Werkplaats digitaal is zichtbaar tussen de ruimtes door terwijl de student een groep passeert die op weg zijn naar de theorieles. Langzaam doemen de computers en machines op achter de grote glazen deuren die het hele gebouw rond openzetten. Tussen de materialen en planten van de campus door betreedt de student het podium van de werkplaats digitaal. Opgetild op een betonnen voet wordt de toekomst van het vakmanschap op een voetstuk geplaatst en zijn de ingewanden zichtbaar voor de passant. Onder het stalen grid van dunne platen is een open ruimte waar computers, machines en student samengaan. De faciliterende ruimtes dragen het grid en maken tegelijkertijd ruimte voor kleine groepen of individueel werken in de ronde ruimte.

150

Na de les is het tijd voor lunch waar hetzelfde tafereel plaatsvindt als in de ochtend. De hele campus beweegt zich naar de campus om daar samen uit te rusten en voor te bereiden op de middag. Na de lunch waaiert iedereen zich weer uit over het terrein.




N 0

20


transparante schil

structuur

dragende utliteiten

podium



leven op de campus werkplaats mechaniek

De student heeft in de ochtend de uitersten van het vak gezien in de zin van analoog en digitaal. Werkplaats mechaniek bindt deze twee samen en vormt de brug tussen de uitersten. De combinatie van analogen handelingen en digitale aansturing vraagt een andere vorm van aandacht van de student. De werkplaats is opgetild boven De Loods om de student een plek te bieden waar geconcentreerd aan de machines gewerkt kan worden. Via het plein tussen de loods en fabriek stijgt de student de grote trap op. Direct zichtbaar zijn de doorkijken die de student een nieuw perspectief geven op het werk in de loods. De doorkijken fungeren daarnaast als werkbanken waarop de student het werkstuk bestudeert, tekeningen leest en aanpassingen verricht. Aan weerszijden van overloop vol gereedschap krijgen klassen les in het werken met draaibanken en frezen. De machines en doorkijken worden verlicht door een glazen dak wat diffuus licht de ruimte in laat vallen.

156



N

N


N 0

20


gesloten schil

circulatie

perforatie

constructie

bestaande loods



leven op de campus werkplaats administratie

Voordat de lesdag wordt afgesloten gaat de student langs de administratie om een idee voor een project voor te leggen. Een stalen colonnade schermt de entree van de administratie af en bied uitzicht op het droogdok. De ontvangst bestaat uit een combinatie van individuele werkplekken de materiaalvoorraad van de campus achter een glazen wand. Tussen de werkplekken en voorraad door naar de administratie boven die uitzicht heeft over het hele terrein en de voorraad. Een fijnmazige en lichte constructie tekent de zachte ruimte in verhouding tot de campus. Onder een dak werkt de organisatie van de school en de werf samen om invulling te geven aan uitwisseling tussen werf en de school.

162




N 0

20


schil

circulatie

structuur

bestaande opslag



leven op de campus werkplaats collectief

De lesdag wordt afgesloten in de werkplaats collectief waar in grote groepen samengewerkt wordt aan grote projecten. De werkplaats staat tegenover de fabriek waardoor een plein ontstaat waar grote objecten zich heen en weer bewegen. Grote schuifdeuren zetten beide werkplaatsen open naar het plein waardoor het een grote werkplaats wordt. De werkplaats wordt overspannen door een groot vakwerk wat tegelijkertijd de sporthal erboven draagt. Boven de werkplaats zijn werknemers aan het sporten die ‘s avonds aan het werk gaan.

168




N 0

20


lichtfilter

constructie sporthal

schuifwanden

vrijmaken maaiveld



leven op de campus werkplaats huismeester

De student sluit de lesdag af en gaat op weg naar zijn studio om daar verder te werken aan zijn eigen project. Onderweg passeren vrachtwagens en onderaannemers de huismeester. Een herinnering dat de campus een werf is waar gewerkt wordt en wordt gevoed met materiaal en kennis van buitenaf. De huismeester is het bekende gezicht van de campus en positioneert zich op de grens van de campus. Een markant ontvangst door een klein gebouw wat de nadruk legt op schaalverschillen de zich op de campus manifesteren in het gereedschappen en ruimtes.

