Philomene van der Vliet
STRINGS ATTACHED METROPOLITAAN NETWERKPARK VOOR AMSTERDAM WEST
DISCOURS METROPOLITANE PARKEN- SELECTIE UIT PUBLICATIES
HOOFDSTUKINDELING
INHOUDSOPGAVE
AFSTUDEEROPGAVE
04
ONDERZOEK
06
ANALYSE
20
ANALYSE BRETTENSCHEG
26
CONCEPT
38
ONTWERP
42
UITWERKING
64
ONE MORE THING
70
STRINGS ATTACHED
03
AFSTUDEEROPGAVE
KANSEN VOOR HET METROPOLITANE PARK
De groei van onze steden vergroot de noodzaak van een regionale visie op de stad-land relaties. Niet één verbinding, maar de samenhang bepaalt immers de kwaliteit van de woon- en leefomgeving en de identiteit van de parken. Nabijheid en verbondenheid met grootschalige landschappen, het zijn potenties die de Randstad nog veel sterker kan benutten. Het Hollandse landschap heeft een internationaal concurrerende kwaliteit!
KANSEN VOOR HET METROPOLITANE PARK De grootste kans voor het metropolitane parklandschap zit hem in het leggen van nieuwe verbindingen tussen woonrecreatie- en werklandschappen. In feite wordt de stedeling nu een eenzijdig programma aangeboden van landschap direct aan de stad dat nauwelijks toegankelijk is. Of het nu gaat om de ondoordringbare industrieterreinen, ons cultuurlandschap of de eenvormige recreatieterreinen. Metropolitane parklandschappen zijn extensieve uitgebreide landschappen die een integraal onderdeel vormen van het verstedelijkt gebied , een landschap in beweging waarin gewoont gewerkt en gerecreeerd wordt. Werklandschappen en Cultuurlandschappen kunnen de stedeling een programma bieden waar in de stad geen plaats voor is. Aan monofunctionele voorgeprogrammeerde besloten recreatiepark of industrieterrein kan een nieuwe laag worden toegevoegd welke uitnodigt tot allerlei vormen van gebruik. HOOFDVRAAG Hoe ziet een park op de schaal van de metropool er uit? Wat is de structuur, de schaal, het programma en de verschijningsvorm van een metropolitaan parklandschap ? In de stad ligt een reeks van parken, van klein naar groot. Het Vondelpark is groot, het Amsterdamse Bos groter, Spaarnwoude nog groter, en dan hebben we het wel gehad. Is een park op de schaal van het metropolitane landschap denkbaar? En hoe moet het nu met de stedelijke programma’s die boven het metropolitane landschap zweven? Ruimte zat! - het gaat er om de juiste landingsplaats te vinden. STRINGS ATTACHED is gericht op een kwaliteitsslag van de (groene) structuurvorm van Amsterdam en het leggen van nieuwe verbanden tussen woon, werk- en recreatielandschappen. OPGAVE EN LOCATIE STRINGS ATTACHED is een ontwerp voor een metropolitaan netwerkpark in het Noordzee-kanaalgebied; het gebied van het centrum van Amsterdam tot aan zee. De strategische ligging binnen het stedelijk veld (de Noordvleugel) van het gebied rondom het Noordzeekanaal biedt enorme potentie voor het doen slagen van een netwerkpark. De uitgestrekte zeehaven van Amsterdam tot aan IJmuiden biedt werkgelegenheid aan 33.000 directe en
22.000 indirecte arbeidsplaatsen. Een werklandschap van 26 km! Doel van het metropolitane parklandschap is om een wisselwerking op gang te brengen tussen wat dit werklandschap biedt en de recreatieve behoefte vanuit de verstedelijkte gebieden. Naast het havengebied rijgen het Noordzeekanaal, de Haarlemmertrekvaart en de Haarlemmerweg, een reeks van interessante ‘velden’, ontwikkelingen, cultuurlandschappen en bijzondere plekken aan elkaar. Zee, duinen, de binnenduinen en de IJpolders maar ook ontwikkelingen als Spaarnwoude, golfterreinen en ‘buitens’ als Velserbeek. Grootste probleem van het Noordzee-kanaal gebied is dat de ontwikkelingen als los zand aan elkaar hangen en grotendeel ontoegankelijk zijn. STRINGS ATTACHED rijgt deze besloten en vaak gerprivatiseerde velden als een lappendeken aan elkaar tot een werkend metropolitaan park. In deze reeks is voor een ieder- voor zowel stedeling als werkende mens- een landschappelijk hoogtepunt te ontdekken. Het metropolitane parklandschap legt de relatie tussen Amsterdam en de Zee . Om het havengebied weer met de stad te verbinden, is tevens een fysieke interventie nodig. Het monofunctionele werklandschap wordt waar noodzakelijk doorbroken met als doel het Brettenscheg als metropolitaan park werkend te krijgen en betere verbindingen te leggen. Werken is niet langer gedoemd plaats te vinden in geisoleerde gebieden maar in een werkend metropolitaans parklandschap. Andersom hoeft recreatie niet langer een bezigheid te zijn dat een romantisch arcadisch decor vereist. De grote uitdaging is om het werklandschap aan het verscholen Noordzeekanaal, voor nog meer groepen gebruikers aantrekkelijk te maken zonder afbreuk te doen aan de avontuurlijkheid en puurheid van de haven. In het nieuwe metropolitane park woont en werkt met in een recreatielandschap en recreëert men in een levende belevingsmachine. Aan het voorgeprogrammeerde besloten werklandschap wordt een nieuwe kleurrijke laag toegevoegd die in de behoefte voorziet van de Amsterdammer en de bewoner van de Noordvleugel.
STRINGS ATTACHED
05
Burgemeesters van verschillende grote steden promoting de‘livability’ van hun steden op de fiets: v.l.n.r. burgemeester van Madrid, Vancouver, Chicago, Parijs en London en San Fransisco
ONDERZOEK
TREND
Er lijkt een trend gaande; wereldwijd proberen metropolen zich te profileren door middel van hun groene leefomgeving en groenstructuren. Het ‘branden’ van steden met behulp van grootschalige parkstructuren en landschappelijk decorum lijkt een nieuwe manier om de stad te identificeren met gezondheid, succes en welvaart. Het vergroot de aantrekkingskracht van de stad. Deze ‘battle of cities’ wordt het best weerspiegeld door de ‘rankings’ die in omloop zijn; Lijstjes van onderzoeksbureaus, internationale tijdschriften en multinationals als ‘Mercer’, ‘the Economist Intelligence Unit’, ‘Siemens’ en ‘Forbes’, beoordelen de stedelijke agglomeraties volgens ingewikkelde puntensystemen op leefbaarheid. Met groen en een goede landschappelijke setting kun je scoren. Overigens verschillen deze lijsten en de puntentelling onderling erg. Amsterdam komt, als enige Nederlandse stad, in enkele van deze rankings voor. Ook de te winnen titels lopen uiteen, van ‘greenest’ - tot ‘most livable city’. Toch moet men de waarde van dergelijke lijstjes niet onderschatten. Ook in onze ‘eigen’ Randstadvisie 2040 komt de leefbaarheid van onze Randstadmetropool en grote steden aan de orde en ook hier is groenstructuur (maar ook blauwe structuren) een van de peilers. Burgemeesters, bestuurders van deze metropolen zien dat investeren in de groene setting van de stad, het vestigingsklimaat en de aantrekkingskracht van hun stad vergroot. Dit is interessant omdat een goed vestigingsklimaat multinationals en investeerders aantrekt. Deze bedrijven met hun vaak hoog opgeleide werknemers willen naast goede voorzieningen, een prettige leefomgeving en een goed uitloopgebied. Investeren in groen heeft dus een direct economisch resultaat. De lijstjes zijn de scouts van de economische bedrijvenliga op zoek naar de ideale stad voor hun spelersteam. Metropolen moeten dus investeren in het verbeteren van de groene setting van hun stad. Maar hoe pakt men dit aan? Binnen Europa laten we door middel van vier verschillende buitenlandse voorbeelden zien hoe steden proberen hun concurrentiepositie op de markt te verbeteren door middel van nieuwe parkstructuren. Hoewel de voorbeelden onderling erg verschillen, hebben we geprobeerd zowel aanpak als ingreep bondig samen te vatten. Vervolgens hebben we gekeken naar hoe de trend is opgepakt binnen Nederland. Tot slot zijn op basis van dit ontwerpend onderzoek uitgangspunten geformuleerd voor een ontwerplocatie voor metropolitaan park, naar buitenlands voorbeeld, welke de concurrentiepositie van de stad Amsterdam binnen het veld der metropolen zal verbeteren.
STRINGS ATTACHED
07
ONDERZOEK
GREEN METROPOLIS MADRID, PARIS, LONDON, RUHRGEBIET AND RANDSTAD 50% van de wereldbevolking woont in steden en dat zal de komende jaren, volgens de prognose alleen nog maar meer worden. Ook in Europa groeien stedelijke regio’s door, waardoor er sterke concurrentie ontstaat tussen economische regio’s onderling.
