H
Paden, lanen, heuvels en weiden in park Sonsbeek
N ERLAA WAGN
APELD
Ruyteren berg
OORN SEWEG
Apostelen berg
Belvedere
RNSEWEG APELDOO
Enge
Lange Wammes
Ingang
lsela
Ronde Weide
an
Hertenkamp
eek Jansb
(voorhTelleg een enlaa Hoofd n laan)
weg Verdekte
Franselaan
St.
allee Ceder
Elzenpas
G
Grote Weide
Witte Watermolen
Moeras Weide Bleek Fontein Weide Vijver
Paviljoen
Kleine Weide
Standbeeld Lorentz
Steile Tuin enlaan Telleg Theepit
Bezoekerscentrum
St. Jansveld
SEWEG
Tulpenlaan
Grote Waterval
Hartgers berg Witte Villa Roelofs berg
Engelse Berg Koude Vijver IJskelder Forellen Vijver
Grote Vijver
n
KWE
Dassenaard of Larikskop
enlaa
SBEE
PARKWEG
Dennen kop
De Boerderij
Karper Vijver
Beuk
Lariksdal
SON
Wiltbaan
Slakken gat
Amorsrond Koude Berg
Kleine Waterval
Zwanenbrug
Punt Weide
Watermusem St. Agnieten/ Begijnemolen
DAAL ZYPEN
Ingang
O L A N D T O U R 2 0 1 0
A C A D E M I E V A N B O U W K U N S T
COLOFON
Paden, lanen, heuvels en weiden in park Sonsbeek
RNSEWEG
Punt Weide
Ingang
Watermusem St. Agnieten/ Begijnemolen
De Boerderij
DAAL
ZYPEN
Grote Vijver
n
Hartgers berg Witte Villa
St.
Grote Weide
Standbeeld Lorentz
Steile Tuin
Witte Watermolen
Moeras Weide
enlaan Telleg Theepit
Bleek Fontein Weide Vijver
Paviljoen
Bezoekerscentrum
St. Jansveld
SEWEG
Tulpenlaan
Grote Waterval
enlaa
Roelofs berg
Engelse Berg Koude Vijver IJskelder Forellen Vijver
Elzenpas
Zwanenbrug
Dassenaard of Larikskop
weg
(voorhTelleg een enlaa Hoofd n laan)
St.
Bezoekerscentrum
St. Jansveld
SEWEG
Kleine Waterval
Karper Vijver
Beuk
Lariksdal
Verdekte
Dennen kop
Franselaan
eek
Jansb
weg
Verdekte
Franselaan
allee Ceder
Bleek Fontein Weide Vijver
Paviljoen
Kleine Weide
Witte Watermolen
Moeras Weide
enlaan Telleg Theepit
Tulpenlaan
Slakken gat
PARKWEG
allee Ceder
Koude Vijver IJskelder
Wiltbaan
Grote Weide
Hertenkamp
Standbeeld Lorentz
Steile Tuin
Ingang an
PARKWEG
Witte Villa
Roelofs berg
Forellen Vijver
Ronde Weide
Amorsrond Koude Berg
G
Hartgers berg
KWE
n
SBEE
SON
Wiltbaan
Dassenaard of Larikskop
Engelse Berg
Grote Waterval
Karper Vijver
enlaa
lsela
an
lsela Enge
Dennen kop
Enge
Lange Wammes
Ingang
Beuk
Lariksdal
SEWEG
APELDOO
RNSEWEG
APELDOO
Grote Vijver
OORN
Apostelen berg
Belvedere
SEWEG
Hertenkamp
Slakken gat
Koude Berg
De Boerderij
APELD
Ruyteren berg
OORN
Apostelen berg
Belvedere
Ronde Weide
Amorsrond
Paden, lanen, heuvels en weiden in park Sonsbeek
N ERLAA WAGN
APELD
Ruyteren berg
Lange Wammes
(voorhTelleg een enlaa Hoofd n laan)
N
ERLAA
WAGN
Elzenpas
Zondag 27 juni Maastricht | 125 Tilburg | 137 Breda | 167 Hilversum | 173 Amsterdam | FINISH
eek
Jansb
| 99 | 111 | 117
Kleine Waterval
Zwanenbrug
G
Zaterdag 26 juni Heerlen Lemiers / Vaals / Margraten Maastricht
coördinator: Paul Kuitenbrouwer
M
chefs d’equipe: Niels Westmeijer Gert-Jan Wisse
M 06 M
excursiegidsmakers: Tim Nagtegaal M 06 Onneweer M 06 Sjors
KWE
|9 | 15 | 17 | 19
SBEE
Donderdag 24 juni Amsterdam | START Almere Flevopolder Elburg Putten Nijverdal | 21 Enschede | 25 Vrijdag 25 juni Hengelo | 49 Zutphen | 59 Rheden | 61 Arnhem | 63 Nijmegen | 65 Arnhem | 81
SON
Punt Weide Ingang
Watermusem St. Agnieten/ Begijnemolen
DAAL ZYPEN
Kleine Weide
7839
5250
Deelnemers Holland Tour Arjan Bakker Michael van Bergen Narda Beunders Annette Bos Jasper ten Bosch Tom Brons Teun Cluitmans Matt Colby Jurgis Dagelis Dirk Durrer Niek Heijboer Pascal Henneberque Bas Hoevenaars Nanna Janby Milda Jusaite Egle Kazdailyte Boline Khan Mark Klaarenbeek Veronika Kovacsova Bart van Leeuwen Els van Looy Joep Meijer Robin Middelkoop Tim Nagtegaal Sjors Onneweer Judith van der Poel Laura van der Pol Stephan Sliepenbeek Jasper Smits Mark Spijkerman
David Tins Katerina Tlachova Reinier van Valkenhoef Chris Verstappen Inge Vleemingh Niels Westmeijer Robert Wienk Gert Jan Wisse Marianne Zeedijk Ninja Zurheide Lars Zwirs
3
AMSTERDAM ALMERE
(flevopolder)
NIJVERDAL
HILVERSUM
Paul Kuitenbrouwer Oene Dijk Aart Oxenaar Rogier van den Berg Patricia Ruisch Marieke Timmermans Machiel Spaan Marina van de Bergen
ZUTPHEN
ARHNEM
HENGELO ENSCHEDE
RHEDEN (ooiploder)
NIJMEGEN BREDA
TILBURG
HEERLEN MAASTRICHT
LEMIERS
Voorwoord Architectuur, Stede(n)bouw en Landschap zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dat gaan we met z’n allen ervaren op deze HOLLANDTOUR2010, waarmee de Academie van Bouwkunst Amsterdam het eerste jaar naar goed gebruik gaat afronden. Deze tour ligt in het verlengde van de collegereeks “Repertoire”, die ik voor jullie mocht inrichten, in februari en maart van dit jaar. Maar vooral in het verlengde van de reeks analyseoefeningen “Repertoire” A, S en L van het afgelopen semester. Een aantal van de door jullie geanalyseerde plannen in het ‘Kunstwerk Nederland’ gaan jullie nu echt bezoeken. Een mix van klassiekers en projecten van recenter datum. Die mix stelt je in staat de invloed van de factor tijd op de projecten te interpreteren en ontwerptypologieën uit het verleden te toetsen aan ontwerpconcepten van nu. Van Tuindorp Het Lansink in Hengelo tot Witbrant Oost ten westen van Tilburg. Je zult zien dat het daadwerkelijk verkeren in een landschap, gebied, gebouw of interieur veel toevoegt aan de kennis, die je op basis van foto’s, tekeningen, maquettes en plananalyses al bij elkaar hebt gebracht. Het ervaren van de derde dimensie en de ‘touchability’ van het bestudeerde object is bij het opslaan van zo’n project in je geheugen van onschatbare waarde. Als ontwerpers bouwen we bewust én onbewust een ongekende bibliotheek op van beelden, ervaringen en sferen. Lees Peter Zumthor, de Zwitserse architect van de Therme in Vals (Graubünden, 1996) er maar op na [Thinking Architecture1; Atmospheres2]. Je eigen zintuigen zijn je belangrijkste registratieinstrumenten! Mijn collegereeks opende in februari met een inspirerend drie uur durend betoog van mijn ‘mentor’ Jo Coenen, waarvoor ik in totaal negen jaar mocht werken, aanvankelijk op zijn architectenbureau in Maastricht, en later in zijn Atelier Rijksbouwmeester in Den Haag. Coenen is een man met een enorme kennis en een jaloersmakende verzameling beelden en ervaringen in zijn
hoofd, die hij telkens weer inzet wanneer hij ontwerpt. Daarnaast breidt hij zijn ‘collectie’ al werkend, reizend, ervarend, steeds verder uit. Deze manier van werken heeft hij zeer toegankelijk uiteengezet in zijn recent verschenen boek “Jo Coenen | Noties”3. Daarin zijn een aantal terugkerende thema’s in zijn werk, zoals Landschap en grens, Ensemble, Continuïteit en vernieuwing opgenomen, schenkt hij een eerbetoon aan ‘vergeten’ architecten als Frits Peutz, Dom. Hans van der Laan en Jos. Bedaux (zaterdag en zondag opgenomen in ons programma) en beschrijft hij zijn methoden en toepassing in de praktijk: Plekken maken, Behoud van het bestaande en de cases Glaspaleis [SCHUNCK*] in Heerlen en zijn belangrijkste ensemble, het Céramiqueterrein in Maastricht. Léés dat boek en neem kennis van een manier van kijken naar Architectuur, Stede(n)bouw en Landschap, die jou als ontwerper een onuitputtelijke bron van inspiratie kan geven. Ontwikkel al doende je eigen manier van kijken, opslaan en verwerken in deze periode aan de Academie van Bouwkunst en daarna! Tenslotte vraag ik van jullie ook tijdens de excursie om als ‘gids’ op te treden voor de projecten die je voor deze reisgids gedocumenteerd hebt. Vooraf in de bus, maar ook ter plekke verwachten we van jou dat je het te bezoeken project bij ons inleidt en ons de bril opzet, waardoor we het project zouden kunnen bekijken. Voeg dit bij de ontdekkingen die je zelf gaat doen en je bent een onvergetelijke ervaring rijker als ontwerper van de toekomst! Ik wens jullie een inspirerende HOLLANDTOUR2010! Paul Kuitenbrouwer, coördinator HOLLANDTOUR2010
1) Peter Zumthor, Thinking Architecture, Birkhäuser, Basel Boston Berlin 2006; 2) Peter Zumthor, Atmospheres, Birkhäuser, Basel Boston Berlin 2006; 3) Jo Coenen, Noties, Uitgeverij SUN en Jo Coenen, Amsterdam 2010
5
AMSTERDAM 1.ALMERE 2.(flevopolder)
3.NIJVERDAL
6.HENGELO
4/5.ENSCHEDE
DONDERDAG 1.Almere
2.Flevopolder
LO
E
3.Nijverdal
4.Enschede (met Ton Schaap)
5.Stadswandeling met Ton Schaap
Donderdag 24 juni > OOSTWAARTS > Amsterdam > Almere > Flevopolder > Putten > Nijverdal > Enschede > Hengelo ‘Traveling Heads’: Aart Oxenaar, Machiel Spaan ‘Special guests’: Kees Hund, Ton Schaap, > THEMA’s: Centrumontwikkeling (Almere), Landschap (Flevopolder), integratie van Landschap en Architectuur (Bostoren, Putten), Stedebouw en gebiedsreconstructie (Enschede, Roombeek en stadswandeling o.l.v. Ton Schaap)
1A 1B 1C
Almere Haven | Almere Stad Centrum | Almere Buiten
2A 2B 2C 3A 3B
Flevopolder (programmapunten i.o.m. Kees Hund, tuin- en landschapsarchitect) Elburg: het ultieme middeleeuwse grid Putten, Garderenseweg: Landgoed Schovenhorst: Bostoren
4A 4B 4C 4D 5A 5B 5C 5D 5E 5F 5G
masterplan Pi de Bruijn, woningbouw ‘Eekenhof’ Villa Welpeloo cultuurkluster Rozendaal
Huis voor Cultuur en Bestuur Koninklijke Stoomweverij,
Volkspark woningbouw Pathmos synagoge stadhuis stadscentrum met muziekkwartier Oude Markt: terraszitten met Ton Schaap Stationsplein Campus TU Twente, Drienerlo
24-6
Overnachting donderdag Eden Star Hotel B.P. Hofstedenstraat 50 7551 DG Hengelo 074-8516800
Diner donderdag avond (bedrag wordt geind in de bus) Kaart: 23,50, 25,Restaurant Het Paradijs
Diner Tips:
Studenten eetcafe Arnhems Proeflokaal Spijkerstraat 3, 6828 DA, Arnhem
grieks Grieks Restaurant Delphi Willemsplein 28, 6811 KC, Arnhem
Hippe tent bij korenmarkt Barrio Habanna Pauwstraat 3 6811 GK Arnhem
vlakbij korenmarkt Bistro Olivier Pauwstraat 11 6811 GK Arnhem
goedkope pizza Pinoccio Korenmarkt 25-B 6811 GW Arnhem
7
Project: Ontwerper: Periode:
Almere Haven (Bloemkoolwijk) Projektburo Almere / Rijksdienst IJsselmeerpolders 1970 - 1985
Adres: Research: Bronnen:
- Inge Vleemingh / Milda Jusaite / Egle Kazdailyte www.almere.nl
A
L
M
Almere Haven en ‘Bloemkoolwijk’ Almere Haven is the oldest part of Almere. Although Almere Haven does not have its own railway station, it is well-connected to Amsterdam and the rest of Almere by a good bus rapid transit system. Almere Haven has a small harbour with ferry connections to the Dutch mainland, and is surrounded by large forests of poplars containing buzzards, foxes, small deer, and owls. The closest forests are Het Beginbos and Waterlandsebos. Almere Haven features the most idealistic architecture in Almere, when the goal was to build a model city on the newly reclaimed land of Flevoland. The city was planned before increasing population pressure in Almere and rising property prices caused compromises on the original vision. All housing developments are built to provide views of greenery and open spaces, and each group of houses is clustered around a little park, usually with easy access to the surrounding forests, so residents of Almere Haven do not have the sense of living in a crowded urban area. Almere Haven does not have the inconveniences of busy traffic, car pollution, and road noise because all roads are cul-de-sacs connecting to a well-hidden ring road that provides the only car access in and out of Almere Haven. The bus road system also forms a ring and most residents are no more than a few minutes walk from a bus stop.
E
R
E
do 24-6 | 1a
9
Project: Ontwerper: Periode:
Almere Stad Centrum O.M.A. (masterplan) Portzamparc (citadel) e.a. 1995 - 2010
Adres: Research: Bronnen:
Stadhuisplein, Almere Inge Vleemingh / Milda Jusaite / Egle Kazdailyte www.almere.nl / de Almere Principles
A
L
Almere Stad Centrum Het stedenbouwkundig plan voor het nieuwe stadscentrum van Almere bestaat uit een gebogen maaiveld met dichte middelhoge bebouwing. OMA wilde Almere een herkenbaar stadscentrum geven, en streefde met dit plan naar een sterke concentratie van functies. De locatie verbindt het eerdere winkelcentrum en het station met het Weerwater, een groot meer. Door het gebogen plateau (maaiveld) ontstaat een functiescheiding tussen de ‘bovenwereld’ en de ‘benedenwereld’. De benedenwereld is het gedeelte dat, boven- en ondergronds, onder dit maaiveld ligt. Dit gedeelte bestaat grotendeels uit verkeersfuncties waaronder een weg, busbanen, bevoorrading en parkeren. Daarnaast liggen er enkele winkels. Deze zijn bereikbaar langs de randen van het project, of zijn toegankelijk gemaakt via een vide. De bovenwereld is voetgangersgebied. Een hellend vlak zorgt voor een verbinding met het omliggende centrum. Vides, trappen en roltrappen verbinden het met de onderwereld. De bovenwereld bestaat hoofdzakelijk uit winkelruimte, maar er zijn ook een bioscoop, bibliotheek en horeca te vinden. Het centrale deel van het plan is de Citadel, een naar buiten toe gesloten vierkant. De grote baksteenvolumes, de dakrand die ondanks het hellende maaiveld toch horizontaal blijft, en de doorlopende reclamestrook onder deze dakrand zorgen voor eenheid binnen de Citadel. De gevelwanden van de straten in bovenwereld zijn niet evenwijdig. Hierdoor ontstaan grillige vormen, die enigszins middeleeuws aandoen. Door de sterke verbinding tussen de bovenwereld en de onderwereld vormt het hele stadscentrum een ‘megastructuur’. Ondanks de historische kenmerken staat het stadscentrum hiermee in de traditie van grootschalige modernistische stedelijke projecten uit de jaren zestig, zoals de Londense Barbican (gerealiseerd in 1976).
M
E
R
E
do 24-6 | 1b
11
Project: Ontwerper: Periode:
36 verandawoningen Buiten Almere Onix 2006
Adres: Research: Bronnen:
Marten Toonderlaan, Almere Inge Vleemingh / Milda Jusaite / Egle Kazdailyte www.onix.nl
A
L
M
Almere Buiten (verandawoningen) Op zoek naar nieuwe woonlandschappen is in Almere een gebied ontwikkeld waarbij de private ruimte en openbare ruimte in een optimale open relatie tot elkaar staan. Het wonen is niet meer introvert op een omsloten eigen tuin georiënteerd, maar informeel middels veranda’s extrovert naar een gemeenschappelijke tuin. Deze tuin is zo ontwikkeld dat door toevoeging van terpen er een natuurlijk afstand ontstaat tussen het private en het openbare. De veranda’s vormen als kraag rond het bouwvolume een tweede privacy-zone als intermediair tussen binnen en buiten. Verhoogd t.o.v. de omgeving hebben de bewoners uitzicht op een continue ruimte. De gebouwen zijn zo geplaatst dat zij de tussenruimten niet afbakenen maar juist laten. De open plek in het populieren “bos” is de afgebakende ruimte waarin de gebouwen in een losse zetting zijn geplaatst. In de groene ruimte zijn de auto’s zo vell mogelijk aan het zicht onttrokken. De auto’s hebben op maaiveld hun plek in de kraag van de bebouwing. De grote woonschuren welke ruimte bieden voor 3 en 5 grondgebonden woningen hebben vier verschillende op de context reagerende voorgevels. Een ruwe zakelijke gevel waar de auto gestald wordt, waar de toegang naar de woning en de berging is; een expressieve kopgevel met terras; een romantische veranda gevel waaraan de woonkamer grenst; en een ingetogen kopgevel zonder terras. Door de toepassing van de kraag rond het bouwvolume en de detaillering van de toegepaste materialen lijken de gebouwen luchtig boven de grond te zweven, zoals het referentiebeeld van de opdrachtgever als inspiratie het ontwerpproces heeft gestuurd
E
R
E
do 24-6 | 1c
13
Project: Ontwerper: Periode:
Flevopolder Cornelis Lely / Rijksdienst IJsselmeerpolders 1940 - 1968
Adres: Research: Bronnen:
Matt Colby www.wikipedia.org
F L E V O L A N D Flevopolder
On 27 June 1985, Parliament passed an act whereby the Province of Flevoland was to be created on 1 January 1986. This act marked the official beginning of the Province of Flevoland as the Netherlands newest and twelfth province. Hydraulic engineer Hendric Stevin came up with the idea of taming the Zuiderzee. His intention was to build a dike stretching from the northernmost point of North Holland along the northern side of the Wadden Islands to Groningen. In developing this idea, Stevin was way ahead of his time. It wasn’t until the 19th century that plans of this nature became technically and financially feasible. An important role was played by the Zuiderzee Association, which tested out the theories developed by the engineers J. van der Toorn and C. Lely. Proponents of land reclamation used the flood in 1916 to sway public opinion. On 14 June 1918, the Zuiderzee Act, which provided for the enclosure of the Zuiderzee and the reclamation of the land, was passed in Parliament. After the creation of the Northeast Polder, work on the Eastern Flevoland Polder began. While the Northeast Polder was reserved chiefly for agriculture, Eastern Flevoland was to offer living space for the inhabitants from the very densely populated Randstad area, which includes the cities of Amsterdam, Rotterdam, The Hague and Utrecht. The provinces of North and South Holland could no longer provide enough residential and recreational areas for its many inhabitants. In Eastern Flevoland, 25% of the land was earmarked for purposes other than agriculture. After the speedy development of the Eastern Flevoland Polder, the Southern Flevoland Polder followed soon after. Here as much as 50% of the land was set aside for nonagricultural activities. Priority was given to housing.
do 24-6 | 2a
15
Project: Ontwerper: Periode:
Gridstad Elburg - Middeleeuwen
Adres: Research: Bronnen:
- Aart Oxenaar / Klaas de Jong Ed Taverne, Irmin Visser, Stedebouw. De geschiedenis van de stad in de Nederlanden van 1500 tot heden, Nijmegen 1993. (e.a.)
