Boemerang Sloterdijk
Afstudeeropdracht Geert den Boogert Stedenbouw Academie van Bouwkunst
1
2
3
Inhoud
4
1. Inleiding 1.1 Opdracht 1.2
subvragen en hoofdstukken
1.3 Methode
2.
Duurzame Verstedelijking
5.
Ringfra Alternatieven
8
5.1
Ringfratheorie
9
5.2
Ringfra ontleed
10
13
2.1
Duurzaam: tijd
14
2.2
Intensief gebruik
18
5.3 Conclusie
6.
Perspectief 6.1
Reflectie
7. Strategie
85 87 94 109
111 136
139
2.3
Delen in de stad
19
2.4
Ruimtelijke uitgangspunten
24
7.1
Fasering
143
2.5
Richtlijnen duurzame stad
33
7.2
Ontwikkelstrategie
151
53
7.3
Beantwoording deelvraag
159
2.6 Conclusie
3.
7
Amsterdam: ruimtelijk concept
55
3.1
Het concept
56
3.2
De realiteit
58
8.
Conclusie en samenvatting
161
9.
Reflectie
164
3.3
Polycentrisch Amsterdam
61
9.1
Op de werkwijze
164
3.4
Knopen tellen
62
9.2
Vele malen dank
164
3.5
Inspelen op ontwikkelingen
63
4. Gebied
69
4.1
De eerste
69
4.2
Het gebied vertelt
69
4.3
Duurzaamheid gebied
81
4.4
Conclusie: opgaven
83 5
6
1. Inleiding Dit afstudeerproject schetst een perspectief op duurzame verstedelijking aan de hand van de casus Sloterdijk. Het is een zoektocht naar het ruimtelijk kader voor een aantrekkelijk stedelijk leven in een SMART City.
7
1.1 Opdracht
1.1.3. Boemerang Wereldwijd van 2000 naar 2050
Dit project komt voort uit een open opdracht.
De vraag is wat de gevolgen zullen zijn voor
Hier staat beschreven hoe en waarom ik de
onze leefomgeving. De indicatie is dat de
bevolkingsgroei
opdracht heb geformuleerd en hoe ik eraan
menselijke invloed op haar omgeving groter is
Mensen 6 naar 9 miljard.
heb gewerkt.
dan die omgeving aan kan. De mens over-
1.1.1. Afstudeerproject
vraagt en de wereldbevolking blijft groeien.
Klimaatverandering
De verwachting is dat deze overvraging als een
Energiegebruik + 90%
boemerang op de mensheid zal terug komen. Biodiversiteit
Aanleiding voor dit project is het afstuderen aan de opleiding Stedenbouw aan de Acade-
1.1.4. Inkadering
Biodiversiteit – 30% tot 2050. – 140.000 soorten per jaar.
mie van Bouwkunst. Het is een proeve van bekwaamheid en tegelijkertijd een kans om
Amsterdam
onder professionele begeleiding te werken
Mijn fascinatie is wereldwijd. Voor dit afstu-
Temperatuurstijging
aan een zelf gekozen opgave.
deerproject richt ik mij alleen op Amsterdam
gemiddeld +2 graden Celsius
en in het specifiek op de omgeving rondom 1.1.2. Fascinatie
Sloterdijk.
Wereldwijd is afgesproken dat temperatuur met maximaal 2o Celsius mag
Mijn fascinatie is hoe de mens alle hoeken
Amsterdam is ambitieus op het vlak van duur-
toenemen tot 2100. Gevolgen zijn niet
van de planeet beïnvloedt. Waar ik ook kom:
zaamheid, heeft een rijke stedenbouwkundige
te overzien.
overal zie ik de aanwezigheid van mensen of
traditie en zoekt naar slimme oplossingen. Te-
de gevolgen van hun handelen.
gelijkertijd groeit Amsterdam. De verwachting is dat het aantal woningen in Amsterdam in de komende 25 jaar met 100.000 zal toenemen.
8
Ruimtelijke aspecten duurzaamheid
1.2 subvragen en hoofdstukken
Dit project richt zich op de ruimtelijke
3 Welke opgaven heeft Sloterdijk als we hier willen bouwen aan een duurzame stad?
aspecten van duurzaamheid in combinatie
Om de vraagstelling te beantwoorden, heb ik
met stadsontwikkeling en een na te streven
deze opgedeeld in verschillende subvragen.
Hoofdstuk 4 bevat de analyse van de locatie
kwaliteit van de leefomgeving. Meer tech-
Aan elke subvraag is een hoofdstuk gewijd.
Sloterdijk en haar omgeving. Dit leidt tot het
nische aspecten van duurzame stedenbouw krijgen minder de aandacht, zoals WKO’s,
formuleren van 6 kernopgaven om dit gebied 1 Wat is duurzaam verstedelijken?
duurzaam te verstedelijken.
Hoofdstuk 2 gaat in op het begrip duurzame
4 Wat zijn de grote investeringen bij duur-
stadswarmte, isolatie, materiaalgebruik of waterveiligheid.
verstedelijking. Daarbij komt de relatie aan 1.1.5. Vraagstelling Hoe kan Amsterdam duurzaam verstedelijken?
zaam verstedelijken?
bod met het begrip deeleconomie en geef ik antwoord op de vraag wat de ruimtelijke
Voordeel van het realiseren van een wo-
uitgangspunten zijn voor duurzame verstede-
ningbouwopgave binnen bebouwd gebied
lijking. EĂŠn daarvan is dat duurzame verstede-
is dat bestaande infrastructuur kan worden
lijking plaatsvindt binnen bebouwd gebied.
gebruikt. Dat betekent niet dat grootschalige investeringen niet nodig zijn. In hoofdstuk 5
2 Waar in Amsterdam moet die verstedelijking plaatsvinden?
staat een analyse van de infrastructuur rondom Sloterdijk en vindt een afweging plaats van alternatieve investeringen.
Amsterdam staat bekend als vingerstad. In hoofdstuk 3 behandel ik het ideaaltype model, vergelijk het met de praktijk en gebruik ik het
5 Welke perspectief bestaat er voor een duurzaam stedelijk Sloterdijk?
om richtlijnen te formuleren als reactie op actuele ontwikkelingen.
In Hoofdstuk 6 krijgt u een indruk van hoe het in het gebied Sloterdijk zou kunnen zijn in het 9
jaar 2040. In dit hoofdstuk licht ik toe hoe het
Hoofdstuk 8 bevat de conclusie. De reflectie
tie binnen Amsterdam. Ik ben op verschillende
gebied dan onderdeel van de stad is gewor-
daarbij gaat over de bijdrage die ik met dit
manieren door het gebied gegaan en ook ver-
den, welke kwaliteiten er zijn en hoe verschil-
project kan leveren aan het maatschappelijke,
schillende deelgebieden bezocht. Soms met
lende deelsystemen functioneren. Ook de
professionele en politieke debat.
de camera, maar vaak ook zonder. Activiteiten
verschillende ingrepen staan hier op een rij.
1.3 Methode
6 Wat is een passende ontwikkelingsstrategie?
tijdens het bezoek: lopen, fietsen, autorijden, hardlopen, wandelen, koffie drinken, stilstaan, fotograferen, tellen en inbeelden hoe het zou
Dit project is het resultaat van anderhalf jaar
kunnen zijn.
studie in deeltijd. De volgende methoden Essentieel in mijn opvatting van duurzaam ver-
zijn gebruikt om informatie te verkrijgen en
stedelijken is de ontwikkelingsstrategie. Juist
nieuwe inzichten te ontwikkelen.
omdat het in bestaand bebouwd gebied is en juist omdat het gebied continu moet kunnen
1.3.3. ontwerpend onderzoek Gezien de complexiteit en de grootte van het
1.3.1. bureauonderzoek
blijven inspelen op nieuwe ontwikkelingen.
gebied, is het onmogelijk om het gebied goed in de vingers te krijgen zonder te werken met
Hoofdstuk 7 geeft in 7 stappen weer hoe de
• literatuuronderzoek
modellen en tekeningen. De volgende instru-
verstedelijking plaats zou moeten vinden. Het
• internetresearch
menten heb ik ingezet:
bedrijventerrein Sloterdijk 1 dient als voor-
• vergelijken en bezoeken via google maps
beeld voor welke rol de verschillende partijen
• GIS/analyses: met name op het vlak van
spelen en wat de rol van de overheid is.
dichtheid, functiemeningen en het voor-
hand schetsen: plattegronden, doorsneden, vogelvluchten, schema’s, mindmaps
zieningenniveau. 7 Wat is de bijdrage van dit project aan de
computertekeningen: plattegronden, 3D-mo1.3.2. locatiebezoek
del, doorsneden, abstracte weergaven
het beantwoorden van de deelvragen leidt
In de afgelopen 2 jaar heb ik ongeveer 80 keer
maquette: maquette 1:2.000 (met inzetvarian-
tot een beantwoording van de hoofdvraag.
het gebied bezocht. Dit kon vanwege de loca-
ten), maquettes 1:20.000 voor infrastructuur.
stedenbouw?
10
1.3.4. reflectie met anderen
1.3.5. werk
In het proces is het van groot belang om met
In de periode van afstuderen werkte ik aan
anderen te reflecteren op het project. Belang-
twee projecten die een relatie hebben met
rijk in dit verband waren:
het onderwerp duurzaam verstedelijken.
Mentor
TRANSFORM
Ellen Marcusse
In een Europese samenwerking werkte ik aan manieren om bestaande gebieden te verduur-
Commissiebijeenkomsten
zamen. In deze samenwerking doen onder-
• Ellen Marcusse
meer de steden Kopenhagen, Hamburg, Lyon,
• Ton Schaap
Genoa en Wenen mee. Dit project is gestart in
• Cees van der Veeken
januari 2013.
Experts, collega’s en bekenden
Strategische verkenningen
Er zijn velen die een bijdrage aan het project
Amsterdam heeft een grote woningbouwop-
hebben geleverd door met mij erover te spre-
gave. Het College heeft de ambitie om per
ken. Experts die ik voor specifieke deelonder-
jaar 5.000 nieuwe woningen op de markt te
delen heb geraadpleegd zijn:
brengen. Binnen de DRO werk ik mee aan het ruimtelijk inkaderen van deze opgave
• Cor van Hierden (ingrepen in het spoor)
vooruitkijkend naar de periode 2018-2025. Dit
• Flora Nycolaas (flexibiliteit van het bouw-
project is gestart in juni 2014.
blok) • Mirjana Milanovic (gebiedsontwikkeling) • Julian Jansen (demografie) 11
NIEUWE MANIER VAN LEVEN
MULTIFUNCTIONEEL
HERGEBRUIK
RESTGEBRUIK
DELEN: LEUK EN MAKKELIJK
12
2. Duurzame Verstedelijking Duurzaam verstedelijken heeft als doel bevolkingstoename te combineren met een gelijkblijvende of afnemende druk op grondstoffen en ruimte. Tegelijkertijd is de ambitie een hoge stedelijke kwaliteit van leven te realiseren. Meer met minder dus. Het is van belang grondstoffen en ruimte intensief te gebruiken en te sturen op een hoge verblijfskwaliteit, dichtheid en aanpassingsvermogen van de stad. Zie iedere ingreep in een groter geheel. Bekijk de ingreep aan de hand van de betekenis voor de nieuwe én de bestaande situatie, plus de doorwerking naar de toekomst.
Centrale vraag: “Wat is duurzaam verstedelijken?”
13
In dit hoofdstuk behandel ik vier aspecten van
2.1 Duurzaam: tijd
duurzaam verstedelijken:
Als wij de verschillende tijdsperioden voorstelDe grootste gemene deler in de opvatting over
len als tandwielen, dan wordt mijn suggestie
duurzaamheid is dat de doorwerking in de tijd
duidelijk. Een dubbeltje kan je maar één keer
in de tijd (2.1) in gebruik (2.2) en tussen
onderdeel moet zijn in de afweging vooraf-
uitgeven, maar als je de investering zo plaatst,
mensen (2.3)
gaand.
gaan de raderen draaien en kan de investering
• toelichting slim inzetten van middelen
• ruimtelijke uitgangspunten • ruimtelijke richtlijnen
ook ten goede komen aan de huidige situatie 2.1.1. Investeren in nieuw, bestaand en toekomst
Inkadering begrip duurzaamheid Als het gaat om duurzaamheid in de ruimtelij-
een aantal usual suspects als het gaat om
ke ontwikkeling is het nu juist het aspect van
duurzaamheid en ruimtelijke ontwikkeling, zo-
tijd dat mijns inziens zo belangrijk is. En dan
als: aanwezigheid van water en wateropvang,
gaat het niet alleen om rekening te houden
aanwezigheid van groen, oriëntatie bebou-
met de verre toekomst, maar ook met de
wing ten opzichte van de zon, afvalstromen,
bestaande situatie.
energie en de relatie met de ondergrond: In het verleden is voor de opvang van de
inzet van Warmte Koude Opslag (WKO). Dit
bevolkingsgroei geïnvesteerd in nieuwbouw
project houdt rekening met deze aspecten,
steden als Almere, Purmerend en Zoetermeer,
maar de focus ligt op slim combineren in de
terwijl de bestaande stad verloederde.
1. Usual suspects
van ingrepen dient rekening gehouden te doelstelling is om: • kwaliteiten van de bestaande situatie te benutten • ingrepen voor nieuwe gebruikers in de planperiode ook ten gunste laten komen van bestaande gebruikers
stadswarmte, koude uit oppervlaktewater en
tijd, in de ruimte en tussen mensen.
en aan de verre toekomst. Bij het voorstellen worden met de werking van deze raderen. De
Duurzaamheid is een containerbegrip. Er zijn
14
tandwielen
• voortzetten en versterken van bestaande systemen • voorzetten voor verdere ontwikkeling in de toekomst • investeringen naar voren halen om eerder al van te profiteren
2. Het is nu tijd om investeringen te doen in Sloterdijk die WEL rekening houden met de bestaande omgeving en de verre toekomst
ro ďŹ
e te re n
al
va
n
te p
tie
aa
rv
Verre toekomst
o re
voo r(t
n h ale n o m n u
en tt e )z
I nv e s
n
n
es
B e n u tte n va n
Heden
ta
an
de
sit u a
Planperiode
ge te ri n
I n g re p e n
be
st
aa
nde
vo or
ng zie ni
oo
o kv
or
b
en 15
16 3. Demping voor haven, vanuit Sloterdijk naar Haarlem. Zeedijk nog zichtbaar in het landschap. Op de voorgrond: half dorp. (1972, archief DRO)
Boemerang Sloterdijk De Boemerang staat symbool voor de relaties in de tijd. Als je hem gooit, komt die terug. Dit kan positief zijn, maar ook negatief. Sloterdijk heeft een historie van grote ingrepen, die ten koste gingen van de kwaliteit van de plek. Zo werd bij de bouw van de snelweg, de helft van het historische dorp gesloopt. Maar ook de inzet op ICT (Teleport) is neergeslagen in lege kantoren. Het is niet meer van deze tijd om de stad van de toekomst te ontwerpen. Het gaat erom een goede stad te maken, die zich aan de toekomst kan aanpassen, die mee kan groeien in de tijd. En stad die rijper wordt en jong blijft. 4. Sloterdijk bestond uit twee delen voor de aanleg van de snelweg
Nu is de kans om een boemerang te gooien die rekening houdt met de toekomst en waar de plek en de stad van mee profiteren. 17
2.1.2. Begrijpen van systemen
intensief gebruik duidelijk te maken volgt een aantal voorbeelden van extensief gebruik.
Om ingrepen te doen die de raderen van de
5. Systeem agglomeratie Amsterdam
tijd als een multiplier te laten werken, is het
Extensief gebruik
noodzakelijk de werking en de ideeën achter
Een trein die niet mag rijden, een leegstaand
de bestaande systemen goed te begrijpen.
gebouw, een energiecentrale die niet draait,
Het is nodig om de ideeën achter de systemen
geparkeerde auto’s, een half gezonken sloep.
te begrijpen, omdat deze kunnen helpen om
Het is niet alleen zonde van de producten die
nader richting te geven aan de verdere ont-
langzaam ouder worden, tevens doen zij een
wikkeling van de systemen.
beslag op de schaarse ruimte.
Hoofdstuk 3 gaat nader in op de systemen en
Restgebruik en Hergebruik
concepten in Amsterdam.
Door gebruik slijten producten, maar na ge-
2.2 Intensief gebruik
bruik zijn de producten nog niet op. Dus niet weggooien, maar opnieuw gebruiken. Of aan iemand anders geven, danwel verkopen. Denk
18
2.2.1. Focus: intensief gebruik
aan marktplaats, kamerverhuur, AirB&B.
De opdracht is om meer te bereiken met
In de productie gaat het ook om restproduc-
minder middelen. Dit is in de kern een optima-
ten die ook een waarde kunnen hebben. Een
liseringsvraagstuk: een economisch efficiëntie-
voorbeeld is de warmte die vrijkomt bij het
vraagstuk. In een situatie van schaarste gaat
maken van elektriciteit uit (bio)brandstoffen,
het om een optimale inzet van middelen, een
of nog beter: uit afval. Deze warmte is te ge-
intensief en slim gebruik. Om het concept van
bruiken in een lokaal (stads)warmtenet.
Meervoudig gebruik
zekere zin ook voor ruimte. Meer oppervlakte
Het is efficiënt om een product te hebben dat
kan ontstaan bij bebouwing. In plaats van het
meerdere dingen kan. Het huidige voorbeeld
gebruik van de begane grond, wordt het mo-
van een multifuntional is de SMART-phone. En
gelijk meerdere verdiepingen in te zetten.
ja, hij kan ook bellen.
6. Vraag per woonmilieu bron: ABF/PNH)
2.3 Delen in de stad
Een ruimtelijk voorbeeld van meervoudig gebruik is een ‘solid’, een bestemmingsvrij ge-
2.3.1. Wij willen in de stad wonen
bouw met een ruimeflexibele cascostructuur. Ik gebruik hiervoor de term ‘White Space’.
Er is een wereldwijde trek naar de stad. Ook
Ruimte, die bij oplevering geen functie heeft
in de Amsterdamse regio is er grote behoefte
en die gemakkelijk door de tijd verschillende
om in de stad te wonen. Tweederde van de
functies zou kunnen huisvesten.
woningbehoefte in Amsterdam is naar een stedelijk woonmilieu. Daar komt nog een
Een ander voorbeeld is een plein. Je kan er
kwart bij dat interesse heeft in groenstedelijk
- afhankelijk van het plein- in de zon zitten,
wonen.
volleyballen of op de bus stappen. Een onderzoekje op funda bevestigt dit beeld. 2.2.2. Grotere koek
Mensen in Nederland zijn bereid om net zoveel te betalen voor een 10 keer kleinere
Soms is er nog een andere manier om meer te
woning, als deze in het centrum van Amster-
krijgen en dat is door de hoeveelheid midde-
dam ligt.
len te vergroten die ter beschikking staat. Dit geldt voor hernieuwbare energiebronnen zo-
Iedereen wil tegenwoordig dus in de stad
als zon, wind en getijdenstroming. Het geldt in
wonen. Maar waarom eigenlijk?