VRIJZINNIG LONDON
Metropolen moeten dus investeren in het verbeteren van de groene setting van hun stad. Maar hoe pakt men dit aan? Dit vooronderzoek richt zich op de rol van het landschap in de metropoolvorming van Madrid, Parijs, Londen en het Ruhrgebied. Op basis het groene vestigingsklimaat profileren deze metropoolregio’s zich. Het landschap is immers geen tegenpool van de stad maar onderdeel van het stedelijke leven. De ambitie is om de leefbaarheid en het (internationale) vestigingsklimaat in de Metropoolregio te vergroten, door de waarde van de groene ruimte te vergroten. Ook voor de metropoolregio Amsterdam is dit het speerpunt, maar ze zal zich moeten uitspreken om onderscheidend en concurrerend te zijn binnen dit veld.
RUHRGEBIED
BOTTOM UP
TOP DOWN MADRID
PARIS
TRADITIONEEL
Typering planvorming van de vier onderzochte metropolen
Het onderzoek typeert zich het beste als ontwerpend onderzoek. We ontwerpen, onderzoeken, carthograferen en inventariseren tegelijkertijd om tot nieuwe inzichten te komen. Om de potenties voor de Randstadmetropool beter in beeld te krijgen bezochten we een viertal West-Europese metropolen waar het landschap drager is van een ambitieuze planontwikkeling.
Uniforme City Branding
STRINGS ATTACHED
09
ONDERZOEK
BETEKENIS GROEN VOOR ECONOMISCH VESTIGINGSKLIMAAT
Most Livable Cities by Monocle 1.Munich 2.Copenhagen 3.Zurich 4.Tokyo 5.Helsinki 6.Stockholm 7.Paris 8.Vienna 9.Melbourne 10.Berlin 11.Honelulu 12.Madrid 13.Sydney 14.Vancouver 15.Barcelona 16.Fukuoka 17.Oslo 18.Singapore 19.Montreal 20.Auckland 21.Amsterdam 22.Kyoto 23.Hamburg 24.Geneve 25.Lissabon
Quality of Living By Mercer 1.Vienna 2.Zurich 3.Geneva 4.Vancouver 4.Auckland 6.Dusseldorf 7.Frankfurt 7.Munich 9.Bern 10.Sydney 11.Copenhagen 12.Wellington 13.Amsterdam 14.Ottowa 15.Brussels 16.Toronto 17.Berlin 18.Melbourne 19.Luxembourg 20.Stockholm 21.Perth 22.Montreal 23.Hamburg 24.Nurnberg 25.Oslo
City Brand Index Simon Anholt 2009 1.Paris 2.Sydney 3.London 4.Rome 5.New York 6.Barcelona 7.San Fransisco 8.Los Angeles 9.Wenen 10.Madrid 11.Amsterdam
Sustainable Cities Europe
Happy Cities by Forbes 1.Rio de Janeiro 2.Sydney 3.Barcelona 4.Amsterdam 5.Melbourne 6.Madrid 7.San Fransisco 8.Rome 9.Paris 10.Buenos Aires
10 Green Cities by Grist 1. Reykjavik 2.Portland 3.Curitiba 4.Malmö 5.Vancouver 6.Copenhagen 7.London 8.San Francisco 9. Bahía de Caráquez 10.Sydney
1.Copenhagen 2.Stockholm 3.Oslo 4.Wenen 5.Amsterdam 6.Zurich 7.Helsinki 8.Berlin 9.Brussels 10. Paris
‘Greenest’ cities in Europe by the Independent 1. Copenhagen 2. Stockholm 3. Oslo 4. Vienna 5. Amsterdam 6. Zurich 7. Helsinki 8. Berlin 9. Brussels 10. Paris
Greenest cities in Europe by Siemens 1.Copenhagen 2.Stockholm 3.Oslo 4.Vienna 5.Amsterdam 6.Zurich DUBLIN 7.Helsinki 8.Berlin 9.Brussels 10.Paris 11.London 12.Madrid 13.Vilnius 14.Rome 15.Riga 16.Warsaw 17.Budapest 18.Lisbon 19.Ljubljana 20.Bratislava 21.Dublin 22.Athens 23.Tallinn 24.Prague 25.Istanbul 26.Zagreb 27.Belgrade 28.Bucharest 29.Sofia 30.Kiew
MADRID
LISBOA
STOCKHOLM
OERESUND
MANCHESTERLIVERPOOL
GREATER LONDON
METROPOOL REGION HAMBURG RANDSTAD
BERLINBRANDENBURG
RUHRGEBIET VLAAMSE RUIT GRAND PARIS
RHEIN-MAIN
FRANKFURT LYON MILANO
BARCELONA ROMA
WIEN
Madrid Madrid 4.0 mln.
Madrid 4.0 mln.
4.0 mln.
Madrid 4.0 mln.
Parijs
10.0 mln.
Parijs
Parijs
10.0 mln. ONDERZOEK
10.0 mln.
METROPOOL-DATA
Madrid 4.0 mln.
Madrid 4.0 mln.
Parijs
10.0 mln.
Parijs
10.0 mln.
Parijs
10.0 mln.
London London 11.0 mln. 11.0 mln.
London 11.0 mln.
London 11.0 mln.
London 11.0 mln.
London 11.0 mln.
MADRID
PARIJS
LONDON
POPULATIE
POPULATIE
POPULATIE
5,300,000
10,600,000
13,945,000
DICHTHEID
DICHTHEID
DICHTHEID
5,258 pers/km2
3,545 pers/km2
4,172 pers/km2
BEBOUWD OPPERVLAK
BEBOUWD OPPERVLAK
BEBOUWD OPPERVLAK
923 km2
2,721 km2
2,263 km2
Ruhrgebied
0.0 mln.
Ruhrgebied 10.0 mln.
Ruhrgebied 10.0 mln.
Ruhrgebied
Ruhrgebied 10.0 mln.
Ruhrgebied 10.0 mln.
10.0 mln.
Randstad 6.0 mln.
Randstad 6.0 mln.
Randstad 6.0 mln.
Randstad
Randstad 6.0 mln.
Randstad 6.0 mln.
6.0 mln.
? RUHRGEBIED
RANDSTAD
POPULATIE
POPULATIE
11,100,000
6,600,000
DICHTHEID
DICHTHEID
4,171 pers/km2
4,651pers/km2
BEBOUWD OPPERVLAK
BEBOUWD OPPERVLAK
1,823 km2
1,419 km2
LEARNING FROM MADRID Madrid heeft een moeizame relatie met de rivier die door de stad loop, de Manzares. Ondanks de historische en geografische ligging in de voorgaande eeuwen, heeft de ontwikkeling van de stadsvorm en het stedelijk leven zich afgewend van de rivier. In de tweede helft 20ste eeuw, die gepaard ging met grote bevolkingsgroei, was het dan ook een ‘logische’ keuze om op de oevers van de rivier aan beide zijden een vierbaanssnelweg te bouwen. Tot 2004 bleef deze breuklijn in de stad zichtbaar, daarna werd gestart met een ambitieus plan dat z’n invloed heeft op de ontwikkeling van de gehele metropool.
LEARNING FROM PARIS Kort na zijn aantreden in 2007 nodigde Sarkozy 10 architectenbureaus uit om een visie te geven op de Parijse Post-Kyoto metropool voor 2030. De bid om de Olympische Spelen, welke Parijs verloor van London in 2005, werd door Parijs als diepe nederlaag gevoeld. Bovendien hadden rellen in de banlieus Parijs internationaal in slecht daglicht geplaatst. Om dit te boven te komen verenigde Parijs haar krachten. Samen met de kersverse president op het Elysee koos de stad voor een strategie die Parijs moest doen groeien volgens een ruimtelijk geconcentreerd model en tergelijkertijd meer samenhang moest geven.
De belangrijke ingreep van het Rio Manzares project was het ondertunnelen van 2 x vierbaanssnelweg langs de rivier ‘Manzanares’, de drukke verkeersader die het hart van de stad doorsnijdt. Er werd 23 km tunnel aangelegd waarin de afslagen en rijbanen voor het 10 km lange gebied langs de rivier de Manzanares verdwenen. Hiermee werd een grote barrière in de stad opgeheven en verbindt het de stad aan de bergen richting het noorden en de bosachtige gebieden richting het zuiden. Nu is de corridor door de stad is vormgegeven als een lange parkachtige promenade en voegt het een lommerrijke, schaduwrijke groenstructuur aan de stad toe. Een welkome verkoeling in het extreme klimaat van de hoofdstad. De promenade doet dienst als een groene flaneerroute door de stad voor de stedeling, en roept veel activiteit op. De enorme drukte van het park bewijst dat de toevoeging aan het leefklimaat van de stad zeer geslaagd is. Bovendien hersteld het ‘Superstadspark’ de relatie tussen stad en landschap. Het ontwerp en sfeer van verwijst naar haar omliggende landschappen, waardoor het gebied als één entiteit wordt gelezen.
Sarkozy wilde laten zien dat hij de situatie in de banlieus aan ging pakken. Werkgelegenheid buiten de ring moest worden verbeterd maar vooral ook ontsloten middels een beter OV-systeem. Het woningtekort moest aangepakt. Daarnaast moest de barriere tussen Parijs en haar buitenwijken, in de vorm van de 35,5 km lange Péripherique, worden geslecht. Ook op het gebied van duurzaamheid en groen werd de lat werd hoog gelegd; Uitgangspunt voor de 10 inzendingen was het Kyoto verdrag; Minder reistijd, meer contact met de natuur en evenwicht tussen natuur en stad.