E
L
B
Het ultieme middeleeuwse grid Bij regelmatige gestichte steden denkt men in Nederland al snel aan de stadsuitbreidingen en de vestingsteden van de 16e en vooral 17e eeuw (Amsterdam, Haarlem, Willemstad). Minder bekend is dat in Nederland al vanaf de 13e eeuw het nodige aan stedenstichting werd gedaan. En ook daarbij speelde het idee van een regelmatige stad een belangrijke rol. Het belang van een bewust geplande stad is oud, dit werd al onderkend door auteurs uit de klassieke oudheid als Aristoteles en Vitruvius, en bijvoorbeeld de schaakbordpatronen van de Griekse kolonies en Romeinse ‘new towns’ en forten laten zien dat dit gedachtengoed toepassing vond. Deze traditie verdween niet met het verval van de Griekse en Romeinse rijken. Velen kennen de bastides, de gestichte, meest gefortifieerde stadjes in Frankrijk en idem in Engeland meest uit de 12e en 13e eeuw en in deze landen is een behoorlijke onderzoekstraditie ontstaan naar dit thema in de stedenbouw. In Nederland begint dit onderzoek momentum te krijgen en met de hernieuwde belangstelling voor de compacte stad, het grid, de straat, het gesloten bouwblok en de individuele grondgebonden woning krijgen deze middeleeuwse stedenstichtingen een onverwachte actualiteit. De redenen voor het stichten van nieuwe steden – qua omvang overigens vaak niet meer dan een veredeld dorp – waren verschillend. Een bastidestad of nieuwe stad was, zoals aangegeven door Reinout Rutte (KNOB 1996, 6, p.189): ‘een met ideologische motieven gestichte politieke en economische machtsbasis. Veelal op maagdelijke grond werd doelbewust door een persoon, een vorst, een landsheer of een leenman een stad gepland. Daarbij speelden prestige, symbolische bezegeling van machtsverhoudingen en gebiedsafbakening een belangrijke rol.’ Vaak kwam een nieuwe stad tot stand bij een kasteel of bestaande (kleine) nederzetting, maar kenmerkend was dat de plattegrond een nieuwe creatie was. In Nederland waren het met name de heersers van Holland en Gelre die,
U
vooral in de grensregio’s van die gebieden, vanaf het einde van de 13e eeuw tot in de vijftiende eeuw steden stichtten of nederzettingen met het verlenen van stadsrechten opwaardeerden tot stad. (Otto van Gelre: Geldern, Arnhem, Harderwijk; Floris de Vijfde: Schoonhoven, Nieuwpoort, Brouwershaven, Arnemuiden etc.). Vooral in de veertiende eeuw verrees een reeks nieuwe steden met naast IJsselstein,Vianen, Buren en Naarden als een van de best bewaard gebleven (c.q. met zorg gerestaureerde) voorbeelden de stad Elburg. Elburg werd met steun van de Hertog van Gelre tussen 1393 en 1400 opnieuw gesticht. Lang is gedacht dat door het opdringende water van de Zuiderzee de bestaande nederzetting verplaatst moest worden. Recent onderzoek (Rutte, Visser, Boerefijn, KNOB 2003 4/5) toont echter aan dat een deel van de bestaande lintbebouwing werd opgenomen in het nieuwe grid. Zo hoog was de (waters) nood blijkbaar dus niet. Aangenomen wordt nu dat het vooral economische motieven waren die Arent toe Boecop, rentemeester van de Hertog van Gelre, er toe aanzetten een nieuwe stad te ontwikkelen. Uit oude rekeningen, gronduitgiften en correspondentie blijkt dat hij tegelijk optrad als grondeigenaar/speculant, als projectontwikkelaar en als supervisor van de uitleg en bouw van de stad. Een en ander leverde hem een vermogen op. Opvallend is echter vooral het tempo waarmee de stad werd gebouwd, mede dankzij de druk door hem uitgeoefend. Wie zijn perceel niet binnen een jaar na aankoop bebouwde kreeg forse boetes en zo werden er in ongeveer 7 jaar honderdvijftig percelen uitgegeven en bebouwd. Kort na 1400 gaf de Bisschop van Utrecht toestemming ook de kerk te verplaatsen naar de nieuwe stad en in 1418werd een klooster gesticht binnen de vesting. De plattegrond van Elburg bestaat uit een rechthoek verdeeld in regelmatige bouwblokken, doorsneden door een orthogonaal stelsel van straten en stegen. Zoals vaak
R
G
do 24-6 | 2b
speelt het pre-stedelijk landschap en bestaande bebouwing ook bij dit soort nieuwe steden een rol. Onteigening was moeilijk en duur; aanpassingen aan het terrein waren bewerkelijk en bij gebrek aan machines zwaar. De gracht die de stad Elburg in tweeen deelt volgt dan ook een bestaande beek. En wie goed kijkt ziet dat de Ellestraat, de straat parallel aan de stadsmuur aan de Noord-westzijde van de stad, licht gekromd is. Uit de verkaveling en de bebouwing kon worden opgemaakt dat hier een stuk van de bestaande lintbebouwing van het eerste Elburg werd opgenomen in de stad. Om deze bebouwing in te passen in het grid werden de bestaande percelen ingekort en werd achterlangs een steeg aangelegd. De kerk werd als een van de laatste gebouwen toegevoegd en kwam niet op een prominente plaats maar aan de rand van de stad terecht. Onderzoek heeft uitgewezen dat van meet af aan rekening werd gehouden met kerk en klooster. Het lijkt dus een bewuste keuze te zijn geweest deze aan de rand van de stad te plaatsen, wellicht om de orde van straten en kavels zo min mogelijk te verstoren. Opvallend is wel dat de kerk naar de eisen van de katholieke kerkbouwsymboliek werd georiënteerd, dat wil zeggen met het koor naar het oosten gericht: ‘het licht’ komt uit het oosten. Daarmee onttrekt het gebouw zich aan de richtingen van het grid, wat het idee versterkt van de kerk als instituut dat zich onttrekt aan wereldse eisen als verkavelingsvormen en rooilijnen en zich richt naar een eigen hogere orde. Landmeters of rooimeesters waren verantwoordelijk voor de aanleg van de wallen, de uitleg van het stratenplan en de verkaveling van de bouwblokken. In Elburg was het waarschijnlijk Toe Boecop zelf die deze rol vervulde. De regelmatige verhoudingen die door de hele stad zijn te vinden wijzen er op, aldus Rutte, dat de gehele aanleg tevoren werd geconcipieerd en volgens plan uitgevoerd.
17
Project: Ontwerper: Periode:
Bostoren Putten SeARCH Architecten 2004 - 2009
Adres: Research: Bronnen:
Schovenhorst Estate, Putten Matt Colby www.search.nl
P
U
T
Bostoren, Landgoed Schovenhorst The tower is built in the bucolic setting of Schovenhorst Estate, a known for its rare and unique collection of trees. In 1848, the owner began to collect and plant tree species from around the world as an experiment to see which species would grow in the climate and soil of the area. Eventually Schovenhorst took on 4 different areas: a small and large pinetum (an arboretum for conifers only), an arboretum, and the Three Continents Forest. This tower makes the fifth main element in the estate. The tower is designed as a condensed series of paths or branches, which take visitors to various places. Peep holes, climbing nets, and even a small performance space are all combined in this structure. Atop the structure is the main “wow factor�: 40 meters above the forest floor, sits a circular 17 meter diameter platform weighing 480 tons. The structure is specially designed to hold trees, which were grown specifically for the purpose of living in this platform. The reason for so many odd things to be contained in a look out tower is that this tower be more than just for looking out of, but that it become a part of fabric of the forest itself.
T
E
N
do 24-6 | 2c
19
Project: Ontwerper: Periode:
Huis voor cultuur Nijverdal & bestuur, Claus en Kaan architecten 2003 - 2006
Adres: Research: Bronnen:
Willem Alexanderstraat 7, Nijverdal Jasper ten Bosch de Architect
N I J V E R D A L Huis voor Cultuur & Bestuur Het dorp Nijverdal is een samengeraapt geheel van huizen en winkels, aan elkaar geregen door een drukke doorgaande weg. De gemeente probeert daarin met een aantal grootschalige projecten structuur te brengen. De combinatie van gemeentehuis, bibliotheek en theater is een van deze grootschalige projecten. Door het slim samenvoegen van deze drie gemeentelijke programma’s wordt een schaal aan het dorp toegevoegd die wat kan betekenen. Het huis voor cultuur en bestuur staat pal aan het centrale plein (zie situatie tekening) en is volledig opgebouwd ui identieke, grof gemetselde bakstenen bogen met glas en staal gevuld. De bogen bieden onderdak aan de drie verschillende functies, met een grote collectieve hal in het midden. Deze hal is foyer, VVV-kantoor en informatiebalie tegelijk en herbergt tevens de twee belangrijke stadhuisfuncties: raadszaal/ trouwzaal eb de monumentale wenteltrap met extra bordes ten behoeve van de trouwreportages. De bogen en het baksteen geven het forse gebouw een warm en dorps karakter. De bogen zijn echter nergens in het interieur dwingend, het heterogene programma met zijn grote openbare ruimten past schijnbaar moeiteloos. Het gebouw continueert de traditie van imposante bakstenen gemeentehuizen van de jaren vijftig, met expressieve vensters. Het is zowel ambachtelijk en kleinschalig in detail als monumentaal in uitstraling.
do 24-6 | 3a
21
Project: Ontwerper: Periode:
Koninklijke Stoomweverij, Nijverdal H.A. Witzand 1911
Adres: Research: Bronnen:
R. van der Muelenweg, Nijverdal Jasper ten Bosch -
N I J V E R D A L Koninklijke Stoomweverij Een van de mooiste fabrieksgebouwen in Overijssel is deze elektriciteitscentrale/ machinekamer van de Koninklijke Stoomweverij. v/h G. en H. Salomonson in Nijverdal. Het opvallende, uit 1911 daterende gebouw, is een vertegenwoordiger van de Art Nouveau in haar nadagen. Het hoog opgetrokken linker bouwdeel heeft een drie traveeën brede, symmetrische voorgevel met onder meer een tegeltableau met ‘Koninklijke Stoomweverij’ en een uurwerk met keramische wijzerplaat. De gevels van het gebouw worden verlevendigd door een decoratief gebruik van de baksteen en details van verblend- en natuursteen.
do 24-6 | 3b
23
Project: Ontwerper: Periode:
Masterplan Roombeek Enschede Pi de Bruijn (Architecten Cie.) 2002 - 2008
Adres: Research: Bronnen:
Roomweg, Enschede Veronika Kovacsova www.roombeek.nl
E N S C H E D E Masterplan Roombeek
On 13 May 2000, a fireworks factory in Enschede’s Roombeek neighbourhood exploded. Besides costing many lives, the explosion swept away 43 hectares of the city. The reconstruction plan, made by Pi de Bruin and his team from Architecten Cie., was devised in close consultation with affected residents who wished to return to the neighbourhood. In part on their request, the history and identity of the area were given a great deal of consideration. Important pillars of the plan include a number of former textile businesses, the original street layout, the route of an old railway line (which today is a high-speed bus road, in Dutch ‘voor hoogwaardig openbaar vervoer (HOV)’) and the idea of reintroducing the ‘Roombeek’ waterway. Another striking feature is the richly variegated programme of living, shopping, recreation, culture, education and business activity. Roombeek is divided into 10 various areas, all with different characteristics, programme or dwelling typology: Deurningerstraat West, Het Talma, Roomveldje, Grolsch-terrein, Menko, Schurinksweide, Bamshoeve, Het Voortman, Het Vrijdag and De Bleken. What’s interesting to mention, is that Bamshoeve, a former textileindustry area, was re-created into a private-ownership (in Dutch: particulier opdrachtgeverschap) area. The most important structural element of Bamshoeve is the ‘Cultuuras’ (the Museumlaan), a broad diagonal street with alone-standing villas. Roombeek is considered to be one of the most successful recent urban renewal plans in the Netherlands (in 2007 the plan won ‘Golden Pyramid’ award for excellence in architectural commissioning).
do 24-6 | 4a
25
Project: Ontwerper: Periode:
Eekenhof, Enschede Claus en Kaan architecten 2008
Adres: Research: Bronnen:
Roomweg, Lonnekerspoorlaan te Enschede Veronika Kovacsova www.archdaily.com/36446/de-eekenhof-claus-en-kaan-architekten
E N S C H E D E Woningbouw Eekenhof By order of Domijn Woningcorporatie, Claus en Kaan Architecten has made a design for a 10-storey health centre in the area of Roombeek, Enschede. The building which apart from a health centre also comprises parking space (3000 m2), 52 apartments, 5 single family homes and a home for the disabled (15 apartments). De Eekenhof itself, consists of a main building and two smaller ones, positioned in such a way as to preserve an old oak tree on the site. There are several advantages to dividing the project into three parts. Firstly, this division ensures that the inner courtyard is visible from the surrounding streets. Part of this courtyard is to be used by the health centre on the ground floor of the main building, whilst the rest is open to the public. Another advantage is that it prevents the complex from overwhelming the smaller houses opposite the shortest side of the triangular plot. The stepped facade, together with the long balconies running along the sides of the main building, give the design another of its essential qualities: dynamism. The design’s relationship with architectural history is certainly more active than passive. At first glance, it seems to owe much to the celebrated Amsterdam School, with rounded, projecting brick balconies and numerous bay windows that appear to be a clear tribute to such projects as the residential blocks built by Michiel de Klerk on Vrijheidslaan in Amsterdam. Eekenhof a significant and remarkable building on the strength of its own inherent qualities, but it is also set to become a landmark that both recalls this area’s troubled past and proclaims its future promise.
do 24-6 | 4b
27
Project: Ontwerper: Periode:
Villa Welpeloo, Enschede 2012 Architecten, Rotterdam 2005 - 2009
Adres: Research: Bronnen:
Bamshoevelaan 49, Enschede Robin Middelkoop www.2012architecten.nl
E N S C H E D E Villa Welpeloo
De explosies op 13 mei 2000 slingerden brokstukken honderden meters ver, in dat licht kan Villa Welpeloo worden begrepen als een omgekeerde explosie, opgebouwd uit bouwstoffen - geen brokstukken maar afgedankte materialen - die binnen een straal van honderden meters werden aangetroffen. Het streven van 2012Architecten was om in het ontwerp zoveel mogelijk gebruik te maken van afvalmateriaal. Tijdens de ontwerpfase hebben scouts in Enschede onderzoek gedaan naar mogelijkheden om (sloop)afval in de buurt van de locatie te gebruiken in de villa. De uitkomsten uit deze excursies hebben telkens gezorgd voor nieuwe impulsen in het ontwerp. Het gevonden materiaal zorgt voor nieuwe vormen en constructies. Voor de gevelbekleding wordt gebruik gemaakt van kernhout van kabelhaspels. Hiervoor is een systeem ontwikkeld waarbij de rondgevormde plankjes van dit hout zonder extra bewerkingen op de gevel geschroefd kunnen worden. Voor de serre van de villa worden snijresten van een glasfabrikant toegepast. Er is een draagsysteem ontwikkeld waardoor de glasplaatjes een geschubde huid vormen om de serre van de woning. Als constructiemateriaal is gebruikt gemaakt van stalen elementen uit een textielmachine. In het hart van de villa bevindt zich een schilderijenmachine, die opgehangen is boven de entreehal van de villa. De schilderijen kunnen hier opgeborgen worden. Vanaf de onderkant van de machine kunnen de bewoners de schilderijlades naar beneden laten zakken als een trekkerwand in een theater. De houten wanden van deze schilderijenmachine lopen door in continue wanden en vloeren die de verschillende ruimten van de villa vormen. De continue wanden bieden bovendien genoeg ruimte om niet opgeslagen schilderijen op te hangen.
do 24-6 | 4c
29
Project: Ontwerper: Periode:
Cultuurcluster Rozendaal, Enschede SeARCH architecten, Amsterdam 2005 - 2007
Adres: Research: Bronnen:
Roomweg 81/ Stroinksbleekweg, Enschede Robin Middelkoop www.search.nl / www.archined.nl
E N S C H E D E Cultuurkluster Rozendaal Door de vuurwerkramp op 13 mei 2000 werd een aantal industriële monumenten zodanig beschadigd dat Enschede opeens een tekort voorzag in het historisch bewijs van zijn textiel verleden. Gelijktijdig leidden een textiel museum, een natuur museum en een Twents historisch instituut een stervend bestaan, mede vanwege de jarenlange onzekerheid over hun toekomst. Beide omstandigheden waren aanleiding om in het hart van het te reconstrueren gebied een nieuw museum en onderzoeksinstituut te maken in combinatie met een aantal andere culturele instellingen.Besloten is om de pakloods van het Rozendaal complex samen met een overgebleven fabrieksmuur en enkele andere gebouwen te restaureren ondanks het feit dat ze vanuit monumentaal oogpunt niet het behouden waard zijn. Het hele complex wordt zodoende omzoomd door bestaande onderdelen. Midden in dit ‘cultuurcluster’ was oorspronkelijk een woontoren geprojecteerd. SeARCH heeft voorgesteld om de woontoren te vervangen door een toren met daarin alle niet museale functies voor het nieuwe museum en de woningen meer grondgebonden te maken. Zo kan het meest beeldbepalende element in de wijk een uithangbord voor het museum zijn. De rijke textiel historie is vertaald in een geweven gevel als zonwerend gordijn voor de toren. De structuur van de shed daken, waarvan de vertanding afleesbaar is in de fabrieksmuur, transformeert in een loopbrug naar de oude pakloods aan de overzijde van de ‘cultuurstraat’. De nieuwbouw met entree, werkplaatsen, tijdelijke exhibitieruimten en alle kantoorfuncties is ook ondergronds verbonden met de grote pakloods. Zo ontstaat een circuit dat rondloopt van nieuwbouw naar pakloods en weer terug. Hiermee kon worden voorkomen dat met de voorgestelde overdekking van de binnenstraat een grote, niet optimaal te exploiteren binnenruimte van bijna 1.000 m2 zou ontstaan.
do 24-6 | 4d
31
Project: Ontwerper: Periode:
Volkspark Enschede Dirk Wattez / Wil Snelder 1872 (uitbreiding 2006 / 2007)
Adres: Research: Bronnen:
Parkweg, Enschede Tom Brons www.volkspark.nl
E N S C H E D E Volkspark
Het Volkspark werd als park ingericht in 1872. De inrichting werd mogelijk gemaakt door een legaat van H.J. van Heek (1814-1872). Het was zijn bedoeling de gemeenschap een park na te laten waar de textielarbeiders zich in hun vrije tijd konden verpozen met hun gezinnen. Het park is nu 15 ha groot en is voor het grootste gedeelte (11,5 ha) ontworpen door Dirk Wattez (1833-1906). Dirk Wattez tekende een ontwerp in de Engelse landschapstijl, met slingerende paden, vijvers en licht glooiende gazons. Centraal in het park ligt het restaurant, oorspronkelijk met uitzichttoren. Sinds de stichting heeft het Volkspark haar oorspronkelijke sfeer goed behouden, al werd de heuvel afgegraven en verdween het karakteristieke bruggetje over de vijver. In 1907 werd het park met 3,5 ha uitgebreid door de aanleg van enkele sportvelden. Deze uitbreiding maakt echter pas in 2006(!) ook daadwerkelijk onderdeel uit van het park. Er werd besloten tot de herinrichting van het park omdat de sportvelden tot voor de herinrichting in bezit waren van een sportclub. Deze sportclub had het alleengebruik over een groot stuk openbaar park, men wilden dat nu geheel openbaar maken. De opdracht die architect Snelder meekreeg was om een plan te maken waarin vooral de eenheid van het park, dat voorheen in drie delen uiteen viel, te bevorderen. Aan het terrein van de kermis mocht niet worden getornd. Ten behoeve van de veiligheid moest het een open park worden met ruimte voor recreatie, trapveldje en zonneweide. De voormalige voetbalvelden moesten integraal deel uit maken van het park. In 2007 werd het park geopend. Vandaag de dag worden er veel muziekuitvoeringen gegeven in het park en vinden er elk jaar de Paas- en herfstkermis plaats. Met de inkomsten van de kermissen wordt het onderhoud van het Volkspark en gebouw sinds jaar en dag betaald.
do 24-6 | 5a
33
Project: Ontwerper: Periode:
Woningbouw Pathmos, Enschede W.K de Wijs en A.H. op ten Noort 1914 - 1928
Adres: Research: Bronnen:
Pathmossingel, Enschede Tom Brons www.pathmosplein.nl/geschiedenis.html/oorsprong
E N S C H E D E Woningbouw Pathmos
De wijk Pathmos, net ten westen van het centrum van Enschede, werd gebouwd van 1914 tot 1928 om de woningnood van arbeiders in de textielindustrie te lenigen. Het is een zeer goed voorbeeld van de zorg die, in architectonisch en stedenbouwkundig opzicht, kon worden besteed aan sociale woningbouw. De plannen voor de wijk zijn gemaakt door de architect W.K. de Wijs en de directeur van Gemeentewerken A.H. op ten Noort. De wijk werd gebouwd naar Engels voorbeeld en omvatte ruim 1200 woningen. Er zijn negen basistypen woningen gebouwd in 89 varianten. De wijk heeft een grote ruimtelijke kwaliteit en heeft een besloten karakter ondanks de ruime opzet. Centraal punt is het Thomas Ainsworthpark, een groot, als plantsoen uitgevoerd, plein. De woningnood bleef hoog en na de vrede van 1918 hervatte De Volkswoning de bouw op ‘t Pathmos. In 1920 werden nog eens 95 woningen gebouwd. De laatste uitbreiding vond plaats in 1927 met 226 woningen. De wijk telt totaal 1386 woningen waarvan 1209 zijn gebouwd door ‘Vereeniging de Volkswoning’.Eind jaren zestig werden de Pathmos woningen verbeterd. De renovatie omvatte een verbouwing van het achterhuis met plaatsing van een w.c. en douche. Verder kwamen er aparte schuurtjes en werd aan de woningen benodigd herstelwerk uitgevoerd. Na bewonersinitiatief, waarbij in vergelijking met het wooncomfort in de nieuwe wijken bleek dat een verbetering wenselijk was, werd in de jaren tachtig een plan gemaakt voor een grondige tweede renovatie van de wijk. Een eerste vereiste was dat het karakter van de wijk behouden bleef. De nadruk werd gelegd op verbetering van de woonruimte. Woonkamers en keukens werden veelal vergroot omdat douche- en toiletruimten in een uitbouw of slaapkamer werden ondergebracht. De huizen werden geïsoleerd en centraal verwarmd. Ook werden daken en kozijnen vervangen.
do 24-6 | 5b
35
Project: Ontwerper: Periode:
Synagoge Enschede Pieter Smits & Cornelis van de Linde 1927 - 1928
Adres: Research: Bronnen:
Prinsestraat 14, Enschede Boline Khan www.hannivoort.org
E N S C H E D E Synagoge
The synagogue, with the former Jewish school and two homes in a construction volume in 1927-1928 was commissioned by the Dutch Israelite Congregation at Enschede with financial support from the textile manufacturer SN Menko. The building shows the influence of oriental style from 1850 to the construction of synagogues in vogue. The design by architects A. P. Smits and C. Aerdenhout from the Linde is based on a plan of KPC Basel in 1918 for a synagogue in Stadsgravenstraat in the center of town. The design of the Basel almost literally repeated and extended to a Jewish school teacher’s house and a house for the rabbi. Contractors J.H. Thomasson and W.A. Thomasson from Enschede carried out the work. The layout of the building is virtually unchanged, the interior of the school, village hall and the houses have been modernized but still contain original elements such as tile floors, cupboards, etc. In the former Jewish school, a kindergarten housed both houses to third parties let. The synagogue is located in the villa district of the city sizes, the former town meadow, which was created in 1907 an expansion plan. For the houses along the Prince Street a brick boundary with wrought iron fence. After an intensive investigation showed that the copper roof was not properly installed and that besides the domes, the covering of the flat roof needs replacement, what is manifested in a significant number of leaks, damage to the interior which has already made serious assume . By corrosion of the steel frames were the stained-glass windows in a very critical stage. These windows, designed by Cornelis Theodorus Lambertus Lourijsen in Haarlem, of rare beauty. In 1998 this building was declared a national monument. In the meantime had the most necessary things done through cross-subsidies provided by the municipality of Enschede, people around the world living and the Board itself.