7. Wonen in de stad: slapen doe je thuis
19
Woonboerderij
750 m2
Rijtjeshuis
121 m2
Appartement
72 m2
Peize
7.300 m2 grond
Assendelft
40 m2 tuin
Amsterdam
5 m2 balkon
Bungalow
159 m2
Bovenhuis
121 m2
Studio
34 m2
Doetinchem
551 m2 grond
Rijswijk
22 m2 terras
Amsterdam
-
Stedelijk: voorzieningen Landelijk: eigen oppervlak 8. Te koop: ₏ 250.000 (funda, 2014) 20
9. Deeleconomie gaat samen met een nieuwe stedelijke levensttijl: de bakfiets, het park, zelfstandigenwerkplaats, autodelen. 21
10. Extra vierkante meters in de omgeving: voor verschillende functies en voor verschillende schaalniveaus
22
Functie Mix Wonen
Voorziening
Werken
Dominante functie Woon
Werk
Vz
>90% >70% >50% Gemengd 2 functies beiden > 30% ; 1 functie < 20%
Wonen-werken Werken-voorzieningen Voorzieningen-wonen All in al de 3 functiegebiededen > 20% en <50%
23
2.3.2. Voorzieningen 2.0
Appificatie
hun kinderen in het park kunnen vieren en de
De vlucht die deze trend heeft genomen was
eigen verjaardag in het café.
Dit heeft alles te maken met de mogelijkheden
niet mogelijk zonder de nieuwe mogelijk-
die de omgeving kan bieden. In de stad zijn er
heden die de ICT met zijn BIG DATA en via
Het delen zal steeds verder gaan. Nu al heb-
veel mogelijkheden: werk, wonen, winkelen,
mobiele applicaties biedt.
ben jongeren en starters geen eigen auto in de stad. De volgende stap is dat we in Amster-
uitgaan, maar ook onderwijs, zorg, festivals en hippe parken. Het gaat simpel gezegd over
Prikkel
dam ook een deelfietsensysteem krijgen. Door
voorzieningen in de stad, waar je gebruik van
De relatie met intensief en efficiënt gebruik is,
de technologische ontwikkelingen, worden
kunt maken, soms gratis en soms betaald. Zo
dat door het delen het gebruik van bijvoor-
voorheen utopische ideeën ineens controleer-
een omgeving maakt het mogelijk om met de
beeld de bestaande autovoorraad veel hoger
baar, handig en haalbaar.
fiets alles te bereiken: werk, school, bood-
wordt. Dit komt doordat de financiële prikkels
schappen en ontspanning.
zich richten op gebruik. In plaats van het
2.4 Ruimtelijke uitgangspunten
volledige eigendom en de zeggenschap, kiezen 2.3.3. Opkomst deeleconomie
mensen voor het gebruik op momenten. De
De stad kan je opvatten als het fysieke toneel,
zorgen daaromheen besteden zij liever uit. In
het decor waarin de mensen hun leven leiden.
De deeleconomie berust op dezelfde principes
de deeleconomie betaal je voor gebruik, niet
Als die mensen nu graag in een levendige stad
als de bestaande voorzieningen in de stad.
voor bezit. Dit prikkelt tot beperkt, efficiënt en
wonen met veel voorzieningen in een opko-
Het verschil met voorheen is dat particulie-
intensief gebruik.
mende deeleconomie, hoe moeten we dan het toneel inrichten?
re gebruikers zelf ook producent worden of gezamelijk producent en eigenaar worden. De
Gedeelde stad
auto wordt tijdelijk aan de buurman verhuurd
Met het rijke voorzieningenniveau dat in
Ruimtelijke uitgangspunten
(snappcar), het huis afgestaan aan een toerist
Amsterdam aanwezig is en de opkomst van de
Eén ding is nu duidelijk, het voorzieningenni-
(airbnb) en de OV-fiets wordt gebruikt om
deeleconomie, ontstaat een nieuwe stedelijke
veau (of noem het infrastructuur of collectieve
even boodschappen te doen.
levensstijl. Mensen zijn bereid om in appar-
kwaliteiten) is essentieel. Hiervoor heb ik de
tementen te wonen, als zij de verjaardag van 24
Verblijfskwaliteit
volgende ruimtelijke uitgangspunten gedefinieerd: • verbijfskwaliteit • aanpassingsvermogen • dichtheid
Voorzieningenniveau
Met andere woorden: een duurzame stad is
• Nutsvoorzieningen
compact, flexibel en aantrekkelijk.
• Maatschappelijk 2.4.1. Hoogwaardige Verblijfskwaliteit
• infrastructuur • Buitenruimte • Cultureel
In een intensieve stad waar mensen minder
• Groen
voor zichzelf hebben, maar meer mogelijkhe-
• Water
den in de omgeving, is het enorm belangrijk
• Werk
dat die omgeving fijn is om te verblijven en
• OV
om doorheen te bewegen. Verblijfskwaliteit maakt het leven aangenaam, zorgt voor mensen op straat en vermindert stress. Beredeneerd vanuit de behoeften van de mens (piramide van Maslow) kom ik tot 3
Dichtheid 11. Ruimtelijke uitgangspunten duurzame stad
Aanpassingsvermogen
hoofdkenmerken voor de verblijfskwaliteit van de omgeving: 25
26
12.â&#x20AC;&#x201A;Kwaliteit van Leven: Van Maslow naar woonomgeving
13.â&#x20AC;&#x201A;Privacyregulering
GEZOND
• gezondheid • herkenbaarheid • variatie Gezondheid Een gezonde leefomgeving doet recht aan het dier in de mens. De lucht is gezond, het is mogelijk om buiten te ontspannen, de omgeving
HERKENBAAR
nodigt uit tot lopen en fietsen, er is geen overlast van geluid of stank en er is licht en zon. Herkenbaarheid Je thuis voelen, je kunnen oriënteren en weten wat van jou is: dat is herkenbaarheid. Ten eerste gaat herkenbaarheid over de menselijke maat. De omgeving dient qua di-
VARIATIE
mensies zijn afgestemd op de mens. Het moet voor mensen aangenaam zijn om zich in de stad te bevinden. Als de ruimte aangenaam is voor mensen, komen er mensen op de straat en dat vergroot weer de levendigheid en de verblijfskwaliteit. Jan Gehl uit Kopenhagen heeft hier met zijn team meerdere boeken
14. Aantrekkelijke stad
over geschreven. Hij pleit ondermeer voor 27
zachte overgangen tussen privaat en publiek,
natuurlijke en culturele geschiedenis van de
Ontwerpen aan de stad van de toekomst,
voor niet te grote openbare ruimtes, voor een
plek. Het decor van de stad is juist interessant,
betekent ontwerpen aan de stad van vandaag,
beperkte gebouwhoogte, voor het geven van
als je af en toe nog langs oude decorstukken
die de stad van morgen kan worden. Deze
prioriteit aan voetganger en fietser, voor verti-
loopt en je levendig kan voorstellen wat er
stad wordt niet gebouwd, maar deze stad
caliteit als afwisseling in de gevelwand en voor
vroeger - juist op die plek - gebeurde. Door dit
groeit. De transformatie die plaatsvindt is een
voorzieningen in de plint. Dit sluit aan bij het
soort plekken wordt de stad herkenbaar en de
geleidelijk proces.
proefschrift van Van Dorst (2005) over sociale
oriëntatie gemakkelijker. Verbonden, simpel, extra, divers en natuurlijk
duurzaamheid. Van Dorst concludeert dat privacyregulering de oplossing is voor een sociaal
Hiërarchie in de stad draagt ook bij aan de
Het aanpassingsvermogen van een stad is
duurzame stedenbouw. Dit houdt in dat fysiek
herkenbaarheid van de stad en de oriëntatie.
groot als:
duidelijk is bij wie een bepaalde ruimte hoort:
Een straat moet door zijn profiel een indicatie
is het privé, collectief of openbaar. Deze
geven of hij al dan niet langer dan 500 meter
overgangen dienen zorgvuldig ontworpen te
doorloopt.
worden. Hij geeft ook aan dat mensen via verschillende routes een keuze dienen te hebben
• er een grote mate van onderlinge verbondenheid is (netwerken) • er met extra marges wordt gewerkt (over-
2.4.2. Aanpassingsvermogen
of zij anderen tegenkomen of juist vermijden.
capaciteit) • op simpele wijze een onderdeel kan wor-
Ten slotte pleit Van Dorst ervoor dat verkeers-
Aanpassingsvermogen zorgt ervoor dat de
ruimte ook verblijfskwaliteit heeft.
stad nieuwe wensen kan vervullen, passend
• als er diversiteit is (breed portfolio)
reageert op een dynamische omgeving en
• inzetten van natuur
den veranderd
Ten tweede gaat herkenbaarheid over de
nooit stil valt. Het aanpassingsvermogen van
identiteit van plekken, de hiërarchie in de
een stad bepaalt of de stad in de tijd inten-
Robuuste netwerken
stad en het vinden van de weg. Nu komt ook
sief wordt gebruikt. Een stad die zich slecht
De stad als brein. Vele en sterke vertakkingen
het verleden om de hoek kijken. Een stad
aanpast aan veranderende omstandigheden,
zorgen voor een goed werken systeem. Als
wordt interessanter naarmate deze karakter
zal met leegstand te maken krijgen.
er een deel uitvalt, neemt een ander deel dit
heeft. Dit karakter komt veelal voort uit de 28
als vanzelf over. Netwerken zorgen voor de
15.â&#x20AC;&#x201A;Compact voor intensief ruimtegebruik en veranderbaar voor intensief gebruik in de tijd
29
daarvoor noodzakelijke verbondenheid. Dit is
Overcapaciteit
Bij veranderingen op lager schaalniveau is
infrastructuur in een brede zin zoals wegen,
Het hebben van netwerken met wegen die
eenduidigheid ook van belang. In haar promo-
waterwegen, OV-systemen, ICT-netwerken,
problemen op andere wegen (tijdelijk) kunnen
tieonderzoek (2015 te verschijnen) conclu-
ondergrondse infrastructuur en groenstructu-
opvangen is een vorm van overcapaciteit.
deert Nycolaas dat het aanpassingsvermogen
ren. Telkens geldt dat als de infrastructuur een
Overcapaciteit geeft speling. Dat er in Am-
van een eiland in de stadsplattegrond groter
netwerk vormt of tenminste een ring, dat als
sterdam nu jaarlijks 10.000 mensen in de stad
is naarmate het eigendom, de architectoni-
er een verbinding uitvalt, andere dat kunnen
bijkomen, kan alleen omdat er nog ruimte in
sche eenheid, de ontsluitingseenheid en de
overnemen.
de stad onbenut is. Overcapaciteit geldt ook
constructieve eenheid met elkaar overeenko-
op gebouwniveau. Als een gebouw specifiek
men. Een eigenaar van een pand, die daar zelf
Bij een gebied in transformatie is aanlsuiten
maatwerk is voor een bepaalde functie, dan
woont, zijn voordeur aan de straat heeft, de
bij en het versterken van bestaande netwer-
is de kans groot, dat als die functie uit het
constructie in eigen muren heeft opgelost in
ken een goede strategie. Tijdens de transfor-
gebouw trekt, het gebouw ongeschikt is voor
een gebied zonder welstand kan op elk mo-
matieperiode zullen af en toe wegen worden
andere functies. Een hele grote ruimte met
ment beslissen zijn gebouw aan te passen dan
afgesloten. Dan is een alternatieve route
een laag plafond, zal nooit tot woonruimte
wel sloop nieuwbouw te plegen. Het wordt
belangrijk. En het is vaak lastig te voorspellen
worden. Het is daarom verstandig om niet op
bijna onmogelijk om dit te bewerkstelligen
in welk tempo een transformatie plaatsvindt
de minimummaat in te zetten. Dat komt bo-
als de eigenaar onderdeel is van een VvE, die
en wanneer deze stopt. Als de transforma-
vendien de kwaliteit van de ruimte ten goede.
onderdeel is van een groter gebouwd met een
tie nooit de gewenste eindsituatie bereikt,
gezamenlijke ontsluiting en die in een keer
functioneren de netwerken wel aangezien de
Eenduidigheid
gebouwd is met gewapend beton, terwijl het
ingrepen aansluiting vinden bij de bestaande
In 3.1.2 is al aangegeven dat het belangrijk is
in een beschermd stadsgezicht ligt. Het kan
situatie.
te begrijpen hoe bestaande systemen werken
efficiĂŤnt zijn te kiezen voor een gezamenlijke
en wat de gedachte daarachter is. Als een
constructie en ontsluiting. Vanuit het aanpas-
systeem eenduidig is, dan wint het vaak aan
singsvermogen bezien, past daar alleen geen
kracht. Het wordt dan ook herkenbaar voor de
individuele koop bij.
gebruikers. 30
Variëteit
Gebruik aanpassingsvermogen natuurlijk
aanleggen van een stadspark, zorgt ervoor dat
Variëteit is een aanvulling op eenduidigheid.
systeem
er in een stadsdeel voldoende groenrecreatie
Binnen een eenduidige en herkenbare struc-
De natuur reageert vaak adequaat op wisse-
is. Het maakt dan niet uit wat er precies om-
tuur kunnen verschillende identiteiten groei-
lende omstandigheden. Regenwater wordt
heen gebeurt. De kwaliteit is reeds geregeld.
en. New York is daar met zijn simpele grid een
vastgehouden door planten en afgevoerd
Dit vergroot de speelruimte in de omgeving.
goed voorbeeld van. Binnen het blok staan er
via rivieren, bomen en planten zorgen voor
verschillende gebouwen op de kavels. Soms
verkoeling op hete dagen. Deze kwaliteiten
bestaat een blok maar uit één gebouw. Er zijn
kunnen in de stad worden ingezet door natuur
ook meerdere blokken samen genomen tot
onderdeel van het ontwerp te laten zijn.
een nieuw ensemble (Columbia University) en
2.4.3. Compact draagvlak voorzieningen Een compacte stad is een stad waar veel men-
binnen dezelfde structuur is zelfs een enorm
Tijdelijke en verplaatsbare functies
sen in elkaars nabijheid wonen. Dit maakt het
park gemaakt (Central Park).
Bij veranderingen in de omgeving treedt
mogeljk om zaken te delen en is het draagvlak
er altijd vertraging op in de aanpassing van
voor een hoogwaardig en gevarieerd voorzie-
Variëteit zorgt voor aanpassingsvermogen,
de stad. Dat is niet erg. Anders zou de stad
ningenniveau in brede zin. Zelfs het feit dat
omdat het zorgt voor een breed aanbod.
continu veranderen. In deze overgangsfase
het hebben van buren de stookkosten vermin-
Als er in de toekomst een andere behoefte
kan ruimte toch benut worden door tijdelijke
dert is een vorm van intensief gebruik.
ontstaat, dan is de kans groot dat deze kan
en verplaatsbare functies. Een mooi voorbeeld
worden gehuisvest. Denk ook aan Industriële
zijn volkstuinen die in bakken op wieltjes staan
ruimte voor natuur en landschap
gebouwen, die nu als enterntainmentlocatie
of tijdelijke horeca.
Nederland heeft een oppervlakte van 41.500
worden gebruikt, zoals de Westergasfabriek in
miljoen vierkante meter, inclusief de 18%
het Westerpark. Dit geeft de locatie boven-
Hoger schaalniveau
water (wikipedia, 2014) en telt 16,8 miljoen
dien meer karakter.
Ten slotte is interessant vanuit het oogpunt
inwoners. Per persoon heeft Nederland 2.470
van de deeleconomie dat het aanpassingsver-
m2, oftewel 0,25 ha. Dit is eenderde van de
mogen vergroot kan worden door kwaliteiten
grond van de woonboerderij te Peize. Als we
op een hoger schaalniveau te regelen. Het
dit land per persoon zouden opdelen om op te 31
2.4.4. In balans
wonen, dan is er geen ruimte voor water, voor
omgeving te houden. Dan is ruimte voor de
infrastructuur, voor agrarische activiteiten,
natuur een noodzaak. Daarom is het goed als
voor landschap en voor natuur. Als de mens
de mensen het land niet opdelen in gelijke
Onderlinge balans
haar woonomgeving wil behouden is het
stukken, maar zich concentreren in woonge-
De drie ruimtelijke kwaliteiten voor een voor-
nodig een goede balans met haar natuurlijke
bieden.
zieningenstad - verblijfskwaliteit, aanpassings-
Dichtheid
Locatie Aanpassingsvermogen
32
Verblijfskwaliteit
16.â&#x20AC;&#x201A;Ruimtelijke uitgangspunten bepalen het ontwerp in confrontatie met de bestaande locatie
vermogen en dichtheid - hebben onderlinge
In balans met de locatie
relatief. Zij kunnen elkaar versterken. Soms
De vraag komt onvermijdelijk: wat is dan de
werken zij tegen elkaar in. Dan gaat het erom
beste oplossing? Een grid met een bepaalde
De richtlijnen voor de maten in een duurza-
een goede balans te vinden.
maat? Het is een goede vraag. De vraag gaat
me stad dienen soepel te worden toegepast,
2.5.1. Soepel toepassen
echter voorbij aan het eerste deel van dit
aangepast aan de specifieke locatie. Het gaat
Compactheid zorgt voor intensief gebruik van
hoofdstuk: duurzaamheid gaat over een wis-
bij duurzame verstedelijking immers om
de ruimte, flexibiliteit zorgt voor intensief
selwerking tussen nu, straks en later. Daarbij
transformatie van bestaand bebouwd gebied.
gebruik in de tijd. (intensieve stad)
is het verstandig aan te sluiten bij bestaande
De identiteit en het functioneren van het
structuren en kwaliteiten. De gezochte kwali-
bestaande gebied zijn belangrijk. Een stricte
Verblijfskwaliteit vraagt om variatie. Een
teiten dienen dus ten alle tijden ook gewogen
toepassing van richtlijnen zou hier geen recht
compacte stad levert het draagvlak voor een
te worden ten opzichte van de kwaliteiten en
aan doen.
hoogwaardig en gevarieerd voorzieningenni-
het karakter van de bestaande situatie.
veau. (gedeelde stad) Variatie vergroot tevens
2.5.2. dichtheid
het aanpassingsvermogen van de stad.