Het plan komt voort uit ambitie van Ruiz-Gallardon, de burgermeester van Madrid om de snelweg te ondertunnelen. Dit werd binnen zijn eerste ambtstermijn verwezenlijkt. In zijn tweede ambtstermijn werd het ‘Superstadspark’ gerealiseerd. De burgermeester is de grote drijvende kracht achter het plan. Het Nederlandse bureau West 8 maakte het ontwerp voor het ‘Superstadspark’ op de rivieroevers en het nieuwe stedelijke gebied. Voor de inrichting van de verschillende onderdelen werden daarna 6 afzonderlijke deelplannen getekend. Het ‘superstadspark’ is een volledig ontworpen plan en de planning van het project bijzonder topdown. In slechts 6-7 jaar tijd is het plan ontworpen en uitgevoerd. Dat begon in 2004 met de eerste tekeningen van het ondertunnelen van de Snelweg M-30 langs beiden zijden van de rivier tot het de oplevering van de laatste parkonderdelen halverwege 2011. In de tussentijd werden al delen van de boulevard en het park opgeleverd. Elke oplevering van een plandeel of opening van een deelpark wordt aangegrepen om de daadkracht en proporties van het plan te benadrukken. In die uitvoering zijn grote geldbedragen gestoken om het plan in een keer neer te zetten, resultaat daarvan is dat de stad nog vele jaren in de schulden zal zitten. De internationale aandacht voor Madrid is wel in grote mate gestegen door het plan, het is het logo voor de metropool geworden. Economisch en recreatief gaat de stad er de afgelopen jaren op vooruit en er is volop positieve aandacht voor dit plan en de stad in alle media.
De inzendingen voor le Grand Paris hebben ieder afzonderlijk veel aandacht besteed aan het begrip duurzaamheid. De verschillen in de aanbevelingen ten behoeve van het verbeteren van de relatie tussen stad en landschap zijn echter erg groot; De Franse architect Castro richtte zijn blik op de banlieus een park in de wijk Courneuve, een van de slechtste buurten van Paijs, en toverde deze om tot central park omringt door wolkenkrabbers. De Britse Architect Richard Rogers projecteerde een park op de sporen van Gare du Nord en Gard du l’Est dat tot diep in de voorsteden loopt en projecteerde daktuinen op publieke gebouwen. MVRDV wilde van Parijs juist de meest compacte stad ter wereld maken. De ruimte die vrijgemaakt werd door het ondergronds aanleggen van infrastructuur kon volgens Winy Maas worden hergebruikt voor nieuwe groenstructuren. Yves Lion ziet in de stad voldoende ruimte voor velden en bossen zodat iedere inwoner zijn eigen groente kan verbouwen, een ongelukkige gelijkenis met de Russische Sovjetsteden. Men zou kunnen zeggen dat ‘Grand Paris’ is mislukt ; Van alle aangedragen ideeën t.b.v. de verbetering van de relatie tussen stad en ommeland, zullen misschien alleen twee metrolijnen tot uitvoer overgaan en bijdragen tot een betere bereikbaarheid van de landschapsparken in de banlieus en de ‘Grand Forets’. Anderzijds gaat de burgemeester van Parijs Bertrand Delanoë, die zich succesvol inspande voor het gebruik van fietsen, electrische auto’s en de ‘Paris Plages’ in zijn stad, vooral binnen de ring door met het verbeteren van de groenstructuur. De stad heeft in november 2011 een nieuw plan voor behoud van biodiversiteit aangenomen; Naast het uitbreiden van een electronisch tramsysteem en het verbeteren van de ecologische kwaliteit van Bois de Boulogne en Bois de Vincennes, wil Parijs voor 2020, 7,4 ha. aan groene daktuinen realiseren. De plannen zijn niet zo ambiteus als die van Richard Rogers, maar toch. Momenteel beschikt de stad over 3,7 ha aan daktuinen. Als de stad haar belofte houdt zal het aantal ha. met 300% stijgen voor 2020. Een ander voorbeeld waarmee de stad steeds meer laat zien dat ze daadwerkelijk bezig is met groene duurzame ontwikkeling zijn de plannen om delen van de Seineoevers vrij te maken van verkeer. Het verkeer gaat echter niet ondergronds zoals in het compacte stad-model van MVRDV maar wegen wordt versmald, of afgesloten. Ondanks veel kritiek gaan nu, mede dankzij de verkiezingen, de plannen door. De uitvoering begint in september 2012. Ongeveer een kilometer van de autoweg op de rechteroever wordt versmald. Aankomende lente zal 2,5 km van de linkeroever geheel worden afgesloten voor auto’s. De stad wil er een park van maken van zo’n 4,5 ha met drijvende botanische tuinen, sportvelden, restaurants, een bloemenmarkt en misschien een ‘batobar’ een boot voor korte riviertochtjes met drankjes.
ONDERZOEK
LEARNING FROM MADRID, PARIS, RUHRGEBIET EN LONDON LEARNING FROM RUHRGEBIET Het masterplan voor het Ruhrgebied heeft als doel het omvormen van een ontoegankelijk en verlaten industrielandschap. Dat landschap was volledig ingericht op industriële productie en transport van ruwe grondstoffen. Het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving, van industrieel en grijs naar cultureel, groen en toegankelijk recreatielandschap. Daarbij wordt het nieuw parklandschap en industrieel verleden ingezet als aanjager en model voor stedelijke ontwikkeling. Het is een transformatieproces van zwaar vervuild gebied geteisterd door krimp, naar een kwalitatief hoogwaardig recreatielandschap. De herontwikkeling van het Ruhrgebied heeft een groen imago, het creëert een samenhangend netwerk van verbindingen en onderhoud van het gebied identiteit. Industriële randen en achterkanten van de steden worden omgevormd tot industrieparken met een een internationale status. Deze parken fungeren als een ‘poort’ naar het landschap en zijn essentieel om het ontoegankelijke industrielandschap, volledig georiënteerd op industriële productie en transport van ruwe grondstoffen, om te vormen tot een toegankelijk recreatief landschap. Toeristen van uit de hele regio en verder parkeren hun auto op een van de industrieparken en stappen vanuit daar op de fiets om het landschap te verkennen. Het Ruhrgebied kan, door toevoeging van een uitgebreid cultureel programma zelfs op internationale aandacht rekenen. Het masterplan voor het Ruhrgebied is een strategisch opgebouwd raamwerk waar Regionalverband Ruhr is verantwoordelijk voor beheer en ontwikkeling van het landschapspark. Het Emscher landschapspark is een cruciaal onderdeel van de regionale ontwikkelingen en fungeert als een “groene connector” tussen de steden van het Ruhrgebied. Het Regionalverband werkt samen met 20 gemeenten, 2 districten, 3 regionale bestuursorganen, Nordrhein Westphalen en watergenootschap Lippeverband/ Emmschergenossenschaft. Het raamwerk is een strategisch kader op hoofdlijnen (top-down) dat veel ruimte voor lokale ontwikkelingen en aanpassingen in de tijd. De transformatie van het landschap wordt gezien als een continu proces, zonder volledig vastgelegde eindbeelden. Er is ruimte in het plan om initiatieven op te nemen en adopteren. Het project heeft bereikt blijvende verbeteringen in de leef-en werkomgeving van de betrokken steden door het verbeteren van de ecologische en esthetische kwaliteit van hun nabijgelegen platteland. Door het herprogrammeren en het behoud van de indrukwekkende overblijfselen van het industriële tijdperk is het Ruhrgebied in staat geweest om zijn unieke identiteit te behouden en heeft gebrandmerkt zich als een oud monument van de industriële samenleving. De realisatie van het plan heeft een lange omlooptijd; Er is in 1999 gestart, maar nog steeds worden delen uitgewerkt en gerealiseerd. In 2010 is het masterplan geher-ijkt.