do 24-6 | 5c
37
Project: Ontwerper: Periode:
Stadhuis, Enschede G. Friedhoff 1930 - 1933
Adres: Research: Bronnen:
Langestraat 24, Enschede Boline Khan www.enschede-stad.nl
E N S C H E D E Stadhuis
The hall was redecorated in 1933, designed by G. Friedoff and is one of the few buildings in the Netherlands of the architectural movement “Delft School”. This traditionallyminded movement is based on Swedish architecture and architects in particular is called that because of this movement followed Delft. Stockholm City Hall by the architect K. Östberg Friedhoff for the inspiration. The placement and shape of the windows are the main decorative element in the austere facade. The entrance is obscured by a relatively low gallery balcony wearing. The tower with its swelling characteristic lines is closest to the Scandinavian Architecture. “In the year 1929 were a time of prosperity and progress of the plans ir g. Friedhoff for this house the congregation accepted. In 1930 laid the first stone Mayor Edo Bergsma. In the year 1933, under the mayoralty of jjge Rückert City Hall completed and put into service in a time of great unemployment and decline in physical plane. so erected this building, a link between on-and decline in civic life. embellished by many a sign of noble civic as a place where the bill assigns Over time, the community interest may be more guidance for the municipal “ The plan of the hall consists of a square (NW) and a rectangle (south) at the point with a tower attached. The building has three storeys built of yellow stone gray Waal on a basement of granite Beucha under overhanging hipped roofs covered with tiles matgeglazuurde Romance. The entrance side of the rectangular block has four storeys, the roof does not cross here. The square tower measuring over 50 meters entasis and has a peak for copper. Among the culmination of a four-sided dial with blue tiles. All frames are made of steel. The rectangular block is completely closed, here are the reception rooms, partly over two floors. The main entrance is located in a loggia of three arches in the west end of this block.
do 24-6 | 5d
39
Project: Ontwerper: Periode:
Stadscentrum en muziekkwartier, Enschede Jan Hoogstad (architectuur) / Jo Coenen (stedenbouw) 2008
Adres: Research: Bronnen:
Kloosterstraat., Enschede Laura van de Pol www.muziekkwartier.nl
E N S C H E D E Stadscentrum met muziekkwartier Centrum Enschede omvat de wijken De Bothoven, Boddenkamp, Hogeland-Noord, De Laares, HorstlandenVeltkamp, Lasonder en Het Zeggelt. In dit gebied zijn in totaal ruim 22.228 mensen woonachtig waarmee Enschede Centrum het kleinste stadsdeel van Enschede is. Enschede ontstond in de vroege middeleeuwen als agrarische nederzetting rond een klein kasteel. De stad werd omstreeks 1300 omringd met een ovale dubbele grachtengordel en een aarden wal met palissade. De wal werd rond 1600 gebruikt voor het dempen van de Buitengracht. De binnengracht bleef, zij het versmald, bestaan, evenals de twee poorten. Enschede groeide uit tot het belangrijkste centrum van textielproductie in Nederland. De bevolking van de textielstad vervijfvoudigde tussen 1870 en 1900. De textiel heeft veel sporen nagelaten, onder andere in de vorm van voor die tijd zeer moderne woonwijken. Op 13 mei 2000 vond een grote vuurwerkramp plaats, waarbij de woonwijk Roombeek werd verwoest. Er vielen 23 doden (onder wie vier brandweerlieden) en bijna duizend gewonden. In oktober 2000 werd begonnen met het bouwrijp maken van een deel van het rampgebied. De wederopbouw is anno 2010 bijna voltooid. Het Muziekkwartier is ontworpen door Jan Hoogstad. De buitenkant van het gebouw is voorzien van horizontale lamellen en het heeft een gekromd, koperen dak. Het Muziekkwartier bestaat uit een pop- en een theaterdeel en heeft drie zalen: een theaterzaal met 1001 zitplaatsen (Holland Casino Zaal), een popzaal met ruimte voor 700 personen (Grolsch Zaal) en een popzaal voor 300 bezoekers (Saxion Zaal). In de grote popzaal kunnen ook kleine theatervoorstellingen worden gehouden. Daarnaast telt het gebouw nog elf oefenruimtes, een balletstudio, kantoren en horeca.
do 24-6 | 5e
41
Project: Ontwerper: Periode:
Stationsplein, Enschede OKRA landschapsarchitecten en Sign Design 1994 - 2003
Adres: Research: Bronnen:
7511 Enschede Laura van de Pol www.okra.nl
E N S C H E D E Stationsplein
De herinrichting van stationsomgeving Enschede vormt aanleiding voor een hoogwaardige vervoersknoop in de stad. Verbouwing van het NS-station en de bouw van busstation en kantoorlocaties bieden kans om plekken te creëren. OKRA ontwierp drie pleinen, passend bij de functies die ze vervullen. Het plein dat voor station Enschede ligt, ‘het Voorplein’, wordt voor de reiziger een levendige entree tot de stad. De huidige gefragmenteerde ruimte wordt tot een eenheid gesmeed en vormt een schakel naar de binnenstad. De karakteristieke ligging van Enschede op een stuwwal, wordt benut bij de vormgeving van het plein. Het reliëf wordt op beeldende wijze benut door een vlak in de helling uit te kerven. Op dit middenvlak staat een ‘waterpas’ waar water aan de zijkanten afstroomt. Het ‘Bomenplein’ op de kop van de Piet Heinstraat vormt de schakel tussen Voorplein en busstation. Het plein is een buitenhal. Mensen kunnen wachten op de bus onder een bomendak waar gefilterd licht doorheen valt. Voorplein en busstation worden door de transparante honingbomen ruimtelijk, maar niet visueel, van elkaar gescheiden. Het busstation wordt van een winderige vlakte omgevormd tot een stadsplein. Een plein dat zich voegt in de reeks van pleinen aan de centrumzijde van het spoor. In 1998 kreeg het project de Omgevingsarchitectuur publieksprijs.
do 24-6 | 5f
43
Project: Ontwerper: Periode:
Campus Technische Enschede Universiteit Twente, Samuel van Embden en Willem van Tij 1961 - 1964
Adres: Research: Bronnen:
Drienerlolaan 5 Boline Khan / Laura van de Pol / Tom Brons www.uttwente.nl
PLAN OF THE UNIVERSITY OF TWENTE 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Charlie Spiegel Vleugel carillon high pressure laboratory Paviljoen Seinhuis Garage Citadel
10 11 12 13 14 17 18 19 20
Ravelijn Zilverling Waaier Matrix Teehuis Langezijds AKI Temp Horsttoren
21 22 23 24 26 28 29 30 31
Horstring Westhorst Kleinhorst Noordhorst Oosthorst Zuidhorst pinery central refuse storage wind park
32 40 41 42 43 44 45 46 47
biomagnetic centre Erve Holzik Cubicus Faculty Club Schuur Drienerburght Hogekamp cleanrooms Vrijhof
48 49 55 56 57 58 59 60 61
Bastille Sportcentrum shopping centre amphitheatre swimming pool Sleutel Mondriaan Vlinder medical centre
62 63 64 65 66 67 68 69
Boerderij Bosch cabins tennis park Logica BTC Capitool 15 Hengelosestraat 583 Institutenweg 1
KSWEG
WITBREU
S M REELAAN
60
EG
W EN AT
M
AN
LA US MP
56 MATENWE G
61
64
M
P 44 CAMPUSLAAN
G BOERDERIJWE
42
43
DE
DR
NE R
LO
7
AN CALSLA
EG
DE
ZU
10
8
6
P
22
14
P
H
AC
32
HT
ER
HO
RS
23
April 2005
31 T
30
DE KNEPSE
24 20
M
21
13
11
9 5
DRIENERBEEKLAAN
RS T
W
P
3
2 P
'T RITKE
HO
DE
41
IE
L
AAN
S
DE
P
P
H
OU
LOL
BOSWEG
4
40
45
P
H
62
63
P
TL HORS
NER DRIE
64
49 CAL SLA AN
65 EG INDEW HORSTL
OUDE
P
47 48
N
AA INDEL
46
57
55
P H
road cycle/footpath barrier blocked road H bus stop P parking place S student residences M staff residences
MPW EG
58 CAMPUSLAAN
S
M
CA
LANG ENKA
59
26
12 18
28
EG
W HALLEN
P
19
17
DE ACHTERHORST
29
1 H
H HENGELOSE
HENGELO
H
67
P 66
69
H S T R A AT AUKE VLEERSTR
NS STATION DRIENERLO
H
ENSCHEDE
68
University of Twente Enschede - The Netherlands
A35 - A1
E N S C H E D E Campus TU Twente
De eerste gebouwen die op de campus werden gerealiseerd, waaronder het onderwijsgebouw De Hallen, staf- en studentenvoorzieningen en het hoofdgebouw voor Bestuur en Beheer, zijn door de bureaus van Van Embden en Van Tijen ontworpen. Het bestuur van de Hogeschool streefde naar een gevarieerde en levendige campus met architectonische diversiteit. Daarom gaven Van Embden en Van Tijen een generatie jonge architecten de opdracht om de tweede lichting gebouwen te ontwerpen. Voorbeelden zijn de door Piet Blom verbouwde Saksische boerderij tot tijdelijke mensa, gevolgd door de definitieve mensa De Bastille. Joop van Stigt ontwierp een personeelskantine en Herman Haan maakte furore met zijn patiowoningen en piramidewoningen. Het TWRC-gebouw (nu Cubicus) is gebouwd naar een ontwerp van Leo Heijdenrijk en John Mol. Deze architecten waren aanhangers van de Forumarchitectuur, beter bekend als het Structuralisme. Zij zetten zich af tegen de grootschaligheid van het Nieuwe Bouwen en kozen voor kleinschalige structuren, waarbij de saamhorigheid en sociale contacten van de studenten zeer belangrijk werden geacht. Hierdoor is op de campus een tweedeling ontstaan tussen de architectuur van het Nieuwe Bouwen en het Structuralisme. In de jaren ’90 zijn onder meer drie vrolijke, geometrische gebouwen voor studentenhuisvesting gerealiseerd, ontworpen door Jeanne Dekkers van EGM. Sinds 2000 word de campus gereorganiseerd en gerenoveerd naar een masterplan van Jan Hoogstad van Ector Hoogstad Architecten. Hoogstad wil de strikte functiescheiding die Van Embden en Van Tijen in 1964 bedachten opheffen, met de bedoeling de campus levendiger te maken. De komende jaren zullen verschillende verbouwingen plaatsvinden in het kader van dit masterplan.
do 24-6 | 5g
45
6.HENGELO 7.ZUTPHEN
Kaart vrijdag (desnoods masterpagina (A) hier weghalen)
10.ARHNEM
8.(ooijpolder)
9.NIJMEGEN
TILBURG
LO
VRIJDAG 6.Hengelo
25-6
6A 6B 6C 6D 6E 6F 6G
Tuindorp Het Lansink Raadhuis Centrum de Brink Hengelose Es De Kasbah De Buigerij ROC in vm. oude ijzergieterij van Dikkers,
7A 7B 7C
Zutphen, station NS Rheden, Posbank Paviljoen KOFFIE THEE LUNCH Arnhem, Monnikenhuizen
8.Ooijpolder (rondrit)
8
Rijn - Waal -en Ooijpolder
9. Nijmegen
9A 9B 9C 9D 9E
Valkhof(burcht): Karolingische kapel en St. Maartenskapel Museum Het Valkhof woongebouw met parkeren op het dak, Gerard Noodtstraat Hof van Heden, St. Josephhof Marikenstraat en Mariënburg
9F 9G
WoZoCo De Dobbelman Stadslandgoed Limos
10A 10B 10C 10D 10E 10F 10G 10H
Revalidatiecentrum Groot Klimmendaal Park Sonsbeek kantoorflat ‘De Nederlanden van 1845’ Stationsgebied / Parkeergarage Provinciehuis Stadhuis Rietveldgebouw en Artez faculteit Theater en Dans Omgevingskunstwerk Roermondsplein
7.Zutphen
10. Arnhem
Overnachting vrijdag
StayOkay Arnhem Diepenbrocklaan 27 6815 AH Arnhem 026-4420114
Vrijdag 25 juni > ZUIDWESTWAARTS > Hengelo > Zutphen > Arnhem > Ooijpolder > Nijmegen > Arnhem ‘Traveling Heads’: Aart Oxenaar, Machiel Spaan, Rogier van den Berg > THEMA’s: Architectuur en Landschap (Theepaviljoen Posbank, SeARCH), verschillende landschapstypen in het rivierengebied Rijn-Waal (Ooijpolder), ‘stadsvernieuwing nieuwe stijl’ (Nijmegen: Dobbelman en Limosterrein) en integratie van architectuur en landschap (Arnhem: Monnikenhuizen, Groot Klimmendaal)
47
Project: Ontwerper: Periode:
Tuindorp Het Lansink, Hengelo Karel Muller 1911
Adres: Research: Bronnen:
Oelerweg, Hengelo David Tins / Robert Wienk -
H E N G E L O Tuindorp Het Lansink
tuindorp het Lansink in Hengelo is gebouwd aan het begin van de 20e eeuw in opdracht van dhr. C.T. Stork. Deze industrieel wilde voor zijn werknemers ‘eener kolonie van goede woningen voor arbeiders en beambten in eene prettige, frissche omgeving’. Hij was hierdoor geinspireerd door zijn bezoeken aan Duitse en Britse tuinsteden. Architect werd de Amsterdammer Karel Muller (18571942). Hij plande straten van tussen de tien en dertien meter, en vijf tot zeven meter lange voortuinen. ‘Elke benauwdheid van smalle straten of eng gebouwde huizen heeft hier plaats gemaakt voor ruimte en lucht’. Muller, nauw samenwerkend met de tuinarchitecten L. A. Springer en P. Wattez, legde de hoofdstraten zoveel mogelijk in de noord-zuidrichting, waardoor de voor- en achtergevels van de huizen elk een deel van de dag zon kregen. Voordeel was dat de bewoners hun huiskamer ‘nu eens naar voren dan weer naar achteren konden verplaatsen, hetgeen een aangename gelegenheid voor afwisseling geeft’. De engelse tuinstad gedachte laat zich nog steeds in tuindorp het Lansink zien door de volgende karakteristieke eigenschappen, parkachtig groen, ruime kavels, zeer gevarieerde architectuur, diversiteit van woningtypen, sociale differentiatie van de bewoning, pleinruimtes en doorzichten, bijzondere tuinmuren en -hekken en zijn witgepleisterde huizen.
vr 25-6 | 6a
49
Project: Ontwerper: Periode:
Raadhuis, Hengelo Berghoef / J.F. Hondius J.F. 1948 - 1963
Adres: Research: Bronnen:
Raadhuisstraat, Hengelo David Tins / Robert Wienk -
H E N G E L O Raadhuis
Eenheid en samenhang creĂŤren, dat was het doel van de architecten. Secretarie, administratie en representatieve vertrekken zijn gegroepeerd rond een centrale hal op de eerste etage. Deze hal is drie etages hoog, verlicht vanuit hoge zijvensters en afgedekt met een stalen dak. Dit typerende sheddak zorgde voor veel commentaar van de bevolking. Met monumentale elementen als trappen, bordessen, zuilen en een Palazzo Vecchioachtige toren met carillon (46 klokken) symboliseert het gebouw traditionele machtsstructuren. De architecten hebben het gebouw geĂŻnspireerd op het oude stadhuis van Stockholm. Voor openbare gebouwen werd in de wederopbouwperiode 1% van de bouwsom gebruikt om te besteden aan kunst. Hoe duurder het gebouw, hoe meer geld er was voor toegepaste kunst. Aan de hoeveelheid kunst in en aan het stadhuis is dus te zien dat het een duur en belangrijk gebouw is. Door deze regeling ontstonden in deze periode veel nieuwe kunstvormen en technieken Aan de buitenkant van het stadhuis en de toren zijn minstens vijf verschillende te zien. Rechts naast het balkon aan de voorzijde zit het wapen van Hengelo, dat gemaakt is door Martin Stolk. Bij de onderdoorgang naar het plein zitten twee banden van geglazuurde baksteen. Deze zijn gemaakt door Riemko Holtrop. De voorstelling verwijst naar de Twentse natuur en bedrijvigheid. Langs de trappen aan de andere zijde van het stadhuis zitten sierhekken met symbolen van de Hengelose Industrie. Zij zijn gemaakt door H. Leusink. Aan de voet van de toren zit een midwinterhoornblazer, een typisch Twents gebruik. Het laatste kunstwerk is moeilijk te ontdekken. Helemaal op de top staat een windwijzer die de levensgang voorstelt. De midwinterhoornblazer en de windwijzer zijn gemaakt door het echtpaar Jan en Marie van Eijl-Eitink.
vr 25-6 | 6b
51
Project: Ontwerper: Periode:
Centrum de Brink, Hengelo Bolles + Wilson 1995 + 1998
Adres: Research: Bronnen:
Brinkstraat, Hengelo David Tins / Robert Wienk -
H E N G E L O Centrum de Brink
Het stadsdeel tussen het marktplein en het stationsplein in Hengelo is met dit centrumplan uitgebreid en verdicht. Door toevoeging van een aantal stedelijke blokken is gezocht naar een meer coherentere invulling van het voorheen rommelige gebied. De nieuwe volumes omsluiten een nieuwe “brink� welke aansluit op het bestaande marktplein. Centraal punt in het plan is de `campanile`. Deze toren van 40 meter fungeert als spil in de ruimtelijke compositie en gaat een relatie aan met de stadhuistoren en de kerktoren. Het plan kenmerkt zich door een contrast met de naastliggende naoorlogse bouw die een kleinschalig, bijna bescheiden karakter heeft. De programmatische invulling bestaat uit winkels in de plint en woningen op de etages. De winkels zorgen voor functionele verbinding van het Marktplein en het Stationsplein. De woningbouw zorgt voor een levendigheid die bij deze stedelijke schaal past.
vr 25-6 | 6c
53
Project: Ontwerper: Periode:
De Kasbah, Hengelo Piet Blom 1966 - 1974
Adres: Research: Bronnen:
Booggang, Hengelo David Tins / Robert Wienk -
H E N G E L O De Kasbah
De Kasbah in Hengelo van Piet Blom is een van de weinige woningbouwprojecten uit de jaren zeventig waarvan de thema’s die aan de orde werden gesteld; verdichting en functiemenging, ook nu nog actueel zijn. De Kasbah is een op Noord Afrikaanse architectuur geïnspireerde complex van 184 in 1973 opgeleverde woningen. Kenmerkend is het feit dat de woningen zich in een dicht aaneengeschakelde configuratie op de ‘eerste verdieping’ bevinden en daarmee een dak vormen boven een gemeenschappelijk overdekt gebied dat door de bewoners veroverd zou kunnen worden. Blom voorzag in dit gebied een levendig stedelijk milieu. Blom ontwierp drie verschillende basistypen, die zijn gecombineerd tot vijf verschillende woningtypen. Met dit woningbouwproject werd een woningdichtheid bereikt van zo’n 100 woningen per hectare, dit is vier keer zo hoog als in normale woonwijk. Oorspronkelijk was dit plan ontworpen voor een centrumlocatie in Hengelo, maar het is uiteindelijk aan de rand van de stad in een nieuwbouwwijk gerealiseerd. Aan de rand van de stad vond de potentie van het gebouw echter geen draagkracht: de inrichting is verouderd, onoverzichtelijk en vandaalgevoelig en de weinige winkels die er in de beginfase nog wel waren zijn weggetrokken.
vr 25-6 | 6e
55
Project: Ontwerper: Periode:
De Buigerij, Hengelo Dick van Gameren 1966 - 1974
Adres: Research: Bronnen:
Buigerij, Hengelo David Tins / Robert Wienk -
H E N G E L O De Buigerij
In het herstructureringsgebied Hart van Zuid te Hengelo wordt de magazijnhal van de voormalige Pijpenbuigerij van Stork uit 1956 behouden. Samen met de naastgelegen oude Bontweverij blijft hier binnen de herstructurering een karakteristiek industrieel ensemble gehandhaafd dat de historie van het gebied weergeeft. Oorspronkelijk waren er tegen de zuidzijde van de magazijnhal nog vijf grote hallen aangebouwd die intern doorliepen in het magazijn. Doordat deze zijn gesloopt bleven er slechts drie wanden van de magazijnhal staan, dit aangezien deze vierde zuidgevel er nooit is geweest. Binnen het grondvlak van de bestaande magazijnhal is een nieuw appartementengebouw opgetrokken. Dit is met uitzondering van de oostzijde, losgehouden van de bestaande gevels. De drie bestaande wanden en de gevels van de in 1976 aangebouwde Annex zijn zoveel mogelijk gerestaureerd en intact gelaten. De nieuwe zuidgevel, de voorgevel van het appartementencomplex van De Buigerij, wordt gekenmerkt door een bij de oorspronkelijke constructie aansluitend industrieel gedetailleerd stalen frame. Dit is ingevuld met glazen borstweringen en vormt de balkonzone van de woningen. Op de begane grond zijn de gevelvlakken tussen de stalen kolommen ingevuld met metselwerk waarbij de naam van het complex door middel van weggelaten stenen is uitgespaard. De westgevel van de nieuwbouw, enige meters achter de bestaande westelijke kopgevel, is voorzien van een fotoprint. Deze illustreert wat oorspronkelijk in de hallen plaatsvond. Op de begane grond zijn een stallinggarage en de bergingen voor de appartementen gesitueerd. Vanaf de eerste verdieping is tussen de bestaande achtergevel en de ingeschoven nieuwbouw een buitenzone vrijgehouden waardoor de ervaring van de hoogte van de oorspronkelijke hal deels behouden is gebleven. In deze omsloten buitenruimte bevinden zich de galerijen en vluchttrappenhuizen.
vr 25-6 | 6f
57
Project: Ontwerper: Periode:
Station NS, Zutphen H.G.J. Schelling 1952
Adres: Research: Bronnen:
Stationsplein 12, Zutphen Niek Heijboer en MichaĂŤl van Bergen -
Z U T P H E N Station NS
H.G.J. Schelling (Stompwijk, 1888 - Driebergen, 1978) was een van de belangrijkste architecten van de Nederlandse Spoorwegen en heeft een aantal stationsgebouwen ontworpen vanaf de jaren twintig tot de jaren vijftig van de twintigste eeuw waaronder station Amsterdam Amstel, station Amsterdam Muiderpoort en station Zutphen.Buiten zie je een ‘streng’ symmetrisch gebouw met slanke, hoge pilaren onder de luifel en open pergola’s. De fietsenstalling loopt onder deze pilaren door en brengt de reizigers via een trap rechtstreeks in de hal. Deze toevoeging is ontworpen door S2architecten en het groenedak van de fietsenstalling geeft het gebouw weer een jaren vijftig-uitstraling. Dat is mogelijk doordat de duizenden fietsen dan onder de grond zijn verdwenen. Binnen in de hal zijn negen grote lichtkoepels en de voorgevel bestaat aan weerszijden van de hoofdingang helemaal uit glas. Dit geeft het gebouw een transparante uitstraling. Na de oorlog hield Schelling zich veel bezig met de Franse architect Auguste Perret. Hij schreef voor en over de architect die zich vooral bezighield met beton en gebruikte hem als inspiratiebron voor zijn eigen ontwerpen. De invloed van Perrets ‘betonclassicisme’ is onder andere te merken in Schellings stations van Arnhem, Enschede, Hengelo, Leiden en Zutphen (allen 1950). Het Zutphense stationsgebouw is opgetrokken uit gezandstraalde, prefab betonplaten. De betonplaten in de hal hebben een andere samenstelling dan die buiten. Binnen is in het beton baksteenpuin verwerkt. Buiten, waar de platen nat kunnen worden, zijn het gladdere kiezels.
vr 25-6 | 7a
59
Project: Ontwerper: Periode:
Posbank Paviljoen, Rheden Architectengroep De / Bjarne Mastenbroek 1997 - 2002
Adres: Research: Bronnen:
Beekhuizenseweg 1, Rheden MichaĂŤl van Bergen en Niek Heijboer www.search.nl
R
H
Posbank Paviljoen
Het paviljoen ligt precies aan het einde van een aantal heuvels die gevormd zijn in de laatste ijstijd, toen het land- door de krachten van het ijs - meer dan 100 meter boven de zeespiegel is gedrukt. Het gebouw staat voor deze natuurkrachten en laat de mogelijkheden zien van de dominantie van natuurlijke materialen. De architect heeft zich laten inspireren door de ontstaansgeschiedenis van dit gebied: de ijsmassa die tweehonderdduizend jaar geleden zand en leem opstuwde. Als opgave voor het ontwerp door de opdrachtgever aangegeven: het ontwerpen van een theehuis met grote aandacht voor de landschappelijke kwaliteiten en bovendien voor duurzaamheid en energiehuishouding. Het ontwerp bestaat uit een hellende vloeren dakvorm die als een spiraal omhoog loopt. Vanaf de ingang loop je met de vloer mee naar boven om via het hoogste punt van de binnenvloer het laagste punt van het dakvlak – op 14 meter hoogte - op te gaan. Rondom een boom - in het hart van het gebouw - loopt het pand als een spiraal omhoog. Tussen een knik van deze spiraal is een kei geplaatst om het gebruik van natuurlijke materialen te onderstrepen. Deze kei maakt tevens deel uit van de constructie. Buiten op het dak is het uitzicht op de Veluwezoom te aanschouwen. Het groene dak geeft de indruk in een landschappelijke omgeving te staan. Binnen in de vierkante spiraalvorm is een jonge boom op het laagste niveau in de natuurlijke bodem gepland; deze zal mettertijd - door het gebouw - boven het dak uit groeien Bij het ontwerp van het interieur is veel aandacht besteed aan het natuurlijke element. Doordat de vloer schuin omhoog loopt, zijn de tussenliggende vloeren, waarop de stoelen en tafels staan, als een podium opgebouwd met behulp van hout. De vloeren bestaan uit verlijmde stammen van acaciahout waarover een epoxyvloer is gegoten.