2.5 Richtlijnen duurzame stad
Verblijfskwaliteit vraagt ook om herkenbaar-
Na een invulling van het begrip duurzaam-
Onderdeel van dit afstudeerproject is een
heid: je thuis voelen, je kunnen oriĂŤnteren
heid, een vertaling naar algemene ruimtelijke
uitgebreid onderzoek naar dichtheid. Een van
en weten wat van jou is. In combinatie met
principes, vertaal ik deze uitgangspunten in
de drie ruimtelijke uitgangspunten voor de
veranderbaarheid ontstaat een goede balans:
deze paragaaf naar meer specifieke ruimtelijke
duurzame stad is compactheid. Het begrip
een stad die groeit. Zij behoudt kwaliteiten uit
richtlijnen. Waar mogelijk en zinnig, vermeld
dichtheid is een objectieve wijze om aan te
verschillende perioden, maar zeker niet alles,
ik daarbij een indicatie van de maat.
geven hoe compact de stad is en wat dit bete-
Onderscheid compact en dichtheid
en voegt daar nieuwe zaken aan toe. (Groei-
kent voor haar verschijningsvorm.
ende stad).
33
bestaand onderzoek
dichtheid. Dit geeft de ontwerper houvast.
Twee basisvariabelen
Meta Berghauser Pont heeft een instrument
Waar kan je aan denken bij een bepaalde
De dichtheid van een stad wordt bepaald
ontwikkeld om de dichtheid van buurten in
dichtheid. Deze bibliotheek is echter complex
door het gedeelte dat bebouwd is en door de
een diagram weer te geven. Dit is een hele
en ongericht. Er is geen route uitgestippeld
hoogte van de bebouwing. Om het dichtheids-
waardevolle poging om aanknopingspunten
om de gewenste dichtheid te bepalen.
diagram leesbaar te maken, heb ik deze basis-
te vinden voor de stadsvorm en de mate van
variabelen uitgezet op de x-as en de y-as. Het
compactheid op basis van een vergelijking met
Naar een nieuw schaalniveau
gaat om het gedeelte van het oppervlak dat
bestaande buurten. Voor deze studie schiet dit
Pont heeft met haar promotie een uitgebreid
bebouwd is (x-as) en om het gemiddeld aantal
instrument op 3 vlakken tekort:
onderzoek gedaan naar de dichtheid van
verdiepingen (y-as). Bij vermenigvuldiging
buurten. Een van haar vragen voor vervolgon-
van deze twee variabelen ontstaat de FSI: de
• opzet van het diagram
derzoek is om de dichtheid van wijken in kaart
floor space index. De FSI geeft de verhouding
• perspectief van de ontwerper
te brengen. Bij dit project gaat het om een
tussen het aanwezige gebouwde vloeropper-
• het schaalniveau
grootschalige stadsontwikkeling. Daarbij gaat
vlak (voor wonen, werken en voorzieningen)
het over de dichtheid van wijken. Hier is nog
en het grondoppervlak van een gebied. Bij
weinig onderzoek naar gedaan.
een FSI van 4 is er in het gebied 4 keer zoveel
Naar een nieuw diagram De opzet van het diagram van Pont komt voort
vloeroppervlak als grondoppervlak.
uit een mathematische manier van vergelij-
nieuwe methode en nieuw schaalniveau
ken. Dit heeft geleid tot een ‘wittejassendi-
Voortbouwend op het werk van Pont, heb ik
FSI-isolijnen
agram’. Het ziet er professioneel uit, maar de
een nieuw diagram ontwikkeld om dichtheid
Vermenigvuldiging van het %bebouwd opper-
gebruikswaarde is beperkt. Alleen voor de
inzichtelijk te maken, deze toegepast op
vlak met de gemiddelde verdiepingshoogte
echte ingewijden krijgt het diagram betekenis.
wijkniveau en daarij een stappenplan voor de
geeft de FSI. Zo ontstaan in het diagram
ontwerper opgesteld.
FSI-isolijnen, die plekken in het diagram met
Naar een stappenplan voor ontwerp
dezelfde FSI verbinden. Des te verder een
Welbeschouwd is het instrument van Pont een
FSI-lijn zich van de oorsprong bevindt, des te
bibliotheek van referenties met gegevens over
hoger de FSI is. Dit is logisch, aangezien het
34
Blauw = hoogbouwcluster: bij knooppunten, en stukje oude Bijlmer. Ook hier geldt hoe dichter bij centrum, hoger% bebouwd. Om de grafiek te interpreteren, ben ik nagegaan welke wijken de verschillende roze driehoeken representeren. Het is opvallend dat de punten die in de grafiek dicht bij elkaar staan, inderdaad een vergelijkbaar type stad en een vergelijkbaar type stedenbouw weergeven.
17. Spacematrix (Pont) die de dichtheid weergeeft voor buurten
In de grafiek heb ik de gevonden categorieën gemarkeerd met kleurvlakken. Een aantal
betekent dat het bebouwingspercentage gro-
waar zich in de stad de verschillende dicht-
hiervan zijn met een foto naast het diagram
ter is en het aantal verdiepingen hoger is.
heden bevinden. Dit verklaart reeds veel. In
weergegeven.
de kaart is het volgende te zien, als de lezer Diagram en kaart
bekend is met de stad Amsterdam:
Er zijn twee manieren waarop ik de dichtheid van de wijk heb weergegeven van de wijken
Buitenlandse voorbeelden De buitenlandse voorbeelden heb ik opgeno-
• Groen = laagbouw => 2 categorieën:
men om te laten zien, dat er plekken op de
in Amsterdam. De ene manier is door deze in
(1) bedrijventerreinen (hoe dichter bij het
wereld zijn met een hogere dichtheid en om
de grafiek weer te geven. De andere manier
centrum, hoger % bebouwd) en
een idee te geven om wat voor soort stad het
is door deze te tekenen op de kaart van Am-
(2) wonen aan randen van de stad, deel
dan gaat. Opgenomen zijn een deel uit New
historisch, deel nieuwbouw
York, Barcelona, Budapest en Napels.
sterdam. De eerste manier geeft een precieze weergave en geeft een duidelijk overzicht van de dichtheden. In de kaart is beter te zien
• Turqoise = woonstad. Hoe dichter bij centrum, hoger % bebouwd. 35
18.â&#x20AC;&#x201A;Twee basisvariabelen
19.â&#x20AC;&#x201A;FSI-isolijn 1. Elke plek op deze lijn heeft een waarde van FSI=1.
Stappenplan voor dichtheid
ad 1, bepaal de FSI-isolijn: Een maximale
ad 2, Bepaal de plek op de FSI-isolijn: Vanuit
Om de dichtheid te bepalen en na te gaan
dichtheid is belangrijk voor de duurzame stad.
de oorsprong naar de isolijn gegaan, kan je
welk type stad te ontwerpen, stel ik de volgen-
Wat deze maximaal is, hangt af van de locatie.
linksaf of rechtsaf. Ga je linksaf richting de
de stappen voor:
De netwerkwaarde en het voorzieningenni-
y-as, dan is er relatief weinig grond bebouwd
veau in de omgeving zijn hierin bepalend.
en zijn de gebouwen hoog. Dit is een keuze
1 Bepaal de FSI-isolijn.
Daarnaast dient rekening gehouden te worden
voor een ruimtelijke en lichte opzet, waarbij
2 Bepaal de plek op de FSI-isolijn
met het klimaat. De buitenlandse referenties
ook meer ruimte voor groen en blauw is.
3 Bepaal de nadere invulling
liggen ongeveer 1.000 km ten zuiden van
Ga je rechtsaf richting de x-as, dan zijn de
Amsterdam. Bij een hoge netwerkwaarde en
gebouwen relatief laag en is er veel bebouwd.
hoog voorzieningenniveau lijkt in Nederland
De voordelen zijn dat deze opzet zorgt voor
een FSI voor een wijk maximaal 2 te zijn.
een hoge beleving van stedelijkheid en een
36
20.â&#x20AC;&#x201A;Dichtheid Wijken Amsterdam op kaart 37
12
Wijken
Wijken
Nieuw
Nieuw Buitenland
10
Buitenland Amsterdam
������������ ���������
Amsterdam
NY
8
BA
6
Knooppunt compact met uitzicht 4
tuinstad
BU
FSI
NA
4,0
blokken
3,0 2
Haven
0
0,10
0,20
2,0 1,5 1,0 0,5
gemengd bedrijven
Dorps
0,30
0,40
0,50
0,60
0,70
% �������
38
21. Dichtheid Wijken Amsterdam in diagram
0,80
0,90
1,0
Buitenland
New York Madison Avenue / 68th
Buitenland Wijken Buitenla Barcelona Cerda grid
Budapest Térez Körút
Nieuw Amsterdam Amsterdam Amsterd Knooppunt Sloterdijk
Compact met uitzicht KNSM
Buitenla Napels Quartieri Spagnoli
Amsterd Tuinstad Slotermeer
Blokken Oud West
Centrum historisch centrum
22. Toelichting onderdelen uit grafiek
39
40
23.â&#x20AC;&#x201A;Buitenlandse voorbeelden van boven, in vogelvlucht en straten in twee richtingen
fijnmazig vertakt stratennetwerk, waar altijd
ad 3, Bepaal de nadere invulling: Ook al is de
In beide gebieden wordt veel aandacht be-
wel mensen te vinden zijn. De keuze voor de
gewenste plek in het diagram bekend, dan is
steed aan het ontwerp en de duurzaamheid
plek op de FSI-lijn hangt samen met de lijn
het type stedenbouw nog nader in te vullen.
van de gebouwen. De appartementencom-
zelf. Bij een FSI voor de wijk van 1, ligt een be-
Gaat het om torens of om blokken? Wat is de
plexen in Orestad zijn gebouwd door toon-
bouwingspercentage van 40% voor de hand.
maaswijdte van het stratennetwerk? Wat is de
aangevende architectenbureaus. Er is veel
Zo ontstaat de gewilde stedelijke kwaliteit
variatie in hoogte?
aandacht voor de overgang tussen privé en
van leven, met voldoende ruimte en licht.
publiek en voor de relatie tussen de bebou-
Bovendien is de bouw en de circulatie voor ge-
Lessen uit Kopenhagen
wing en het landschap. De grote kritiek is dat
bouwen van ongeveer vier verdiepingen zeer
De meest recente grootschalige stadsuitbrei-
Orestad toch geen levendig gebied is gewor-
efficiënt. De fundering hoeft niet zwaar te zijn
dingen in Kopenhagen zijn Orestad (ontwik-
den. De belangrijkste klacht is dat er geen
en er zijn geen liften nodig. Dit is het populai-
keling sinds 2001) en Nordhavn (ontwikkeling
straten zijn. Er zijn wel wegen en fietspaden,
re stedelijk weefsel binnen de ring. Bij een FSI
sinds 2008). De locaties zijn beide zeer gun-
maar geen stratennetwerk door bebouwing
van 2 zou dit bebouwingspercentage te hoog
stig. Orestad ligt als een 5 kilometer lange lob
geflankeerd. Dit leidt ertoe dat het gebied niet
zijn. Het zou bijvoorbeeld betekenen dat de
aan het historische centrum en gaat bijna tot
levendig is. De winkels zijn geconcentreerd in
bebouwing in Oud West twee keer zo hoog
aan het vliegveld. Nordhavn is het havenge-
een grote winkelcomplex, dat geen relatie met
zou worden. Dit gaat ten koste van het licht in
bied dat aan de noordkant van het centrum
de straat heeft: het is een in zichzelf gekeerde
de bebouwing, in de tuinen en in de openbare
grenst. Voor Orestad functioneert een nieuwe
wereld. De lob is eigenlijk te lang en te smal.
ruimte. Bij deze dichtheid is het beter minder
metrolijn - die ook de zee oversteekt naar
Om echt bij de rand van de stad te komen,
te bebouwen en wat hoger te bouwen. Bij
Malmö - als drager voor de lob. Ook voor
moet eerst tot wel 5 km overbrugd worden.
een FSI van 2 is een bebouwingspercentage
Nordhavn wordt een metrolijn ontwikkeld.
Dit is voor de fietser ver.
van 25% gepast met een gemiddelde aantal
Aan de westzijde grenst de lob Orestad aan
verdiepingen van 8.
een natuurgebied met recreatiemogelijkhe-
Voor Nordhavn is daarom gekozen voor een
den. Nordhavn heeft de zee als alom aanwezi-
stedenbouwkundig plan met veel straten.
ge natuurlijke kwalteit.
Kleine blokken zorgen voor een fijnmazig netwerk, dat aantrekkelijk is voor voetganger 41
24. Plan Orestad, Kopenhagen
25. Plan Nordhavn, Kopenhagen
en fietser. De auto heeft geen prioriteit in
bare ruimte in totaal, terwijl het transport per
In Nordhavn is vooralsnog het probleem dat
deze straten. Een meer bebouwd oppervlak
weg lager is. Dit schept de voorwaarden voor
de gedane investeringen in de metro hoog zijn
zorgt voor druk op de openbare ruimte en
verblijf in de openbare ruimte. Het bouwen in
geweest en dat de investeringen geheel die-
voor mensen op straat. De ‘blok’ in plaats
blokken met een vergelijkbare blokhoogte is
nen te worden terugverdiend door de verkoop
van ‘punt’-bebouwing zorgt voor een meer
energetisch efficiënt en bevordert een goed
van de grond. Deze beslissing is genomen voor
gespreide aanwezigheid van mensen in het
klimaat in de openbare ruimte: betere bezon-
het begin van de financiële crisis. In de huidige
gebied. Er zijn dus meer mensen in de open-
ning en windsituatie.
situatie zorgen de hoge grondkosten ervoor
42
26. FSI 2,0: op zoek naar een goede hoogte en breedte 43
24
Openbaar
24
10
+
12
10
FSI = 2
Privé
10
10
72
Semi-collectief
48
10
10
Privé
10
+
12
10
dat er bijna alleen dure appartementen wor-
Voordelen blokken boven torens
terkant de diversiteit aan ervaringen. Bij een
den gerealiseerd. Dit is een interessant milieu
stedelijkheid: Blokken gaan samen met minder
losstaande flat in de openbare ruimte is het
voor de stad als geheel, maar is op zichzelf
openbare ruimte. Er is een hoger percentage
zicht telkens op dezelfde wereld.
geen levendige en gemengde stad.
bebouwd en een deel van de onbebouwde ruimte bevindt zich in het bouwblok. Dit zorgt
energetisch efficiënt: Een bouwblok is ener-
conclusie dichtheid
ervoor dat er mensen in de openbare ruimte
getisch efficiënt ten opzichte van losstaande
Voor de duurzame stad gelden de volgende
zijn en een levendige stedelijkheid ontstaat.
hoogbouw. Het gaat om de volgende voorde-
richtlijnen voor de dichtheid in Amsterdam.
Doordat blokken samengaan met een netwerk
len:
Zoek een ontwikkellocatie op fietsafstand van
van straten, vindt toch een spreiding van
het centrum en met natuurlijke kwaliteiten
mensen plaats over de openbare ruimte. Deze
• fundering relatief zuinig
in de nabijheid. Zet in op een FSI van 2 met
combinatie bevordert het verblijf in de open-
• Gebruik restwarmte van elkaar
een bebouwingspercentage van 25% en een
bare ruimte en is een goede basis voor de
• minder verticale bewegingen
gemiddelde hoogte van 8 verdiepingen en een
voetganger en de fietser. Dit maakt een zachte
• beperkte windeffecten
beperkte variatie in hoogte. Kies daarbij voor
overgang tussen huis en straat mogelijk,
een stedenbouwkundige opzet met bouwblok-
waardoor de stad nog meer aan stedelijkheid
Grootte van de blokken
ken en straten.
en verblijfskwaliteit kan winnen.
Voor de maten van het bouwblok zijn de
2.5.3. Bouwblokken
rustige kant: In een stad met een hoge dicht-
flexibiliteit en dichtheid deels tegenstrijdig.
heid en levendige straten is het ook druk. Voor
Geredeneerd vanuit de:
uitgangspunten vanuit verblijfskwaliteit,
In de vorige paragraaf over dichtheid conclu-
de rust van de inwoners is het wenselijk, als
deer ik dat bouwblokken gewenst zijn in een
mensen in hun privérruimte tot rust kunnen
Verblijfskwaliteit: in de openbare ruimte:
duurzame stadsuitbreiding in Amsterdam. Ik
komen. De binnenkant van een bouwblok
kleine bouwblokken zorgen voor een fijnmazig
zet de voordelen nog eens op een rij.
biedt deze mogelijkheid. Bovendien is hier
en informeel stratennetwerk.
ruimte voor meer informaliteit. Ten slotte vergroot het hebben van een voor- en ach44
27.â&#x20AC;&#x201A;Ervaring binnenkant bouwblok vanaf balkon 45
Integreren en simpel houden
beperk straatbreedte
Bomen zijn je beste vrienden
overgangszone
Faciliteer snelfietser Ruimte voor voetganger
Ruimte voor fiets
Beleef het water
28.â&#x20AC;&#x201A;Principes voor profielen 46
Verticaliteit
rooilijn en rechte straten
flex strook
formeler bij hogere hiĂŤrarchie
Groene daken
OV kan doorrijden
Aanpassingsvermogen: bouwblok liefst tussen
Diepte richtmaat: 66 meter
40 en 60 meter diep (Nycolaas). De simpel-
Voldoende ruimte voor goede buitenruimtes
tussen privé en straat bevordert de ver-
heid van de bouwblokken is belangrijk. De
aan de binnenkant van het blok.
blijfskwaliteit en de rijkheid aan mogelijk-
ervaring leert dat als bouwblokken groter zijn
heden. Er ontstaan in deze zone plekjes
dan 60 meter, de neiging ontstaat om binnen
Lengte richtmaat: 150 meter
het bouwblok te gaan bouwen. Dit zorgt voor
Voor voetganger: afwisseling en mogelijkheid
een meer ingewikkelde ontsluiting en gaat ten
tot verplaatsen.
koste van de simpelheid en het aanpassingsvermogen.
• Overgangszones: een zachte overgang
die mensen zich toe-eigenen. Binnenkant De binnenkant van de blokken is de rustige
Hoogte richtmaat: 24 meter.
kant, de groene kant en de informele kant. In
8 verdiepingen wordt de nieuwe standaard.
de hectiek van de drukke stad is hier de moge-
dichtheid: grotere en hogere blokken hebben
lijkheid om je terug te trekken. Uitganspunten
bij dezelfde FSI een hogere ruimtebeleving en
maximale bebouwingshoogte: 70 meter.
meer licht.
Omhoog fietsen kost veel energie. Wat nog
voor de binnenzijde zijn:
meer energie kost, is de constructie die nodig
• woningen hebben hier een buitenruimte
Conclusie: richtmaat blokken
is voor hoge gebouwen. Gebouwen hoger dan
• woningen op de begane grond hebben
Aangezien voorzieningen de kern zijn van dit
70 meter passen daarom niet in een duurza-
betoog en dichtheid daarvoor essentieel is,
me stad.
meen ik dat bij het maken van een apparte-
een privétuin aan huis • er een collectieve of semi/openbare ruimte is tussen de tuinen in.
mentenstad, er voldoende ruimte moet zijn
Relatie met de straat
aan de binnenkant van het blok voor een
• Entree aan de straat. Dit zorgt voor een
zorgt voor groenbeleving op balkons en
goede buitenruimte met voldoende privacy
levendige straat. Tevens bevordert een
terrassen. Het levert de appartementen
en licht. Ik stel de volgende maten voor als
dergelijke eenduidige oriëntatie de flexibi-
ook privacy op hun buitenruimte.
richtlijn voor het bouwblok:
liteit in de toekomst. • Verticaliteit: Gaat erom dat er in het straatbeeld afwisseling ontstaat.
