WOONLAB, een onderzoek naar de potentie van collectieve woonvormen in de stad. afstudeerproject Graham Kolk aan de Academie van Bouwkunst, juli 2013.
WoonLab, afstudeerproject
INLEIDING, Met dit ontwerp onderzoek
Graham Kolk (Arch) Academie van Bouwkunst (Amsterdam) 10 juli 2013
ik de meerwaarde van collectieve woonvormen in de stad, waarbij het collectieve woongebouw meer is dan een optelsom van individuele wooneenheden in de stad. Het onderzoek richt zich niet zozeer op de individuele woningen of op het stedenbouwkundig ensemble, maar met name op de ruimtes daartussen, de collectieve ruimte. Hier ligt naar mijn mening het antwoord op veel vragen waar de woningbouwopgave momenteel mee te maken heeft. Het doel is dat de woonomgeving voor zowel stad (het publiek domein) als bewoner (de individuele gebruiker) een meerwaarde vormt.
Commissieleden Marcel van der Lubbe Daniëlle Huls Tom Jonker Toegevoegde leden Mariëtte Adriaanssen Florian Schrage
(mentor)
(T3)
“HOE ZIET EEN WOONOMGEVING ERUIT ALS MEN DE KRACHTEN BUNDELT EN ELKAAR HELPT OM, INDIVIDUEEL ONMOGELIJKE, WOONWENSEN OF LUXE ALS COLLECTIEF TE VERWEZENLIJKEN.”
MEERWAARDE, Zou het niet fantastisch
RELEVANTIE, In collectieve woonvormen
zijn als men collectief ‘individuele problemen’ in kansen kan veranderen. Hierbij valt te denken aan ouderen die graag zo lang mogelijk zelfstandig willen blijven wonen, maar tegelijkertijd een hoog risico lopen te vereenzamen. Wanneer zij wonen in de buurt van (jonge) gezinnen, waarvan beide ouders werken, kunnen zij de kinderen opvangen na schooltijd. Het mes snijdt dan aan twee kanten; de ouderen vereenzamen minder en de gezinnen besparen kosten op dure kinderdagverblijven.
zie ik een mogelijkheid te reageren op een aantal actuele thema’s zoals: - Één persoons huishoudens Financieel haalbare woonvormen voor één persoons huishoudens. Steeds meer mensen wonen alleen of zijn gescheiden. - Gezinnen in de stad Gezinnen ontvluchten de stad omdat er geen of te weinig alternatieven worden geboden voor huis met tuin. - Zorgvraag Ouderen willen en zullen straks langer zelfstandig gaan wonen. Een betrokken gemeenschap kan in lichte gevallen elkaar steunen. - Verdichten Door meer mensen op de vierkanten meter wordt de, financiele, spreiding groter en geeft het de mogelijkheid meer kwaliteit te introduceren. - Vereenzaming Tegenwoordig communiceren we veel één dimensionaal via de telefoon of computer. Waarbij het fysiek ontmoeten tot een minimum wordt gedreven. In al mijn projecten probeer ik het fysiek ontmoeten te stimuleren.
buiten spelen
INTERVENTIE,
Het conventionele Amsterdamse bouwblok is verleden tijd. Onze bestaande woningvoorraad is gebaseerd op zelfstandige cellen die zo min mogelijk met elkaar en met de buitenwereld verbonden zijn. De route van het publieke domein ‘de straat’ naar het privé domein ‘de woning’ wordt verborgen en zo kort mogelijk gehouden. In de meeste gevallen vanwege economische redenen. Dit heeft tot gevolg dat buren/blokbewoners elkaar niet of nauwelijks ontmoeten.