174

Nadat de vrachtwagens gepasseerd zijn kan de student aan het werk onder de studio’s. Hier is het maaiveld ingericht als buitenwerkplaats waar de student kan werken, maar nog wel onderdeel is van het functioneren van het maaiveld. De vakman beweegt zich tussen de studenten door waardoor toevallige ontmoeting en interactie mogelijk is. Onder de langzaam ondergaande zon werkt de student aan zijn eigen project terwijl de werf op de achtergrond doorwerkt op de hellingbaan.




N 0

20


overkapping & welkom

constructie

connectie maaiveld



leven op de campus s ’avonds

Aan het eind van de dag gaan alle student voor het avondeten naar de werkplaats mensa waar zij de vakman ontmoet die de avonddienst gaat draaien. Terwijl de student de dag afsluit, bereid de werknemer zich voor op een werkdag. Een aantal werknemers die overdag hebben gewerkt sluiten aan bij het diner om daarna een cursus te volgen in de werkplaats digitaal. Na het diner verspreid iedereen zich weer over het terrein. De student gaat rusten, werken, sporten of sluit aan bij de cursussen die s ’avonds worden geboden in de lesruimtes. De werf werkt door de nacht in terwijl de student zich terugtrekt in de woonkamer met studiegenoten. Uitzicht over het IJ en de stad of Tijndorp Nieuwendam Onder toeziend oog van de student en kraanmachinisten leggen de stelconplaten een gouden grid over het terrein door de ondergaande zon.



campus in detail



campus in detail werkplaats mechaniek

Gebruik makend van het bijzondere karakter van werkplaats; binnen/buitenruimte of tussenruimte. Materiaalverbindingen, constructieknopen en onafgewerkte materialen zijn onderdeel van het ruwe karakter van de werf. Boven alles vormen deze de leefwereld van de vakman in spe. Dit principiĂŤle karakter in de detaillering komt terug in alle gebouwen die de nieuwe campus vormen. Vinden van een vormentaal in een wereld van golfplaten en simpele staalconstructies. Een omhulsel of schil kan precies dat zijn; een omhulsel of schil. Functioneel, praktisch, achteloos vastgeschroefd op een ondankbare brok staal. Bittere realiteit in de wereld van de werkplaatsen waar de focus ligt op hetgeen wat binnen deze detail plaatsvindt. Een campus, een plek voor leren en leven, vraagt om een inslag vanuit de gebruiker en hoe deze zich verhoudt tot die ruimtes die zich zo snel tot een vanzelfsprekendheid vormen. Subtiele details die de nadruk leggen op de tactiliteit van de constructie, glas, gevel en andere elementen die samenkomen. 184

rechts: 1:500 maquette campus, werkplaats mechaniek uitgelicht





188


links: 1:50 maquette werkplaats mechaniek; MDF, Acrylaat, Messing, CorTen staal, staal, & polystyreen boven; detail loods(bestaand) en nieuwe werkplaats

189


190


links: aanzicht boven; detail interieur werkplaats

191


192


links: student(blauw) en werknemer(rood) in en ronde de werkplaatsen boven: aanzicht Oostgevel