LEARNING FROM LONDON In 2005 sprak de toenmalige burgermeester van Londen, Ken Livingstone, zijn ambitie uit om zijn stad, de metropool London, klimaatneutraal te maken. Hiervoor is een eigen ontwerpteam, Design for London, in het leven geroepen met architect Richard Rogers aan het hoofd. Design for London ontwikkelt zowel ondersteunend beleid als het ruimtelijk kader en werkt met lokale en strategische partners aan meer dan 100 lokale projecten om te voorzien in een netwerk van open ruimte, natuurlandschappen, riviercorridors en de schakels ertussen. Uitvoering van de strategie geschiedt door publiek-private partijen. De leden van het Design for London-team zitten bij het concretiseren van al deze opgaven, de planvorming en realisatie ervan, aan tafel en hebben een initiërende, ontwerpende, adviserende en toetsende rol. Voor Oost-London heeft Design for London een strategisch masterplan, ‘the Green Grid’, gemaakt. Dit systeem van ecologische verbindingen moet de klimaatverandering en andere ecologische problematieken opvangen en het aanbod van betekenisvolle groene ruimtes in de stad vergroten. Daarnaast dient ze als sterk sociaal impuls voor de arme wijken aan de, voorheen sterk geindustrialiseerde,oostkant van London. Design for London hanteert een hechte planningsrelatie tussen stad en landschap en legt verbanden tussen de stad en een reeks van aangewezen ‘landschapscorridors’. Centrale drager in deze Green Grid is de Thames. De verschillende corridors, voornamelijk gebaseerd op bestaande groene en blauwe structuren, worden direct gekoppeld aan de publieke stedelijke ruimtes van de stad. Aan een van deze landschapscorridors, Lea Valley, is de Olympic Site voor 2012 ontwikkelt. Dit ‘Olympic Legacy Plan’ dient als aanjager en katalysator voor de ontwikkeling van een deel van ‘de Green Grid’. Design for London gebruikt een zakelijke makelaarsachtige strategie om grip te krijgen op alle particuliere en private eigendommen en opdrachtgevers . ‘The Green Grid’ suggereert dat er een masterplanachtige machtstructuur boven de planvorming hangt die niet echt lijkt te passen bij het weefsel van London of de enorme mix van groene ruimtes die Design for London gebruikt om haar ambitie vorm te geven. De Grid wordt meer gebruikt als metafoor voor een internet-achtige connectiviteit. De corridors bestaan niet uit continue landschappen maar uit een patchwork van verschillende ruimten. Aan de randen van de stad zou je de grotere ruimten nog moeiteloos onder ‘Green’ kunnen scharen. Hoe dichter het netwerk zich echter ‘invreet’ in het urbane centrum van de stad des te minder groen en meer adhoc de Grid wordt. Aan het einde van de lijn kan men zich zelfs afvragen wat het verband is met de rest van het netwerk. Toch vereisen alle afzonderlijke onderdelen van de Grid een zeer zorgvuldige lezing van de specifieke locatie en van de gemeenschap.The Green Grid is in zijn structuur superflexibel. De invulling en de planning ervan zeer ‘bottom up’ binnen het grotere framework. Dankzij torenhoge ambitie en ‘bottom up’ aanpak worden grootse successen geboekt. De Olympische spelen zijn klaar evenals een reeks aan puzzelstukjes (als ‘Hackney Wick’ en de ‘Dalston Projects’) in Lea Valley. Deze afzonderlijke projecten worden aan elkaar geregen door nieuwe fiets-en wandelroutes (The Green Way, The Fatwalk, The Lea Valley Walk) tussen Thames en Greenbelt en verbonden met de aangrenzende, vaak arme, buurten door middel van nieuwe bruggen en paden. De ruimtes van de Green Grid ontlenen hun kwaliteit niet zozeer aan grote gebaren, landmarks of ontwerp bedoelt om te verleiden. Ze hebben een vorm van integriteit behouden doordat ze zijn ontstaan uit specifieke vormen van gebruik ter plaatse. De toegankelijkheid van lokale voorzieningen is verbeterd. De realisatie van buurtparken, kwalitatieve stadstraten en pleinen die routes vormen naar het landschap worden gebruikt om de Lower Lea Valley en omliggende arme woonwijken te ‘upgraden’. De ‘Green Grid’ heeft grote intenationale aandacht gekregen om zijn nieuwe planningssystematiek en het succesvol verwezenlijken van grote ambities. Momenteel is Design for London bezig met het uibreiden van de Green Grid naar heel London.
STRINGS ATTACHED
015
Madrid Rio Manzares masterplan Casa del Campo
Paris Le grand Paris
Ruhrgebiet IBA Emscher Landschaftspark
London All London Green Grid Olympic Legacy Plan
STRINGS ATTACHED
017
ONDERZOEK
VERANDERENDE RECREATIEBEHOEFTE EN GROENBLAUWE NETWERKEN CONCURRENTIEKRACHT METROPOLITAAN DELTALANDSCAP De Randstadmetropool onderscheidt zich als deltalandschap van andere metropolen. Van oudsher vestigde men zich op de hoge delen; op oeverwallen aan rivieren en op oude duinen. Het landschap hiertussen, het laagveenlandschap waar het water van de rivieren stagneerde, is relatief open gebleven. Hieraan ontleent de Randstad zijn unieke structuur; een ring van steden met nog steeds een relatief open midden, het Groene Hart. Vergeleken bij andere metropolen is dit uniek. Omdat het landschap in de Randstad altijd nabij de stad is, heeft Nederland een vestigingsklimaat met concurrentiekracht. Internationaal georiënteerde bedrijven vinden de Randstadmetropool hierom aantrekkelijk. Hun hoogopgeleide werknemers zoeken naast goede stedelijke voorzieningen namelijk ook een goede leefomgeving en groene uitloopgebieden. HET METROPOLITANE LANDSCHAP ONDER DRUK Het metropolitane landschap van de Randstad vergroot dus internationaal gezien de concurrentiekracht van onze grote steden en dient zo direct ook een economisch belang; namelijk de vestiging van internationale bedrijven. Desalniettemin komt dit metropolitane landschap steeds meer onder druk te staan. In de loop der jaren is de bebouwing sterk toegenomen in de steden maar ook in de gemeenten binnen het Groene Hart en de Rijksbufferzones, waar grote woonkernen zijn ontstaan. De verspreide ligging van steden en kernen leidde tot een dicht net van verbindingen van vaar-, snel-, en spoorwegen binnen de Randstad. Het nadeel hiervan is dat hierdoor de groenblauwe ruimte in toenemende mate versnippert. Die ruimte bestaat uit een verscheidenheid aan landschapstypen met een eigen identiteit. Herkenbaar zijn de grote dragers zoals de duinkust, de rivieren, het veenweidelandschap, de droogmakerijen en de Utrechtse Heuvelrug. Iets minder duidelijk af te bakenen zijn de overgangsgebieden tussen landschappen zoals de binnenduinrand tussen de kustzone en het veenweidegebied. Nabij de steden in de Randstad mengen de landschappen tot hybride plekken(of tussenlandschappen). Dit zijn onder andere de stadsranden, voormalige bufferzones en regionale parken. Een paar voorbeelden van hybride landschappen in de Randstad zijn: • De Brettenscheg: uitlopend naar Spaarnwoude, de haven, de tuinsteden van Amsterdam-West en de stadsrand van Haarlem-Oost • De Diemerscheg: en Diemerzeedijk met de diffuus verstedelijkte gebieden van Weesp, Diemen en IJburg. Daarnaast voert Nederland een schizofreen beleid ten aanzien van het instandhouden van haar metropolitane landchappen; Enerzijds erkennen we dat we de potentie van het landschap voor de steden kunnen vergroten en proberen we ons vestigingsklimaat te verbeteren. In onze structuurvisie voor 2040 wordt bijvoorbeeld als een van de middelen hiertoe, het invoeren van ʻmetropolitane parkenʼ genoemd; landschapsparken aan de randen van onze grote steden die het vestigingsklimaat nog aantrekkelijker moeten maken. Tegelijkertijd breken we in recordtempo ons systeem van beschermingsregimes op onze landschappen af. In crisistijd is duidelijk geworden dat het beheer en de subsidiering van onze landschappen te duur wordt. Nationale Landschappen worden afgeschaft en de EHS wordt opnieuw bekeken. Alleen afspraken die met de EU gemaakt zijn omtrent bescherming van onze landschappen zullen worden nagekomen. De opgave lijkt dus het stroomlijnen van twee uitersten. Het verbeteren van de relatie tussen stad en land zonder zware Rijkssubsidiering. CRISIS IN HET VELD Jarenlang hebben we middels rijksbeleid geinvesteerd in velden; losse natuurgebieden en parken die nauwelijks tot geen aantakking hebben op de stad. Als luchtbellen liggen ze in onze metropool met vaak slechte langzame recreatieve verbindingen vanuit de stad ernaartoe. Naast functie als recreatiegebied dienden deze velden vaak ook een ander doel; als buffer tegen stadsontwikkeling, als aankoop voor de realisatie van de EHS ter bescherming van biodiversiteit of een kostbaar plantje of ter
ondersteuning van de modernistische planningsgedachte om infra, wonen en werken van elkaar te scheiden. In crisis wordt duidelijk dat het beheer van deze velden nauwelijks nog is op te brengen; het kost te veel geld. DE VERANDERING VAN DE RECREATIEBEHOEFTE Daarnaast is er ook een verandering zichtbaar in de recreatieve behoefte van de stedeling: De hoogopgeleide Randstadbewoner heeft geen animo meer om te recreëren in afgesloten parken. We zijn steeds meer gewend om ons door het landschap te bewegen, zelf onze route te vinden ipv te recreëren op aangewezen monofunctionele gestilleerde plekken als bijvoorbeeld Spaarnwoude of Twiske. Een paar momenten per jaar worden deze parken gebruikt als festivalterrein, de enige momenten waarop met recht gesproken kan worden van metropolitaan gebruik. De rest van het jaar liggen de parken er verlaten bij. Het ‘verpretparken’ van deze velden wordt als oplossing aangedragen. Maar in hoeverre kunnen we dan nog spreken van een landschap dat voor iedereen toegankelijk is? Deze velden zullen worden onttrokken aan ons landschap en in ieder geval niet bijdragen aan de landschappelijke setting van onze steden. DE GROEIENDE AFSTAND TOT ONZE METROPOLITANE LANDSCHAPPEN Tot slot zijn door stadsuitbreiding de afstanden tussen stad en landschap steeds groter geworden. In de tweede helft van de 20ste eeuw is de Randstad in hoog tempo verstedelijkt. Waar steden als Dordrecht, Rotterdam, Den Haag, Almere, Amsterdam en Haarlem eerst nog als aparte kernen in het open landschap lagen, is er nu een uitgestrekt stedelijk veld gevormd. Ook omgekeerd worden vanuit de steden groene ruimten als sportvelden en volkstuinen steeds verder de stad uitgeduwt terwijl deze juist als stapstenen naar het buitengebied gezien kunnen worden. HOE ZORG JE DAT DE STEDELING BELANG KRIGT BIJ ZIJN OMMELAND? Zowel de lokale overheden, het bedrijfsleven als de stadsbewoner moeten belang krijgen bij het in stand houden van hun ommeland. Daartoe dient eerst onze houding ten opzichte van het landschap te veranderen; Niet het landschap als contramal van de stad. Maar het landschap als drijvende kracht achter de Randstadmetropool. Stad en land moeten gelijkwaardig behandeld worden. In de Structuurvisie Randstad 2040, opgesteld in 2008, heeft het kabinet opnieuw haar ambities geschetst voor de gewenste ontwikkeling van de Randstad. Door nog slechts op beperkte schaal buiten de stad te bouwen, blijven de landschappen van West-Nederland gespaard. Om een goed internationaal vestigingsklimaat te ontwikkelen is er echter meer nodig dan alleen het behouden van de huidige open gebieden. Bij de grote steden moeten gebieden met groenblauwe kwaliteit ontwikkeld worden. Gebieden die goed toegankelijk zijn voor de stedelingen. Momenteel is nabij de grote steden in ruimtelijke zin sprake van een ʻversneden landschapʼ, omdat snelwegen en spoorlijnen de landschappen deze doorkruisen. Binnen deze 'ruimte' moeten verschillende en soms tegenstrijdige waarden opgelost worden: Vernatting en verzilting, uitdijende steden en dorpen, intensivering van infrastructuur en recreatie, en de aanleg van nieuwe natuurgebieden. Met name de ommelanden van de steden kunnen een belangrijke rol spelen in de ontsluiting tussen stad en landschap. De verantwoordelijkheid over de voormalige Rijksbufferzones, ligt voortaan bij de gemeenten en provincies. Daarmee ontstaat de kans om het restrictieve landschapsbeleid van de afgelopen 50 jaar om te vormen naar een integrale aanpak voor een levend landschap. Integraal aan deze opgaven kunnen een eerder genoemde problemen in het landschap opgelost worden en kan er door worden gebouwd aan de een unieke variatie van landschappen, dorpen en steden van de Randstad-metropool.