• er staan bomen in deze middenstrook. Dit
• Kleine kinderen kunnen spelen op de gezamenlijke binnentuin of binnenplaats. Ouderen kunnen hier rustig zitten. 47
29.â&#x20AC;&#x201A;Semi-openbare binnentuin in breed blok, Den Haag 48
30.â&#x20AC;&#x201A;Ruimte voor fietser en voetganger, Jodenbreestraat Amsterdam 49
• Geen gebouwen aan de binnenkant van
2.5.4. Straten en vervoer
het blok. Dat maakt de structuur van de
• Straten: rooilijn is het uitgangspunt; uitzonderingen zijn mogelijk als de locatie
stad meer ingewikkeld en dat gaat ten
(ver)Plaatswaarde
daar aanleiding toe geeft, bijvoorbeeld
koste van het aanpassingsvermogen.
In een duurzame stad woon je in de stad en
vanwege een knik in de straat of een
• Uitzonderingen zijn mogelijk in blokken
slaap je in je huis. De verblijfskwaliteit, de
bepaald uitzicht. Voorwaarde is dat het
die breder zijn dan 60 meter. Voorwaarde
plaatswaarde, in de stad is essentieel, terwijl
bouwblok dan extra (semi)openbare ruim-
voor het gebruik van deze gebouwen is,
het verplaatsen over relatief korte afstanden
te toevoegt aan de stad.
dat het in de tijd een tegengesteld gebruik
ook aantrekkelijk dient te zijn. In de duurzame
heeft van woningen. In de avond en in
stad hebben fiets en voetganger daarom pri-
zachte randen: Voor de verblijfskwaliteit is de
het weekend worden deze gebouwen niet
oriteit. Het netwerk van straten is de ruggen-
relatie tussen gebouw en straat van belang.
gebruikt. Het is wenselijk de buitenruimte
graat van deze levendige stad.
Een rooilijn zorgt ervoor dat de afstand tussen
van deze gebouwen in deze ‘dal-uren’
beide werelden klein is. Dit kan soms te klein
wel te laten gebruiken door de inwoners
Rooilijn en zachte overgangen
zijn, zodat het tegenovergestelde wordt
van het blok. Een voorbeeld is een lagere
Gezien de dichtheid van de stad zijn rooilijnen
bereikt: afsluiting. De gevel wordt dan als
school in een bouwblok. In het weekend
belangrijk. Dit zorgt voor overzicht, duidelijk
een harde scheiding ingezet: een muur met
kunnen de kinderen van het blok spelen
begrensde ruimtes en ruimtebeleving.
geblindeerde ramen. Dit is niet alleen zonde
op het schoolplein. Een tweede voorwaarde is dat de entree van de gebouwen in
voor de levendigheid op straat, maar ook • Primaire stadswegen: rooilijn is heel
voor de gebruikers van het pand. Daarom is
het blok onafhankelijk zijn van de percelen
belangrijk. Verspringen van de gevelwand
het uitgangspunt een dubbele of driedubbe-
aan de randen.
bij hoogbouw vanaf 24 meter hoogte kan
le rooilijn, dicht op elkaar. Een deel van de
bijdragen aan de samenhang met andere
gevel wordt op de ene rooilijn gebouwd, een
delen en de ruimtebeleving.
ander deel op de andere. Denk aan balkons en
• stadsstraten: ook hier is een rooilijn belangrijk, gezien de gewenste dichtheid.
erkers, maar het kan ook gaan om een kleine verhoging of zelfs een voortuin tussen straat en gebouw. Zo ontstaat een zachte over-
50
gangzone tussen de ‘rooilijnen’. Dit geeft de
Voetganger
totale gevelwand plasticiteit en karakter. De
De voetganger is essentieel in de duurzame
overgang kan in de buitenruimte zijn en/of in
stad. De verblijfskwaliteit dient op alle mo-
het gebouw. Bij straten van een hogere hiërar-
menten hoog te zijn. Dit betekent dat de stoep
chie is meer formaliteit gewenst en wordt de
minimaal 4,0 meter breed dient te zijn.
overgangszone minimaal. Deze drukke straten zullen in de plint veel voorzieningen hebben.
Fiets
Een overgangszone is dan veel minder nodig
In de duurzame stad is de fiets het primaire
en kan juist zorgen voor vervelende hoeken en
vervoersmiddel. Met de huidige ICT-ontwik-
nissen, die nergens bij horen.
kelingen en de opkomst van de deeleconomie wordt de deelfiets de standaard. Nu al gebeurt
Rechte straten
dit met de OV-fiets, die tegenwoordig op 4
Gezien de dichtheid hebben rechte straten
plekken in Amsterdam fietsen ‘verhuurt’, waar
de voorkeur. Dit zorgt voor een gevoel van
geen station is, zoals bij Paradiso. In andere
ruimte. Er ontstaan lange zichtlijnen en het
steden, waaronder Lyon, bestaat een systeem
licht dringt beter door. Het overzicht dat zo
van deelfietsen. Bij lidmaatschap, kan je gratis
ontstaat komt ook ten gunste aan de verkeers-
15 minuten gebruik maken van een fiets. En
circulatie en de veiligheid.
als je het combineert met even OV-kaart, kan je altijd gratis een half uur fietsen. Met een
Bomen
half uur ben je bijna altijd op je bestemming.
Bomen maken mensen gelukkig. Ze brengen
Stalling dient gemakkelijk te zijn.
31. Voorbeeld dubbele rooilijn, Laagte Kadijk
straten tot leven. Bovendien zijn de goed voor het fysieke leefklimaat.
De straten zijn het domein van de fietser. Op stadswegen, waar het OV en ook autoverkeer rijdt, heeft de fietser een vrijliggend fietspad. 51
Openbaar Vervoer
2.5.5. routes
In de duurzame stad is het ook wel eens slecht weer. En zijn er ook mensen die niet kunnen
Mobiliteit binnen de stad is belangrijk, aange-
fietsen. Dan is het openbaar vervoer het geëi-
zien de omgeving belangrijker is dan het huis.
gende alternatief. Metro, tram en bus - in deze
De fiets is binnen de ring het aangewezen
volgorde - zijn veel zuiniger en hebben een
middel van vervoer. Mooie en doorgaande
veel hogere vervoerswaarde dan de auto.
routes zijn van belang.
Auto
2.5.6. plekken
De auto heeft geen prioriteit in de stedelijke gebieden. Alle gebouwen zijn wel met de auto
Plekken geven het gebied karakter en her-
te bereiken. Net als met de fiets wordt auto-
kenbaarheid. Bestaande interessante plekken
delen de norm. Het gaat zowel om het delen
dienen geëtaleerd en versterkt te worden. Op
van het eigendom van auto`s als om samen
herkenbare en strategische plekken kan opval-
rijden. Dit betekent dat het aantal auto’s in de
lende architectuur een functie hebben.
stad verder afneemt, terwijl de gebruikswaarde toeneemt.
Ook de openbare ruimte en de straten dienen een verblijfskwaliteit te hebben. Vooral in de
Een auto is handig om naar een plek buiten de
zones tussen de gebouwen en de openbare
stad te gaan, waar het moeilijk of tijdrovend
ruimte ontstaan interessante plekken.
is om met het OV naar toe te gaan. Auto’s bevinden zich aan de rand van de stad nabij de uitvalswegen. Deze plek is goed te bereiken met het OV of de deelfiets. 52
2.6 Conclusie
een FSI van 2 voor een wijk een geschikte dichtheid is voor de duurzame stad. Bij deze
Duurzaam verstedelijken gaat over het inten-
dichtheid zijn bouwblokken het gewenste
sief gebruiken van grondstoffen en ruimte. Bij
stedenbouwkundige type. Ideaaltypisch is
het maken van plannen voor straks, is het van
25% van het oppervlak bebouwd en zijn de
belang de relatie te leggen met de situatie nu
gebouwen gemiddeld 8 verdiepingen hoog.
en de ontwikkelingen later. Transformatie op
Het netwerk van straten dat ontstaat zijn
strategische punten heeft daarom de voorkeur
gericht op de voetganger, de fietser, het OV
boven stadsuitleg. Het is essentieel om de be-
en voorzieningen. Binnen de bouwblokken is
staande systemen te begrijpen, zowel in hun
er ruimte voor bomen en hebben de appar-
functioneren als het idee erachter.
tementen een rustige zijde met voldoende buitenruimte en privacy. Een ideale maat voor
Een efficiĂŤnt gebruik van middelen en ruimte
een Bouwblok 2.0 is 60-72 meter diep, 150
is mogelijk - zelfs aantrekkelijk - in een stad
meter lang en 24 meter hoog. Deze maten zijn
met een hoogwaardig en gevarieerd voorzie-
richtlijnen, geen wetten, en dienen soepel te
ningenniveau. Dit sluit aan bij de opkomst van
worden toegepast.
de deeleconomie en de nieuwe mogelijkheden vanuit de ICT. De ruimtelijke voedings-
Belangrijk is namelijk dat de nieuwe ontwik-
bodem voor een voorzieningenstad met een
kelingen aansluiten bij de bestaande situatie.
intensief gebruik bestaat uit drie componen-
Dit zorgt voor het functioneren van de stad
ten: verblijfskwaliteit, dichtheid en aanpas-
tijdens het transformatieproces, benut het
singsvermogen.
bestaande aanpassingsvermogen en geeft het gebied identiteit en afwisseling.
Bij een nadere bestudering van de dichtheid kom ik voor Amsterdam tot de conclusie dat 53
32.â&#x20AC;&#x201A;Naar een nieuw begrip van Amsterdam
54
3. Amsterdam: ruimtelijk concept Amsterdam staat bekend als vingerstad. Dit is het gevolg van bewuste planning. Het conceptuele kader stamt uit het Algemeen Uitbreidingsplan Amsterdam uit 1934 (AUP). Het is van belang te begrijpen hoe dit model nu in de praktijk werkt, of het de huidige ontwikkelingen aan kan en of het model moet worden herzien. De reflectie geeft aanleiding tot een aantal opgaven op het niveau van de agglomeratie en bepaalt het plangebied als casus voor duurzame verstedelijking.
deelvraag 2 Waar in Amsterdam moet die verstedelijking plaatsvinden? 55
3.1 Het concept
3.1.3. In zijn tijd: ring en radiaal
3.1.1. Vingerstad
Dit concept vindt zijn oorsprong in de tijd dat steden groeiden en de mobiliteit toenam. Er
33.â&#x20AC;&#x201A;Ideaaltype Vingerstad
De vingerstad is herkenbaar vanuit de lucht.
had al stadsuitleg plaatsgevonden in ringen
Het stedelijk gebied prikt buiten haar kern
vanuit het historische centrum. De uitvals-
met lange vingers in het landelijk gebied. De
wegen waren de traditionele wegen naar de
vingers zijn de lobben van de stad. Het land-
volgende stad en vormen de radialen in het
schap daarentegen komt als scheggen tussen
model. Op dat moment reden de treinen
de vingers de stad in. Het oorspronkelijke
alleen nog vanaf de oude stadspoorten in een
idee hierbij in Amsterdam was dat mensen
rechte lijn naar de volgende stad, en dan weer
vanuit de stad in 5 minuten fietsen de stad uit
terug. De ringzone is bij uitstek geschikt voor
kunnen komen en in het landschap kunnen
het infrastructurele netwerk van een hoger
recreĂŤren.
schaalniveau. In het Algemeen Uitbreidingsplan (AUP, 1934) is daar voor het eerst een
3.1.2. Zones
ringspoorlijn ingetekend. Dat was ook nodig. Het systeem liep vast. Het vingerstad model
Er bestaan in dit model 3 zones:
zocht uitdrukkelijk ook de relatie met het landschap vanuit de negatieve ervaringen van
1 het kerngebied 2 een ringzone: waar de vingers op het kerngebied aansluiten en de punten van de scheggen het kerngebied raken 3 een gebied daarbuiten waar landschap en stad elkaar afwisselen. 56
de industriĂŤle revolutie in stedelijke gebieden.
3.1.4. Beperkte theorievorming Het concept van de vingerstad is sterk in haar eenvoud. Tegelijkertijd is het concept onvoldoende uitgewerkt als het gaat om deelsystemen en hoe deze idealiter in deze vingerstad functioneren. Interessante vragen zijn bijvoorbeeld: waar moet de snelweg liggen? hoe gaat de metro? welke ringen zijn er te benoemen? welke modaliteit gaat over welke ring? hoe ga je om met de overgang tussen lob en scheg? wat is de rol van radialen en welke functies hang je hieraan op? wanneer maak je onderscheid tussen het landschap in de scheg en de punt van de scheg? hoe ga je om met subcentra?, wanneer gaat de snelweg ondergrond? welke mate van variĂŤteit breng je aan tussen de lobben en de scheggen? wanneer ga je over van een metrosysteem naar een regionale trein? en hoe ga je om met de opkomst van de elektrische fiets? Een aantal van deze vragen vul ik in dit hoofdstuk in.
34.â&#x20AC;&#x201A;Algemeen Uitbreidingsplan Amsterdam (1934)
57
3.2 De realiteit 3.2.1. Naar zuiden gegroeid In de realiteit is Amsterdam geen model dat puntspiegelbaar is. Het meest opvallend is dat Amsterdam door de jaren heen naar het zuiden in gegroeid. Ik onderscheid de volgende lobben: twee deels vergroeide lobben in het westen, een naar het zuiden, een dubbele lob naar zuidoost, een naar het oosten. Dan is er nog Noord en Zaanstad. Zaanstad grenst niet aan Amsterdam en is in mijn optiek geen lob. Noord is een afwijkende lob, aangezien deze lob niet het landschap in steekt, maar tegen de stad aanligt. Hinterland De reden dat Amsterdam vooral naar het 35.â&#x20AC;&#x201A;Modelmatige weergave agglomeratie Amsterdam, 2010
zuiden groeit, heeft te maken met het economisch achterland. Amsterdam heeft een rijk handelsverleden. Vroeger was het IJ aan de Noordkant van Amsterdam de entree van en naar de rest van de wereld. Tegenwoordig ligt het economisch achterland van Amsterdam
58
in een wijde band in zuidelijke richting, van het zuidwesten tot het oosten. Belangrijk blijft het Ruhrgebied als economisch achterland. De rest van de Randstad, evenals Vlaanderen liggen naar het zuiden. Schiphol is de nieuwe internationale hoofdentree. 3.2.2. Het nieuwe zwaartepunt Met de ontwikkeling naar het zuiden, verschuift het zwaartepunt van Amsterdam ook langzaam naar het zuiden. Waar dit eerst op De Dam lag, verschoof dit naar het Muntplein en in 2025 zal het zwaartepunt van Amsterdam liggen bij het Rijksmuseum. Het zou in de huidige omstandigheden consistent zijn als we station Amsterdam Centraal zouden omdopen in station Amsterdam Noord. 3.2.3. Havens In het model is te zien dat de havens zich bevinden aan de westkant van Amsterdam. De gewone haven bevindt zich aan het Noord36.â&#x20AC;&#x201A;Luchtfoto met huidige situatie
59
60
37.â&#x20AC;&#x201A;Opgave voor 2050. Ontwikkeling naar polycentrisch model.
zeekanaal. De luchthaven bevindt zich in het zuidwesten. 3.2.4. Gebruik het model Het model helpt om het systeem van Amsterdam te begrijpen. Het geeft ook in een oogopslag weer hoe het functioneert. Zo is duidelijk dat het vanuit het centrum niet mogelijk is om in 5 minuten naar het landschap te fietsen, zoals de oorspronkelijke doelstelling. Het model kan helpen om te bepalen waar te ontwikkelen.
3.3 Polycentrisch Amsterdam 3.3.1. De sprong maken Meerdere centra Zoals bij elke toerist bekend is het centrum van Amsterdam het historische centrum van Amsterdam. Een inwoner van Amsterdam weet dat er ook andere centra zijn: wat te denken van het internationale zakencentrum
38.â&#x20AC;&#x201A;van historisch gegroeide concentrische stad met infrazone en lob
39.â&#x20AC;&#x201A;naar een integraal model met knopen als verbindende subcentra
op de Zuidas. Maar ook rondom station 61
-
-
te
p ro
fi e te re n
al
va
n
I nv e st e r
ing
en
n
es
ta
ontstaat een eigen identiteit. Dan zijn er nog
B e n u tte n va n
I n g re p e n
be
st
aa
nde
ng
ook
vo
or
b
en
het centrum van Osdorp, Amstelveen en het
Relatie met bestaande situatie
centrumgebied Amsterdam Noord.
• Gebruik bestaande voorzieningen (cen-
Mentale sprong
• investeringen ook ten goede aan bestaan-
vo o rzie ni
trum) en infrastructuur Het vergt een mentale sprong om het gebied
3.4 Knopen tellen
an
de
sit u a
tie
aa
rv
3.3.2. Relaties in de tijd
o re
voo r(t
Amstel, Sloterdijk, Bijlmer-Arena en Schiphol
n h ale n o m n u
tten )ze
de situatie
Zes Bezien vanuit de agglomeratie zijn er zes grote infrastructurele knoppunten: Amsterdam Centraal, Sloterdijk, Zuid, Schiphol, Amstel en Bijlmer-ArenA.
binnen de ring niet te zien als een verlenging van het historisch centrum. Dit stedelijk
Relatie met verre toekomst
Vier
gebied binnen de ring wordt omgeven door in-
• Mogelijkheden voor ontwikkelingen in
In de duurzame stad is de fiets het belangrijk-
frastructurele knooppunten. Deze knooppun-
lobben en rond OV-knopen in bestaande
ste vervoermiddel en staat het gebruik van
ten hebben de potentie om door de groeien
satellieten.
voorzieningen hoog in het vaandel. Daarom is de ringzone het meest geschikt. Hier vindt
tot knopen, krachtige subcentra. 3.3.3. relaties duurzame stad Sprong over de ring
bovendien de grootste toegevoegde waarde plaats voor de bestaande stad: het verbinden
De subcentra zijn stedelijke gebieden met een
Verblijfskwaliteit
van kern en lob. Over blijven: Sloterdijk, Zuid,
hoge bereikbaarheid en een hoge dichtheid.
Hier dient rond knooppunten op geïnvesteerd
Amstel, Centraal.
Deze knopen hebben de potentie om de brug
te worden.
te slaan tussen het historisch concentrisch gegroeide deel binnen de ring en de lobben
Dichtheid
die volgen na een infrastructurele zone.