E
D
E
N
vr 25-6 | 7b
61
Project: Ontwerper: Periode:
Monnikenhuizen, Arnhem Khandekar / Buro Lubbers 1998 - 2002
Adres: Research: Bronnen:
Dominicanenweg, Arnhem MichaĂŤl van Bergen en Niek Heijboer www.burolubbers.nl
A
R
Monnikenhuizen
Het Gelredome, daar speelt Vitesse nu. Sommigen verlangen nog naar het knusse stadion Monnikenhuizen. Maar dat is onherkenbaar verdwenen onder een kleine woonwijk. Die is alleen al bijzonder door het voor Nederlandse begrippen sterk hellende terrein. Het stedenbouwkundige concept van de wijk, 2 kernachtige ruimtes, omgeven door bos, is bedacht door Stedenbouwkundig bureau Khandekar. Daarna is in atelierverband met de stedenbouwkundige, landschapsarchitect (Buro Lubbers) en architecten het stedenbouwkundig plan bedacht voor de 230 woningen. Buro Lubbers heeft de supervisie van het stedenbouwkundig plan overgenomen van Khandekar en het ontwerp voor de openbare ruimte gemaakt. Tijdens dit proces werd wederom intensief samengewerkt met de architecten over de aanlanding van de bebouwing in het landschap, de overgangen openbaar-privÊ, het parkeren, materiaalgebruik en het oplossen van hoogteverschillen. Dit heeft een bijzondere wijk opgeleverd. Alles is in samenhang ontworpen, terwijl de ontwerpers allemaal hun eigen handschrift hebben kunnen behouden. De gemeente is ook gedurende het planproces betrokken en daardoor heeft een goede afstemming van het ambitieniveau en het beheer plaatsgevonden. De straatprofielen zijn door het hellend karakter bijzonder, maar ook door de specifieke opdracht om regenwater gescheiden af te voeren. Dat betekent dat in de straten goten zitten, waar bij een flinke bui, gegeven de helling nogal wat water door stroomt – zodat dit een heel eigen ontwerpvraag werd. Het verkeer en water hebben een soort gelijkwaardige positie in de straat. De waterafvoer is te volgen vanaf de dakgoot tot aan de vijver c.q. het infiltratieveld. Er is sprake van beplanting, maar die heeft, wellicht vanwege de bosrijke omgeving, een informele rol. Vakken vol berken, los gestrooide eiken en rododendrons staan op een vanzelfsprekende manier in de wijk.
N
H
E
M
vr 25-6 | 7c
63
Project: Ontwerper: Periode:
Rijn -Waal -en Ooijpolder - -
Adres: Research: Bronnen:
- Tim Nagtegaal www.wikipedia.nl
N I J M E G E N Rijn -Waal & Ooijpolder Tot medio 2005 was er sprake om de Ooijpolder en Rijnstrangen te gebruiken als noodoverloopgebieden bij hoogwater van de Waal. De gedachte bij deze noodoverloopgebieden is om de rivier op vooraf bepaalde gebieden buiten haar oevers te laten treden waardoor het waterpeil daalt en de stroomsnelheid afneemt. In deze noodoverloopgebieden kan het water wegzakken in de grond en/of met enige vertraging verder stromen in de rivier. Tijdens de Koude Oorlog werd de IJssellinie gebouwd om een deel van Nederland onder water te laten lopen bij een Russische invasie. Ook de Ooijpolder was onderdeel van deze linie. Ook vroeger liep dit gebied onder bij hoogwater. Deze regelmatige overstromingen lieten zand en vruchtbare klei achter wat ervoor zorgde dat het bewoonbaar gebied werd. Ook na het aanleggen van de dijken liet men het water op een gecontroleerde manier bij zogenaamde overlaten in de polder stromen. Dit om tegendruk te verkrijgen om zo dijkdoorbraken te voorkomen en voor het aanvoeren van vruchtbare klei. In 1933 werd het Hollandsch-Duitsch gemaal gebouwd om water uit Duitse landbouwgebieden af te voeren. Tegenwoordig is het niet meer wenselijk om de polder te reserveren om onder water te laten lopen, vanwege haar hogere bevolkingsdichtheid.
vr 25-6 | 8
65
Project: Ontwerper: Periode:
Valkhof, Nijmegen - -
Adres: Research: Bronnen:
Valkhoftrappen, Nijmegen Mark Klaarenbeek, Joep Meijer, Jasper Smits www2.nijmegen.nl
N I J M E G E N Valkhof
Het is algemeen bekend dat Karel de Grote op een van de heuvels aan de Waal in het tegenwoordige Nijmegen een burcht heeft laten bouwen. Karel de Grote trok voortdurend zijn grote rijk rond en bezocht van tijd tot tijd ook de stad Nijmegen. Van de door hem gebouwde burcht is echter niets meer over gebleven. In 1047 werd de burcht verwoest. Hoe die burcht er uit heeft gezien is in het geheel niet bekend. Wellicht was het maar een houten burcht, want de meeste kastelen begonnen hun bestaan als een houten bouwsel. Het burchtterrein is nu in een wandelpark veranderd. Het park ligt tussen de oprit naar de Waalbrug en de stad; van de stad uit gezien, direct achter het moderne Nijmeegse museum. Vanuit het park heeft men naar het noorden schitterende vergezichten over de Betuwe en de heuvels van de Veluwe en naar het oosten over de Ooypolder, bij helder zicht zelfs tot aan de heuvels van het Montferland.
vr 25-6 | 9a
67
Project: Ontwerper: Periode:
Museum Het Valkhof, Nijmegen UN Studio / Ben van Berkel 1995 - 1999
Adres: Research: Bronnen:
Kelfkensbos 59, Nijmegen Mark Klaarenbeek, Joep Meijer, Jasper Smits Architectuur in Nederland, Jaarboek 1999-2000
N I J M E G E N Museum het Valkhof
Een belangrijk uitgangspunt in het ontwerp van Museum Het Valkhof vormt de unieke ligging van het museum. Enerzijds ligt het aan een plein dat het direct verbindt met het stadscentrum. Anderzijds wordt het omringd door het Kelfkensbos met zijn ru誰nes en vergezichten over de Waal. Het gebouw is zodanig geplaatst dat het deze drie condities respecteert. Het neemt de topologie van het landschap in zich op en produceert daarmee speciale ruimtes waar de oude geschiedenis van de locatie tot onderdeel wordt gemaakt van het museumbezoek. De museumverdieping is opgetild naar het niveau van de stadswal en het Waalzicht. Het gebouw is gericht op de stadswal, maar staat er tegelijkertijd los van. Hierdoor kan om het museum heen worden gelopen en ontstaat op de begane grond ruimte voor een beeldenroute. Het driehoekige marktplein wordt gevormd door twee oude, oplopende wegen. Deze eeuwenoude, eenvoudige structuur behelst in feite de hele ontstaansgeschiedenis van de stad. Het centrale trappenhuis verenigt op intense wijze gebouw en stad. Het trappenhuis ontstaat reeds op het plein, nodigt bezoekers op het plein uit en leidt hen, langs een cafetaria, foyer, bibliotheek, museumwinkel en kaartverkoop op de begane grond, het museum in naar het balkon van waaruit de bezoekers een wijds uitzicht op het omliggende landschap hebben. Een tweede belangrijk structurerend element vormt het plafond. Het plafond volgt in beginsel dezelfde route als de trap en zijn golvende beweging gaat mee met de verwachte beweging van de bezoekers. Daar waar de bezoekers samenkomen, in de centrale hal bij de liften, zijn de golven frequenter; in de expositieruimtes waar de klimaatbeheersende installaties zich bevinden worden ze langer. Het plafond integreert installaties en architectuur en zorgt ervoor dat de verschillende ruimtes met soms sterk uiteenlopende museale objecten een eenheid blijven vormen.
vr 25-6 | 9b
69
Project: Ontwerper: Periode:
Hunnerstaete, Gerard Noodtstraat, Nijmegen De Architectengroep, Gameren, B. Mastenbroek D. van 1991 - 1996
Adres: Research: Bronnen:
Gerard Noodtstraat, Nijmegen Mark Klaarenbeek, Joep Meijer, Jasper Smits Archis - 1997-1; De Architect - 1997-1
N I J M E G E N Hunnerstaete, Gerard Noodtstraat Samen met een park en een verkeersplein vormt deze locatie een scharnierpunt in de stad. Uitgangspunt is het opheffen van barrières. Dit is opgelost door het parkeren naar een dek boven het woongebouw te brengen en daarmee van het straatniveau weg te halen en een grote publiek toegankelijke tuin aan te leggen. Poorten en trappenhuizen aan de tuin dragen er mede toe bij dat de afsluiting van de omgeving wordt voorkomen. Het woongebouw bevat hoogwaardige appartementen voor ouderen. Om lange galerijen te voorkomen en een tweezijdige oriëntatie vanuit de woningen te bereiken (zon aan de tuinkant, uitzicht aan de stadskant), is een combinatie van portiek- en galerij ontsluitingen toegepast. Aansluitend op de trappenhuizen liggen korte galerijen afwisselend aan tuin- en straatkant. Door deze bajonetgalerij ontstaat een geleding van bouwmassa en gevels. De doorschijnende schacht voor de autolift markeert de ‘koppoort’. Het parkeerdak ‘zweeft’ op betonnen liggers boven het dak van het woongebouw, ter vermijding van geluidsoverlast in de woningen. Dit ontwerp vindt zijn oorsprong in de in 1991 gewonnen Europanprijsvraag voor de Hessenberg in Nijmegen. Veel elementen die dit plan kenmerken zijn in het gerealiseerde ontwerp aan de Gerard Noodtstraat terug te vinden.
vr 25-6 | 9c
71
Project: Ontwerper: Periode:
Hof van Heden, Nijmegen Mecanoo 2004 - 2008
Adres: Research: Bronnen:
Josephhof, Nijmegen St. Mark Klaarenbeek, Joep Meijer, Jasper Smits www.mecanoo.com
N I J M E G E N Hof van Heden
in het bruisende hart van Nijmegen, dichtbij de historische binnenstad, ligt de St. Josephhof. De hof heeft een rijk verleden. Kort voor de jaartelling ontstond hier de nederzetting Oppidum Batavorum, de voorganger van het huidige Nijmegen. De oudste gevonden resten in de hof zijn van een Romeins gebouw daterend uit ongeveer 40 na Christus en daarmee het oudste stenen gebouw van Nederland. Vanaf de twintigste eeuw stond hier de St. Josephhofschool, die in de jaren zeventig werd afgebroken. Het hierdoor ontstane ‘gat’ in de bebouwing is niet meer ingevuld en de hof werd een parkeerterrein. Nu wordt de hof in ere hersteld en getransformeerd tot de Hof van Het plan van Mecanoo sluit aan op het stratenpatroon van de historische binnenstad. Rondom een openbare hof liggen 98 woningen, deels hofwoningen met een tuin en deels appartementen. Drie collectieve tuinen aan de randen van de hof vormen een schakel tussen de bestaande bebouwing en de nieuwe woningen. De tuinen verschillen in vorm en uitstraling en zijn alleen toegankelijk voor de bewoners. In het midden van de hof ligt een sfeervol binnenhof, dat voor bewoners en passanten toegankelijk is en waar kinderen veilig kunnen spelen. Onder het hof ligt een tweelaagse parkeergarage voor de bewoners. Glazen kijkgaten in de hellingbaan bieden zicht op de archeologische vondsten in de St. Josephhof. De architectuur van de Hof van Heden is hedendaags, maar passend bij de binnenstad. Er is gekozen voor individuele gevels in plaats van massieve bouwblokken. De bakstenen, gebakken in een traditionele ringoven in de buurt van Nijmegen, hebben verschillende formaten en tinten, waardoor de woningen elk een ander karakter hebben. De ritmisch verspringende gevels hebben verschillende breedtematen.
vr 25-6 | 9d
73
Project: Ontwerper: Periode:
Marikenstraat & MariĂŤnburg, Nijmegen Soeters van Eldonk, V,Yanovshtchinsky, J, Molenaar 1993 - 2000
Adres: Research: Bronnen:
Marikenstraat, MariĂŤnburgplein, Centrum Nijmegen Mark Klaarenbeek, Joep Meijer, Jasper Smits Classic.archined.nl / De Architect - 2001-2
N I J M E G E N Marikenstraat en Mariënburg In het Mariënburgproject dat in 1993 van start is gegaan is gestreefd naar de stedenbouwkundige verbetering van de binnenstadsstructuur. Met het creëren van een nieuwe openbare route in twee niveaus tussen Burchtstraat en Ziekerstraat is een nieuwe verbinding tot stand gebracht in het bestaande patroon van straten en pleinen van Nijmegen. Centraal in het plangebied ligt een nieuw driehoekig plein met in het midden de historische Mariënburgkapel. De architectonische uitwerking van het Masterplan stond onder supervisie van Sjoerd Soeters en is door drie architecten uitgewerkt. Jos van Eldonk (Soeters van Eldonk architecten) ontwierp de kantoren en de onderkomens voor de culturele instellingen. Elk van de organisaties heeft een eigen ‘pand met karakter’ aan het Nieuwe Mariënburgplein gekregen en is gekoppeld aan het voormalige politiebureau waarin de hoofdtaken van de instellingen zijn ondergebracht: het depot van het gemeentearchief in de kelder, de uitleenruimte van de bibliotheek op de begane grond en de kantoren van de Dienst Sociale Zaken op de eerste en tweede verdieping. Joris Molenaar (Molenaar & van Winden architecten) en Vera Yanovshtchinsky (Vera Yanovshtchinsky architecten) zijn als architecten verantwoordelijk voor de invulling van de gebogen straat die de centrale as is in het gehele plan. Aan deze nieuwe volledig openbare straat zijn, op twee over elkaar heen schuivende maaiveldniveaus, winkels gerealiseerd met daarboven woningen, ontsloten vanuit semi-openbare binnentuinen
vr 25-6 | 9e
75
Project: Ontwerper: Periode:
Wozoco de Dobbelman, Nijmegen Architectenbureau Rohmer Marlies 2003 - 2007
Adres: Research: Bronnen:
Dobbelmanterrein Nijmegen Mark Klaarenbeek, Joep Meijer, Jasper Smits www.rohmer.nl
N I J M E G E N Wozoco de Dobbelman Het terrein van de vroegere wasmiddelenfabriek Dobbelman ligt in de wijk Bottendaal, in de luwte van het stadscentrum. Het masterplan voor de herontwikkeling van dit gebied bestaat uit een compositie van volumes van verschillende schaal, verwant aan de oorspronkelijke indeling van het fabrieksterrein, en een programma dat een vermenging van culturen, religies en sociale klassen stimuleert. Het plan is met inspraak van de buurt tot stand gekomen. Drie industrieel ogende woongebouwen bieden gedifferentieerde woonruimte aan gezinnen, studenten, tweeverdieners, allochtonen en yuppen. Het binnenterrein is een semi-openbare ruimte, geplaveid met stelconplaten, afkomstig van het voormalige fabrieksterrein. Deze ruimte is ongeprogrammeerd, de bewoners kunnen er zelf invulling aan geven. Het woonzorgcomplex op het Dobbelmanterrein omvat 3 groepswoningen voor psychogeriatrische ouderen, 20 woningen voor allochtone ouderen, 6 woningen voor verstandelijk gehandicapten en 6 woningen voor lichamelijk gehandicapten. Het robuuste, simpele volume van het gebouw met de diepliggende kozijnen sluit aan bij het industriële karakter van het voormalige fabrieksterrein. De twee enorme ronde kolommen onder de overstekken over de ‘fabrieksstraat’ - het gemeenschappelijke binnenterrein - functioneren drieledig: als constructie, als omhulling van de vluchttrappen en als plakzuil. Het gebouw is ruimtelijk zodanig georganiseerd dat het het contact tussen de bewoners bevordert. De vier woonlagen van het woonzorgcomplex zijn gelegen rond een gemeenschappelijke tuin: een buitengebied (begane grond) of een met glas beschutte wintertuin (de verdiepingen). De keukens van de woningen zijn gegroepeerd om dit collectieve gebied. Met zijn rondgang sluit het gebouw aan op de kloostertypologie, echter met dit verschil dat het aan één zijde geopend is naar het collectieve buitengebied, de ‘fabrieksstraat’. Het contact met de samenleving wordt zo letterlijk gelegd.
vr 25-6 | 9f
77
Project: Ontwerper: Periode:
Stadslandgoed Limos, Nijmegen SlangenHulsker architecten 2000 - 2005
Adres: Research: Bronnen:
Gelderselaan, Nijmegen Mark Klaarenbeek, Joep Meijer, Jasper Smits Architectenweb, Slangenhulsker, Blauwe Kamer
N I J M E G E N Stadslandgoed Limos
Waar de stad Nijmegen en het groen van het Mariënbosch in elkaar overgaan, ligt het voormalig terrein Limos. Het gebied diende sinds 1905 als basis voor het leger, laatstelijk de Luchtmacht Instructie en Militairen Opleidingen School (Limos). In 1995 vertrok de luchtmacht en kocht de gemeente Nijmegen het Limosterrein op om dit te herontwikkelen tot groen stadslandgoed voor wonen, werken en recreëren. Om het groene karakter te waarborgen, stelde de gemeente in een rigide bestemmingsplan vast dat een groot deel van het terrein onbebouwd moest blijven. De structuur rondom en op het landgoed kent drie schaalniveaus: de schaal van de groene lob van Mariënboom aan de oostzijde, de grote solitaire schaal van de monumentale kazernegebouwen aan de zuidzijde en de kleine schaal van de Spoorbuurt aan de noordzijde. Het stedenbouwkundig concept van het Limosterrein is erop gericht om deze schaal- niveaus bij elkaar te brengen maar herkenbaar te houden. Het ontwerp is een combinatie van twee deels gesloten bouwblokken – de parkhoven –, een toren en een reeks losse gebouwen – de wachters – in een speelse structuur, die zich als een waaier in de richting van de lob van het Mariënboom opent. Het groen kan diep oostwaarts tussen de bebouwing doordringen en verbindt zo het stedelijke karakter aan de westzijde met het landschappelijk karakter ten oosten van het landgoed. Het ensemble van de wachters loopt tussen de parkhoven in het groen omhoog, wat het hoogteverschil van zeven meter in het landschap benadrukt. De park- hoven zijn opengeknipt in twee richtingen: van oost naar west om openheid naar het bestaande groen te benadrukken en van noord naar zuid om het gebied doorwaadbaar te maken. Het groene parklandschap dat altijd achter hekken verscholen is geweest, is daarmee optimaal voor het publiek toegankelijk gemaakt.
vr 25-6 | 9g
79
Project: Ontwerper: Periode:
Revalidatiecentrum Klimmendaal, Arnhem Groot Koen van Velsen -
Adres: Research: Bronnen:
Heijenoordseweg 5, Arnhem Dirk Durrer / Annette Bos / Mark Spijkerman www.architectuurplaquette.com / www.bnagebouwvanhetjaar.nl
A
R
N
Revalidatiecentrum Groot Klimmendaal Volgens het opgestelde masterplan voor het Groot Klimmendaal terrein zal het volgebouwde gebied veranderen in een parklandschap. De binnen dit plan ontworpen kliniek heeft een minimale voetafdruk. De hoofdverdieping bevat bijzondere programmaonderdelen. Eronder liggen kantoren, erboven de polikliniek en kliniek. Op het dak het Ronald McDonaldhuis. Na eerst het masterplan te hebben opgesteld voor het omringende terrein, is een ontwerp gemaakt voor revalidatiecentrum Groot Klimmendaal. Dankzij extra toegevoegd programma voor de buurt (sportzaal, zwembad en theater) is de kliniek direct verbonden met de omgeving, waardoor revalidaten stapsgewijs kunnen terugkeren in de maatschappij. Voor het Groot Klimmendaal-terrein is een masterplan gemaakt waarin het volgebouwde gebied op termijn zal veranderen in een parklandschap dat drie objecten zal omvatten: revalidatiekliniek Groot Klimmendaal, een gebouw waarin de scholen zijn verzameld en een woongebouw. Aan de polikliniek en kliniek van Groot Klimmendaal is programma toegevoegd zodat het gebouw meer onderdeel wordt van de maatschappij: een Ronald McDonaldhuis, theater, fitnessruimte, sportzaal, zwembad en creativiteitscentrum voor patiĂŤnten, ouders en buurtbewoners. Het gebouw heeft een minimale voetafdruk in het landschap en waaiert naar boven toe uit. De dubbelhoge hoofdverdieping bevat de bijzondere programmaonderdelen. Eronder liggen kantoren, erboven de kliniek en polikliniek. Op het dak, met een eigen uitdrukking, het Ronald McDonaldhuis. Door grote gaten komt daglicht in het hart van het dertig meter brede gebouw en worden de verdiepingen ruimtelijk met elkaar verbonden. De gevels zijn bekleed met bruin geanodiseerd aluminium, zodat ze opgaan in het boslandschap.