STRINGS ATTACHED
019
1250
1600 1250
1631 haarlemmertrekvaart
damplaatsen en IJdijk
buitenplaatsen en droogmakerijen
1930
1960 1930
1920 volkstuinen nut en genoegen
1960 opspuiten havens west
1934 AUP
1960 Schiphol
1939 spoorlijnen
1970 recreatieparken/ snelwegen / Flevoland
ANALYSE
ONTWIKKELINGSGESCHIEDENIS 1900 1600
1900
1848 inpoldering Haarlemmermeer 1876 inpoldering IJ/ aanleg Noordzeekanaal 1881-1914 stellingen Amsterdam/ eerste spoordijk
nu 1960
NU
explosieve stedelijke groei dominantie economisch netwerk
METROPOLITANE LANDSCHAPPEN Nationale Landschappen t Groene Hart en Laag Holland
LANDSCHAPPEN
Stelling van Amsterdam Inundatielandschap Stelling van Amsterdam
dschappen t Groene Hart en Laag Holland
Nieuwe Hollandsche Waterlinie
msterdam
Oude Hollandsche Waterlinie
Ringvaartzone schap Stelling van Amsterdam
ndsche Waterlinie
Amstelscheg Waterlandscheg Duinen
sche Waterlinie
Beemster
e
Integrale gebiedsopgave Westelijke Veenweidegebieden
Waterlandscheg
Agrarisch landschap met hoge recreatieve waarde
25 km
20 km
15 km
10 km
STEDELIJK PARKSYSTEEM Stedelijk parksysteem en landgoederen
edsopgave Westelijke Veenweidegebieden
Hybride Landschappen
dschap met hoge recreatieve Parkwaarde 21 e eeuw
YSTEEM
systeem en landgoederen
schappen
w
eatie;
mpings
e Stelling Amsterdam
Stadsrandrecreatie; volkstuinen sportvelden maneges broedplaatsen pretparken bungalowparken/ campings
Forten en linie Stelling Amsterdam
25 km
20 km
15 km
10 km
ANALYSE /
METROPOLITANE LANDSCHAPPEN & STEDELIJK PARKSYSTEEM
5 km
5 km
10 km
15 km
20 km
25 km
GROENBLAUWE NETWERKEN Er is behoefte aan het leggen van nieuwe lineaire verbindingen tussen de stad en haar ommelanden. In plaats van de investering in losse velden, als de bufferzones,recreatieparken en losse natuurgebiedjes moet men toe naar investering in de verbindingen ertussen. Dit kan over water (blauw) maar ook middels groene verbindingen. Het grote gorenblauwe raamwerk kan worden opgenomen in provinviaal beleid, de uitvoering kan bottom up worden gerealiseerd. De maat en schaal worden ingegeven door de geomorfologische onderlegger en de karakteristieken van de plek. Het watersysteem van de Randstad was vroeger doorgaander. Met het oog op recreatie zou de aandacht uit moeten gaan naar de continuiteit van het boezemsysteem en de continiuiteit van de dijken. Dat is nu een heel chaotisch netwerk, vaak onderbroken door bedrijventerreinen, snelwegen en sporen. Maar de structuur ligt er; Het is een prachtkans om een doorgaand, recreatief, langzaam netwerk te maken. Het groene netwerk is minder eenduidig dan het watersysteem. Hieronder vallen een mozaiek van (groene) ruimten van wisselende schaal verbonden door fietspaden, dijken en akkers en cultuurhistorische lijnen. Resultaat is het metropolitane Netwerkpark: een sequentie van kleinschalige publieke ruimten, waterlijnen en groene plekken die vanaf de stadscentra naar buiten toe in schaal toenemen tot onze grootschalige metropolitane landschappen. Deze sequentie en de onderlinge verbinding daarvan vormt de kracht van onze metropool. Vanuit je voordeur wandelend, fietsend of met de trein als forens, kun je dagelijks even de horizon zien.
ANALYSE /
NETWERKPARKEN
STRINGS ATTACHED
025
privéterrein/ afgesloten gebied
VERSNIPPERING GROENE LOB DE BRETTENSCHEG ALS RUIMTELIJKE EENHEID DOOR INFRASTRUCTURELE BARRIERES
langzaam netwerk; één route heen en terug geluidswal/ achterkanten entrees- haarlemmerweg en spoor als barriere
ANALYSE BRETTENSCHEG /
VERSTOPTE SCHAKEL TUSSEN AMSTERDAM EN OMMELAND Amsterdam West heeft de structuur voor een metropolitaan park al liggen; De aanzet daartoe is in de jaren ‘30 al ontwikkeld door van Eesteren in de vorm van de Lobbenstad waarin de Brettenscheg bestemd was voor recreatie. Op alle actuele structuur-en visiekaarten staat deze scheg nog altijd als prachtige groene verbinding tussen het westerpark en Spaarnwoude ingetekend. De werkelijkheid is echter weerbarstig. In de praktijk blijkt dat de Brettenscheg niet functioneert. Zware infrastructuur versnipperd en verkleint het gebied. Met name de dijklichamen, nodig voor treinsporen en wegen zorgen voor grote barrieres. Daarnaast is de Brettencheg grotendeels geprivatiseerd. Volkstuinen, sportparken en zelfs natuurverenigingen hebben grote delen van de scheg aan het publieke eigendom van de stad onttrokken en omheind met hekken, prikkeldraad en sloten. Er ligt maar één fietsroute in de scheg; die tot overmaat van ramp ook nog eens slecht te volgen is door alle onderbrekingen. Daarnaast zijn de verbindingen tussen scheg, haven en Nieuw West erg slecht; de westelijke helft van de scheg is niet bereikbaar vanaf de Haarlemmerweg. Er zijn geen bruggen over de Haarlemmertrekvaart. De vierbaans Haarlemmerweg met geluidswering heeft door zijn zware verkeersstroom ervoor gezorgd dat de stad zich van de scheg heeft afgekeerd. Tot slot is van de idealistische plannen van Eesteren maar weinig terecht gekomen. De Brettenscheg is verworden tot een openluchtmuseum van half, of niet uitgevoerde ruimtelijke en programmatische intenties. Tijdens de aanleg van het westelijk havengebied en de waterkering werd het landschap ten westen van de ring door een dikke laag zand uitgewist. Deze tabula rasa zou worden ingericht als groen buffer. Na de Tweede Wereldoorlog gign echter alle aandacht uit naar de snelle aanvulling van de grote woningtekorten en de uitbouw van de haven.