Hoge dichtheid kan vanwege bereikbaarheid. Aanpassingsvermogen Versterken van stedelijke netwerken die door nationale infrastructuur zijn doorsneden.
62
Twee
afleggen. Hiervoor is het behulpzaam om
lekker doorrijden om Amsterdam heen. Dit
Met de komst van de Noordzuidlijn is de
zogenaamde fietssnelwegen aan te leggen.
verhoogt ook de overlast in de stad.
Noord (Centraal, IJoevers) en Zuid al een
voetganger
Tegelijkertijd is de eerste snelwegring (A10)
aardig eind op gang gekomen. Het is interes-
Het is mooi dat mensen alles op de fiets willen
onverminderd populair bij particulieren en
santer te kijken naar Sloterdijk en Amstel.
doen. Steeds vaker gaat dit in de stedelijke
bedrijven. Het maakt Amsterdam bereikbaar
hectiek ten koste van voetgangers. In de cen-
voor als je niet in je eigen stadsdeel moet zijn.
Eén
tra dient de voetganger prioriteit te hebben
Het autoverkeer binnen de ring is moeizaam,
Sloterdijk is onderwerp van deze studie.
boven de fietser.
maar de ring biedt een goed alternatief.
aanwezigheid van de haven en de hoeveelheid
Nieuwe metrolijnen
Een laatste trend is de voortgaande ondertun-
aan grootschalige infrastructuur. De relatie
De komst van de Noordzuidlijn bestendigt de
neling van drukke wegen. Denk aan de Zuidas,
tussen Nieuw-West, het station en Noord is
relatie tussen Amsterdam Centraal en Amster-
de Gaasperdammertunnel en ook aan de tun-
afwezig. Bovendien ontstaan kansen door het
dam Zuid. Ook ontstaat een metroverbinding
nels bij Centraal Station en bij de Houthavens.
langzaam westwaarts kruipen van de haven,
met de lob Noord. De eerst volgende stap is
de aanleg van de Coentunnel en de Westrand-
het vervolmaken van de kleine ring.
planvorming en ontwikkeling van de knopen
Hier zijn de problemen het grootst door de
weg. Als het op deze locatie kan, dan kan het overal.
3.5 Inspelen op ontwikkelingen
Stadsparken Het gebruik van stadsparken neemt nog altijd
Auto’s rondom
toe. De parken binnen de ring zijn enorm po-
Er zijn in de afgelopen decennia investeringen
pulair. Zelfs mijn overbuurman met een grote
gedaan in de autobereikbaarheid van Amster-
tuin viert de verjaardag van zijn kinderen in
dam. Met de komst van de Tweede Coentun-
het park. Het groen buiten de ring is minder
Opkomst fietser
nel en de Westrandweg is de tweede autoring
in trek.
De fietser is koning in Amsterdam. Met de
een feit. Auto’s die niet in Amsterdam hoeven
opkomst van de elektrische fiets kan de fietser
te zijn of daarvandaan komen, kunnen nu
ook steeds grotere afstanden in de regio 63
Concept
Huidig
Volgende stap
Uiteindelijk
64
40.â&#x20AC;&#x201A;Voorbeeld van gebruiken van model om stappen te bepalen: metrosysteem
Stadspark
Tweede ring: om Amsterdam heen
Snelfietser
Voet & fiets
41.â&#x20AC;&#x201A;Voorbeelden van wenselijke deelsystemen
65
Regio
Concept
Bewoonde wereld
66
Infrastructuur
Voorstel
Infrastructuur
Voorstel
Sloterdijk
Noordwest Aâ&#x20AC;&#x2122;dam
Bewoonde wereld
67
68
4. Gebied 4.1 De eerste
Dit project is niet het eerste dat interesse in dit gebied toont of met ontwerpvoorstellen komt. Zeer recentelijk zijn er nog een paar
4.1.1. Pionier
boekjes over gepubliceerd. Een boekje van MUST en het boek “Tussen Haarlemmer-
Het gebied heeft een mooie historie van pio-
poort en Halfweg” van Abrahamse, Kosian en
nieren. Het begon met de boeren, die het land
Smits. Beide boeken geven een mooi beeld
gingen bewonen. Als doorgangsgebied tussen
van de geschiedenis van het gebied. Voor als
Amsterdam en Haarlem was en is het goed ge-
u meer interesse heeft in de achtergrond.
bruikt. Het gebied is hier altijd een voorloper
Bij de Academie van Amsterdam zijn er ook
in Nederland geweest.
afstudeerprojecten geweest over het gebied tussen Halfweg en het Haarlemmerplein, over
• eerste trein
de stationsomgeving Sloterdijk en over het
• eerste trekvaart
gebied bij de Minervahaven en het Houtveem-
• eerste tram
kanaal.
Nog steeds is het gebied druk in gebruik. Het
4.2 Het gebied vertelt
drukste stuk spoor met de meeste reizigers in Nederland is dat tussen Amsterdam Centraal
Als jet het weet, kan je veel zien. Er zijn nog
en Amsterdam Sloterdijk.
genoeg plekken in het gebied die verraden wat er in het verleden is gebeurt.
4.1.2. Niet de eerste 69
De Dijk
De Trekvaart
Vanaf 1253 was de zeedijk gereed. Boeren
De Trekvaart was in gebruik tussen 1631
groeven slootjes landinwaarts, haaks op de
en 1878. In 1650 had de trekvaart 150.000
dijk. Zo claimden zij nieuw land en regelden zij
reizigers per jaar. Naast de trekvaart aan de
de ontwatering. Ook de slootjes zijn nog terug
zuidkant was het trekpad, en de wagenweg.
te vinden.
Na een schreisloot volgde hier en daar een huis. Er werden landhuizen aan de trekvaart aangelegd.
70
71
42.â&#x20AC;&#x201A;Zicht op plangebied naar het oosten 72
73
43.â&#x20AC;&#x201A;OriĂŤntatie en plekken
75
Van Eesteren Zoals in hoofdstuk 3 beschreven is, heeft Van Eesteren zijn stempel op de ontwikkeling van de stad gedrukt. Dat is zeker het geval voor Nieuw-West, de infrastructuur in de ringzone en de aanleg van de haven. Interessant is dat in de plannen van Van Eesteren bebouwing was voorzien nabij het station. Zelfs aan de andere kant van de huidige locatie van de spoorweg naar Haarlem, die hier als stippellijn is ingetekend. Toen liep de trein nog helemaal langs de vaart. Niet alles van dit plan is dus uitgevoerd. Ook de havenbekkens zijn anders, de verkeersweg aan de noordkant van het spoor is langs de vaart blijven liggen en ook de trein naar Haarlem is deels naast de Haarlemmervaart blijven liggen.
Afbeelding 1.窶ザitsnede AUP Noordwest (1934) 76
Luchtfoto Overbrakerpolder voor de aanleg van de Hemspoorlijn (Zaanlijn). Groene lijn is oude treindijk, die nu als fietsroute in gebruik is.
77
De Trein
De Haven
Het gebied moet een fantastische speeltuin
Het havengebied is geplempt in het water en
zijn voor mensen die met treintjes spelen. Het
betekende een kanalisering van het IJ.
gebied kent een rijke historie aan treinlijnen, stations, een treinbrug naar Zaanstad, later vervangen door de Hemtunnel, treinkruisingen en flyovers. Tel daarbij nog op dat er een omnibus reed, evenals trams. De huidige situatie wordt uitgebreid besproken in het volgende hoofdstuk.
De Snelweg Het eerste deel van de snelweg van Amsterdam is het stuk snelwegring in het plangebied, vanaf het huidige Bos-en Lommerplein tot en met de Coentunnel (1966). In 2014 werden de tweede Coentunnel en de Westrandweg - een onNederlandse snelweg. 78
79
Transformatie Noordelijke IJ-oevers richting Zaanstad
bereikbaarheid in Ringzone
WRW haalt druk van N200 Haven kruipt westwaarts overlast neemt af
hoog voorzieningenniveau
Bedrijventerrein aftands Leegstand in stationsgebied 80
44.â&#x20AC;&#x201A;In Sloterdijk komt alles samen
4.3 Duurzaamheid gebied In hoofdstuk 3 is betoogd dat het duurzaam is om in deze locatie te investeren. Het voorzieningenniveau in de buurt is hoog, de bereikbaarheid is hoog en de kwaliteit van de plek heeft een flinke zet nodig. Aangezien de netwerken van infrastructuur in dit gebied zo dominant aanwezig zijn, zijn deze beschreven in hoofdstuk 5. Het komt er kort op neer dat het huidige stedelijke netwerk op dit moment slecht is, doordat deze door grootschalige infrastructuur wordt onderbroken. Er is veel leegstand en de collectieve kwaliteiten van het groen en blauw zijn onderbenut. De Haarlemmervaart is voor fiets en voetgangers moeilijk te beleven. Het groen bestaat grotendeels uit ontoegankelijke en extensief gebruikte volkstuinen en voetbalvelden. De
45.â&#x20AC;&#x201A;Leegstand in stationsomgeving
haven is afgesneden door een spoorlijn en
Als het gaat om energie, dan is het gebied
koeling met water uit het IJ (gebeurt in
heeft nu geen verblijfskwaliteit door de inrich-
interessant. Het is gemakkelijk aan te sluiten
Houthavens) en er zijn mogelijkheden tot het
ting van de openbare ruimte.
op stadswarmte. Er zijn mogelijkheden tot
gebruik van restwarmte uit de havens. 81
46.â&#x20AC;&#x201A;Werkschets met belangrijkste opgaven
82
4.4 Conclusie: opgaven Op basis van de theorie, mijn visie op de stad als geheel en de kennis van het gebied, kom ik tot de volgende ontwerpopgaven. 1 Verdichten ringzone 2 verbinden met bestaande stad (zuidkant en oostkant) 3 Vergroten Westerpark 4 Haarlemmervaart als drager 5 Kwaliteit water in gebied brengen 6 Verstedelijken naar station
83
84
5. Ringfra Alternatieven Iedereen wil wonen binnen de ring. De ring wordt gedefinieerd door de daar aanwezige grootschalige wegen voor schepen, treinen en autoâ&#x20AC;&#x2122;s. Deze ringfra leidt in het plangebied tot enorm veel beperkingen in de huidige situatie. Naast gebrek aan doorgang, geluidsoverlast en kruip-doorsluip-door-routes, leidt dit ertoe dat het gebied een blinde vlek in de stad is. En dat is zonde, want het Westerpark en de haven hebben in potentie een wereld te bieden! De vraag rijst: Zijn er mogelijkheden om de zone binnen de ring op te rekken? Dit hoofdstuk gaat in op de bestaande ringfrastructuren, hun barrièrewerking en manieren om daarmee om te gaan. Dit leidt tot opties en alternatieven. In het gebied bevinden zich de volgende ringfra: het IJ, Haarlemlijn, Zaanlijn, Schiphollijn, Westpoortlijn, snelweg A-10, Westrandweg (A5) en de N200.
deelvraag 4: Wat zijn grote investeringen bij duurzaam verstedelijken? 85
Westpoortlijn
IJ
Schiphollijn WRW (A5) Zaanlijn Haarlemlijn
Haarlemlijn Haarlemmertrekvaart
Haarlemmertrekvaart N200
Centraal Schiphollijn 46.â&#x20AC;&#x201A;Ringfra huidige situatie 86
A10
5.1 Ringfratheorie
verborgen kwaliteiten op lokaal niveau. Denk
(+1). Binnen de snelwegring kan de metro dan
daarbij aan:
ondergronds (-1). De trein takt minder vaak
Grootschalige netwerken
aan en kan daarom weer onder de snelweg
De infrastructuur binnen de ringlijn is on-
• Nieuwe routes: fietspad op oude spoordijk
derdeel van grootschalige, veelal nationale
• room dividers: dijken in Westerpark
netwerken. Het gaat om lange lijnen. Ook
• ecologische structuur: spoordijken, water-
het IJ als grote waterweg is onderdeel van de
wegen
(-2). Dit in een theoretische situatie. Verlijmd mikado (in praktijk) In de praktijk ligt de trein in de ringzone op
ringzone.
• uitzichtlijnen: over Haarlemmervaart
Lokale barrières
leder zijn niveau (in theorie)
voor overlast in de omgeving. Erger: waar ze
Nadeel van grootschalige infra is dat zij vaak
Vanaf de tekentafel geredeneerd is het logisch
elkaar tegenkomen gaan in het plangebied
lokaal barrières vormen. Soms alleen voor het
als elke vorm van grootschalige infrastructuur
de trein en de metro onder de snelweg door
zicht, maar vaak omdat ze de doorgang on-
een eigen niveau krijgt. Dan conflicteren die
en daarmee over maaiveld. Dit zijn de echt
mogelijk, onhandig of onprettig maken. Lokale
niet met het verkeer en het leven op maai-
problematische plekken, die open snijwonden
netwerken worden doorsneden. Bovendien
veld. Door ze zo los te koppelen, ontstaat
in het stedelijk netwerk trekken. Op andere
zorgt grootschalige infrastructuur vaak voor
een heldere situatie en hinderen ze ook
plekken gaat de infra hoger de lucht in naar
overlast vanwege geluid en fijnstof. Stedelijke
elkaar niet. Voor de ringzone ligt theoretisch
niveau +2 (+/-10 m). Dat is minder nadelig.
activiteiten zijn bij snelwegen en treinlijnen
de volgende indeling voor de hand, als geld
Het geheel van ringfra is als een verlijmd mika-
daarom minder aantrekkelijk of wettelijk
niet leidend is. Het maaiveld (+0) is voor het
dospel: als je één stokje wil bewegen, dan
onmogelijk.
dagelijkse verkeer van voetganger, fietser
ziet die vast aan iets anders of ligt daar al een
niveau +1 (op ongeveer +5m.), de snelweg op niveau +1 en de metro op niveau+1! Dit zorgt
en stadsvervoer. De snelweg en de metro
ander stokje. Toch ben ik op zoek gegaan naar
Verborgen kwaliteiten
liggen hier relatief dicht bij, vanwege de vele
mogelijkheden.
Het is niet alleen maar kommer en kwel. De
aftakkingen naar het maaiveld. Aangezien de
gootschalige infralijnen hebben een aantal
snelweg voor meer overlast zorgt, hoort deze onder de grond (-1) de de metro bovengronds 87
Hemtunnel
WRW
Haarlem Halfweg
47.â&#x20AC;&#x201A;Huidige situatie trein en Snelweg tussen Amsterdam Centraal en Halfweg in maquette 88
Coentunnel
Westpoort
Amsterdam Sloterdijk
Amsterdam Centraal Schiphollijn
A10 West 89
48.â&#x20AC;&#x201A;Huidige situatie naar het zuiden: het bedrijventerrein Sloterdijk 1 is verkleefd met de A10. De verbinding met de rest van de stad is afwezig. 90
49.â&#x20AC;&#x201A;Huidige situatie naar het oosten. Het station Sloterdijk is niet eenduidig: veel pleinen, veel ingangen, veel open ruimte, stad op afstand. 91
50.â&#x20AC;&#x201A;Huidige barrières voor straten en vanuit stratennetwerk onbereikbare gebieden 92
51.â&#x20AC;&#x201A;Huidig stratennetwerk met type en kwaliteit kruising grootschalige infrastructuur 93
5.2 Ringfra ontleed 5.2.1. Primaire kering Ligging De primaire waterkering ligt grotendeels in een rechte lijn in oost-west richting, 400 meter ten noorden van de Haarlemmervaart. Aan de oostkant vervult de oude Spaarndammerdijk deze functie.
52. Fietspad op de dijk verder naar westen
Type barrière • fysieke blokkade: ten eerste voor het water natuurlijk. Maar aangezien er deels een trein op rijdt, is het ook een blokkade voor al het verkeer. Waar geen trein rijdt, is het mogelijk de dijk over te steken. • zichtbarrière: de dijk heeft een hoogte van
Primaire kering
rond de +2,5 meter NAP. Waar in combinatie met trein kan dit oplopen tot +6. Verborgen kwaliteiten • een deel functioneert als fietspad • het is een groene drager • beschutting tegen haven en industrie 94
54. Dijken en peilhoogtes watersystemen
53. Hier is de dijk niet oversteekbaar
valdeur
lus met helling
Type oplossingen voor doorgang water: • Bewegende delen, die in nood gesloten kunnen worden. Voorbeelden zijn de sluis bij de Singelgracht, valdeur bij het fietserstunneltje ter hoogte van de Kabelweg en de sluisdeuren in de tunnel voor de Noordzuidlijn. In Hamburg is er meer erva-
55. Oorspronkelijke Spaardammerdijk
57. oplossingen: valdeur & lus met helling
ring. Hier zijn wel 50 bewegende delen. voor doorgang weg: • Hellingbaan/dijkverlegging voor doorgang weg: een lus op hoogte aan de dijk leggen met een hellingbaan tot een ‘gat’ in de dijk. Dit gebeurt bij de Contactweg en de Seineweg. • tunnel met molshoop: als een tunnel buiten de kering boven de dijkhoogte opent, komt er ook geen water door. • loskoppelen van treinlijn: dan onstaat oversteekbaarheid.
56. Hoogtes land. Donkerblauw: historisch deel Overbrakerpolder uit 12e eeuw
95
5.2.2. Haarlemmertrekvaart De vaart is er nog wel, maar functioneert niet als waterverbinding. Door de lage bruggen is doorvaart op dit moment niet mogelijk. Hier is in 2014 een studie naar gedaan door Roy Berents, namens de DRO Amsterdam. Ligging Haarlemmertrekvaart. Vanaf Haarlemmerplein in een rechte lijn naar het westen, richting Haarlem. Type barrière • Oversteekbaarheid • Doorvaarbaarheid Verborgen kwaliteiten • Watercirculatie • Ecologische waarde
58. Alleen in het gedeelte vlakbij het Haarlemmerplein kan de fietser het water beleven
• Zichtlijnen over het water
Type oplossingen
• Verkoeling op hete dagen
• Hoge bruggen: er zijn bruggen over de
5.2.3. Provinciale weg N200
vaart, deze zijn vaak niet hoog genoeg om
Ligging
onderdoor te varen
• Parallel aan de zuidkant van de Haarlemmervaart.
96
59. Huidige situatie Haarlemmerweg als provinciale weg, buiten de ring, kijkend naar het oosten met de treinviaducten in zicht Type barrière
Verborgen kwaliteit
woningbouw mogelijk langs de weg, bij
• oversteekbaarheid
• historische route tussen Amsterdam en
gelijkblijvende geluidsbelasting.
• overlast: vanwege het ontbreken van schermen of stedelijke wanden, is het geluid dominant aanwezig. Dit gaat ten koste van de recreatieve waarde van de Brettenzone.