H
E
M
vr 25-6 | 10a
81
Project: Ontwerper: Periode:
Park Sonsbeek, Arnhem Zocher en Petzholt N stijl), begin 19e eeuw (Engelse 1745 L(Franse stijl) AA
Adres: Research: Bronnen:
ER
Zijpendalseweg, Arnhem Dirk Durrer / Annette Bos / Mark Spijkerman www.parksonsbeek.nl
Paden, lanen, heuvels en weiden in park Sonsbeek
GN WA
AP
Ruyteren berg
ELD
OO
RN
Apostelen berg
Belvedere
SEW
EG
A g En
Lange Wammes
Ingang
a ela els
Ronde Weide
n Hertenkamp
Be
uk
le ral
Franselaan
e Elzenpas Grote Vijver
Witte Villa
an
ek nsb e St. Ja Witte Watermolen
Moeras Weide
Tel Theepit
Bleek Fontein Weide Vijver
Paviljoen Kleine Waterval
Grote Weide
Standbeeld Lorentz
Steile Tuin
nla
e leg
Tulpenlaan
Grote Waterval
Hartgers berg
(vo
kte w eg Verd e
de Ce
Forellen Vijver De Boerderij
n
Roelofs berg
Engelse Berg Koude Vijver IJskelder
laa
EG
WEG Dennen kop
en
W
K PAR
Dassenaard of Larikskop
Karper Vijver
EK
Koude Berg
Te orh lleg ee enl n H aa oo n fdl aa n
)
Lariksdal
BE NS SO
aan Wiltb
Slakken gat
Amorsrond
Zwanenbrug
Bezoekerscentrum
St. Jansveld
SE
AL
Punt Weide Ingang
Watermusem St. Agnieten/ Begijnemolen
ZY
PE
A ND
G
WE
EG
SEW
ORN
O PELD
Kleine Weide
A
R
Park Sonsbeek
Het Arnhemse stadspark Sonsbeek is in de loop van de eeuwen bijna volledig door mensenhanden aangelegd op de stuwwal ten noorden van de Rijn. De bedding van de beek werd aangepast, vijvers gegraven, watervallen, beukenlanen, grasvelden en ruige weilanden aangelegd en de Ronde Weide is afgegraven. Open ruimtes en dichtbeboste gedeelten, waterpartijen, de bruggetjes, de beelden en de hoogteverschillen zijn zo kenmerkend voor dit park. En het is deze afwisseling in het landschap dat Sonsbeek zo uniek en waardevol maakt. Met de vestiging van de adel in buitengebieden werd voor het eerst het landschap louter ter verfraaiing omgevormd. De oorsprong van de landschappelijke aanleg in Sonsbeek dateert al van 1745. De toenmalige eigenaresse Adriana van Bayen liet beukenlanen planten en liet de romantische tuinkunst afkijken van het naburige Roosendael. Onder Brantsen werden rond Huize Zijpendaal symmetrische tuinen aangelegd in de Franse of barokstijl. Rechte assen, ronde en vierkante vijvers en moes- en siertuinen in strakke geometrische vormen typeerden de Franse tuinarchitectuur van die tijd. Een kaart uit 1753 toont een strakke indeling met geometrische motieven. Dat het in die tijd al niet geheel symmetrisch is aangelegd heeft vermoedelijk te maken met de terreingesteldheid. Guillaume baron van Heeckeren kocht het landgoed Sonsbeek in 1821. Hij nam de landschapsarchitect Zocher in dienst om zijn landgoed op grote schaal in de Engelse landschapsstijl te hervormen: fraaie glooiingen, kronkelende paden, coulissenachtige bosschages, verrassende zichtassen, schitterende waterpartijen, pittoreske bruggetjes. Uit zijn tijd stammen de Belvédère, de Grote Waterval en de Hertenkamp. Het onderhoud werd hem op een gegeven moment te kostbaar. De baron stootte een deel voor woningbouw en exploïtatie af.
N
H
E
M
vr 25-6 | 10b
83
Project: Ontwerper: Periode:
Kantoorflat ‘De Nederlanden’, Arnhem W.M. Dudok 1938
Adres: Research: Bronnen:
Willemsplein 5-6, Arnhem Dirk Durrer / Annette Bos / Mark Spijkerman www.tgooi.info/dudok/arnhem_nederlanden1845
A
R
N
Kantoorflat ‘De Nederlanden’ Verzekeringsmaatschappij ‘De Nederlanden van 1845’ had overal in het land nieuwe kantoorgebouwen nodig en gaf opdracht aan architect Dudok om voor deze gebouwen ontwerpen te maken. Uiteindelijk werden twee van deze plannen gerealiseerd: in Arnhem (1938) en Rotterdam (1952). Het gebouw ligt aan het Willemsplein, dicht bij het station. Een ideale plek voor een groot kantoor. De gevel werd uitgevoerd in een lichte geelgroenkleurige ‘verblendsteen’ om aan te sluiten bij de witte neoclassicistische panden rond het plein. Daarnaast werden grote glazen ramen in de gevel aangebracht. Dudok speelt in op het hoogteverschil van het plein door de gevel een lichtgebogen vorm te geven. Opvallend is het trappenhuis aan de rechterzijde van het pand, bijna een glazen cylinder. De vroegere gestileerde, dunne, letters waarin de naam van de maatschappij boven op de gevel waren geplaatst, waren volledig in overeenstemming met de lichtheid van het gebouw. Na het vertrek van ‘De Nederlanden van 1845’ uit het gebouw diende het enige jaren als kantoorgebouw en bemiddelingsbureau tot het leeg kwam te staan. De glans van de gevel had inmiddels veel van haar glans verloren. Maar gelukkig werd het in 2006 verbouwd en opende de RABO-bank een nieuw filiaal in wat inmiddels het Dudokgebouw is gaan heten. Interieurarchitect Ruud-Jan Kokke heeft de vormgeving, inrichting en aankleding gedaan. Het uitgangspunt voor de inrichting is de verbinding met Arnhem als parkenstad. Daarnaast wilde hij zoveel mogelijk originele Dudok-elementen in ere herstellen. Opvallend zijn de wanden, een fotoprint van 13 meter lang en drie meter hoog van de rand van het Sonsbeekpark.
H
E
M
vr 25-6 | 10c
85
Project: Ontwerper: Periode:
Stationsgebied, Arnhem Studio UN 2003
Adres: Research: Bronnen:
Willemsplein, Arnhem Dirk Durrer / Annette Bos / Mark Spijkerman www.architectuur.org
A
R
Stationsgebied
Het ontwerp van UN Studio voor het Arnhemse stationsgebied bestaat uit een parkeergarage, een nieuw stationsgebouw, een busstation, winkelruimte, appartementen en twee kantoortorens. Tevens wordt de infrastructuur in de omgeving aangepast. Er zijn nieuwe viaducten voor de spoorlijn gebouwd. Bij de toegang tot het stationsplein is de Willemstunnel gerealiseerd. De al gerealiseerde parkeergarage is toegankelijk voor voetgangers via twee V-vormige schachten. Deze zorgen schachten zorgen voor de stabiliteit van de constructie. De parkeergarage heeft een capaciteit van 1000 plaatsen voor auto’s en 5000 voor fietsen. De kolomvrije garage valt op door de heldere gele, oranje en rode kleuren. Op maaiveldniveau is een busstation. Een groot deel van de kantoren en een voetgangersbrug over de sporen zijn voltooid. In 2011 zal de tunnel onder de sporen naar de perrons in gebruik worden genomen. De stationshal zelf liep grote vertraging op door een mislukte aanbesteding. Het project heeft de Arnhemse Schreudersprijs 2005 gewonnen voor innovatief, meervoudig ondergronds ruimtegebruik. De oplossing is met name gezocht in het toepassen van ondergrondse bouwtechnieken. Om dit ontwerp technisch te kunnen realiseren is UN Studio (in overleg met de gemeente Arnhem) in zee gegaan met ontwerp- en ingenieursbureau Arup. Zo onstond een samenwerking met als resultaat een Masterplan met verschillende onderdelen die onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. In Arnhem Centraal is 160.000 m2 programma ontworpen op een locatie van 40.000m2.
N
H
E
M
vr 25-6 | 10d
87
Project: Ontwerper: Periode:
Provinciehuis, Arnhem J.J.M.Vegter / H. Brouwer 1946 - 1954
Adres: Research: Bronnen:
Markt 11, Arnhem Dirk Durrer / Annette Bos / Mark Spijkerman www.absolutefacts.nl / www.arnhem.nl
A
Provinciehuis
R
In de Tweede Wereldoorlog is het oude provinciehuis tijdens de Slag om Arnhem kapot geschoten.Het Provinciehuis en het Paleis van Justitie werden volledig verwoest. Restauratie was niet meer mogelijk. Waar vroeger het Hof van Gelre de Markt in Arnhem sierde, staat nu het Provinciehuis. Het pand is na de Tweede Wereldoorlog gebouwd. De architect J.J.M. Vegter heeft een gebouw gemaakt dat zich kenmerkt door een samenspel van architectuur en beeldende kunst. Het Huis der Provincie was niet groot genoeg om alle provinciemedewerkers te huisvesten. Daarom is er een bestuurscentrum bijgebouwd voor de ambtelijke diensten en Gedeputeerde en Provinciale Staten. Het Huis der Provincie is een van de belangrijkste Arnhemse gebouwen uit de wederopbouwperiode na de Tweede Wereldoorlog. Het is bedoeld als bestuursgebouw maar ook als huis voor de gemeenschap. Het gebouw moest in het dagelijks leven van de burgers een grote rol spelen. Er kunnen concerten, congressen en bijeenkomsten worden georganiseerd. Er is een kasteelachtig gebouw ontworpen met aan de voor- en achterzijde grote ramen die openheid betekenen naar de stad en de provincie. De bouwstijl is een voorbeeld van de Delftse school. Door de rijkdom aan kunst is het ĂŠĂŠn groot kunstwerk met beeldhouwwerken, siermetselwerk, mozaiken en vloertapijten. De verlichting, meubilair, gordijnen en glazen werden speciaal voor het provinciehuis ontworpen. Andere opvallende dingen zijn het Carillon, het balkon en de toegangspoort met de twee zuilen.
N
H
E
M
vr 25-6 | 10e
89
Project: Ontwerper: Periode:
Stadhuis, Arnhem J.J. Konijnenberg 1964 - 1968
Adres: Research: Bronnen:
Koningstraat 38, Arnhem Dirk Durrer / Annette Bos / Mark Spijkerman / Paul Kuitenbrouwer www.absolutefacts.nl / www.arnhem.nl
A
Stadhuis
R
Het Duivelshuis is in de loop van de 16e eeuw gebouwd. Het was de woning van Maarten van Rossem een beruchte roofridder. Het werd in Renaissance-stijl gebouwd, vermoedelijk door de stadstimmerman Arndt Johanns toe Boecop. Het stadhuis bestaat wat betreft bouwstijl uit 2 verschillende monumentale bouwwerken. Een deel stamt uit de zestiende eeuw en het andere deel stamt uit de periode van na de Tweede Wereldoorlog. Het interieur van het gehele stadhuis is in 2009 gerestaureerd en gerenoveerd naar een ontwerp van R.J. Kokke. Door het ontwerp lijkt het gehele gebouw in de schijnwerpers te staan. Het Arnhemse stadhuis is gebouwd rondom een binnenplaats. De straat gaat ongemerkt over in deze binnenplaats. De hal is symbolisch voor het open karakter van het stadhuis. Er is vrije communicatie tussen burger en overheid, bij raadsvergaderingen, discussies, concerten en feesten. Het oude en nieuwe stadhuis staan naast elkaar en gaan als je er goed naar kijkt moeiteloos in elkaar over. Het horizontale en verticale stramien van beide gebouwen gaan moeiteloos in elkaar over. Het ritme van het oude gebouw heeft het nieuwe gebouwd be誰nvloed. De constructie van het oude gebouw herhaalt zich in de uitwendige constructie van het nieuwe gebouw. Ondanks het verschil in leeftijd past het goed bij elkaar.
N
H
E
M
vr 25-6 | 10f
91
Project: Ontwerper: Periode:
Artez faculteit voor Dans en Theater, Arhnem H.J. Henket 1999 - 2001 / 2004
Adres: Research: Bronnen:
Onderlangs 9, Arnhem Dirk Durrer / Annette Bos / Mark Spijkerman www.henket.nl
A
R
N
Artez faculteit voor Dans en Theater Sinds de herstructurering van het kunstonderwijs in Nederland streeft de Hogeschool voor de Kunsten Arnhem ernaar huisvesting van de verschillende faculteiten zo dicht mogelijk te groeperen rond het Rietveldgebouw. De faculteit voor Dans en Theater is de laatste in deze reeks en het zoeken en vinden van een geschikte locatie kent een lange voorgeschiedenis. Voor de faculteit voor Dans en Theater, een gebouw van 7.000 m2 en 11 meter hoog, was er geen ander alternatief dan het naast het Rietveldgebouw te plaatsen. Om de landschappelijke kwaliteit van dit transparante gebouw en van het park te handhaven en uit overweging van dubbel grondgebruik is de nieuwe faculteit onder de grond geplaatst. Omdat langdurig verblijf onder de grond hoge psychologische eisen stelt aan de beleving, is een grote glaskap aangebracht op maaiveldniveau die het gemeenschappelijke atrium van daglicht voorziet. Hieromheen zijn leslokalen, een theater en danszalen gesitueerd. De materialisatie en detaillering is licht, luchtig en helder. Uit technische overweging heeft het gebouw een orthogonale vorm. De hoofdingang van het Rietveldgebouw wordt ook gebruikt als ingang voor het ondergrondse gebouw.
H
E
M
vr 25-6 | 10g
93
Project: Ontwerper: Periode:
Roermondsplein, Arnhem Peter Struycken 1972 - 1978
Adres: Research: Bronnen:
Roermondsplein, Arnhem Dirk Durrer / Annette Bos / Mark Spijkerman www.wikipedia.nl / www.absolutefacts.nl
A
R
N
Omgevingskunstwerk Roermondsplein De computer is een essentieel onderdeel van het werk van Struycken. Met behulp hiervan kan hij zijn werken een onderliggende structuur geven. Vanuit die structuur ontstaat vervolgens een veelheid aan kleurige vormen. Het ontwerp voor het Roermondsplein in Arnhem is een bekend voorbeeld van de omgevingskunst in de jaren zeventig en tachtig in Nederland. Het is een voorbeeld van het ontwerpen van een all-over structuur. Het Roermondsplein is de verbinding tussen het Nieuwe Plein en de Nelson Mandelaburg. De bedoeling was het monotone karakter van de na-oorlogse architectuur en stedenbouw te doorbreken en de leefbaarheid van de bebouwde omgeving te vergroten. Het ontwerp van Struycken overbrugt het gat dat het nieuwe verkeersplein had geslagen tussen de rivieroever en de oude stad. Met het oog op de inwendige samenhang van het gebied ontwierp Struycken een breed golvend blauwwit veld met blauwe en witte banen die voor continu誰teit tussen de rivier en de verkeerskade zorgen. Vanwege de hoge parkeerdruk heeft de Gemeente Arnhem er in 2004 en 2005 een tijdelijke parkeerplaats van gemaakt. De functie werd in 2005 opgeheven. In 2008 wil de locale partij Pro Arnhem van het kunstwerk af.
H
E
M
vr 25-6 | 10h
95
10.ARHNEM
Kaart zaterdag (desnoods masterpagina (A) hier weghalen)
13.MAASTRICHT
11.HEERLEN 12.LEMIERS
ZATERDAG 11.Heerlen
11A 11B 11C 11D 11E 11F
Glaspaleis | Modehuis Schunck 10.15u inleiding Peutz / Dom. Hans van der Laan / begraafplaatsen door Fred Humble; daarna rondleiding aansluitend Peutz-wandeling met Fred Humble raadhuis bioscoop Royal schouwburg Huis Op de Linde Hoofdkantoor AZL Pensioenfonds
12.Lemiers, Vaals en Margraten
12A 12B 12C
Abdij St. Benedictusberg 13.00-14.30 (vast tijdstip! 14.00u bijwonen van de noun) Politiebureau Amerikaanse oorlogsbegraafplaats
13.Maastricht
13A 13B 13C
parochiestructuur Maastricht-West ( Koepelkerk Céramique
Zaterdag 26 juni > ZUIDWAARTS > NB: vroeg weg: 8.00u! Arnhem > Heerlen > Lemiers (nabij Vaals) > Maastricht ‘Traveling Heads’: Patricia Ruisch (v.a. Heerlen); Marieke Timmermans ‘Special guest’: Fred Humble > THEMA’s: Renovatie en Hergebruik (Heerlen, SCHUNCK*), On-Hollands Landschap (Heuvelland), gebiedsontwikkeling in de Europese stad (Maastricht, Céramique en herinrichting openbare ruimte binnenstad), klassiekers (Heerlen: het werk van Frits Peutz: SCHUNCK*, raadhuis en Lemiers (Mamelis): Abdij St. Benedictusberg door Dom. Hans van der Laan)
Ontvangst NAiM / bureau europa / preview tentoonstelling “Clip Stand Fold” (onder voorbehoud; ca. 16.30 à16.45u; Marina van den Berge / Saskia Born 043 3503020)
26-6 StayOkay Maastricht Maasboulevard 101 6211 JW Maastricht 043 750 1790 en Townhouse Hotel Maastricht Sint Maartenslaan 5 6221 AV Maastricht 043 3211111
97
Project: Ontwerper: Periode:
Glaspaleis, Heerlen Frits Peutz 1933
Adres: Research: Bronnen:
Bongerd 18, Heerlen Stephan Sliepenbeek / Ninja Zurheide Peutz architect 1916 - 1966 F.J.P.
H E E R L E N Glaspaleis
Frederikus Petrus Josephus Peutz studeerde aan de Technische Hogeschool in Delft, eerst civiele techniek, later bouwkunde. Zijn ingenieursdiploma behaalde hij in 1925. Hij had toen al vijf jaar zijn eigen architectenbureau in Heerlen. Dat Frits Peutz als ingenieur een liefhebber was van de strakke, zakelijke architectuur van het Nieuwe Bouwen is niet vreemd. Zijn Glaspaleis is een schitterend staaltje van ingenieurskunst en gedurfde moderne architectuur in het Heerlen van die tijd. Het was niet de eerste keer dat Peutz de nieuwe bouwmaterialen beton, glas en staal toepaste. Hij had de mogelijkheden hiervan al eerder ingezien en benut. In woonhuizen, een school en een alom bewonderd retraitehuis, een bioscoop en een andere winkel. Allemaal voorbeelden van functionalistische architectuur. Toch bleek de Limburgse architect niet zo star in zijn opvattingen als zijn vakbroeders in West-Nederland. Architecten als Brinkman en Van der Vlugt, de ontwerpers van de Van Nelle-fabriek in Rotterdam (1925-1931) of Duiker, de schepper van sanatorium Zonnestraal in Hilversum (1926-1931). Peutz was goed op de hoogte van deze monumenten van het Nieuwe Bouwen, maar ging in zijn eigen zakelijke ontwerpen minder rigide te werk. Hij veroorloofde zich frivoliteiten, zoals een sculptuur aan de gevel van zijn woonhuis en het verwerken van kostbare materialen in het Glaspaleis. Peutz had ook waardering voor de bouwkunst uit het verleden en bouwde met evenveel gemak een ‘Neogotische kerk’, een ‘Hallen-kerk’ (1936) of een ‘Klassiek Raadhuis’ (1938), zoals hij ze zelf typeerde. Hij wist heden en verleden harmonisch te verenigen. Hij zag ‘het ‘nieuwe’ bouwen als ‘de gezonde voortzetting van het traditionele’, het was voor hem vanzelfsprekend. Een mooi voorbeeld van deze synthese is zijn Heerlens raadhuis uit 1938, op een steenworp afstand van het Glaspaleis.
za 26-6 | 11a
99
Project: Ontwerper: Periode:
Raadhuis, Heerlen Frits Peutz 1936 - 1942
Adres: Research: Bronnen:
Raadhuisstraat, Heerlen Stephan Sliepenbeek / Ninja Zurheide Peutz architect 1916 - 1966 F.J.P.
H E E R L E N Raadhuis
Het nieuwe raadhuis van Heerlen is een ontwerp van Frits Peutz. Het bestuurscentrum is in tegenstelling tot het oude raadhuis met de voorgevel van de Geleenstraat afgewend gebouwd. Deze nieuwe voorgevel is een prominent onderdeel van het nieuwe raadhuisplein. De gevelopeningen met de ramen van verschillende grootte en de twee deuropeningen hebben een niet symmetrische compositie, die lijkt op een kunstwerk uit De Stijl. Maar er is in het verleden ook wel gesuggereerd dat de asymetrische plaatsingen van de openingen een doorsnede zouden kunnen zijn van de Heerlense bodem die doorboord is met mijngangen en liftschachten. Door het platte rechte dak en de afwezigheid van ornamenten krijgt het gebouw een strak en modern karakter. Met de bouw van het nieuwe raadhuis werd gestart terwijl het oude raadhuis aan de achterkant nog in gebruik was. Aan de linkerkant van het gebouw is een opvallende niet functionele uitbouw met klassieke zuilen. Deze vrijwel enige ornamentele versiering van het gebouw is een verwijzing naar het Romeinse Heerlen. Peutz was zeer ge誰nteresseerd in dat verleden en liet zich in zijn ontwerpen ook inspireren door architectuur uit de klassieke oudheid. Eenmaal binnen het raadhuis is vooral de enorme trappenpartij dominant aanwezig. Deze trap, die wat weg heeft van een trappenpartij/tribune in een Romeins Arena, leidt bezoekers naar de raadszaal op de eerste verdieping maar kan ook dienst doen als tribune.
za 26-6 | 11b
101
Project: Ontwerper: Periode:
Bioscoop Royal, Heerlen Frits Peutz 1937
Adres: Research: Bronnen:
Stationsplein 5, Heerlen Stephan Sliepenbeek / Ninja Zurheide Peutz architect 1916 - 1966 F.J.P.