193


Afsluiting



afsluiting vooruitblik

Dit ontwerpend onderzoek heeft geleid tot een ruimtelijk experiment van het samenvoegen van praktijk en onderwijs. Een experiment waarbij interactie tussen vakmensen centraal staat. Hiermee heb ik invulling gegeven aan mijn visie op het vakonderwijs. Vormgeven aan onderwijs naar waarde die de leerlingen hebben in onze samenleving. Ruimte biedend aan experimenteren en spelen binnen de kaders van techniek en materiaal. (Diepraam, 2016) Met dit experiment heb ik een werkwijze ontwikkeld waarmee vakonderwijs benaderd kan worden. Deze werkwijze biedt een basis voor de toekomstige uitdagingen en ontwikkelingen waarmee vakonderwijs geconfronteerd wordt. Digitalisering en automatisering de meest urgente thema’s waarop ingespeeld moet worden, waarbij het individu als mens wordt benaderd, niet als een deelnemersnummer. Globalisering en stedelijke verdichting zijn thema’s die op langere termijn invloed uitoefenen op het vakonderwijs, wat mogelijk beïnvloed wordt door de huidige 196

pandemie en waarschijnlijk toekomstige uitdagingen. Hiermee tracht ik een beeld te schetsen waarbinnen ik mijzelf als architect zie denken en ontwerpen. Vanuit mijn specialiteit meedenken over de toekomst van het vakonderwijs, dialogen aangaan met beleidsmakers, onderwijsprogrammeurs, docenten en leerlingen. Samen vormgeven aan het onderwijs van het individu als waardevol onderdeel van de maatschappij. Dat zie ik als mijn verantwoordelijkheid als architect.


197


dankwoord

Dank aan iedereen die mij heeft begeleid, gesteund, afgeleid en geholpen. Tijdens mijn afstuderen, maar ook de jaren en opleidingen ervoor. Rob Paulien & Dingeman Danielle Huls Jerryt Krombeen Jolijn, Rixt & Midas Bert, Renee, Gertjan, Guido & Menno Wim Vleeskens Tjeerd, Marthijn, Sascha, Willem, Sil, Martijn & Sven; Rogier & Willeke Simon, Jeroen, Ewout, Silko, Thom & Joost Marilu & Lynn Hoeshmand Arco Robert & Menrik Wesley, Niels & Goran Sylvia, Frank & Melin En Jiska; zonder wie ik dit, of mijn hele studie, niet had kunnen doen.



bronnen

Diepraam, M. (2016, augustus 1). kweekvijver van talent. Metaal Journaal, pp. 28-32. Doorneveld, A. (2018, april 24). Sigrid van Essel, de wolkenfabriek en de Oranjewerf. Opgehaald van oost-online: https://oost-online.nl/sigrid-van-essel-de- wolkenfabriek-en-de-oranjewerf/ Folmer, W. (2014). de metaalmedewerker van morgen. Hazerswoude-dorp: Opleidings- en ontwikkelingsfonds Metaalbewerking. Jaarsma, B. (2015, December 17). Metaalmedewerkers van de toekomst worden ambassadeur voor de techniek. Opgehaald van Koninklijke Metaalunie: https:// metaalunie.nl/Details/2015/12/17/Metaalmedewerkers-van-de-toekomst-worden- ambassadeur-voor-de-techniek Jaarsma, B. (2018, Mei 8). Nadruk op woningen verdrijft maakindustrie uit de stad. Opgehaald van Koninklijke Metaalunie: https://metaalunie.nl/Details/2018/05/08/ Nadruk-op-woningen-verdrijft-maakindustrie-uit-de-stad Pietsch, S., Schreurs, E., Mandias , S., & Broekhuizen, D. (2018). The New Craft School. Rotterdam: Jap Sam Books. Sennet, R. (2016). De ambachtsman: de mens als maker. Amsterdam: J.M. Meulenhoff.

200


201


colofon

Academie van Bouwkunst Amsterdam Augustus 2020 Jesse Mommers Edisonstraat 105 bis A 3553BP Utrecht 06 43 48 35 81 mommers.j[at]gmail.com Commissie Rob Hootsmans (mentor), Hootsmans Architectuurbureau Paulien Bremmer, Studio Paulien Bremmer Dingeman Deijs, Dingeman Deijs Architects Toegevoegde leden t.b.v. examen: Floris Hund, Hund Falk Architecten Winfried van Zeeland, ZAPP

Š 2020 Jesse Mommers

202



PROJECTBOEK afstuderen

Jesse Mommers


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.