PROGRAMMA,
conventioneel Amsterdamse bouwblok
Het Berlijnse model Mijn interventie is erop gericht om de vervreemding tegen te gaan door spontane ontmoetingen te stimuleren en het toevoegen van gemeenschappelijke voorzieningen. Hierbij wordt het hof gebruikt om centraal binnen te komen en zichtbaar naar de voordeur te bewegen. Het hof kan zowel verdicht als geactiveerd worden met programma. Daarnaast geeft het hof een buurtgevoel waar als ware het ‘dorpse karakter’ wordt teruggebracht. De voordelen voor de bewoners zijn van sociale, economische en functionele aard.
Voor velen is het grondgebonden huis met tuin een ideaal woonbeeld. Dit is niet voor allen weggelegd. Het voorstel is om deze woondroom om te buigen, en te verwezenlijken via een collectief doel. Hierbij worden de specifieke kwaliteiten van het grondgebonden huis met tuin ontleedt, zoals speelruimte, tuinieren, volkstuintjes en zonnen. Deze worden vertaald naar een stedelijk woongebouw, waar het leven en ontmoeten in de collectieve ruimte wordt gestimuleerd. Zo kan een ieder genieten van de kwaliteiten van het grondgebonden huis met tuin in de stad.
zonnen
tuinieren
wandelen
zicht op straat
contact met buren
samen eten
varen
dorpse grondgebonden huis met een tuin
daktuin
straat op hoogte zonnen
wandelen
hof als gemeenschappelijke kwaliteit gebruiken contact met buren tuinieren buitenspelen
samen eten
zicht op straat
stedelijke vertaling van het dorpse grondgebonden huis met een tuin
LOCATIE KEUZE, Een prachtige locatie waar zich al vormen van collectiviteit voordeden was het braakliggende terrein aan de Bilderdijkkade in Amsterdam OudWest. Deze, tijdelijke ingerichte, plot wordt door zowel stedelingen als buurtbewoners gebruikt en geeft van jong tot oud de ruimte om te spelen, tuinieren of te zonnen. Juist dit gevoel wil ik gebruiken in mijn ontwerp.
LOCATIE FOTO’S genomen vanaf het plangebied. Het geeft een beeld van de context.
collectief gebruikte ruimte
Bilderdijkkade
industrieel verleden
voormalige tramremise ‘de hallen’
plangebied
maskering van de industrie
te grote blokken,
voormalig tramremise kleinere blokken introduceren en collectieve ruimte toevoegen
LOCATIEANALYSE, De locatie kenmerkt
de Clecqstraat
zich door 19e eeuwse bouwblokken, een gracht en een industrieel verleden met de voormalig tramremise als laatste bewijs. Het industrieel karakter in combinatie met grote bouwblokken en kleinschalige bebouwing maken de Bellamybuurt tot een interessante locatie.
Kwakersstraat
Winkels en voorzieningen Deze multiculturele buurt vindt haar voorzieningen voornamelijk in de Kinkerstraat, Bilderdijkstraat en op de markt die te vinden is op de Ten Katestraat.
Bilderdijkgracht
Bilderdijkkade
Kinkerstraat
Bellamyplein
passage
t
ar
va
en
lor
er
stv
Ko
Kinkerstraat
Tollenstraat
Voormalige tramremise Het eens tot de stad behorende tramremise wordt nu onderdeel van de bellamybuurt en heeft de potentie een hoop levendigheid met zich mee te brengen.
Ten Katenstraat
onderzoeksgebied
plangebied
analyse
19e eeuwse woonwijk
tramlus overbodig
verbinding zoeken met voormalig tramremise
‘stedelijk tapijt’
blok is te groot, geen meerwaarde voor stad
STEDENBOUW, Het stedenbouwkundig plan is gebaseerd op collectiviteit en het toepassen van verschillende vormen van gemeenschappelijk wonen. De collectieve woonvorm komt ten gunste van zowel de bewoners als van de stad (in functies en kwalitatieve buitenruimte). Balans: blok,korrel en ontsluiting De balans tussen blokgrootte, korrel en ontsluitingsprincipe is bij de 19e eeuwse woonblokken ver te zoeken. Hierdoor is de betrokkenheid laag en de anonimiteit hoog. De vier kleinere blokken hebben een betere balans tussen blok en korrelgrootte en zorgen daarom voor minder anonimiteit en meer buurtgevoel (bottum-up approach). Tegelijkertijd hebben de blokken een maat van stedelijkheid (topdown approach) waarin bijvoorbeeld zaken als parkeren kunnen worden opgelost.