H E E R L E N Bioscoop Royal
Het Royal Theater is een bioscoop in Heerlen. De bioscoop is gelegen aan de overkant van het treinstation. Het ei-vormige gebouw dateert uit 1938 en is een van de oudste in gebruik zijnde bioscopen van Nederland. Het is ontworpen door Frits Peutz en J. Bongaerts. De gebouwen achter het Royal zijn later gebouwd. Hieronder ook een ander gebouw van Peutz, het Rivoli uit 1958. Oorspronkelijk telde de Royal-zaal 1180 zitplaatsen. Dit is later gereduceerd tot 743 om meer beenruimte te creĂŤren. Medio 2010 zal, na een grondige renovatie, het totale aantal stoelen terug gebracht zijn tot ongeveer 725 (450 in Royal, 200 in Rivoli, 75 in Maxim). Beginjaren In 1903 besloot Laurentius van Bergen om een reizende bioscoop te beginnen naast zijn bestaande kermis attracties. 20 jaar later droeg hij het bedrijf over aan zijn zonen Alexander, Max en Mathieu. De zonen zagen meer brood in de bioscoopactiviteiten dan de kermisattracties. In 1932 bouwden zij hun eerste bioscoop in Roermond, een groot succes. Heerlen was in die tijd een stad in opkomst vanwege de mijnen en leek een goede plaats voor een nieuwe bioscoop. Er waren al meerdere bioscopen in Heerlen (Stadschouwburg, Hollandia, en Universal), maar die behoorden tot dezelfde eigenaar, de Verenigde Bioscoop-Theaters te Heerlen-Hoensbroek, een bedrijf van Erwin Hirschberg en zijn broer Curt. De Nederlandse Bioscoopbond liet de bouw van een nieuwe bioscoop toe. Max van Bergen gaf Frits Peutz de opdracht om een bioscoop te ontwerpen. De bouw van het Royal Theater wordt in 1937 begonnen en in minder dan 100 dagen wordt het gebouw opgetrokken uit het door Peutz zo geliefde beton en glas. Het theater wordt geopend op 29 januari 1938 met de openingsfilm Mutterlied van Duits/ Italiaanse productie. Bij de opening overklaste de Royal meteen het twee weken daarvoor geopende Hollandia Theater, welk was gerenoveerd.
za 26-6 | 11c
103
Project: Ontwerper: Periode:
Huis op de Linde, Heerlen Frits Peutz 1931
Adres: Research: Bronnen:
Oude Lindestraat 1, Heerlen Stephan Sliepenbeek / Ninja Zurheide Peutz architect 1916 - 1966 F.J.P.
H E E R L E N Huis op de Linde
Het eigen anex bureau van Peutz bestaat uit twee in elkaar geschoven rechthoekige volumes, gekoppeld door het trappenhuis. Op de begane grond bevinden zich de kantoorruimtes, op de eerste verdieping de woonvertrekken en op de tweede en derde verdieping de slaapkamers. Hoewel het huis in plattegrond, gevels en detaillering sober en zakelijk oogt, lijkt de kolom met het relief ‘de blokkenrijder’ van Charles Vos in de zijgevel een voorbode te zijn van Peutz’ latere verwerking van historische architectuurstijlen in het Heerlense raadhuis.
za 26-6 | 11d
105
Project: Ontwerper: Periode:
Schouwburg, Heerlen Frits Peutz 1949 (Raadhuisplein) v. Grunsvenplein) / 1960-1961 (Burg.
Adres: Research: Bronnen:
Burg. van Grunsvenplein 145, Heerlen Stephan Sliepenbeek / Ninja Zurheide F.J.P. Peutz architect 1916 - 1966
H E E R L E N Schouwburg
Voor de bouw van dat nieuwe theater werden de architecten F. Peutz en B. Bijvoet aangetrokken voor een ontwerp. Op 18 november 1961 werden de deuren voor de eerste maal geopend met een voorstelling van de Opera “Don Carlos”, uitgevoerd door de Nederlandse Opera. Het theater bood aan 894 mensen plaats. In 1987 werden er een kleine zaal en een theatercafé bijgebouwd naar een ontwerp van Jan Peutz, zoon van F. Peutz. De kleine zaal bood aan 151 mensen plaats. In 2006-2007 is het theater ingrijpend verbouwd, waarbij het aantal plaatsen in de grote zaal is toegenomen tot 1058 en er een middenzaal met 450 zitplaatsen is bijgebouwd. De grote zaal kan worden aangepast aan verschillende eisen en omstandigheden doordat stoelen en toneel ingeschoven en verschoven kunnen worden. Hierbij is rekening gehouden met de akoestische aspecten van de theaterzaal. Om het theater weer het aanzien te geven dat nodig is, heeft de gemeenteraad van Heerlen in mei 2004 besloten tot grootschalige revitalisatie en uitbreiding van het theater. Het gebouw – naar ontwerp van architect Frits Peutz – moet weer díe uitstraling en allure krijgen die het had in de jaren 60 en 70. In de vroege jaren zestig stond de Heerlense Stadsschouwburg namelijk bekend als het grootste en modernste theater van Nederland. In plaats van afbreken en opnieuw bouwen is bewust gekozen voor ingrijpende modernisering van het tegenwoordige theater. Het casco van het gebouw en de manier waarop het gebouw indertijd door het team Peutz, Holt en Bijvoet is neergezet, is namelijk nog steeds goed bruikbaar
za 26-6 | 11e
107
Project: Ontwerper: Periode:
Hoofdkantoor AZL, Heerlen Wiel Arets 1990 - 1995
Adres: Research: Bronnen:
Akerstraat 92, Heerlen Stephan Sliepenbeek / Ninja Zurheide -
H E E R L E N Hoofdkantoor AZL Pensioenfonds Het AZL Beheer hoofdkantoor is een uitbreiding van een bestaand kantoorgebouw uit de jaren ‘40 in het centrum van Heerlen. Het is een project dat nieuwe condities voor werkruimtes onderzoekt in een ontwerp dat erin is geslaagd om een verfijnde ruimtelijke geleding te combineren met een strak en ingetogen materiële definitie, die meestal gebaseerd is op beton, staal en zwart berkenhout. Daarnaast ging er bijzondere aandacht uit naar visuele relaties en gezamenlijke ruimtes. De locatie van het nieuwe gebouw verbindt twee verschillende straten en heeft daardoor twee verschillende entrees. Het programma omvat kantoorruimte voor 230 personen, 23 particuliere kantoren en een aantal open-plan en groeps kantoorruimtes, vergaderzalen, een restaurant, een parkeerplaats en andere gebieden die verband houden met de werkzaamheden van de onderneming. Het concept voor de invulling van het project en de locatie omstandigheden is gebaseerd op het idee van ‘enten’ of ‘steken’, het laatste is een belangrijk onderdeel van de activiteiten van de onderneming. In feite zijn de componenten van het nieuwe gebouw letterlijk aangesloten op de bestaande situatie. De uitbreidingen is loodrecht aan de achterzijde van de gebouwen en steekt in de bestaande gebouwen. Het verkeerspatroon een omkering van het concept. Het verkeer is ‘unplugged’ van de straat en gaat ondergronds om zo verder te worden verborgen. De belangrijkste onderdelen van de nieuwe faciliteiten zijn ondergebracht in het langgerekte volume, opgebouwd uit dunne schijven bekleed met beton en roestvrij staal.
za 26-6 | 11f
109
Project: Ontwerper: Periode:
Abdij St. Benedictusberg, Lemiers Dom Hans van der Laan 1956 - 1968 / 1984 - 1987
Adres: Research: Bronnen:
Mamelis 39, Lemiers Arjan Bakker Alberto Ferlenga & Paola Verde (2001)
L
E
M
Abdij St. Benedictusberg Vrij in het landschap gesitueerd ligt abdij St. Benedictusberg. Het oorspronkelijke gebouw is naar ontwerp van de Duitse architecten Dom BÜhm en Martin Weber tussen 1921 en 1928 opgetrokken in expressionistische stijl met verwijzing naar Moorse en middeleeuwse stijlkenmerken. Het bouwwerk is destijds echter nooit geheel voltooid. Later is het bouwwerk gecompleteerd en hebben er diverse wijzigingen en uitbreidingen plaatsgevonden. Dit tevens naar aanleiding van de gewenste versobering door de Benidictijnerorde. Monnik en architect Dom Hans van der Laan heeft voor deze latere ontwerpen zorggedragen. Zo zijn naar diens hand de nieuwe abdijkerk en crypte, kloosterhof en ontvangsthal met spreekkamers in 1968 gereed gekomen. In 1986 volgde weer een uitbreiding van het klooster met een tweede patio, een bibliotheek en een sacristie. Al deze werken door Van der Laan zijn in architectuurhistorisch opzicht erg belangrijk en vormen het hoogtepunt van zowel het oeuvre van hemzelf als van de architectuurstroming de Bossche School. Behalve versobering van de vormentaal en detaillering speelde ook zijn theorie over het Plastisch Getal (welke een systematiek van verhoudingen beschrijft) een rol. De ontwerper zelf woonde overigens een groot deel van zijn leven in de abdij, waar op dit moment nog zo’n twintig monniken verblijven.
I
E
R
S
za 26-6 | 12a
111
Project: Ontwerper: Periode:
Politiebureau, Vaals Wiel Arets 1990 - 1995
Adres: Research: Bronnen:
Randweg 5,Vaals Arjan Bakker Croquis El
V
Politiebureau
A
The freely sited building bridges a difference in levels in the landscape, along a provincial traffi c route on the low side. A partly raised pedestrian path proceeds from the high side along the entire length of the building. After passing the block of cells, a canopy indicates the location of the entrance hall. Suspects arriving in police cars approach the building from below. The composition of the whole from three ‘boxes’ of various lengths is meant to reinforce the ethereal character of the unit. A series of linear zones is created with different gradations of public and restricted access. Each of the three parts has been built in different materials: zinc, wood and concrete. The wooden volume linking the other two houses the administrative and technical spaces. The work and meeting areas for the police are housed in the concrete volume. Apart from the vestibule and reception room, the zinc volume houses detention cells and interrogation rooms. The simultaneously public and protective character of the building is underscored by glass walls which are permeable to the light but are not transparent. As the building is approached from above, the three roofs are designed as a ‘fi fth’ facade.
A
L
S
za 26-6 | 12b
113
Project: Ontwerper: Periode:
Amerikaanse oorlogsbegraafplaats, Margraten Shepley Bulfi, Richardson & Abbott / Clarke 1960
Adres: Research: Bronnen:
Rijksweg, Margraten Arjan Bakker American Battle Monuments Commission
M A R G R AT E N Amerikaanse oorlogsbegraafplaats De Amerikaanse Militaire Erebegraafplaats in Margraten herbergt de graven van 8301 gesneuvelde militairen. Het grondgebied van ruim 26 hectare werd op 13 september 1944 bevrijd en is enkele maanden later als begraafplaats in gebruik genomen. De huidige vorm en inrichting van het terrein is echter pas ingewijd op 7 juli 1960. Bij dit ontwerp wordt men vanaf de ingangspoort rond een met gras begroeide ovaal gevoerd naar de trappen van het Ereplein. Dit plein wordt behalve met de ‘Walls of Missing’ gefl ankeerd door het bezoekersgebouw in het zuiden en het museum in het noorden en voert zelf uiteindelijk naar de 30 meter hoge toren met daarin de kapel. Achter deze kapel bevindt zich het grafveld, welke in 16 vakken is verdeeld die onderling zijn gescheiden door een promenade en graspaden. De duizenden grafzerken van Italiaans Lasa-marmer zijn geordend in parallel lopende bogen die zich uitstrekken langs brede gazons. De bomen aan weerszijden van de promenade zijn karakteristieke Amerikaanse eiken. Rondom de begraafplaats zijn rododendrons geplant die ieder jaar omstreeks ‘Memorial Day’ bloeien. Andere aanwezige planten zijn de meidoornhaag, verschillende eiken en meidoornbomen. De lange, gebogen perken ten noorden en zuiden van het monument zijn beplant met trosrozen, omringd door palmboomhaagjes met op de achtergrond een hulsthaag.
za 26-6 | 12c
115
Project: Ontwerper: Periode:
Parochiewijk West, Maastricht Stadsarchitect Dingemans / J.J.J. van de Venne 1954
Adres: Research: Bronnen:
Nanna Janby, Judith van der Poel, Els van Looy www.maastricht.nl
MAASTRICHT Parochiewijk West
Het zogenaamde ‘Plan West’ werd vastgelegd in het Uitbreidingsplan in Hoofdzaken uit 1954. Het plan bestaat uit twee hoofdgebieden namelijk de parochiewijken en het Belfort. De parochiewijken Caberg, Malpertuis en Pottenberg zijn opgebouwd rond een waaiervormig patroon met centraal een plein. Hier rond zijn een kerk, een school, een verenigingshuis en enkele buurtwinkels gevestigd. Elke wijk heeft zijn eigen verkeerssysteem die zowel aansluit op het hoofdverkeersnet als op de interparochiale verbindingen. Tussen de parochiewijken zijn groenzones gevormd die in eerste instantie gebruikt worden als ontmoetingsruimtes en dienen als recreatieve voorzieningen. De bebouwing in de wijk is gedifferentieerd naar sociale klasse, dit resulteert in een harmonieus geheel van laag-, midden- tot hoogbouw. Het Belfort daarentegen is in tegenstelling tot de parochiewijken niet waaiervormig opgebouwd, maar gegroepeerd rond een schema van vierkanten en rechthoeken. De dominante verkeersstructuur word bepaald door een assenkruis die de wijk in vier delen splitst. Deze belangrijke structurele ingreep wordt ruimtelijk geaccentueerd door hoogbouw. Verder heeft de wijk een homogene bebouwingsstructuur met middenin enkele groengebieden.
za 26-6 | 13a
117
Project: Ontwerper: Periode:
Koepelkerk, Maastricht Alphons Boosten en Jos Ritzen 1921 - 1923 / 1929 / 1953
Adres: Research: Bronnen:
Heerderweg, Maastricht Nanna Janby, Judith van der Poel, Els van Looy www.maastricht.nl
MAASTRICHT Koepelkerk
In een tijd tussen modernisme en traditionalisme werd de koepelkerk van Maastricht ontworpen. De architect, Alphons Boosten, was nog maar 27 jaar oud toen hij deze opdracht kreeg; het ontwerp van een rooms-katholiek kerkgebouw te Maastricht ter ere van het Heilig Hart. De hoofdstructuur van het gebouw heeft een achthoekige omtrek, die zich van buiten verhoudt als 1: wortel 2. Het gebouw bestaat uit een gewapend betonconstructie. Dit geldt ook voor de koepel die op betonnen spanten ligt. In de kerkruimte zie je naakte naadloze ongeschilderde betonnen wanden. Met uitzondering op één enkele plaats waar zwart wit marmeren streepjes een achtergrond vormen voor afbeeldingen van de kruisweg van Jezus. Achter het altaar zijn er 3 spectaculaire ramen van kleurrijk gedecoreerd glas-in-lood. Deze zijn ontworpen door de katholieke Bosschenaar Derkinderen (18591925), die de herleving van de monumentale kunst initieerde. Een ‘must see’! Kortom de koepelkerk is een spannend stukje architectuur met een touch van traditionalisme, modernisme en zelfs postmodernisme.
za 26-6 | 13b
119
Project: Ontwerper: Periode:
Ceramique, Maastricht Jo Coenen 1987 - 2010
Adres: Research: Bronnen:
Maastricht Nanna Janby, Judith van der Poel, Els van Looy www.jocoenen.com
MAASTRICHT Céramique
In 1859 werd de Societé Céramique opgericht, een aardewerkfabriek, die in 1958 fuseerde met de Koninklijke Sphinx. In 1987 werd het 23 hectare grote bedrijventerrein door de gemeente Maastricht aangekocht en samen met het ABP (Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds) werden plannen ontwikkeld voor de bouw van een tweede stadshart. Prof. Jo Coenen werd gevraagd het stedebouwkundig plan te maken, deze berust op drie hoofdgedachten: Uitbreiding: Céramique wordt geen buitenwijk maar een echt binnenstadsgebied, een uitbreiding van het stadshart. Verzoening: Céramique sluit zorgvuldig aan bij de bestaande stadswijken waaraan het aan drie kanten grenst. Connectie: er komt een goede, intensief gebruikte verbinding tussen het oude en het nieuwe centrum: een voetgangersbrug over de Maas. De hoofdstructuur van het plan bestaat uit de Avenue Céramique, van precies dezelfde breedte (40 meter) als de wegen waarop hij aansluit. Alle andere straten, met grotendeels hofachtige bebouwing, staan dwars op deze Avenue. De Noordknoop en de Zuidknoop vormen de polen waartussen Céramique zich uitstrekt. De bebouwing is hier zeer compact en concentreert publieke functies. Direct langs het water bevindt zich een driehoekige parkzone: een rustig wandelgebied zonder commerciële functies. Dit weerspiegelt het park dat zich precies aan de overkant bevindt, en grenst aan het stenige gebied van de Noordknoop. Zo is ook aan deze zijde van de Maas een overgang gecreëerd tussen groene oevers en een stenen kade.
za 26-6 | 13c
121
AMSTERDAM 17.HILVERSUM
Kaart zondag (desnoods masterpagina (A) hier weghalen)
16.BREDA 15.TILBURG
ZONDAG 14.Maastricht ochtendwandeling
14A 14B 14C 14D 14E 14F
Stadspark vm. Gouvernementsgebouw Academie voor Beeldende Kunst Herdenkingsplein kernwinkelgebied, herinrichting openbare ruimte Mosae Forum,
15.Tilburg
15A 15B 15C 15D 15E 15F 15G 15H 15I 15J 15K 15L 15M 15N 15O
Het Cenakel, woontoren Hoofdkantoor Interpolis en openbare kantoortuin Centrumplan Pieter Vreedeplein Masterplan Centrum Zuid en pleinen Kantongerecht Kunstkluster Schouwburg Kromhoutpark vm. Economische Hogeschool Witbrant Oost Stedenbouwkundige structuur: herdgangen Katterug Museum de Pont 013 Textielmuseum
16A 16B 16C 16D
Chassé Park Architectenbureau Grosfeld van der Velde inrichting openbare ruimte binnenstad Valkenbergpark
17A 17B 17C 17D
Raadhuis Noorderbegraafplaats Villa VPRO Instituut voor Beeld en Geluid
16.Breda
17: Hilversum
[THE END] Amsterdam: Academie van Bouwkunst, 22.00u
27-6 Rodnleiding door Tilburg (door Jacq. De Brouwer ) 1. Cenakeltorens (1998) ontwerp Jacq. de Brouwer. 2. Verplaatsing per bus naar Interpolistuin. 3. Wandeling door Tilburgse Binnenstad: • Interpolistuin (West 8) • Herinrichting Heuvelplein (Sant & Co) • Nieuwbouw Pieter Vreedeplein e.o. (Bomell i Gil Barcelona) (Jacq. de Brouwer – Bedaux de Brouwer) • Herinrichting Willemsplein (Jo Coenen & Co) • Kantongerecht (Jos. Bedaux) • Kunstcluster + tuin (Jo Coenen & Co) • Schouwburg (Bijvoet & Holt) 4. Verplaatsing per bus naar Kromhoutpark 5. • Wandeling Kromhoutpark 6. Verplaatsing per bus naar Universiteit van Tilburg De bewaking van de UVT verwacht jullie tus sen 2 en 3 uur. Het telefoonnummer is 013 4663000. Bus rijdt langs Advocatenkantoor (2000) Jacq. de Brouwer 7. • Bezichtiging hoofdgebouw UvT (Jos. Be daux) +zijn oeuvretentoonstelling 8. Busverplaatsing naar Witbrant Oost 9. • Rondwandeling Witbrant Oost (Jacq. de Brouwer) 10. Busverplaatsing naar Villa van Esch 11. • Bezoek Villa van Esch ( Nationale beton prijs)
Zondag 27 juni > NOORDWESTWAARTS Maastricht > Tilburg > Breda > Hilversum > Amsterdam ‘Traveling Heads’: (M’tricht), Marieke Timmermans, ‘special guest’: Jacq. De Brouwer (Tilburg) > THEMA’s: Tuinontwerp (op gebouw- en gebiedsniveau) en Openbare Ruimte, Architectuur, Stedebouw
123
Project: Ontwerper: Periode:
Stadspark, Maastricht Rosseels begin 19e eeuw
Adres: Research: Bronnen:
Maasboulevard, Maastricht Bas Hoevenaars www.wikipedia.nl
MAASTRICHT Stadspark
Het park ontstond in 1706, toen het stadsbestuur het gebied tussen de Onze Lieve Vrouwenpoort en de Maas met lindebomen beplantte om een wandelplaats voor de burgerij te creeren. Vanaf 1837 werd het officieel stadswandelpark genoemd. Rond 1860 maakte de Leuvense tuinarchitect Rosseels een nieuw ontwerp in Engelse stijl. De Bomen, met keurig in het gelid staande aanplant, maakte plaats voor slingerende paden en een grotere variatie in aanplant. Vanaf 1886 werd het park, opnieuw naar ontwerp van Rosseels, uitgebreid met het Monseigneur Nolenspark en het Henri Hermanspark. Daarbij werd de vijfhoekige omwalling rondom het bastion ‘Haet ende Nijdt’ afgegraven, zodat dit monument volledig door water omgeven werd en daardoor beter uit zou komen. Vanaf 1888 verbond de Poort Waerachtig, naar een historiserend ontwerp van Victor de Stuers, het park met het Jekerwartier. In 1920 werd de vereniging “Stadsverfraaiing” opgericht, die zich ten doel stelde in dit deel van het park een dierenpark in te richten. Kort na 1920 werd een volière, een duiventil en een hertenkamp gerealiseerd. In 1920 kocht de gemeente Maastricht van het Hamburgse Circus Hagenbeck twee bruine beren, die in het Aldenhofpark provisorisch gehuisvest worden. In 1970 wordt de betonnen berenkuil, die nog steeds bestaat, in gebruik genomen. Door de bouw van de John F. Kennedybrug en de aanleg van de ringweg om Maastricht wordt er halverwege de jaren ‘60 flink in het park geknipt. Ook de aanleg van de Maasboulevard in de jaren zeventig gaat ten koste van het park.
zo 27-6 | 14a
125
Project: Ontwerper: Periode:
Gouvernementsgebouw, Maastricht G.C. Bremer 1926 - 1935
Adres: Research: Bronnen:
Bouillonstraat, Maastricht Bas Hoevenaars G.C. Bremer 1880 - 1949
MAASTRICHT Gouvernementsgebouw Bremer was er van overtuigd dat een nieuw gebouw in de bestaande historische context zou moeten passen. Daarom werd de gevel aan de Pape- en de Bouillonstraat door zeven verschillende bouwdelen gevormd die aansluiten op het historische straatbeeld. Aan de kant waar het gebouw geen visuele verbinding heeft met de oude stad heeft de gevel een moderner karakter. Aan de straatkant is een torenachtige erker die verbinding maakt tussen de straat en de smalle toren van het gebouw. De toren is een verbindingselement en monumentaal rustpunt tussen de ongelijke bouwdelen van het complex. Een dergelijke smalle toren was in nederland ongekend. Het is daarom aannemelijk dat Bremer een voorbeeld uit het buitenland kende. In het complex zijn verschillende architectonische elementen die aan italiaanse architectonische voorbeelden doen denken, zoals de marmeren representatieve trappen, de tongewelven met cassettes van de representatiezalen en loggia van de ambtswoning. Bremer mengde traditionele materialen in de constructie van het gebouw. Het skelet is van gewapendbeton met muurwerk van baksteen en natuursteen. Bremer streefde er naar om zoveel mogelijk materialen uit de omgeving te gebruiken. De bakstenen, dakpannen en mergelsteen zijn allemaal afkomstig uit Limburg. Diverse Limburgse kunstenaars versierde het gebouw met een iconografisch programma met een zware politieke lading. Het gebouw stuite, mede door het iconografische programma, op enorme kritiek van de maastrichtenaren en de katholieke intelligentsia. Inmiddels wordt het gouvernementsgebouw beschouwd als een van de meesterwerken van Bremer.