DOMINANTIE ECONOMISCH NETWERK METROPOOLREGIO AMSTERDAM
STRINGS ATTACHED
027
STRINGS ATTACHED
029
STRINGS ATTACHED
031
KWALITEITEN BRETTENSCHEG /
PARKPROGRAMMA
park programma 1. sugar city 2. spaarnwoude 3. sportveld halfweg 4. de groote braak/ zilt moeras 5. houtrakpolder 6. de heining broedplaats 7. volkstuin de braak 8. de bretten natuurgebied 9. tuinen van west/ sportpark eendracht 10. westgaarde begraafplaats 11. sportpark 12. sloterplas 13. park eendracht 14. beschermd stadsgezicht 15. natte natuur 16. motor en oefencircuit 17. volkstuin de bretten 18. sportpark spieringhorn 19. stationsgebied sloterdijk 20. sportvelden 21. oude dorp sloterdijk 22. volkstuinen nut en genoegen/ sloterdijkermeer schoolwerktuinen en kinderboerderij 23. begraafplaats vredenhof 24. buurtboerderij ons genoegen/ hondetrainschool en begraaplaats st barbara 25. sportvelden transformatorweg 26. volkstuin zonnehoek 27. openluchtzwembad 28. de clerq buurt- zaanhof/ t schip 29. westerpark 30. beschermd stadsgezicht 31. Unesco werelderfgoed 32. broedplaats ruigoord 33. broedplaats ADM 34. pont en snackbar met terras 35. Haarlemmerpoort, Haarlemmerplein, 36. Haarlemmertrekvaart, Haarlemmerweg
34 33 32
6 2
5 3
1
25 16
7 8
4
15
9
19
13
12
10
STRINGS ATTACHED
22
14
11
033
24
21
18
17
20
27
26 28
26 29
23
36
35 30
31
KWALITEITEN BRETTENSCHEG /
GEBOUWD PROGRAMMA/ OBJECTEN
gebouwd programma/ objecten 1. gemeenlandshuis, kasteel swanenburg, silos 2. huize turicum, manege, clubhuis, camping 3. historische spoorbrug 4. stoomgemaal 5. stadhuis 6. beheerboerderij 7. voormalige braak 8. kas en clubhuis de braak 9. keizerskroon 10. broedplaats 1800 roeden- stelling munitieopslag 11. puinheuvel 12. puinheuvel 13. eiland en met slotenpatroon aup 14. puinheuvels nieuwmarkt 15. crossbaan 16. oefencircuit/ tippelzone 17. clubhuis de bretten 18. mvrdv- parkzicht 19. buitenzwembad 20. molen 1200 roe- 1632 21. relict haarlemmerdijk 22. kerk 23. flat rietveld 24. broedplaats jonge creatieven 25. broedplaats- drukkerij 26. kerkje sloterdijk 27. clubhuis/ kas sloterdijkermeer 28. clubhuis/ kas nut en genoegen 29. molen de bloem- 700 roe- 1632 30. schoolwerktuinen/ kinderboerderij 31. GWL terrein 32. markthal 33. westergasfabriek 34. buurtboerderij ons genoegen 35. st barbara 36. de clerq, zaanhof, t schip 37. haarlemmerpoort haarlemmerplein
2
15 3
1
4
6 5
7
8
12 9
13
17
14
19
10
20
035
27 28
26
21
18
STRINGS ATTACHED
34 35
16
11
22
23
25 24
30 29
31 32
36 33
37
STRINGS ATTACHED
037
+
geprivatiseerde velden met verborgen schatten............
H A V
E
N
V
E
R
B
I
N
D
I
N
G
E
N
S T A
D
S
V
E
R
B
I
N
D
I
N
G
E
N
PARKLINTEN
worden onthult en toegankelijk gemaakt dmv kleurrijke met nieuwe entreespoorten -en bruggen over de dijk en over de Haarlemmertrekvaart.......
CONCEPT /
STRINGS ATTACHED
Samen vormen zij een nieuw netwerkpark. Dit park is uitdrukkelijk niet 100% openbaar en wordt ook uitrdrukkelijk niet 100% opnieuw ingericht. Dat is financieel niet haalbaar maar ook niet nodig. De Brettenscheg is al een heel mooi gebied. Daarnaast is de recreatieve behoefte van de stedeling sinds de jaren ‘70 enorm veranderd. Mensen willen niet meer recreĂŤren in voorgeprogrammeerde afgebakende gebieden, maar vinden zelf hun weg, kiezen zelf hun plek en bewegen zich door het landschap langs lange lijnen. STRINGS ATTACHED is als concept vergelijkbaar met de Londense aanpak (the green grid). Een systeem van dunne linten en routes opgedikt met parkstructuren die aansluiten en gebruik maken van bestaande plekken. De parklinten (strings attached) pakken de stedeling bij de voordeur op en zetten haar af in het landschap. Zo ontstaat een hechte structuur met een groot sociaal draagvlak.
STRINGS ATTACHED
039
SYSTEEM /
6 PARKLINTEN
N
6 PARKLINTEN / DIJKRING 14 / OUD IJDIJKSELINT / LINT VAN DE OUDE TUINEN / WATERLINT / PIONIERSROUTE- KABELBAAN / RUITERPADEN
STRINGS ATTACHED
041
ONTWERP METROPOLITAAN NETWERKPARK /
STRINGS ATTACHED
N
STRINGS ATTACHED
043
westerpark
kinderboerderij en schoowertuinen veentuinen
gaarden/ restaurant
poppentheater
plantverkoop
Sloterdijk-cafe en kerk
park Sloterdijk
huis Brittenburg
pluktuinen/ waterpartijen
kersenberg
speelberg
nieuwmarktberg
verboden eiland
magnoliaberg treurberg
theetuin/ kas
moeras/ gasthuisjes
zwemplas/strand
buurttuin
sugar city plein
PARKMEUBILAIR
ROZE LINT VAN KERSEN EN BLOEMEN
LOPER
TUINEN
LINT DER OUDE TUINEN /
NIEUWE ROUTE LANGS VERBORGEN SCHATTEN De lint der oude tuinen loopt langs alle stations (amsterdam cs/sloterdijk/ halfweg/ spaarnwoude/ haarlem) en van stadscentrum Amsterdam naar stadscentrum Haarlem. De gevonden plekken, puinruines, relicten en velden in de scheg vormen samen een fantastisch parkprogramma (de zogenaamde ‘oude tuinen’). Een roze lint van kersen en pad met parkmeubilair en rijgt dit parkprogramma aaneen. De lint neemt de oude tuinen in zich op en verbreed en versmalt al naar gelang de plek en het programma. Eens in het jaar kleurt de lint roze en loopt de stad uit om te picknicken en wandelen onder de kersenbloesems en de lente te vieren. Via de Haarlemmerpoort en Westerpark wikkelt de lint zich langs de oude middeleeuwse slootverkaveling van de volkstuinen Nut en Genoegen en Sloterdijkermeer. De volkstuinen worden doorsneden door een autonoom dijklichaam, geflankeerd door sloten, die ervoor zorgen dat de privacy van de volkstuinders gewaarborgd blijft. Binnen de volkstuinen raakt de lint alle publieke plekken; de kassen, de clubhuizen met terrasjes, de plantenverkooppunten en watertapplekken. Zelf herbergt de lint een nieuw programma dat zinspeelt op de kostbare schatten van de volkstuinen; een restaurant, een poppentheater, plantenverkoop, proef-en pluktuinen. Zo onthult de lint de schoonheid van de plek en verworden de private in zichzelf gekeerde volkstuinen tot bloeiende stadsoase, zonder 100% publiek te zijn. Na de volkstuinen raakt de lint het dorpje Sloterdijk. Een nieuwe brug verbindt het dorpje met de tuinen, het prachtige kerkje en een nieuw cafeetje. Het harde en veel te brede wegprofiel dat het dorpje isoleert van zijn omgeving wordt versmald en de bermen kleuren roze. De lint slingert verder door Sloterdijk. De onherbergzame bedrijventerreinprofielen worden getransformeerd tot kleurrijk publiek domein. De trambaan wordt verdiept aangelegd. Een nieuwe loper onder de kersen geflankeerd door bloeiende bermen zorgt voor een menselijke maat. Plinten van de bedrijven zelf kunnen zich weer openen en richten op de openbare ruimte. In het hart van Sloterdijke verbreed de lint zich tot een kleurrijk park op de helling naar het stationsplein toe. Hier is ruimte voor ontmoeting, lunch, liggen op de zon. Verder gaat de lint, door de sportvelden, langs de oude Spaardammer zeedijk en de plek waar vroeger Huis de Brittenburg stond; een herberg voor passanten. Huis de Brittenburg, een verpoosplek tussen zeedijk en Haarlemmertrekvaart, wordt opnieuw gebouwt, een eigentijdse moderne varaiant welliswaar, maar nog steeds een welkome stop op de route naar zee. Door volkstuin de Bretten gaat ze, de plantakkers en het clubhuis in zich opnemend. Op naar de drie puinruines, de kerkhoven van de stedebouw uit de nieuwmarktbuurt. De bramen worden verwijdert, de toppen opgehoogd. In de winter kan hier worden gesleed, men kan terugblikken op de stad en uitkijken over het landschap dat nog komen gaat. De eerste heuvel, de grootste, kleurt roze van de kersen en krijgt een eigen toren als apotheose. De tweede heuvel, het dichtst bij Nieuw West, wordt ingeplant met speelbomen, waaronder hutten kunnen worden gebouwd en in kan worden geklommen. De derde heuvel, met zijn spelonken, grotten en grote stukken zichtbaar puin is door zijn ondergrondse schat, van puin en stadsruines, een monument geworden. Een archeologische vindplaats en verwijzing naar de zich steeds vernieuwende stad. Door natuurgebied de Bretten slingert de lint, tussen de paardjes, en grazende koeien, langs de plas met het verboden eiland met zijn moerascipressen. Via de magnoliaberg en de treurberg met rode treurbeuken, langs de theetuin en kassen van volkstuin de Braak. Door het moeras met zijn libellen en gasthuisjes op palen, zwevend boven het zilte moeras, waar overnacht kan worden. Om vervolgens een koele duik te nemen in de Braak en te zonnen op het strand van Halfweg. Via de buurttuin wikkelt de lint zich naar het terrein van de oude suikerfabriek, sugar city Dit terrein, vol statige relicten die verwijzen naar de tijd dat de trekvaart nog de rijke lusttuinen verbond, is net als vroeger nog steeds een belangrijk knooppunt. Waar men vroeger hier kon overstappen op de volgende trekschuit stapt men nu op de trein terug naar de stad of loopt men verder naar Haarlem, Spaarnwoude,de tuinen van West, de Haarlemmermeerboezem rond of naar de Paardenpolder.