plangebied
Ensemble in een decor De 19e eeuwse woonblokken vormen een decor van stedelijk wanden waarin het plangebied ligt, waarbij de nieuwe blokken een ensemble vormen met de voormalige tramremise. Het gebied wordt versterkt door de onnodige tramlus te verwijderen en het plangebied autoluw en toegankelijk te maken. Naast de diversiteit in bebouwing (stroken en blokken) is er een enorme rijkheid aan tussenruimte waarin een groot aantal woonklimaten te ontdekken zijn, zoals de woonstraat, de stadstuin, het ‘ontmoetingshof’ en het buurtplein. Deze woonklimaten variëren in mate van gemeenschappelijkheid en zijn erop gericht om woonkwaliteiten te bieden die levendigheid met zich meebrengt.
decor van stedelijke wanden
autoluwe zone
straten begeleiden met bebouwing
hoogteaccent zorgt voor richting en omsloten plein
relatie en zicht op gracht en publieke ruimte toevoegen
ontmoetingshof buurtplein
blok opknippen naar kleinere blokken
interactie en toegankelijkheid
ensemble van 5 verschillende blokken
karakter stedelijke ruimte
stadtuin
woonstraat gracht
buurtplein met hoogteaccent
‘stadstuin’
‘woonstraat’
‘ontmoetingshof’
KARAKTERISTIEKE KAPVORM, de karaterstieke, industriële, zadelkap van de voormalige tramremise geeft het gebied karakter. Daarnaast geeft het daklandschap de mogelijkheid zowel een verbinding te maken met de 19e eeuwse bouwblokken (plint, lijf en daklandschap) als een ensemble te vormen met de voormalige tramremise (industriële kapvorm).
ensemble van 5 blokken
aansluiten op bestaand blokken geleding
kap
industriële kap
lijf
lijf
plint
plint
romneyloods kap
karakteristieke kapvorm van de voormalige tramremise gebruiken
zadelkap < 30graden
BEELDKWALITEITSPLAN,
Naast de industriële kapvorm (romneyloodskap, zaagtand, shedkap zadelkap <30graden) neemt het beeldkwaliteitplan op, dat de verschillende blokken industrieel worden gematerialiseerd. Doel is een statement naar de stad te maken en een contrast te vormen met de 19e eeuwse bakstenen blokken. Dit contrast, samen met de specifieke kapvormen, maken het mogelijk dat het ensemble door verschillende architecten(bureaus) ontworpen kunnen worden en toch als één plan ervaren wordt.
individuen maken de familie
BLOKUITWERKING,
Voor de architectonische opgave werk ik het grootste en meest noordelijke blok uit. Dit blok maakt aansluiting met het plein, de gracht, de bestaande bebouwing (de hallen en het bouwblok) en de nieuwe blokken. Zoals eerder genoemd zal het blok vanuit de stedenbouwkundige visie een industriĂŤle vormgeving krijgen. Daarnaast krijgt het blok een hoogteaccent aan het plein, om zo het plein meer te omsluiten.