zo 27-6 | 14b
127
Project: Ontwerper: Periode:
Academie voor Beeldende Kunst, Maastricht Wiel Arets / Jo Janssen 1990 - 1994
Adres: Research: Bronnen:
Herdenkingsplein 12, Maastricht Bas Hoevenaars www.architectuur.org
MAASTRICHT Academie voor Beeldende Kunst Het bestaande gebouw van de Academie van Toegepaste Kunst uit 1962. Het bestaande gedeelte is voorzien van een zwart geplijsterde gevel. De nieuwbouw bestaat uit twee volumes die onderling verbonden zijn met een loopbrug. Het kleinste van de twee volumes is tegen het bestaande gebouw aan gebouwd. Gewapend betond, staal, glas en icidenteel hout zijn de gebruikte materialen. Opmerkelijk is het gebruik van de glazenbouwstenen. Nagenoeg de hele gevel bestaat uit deze stenen net als de vloer en het dak van de loopbrug. De gevels zijn erg gesloten maar door het gebruik van de glazenbouwstenen komt er toch veel licht binnen in de ruimtes. Een tweede opmerkelijk punt is het zorgvuldig vervaardigde betonwerk. Het gladde beton met strak gedetailleerde bekistingsranden is vergelijkbaar met het werk van Tadao Ando. Vrijwel al het materiaal wordt aan elkaar bevestigd zonder constructieve knoop. Hiermee behoud het materiaal zijn pure staat en blijft het een abstract architectonisch element.
zo 27-6 | 14c
129
Project: Ontwerper: Periode:
Herdenkingsplein, Maastricht Mecanoo 1990 - 1994
Adres: Research: Bronnen:
Herdenkingsplein, Maastricht Bas Hoevenaars www.mecanoo.nl / www.maastricht.nl
MAASTRICHT Herdenkingsplein
Het Herdenkingsplein is het jongste plein van Maastricht en ligt op een binnenterrein tussen de Brusselsestraat en de Calvariestraat. Anders dan de gemeente Maastricht aanvankelijk voor ogen stond heeft Mecanoo deze opdrachten niet aangegrepen om openingen in het stadsweefsel te maken, maar juist om het besloten karakter te cultiveren. Dat hield wel in dat gezocht moest worden naar een afbakening tussen de beschutting die het wonen vergt en de toegankelijkheid van het openbare gebied. EÊn wand van het plein met een sprong erin bestaat uit woningen van Mecanoo. De andere drie wanden bestaan uit woningen van de architecten Boosten en Rats, het oude gebouw van de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten en de uitbreiding van de academie van architect Wiel Arets. De gevels, van het door Mecanoo ontworpen woongebouw, laten geen afzonderlijke woningen zien, ze vormen eerder abstracte gebouwen met gedeeltelijk houten pleinwanden die geknikt zijn, soms asymmetrisch om de vrijwel verborgen doorgaande routes aan te duiden. Een luifel en een reeks dunne, hoge kolommen op een hardstenen omgang voor de gevels van de woningblokken langs markeren de overgang tussen het privÊ-gebied van de woningen en het openbare plein en trekken de blokken van de verschillende architecten bij elkaar. De benedenwoningen hebben voordeuren aan het plein, de bovenwoningen hebben trappenhuizen met liften aan het plein. In een vlak van granieten keitjes zijn in de vloer van het plein lijnen ingelegd van roestvrij staal, cortènstaal en beton. Een groepje bomen onderstreept het stenige stedelijke karakter van het plein.
zo 27-6 | 14d
131
Project: Ontwerper: Periode:
Kernwinkelgebied, Maastricht B + B landschapsarchitecten -
Adres: Research: Bronnen:
Bas Hoevenaars www.bplusb.nl
MAASTRICHT Kernwinkelgebied
De binnenstad van Maastricht ligt aan weerszijden van de Maas. Beide delen worden gekenmerkt door een menging van functies. Het stratenpatroon komt nog steeds overeen met de plattegrond van de historische stad. Dit gegeven, samen met de historische bebouwing, geeft de binnenstad van Maastricht haar prachtige monumentale waarde. Een ingetogen inrichting van de openbare ruimte met grijs natuursteen laat het karakteristieke stratenpatroon en de gevels tot hun recht komen. Bovendien wordt hiermee aangesloten op het traditionele materiaalgebruik van de stad. Er ontstaat een samenhang tussen winkelstraten, woonstraten en ‘stadsas’. Het openbaar gebied vormt een eenheid doordat de straten één familie zijn. Hierbinnen is een differentiatie van profielen en sferen te onderscheiden. Tevens wordt er een verschil gemaakt tussen de inrichting van straten en pleinen. De warme grijstinten van de natuurstenen verharding verleggen de aandacht naar de historie en de architectuur. De oorspronkelijke driedeling in de profielen van de straten is weer teruggebracht: stoepen aan de randen en een weg in het midden. De belijning middels de trottoirbanden benadrukt de historische gevelwanden. Er is een minimum aan straatmeubilair toegepast. De uitstraling is ingetogen en chic. De bestaande hangende verlichtingsarmaturen zijn vervangen door eigentijdse armaturen met een betere lichtspreiding en zacht wit licht. Extra aandacht is besteed aan de ophanging en de voedingsdraden aan de gevels. De feestverlichting wordt geïntegreerd in de dagelijkse verlichting. De herinrichting van de openbare ruimte draagt bij aan de chique sfeer van Maastricht.
zo 27-6 | 14e
133
Project: Ontwerper: Periode:
Mosae Forum, Maastricht Bruno Albert / Jo Coenen 1999 - 2007
Adres: Research: Bronnen:
Mosae Forum, Maastricht Bas Hoevenaars www.jocoenen.com / www.wikipedia.nl
MAASTRICHT Mosae Forum
Tussen de Maas en het Marktplein, waar voorheen de stadskantoren uit de jaren vijftig stonden, ligt het Mosae Forum. Het Mosae Forum bestaat uit twee gebouwen met een winkelstraat er tussen. Beide gebouwen zijn langwerpige volumes die zich uitstrekken van de Maas tot het Marktplein. Jo Coenen ontwierp het noordelijke deel met raadzaal, kantoorruimten en het restaurant. Bruno Albert nam het zuidelijke deel met balie- en kantoorruimten voor zijn rekening. Op de tweede verdieping worden de gebouwen met elkaar verbonden door een loopbrug. Aan de kant van de Markt valt het kopgebouw met de raadzaal op, omgeven door een gebogen scherm van lichtbruine natuursteen. Een bijzonder element in het ontwerp van Albert is de paraplu-achtige overkapping van het atrium tussen de oude Markt-panden en de nieuwbouw. De basis van het Mosae Forum is een vierlaags parkeergarage. Via een tunnel in de Maasboulevard wordt de parkeergarage ontsloten. Dit schiep de mogelijkheid voor een groot voetgangersdomein aan de Maas met wandelpromenades, terrassen en zitjes.
zo 27-6 | 14f
135
Project: Ontwerper: Periode:
Woontorens Cenakel, Tilburg Jacq. de Brouwer 1995 - 1998
Adres: Research: Bronnen:
Cenakel, Tilburg Reinier Valkenhoef / Teun Cluitmans -
T
I
L
Woontorens Cenakel
Twee abstracte woontorens opgetrokken in relatie met een tot woningen verbouwde klooster. Door de afgeschuinde daken geven de torens vanuit elke hoek ander beeld. De torens liggen in een park en vormen een overgangsgebied en herkenningspunt in de skyline van Tilburg. Door hoogbouw te plaatsen bleef er ruimte voor en park waardoor het aangrenzende groen zich kan voorzetten. De twee ranke torens vormen een gelijkwaardigheid met het klooster en creĂŤren een sterke compositie. De keuze voor tamelijk gesloten gevels maken de torens meer objecten dan gebouwen.
B U
R
G
zo 27-6 | 15a
137
Project: Ontwerper: Periode:
Hoofdkantoor Interpolis, Tilburg Bonnema architecten West 8 (tuin) (architectuur) en 1992 - 2003
Adres: Research: Bronnen:
Spoorlaan, Tilburg Pascal Henneberque / Chris Verstappen / Marianne Zeedijk Bonnema architecten
T
I
L
B U
Stadstuin Hoofdkantoor Interpolis Het hoofdkantoor van Interpolis is gelegen aan de Spoorlaan te Tilburg. Het stedenbouwkundig concept voor deze straat is een boulevardmodel, een levendig gebied, waarin zoveel mogelijk functies worden ondergebracht zoals: winkel-, woon- en kantoorfunctie. De uiteinden van deze boulevard worden begrenst door twee hoge gebouwen. Het Interpolis kantoor vormt ĂŠĂŠn van de uiteinden van de boulevard. Heel duidelijk is hier gereageerd op het stedenbouwkundig concept. De 92m hoge verkeerstoren, met daarin de liften, vormt hier het hoogste punt. Komend vanuit de westelijke richting van de Spoorlaan geeft dit hoogste punt het beoogde naaldeffect. Vlak voor deze verkeerstoren, in het verlengstuk van de Spoorlaan, ligt de centrale hal die een hoogte van twee verdiepingen heeft. Deze centrale hal is echter niet alleen ontworpen als doorgangsgebied maar ook als verblijfsgebied. Ruimtelijk en visueel diende het gebouw onderdeel uit te maken van het stadscentrum. Vanuit de opvatting over de Spoorlaan zijn de bouwvolumes ontstaan. De uiterlijke verschijningsvorm wordt in hoofdzaak gevormd door natuurlijke duurzame materialen, zoals de kleitegels die op een vooruitstrevende manier in een geprefabriceerde vorm zijn aangebracht. Door hun roodachtige tint geven zij een warme uitstraling. De tuinen bij het kantoor zijn afsluitbare openbare ruimtes. Overdag zijn de tuinen publiekelijk toegankelijk en is er zelfs de mogelijkheid om culturele activiteiten te laten plaats vinden.
R
G
zo 27-6 | 15b
139
Project: Ontwerper: Periode:
Centrumplan Pieter Vreedeplein, Tilburg Bonell i Gill / Jo Coenen / Jacq. de Brouwer 1997 - 2001
Adres: Research: Bronnen:
Pieter Vreedeplein, Tilburg Reinier Valkenhoef / Teun Cluitmans www.jocoenen.com
T
I
L
Centrumplan Pieter Vreedeplein Wat voorheen een onaantrekkelijk stuk binnenstad was is in drie jaar tijd gemaakt tot een woon- en winkelgebied met dynamiek. Jo Coenen vervaardigde het masterplan met de ruimtelijke principes als pleinfuncties, oriĂŤntatie, routing en ondergronds parkeren. Met dit masterplan wilde de gemeente Tilburg de comerciĂŤle eisen en voorwaarden zoveel mogelijk beperken. Functiemenging was een speerpunt voor het plan waardoor er geen eenzijdig programma opgesteld kon worden. Het ontwerp van het plein is van de hand van een bureau uit Barcelona (zie boven). Zij positioneerde een woonblok dusdanig dat het plein verdeeld is in drie publieke ruimten met een op zijn Brabants driehoekig plein.
B U
R
G
zo 27-6 | 15c
141
Project: Ontwerper: Periode:
Masterplan Centrum Tilburg Zuid, Coenen Jo 1994 - 1996
Adres: Research: Bronnen:
Schouwburgplein, Tilburg Pascal Henneberque / Chris Verstappen / Marianne Zeedijk www.jocoenen.com / architectuurgids Tilburg
T
I
L
Masterplan Centrum Zuid In de jaren vijftig van de 20e eeuw werd het gebied ingrijpend gewijzigd vanwege de aanleg van ‘de cityring’. Het Willemsplein, voormalige marktplein werd opgeofferd aan de Paleisring en het Koningsplein kwam hiervoor voor in de plaats. Kleinschalige bebouwing werd vervangen door de grootsteedse plannen van van den Broek en Bakema . Slechts een deel van de plannen is uitgevoerd, zodat het gebied bleef hinken op twee gedachten. In de jaren 90 kwam het gebied in aanmerking voor herinrichting. Jo Coenen maakte het Masterplan, hij heeft door middel van een nieuwe passage het verband tussen binnenstad en Zuid-Tilburg willen herstellen en door middel van fonteinen en pergola’s samenhang gecreëerd tussen de afzonderlijke pleinen. Het stedenbouwkundig plan kenmerkt zich door zijn weefseltechniek, op minutieuze wijze worden nieuwe functies en gebouwen geïntroduceerd en ingeweven in de bestaande structuur van de stad. De pleinen zijn goed bereikbaar voor langzaam verkeer en doorkruisen het patroon van hoofdwegen. De blokstructuur van de oude stad biedt en maakt ruimte voor een stelsel van binnentuinen en pleinen. Deze pleinen met ieder een eigen karakter bieden een rustpunt in de stadsdrukte en liggen op onderling korte afstand. Er is een nieuwe voetgangersroute gerealiseerd die het gebied met het kunstkluster verbindt.
B U
R
G
zo 27-6 | 15d
143
Project: Ontwerper: Periode:
Kantongerechtsgebouw, Tilburg Jos. Bedaux 1968 - 1969
Adres: Research: Bronnen:
Stadhuisplein 75, Tilburg Reinier Valkenhoef / Teun Cluitmans Jos Bedaux
T
I
L
Kantongerechtsgebouw Het gebouw is aan alle zijden zichtbaar daarom is het als een veelzijdig gebouw ontworpen waarbij elke gevel een ander karakter heeft. Dichte gevelvlakken worden afgewisseld door grote glazen puien met elk een eigen nadruk in horizontale of verticale richting. Net als de gevels wisselen de raampartijen ook van karakter. Van grote glazen puien tot smalle sleuven die je in een vesting zou verwachten. In de meeste gevelopeningen zitten witte stalen kozijnen. Over een hoek van het gebouw is een baksteensculptuur geplaatst van beeldend kunstenaar Lucas van Hoek. De vrouwe Justitia weegschaal is door bedaux zelf ontworpen en vervaardigd uit ijzer. Het gebouw is vierkant met drie bouwlagen en in het midden heeft het een binnenhof . Op het platte dak staan Le Corbusier-achtige opbouwen. De buitenwanden van dit gebouw zijn bekleed met Muschelkalksteen zoals meer werk uit deze periode. Door dieper liggende gemetselde gevelvlakken op twee gevels lijkt het gebouw op deze plek te zijn ontleed waardoor men iets meer van de ware aard van het geheimzinnige gebouw krijgt te zien. Aan het interieur is eveneens veel aandacht besteedt. De binnenwanden zijn van schoonmetselwerk en de vloeren in de gangen zijn uitgevoerd in Noorse lei. Het geheimzinnige gesloten karakter van het gebouw wordt versterkt door de bescheiden entree aan het Stadhuisplein. Een architect die het vak met name van zijn vader leerde die aannemer was. Jos. Bedaux was voor namelijk actief in Tilburg en omgeving. Een van zijn eerste werken is het ontwerp van een klooster in Tilburg in 1932. Daarna is hij vooral bezig met een aantal kappelletjes. Na de jaren vijftig wordt zijn stijl gekenmerkt door een tijdloze modernistische stijl. Bedaux bouwde ongeveer 500 werken van verschillend formaat.
B U
R
G
zo 27-6 | 15e
145
Project: Ontwerper: Periode:
Kunstkluster, Tilburg Jo Coenen 1993 - 1996
Adres: Research: Bronnen:
Schouwburgplein, Tilburg Pascal Henneberque / Chris Verstappen / Marianne Zeedijk www.jocoenen.com / architectuurgids Tilburg
T
I
Kunstkluster
L
Het kunstkluster maakt deel uit van het stedenbouwkundig plan van Jo Coenen voor Tilburg Centrum-Zuid. Concertgebouw en Hogeschool van de Kunsten zijn aanjager voor de stedenbouwkundige herstructurering. Met het nieuwe kunskluster stond Jo Coenen een voortzetting voor ogen van het bestuurlijke en culturele centrum dat aan de Paleisring ontstaan is met stadskantoren, schouwburg, het kantongerecht en het Paleis-Raadhuis. De verschillende functies van het gebouw zijn uitgedrukt in diverse vormen en materialen. Het daardoor kleurrijke gebouw staat op een plateau en is aan de Paleisring te bereiken via een colonnade. De concertzaal is omhooggetild en herkenbaar aan de golvende vorm die boven het gebouw uitsteekt. De vrijgekomen begane grond is benut om via een patio de concertzaal, de dansacademie en het conservatorium te ontsluiten. Ook biedt de patio via een plateau en een loopbrug doorgang naar de achtergelegen, door Rob Wagemakers ontworpen, Muzentuin. De lokalen van het conservatorium bevinden zich boven deze doorgang en zijn haaks op de vleugel van de dansacademie geprojecteerd.
B U
R
G
zo 27-6 | 15f
147
Project: Ontwerper: Periode:
Schouwburg, Tilburg B. Bijvoet / bureau Holt G.H.M. 1953 - 1961
Adres: Research: Bronnen:
Schouwburgring 42, Tilburg Pascal Henneberque / Chris Verstappen / Marianne Zeedijk Bouwkundig weekblad 1955
T
I
Schouwburg
L
Aan de schouwburg, die op 1 maart 1961 feestelijk in gebruik werd genomen, dankt een deel van de stadsring zijn naam. Het gebouw staat op een driehoekig kavel. Naast en tegen de schouwburg is het nieuwe Kunstcluster van Jo Coenen gerealiseerd. Het exterieur geeft op een heldere manier expressie aan de verschillende functies van de schouwburg. Het halfronde volume dat door schoon metselwerk in een getande structuur geaccentueerd is, herbergt de publieksruimtes en het auditorium van de grote en kleine zaal. Het hoge, fraai gedetailleerde volume is de toneeltoren. Haaks op de publieksruimten en toren staat een transparant, rechthoekig glazen volume. Dit biedt onderdak aan een restaurant en fungeert tevens als begrenzing van het voorplein. Hier staat een beeldhouwwerk van Mari Andriessen. Het langwerpige restaurant, de halfronde publieksruimte en de toneeltoren leveren in het exterieur een in hoogte toenemende, dramatische opeenvolging op. Deze dramatiek is ook in het interieur herkenbaar. Vanaf de hoofdentree leidt een brede, monumentale trap de bezoekers naar een ruime hal met garderobe op de eerste verdieping. Van hieruit wordt uitzicht geboden op de lager gelegen foyer. Het indrukwekkende trappenhuis verbindt alle niveau’s van de grote zaal. In 1993 werd aangevangen met de renovatie van het interieur van de publieksruimten, naar ontwerp van Architecten Werkgroep Tilburg. Hierbij is de oorspronkelijke indeling en open structuur gehandhaafd. Het oorspronkelijke, door onder anderen Bijvoet, Martin Visser en Poul Kjaerholm ontworpen meubilair is in de schouwburg nog steeds in gebruik.
B U
R
G
zo 27-6 | 15g
149
Project: Ontwerper: Periode:
Kromhoutpark, Tilburg Bakker en Bleeker 1989 - 1990
Adres: Research: Bronnen:
Kromhoutpark Pascal Henneberque / Chris Verstappen / Marianne Zeedijk Michael van Gessel landschapsarchitect
T
I
Kromhoutpark
L
Het terrein van de voormalige Kromhout-kazerne is, tezamen met het terrein van de voormalig textielfabriek De Regenboog en enkele bedrijfsterreinen, aangewezen als locatie voor ‘hoogwaardig stedelijk wonen’. Tussen 1989 en 1990 maakte de Architecten Werkgroep een integraal stedenbouwkundig plan, waarin ook plaats werd ingeruimd voor een stadspark. Het hoofdgebouw van de genie is op een zorgvuldige manier gerestaureerd en doet nu dienst als kantoorruimte. Voor het exercitieterrein en voor de rest van de openbare ruimte leverde het Amsterdamse bureau Bakker en Bleeker (B & B) het ontwerp. Het park vormt het hart van het plan. Op het gras staan vier urban villa’s en een woonflat op informele wijze opgesteld. Daarbuiten strekt het stedenbouwkundige plan zich uit over de Bredaseweg in de richting van de Regenboog- en Beukenstraat. Doordat profiel en inrichting van de Coba Ritsemastraat aan de overzijde van de Bredaseweg doorgezet zijn in de Cypresstraat wordt een sterk visueel verband gelegd tussen de afzonderlijke planonderdelen. De aanleg van het Kromhoutpark heeft aanleiding gegeven om de woonwijkjes met arbeiderswoningen aan de overzijde van de Ruysdaelstraat een grondige facelift te bezorgen. In 1995 kreeg het project Kromhoutparkbuurt de Rijksprijs voor Bouwen en Wonen, de zogenaamde Bronzen Bever.
B U
R
G
zo 27-6 | 15h
151
Project: Ontwerper: Periode:
Katholieke Economische Hogeschool, Tilburg Jos. Bedaux 1950 - 1962
Adres: Research: Bronnen:
Warandelaan 2, Tilburg Reinier Valkenhoef / Teun Cluitmans Bedaux Jos.
T
I
L
B U
Katholieke Economische Hogeschool Het eerste ontwerp voor de Hogeschool stamt uit 1952 en heeft het uiterlijk van een Belgische abdij. Ondanks dat het bestuur van de universiteit het ontwerp gelijk goedkeurt wordt het door het gemeentebestuur afgekeurd. Bedaux wordt te jong geacht door het gemeentebestuur en zoekt daarom steun bij de meer ervaren architect Jan van der Laan. Deze heeft een groot aandeel in het tweede ontwerp, een vierkant gebouw met drie binnenhoven. Wat lijkt op een kruising tussen een burcht en een moskee. Dit ontwerp wordt door gebrek aan bouwvolume ook niet uitgevoerd. Later heeft van der Laan geen tijd meer voor het project waardoor Bedaux een nieuw ontwerp maakt, omdat het tweede hem niet meer zinde. In 1959 is het derde ontwerp klaar. Het met Muschelkalksteen bekleedde gebouw heeft twee asymmetrische binnenhoven, deze zijn ingericht naar ontwerp van P.A.M. Buys. In een van deze hoven wordt het bijbelse verhaal van de vijf wijze en vijf dwaze maagden uitgebeeld door een abstract reliĂŤf. Door de binnenhoven ontstaat er een kloosterachtige sfeer in het gebouw. Door een lastig programma heeft het gebouw wisselende bouwlagen. Dit wordt verborgen door de gevel die aan alle zijden even hoog is. De binnenhoven zijn te betreden via een brede poort in de gevel. Hoewel de naam van Jan van der Laan is verbonden met dit gebouw is Jos Bedaux verantwoordelijk voor het ontwerp en is dit gebouw zijn magnus opus geworden.