STRINGS ATTACHED
045
LINT DER OUDE TUINEN /
DE 3 HEUVELS
STRINGS ATTACHED
047
LINT DER OUDE TUINEN /
VOLKSTUINEN
STRINGS ATTACHED
049
VERLICHTING
PAVILJOENS
400M
DWARSVERBINDINGEN
spaarnwoude
nieuwe randen
rand van kleinschalige bedrijvigheid en ateliers
DOORLOPEND PAD SPAARNWOUDE LOPER
pontje
LOPER LOPER
LOPER plein/onderdoorgang
paviljoens
stationstrappen
DIJKLICHAAM
DIJKRING 14 /
DIJK TUSSEN AMSTERDAM EN ZEE
pannekoeken
bos+vogel
PAVILJOENS ALS PARKPOORTEN
fietsen hd
uitzichtpunt en pannekoekenhuis
fietsverhuur en openbare wc's
fietsverhuur en openbare wc's
Dijkring 14 is een van de drie grotere waterkeringen binnen de Randstad. Deze dijk ontsluit op hoger schaalniveau het werklandschap de havens, de sluizen bij IJmuiden en een rondje om het Noordzeekanaal. Het dijklichaam vormt een fantastische snelle lijn tussen stad, Spaarnwoude, Halfweg en zee. Daarnaast fuctioneert dijkring 14 als membraam tussen de scheg en het havengebied. Een nieuw doorlopend pad op de dijk zorgt voor een verhoogde snelle route langs de scheg en kijkt uit over het landschap. Kruizend onder het sloterdijkstation worden nieuwe verbindingen geslagen tussen het verhoogde stationsplein en de benedenwereld van de scheg. Vanaf de dijkring kan men, halverwege de scheg, op- of afstappen op een nieuw pontje dat de brettenscheg met het noordzeekanaal verbindt. Nieuwe paviljoens zorgen voor duidelijke entrees aan de dijk en verbinden de routes vanuit de haven met de scheg. Deze paviljoens voorzien tevens in nieuw parkprogramma. Hier kan men rolschaatsen of fietsen huren, wandelkaarten en informatie krijgen of een pannekoek eten. De dijk wordt snachts verlicht. De stad Amsterdam wil als ‘creatieve stad’ binnen de haven ook ruimte bieden aan creatieve bedrijvigheid en ateliers. De zonering in de havengerelateerde bedrijvigheid (hoe verder de bedrijven van de havenbekkens afliggen hoe kleiner de bedrijven zijn en hoe kleiner de kaveloppervlakte wordt) maakt het mogelijk om tussen de bedrijven aan de dijk ateliers te plaatsen. Dit zou de levendigheid van deze rand als stedebouwkundige parkrand ten goede komen en verhoogt de veiligheid en toezicht op het park.
ATELIERWERKRUIMTEN
+2,5
+1.00
-1.00
5.00 m plint brettenscheg
3.00m breed verlicht asfaltpad met grafische print en parkmeubilair
22.00 m cultuurlijke berm tussen havenloodsen en dijkring met toegangen naar dijk en park
STRINGS ATTACHED
051
laden lossen aan noordzijde
DIJKRING 14 /
DIJK TUSSEN AMSTERDAM EN ZEE
STRINGS ATTACHED
053
paviljoen aan zijkanaal F
lunchcafĂŠ haven
PLEISTERPLAATSEN paviljoen transformatorweg
naar Spaarnwoude nieuwe tunnel nieuwe brug
clubhuizen Spieringhorn
kiosk en paviljoen stationsplein
dorpscafe sloterdijk strand / strandpaviljoen halfweg
HUIZE BRITTENBURG
BOMENLINT
HISTORISCHE IJOEVER ZONE MET RELIEF EN GRASSEN
OUD IJDIJKSE LINT /
EEN DAK VAN 20.000 BOMEN
GRADIËNT VAN BOMEN: PINUS SYLVESTRIS/ BETULA PENDULA/ FRAXINUS EXCELSIOR ‘RAYWOOD’/ TILIA ARGENTEA
De Oude IJdijk verbindt op hoger schaalniveau de Stellingen van Amsterdam, de Landgoederengordel op de binnenduinrand en SpaarnwoudeI en II. Ter hoogte van de brettenscheg is ze echter op een aantal punten onder een dikke laag zand verdwenen. De oorspronkelijke loop van deze IJdijk vormt echter een fantastische verbinding tussen de scheg, de haven, en Teleport/ Sloterdijk . Deze lint is niet zozeer vomgegeven als route maar als zone. Een lint van meer dan 20.00 bomen wikkelt zich door de haven en het stationsgebied en geeft het nu nietszeggende, grijze en onzichtbare bedrijvenklimaat een upgrade. De omgeving wordt door de lint van bomen ruimtelijke met het park verbonden. De lint verkleurd naarmate de bodemsoort veranderd en naarmate hij dichter in stedelijk gebied komt. Op de ziltige zandgronden van de haven begint de lint met dennen en berk, op de klei van de sportvelden verkleurd ze naar fraxinus, ter hoogte van het stationsplein wordt de lint dunner en vormen grote groepen berken in bakken een nieuwe stadsentree voor de reizigers. Naarmate de lint verder de stad in wikkelt verandert de boomsoort naar een stadsboom, de linde. Onder het dak van bomen vormen informele routes met plijsterplekken een welkom publiek domein voor de werknemers van de haven en bedrijventerreinen. Hier kan een ommetje worden gemaakt, kan men bellen op een picknickbankje, bijkomen van een zwaar gesprek of lunchen met collega’s.
STRINGS ATTACHED
055
NIEUWE BRUGGEN EN STEIGERS
SPOOR
GEMEENLANDSHUIS SUGAR CITY
1800 ROEDEN
BROEDPLAATS EN MUNITIEOPSLAG STELLINGEN
A10
KOPPELSTUKKEN MET DE STAD HAARLEMMERPOORT
400 ROE
1200 ROE
WESTERPARK
MOLEN STELLINGEN
MOLEN STELLINGEN
HALFWEG
GWL SPORTPARK DE EENDRACHT
EENDRACHTSPARK
FOODCENTRE
PONTJE nieuwe waterverbinding
PONTJE
nieuwe waterverbinding
NIEUWE SLUIZEN EN VERBINDINGEN
PONTJE
PONTJE nieuwe waterverbinding
nieuwe waterverbinding
DOWNGRADEN HAARLEMMERWEG EN UPGRADEN HAARLEMMERTREKVAART SPOOR
A10
WATERLINT /HAARLEMMERTREKVAART /
VAN HAARLEMMERPOORT NAAR SUGAR CITY
Door de komst van de Westrandweg (zie tek hierboven) is de mogelijkheid ontstaan om de Haarlemmerweg te downgraden naar een tweebaans weg. De Haarlemmerweg krijgt een nieuw profiel met, net als vroeger, jaagpaden voor langzaam verkeer aan de trekvaart en 3 rijen bomen aan de Haarlemmerweg. De Haarlemmerweg is door dit nieuwe profiel onderdeel van het park geworden. De Haarlemmertrekvaart ligt nu Ăn het park! De trekvaart heeft van oudsher een fantatsiche kop en staart; deze knopen worden weer geactiveerd als opstapplek en aanelgplek voor bootjes en als verpoosplek voor de stedeling. Zo wordt het park weer letterlijk aan de stad en de haarlemmermeerboezem geknoopt. Door het weghalen van de bossages en geluidwering die ter bescherming tegen het geluid en stof langs de Haarlemmerweg zijn opgetrokken wordt weer stedebouwkundige rand onthuld. Deze rand bevat talloze relicten die betekenis geven aan de stedebouwkundige parkrand; onder andere twee poldermolens 400 en 1200 roe en een munitieopslag 1800 roe, onderdeel van de Stellingen van Amsterdam. Daarnaast komen het eendrachtspark en sportpark de eendracht door het weghalen van de geluidswering weer aan de scheg te liggen. Het is dus een kwestie van opschonen en ruimen! Nieuwe ondervaarbare bruggen over de trekvaart zorgen voor de toegankelijkheid van de scheg vanuit de woonwijken. Daarnaast is voor de talrijke bootbezitters die Amsterdam rijk is, een nieuwe vaarroute aan de stad toegevoegd. De Haarlemmertrekvaart ontsluit West. Men kan met de boot via de trekvaart een rondje varen over de Haarlemmermeerboezem, naar het Spaarne, de Nieuwe Meer of naar het Noordzeekanaal. Middels een systeem van kleine sluisjes kan men ook een tochtje maken door Nieuw West, de Sloterplas en de tuinen van West!