HOF, De tussenzone ofwel collectieve ruimte wordt ingezet om het leven tussen het publieke domein en het privédomein zoveel mogelijk te stimuleren. Dit wordt gecreëerd door buitenruimten van woningen te combineren met woningontsluitingen en gemeenschappelijke voorzieningen. Onderlinge verbindingen door trappen, podia en terrassen stimuleren gebruikers om in het gebouw te bewegen en elkaar te ontmoeten. Deze verbindingen vormen een nieuw ontsluitingsprincipe “de woonpromenade”. Een hybride van straat en galerij, die de verschillende buurtjes met elkaar verbinden als een dorpje. Interactie en typologieën Gebouwen waarin interactie het hoofddoel is, zoals het amfitheater, stadion en de bioscoop, zijn allemaal gebaseerd op hellende vlakken. Dit om optimale interactie op een focus punt te verkrijgen en onderlinge interactie te stimuleren. Het introverte terrassenlandschap zorgt niet alleen voor de interactiekwaliteit, maar biedt ook de mogelijkheid te variëren in woontypologieën. De variatie in woontypologieën wordt ingezet om een mix van mensen en leefstijlen aan te trekken, die meer draagvlak creëren voor gemeenschappelijke voorzieningen. De woontypologieën hebben elk hun eigen karakter, en gaan van klein behuisd veel uit huis, naar woongroepen tot gezinswoningen met leefkeukens aan het hof.
kaswoning
steegwoning hof
gezinswoning
uitgangspunt: centraal en zichtbaar ontsluiten atelierwoning kwakerstraat
straat
dwarsdoorsnede
‘DE WOONPROMENADE’ een hybride van galerij en straat
hof geeft toegang tot elke woning panoramawoning groepswoning mini loft
terraswoning hof gracht
introvert terrassenlandschap zorgt voor interactie
buurtplein
langsdoorsnede
steegwoning, starterswoning van 2,4m breed
kaswoning, binnen en buiten vloeien in elkaar
principedoorsnede 1:200
atelierwoning, woning met aangrenst gemeenschappelijk atelier gezinswoning, begane grond staat in directe verbinding met buiten
ROUTING, Een expressieve ‘groene route’ met collectieve voorzieningen en verblijfsplekken stimuleert beweging van de bewoners binnen het gebouw. Hierdoor zal het blok als een stedelijk en sociaal weefsel ervaren worden, waar ontmoeten (tegen sociaal isolement werkt) en bewegen (tegen overgewicht werkt) vanzelfsprekend worden. Men wordt uitgedaagd om een wandeling te maken, ziet vergezichten (vanaf het dakterras met theehuis en filmtribune) en maakt gebruik van voorzieningen. De route vormt een lineaire tuin, die zowel aan de buitenzijde (privézijde) van het blok als de binnenzijde (gemeenschappelijke zijde) een beplantingsstrook heeft. Dit geeft de bewoners de mogelijkheid het blok zelf kleur en identiteit te geven.
theatertribune
woonerf
tuin route is een lineaire tuin
zonnenterras zonnen- filmtribune kruidentuin
stadsbalkon
loggiatuin
P
kdv
dagelijkse routine vertalen naar ontmoetings mogelijkheid
route met gemeenschappelijk programma
groene route met gemeenschappelijk programma
relatie voorzieningen met type buitenruimten
THEATERTRIBUNE, De begane grond is de entree laag. Twee poorten geven toegang tot het hof. Vanaf de straat kan men met de auto in de parkeergarage rijden. Daarnaast activeert de commerciele plint de stad. Eenmaal in het blok beweegt het ‘woonerf’ zich via tribunes en plateau’s naar de verschillende verdiepingen. Op de overgang van de eerste naar de tweede verdieping ligt de theatertribune waar een hofconcert tot een een kindervoorstelling gegeven kan worden.
begane grond
1e verdieping
STADSBALKON, Bij het betreden van de tweede verdieping komt men aan op het stadsbalkon, een overdekte speelruimte waar jong en oud vertier vindt.
2e verdieping
3e verdieping
GEMEENSCHAPPELIJKE KEUKEN, Op de vierde verdieping vindt men een combinatie van een kastuin, terras en gemeenschappelijke keuken, ofwel feestruimte.
4e verdieping
5e verdieping
FILMTRIBUNE,
Op de overgang van vijfde verdieping naar het dakterras bevindt zich een zonnentribune die de gehele dag in de zon ligt. Deze zonnentribune kan voor speciale evenmenten of filmavonden worden gebruikt als filmtribune, waar het blok bijvoorbeeld voor het Nederlands elftal juigt.