Haarlem met een aantal interessante bouwwerken als molens en het Parkrand-
• herinrichten en ophogen:vergroten verblijfskwaliteit en beleving.
gebouw van MVRDV. • secundaire waterkering (aan ophoging toe)
• juridisch: Aangezien deze weg de status van ‘provinciale weg’ heeft, mogen er
Mogelijke oplossingen
geen woningen aan de weg worden
• juridische status van provinciale weg
gebouwd.
veranderen naar stedelijke weg. Dan is 97
5.2.4. Snelwegen Ligging A10 West en Westrandweg (WRW, A5), vanaf de Coentunnel naar het zuiden (A10) en het westen (WRW). De WRW slingert gracieus op palen door het gebied en gaat deels over de A10 heen. Type barrière • overlast: geluid en fijnstof • doorgang: veelal op een dijk gebouwd. Geen doorgang tussen de Nieuwe Hemweg en de Transformatorweg. • sociale veiligheid: ten zuiden van de Haarlemmerweg daalt de A10 richting maaiveld. Dit heeft een aantal hele donkere tunneltjes als gevolg.
60. Huidige situatie snelweg en afslagen Type oplossingen • snelweg ondergronds: gebeurt ondermeer
Verborgen kwaliteit • ontlasting verkeer binnen de ring. De ringweg is het beste alternatief om met de
98
• consistentie: de A10 West gaat in merkwaardige golfbewegingen tussen maaiveld
bij A10 Zuid en bij Gaasperdam. Lost alle
en +6 meter hoogte. Daarbij maken afrit-
barrières op.
ten de tegenovergestelde golfbeweging. Er
• overkapping: maaiveld over snelweg
auto van de ene naar de andere kant van
heen, zoals de Leidsche Rijntunnel. Gaat
de stad te gaan!
ook overlast tegen.
ontstaan vervelende tunnels. • op palen: dit maakt doorgang mogelijk. De ruimte onder de weg kan worden benut.
weg kan bij Sloterdijk in een tunnel komen te liggen. De afrit bij de Haarlemmerweg vervalt. locatie Ring west: tussen afrit Transformatorweg en afrit Bos en Lommerweg. winst • Goede oost/west-verbindingen tussen stationsgebied en 19e eeuwse stad. • goede oost/westverbindingen tussen Nieuw-West en West. • Woningbouw mogelijk in strook langs de tunnel. • wegnemen geluidsoverlast • doortrekken Admiraal de Ruijterweg tot
61. Alternatief A10 ondergrond
aan station.
Een mooi voorbeeld hiervan is het project
Dok is daar een goed voorbeeld van. Zou dit
A8erna bij Zaanstad.
ook voor Sloterdijk moeten?
beperkingen en kosten • De snelweg moet door de primaire kering
5.2.5. A10 1,5 km ondergrond
De ringweg is een belangrijke barrière tussen
heen. Maatregelen om dit op te lossen,
het station en de stad. Door het geluid en het
gaan ten koste van de oost/west-relatie
Er wordt geïnvesteerd in het ondertunnelen
fijnstof maakt dit - in combinatie met de nabij-
van snel- en grote wegen rondom knooppun-
heid van de haven - nieuwbouw van woningen
ten en bestaand stedelijk gebied. Het Zuidas
in de directe omgeving onmogelijk. De ring-
ten noorden van het station. • Er is in dit deel zeer weinig ruimte om de weg tijdelijk te verleggen. Dit betekent dat 99
dit technisch meer ingewikkeld zal worden
het station en de bestaande stad binnen de
en tijdens de aanleg een verkeersknelpunt
ring. Gezien de kosten van de ingreep en het
zal vormen.
feit dat de weg onlangs is opgeknapt, ligt dit
• de weg is onlangs vernieuwd aangelegd met hoge geluidschermen in samenhang met de komst van de Westrandweg. • De oost/west-verbindingen nabij de Bos- en Lommerweg blijven afgesneden, vanwege de afrit met Bos & Lommerweg die van - 5 meter naar +5 m. gaat. Tenzij ook deze oprit vervalt. • geschatte kosten op basis van referenties: 1,1 miljard Referenties Zuidas: 12 rijstroken ondergronds over 1,1 km. Geraamd op 1,4 miljard. Gaasperdam: Conclusie De ingreep gaat over een lengte van meer dan 1,5 kilometer, maar effectief zal de barrièrewerking maar voor 1 kilometer zijn opgeheven. De grote winst is de relatie tussen 100
alternatief niet voor de hand.
62.â&#x20AC;&#x201A;Huidige situatie: Snelwegen en doorgaande stadswegen Amsterdam met nieuwe tunnels en wegverbredingen in ontwikkeling
101
Westpoortlijn
Schiphollijn
Sloterdijk Haarlemlijn
Rangeerterrein Zaanlijn Haarlemlijn
Hemboog
Centraal Schiphollijn
63.â&#x20AC;&#x201A;Huidige treinlijnen 102
5.2.6. Spoorwegen
lentreinen naar Duitsland. Het knelpunt is dat de trein door een ‘kuil’ moet rijden: op
Ligging
relatief korte afstand (1.300 meter) rijdt
De ligging van de treinlijnen is duidelijk te zien
de trein op hoogte om over de Transfor-
op het kaartje.
matorweg en waterkering te gaan aan de ene kant en over de Singelgracht aan de
• Haarlemlijn: tussen Centraal en Haarlem
andere kant. Daartussen kruist de goede-
• Zaanlijn: tussen Centraal en Zaanstad
renlijn de Zaanlijn en gaat daar onderdoor.
• Schiphollijn: tussen Schiphol, langs ring
• De goederentreinen hebben last van de
64. Transformatorweg onder treinsporen • Toename goederenvervoer: ook het goederenvervoer met de trein neemt toe. De
West en dan met een boog naar Amster-
gelijkvloerse kruising met het wegverkeer
spoorwegovergang naast de ringweg A10
dam Centraal
bij de afrit van de A10. Dit zorgt voor
komt daardoor onder druk te staan.
• Westpoortlijn: tussen Amsterdam Cen-
oponthoud. Oplossingen en kansen
traal, over de Hemweg naar Westpoort Verborgen kwaliteit Type barrière
Onderdeel ecologische structuur
• doorgang: waar op dijk en vooral bij krui-
• vlak de ‘kuil’ uit over een grotere afstand en haal een “bult” uit het parcours. Zie het zo: de trein rijdt op 2 plekken op maaiveld
sing spoorbanen of kruising met snelweg,
Ontwikkelingen
en gaat daarna opmoog. Maak tussen die
want dan spoor op maaiveld.
• Programma Hoogfrequent Spoorvervoer.
2 plekken een vlakke kuil in plaats van een
• overlast: met name geluid Andere problemen • De treinen op de goederenlijn hebben
Landelijk programma om per uur over
bult, zodat de trein al de juiste richting
belangrijke lijnen 6 intercities en 6 langza-
heeft. Dat is ook veel prettiger voor de
mere treinen te laten rijden. • Dit leidt onderdeer tot meer behoefte aan
stad. • verlagen en/of verhogen van spoorwegen
moeite met de huidige hoogteverschillen
opstelcapaciteit aan . Dit wordt gezocht
op consistente wijze (vergelijkbaar als bij
in het traject. Op dit traject rijden de
aan het einde van de Westpoortlijn.
snelweg). Zie alternativen hierna)
zwaarste treinen van Nederland, de ko103
104
65.â&#x20AC;&#x201A;Treinproblemen op maaiveld: kruisingen en zones
67. Alternatief A: Haarlem- en Zaanlijn onder grond en flip treinkruising
66. Alternatief B: Schiphol- en Westpoortlijn onder grond
68. Combi A: met schiphol- en westpoort op niveau
69. Combi B: met kleiner stuk alternatief A.
105
5.2.7. Haarlem en Zaanlijn ondergrond
• trein tracé van huidig spooremplacement tot aan de ring A10, deels gesplitst; totale
De truc is het omdraaien van de treinkrui-
Rotterdam: 2 km
Zaanlijn onderlangs laten kruisen in plaats van
winst
bovenlangs -. Dan kan de Haarlemlijn in een
• Overzichtelijk station Sloterdijk
tunnel door tot en met het station Sloterdijk.
• Station Sloterdijk direct aan het Wester-
km. Bovenop komt een groen dek met een fietsroute tot aan het station. Dit dekt ligt op 2,5 meter hoogte, zodat de lijn als waterkering in stand blijft.
park
en de goederenlijn blijven in de nieuwe situatie vanaf het Centraal Station hoog rijden he-
Schiphol: 5 km (op gebouwd) Rijswijk: 550 meter (op gebouwd)
• Westerpark als verbinder tussen bestaande en nieuwe stad • Schiphollijn en havenlijn omhoog, zodat
Station Bijlmer-Arena inclusief spoorverhoging: 300 miljoen
doorgang mogelijk wordt. • Noordzuidverbindingen over de dijk
In alternatief Combi A blijven de Schiphollijn
Delft: 2,3 km; 320 miljoen
lengte van 2,7 km.
sing bij het huidige Zaanemplacement - de
Deze treintunnel heeft een lengte van 2,3
Referenties treintunnels
mogelijk.
5.2.8. Schiphollijn en Westpoortlijn treintunnel
• Bouwen op spoor westkant Sloterdijk vergemakkelijkt.
lemaal tot aan de snelweg. Door de vernieuwd
In de huidige infraspaghetti liggen de twee treinlijnen in het noorden van het plangebied
hogere ligging kunnen stadsstraten onder
beperkingen en kosten
op twee punten vast op maaiveld. Deze pun-
het spoor door de verbinding maken met het
• Technisch ingewikkelde ingreep met wei-
ten liggen bij de ene lijn 1,8 km en de andere
waterfront en de Spaarndammerbuurt.
nig ruimte bij station Sloterdijk • kosten geschat voor totale operatie op
1,9 km uit elkaar. In het gedeelte hiertussen gaan de treinen een stuk omhoog - kruisen
locatie
basis van referenties en treinexpert op
over de primaire kering - en weer omlaag. Dit
• treintunnel van huidig spooremplacement
1 miljard, waarvan station Sloterdijk 430
leidt tot vervelende hellingbanen vlak boven
miljoen.
maaiveld en een lage onderdoorgangen bij
tot en met station Sloterdijk met een lengte van 2,3 km. 106
de Transformatorweg en de Isolatorweg. Op
andere plekken zijn verbindingen nu in het
Referenties
geheel niet mogelijk.
zie vorige subparagraaf.
locatie
5.2.9. Metrokansen
Schiphollijn en Westpoortlijn tussen huidig spooremplacement en ring A10, 2,7 km
In hoofdstuk 3 is vanaf een hoger schaalniveau
lengte.
beredeneerd dat het wenselijk is de metro verder te laten rijden dan het huidige eindsta-
winst
tion Isolatorweg. Bij de beslissing hoe deze lijn
• De stad komt aan het water te liggen
loopt, moet rekening gehouden worden met
• De waterstad komt aan het park te liggen
het kruisen van de treinlijn, met de primaire
• oplossen van knelpunt metrostation
kering, met de relatie tussen de mogelijk twee
Isolatorweg • oplossen van knelpunt Transformatorweg/ Nieuwe Hemweg
nieuwe lijnen met een mogelijk extra gedeeld station en natuurlijk met het stedelijk leven op maaiveld. Zie meer hierover in hoofdstuk 3 en hoofdstuk 6.
beperkingen en kosten treinlijnen gaan door de primaire kering heen. Aangezien de tunnelmond binnendijks oploopt tot 5 meter hoogte, kan alleen de tunnel zelf bij een overstroming onder water komen. Er zijn technische oplossingen voorhanden. Kosten zijn geschat op 375 miljoen. 107
108
5.3 Conclusie Om de duurzame stad mogelijk te maken,
Als ontwerpmethode adviseer ik de volgende
een dek op de spoorlijn tussen de ringweg en
stappen om tot de meest effciënte ingrepen
het station Sloterdijk.
te komen:
gaat het niet langer om het extra investeren in grootschalige verbindende infrastructuur, maar om het gericht verbeteren van veel
Bij het toevoegen van een nieuw deel stad 1 bepaal wat de grootschalige netwerken zijn in en rondom het plangebied.
met een hoge dichtheid is daarnaast ook nieuwe infrastructuur nodig. Het gaat hierbij om
gebruikte infrastructuur in stedelijk gebied.
2 bepaal per netwerktype wat de barrières
lokale en regionale infrastructuur. Aangezien
Momenteel vinden beide varianten plaats.
zijn en wat de mogelijke oplossingen.
het gaat om veel mensen, een hoge behoefte
Enerzijds wordt de Gaaspertunnel aangelegd
3 bekijk wat de oplossingen zouden kosten
aan mobiliteit en een fijne beleving op de
aan de buitenste ring van Amsterdam en
4 ga na hoe de ingrepen in het ene netwerk
straten, ligt een metro voor de hand.
anderzijds wordt er geïnvesteerd in een tunnel bij de Houthavens. Bij duurzame verstedelijking krijgen extra investeringen binnen bestaand stedelijk gebied prioriteit. De vraag in dit hoofdstuk is: “Wat zijn de grote investeringen bij duurzaam verstedelijken?”
van invloed zijn op andere netwerken 5 formuleer alternatieven op basis van zinnige combinaties van ingrepen
Afhankelijk van de reeds bestaande infrastructuur, de werking van het systeem, en de
6 kijk wat echt kwaliteit oplevert, maar toch
andere ingrepen in de infrastructuur, leidt
zoveel mogelijk resultaat geeft voor de
dit tot de beste oplossing. In dit geval is dat
grote van de investering (beste koop!).
het sluiten van de metroring en een nieuwe
7 reflecteer nogmaals of er nog een betere
verbinding met deze ring over Noord.
combinatie van ingrepen mogelijk is met In dit project ben ik erachter gekomen dat de
onderdelen van de alternatieven.
grote investeringen zitten in het verhogen van de lokale kwaliteit bij grootschalige infrastruc-
In het geval van Sloterdijk leidt dit tot het
tuur en de aanleg van nieuwe infrastructuur.
volgende inzicht: de beste koop is het onder de grond brengen van de treinlijnen binnen de ring, zonder bestaande kruisingen van infrastructuur aan te passen. Combineer dit met 109
110
70.â&#x20AC;&#x201A;Vanuit het Westerpark helemaal tot aan het station Sloterdijk
6. Perspectief U komt aan op het nieuwe station Sloterdijk en neemt de uitgang Westerpark. Hier loopt u langzaam omlaag door een aangename parkstrook en gaat onder de ringweg A10 door, waar u zacht het gefluister op het stille asfalt hoort. Nu waant u zich voor een moment eeuwen terug. U ziet de overgebleven helft van het dijkdorpje Sloterdijk, daarachter een polder en de historische Spaarndammerdijk. U loopt tot een sluis, die alleen dichtgaat bij noodgevallen. De vaart die u kruist, stroomt langs de dijk om de polder. Aan de andere kant stroomt de vaart een hoogstedelijke wijk in en gaat door tot in het IJ. Als u rechtdoor blijft lopen over de in ere herstelde Spaarndammerdijk, geniet u van het uitzicht over de polder. Bij het metrostation Spaarndammerdijk, kunt u op de ringlijn stappen. De treinen die u hier vroeger tegenkwam, ziet u niet meer. Dat komt omdat zij nu vanaf de ringweg tot het centrum ondergronds rijden. Als u de route vervolgt, merkt u dat u naar het waterfront loopt. De industriĂŤle haven heeft plaatsgemaakt voor de pleziervaart. Tot uw verbazing kunt u vanaf de strekdam met een ranke brug over het IJ naar het nog altijd hippe NDSM-terrein. Wat een stad!
deelvraag 5: Welk perspectief bestaat er voor een duurzaam stedelijk Sloterdijk? 111
71. Huidige bewoonde wereld, stations en haven en bedrijventerreinen
112
72. Perspectief 2040: subcentra die de stad continuïteit geven
73.â&#x20AC;&#x201A;Primaire stadsstraten huidig (paars) en nieuw (blauw)
74.â&#x20AC;&#x201A;Secundaire stadsstraten huidig (paars) en nieuw (donker)
113
114
75.â&#x20AC;&#x201A;Bestaande situatie
76.â&#x20AC;&#x201A;Plankaart
I Uitgangssituatie, opgedeeld door infrastructuur
II sporen binnen ring ondergrond
V Nieuwbouw en transformatie 116
VI Belangrijke fietsroutes met nieuwe brug naar
III Water in gebied brengen
IV Groot park met uitloper naar station
VII nieuwe metrolijnen binnen de ring, ondergronds
VIII Maatgevende lijnen sluiten aan bij bestaande situatie
117
77.â&#x20AC;&#x201A;Huidige situatie water, stad en haven, kijkend naar het westen. Links loopt Haarlemmervaart. In de verte station Sloterdijk
Relatie met Noord
IJ komt het gebied in
Dijkverlegging Noodsluis Accentueert dijk & polder
Sloterdijk terug aan het water Sluisje gaat open
Peil aanpassen: - 0,60 naar -0,40
Nieuwe aansluiting
Binnenhaven doet mee!!
78.â&#x20AC;&#x201A;Ingrepen in het watersysteem toegelicht
Haarlemmervaart doorvaarbaar
12
Wijken
10
Nieuw
S
������������ ���������
Buitenland
T IJ
8
NY
D
6
B
Knooppunt compact met uitzicht 4
tuinstad
Amsterdam
BA
FSI 4,0
BU NA
blokken
3,0 centrum
2
Haven
Dorps
2.0 2.0
1,5 1,0
gemengd bedrijven
0,5 0
0,10
0,20
0,30
0,40
0,50
0,60
0,70
% ������� 120
79. Dichtheid Nieuwe Wijken vergeleken
0,80
0,90
1,0
Transformatorwijk
Spieringhorn/Station Nieuwe woningen: 21.500 Wo/ha: 218 FSI: 2.2 % bebouwing: 23%
Nieuwe woningen: 23.370
S
gemiddelde hoogte: 9,5 lagen
Wo/ha: 230 FSI: 2.3 % bebouwing: 27% gemiddelde hoogte: 8,5 lagen
T IJ
IJ-city
60.000 woningen 60% wonen en woning 60 m2
Dorp
Nieuwe woningen: 3.780 Wo/ha: 170 FSI: 1,7 % bebouwing: 27% gemiddelde hoogte: 6,2 lagen
80.â&#x20AC;&#x201A;Woningen per wijk
Nieuwe woningen: 11.750 Wo/ha: 209 FSI: 2.1
D
% bebouwing: 27%
B
gemiddelde hoogte: 7,9 lagen
Boekenbuurt Nieuwe woningen: 4.730 Wo/ha: 196 FSI: 2.0 % bebouwing: 33% gemiddelde hoogte: 6,0 lagen
121
122
81.â&#x20AC;&#x201A;Maquette overzichtsfoto, kijkend naar noorden
123
82.â&#x20AC;&#x201A;Foto maquette 1:200 kijkend naar het oosten 124
83.â&#x20AC;&#x201A;Maquette foto, kijkend naar het Zuidwesten
125
126
84.â&#x20AC;&#x201A;Foto maquette stationsomgeving Sloterdijk huidige situatie, kijkend naar het Noordwesten
85.â&#x20AC;&#x201A;Stationsomgeving ontwerp. 2 hoofdentrees: park en plein. nieuw stationsgebouw. betere relaties met busplein en spoor 9 & 10.