STRINGS ATTACHED
057
WATERLINT-HAARLEMMERTREKVAART /
BRUG NAAR DE STAD
STRINGS ATTACHED
059
WATERLINT-HAARLEMMERTREKVAART /
WATERNETWERK
J M U I D E N E R R Y
S P A A R N W O U D E B U I T E N H U I Z E N
H E M B R U G T E R R E I N
S P A A R N D A M R U I G O O R D C O E N H A V E N
p=-30/-55 p=-30/-55
S P A A R N W O U D E
S P A A R N W O U D E H O U T R A K
-
N D S M
B R E T T E N S C H E G
H O U T H A V E N
T O L H U I S H A A R L E M C E N T R A A L S U G A R
C I T Y
p=-60
p=-60
M E E U W E N - S T O R K T E R R E I N L A A N
p=-40
p=-60
H A A R L E M M E R P O O R T C S F O O D C E N T R E
p=-40
S L O T E R P L A S
p=-210
T U I N E N W E S T
V A N V O N D E L P A R K
O L Y M P I S C H S T A D I O N
p=-60 N I E U W E
M E E R
A M S T E R D A M S E B O S
-
A M S T E R D A M S E B O S
Door het bevaarbaar maken (en vooral het ondervaarbaar maken van de bruggen) van de Haarlemmertrekvaart wordt een nieuw repetoire aan waterroutes aan de stad toegevoegd. West wordt eindelijk ontsloten! Niet alleen voor de bootbezitter is dit een feest. Het pontjessysteem waar de Amsterdammer zo gek op is kan worden uitgebreid. Men kan opstappen bij het Vondelpark en afgezet worden in de Brettenscheg! Via het water bereikt men het Amsterdamse Bos, ontdekt men de haven en bereikt men Spaarnwoude. De jaren 80 parken worden op een nieuwe manier ontsloten en met elkaar verbonden. De verborgen waterwereld wordt onthuld op een typisch Amsterdamse manier.
STRINGS ATTACHED
061
J A V A - E I L A N D
RUITERROUTE /
GALLOPEREND NAAR ZEE BESTAANDE FUNCTIES EN RUITERPADEN
M A N E G E G R O E N E
D E H E U V E L
S P A A R N W O U D E
-
C A M P E R E N E N P A A R D R I J D E N
M A N E G E K E N N E M E R D U I N E N
S P A A R N W O U D E
-
M A N E G E S P A A R N W O U D E R U I T E R S P O R T C E N T R U M
P A A R D E N S C H O O L
C A M P I N G / D R E N K P L E K
K O E T S J E S V E R H U U R
K R A A N T J E L E K M A N E G E A E R D E N H O U T
K I N D E R B O E R D E R I J / H O E F S M I T V E R H U U R
25 km
20 km
15 km
10 km
M A N E G E S L O T E R P L A S
L U N C H P L E K / D R E N K P L E K
5 km
5 km
R E M B R A N D T P A R K / S T A L L I N G E N V E R H U U R M A N E G E O V E R T O O M D R E N K P L E K L U N C H P L E K V O N D E L P A R K
V O N D P A R K
E
L
-
M A N E G E A M S T E R D A M S E B O S
MANEGE SLOTERDIJK
De Amsterdamse metropool beschikt over een enorme hoeveelheid paardenliefhebbers en paardenvoorzieningen. De bovenpolder wordt langzamerhand overgenomen door hoeves en paardenbezitters. De recreatieparken hebben ieder hun interne ruiterpadensysteem. Hoe raar is het dan dat deze routes nimmer met elkaar zijn verbonden? Voor een ruiterpad heeft men aan een zandpaadje van 50 cm al genoeg! Een nieuw systeem van ruiterpaden en voorzieningen brengt de paardrijliefhebbers van het centrum van de stad tot aan zee!
MANEGE SLOTERDIJK
ruiterpad / zandpad varierend van 3,50 m
.....tot 0,50m
PAARDENVERHUUR
MANEGE DE GROENE HEUVEL
NIEUWE PAARDENVOORZIENINGEN EN RUITERPADEN NAAR ZEE MET HOEFSMID, PAARDENSTALLING, MANEGES, LUNCHPLEKKEN, VERHUUREN OVERNACHTINGSMOGELIJKHEDEN
MANEGE IJMUIDEN
SPAARNWOUDE LUNCHPLEK/ DRENKPLEK
CAMPEREN EN PAARDRIJDEN PAARDEN CAMPING ADM STALLING
MANEGE KENNEMERDUINEN
PAARDENPENSION DRENKPLEK HOEFSMIT EN DRENKPLEK
SPAARNWOUDE MANEGE SPAARNWOUDE RUITERSPORTCENTRUM
PAARDENSCHOOL
CAMPING/ DRENKPLEK KOETSJESVERHUUR
KRAANTJE LEK
SPRINGTUIN
PAARDENVERHUUR
MANEGE AERDENHOUT
KINDERBOERDERIJ/ HOEFSMIT VERHUUR HUIZE BRITTENBURG/ DRENKPLEK
25 km
20 km
15 km
10 km
MANEGE SLOTERPLAS
LUNCHPLEK/ DRENKPLEK
REMBRANDTPARK/ STALLING EN VERHUUR
MANEGE OVERTOOM
LUNCHPLEK/ DRENKPLEK
DRENKPLEK LUNCHPLEK VONDELPARK
VONDELPARK LUNCH IN HET VONDELPARK
MANEGE AMSTERDAMSE BOS
5 km
PIONIERRROUTE- KABELBAAN /
OVER HET IJ- NIEUWE ONTWIKKELING
HALTE NDSM
HALTE NOORDERHOOFD
HALTE MINERVA HALTE HEMWEG
HALTE HOUTHAVENS
HALTE SLOTERDIJK HALTE BRETTEN
Een kabelbaan verbindt de Brettenscheg met alle nieuw te ontwikkelen plekken aan de Westkant van Amsterdam: NDSM, Houthavens, Minervahaven, Hemweg en Station Sloterdijk. Eindelijk heeft men zicht over het Noordzeekanaal. Daarnaast krijgt men een overview van de stedelijke transformaties die hier plaatsvinden. Zo vanuit de lucht volgt de stedeling nauwgezet de ontwikkelingen van de houthavens en ontdekt met de stad, de haven en het IJ vanuit de lucht. De pioniersplekken krijgen voordat ze zijn uitontwikkeld al een plek in het collectieve geheugen van de stedeling. Tevens krijgt Amsterdam een nieuwe verbinding met Noord.
STRINGS ATTACHED
063
UITWERKING /
SLOTERDIJK STATIONSGEBIED
Stationsgebied Sloterdijk/ Teleport wordt gekleurd door 4 verschillende linten en 2 routes. Doordat de busstandplaatsen zijn verplaatst naar de achterzijde van het station kan het stationplein worden verkleind. Deze ruimte wordt ingenomen door de linten; Vanaf dijkring 14 loopt een zachte park- verbinding over het stationsplein naar de overzijde van de sporen. Nieuwe gaten in het pleindek verbinden de onderwereld van sporen en dijkring 14 met de bovenwereld en maken het station vanaf alle zijden toeganklijker. De Oude IJdijkse lint kleurt het stationsgebied met boombakken vol berken en vormt een luwe zijde naar de sporen toe. De lint de oude tuinen kleurt de groots opgezette profielen binnen het bedrijvenpark en zorgt voor aangename openbare ruimte. Met je paard kan men galloperend tussen de bedrijven van de paardrijschool in het westerpark naar natuurgebied de bretten. Vanaf het stationsplein kan men opstappen op de kabelbaan naar noord.
STRINGS ATTACHED
065
UITWERKING /
SLOTERDIJK
STRINGS ATTACHED
067
UITWERKING /
DE DRIE BERGEN IN DE BRETTEN
STRINGS ATTACHED
069
H
A V E
S
T A
N V
D S
V
E
R
B
I
N D I
N G
E
N
E
R
B
I
N D I
N G
E
N
Brettenscheg als doel en bestemming op zich
Brettenscheg als middel om de stad te verbinden met het landschap
ONE MORE THING /
DOEL & MIDDEL
“Large parks are extensive landscapes that are integral to the fabric of cities and metropolitan areas, providing diverse, complex, and delightfully engaging outdoor spaces for a broad range of people an constituencies. At the same time that large parks provide so much delight, space, and function, they also pose ernormous challenges. The trick is to design a large park framework that is sufficiently robust to lend structure and identity while also having sufficient pliancy and ‘give’ to adept to changing demands and ecologies over time”
James Corner in Large Parks [Princeton Architectural Press, 2007]
STRINGS ATTACHED
071