R
G
zo 27-6 | 15i
153
Project: Ontwerper: Periode:
Witbrant Oost, Tilburg Jacq. de Brouwer 1995 - 2005
Adres: Research: Bronnen:
Wijk, Tilburg De Reinier Valkenhoef / Teun Cluitmans de Architect
T
I
Witbrant Oost
L
Ten westen van Tilburg ligt de woonwijk ‘ De Wijk’. Dit plan beslaat 3000 woningen. Aan de oostkant van deze wijk is Witbrant-Oost gesitueerd, een wijkdeel van 400 woningen. Witbrant-Oost bestaat uit drie delen, het middengebied met 286 woningen, de spoorzone met 72 woningen en de boszone met 37 woningen. In de meeste Vinex-wijken is de architectonische vernieuwing zo duidelijk aanwezig dat het stedenbouwkundige plan van de wijk niet meer kan functioneren Daarom is er in dit plan geprobeerd een gelijkwaardig visueel gewicht aan te brengen binnen de drie verschillende disciplines architectuur, stedenbouw, landschap zodat het stedenbouwkundig plan en de landschappelijke draagstructuur goed zichtbaar wordt. De woningtypologieën wijken ook sterk af van de traditionele 3 laags Vinex-woningen. De woningen in Witbrant-Oost bieden een grote flexibiliteit voor veranderende gezinssamenstellingen waardoor de woningbreedtes veranderen van 6 tot 16 meter in plaats van de standaard 5,70 meter. Voor het behoud van een rustig straatbeeld zijn er op het kavel van de woningen voor iedere woning 2 parkeerplaatsen gesitueerd. Zo blijven de zichtlijnen door de wijk vrij van geparkeerde auto’s. Alle gevels zijn bekleed met duurzame materialen. Om het ‘ vervallen achtergevel’ effect te bestrijden kent dit plan geen achtergevels. Elke gevel is gesitueerd en ontworpen als een voorgevel.
B U
R
G
zo 27-6 | 15j
155
Project: Ontwerper: Periode:
Herdgangen, Tilburg Sant en Co 2007 - 2009
Adres: Research: Bronnen:
De Heuvel, Stadspodium Pascal Henneberque / Chris Verstappen / Marianne Zeedijk www.santenco.nl / www.regionaalarchieftilburg.nl
T
I
Herdgangen
L
Een herdgang of heerdgang is een term die in NoordBrabant wordt gebruikt om een buurtschap aan te duiden. Aanvankelijk werd het hiermee het deel van de dorpsgemeente bedoeld waarop het vee (herde: kudde) gezamenlijk werd geweid. Het begrip ontstond in de middeleeuwen om zo meer belangrijke woonkernen te onderscheiden en te benoemen. Een herdgang was een bestuurlijke eenheid. Meestal heeft de kernbebouwing een driehoekige structuur: de Kempische Plaatse of Kempische driehoek. In Tilburg is dat bijvoorbeeld begin 21e eeuw nog steeds zichtbaar bij pleinen: de Heuvel, het Korvelplein, De Schans en diverse andere. In dit winnend prijsvraagontwerp wordt de Heuvel weer hĂŠt centrale plein van Tilburg; bruisend en ontspannend, modern en groen. Maar ook een plek voor cultuurfestivals, kermis en huldiging van Willem II. Een plein dus, maar wel heel groen. De opbouw van het plein is eenvoudig: het driehoekige podium is een herkenbare plek waarop de Brabantse lindes een hoofdrol spelen. De driehoek verwijst naar de dorpse oorsprong, voegt zich naar de ruimte en biedt kansen aan tal van eigentijdse gebruiksmogelijkheden.
B U
R
G
zo 27-6 | 15k
157
Project: Ontwerper: Periode:
Katterug, Tilburg Jacq. de Brouwer 1964 - 1974
Adres: Research: Bronnen:
Paleisring, Stadhuis -en Koningsplein, Tilburg Pascal Henneberque / Chris Verstappen / Marianne Zeedijk Archis / Broek & Bakema / Architectuurgids Tilburg
T
Katterug
I
L
Een nieuw stadshart van pleinen en omliggende woon en winkelbebouwing kon ontstaan door de sloop van enkele textielfabrieken. Tevens had Tilburg op dat moment een verstopt geraakte verkeerssituatie. Deze zou worden verholpen door de aanleg van een ringweg. Nu bekend onder de naam Paleis- en Schouwburgring. Het bureau Broek & Bakema ontwierp naast de stedenbouwkundige setting met de ringweg ook de wooncomplexen aan beide zijde van de ringweg. De langgerekte wooncomplexen zijn opgebouwd in het zogenaamde ‘kernwandgebouw’ systeem. De gebouwen staan zo gesitueerd dat de stedelijke ruimtes begrenzen en zo een duidelijke identiteit en herkenbaarheid aan het stadshart. Een stedenbouwkundige opvatting die de confrontatie tussen oud en nieuw niet uit de weg ging paste men hier toe. Een opvatting die paste binnen het ‘nieuwe bouwen’. In tegenstelling tot de confrontatie, werd er gezocht naar een synthese tussen architectuur en stedenbouw. De flat aan het Koningsplein is een galerijflat van 5 lagen met op het maaiveld winkels. Het andere complex aan het Willemsplein kreeg een poort voor een doorgang van het autoverkeer. Vanwege de trapsgewijze, in hoogte toenemende, blokken en de uitsparing heeft dit gebouw de naam ‘Katterug’ met zich meegekregen. Het complex kent een sculpturale uitstraling door de afwisseling van open en gesloten vlakken, met of zonder balkons. Daarnaast heeft het gebouw ook nog een complexe doorsnede die het sculpturale karakter versterkt.
B U
R
G
zo 27-6 | 15l
159
Project: Ontwerper: Periode:
Museum de Pont, Tilburg Bonell i Gill / Jo Coenen / Jacq. de Brouwer 1990 - 1992
Adres: Research: Bronnen:
Pontplein, Tilburg De Pascal Henneberque / Chris Verstappen / Marianne Zeedijk www.wikipedia.nl
T
I
Museum de Pont
L
De zogenaamde ‘Thomas de Beer-driehoek’ ligt in de periferie van het centrum, dicht bij het Wilhelminapark. Ooit omvatte dit gebied een conglomeraat van gebouwen voor textielfabricage. Buiten de muren van het fabrieksterrein zijn dan ook veel arbeidershuisjes te vinden. In de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw gingen veel fabrieken failliet, ook die van Thomas de Beer. De grote wolspinnerij met een uitgestrekt sheddak is gerenoveerd. Het particuliere museum biedt onderdak aan een nieuwe collectie moderne kunst die gefinancierd wordt uit de in 1987 verkregen nalatenschap van jurist en zakenman J. de Pont. Benthem Crouwel Architecten heeft de open, fragiele staalconstructie gehandhaafd en ontwierp publieksvoorzieningen die onafhankelijk van de bestaande constructie staan opgesteld, zodat duidelijk zichtbaar is wat tot de oude fabriek en wat tot het nieuwe museum behoort. Naast de grote, open ruimte bevindt zich ook een serie meer intieme expositieruimtes in de oude ‘wolkamertjes’. Benthem Crouwel Architecten kreeg niet alleen opdracht de wolspinnerij tot museum te verbouwen, maar ook om een stedenbouwkundig plan voor het hele voormalige fabrieksterrein te ontwerpen. Het winderige, kaalgeslagen gebied is getransformeerd tot een woonen werkgebied, waarbij straatwanden gecreëerd werden. Langs de Hasseltstraat sluiten gerealiseerde en geplande nieuwbouw, waaronder een aanbouw voor het museum, de straatwand af. Daarachter ligt nu een besloten woongebied met vier urban villa’s van architectenbureau Rudy Uytenhaak, een rij geschakelde woningen van Willem Jan Neutelings en seniorenwoningen ontworpen door Wiel Arets.
B U
R
G
zo 27-6 | 15m
161
Project: Ontwerper: Periode:
013, Tilburg Benthem Crouwel / P. van Rooij 1994 - 1998
Adres: Research: Bronnen:
Veemarktstraat 44, Tilburg Pascal Henneberque / Chris Verstappen / Marianne Zeedijk -
T 013
I
L
Het meest opvallende kenmerk van het gebouw is de donkere, licht overhellende en met zacht materiaal beklede gevel. Deels ter decoratie, maar vooral vanwege de isolerende werking, is de gevel ingepakt en gecapitonneerd. Glimmende cd-schijfjes versieren de hechtpunten van de zwarte laag. Een scherpe, schuine hoek in de plattegrond markeert de schaarse etalageruimte. Langs de zijden liggen de ‘muziekKanten winkel’, de foyer en een café, de box-office en de entree. De box-office is letterlijk een glazen doos die uitnodigend naar voren steekt. Ook in verticale richting wordt deze plek in de gevel benadrukt door vier grote ontluchtingspijpen onder de daklijst en een videoscherm pal boven de kaartverkoop. Op het scherm zouden, als de zogenaamde automatische VeeJay-machine functioneert, voortdurend digitale videoclips en teksten te zien zijn van beeldend kunstenaar Gerald van der Kaap. Met de komst van 013 is het omliggende Veemarktkwartier tot ‘Kunstkwartier’ omgedoopt. Naast Van der Kaap maakten Hans Muller en Ulay er kunstwerken voor de openbare ruimte. Het popcentrum 013 sluit aan bij parkeergarage Tivoli die door Benthem Crouwel Architekten in samenwerking met architectenbureau Abe Bonnema is ontworpen. In 2008/9 is op de begane grond de voorgevel aangepast en meer transparant geworden, zonder de bijzondere architectuur schade aan te brengen.
B U
R
G
zo 27-6 | 15n
163
Project: Ontwerper: Periode:
Textielmuseum, Tilburg CePeZed, Delfte 2008
Adres: Research: Bronnen:
Goirkestraat 96, Tilburg Pascal Henneberque / Chris Verstappen / Marianne Zeedijk -
T
I
Textielmuseum
L
In een oude textielfabriek voor de fabricage van wollen stoffen in Tilburg is het Audax Textielmuseum gehuisvest. In het kader van de huidige uitbreiding met een modern glazen entreegebouw en een archiefbewaarplaats met bijbehorende leeszalen worden het archief en het museum met elkaar verbonden. Daarbij wordt een deel van het complex gerenoveerd en wordt de routing van het museum herzien, zodat het de uitstraling zal krijgen van een creatief museum in bedrijf. Zowel in de uitbreiding als de renovatie zijn diverse textiele toepassingen opgenomen, die de identiteit van de gebruiker onderstrepen. Het nieuwe entreegebouw is bewust transparant gehouden, zodat er goed zicht op het authentieke complex blijft. Het abstracte glazen gebouw straalt toegankelijkheid uit en vergroot de herkenbaarheid van de museumingang. EĂŠn van de lange zijden is uitgevoerd als dubbele wand, waarin de installaties zijn opgenomen. Aan de dubbele wand hangt als doos-in-doos een volume met verschillende verblijfsfuncties. EĂŠn van de wanden zal over een oppervlakte van circa 8 bij 8 meter worden voorzien van duizenden LED lampjes in het weefsel, die gezamenlijk zijn aan te sturen. Hiermee kunnen beelden en informatie worden gegenereerd. Het ontwerp van deze opmerkelijke wand is van mediatecture specialist Urban Alliance. Boven het bestaande gebouw van de historische damastweverij is een mysterieus zwart gesloten volume voor het nieuwe archiefdepot gebouwd. Deze opbouw staat geheel los van de weverij op stalen portalen. De weverij is in gebruik als expositiegebouw. Aan de buitenzijde zijn de gevels van de opbouw bespannen met een grijs, waterwerend en vlakgecoat pvc-membraandoek. De spanmechanismen zijn bij de bevestiging in het zicht gelaten. De feitelijke waterkering van de gevel zit achter het doek.
B U
R
G
zo 27-6 | 15o
165
Project: Ontwerper: Periode:
ChassĂŠpark, Breda O.M.A. (Rem Koolhaas / Xaveer de Geyter) 1996 - 2000
Adres: Research: Bronnen:
Kloosterplein, Breda Lars Zwirs -
B
Chassépark
R
Een ‘collectief stadslandschap’ dat zowel een rustige, parkachtige woonomgeving als een dynamisch gebied met openbare en culturele functies en grote, regionale publiekstrekkers moest zijn. Geen nieuw concept, want vooral in de jaren zestig zijn er veel woonomgevingen in het groen opgezet. Het probleem daarbij is vaak het ontbreken van samenhang, resulterend in een anoniem ‘niemandsland’ tussen de afzonderlijke gebouwen. En juist daarin onderscheidt het Chassé Park zich: de ruimtelijke, functionele en sociale context van het publiek domein is de drager van het ontwerp. Langs de zuidoostelijke contouren van de binnenstad, waartegen het Chassé Park aanschurkt, zijn de verschillende commerciële, culturele en recreatieve functies gesitueerd die aan het programma werden toegevoegd toen eenmaal voor het campusconcept gekozen was. De gebouwen liggen aan een grijs geschakeerd plein, dat in een grillige zigzagvorm het terrein doorklieft en de commerciële bedrijvigheid verbindt met de woonfuncties in het achterliggende park. Vanaf het plein zijn verschillende zichtlijnen gecreëerd die dwars door het park tot voorbij de grenzen van het terrein reiken, zodat voortdurend een visuele verbinding wordt gelegd met de bestaande omgeving. Het enigszins golvende oppervlak van het plein doet tevens dienst als dak van de parkeergarage van OMA.
E
D
A
zo 27-6 | 16a
167
Project: Ontwerper: Periode:
Park Over Bos, Breda Juurlink + Geluk 2006
Adres: Research: Bronnen:
Valdijk, Breda Lars Zwirs -
B
Park Over Bos
R
Het randpark van Prinsenbeek ooit aangelegd als buffergroen tussen dorp en snelweg wordt door alle werkzaamheden voor het grootste deel opgeruimd. Bij de inpassing van de nieuwe bundel infrastructuur is besloten het park niet langer uitsluitend naast de snelweg te positioneren maar op de snelweg. In de uitwerking van het concept is besloten het park op twee plaatsen over de snelweg te vouwen met twee viaducten van 100m breed, het park wordt hierdoor bijzonder en de snelweg aangenaam. Als contrast op het geweld van snelweg en snelle trein is de omgeving die het park verbindt aan alle kanten landelijk, lief en suburbaan te noemen. De positie van het park in zijn omgeving zal aanzienlijk verbeteren als het opgenomen wordt in zoveel mogelijk recreatieve routes voor langzaam verkeer. In onze fantasie levert het contrast tussen een intiem romantische park en de technocratische beton en asfalt taal van de snelweg en TGV de meest aangename spanning op. In het dorpsbos bevinden zich typische activiteiten als een hertenkamp en een visvlonder. Al het parkmeubilair is ontworpen met hout en staal, passend bij een bos. Ook de beplanting met bosden, zomereik en zachte berk zal bijdragen aan de typische Brabantse bossfeer.
E
D
A
zo 27-6 | 16b
169
Project: Ontwerper: Periode:
Valkenbergpark, Breda - 1350 - nu
Adres: Research: Bronnen:
J.F. Kennedylaan, Breda Lars Zwirs Het Valkenberg
B
Valkenbergpark
R
Het Bredase Valkenburg in uniek in Nederland. In de loop der jaren is het park steeds groter geworden. ’t Valkje’ breide zich uit als een olievlek: van nog geen hectare bij aanleg tot bijna zeven hectare nu. Bovendien heeft het park alle stadia van een stadspark doorlopen van hoftuin tot openbaar stadspark. Het hof van Valkenburg is begonnen als een omheind stukje jachtgebied van de heer van Breda, waarin valken werden gehouden. Aan het eind van de middeleeuwenwas de jacht vervangen door wandelen als voornaamste vertier.Het Valkenberg werd in de zeventiende eeuw hoftuin van het stamslot van de Orangjes. Honderdjaar later werd de privÊ-tuin opengesteld voor de plaatselijke elite die een sluitel kregen van de stadhouder. Later werd deze tuin voor iedereen publiek toegankelijk. Deze toegang was wel beperkt want je alleen net gekleed het park betreden ander werd je door de portier verwijderd. Het park speel sind 1900 een belangrijke rol in het sociale stadsleven. Er worden tallose feesten georganiceerd. Na de laatste landschappelijke ingreep. Leent het park zich goed voor culturele activiteiten. Er is volop ruimte voor muziek, dans, theater, film en beeldende kunst. Kortom een gelieft par waar de Bredanaar zich thuis voelt.
E
D
A
zo 27-6 | 16c
171
Project: Ontwerper: Periode:
Raadhuis, Hilversum Dudok 1923 - 1931
Adres: Research: Bronnen:
Dudokpark 1, Hilversum Narda Beunders / Bart van Leeuwen -
H I L V E R S U M Raadhuis
In het Raadhuis voor Hilversum, voltooid in 1931, wordt terecht als een van zijn meesterwerken beschouwd. In 1923 kocht de gemeente het landgoed Witten Hull als locatie voor het Raadhuis, toen nog buiten de bebouwde kom. In deze parkachtige omgeving kon het gebouw geheel vrij in het ruime groen geplaatst worden. Zeer veel schetsen zijn hieraan vooraf gegaan om te zoeken naar de juiste combinatie van zijn inspirerende voorgangers, de klassieke en moderne elementen en zijn eigen handschrift, wat uiteindelijk heeft geleid tot een zorgvuldig, met wiskundige precisie gecomponeerd geheel van in elkaar geschoven blokken. Deze duidelijke Dudokstijl komt op overtuigende wijze tot uiting. Wel is de invloed van F.L.Wright hier zichtbaar in de sterke horizontale opbouw van het geheel, daarnaast in het bijzonder de overstekende luifels. Het gebouw beweegt zich als het ware tussen tradititie en moderniteit en is daarom moeilijk te plaatsen. Deze onduidelijkheid leidde tot weinig enthousiasme bij de gemeenteraad en dreigde zelfs het hele project af te lassen. (door een handtekeningen actie van collega’s is het 15 jaar later toch voltooid) Modernistische kenmerken zijn de asymetrische opbouw en het horizontale karakter. De structuur van het gebouw, georganiseerd rondom twee hoven met een toren in het midden zijn eerder traditioneel te noemen. Het zwevende dak bij de entree kon hij bereiken door een betonconstructie, die bedekt is met baksteen om zijn “kubistische” blokken helder en duidelijk uit te laten komen in één materiaal. Speciale gele bakstenen van een afwijkend formaat 225x105 bij 42mm zijn gebruikt voor het gebouw, wat in combinatie met de bredere, iets terugliggende voegen een sierlijke structuur heeft. Dudok heeft alles tot in de puntjes uitgewerkt, van plantsoenaanleg, meubuilair, stoffen, deurknoppen, klokken en zelfs de burgermeestershamer komt van zijn hand.
zo 27-6 | 17a
173
Project: Ontwerper: Periode:
Villa VPRO, Hilversum MVRDV 1993 - 1998
Adres: Research: Bronnen:
Sumatralaan 49, Hilversum Narda Beunders / Bart van Leeuwen -
H I L V E R S U M Villa VPRO
Sinds 1998 is de VPRO gehuisvest in Villa VPRO, een eigenzinnig vormgegeven kantoorpand, ontworpen door het Rotterdamse architectenbureau MVRDV, dat een verzameling van elf door Hilversum verspreide villa’s vervangt. Sinds begin 2004 raakt de Villa VPRO steeds meer verlaten, omdat de VPRO, net zoals alle andere klassieke omroepverenigingen, onder druk van overheid en parlement steeds meer programma’s en programmamakers moet laten vallen, omdat steeds meer budget aan de publieke omroepen wordt onthouden. Het gebouw heeft een volume met een vierkante plattegrond met zijden van 53 meter en een hoogte van 21 meter. De kolommen staan op een raster van 7,2 bij 7,2 meter. De vloeren van het gebouw hellen op sommige plaatsen, vormen trapvormige elementen of buigt zelfs over een hoek van 180 graden. De kantoorruimtes zijn open uitgevoerd, zonder scheidingswanden. Op de begane grond zitten de studio’s en de technische ruimtes, op de eerste verdieping de entree en de drie lagen erboven de kantoorruimtes. De parkeerplaats is geïntegreerd in het gebouw, de parkeerplaats loopt door in het gebouw tot een teruggeknikte vloer. Op het dak is een landschapstuin gerealiseerd. In 1997 kreeg MVRDV zowel de Betonprijs als de Dudokprijs voor dit gebouw.
zo 27-6 | 17b
175
Project: Ontwerper: Periode:
Mediacenter, Hilversum Neutelings - Riedijk architecten 1999 - 2006
Adres: Research: Bronnen:
Sumatralaan 45, Hilversum Narda Beunders / Bart van Leeuwen www.neutelings-riedijk.com
H I L V E R S U M Mediacenter
In 2006 is het Mediacenter in Hilversum gerealiseerd. Het gebouw, in de vorm van een kubus van ongeveer vijf verdiepingen hoog, is ontworpen door de architecten Willem-Jan Neutelings en Michiel Riedijk. Het meest opvallende aan het gebouw zijn de grote kleurvlakken, naar een ontwerp van Jaap Drupsteen, waarin historische televisiebeelden zijn verwerkt. Gebruikers van het Mediapark en Hilversummers hebben het gebouw de bijnamen De kleurplaat en De snoepdoos gegeven. Uit een verkiezing van het dagblad de Gooi- en Eemlander kwam de term ‘De glasbak’ tevoorschijn. In de nieuwbouw was behoefte aan archief- en depotruimten, technische werkruimten, een multimediabibliotheek, een publieksattractie, kantooren vergaderruimten, maar ook aan een bedrijfs èn publieksrestaurant, een klantenservice, videozalen en een studiecentrum. Van meet af aan stond een gebouw voor ogen dat “een substantiële bijdrage levert aan het Nederlandse culturele landschap, door zijn functie, aantrekkingskracht èn verschijning”. Een hoog òp-, en laag nèèrgaande vide beheerst met zijn vele trapvormen het ontwerp. Dit atrium verbindt als een centrale hal de afzonderlijke delen van de organisatie. Er is hierbij gekozen voor één, gemeenschappelijke ingang voor alle gebruikers van het gebouw. Het gebouw werd op 1 december 2006 geopend door koningin Beatrix. In 2008 heeft het gebouw de Gouden Piramide gewonnen. In 2010 is het gebouw van Beeld en geluid verkozen tot het gebouw van de jaren nul.
zo 27-6 | 17c
177