127
128 Haarlemmervaart
Transformatorweg
86.â&#x20AC;&#x201A;Transformatorweg huidige situatie
Contactweg
129
8
8
4
1,8
3
P 6,5
87.â&#x20AC;&#x201A;Transformatorweg ontwerp 1:500
2,6
6,5
3
P 6,6
10,6
4
10
10
130 Haarlemmervaart
Transformatorweg
88.â&#x20AC;&#x201A;Haarlemmervaart huidige situatie
Contactweg
131
8
2
P 3,5
36
6,5
OV 3,5
2
P
89.â&#x20AC;&#x201A;Haarlemmerweg ontwerp 1:500
6,5
SF 4
20
27
7
4
4
132 Haarlemmervaart
Transformatorweg
Contactweg
133
3
3
9,5
2,5
4
Contactweg door park 1:200
90.â&#x20AC;&#x201A;Contactweg ontwerp door park 1:500
1
8,5
6,5
1
4
9,5
2,5
3
3
91.â&#x20AC;&#x201A;Contactweg huidige situatie
134 Haarlemmervaart
Transformatorweg
Contactweg
135
5,6
2
4
P
27,8
3
6,5
OV 3
92.â&#x20AC;&#x201A;Contactweg ontwerp met gracht 1:500
Contactweg 1:200
3,7
20
20
6
6
6.1 Reflectie
• de straten hebben bomen
• straten hebben een duidelijke wand met variatie in verticaliteit en dubbele rooilij-
In hoofdstuk 2 zijn uitgangspunten geformu-
herkenbaarheid
leerd. Voor de duurzame stad geldt dat deze
• de herkenbaarheid is vergroot bij het stati-
nen.
een hoge verblijfskwaliteit dient te hebben,
on Sloterdijk. De verschillende kanten zijn
variatie in voorzieningen
een groot aanpassingsvermogen en een hoge
duidelijk gedefinieerd en de relatie tussen
• Door de dichtheid en het doorgaande
dichtheid. Wat zijn de belangrijkste verbete-
de verschillende openbaar vervoer is voor
stedelijk netwerk, zullen er voorzieningen
ringen in dit ontwerp?
het overstappen is verbeterd
mogelijk zijn in de plinten, zowel in de
• de Haarlemmervaart krijgt haar karakter 6.1.1. Verblijfskwaliteit gezondheid • Het plan richt zich op openbaar vervoer en op de fiets. Er komt een fietssnelweg langs de Haarlemmervaart en een route tussen Noord en station Sloterdijk.
terug. Het wordt mogelijk hier te varen en het water wordt beleefbaar voor fiets en
stadsstraten, zodat zij een directe relatie
voetganger
krijgen. Dit zorgt er voor dat de stadsstra-
• de Transformatorweg wordt herkenbaar door een hoogstedelijk karakter, vergelijkbaar met de Wibautstraat • het Westerpark wordt vergroot. Het nieu-
• De vergroting van het Westerpark geeft
we park krijgt een duidelijke begrenzing
nieuwe mogelijkheden om buiten te
doordat het als oude polder lager ligt en
ontspannen • Ook de ingrepen in het watersysteem bevorderen buitenrecreatie • de blokken zorgen voor een geluidsluwe zijde • De maat van de blokken zorgt voor groenbeleving en licht 136
primaire als de secundaire stadsstraten • de overige straten staan haaks op deze
door dijken wordt omringd. • de Spaarndammerdijk wordt herkenbaar door hem een stuk terug te leggen in zijn oude positie en door een waterloop eromheen. • Dit komt ook ten goede aan de herkenbaarheid van het oude dorpje Sloterdijk.
ten geen verkeersriolen worden, maar levendige straten. • de groen en watervoorzieningen worden versterkt. • het OV wordt uitgebreid met een verbetering van het metronetwerk. • Er is ruimte in het plan voor bijzondere functies op bijzondere locaties.
6.1.2. Aanpassingsvermogen
de weersomstandigheden als regenbuien en
de 8. Het plan biedt ruimte voor maarliefst
hitte.
60.000 nieuwe woningen. Dat is enorm veel.
robuuste netwerken
Bedenk daarbij dat heel IJburg in totaal 22.000
Het plan staat in het teken van netwerken.
tijdelijk en verplaatsbaar
woningen kan gaan huisvesten. Bedenk
Nieuwe straten zorgen voor extra verbindin-
Het plan biedt mogelijkheden voor tijdelijke
ook dat het in vergelijking met de huidige
gen. Straten lopen in principe door.
en verplaatsbare functies in de ontwikke-
bezettingsgraad per woning, het nog laag is
ling van het gebied. Dit is in dit project niet
ingeschat als we uitgaan van 2 inwoners per
eenduidigheid
uitgewerkt. Het gebied leent zich goed voor
woning. Dat betekent dus dat er 120.000
Het plan zet in op het versterken van het
tijdelijke horeca, evenementen en ook drijven-
inwoners bij kunnen komen in het plan. een
bestaande concept van centrum en lobben.
de woningen kunnen hier tijdelijk een plaats
vergelijkbaar aantal als Dordrecht, Leiden of
In dit geval gebeurt dat door het versterken
krijgen.
Maastricht.
van het knooppunt Sloterdijk. Wezenlijk is dat dit project niet zozeer gaat over het station
hoger schaalniveau
Sloterdijk, maar juist om het stedelijk weefsel,
Het vergrote Westerpark heeft een dusdanige
dat leidt tot een nieuw verbindend subcen-
kwaliteit, dat het in de omgeving kan voldoen
trum aan de rand van het historisch centrum.
aan de groenbehoefte. Daarmee ontstaat er een marge in de ontwikkeling rondom het
aanpassingsvermogen natuurlijk systeem
park.
Het wateroppervlak wordt vergroot, het park wordt vergroot en zo gedefinieerd, dat
6.1.3. Dichtheid
het in de toekomst behouden zal blijven en binnen de relatief grote blokken is ruimte voor
Het plan voldoet aan de uitgangspunten voor
groen. Dit zorgt ervoor dat het gebied goed
dichtheid. De verschillende wijken hebben een
zal kunnen reageren om tijdelijk veranderen-
bebouwingspercentage van rond de 25% en een gemiddeld aantal verdiepingen van rond 137
138
7. Strategie Een perspectief is een holistisch streefbeeld. We weten zeker dat de werkelijkheid in 2040 anders zal zijn dan het geschetste perspectief in hoofdstuk 6. Gelukkig maar. Het gebied moet reageren op ontwikkelingen in de omgeving en op de behoeften van gebruikers. De strategie gaat over de samenhang van ingrepen, de volgorde, de investeringen, de opbrengsten en de rolverdeling. De strategie die ik voorstel is als volgt: stuur stevig op de grote lijnen en laat ruimte voor de invulling daarbinnen. Door te sturen op een robuuste structuur ontstaat vertrouwen en kwaliteit. Door ruimte te laten ontstaat betrokkenheid, variĂŤteit en komen plekken daadwerkelijk tot leven.
Deelvraag 6: â&#x20AC;&#x153;Wat is een passende ontwikkelstrategie?â&#x20AC;? 139
140
93.â&#x20AC;&#x201A;Grootschalige transformatie is niet mogelijk als de gemeente niet het voortouw neemt, zoals bij de ontwikkeling van Hafencity Hamburg
Inleiding In hoofdstuk 2 staan de uitgangspunten van duurzaam ontwikkelen beschreven. Het gaat om de relatie tussen de bestaande situatie, de planperiode en de verre toekomst. In dit hoofdstuk ga ik nader in op de ontwikkelstrategie. Aan de hand van de ontwikkeling van het plan in de tijd, wordt duidelijk hoe de verschillende periodes elkaar versterken. Vervolgens volgt een deel over eigendom, verschillende gebruikers, verschillende ontwikkelpartijen en de relatie met varièteit. Het hoofdstuk sluit af met een conclusie en een antwoord op deelvraag 6: “Wat is een passende ontwikkelingsstrategie?”.
94. Balkon met horeca aan de tot energieopslag verbouwde bunkerflat in Hamburg
141
142
Situatie 2014
2014
7.1 Fasering
Het station ligt buiten de stad. Alle infrastructuur ligt bovengronds, op sommige plekken op maaiveld. De noordkant van het Westerpark is een achterkant. Een groot deel van het bedrijventerrein is oud en gaar. Daarachter ligt de haven.
stap 1
Haarlemmervaart binnen de ring
2015-2018
Met beperkte inspanningen toch al snel resultaat boeken. Dat kan door aan te sluiten bij bestaande ontwikkelingen. • bestaande gebouwen aan de Haarlemmerweg binnen de ring transformeren naar woningen. • Herprofileren van de Haarlemmerweg vergroot de kwaliteit, en helpt de fietser. • bebouwen deel volkstuinen • straat en OV doortrekken van station naar Nieuw-West • tijdelijk herinrichten stationsplein • start bouw Houthavens 143
144
stap 2
Stationsgebied zuid en Sloterdijk 1
2019 - 2022
Voortbouwend op stap 1 en slim combineren: • status Haarlemmerweg naar 50km • Woningbouw en transformatie zuidkant station Sloterdijk en Nieuw-West • goederen emplacement verplaatsen en goederentrein ondergronds • hierbij ook slim deel metro en Schiphollijn alvast aanleggen • Polderpark begrenzen met verplaatsen dijk en nieuw groot veld • afronden Houthavens stap 3
Knooppunt Spaarndammerdijk
2023-2026
Deze stap zorgt ervoor dat de stad ook aan de noordkant van het Westerpark doorloopt. • Schiphollijn hele traject ondergrond • aanleg overige delen metro • Bebouwen knoop Spaarndammerdijk. • Herinrichting Transformatorweg brengt beide kanten in contact. • brug naar Noord • strand Minervahaven 145
146
stap 4 Park en station
2027-2030
• Haarlemlijn deels ondergrond brengen • Uitbreiding en inrichting van het park, dat via een dek over de trein doorloopt tot aan het station Sloterdijk. • Nieuwbouw van het station • herinrichting stationsomgeving en invulling lege kavels • nieuwe waterverbinding vanuit IJ naar Haarlemmervaart
stap 5 bedrijventerreinen
2027-2032
Net als in stap 1 zijn er in deze stap geen grote investeringen. De omstandigheden voor transformatie zijn nu optimaal. • bedrijventerreinen transformeren en verdichten naar de haven toe.
147
148
stap 6
Het havenfront
2030-2035
Het havenfront komt nu volledig tot wasdom. Dit kan omdat de overlast van de haven ondertussen is teruggedrongen. • transformatie en bebouwen bedrijventerreinen • extra water voor stedelijk waterplein • transformatie van kantoren tot wonen langs A10 • hoogbouw nabij stationsplein Sloterdijk
stap 7
Nieuw West
Aan de westkant van het station ontstaat een nieuwbouwwijk met hoogbouw, om de sportvelden heen en aan de vaart. In nieuw west vervangen ruime appartementen de woningen van 2 lagen. Het openluchtmuseum van Van Eesteren blijft gespaard. De bedrijventerreinen bij de haven transformeren door. Er is ruimte voor een bijzondere functie aan de Neptunushaven.
2035-2040
95.â&#x20AC;&#x201A;Erfgrenzen en nieuwe eilanden. Aansluiten op bestaande erfgrenzen maakt een geleidelijke transformatie mogelijk. 150
7.2 Ontwikkelstrategie
7.1.2. Gebruikers
meer vanuit een busje en doen tijdens het werk boodschappen bij de groothandel (bijv.
In deze paragraaf gaat het om de vraag hoe
Er zijn verschillende soorten gebruikers, die
Gamma), net zoals consumenten doen. Deze
de nieuwe bebouwing daadwerkelijk gestalte
grotendeels in deelgebieden zijn gescheiden.
groothandels komen steeds dichter bij de
krijgt. Wie gaat er bouwen, wie is opdrachtge-
Er zijn bedrijventerreinen, kantoorgebieden,
consumenten te zitten. Het nieuwe winkel-
ver en wat is de relatie met het ontwerp.
volkstuinen en voetbalvelden. In alle gebieden
concept van de â&#x20AC;&#x2DC;Gamma Compactâ&#x20AC;&#x2122; is hier een
liggen kansen voor ontwikkeling.
voorbeeld van.
bedrijventerreinen:
kantoorgebieden:
De bedrijventerreinen zijn relatief oud, deels
In het plangebied is er veel leegstand in de
voor de wijze van ontwikkeling. Er zijn in het
uit de jaren â&#x20AC;&#x2DC;60. Mocht het nodig zijn om ge-
kantoren. De verwachting is dat de leeg-
plangebied 3 grondeigenaren: de gemeente,
bouwen op te kopen, dan is de waarde van de
stand in kantoren de komende jaren verder
de haven en Prorail. Dit betekent niet dat zij
gebouwen belangrijk. Aangezien deze waarde
toeneemt. Ondanks de problemen met grote
naar believen hun gebied kunnen ontwikke-
laag is, wordt uitkopen een aantrekkelijke
investeringsmaatschappijen als eigenaar in het
len. Er bestaat een onderlinge afhankelijk en
optie. In de fasering zijn de oudste gebouwen
buitenland en het afboeken op hun balansen,
er zijn bestaande contracten met de huidige
als eerst aan bod.
staan de tekenen voor transformatie op groen
7.1.1. Eigendom Allereerst is het huidige eigendom van belang
gebruikers in het gebied.
licht. De gebouwen zijn grotendeels meer dan De bedrijven die hier zitten zijn niet plek
20 jaar oud. Dit is de termijn die investeerders
Deze eigendomssituatie is gunstig voor de ont-
gebonden. Het verzorgingsgebied van de
gebruiken om hun geld terug te verdienen.
wikkeling van het gebied. Het wordt gemakke-
bedrijven is Amsterdam. Zolang ze in de buurt
Investeerders weten heel goed dat de markt
lijker om grotere ingrepen te doen. Er is geen
van de ring zitten, kunnen ze overal komen. De
kan veranderen. In het stationsgebied zijn al
afhankelijkheid van heel veel verschillende
turn-over in het gebied is relatief hoog. Daar
voorbeelden van kantoorgebouwen die trans-
eigenaren.
komt bij dat er nieuwe concepten van werken
formeren tot short stay en nu - binnen de ring
ontstaan bij stadsverzorgende bedrijven zoals
- komen woningen in het ING gebouw.
schilders en timmerlui. Zij opereren steeds 151
Volkstuinen Het is een wonder dat mensen een ruime tuin voor zichzelf hebben binnen de ring, op loopafstand van het op ĂŠĂŠn-na-best bereikbare station van Amsterdam en op loopafstand van het Westerpark. Voor de mensen die hier een volkstuin hebben, is het een groot geluk. Voor alle andere mensen is het een zwart gat in de stad. Het groen wordt hier zeer extensief gebruikt in tegenstelling tot het Westerpark, dat uit zijn voegen barst van populariteit. Nu de PvdA sinds jaren niet meer in het bestuur van de stad is vertegenwoordigd, ontstaan er mogelijkheden om dit mooie groen optimaal te benutten. Voetbalvelden Ook voor voetbalvelden geldt dat zij een 96.â&#x20AC;&#x201A;oude bedrijventerrein Sloterdijk 1
extensief van de ruimte kennen, net als bij volkstuinen. Een groot deel van de tijd worden de velden niet gebruikt, en als ze gebruikt worden, dan staan er 22 mensen te spelen op 6.000 m2. Dat is 272 m2 per persoon. Deze situatie is wederom leuk voor de mensen die
152
op het veld staan, maar onwenselijk in een
op het volgende neer, geredeneerd vanuit de
brengen. Ontwikkelaars bouwen alle soorten
duurzame stad.
opdrachtgever:
gebouwen, ook hoogbouw.
De huidige tendens is ook dat de populariteit
particulier opdrachtgever: een kavel. Vaak
Woningcorporatie: kan oplopen tot een buurt.
van de voetbalsport in de stad afneemt. In
gaat het om een gebouw van 3 a 4 lagen hoog.
Een corporatie kan alle typen gebouwen laten
stadsdeel West wordt gestudeerd op welke
Er zijn voorbeelden in Buiksloterham en Over-
bouwen. Hoogbouw ligt minder voor de hand.
clubs zouden kunnen fuseren. Daarbij worden
Amstel waar particulieren op een kavel tot 8
De afgelopen jaren zijn de woningcorporaties
sommige velden overbodig.
lagen bouwen.
steeds minder woningen gaan bouwen. Mijn
7.1.3. Rollen en relatie ontwerp
collectief: tot 6 tot 20 woningen. Het collec-
wikkeling geen grote rol zullen spelen. Net als
verwachting is dat de corporaties bij deze onttief bouwt voor zichzelf. Aan de oostkant van
de ontwikkelaar kan de corporatie een grote
Een interessante vraag is, wie ontwikkelt de
de Houthavens in Blok 0 gaan collectieven 8
ontwikkeling doen, maar deze opdelen in klei-
nieuwe stad?
verdiepingen hoog bouwen.
nere delen en zo op de markt te brengen.
Onzekerheid
coรถperatief: Een coรถperatief bouwt in de
relatie opdrachtgever en koop huur
Het is niet zonder te meer te zeggen wie dit
praktijk maximaal 40 woningen. In Berlijn zijn
Wie de opdrachtgever is, heeft ook relatie met
zal doen. De fasering van het perspectief loopt
er voorbeelden dat de coรถperatieven grotere
of het gaat om koop of huurwoningen.
tot 2040. Het plan biedt daarom ook moge-
ontwikkelingen doen.
lijkheden om dit op verschillende wijzen te ontwikkelen.
Een particulier opdrachtgever is normaal geontwikkelaar: boven de 40 woningen tot
sproken koop. Er zijn wel voorbeelden in Buik-
2 blokken. Een ontwikkelaar doet grotere
sloterham en Amstel 3 dat een particulieer
Korrelgrootte: samenhang opdrachtgever
ontwikkelingen. Kleine ontwikkelingen komen
opdracht geeft tot een gebouw met een eigen
Een verschillende manier van ontwikkelen
natuurlijk ook voor. De ontwikkelaar kan ook
woning met daarin ook een bedrijfsruimte in
heeft een relatie met de opdrachtgever en
een grote ontwikkeling doen, en deze opde-
de plint en woonruimte om te verhuren.
de korrelgrootte. Ongenuanceerd komt dit
len in kleinere delen om zo op de markt te 153
Ook collectief particulier opdrachtgeverschap
Voor- en nadelen
tieven waarbij de gebruiker opdrachtgever is,
is gericht op koop.