5e verdieping
6e verdieping
DAKTERRAS, Eenmaal op het hoogste punt aangekomen wacht een dakterras met uitzicht over Amsterdam, een theehuis met kruidentuin. Hier kan men heerlijk in de zon vertoeven of wel de handen uit de mouwen kan steken om in de kruidentuin aan de gang te gaan.
5e verdieping
6e verdieping
EXPRESSIE EN MATERIALISATIE, Het blok heeft een faciliterende functie, met een neutrale uitstraling waarin de gebruikers het blok kleur kunnen geven. De meeste woningen hebben de informele zijde van de woning naar het collectief gericht. Hierdoor zal men geneigd zijn deze ruimte te personaliseren (met bankjes, speelgoed etc.). Deze faciliterende functie geldt ook voor de gevel. De betonconstructie zorgt voor een raamwerk van vloeren, schijven en gaten, die een structuurspel met elkaar aangaan dat tot uitdrukking komt in de gevel. De invulling van het raamwerk vertaalt op abstracte wijze wat het achterliggende programma (typen woningen, gemeenschappelijk programma) is. De stadszijde heeft een stedelijke maatvoering en is vrij hard gematerialiseerd in staal en glas. Deze stalen gevelbekleding geeft het blok een moderne en solide uitstraling, tegen het “geitenwollen sokken” image van communebouw, en maakt gelijktijdig een statement naar de stad. De binnenzijde is vrijwel op dezelfde wijze gedetailleerd. Anders is de maatvoering en toevoeging van hout. Sprongen in het terrassenlandschap geven het binnengebied een menselijke maat. Daarnaast zorgt het houtgebruik en de beplanting voor tactiliteit en wordt op deze wijze het gebouw tastbaar en bruikbaar gemaakt voor haar gebruikers. Het houtgebruik wordt ingezet als definiërend element voor privézones en als balustrade op het lamellenhekwerk.
daklandschap
lijf
het blok is de korrel en symboliseert het ‘colletief’
structuur van vloeren, schijven en gaten
route wordt opgenomen in structuur
gevel als abstract structuurspel
VLOER EN TECHNIEK gaan in dit project hand in hand. De pakketdiktes voor afschot en isolatie lopen behoorlijk op. Om deze diktes niet als issue maar als mogelijkheid te zien wordt het dikte pakket ook in de woningen opgenomen. Hierdoor kunnen de woningen niet alleen gelijkvloers aansluiten op het hof en versterkt dit de relatie, maar herbergt het ook de installaties. Het voordeel hiervan is dat de installaties later zonder grote bouwkundige ingrepen vervangen of gerepareerd kunnen worden. Waarom de keuze voor een staalgevel? - Contrast met 19e eeuwse bouwblokken - Moderne uitstraling die vooruitgang weerspiegelt en breekt met het â&#x20AC;&#x153;geitenwollen sokkenâ&#x20AC;? imago van commune gebouwen - Straalt een solide structuur uit - Gevelmateriaal representeert de achterliggende betonconstructie - Duurzaam en onderhoudsarme gevel - Gewalst witte staalplaat met een lichte glans toont het relief in de zon - Geperforeerde staalplaat plafonds voor verbetering van de akoestiek
betonwand (ihw gestort) stalen puien en houtskeletbouw staalplaat
25 50
vloerafwerking epoxyvloer met vloerverwarming
150
isolatielaag met installaties
250
beton (bekistingsplaat)
detail
“EEN WOONOMGEVING WAAR MEN SAMEN WOONWENSEN ALS COLLECTIEF TE VERWEZENLIJKEN.”
WoonLab, afstudeerproject Graham Kolk (Arch) graham.kolk@gmail.com Academie van Bouwkunst (A’dam) 10 juli 2013 Commissieleden Marcel van der Lubbe Daniëlle Huls Tom Jonker Toegevoegde leden Mariëtte Adriaanssen Florian Schrage
(mentor)
(T3)