In hoofdstuk 2 is vastgesteld dat het aanpas-
ontstaat ook in het gebouw meer woonkwa-
singsvermogen van een bouwblok groter is, als
liteit. De verdiepingshoogte is hoger dan het
Een coöperatief bouwt voor zichzelf en kan
het bestaat uit kleinere delen, die op eenzelf-
minimum. Dit past bij de nieuwe levensstijl:
daarnaast ook extra ruimte bouwen. Bijvoor-
de manier aan de straat worden ontsloten. Dit
wat minder voor jezelf, maar wel een hogere
beeld door bedrijfsruimte op te nemen in
pleit voor een kleinere ontwikkelmaat. Daarbij
kwaliteit van leven.
hun woningbouwplan en dit gezamelijk tegen
passen ook vormen van direct opdrachtgever-
marktprijs te verhuren. In Kopenhagen zijn
schap van de klant.
er groepen van kopers en sociale huurders,
Kopen past goed bij de doelgroep gezinnen en starters. Mensen die kopen zijn over het
die samen een gebouw willen neerzetten.
Een ander uitgangspunt voor de duurzame
algemeen meer betrokkenheid bij het gebouw
Vooralsnog is de financiering voor deze groep
stad is intensief gebruik. Bij hoogbouw en
en settelen zich meer in de omgeving. Dit
een probleem.
grotere ontwikkelingen, zijn de mogelijkhe-
verhoogt de verblijfskwaliteit van de plek.
den voor deze efficiëntie het grootst. Bij een
Kopers zijn ook meer geneigd om te blijven
Een ontwikkelaar bouwt zowel voor koop als
grotere ontwikkeling kan bijvoorbeeld een
investeren in hun huis, terwijl bij ontwikke-
voor huur. De ontwikkelaar gebruikt geld van
gezamenlijke parkeergarage worden gemaakt
laars de neiging bestaat om na 20 jaar - als de
investeerders. De focus ligt op winst maken:
en heb je ook geen dubbele muren nodig.
investering is terug verdiend - weinig meer in
met zo min mogelijk middelen zoveel mogelijk verdienen.
de gebouwen te investeren. In de duurzame stad is ook de verblijfskwaliteit belangrijk. Over het algemeen geldt dat
Huren past in theorie meer bij de duurzame
Woningbouwcorporaties bouwen oorspron-
kleinschalig opdrachtgeverschap en koop-
stad dan kopen. Het motto van de deeleco-
kelijk voor de sociale huur. In de afgelopen
woningen zorgen voor meer aandacht en
nomie is tenslotte ‘gebruiken’ in plaats van
decennia zijn ze ook voor de koopsector gaan
variëteit in de achitectuur. Dit is belangrijk,
‘hebben’. Huren betekent dat je alleen betaalt
bouwen. De laatste jaren worden de corpora-
aangezien de straten relatief smal zijn ten
voor het gebruik van de ruimte. Een andere
ties meer beperkt in hun activiteiten, die niet
opzichte van de hoogte. Afwisseling in de
organisatie zorgt voor de structurele inves-
gericht zijn op de sociale woningbouw.
gevels maakt de straten interessant. Bij initia-
teringen en kosten en stuurt op het continu
154
aantal woningen
gebruik. Dit geeft de bewoner meer flexibiliteit en minder zorgen. Huren past goed bij de
1-6
doelgroep studenten en starters.
tussen koop en huur op termijn afneemt. Een sociale huurwoning van 60 m2 mag ongeveer 650 euro kosten. Voor een appartement van
ontwikkelpartij
Overigens is mijn verwachting dat het verschil
60 m2 betaal je zonder hypotheekrenteaftrek
particulier
6-20
koop 20-40
>40
•
collectief
• •
coöperatief
• •
ontwikkelaar
huur
•
•
•
•
•
•
•
corporatie
•
•
een vergelijkbaar bedrag. Mijn verwachting is
efficiëntie
•
•
dat het specifiek bouwen voor de sociale huur verdwijnt, aangezien het gaat om vergelijkbare woningen als koop.
Voordelen
(want die verdwijnt in de komende 20 jaar) nu
aanp.vermogen kwaliteit
• •
• •
•
•
Concluderend: een mix Vanuit de theorie van een duurzame stad
97. Ontwikkelpartijen en hun merites
zijn de argumenten over koop versus huur en kleinschalig versus grootschalig tegenstrijdig. De conclusie is dat er in een duurzame stad een mix moet bestaan van huur en koop en een mix van kleinschalig en grootschalig. Dit past ook bij de doelgroepen, waarvoor Amsterdam moet gaan bouwen. Het past ook bij 155
de onzekerheid over hoe het in de toekomst
de zuidkant van het blok om zo de relatie
zal gaan.
met het park te leggen. Een ander voor-
de Nieuwe Hemweg sluiten aan op de
beeld is hoogbouw aan de kant van het
ring A10. Er zal dan ook een grotere par-
IJ. Dit zorgt niet alleen voor een specta-
keerbehoefte zijn. Vanuit de duurzame
7.1.4. Variëteit en locatiebepalers
•
parkeergarage: De Transformatorweg en
culair gezicht over de haven, maar past
stad is parkeren in de buurt van de ring
In hoofdstuk 2 is als richtlijn opgenomen dat
ook bij de schaal van het IJ. Zo wordt het
ook gewenst. Een efficiëntie parkeerga-
bouwblokken 60 meter diep zijn, 8 verdie-
mogelijk de bebouwing te onderscheiden
rage bevindt zich onder de gebouwen en
pingen hoog en 150 meter lang. Tegelijkertijd
vanuit de Noordkant van het IJ.
is meerlaags. Dit vergt een grootschalige
is geconstateerd dat hier niet strict aan vast dient te worden gehouden. Het is goed ook
ontwikkeling. Dit past ook goed bij de •
bestaande eigendomssituatie: een voor-
aan te sluiten op de bestaande situatie en zo
beeld is dat de huidige eigendomsgren-
ontstaat op een natuurlijke manier ook vari-
zen van het oude bedrijventerrein een
ëteit. In de vorige paragraaf is betoogd dat er
eiland van 80 meter breed vormen. Hier
een mix dient te zijn van koop en huur en van
kan een blok van 80 meter diep worden
kleinschalige en meer grootschalige ontwikke-
ontwikkeld.
lingen. De vraag is nu welke factoren bepalen de locatie bepalen voor de variëteit.
•
gewenste dichtheid: voor een kavel tot een blok. Langs de Transformatorweg
De belangrijkste factoren die zorgen voor
en bij het station Sloterdijk is een hoge
variëteit zijn:
dichtheid gewenst in combinatie met ruime openbare ruimte vanwege de opti-
•
specifieke kwaliteiten van de locatie: een
male bereikbaarheid en de levendigheid
voorbeeld is het blok naast de nieuwe
van de plek. Dit betent hoogbouw en
vaart aan de noordkant van het park.
daarmee een grotere ontwikkeleenheid.
Deze locatie vraagt om een opening aan
gewenste hoogbouw op deze locaties.
Variëteit Aan het park
Transformatorweg
Station Sloterdijk
Dubbelblok met opening (Lyon) La Saône (Lyon)
Parkeergarages bij de ring
Gebouwen aan het IJ
kwaliteiten locatie 98. 3 pijlers voor variëteit in bouwblokken
Erfgrenzen
Bereikbaarheid
158
7.3 Beantwoording deelvraag
Het Rijk, Prorail en Europa zijn nodig om mee te investeren.
Dit hoofdstuk begon met de vraag: Wat is een passende ontwikkelingsstrategie?
De ontwikkelstrategie dient ruimte te laten voor verschillende ontwikkelpartijen. Het gaat
Dat is er een die rekening houdt met hoe het
ten slotte om een periode van 25 jaar. ver-
heden, de planperiode en de toekomst met el-
schillende wijzen van ontwikkeling komt ten
kaar samenhangen en zoveel mogelijk inzet op
goede aan de variĂŤteit in het gebied. Ook de
het combineren van ingrepen. Het gaat erom
bestaande erfgrenzen en de bereikbaarheid
dat de raderen van de tijd als vliegwielen gaan
dragen bij aan variatie in ontwikkeling.
functioneren. Als de goederentrein bijvoorbeeld onder de grond gaat, maak hier dan ook gelijk een deel van het tracĂŠ voor de metro. De strategie is om in het begin met minimale middelen successen te behalen door aan te haken bij voorgenomen initiatieven. De strategie is ook om te investeren in grootschalige infrastructuur in stedelijk gebied. Niet alleen om de bereikbaarheid te vergroten (metro), maar vooral ook om de leefkwaliteit rondom infraknopen te verhogen. De gemeente heeft het voortouw in de transformatie. De gemeente dient het publieke belang, dat past bij een voorzieningenstad. 159
160
8. Conclusie en samenvatting Dit hoofdstuk geeft het kader voor duurzame
bodem voor een voorzieningenstad met een
richtlijnen, geen wetten, en dienen soepel te
verstedelijking in Amsterdam en gebruikt
intensief gebruik bestaat uit drie componen-
worden toegepast.
Sloterdijk als nieuw centrum daarbij als voor-
ten: verblijfskwaliteit, dichtheid en aanpas-
beeld.
singsvermogen.
Belangrijk is namelijk dat de nieuwe ontwikkelingen aansluiten bij de bestaande situatie.
Duurzaam verstedelijken
Bij een nadere bestudering van de dichtheid
Dit zorgt voor het functioneren van de stad
Duurzaam verstedelijken gaat over het inten-
kom ik voor Amsterdam tot de conclusie dat
tijdens het transformatieproces, benut het
sief gebruiken van grondstoffen en ruimte. Bij
een FSI van 2 voor een wijk een geschikte
bestaande aanpassingsvermogen en geeft het
het maken van plannen voor straks, is het van
dichtheid is voor de duurzame stad. Bij deze
gebied identiteit en afwisseling.
belang de relatie te leggen met de situatie nu
dichtheid zijn bouwblokken het gewenste
en de ontwikkelingen later. Transformatie op
stedenbouwkundige type. Ideaaltypisch is
Nieuwe centra rond knooppunten
strategische punten heeft daarom de voorkeur
25% van het oppervlak bebouwd en zijn de
Die verstedelijking moet plaatsvinden langs
boven stadsuitleg. Het is essentieel om de be-
gebouwen gemiddeld 8 verdiepingen hoog.
de grote knooppunten in de ringzone van
staande systemen te begrijpen, zowel in hun
Het netwerk van straten dat ontstaat zijn
Amsterdam. Het gaat daarbij niet om stations-
functioneren als het idee erachter.
gericht op de voetganger, de fietser, het OV
omgevingen in enge zin, maar om het creĂŤren
en voorzieningen. Binnen de bouwblokken is
van nieuwe centra met een zo stevige massa
Een efficiĂŤnt gebruik van middelen en ruimte
er ruimte voor bomen en hebben de appar-
en eigen collectieve kwaliteiten, dat zij de ver-
is mogelijk - zelfs aantrekkelijk - in een stad
tementen een rustige zijde met voldoende
binding kunnen vormen tussen de historische
met een hoogwaardig en gevarieerd voorzie-
buitenruimte en privacy. Een ideale maat voor
stad, de modernistische uitlegwijken en de
ningenniveau. Dit sluit aan bij de opkomst van
een Bouwblok 2.0 is 60-72 meter diep, 150
infrastructuur. Met verblijfskwaliteit!
de deeleconomie en de nieuwe mogelijkhe-
meter lang en 24 meter hoog. Deze maten zijn
den vanuit de ICT. De ruimtelijke voedings161
Ontwerpopgaven voor centrum Sloterdijk
de ring, zonder bestaande kruisingen van in-
onsomgeving krijgt definitie, zodat oriëntatie
Op basis van de theorie, mijn visie op de stad
frastructuur aan te passen. Combineer dit met
vanzelfsprekend wordt en de verblijfskwaliteit
als geheel en de kennis van het gebied, kom ik
een dek op de spoorlijn tussen de ringweg en
wordt vergroot.
tot de volgende ontwerpopgaven:
het station Sloterdijk.
• Verdichten ringzone
Het perspectief
Dit komt ook ten goede aan de mensen in
• Nieuw-West en Noord verbinden met
Het perspectief voor het nieuwe centrum
Nieuw-West, Noord en de bestaande stad.
Ook de haven wordt beleefbaar en bereikbaar.
elkaar en de historische stad.
groot Sloterdijk is dat hier 60.000 woningen
• Vergroten Westerpark
worden gebouwd tot 2040. Dit betekent dat
Een passende ontwikkelstrategie
• Haarlemmervaart als drager
hier een aantal inwoners gelijk aan maastricht
De ontwikkelstrategie houdt rekening met hoe
• Kwaliteit water in gebied brengen
kan komen wonen. Wonen bevat 60% van de
het heden, de planperiode en de toekomst
• Verstedelijken naar station
invulling van het plan. Het wordt een gemeng-
met elkaar samenhangen en zet in op het
de stad.
combineren van ingrepen. Als de goederen-
Bij elk van deze stappen geldt, dat de opgave mede is de verblijfskwaliteit te verhogen.
trein bijvoorbeeld onder de grond gaat, wordt Voor het nieuwe centrum en voor de stad zijn
dit deel van het tracé voor de metro ook gelijk
de verbindingen die het stedelijk netwerk ver-
aangelegd. De strategie is om in het begin met
De grote investeringen
sterken. De dragers in dit stedelijke netwerk
minimale middelen successen te behalen door
In dit project ben ik erachter gekomen dat de
zijn stadsstraten. Deze straten krijgen een
aan te haken bij voorgenomen initiatieven. De
grote investeringen zitten in het verhogen van
continue inrichting met verblijfskwaliteit voor
strategie is ook om te investeren in grootscha-
de lokale kwaliteit bij grootschalige infrastruc-
fiets en voetganger. Ook komen er een nieuwe
lige infrastructuur in stedelijk gebied. Niet
tuur en de aanleg van nieuwe infrastructuur.
metrolijnen. Het ontbrekende stuk naar Cen-
alleen om de bereikbaarheid te vergroten
traal en een verbinding naar Noord.
(metro), maar vooral ook om de leefkwaliteit
In het geval van Sloterdijk leidt dit tot het
rondom infraknopen te verhogen.
volgende inzicht: de beste koop is het onder
Het Westerpark wordt zo vergroot dat deze
de grond brengen van de treinlijnen binnen
tot aan het station Sloterdijk komt. De stati-
162
De gemeente heeft het voortouw in de trans-
• Terugbrengen van stedenbouwkundig
formatie. De gemeente dient het publieke
conceptueel kader in de verstedelijkings-
belang, dat past bij een voorzieningenstad.
discussie in Amsterdam (dat verder gaat
Het Rijk, Prorail en Europa zijn nodig om mee
dan “centrum, ringzone en daarbuiten”)
te investeren.
• Nieuw perspectief voor Sloterdijk met alternatieven voor structurele verbeterin-
De ontwikkelstrategie dient ruimte te laten voor verschillende ontwikkelpartijen met verschillende ontwikkelwijzen. Het gaat ten slotte om een periode van 25 jaar. verschillende wij-
gen en met een ontwikkelingsstrategie • Aanvullingen op de methodiek om dichtheid te gebruiken als planningsinstrument • Roep om anders om te gaan met groot-
zen van ontwikkeling komenn ten goede aan
schalige investeringen in infrastructuur:
de variëteit in het gebied. Ook de bestaande
kwaliteit boven kwantiteit.
erfgrenzen en de bereikbaarheid dragen bij aan variatie in ontwikkeling.
Bereik Deze studie richt zich specifiek op Amsterdam.
Bijdrage aan de stedenbouw
De theoretische uitgangspunten over wat
Dit project kan als voorbeeld dienen voor het
een duurzame stad is, wat de kwaliteit van
duurzaam verstedelijken binnen bestaand
leven is en hoe je daar aan kan werken zijn
bebouwd gebied. De waarde van het project
breed toepasbaar. Dit geldt zeker voor andere
bestaat uit de volgende bijdragen aan het
West-Europese steden, die in een vergelijkba-
maatschappelijk en professioneel debat:
re ontwikkelingsfase zitten en waar vergelijkbare vraagstukken spelen.
• relatie tussen stedenbouw, duurzaamheid en een slimme stad 163
9. Reflectie 9.1 Op de werkwijze Ik ben tevreden met het project. Ik heb vele methoden gebruikt, veel geleerd en een
tes zijn leuk en communiceren goed, maar een
Jan-Jaap, Mirjana, Flora, Bart, Iruma, Maar-
goede werkruimte is daarvoor wel essentieel.
ten, Henk, Johan, Marius, Bob, Erwin, Hans,
Bij mij was het dit keer een logistieke hel.
Patrick, Catherine, Bart, Julian, Gregor.
9.2 Vele malen dank
Speciaal dank aan mijn ouders, die om de
behoorlijk compleet project neergezet. En ook
beurt elke vrijdag naar Amsterdam kwamen
nog op een onderwerp dat ik leuk en interes-
Voor mensen die de academie kennen, is
om op mijn dochtertje Fara te passen, zodat ik
sant vind.
het vanzelfsprekend: het is niet mogelijk om
deze dag kon gebruiken voor studie.
zonder anderen af te studeren. Ik wil daarom Voor de volgende keer, zal het me helpen
de volgende mensen bedanken:
als ik 2 twee methoden meer zal inzetten:
Maar het allermeest dank natuurlijk aan Lisa, mijn vriendin, die het een ruime 6 jaar heeft
schrijven en het maken van sfeerbeelden. Ik
Mijn mentor Ellen Marcusse. Ellen, voor mij
volgehouden met een vriend die Academie
maak me veel voorstellingen in mijn hoofd,
was je de ideale begeleider: vrolijk, zakelijk en
deed. Niet alleen steunde jij me op de nachten
maar werk ze niet uit in bijvoorbeeld fotocol-
toch kritisch. Heel fijn! Mijn commissieleden
voor de examens, maar jij bood me letterlijk
lages. Dit maakt het lastiger om met anderen
Ton Schaap, vol ervaring, duidelijk en positief
en figuurlijk de ruimte en de tijd om deze
tussentijds te communiceren. Bovendien is
en Cees van der Veeken, altijd bereid mee te
studie te doen. Ook als het tegen zat. Nu staan
het handig voor een meer expliciete commu-
denken.
we weer quitte en hebben we hopelijk 14
nicatie met mezelf.
mooie rustige jaren. Dan vrienden en collegaâ&#x20AC;&#x2122;s, die soms kort, soms
Daarnaast is het opgevallen dat bij tekenen op
uitgebreid, soms vaker of eenmalig interesse
de computer snelheid en creativiteit toch wat
toonden, meedachten en hulp boden. Super
lager liggen, dan bij handschetsen. En maquet-
bedankt Miriam, Marc, Luc, Laura, Cor, Sara,
164
165