Deze pdf van het Uilenjaarverslag 2019 is interactief. Op pagina 4 bij de inhoudsopgave kunt u doorklikken naar het desbetreffende hoofdstuk. Wij wensen u veel leesplezier!!!
2019 Vrijwillige uilenbescherming
in Noord-Brabant
JA A RVE R S L AG
Alle foto’s in dit jaarverslag zijn gemaakt door fotografen, die werken volgens de gedragscode natuurfotografie óf door ervaren uilenbeschermers, die de uilen niet onnodig verstoren. Het maken van foto’s van gastgevers met jonge uiltjes wordt alleen gecombineerd met nestkastcontroles of ringactiviteiten door ervaren uilenbeschermers. Zij beschikken over voldoende deskundigheid om de afweging te maken tussen mogelijke verstoring en het betrekken van jeugd of volwassenen bij het beschermingswerk. De bescherming van uilen en de continuïteit van dit werk staan hierbij altijd centraal.
Colofon Samenstelling en eindredactie:
Coördinatiepunt Landschapsbeheer Tekst:
J. Sloothaak, H.J. den Hollander Foto’s:
A. van Dooren, D. de Hoogh, J. van de Kerkhof, D. van der Put, M. Renes, J. Sloothaak, L. Daanen, E. van Asten, P. Peijs, R. van Delft, Thieu Verhaaren Vormgeving:
studio x-hoogte, Tilburg Linda van Eijndhoven Drukwerk:
Q-Promotions, Tilburg Uitgave:
Haaren, mei 2020 Brabants Landschap Coördinatiepunt Landschapsbeheer Postbus 80, 5076 ZH Haaren Algemeen: 0411-62 27 75 Coördinatiepunt: 0411-66 40 10 info@brabantslandschap.nl www.brabantslandschap.nl
Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van de provincie Noord-Brabant en de Nationale Postcode Loterij.
Voorwoord Vrijwel elke uilenwerkgroep heeft zijn eigen gegevens over het afgelopen jaar aangeleverd via de Uilenmonitor. Het mooie daarvan is dat, naast informatie over de broedresultaten van de uilen, we ook veel te weten komen over hun beschermers: in 2019 waren er maar liefst 446 vrijwilligers actief, waarvan 17 personen al meer dan 25 jaar uilenbeschermer zijn. Zij allen bezoeken 4.075 adressen waar uilenkasten hangen. De omvang van dit vrijwilligerswerk heeft ook ongetwijfeld bijgedragen aan het broedsucces van de steenuil en de kerkuil. Beide soorten lieten opnieuw een forse groei zien. Welke rol daarbij de extreem droge zomers hebben gespeeld, is nog niet helemaal duidelijk. In elk geval lijken de uilen er de twee afgelopen droge zomers weinig onder geleden te hebben. Ook is het goed om op te merken dat steeds meer uilenwerkgroepen hun beschermingswerk verbreden naar de ransuil. Ook bij deze soort lijkt er enige verbetering te zijn van het broedsucces, ondanks de sterke predatie. En zelfs de oehoe, onze grootste uil, manifesteerde zich met zes territoria in Brabant. Op het moment dat we dit jaarverslag opmaken, leven we in Coronatijd. Het lijkt goed te gaan met de uilen, maar de jaarlijkse uilenavond voor vrijwilligers kan dit jaar niet doorgaan. Een merkwaardige paradox. En niet de enige. Op veel meer plekken zien we dat diersoorten de ruimte pakken waar menselijke activiteiten verminderen. Goed om te weten dat de natuur ook haar eigen dynamiek heeft, los van wat mensen ervan maken. Maar het is in dat verband ook des te meer opmerkelijk dat uilen juist wel kunnen gedijen in de menselijke woonomgeving, als we er maar aandacht en zorg voor hebben. Het uilenbeschermingswerk is een goede spiegel voor hoe we moeten omgaan met de natuur. Ook al zullen veel vrijwilligers dit jaar niet op pad gaan om de kasten te controleren, de kasten zijn er wel en de uilen zullen er gebruik van maken. Een goede aanleiding om er eens over na te denken hoe het anders moet met onze relatie tot de natuur na de Coronatijd.
Vrijwillige uilenbescherming Jan Baan Directeur Brabants Landschap
in Noord-Brabant
2019
Inhoud 1 Coรถrdinatie en ondersteuning
44 >>>
2 Activiteiten & communicatie
66 >>>
De Uilenmonitor
77 >>>
Meest bekeken Facebook-berichten
99 >>>
De Provinciale Jaaravond
10 10 >>>
3 Omstandigheden seizoen
11 >>> 11
4 Omvang
13 13 >>>
5 De steenuil
15 >>> 15
24 >>> Een elftal in een nestkast 24 6 De kerkuil
26 >>> 26
Landelijk beeld
34 34 >>>
Predatie van boerenzwaluwnesten 35 35 >>>
7 De ransuil
36 >>> 36
8 De oehoe
39 39 >>>
Bijlagen 41 41 >>>
natuur dichtbij huis
Brabants Landschap 2
Coรถrdinatiepunt Landschapsbeheer
Uilenbescherming
2019
AANTAL WERKGROEPEN | 78 AANTAL CURSUSSEN EN BIJEENKOMSTEN | 15
AANTAL WERKUREN VRIJWILLIGERS | 5.858
AANTAL BROEDGEVALLEN KERKUIL | 613 STEENUIL | 1.334 RANSUIL | 20
AANTAL GASTGEVERS | 4.975
AANTAL UITGEVLOGEN UILEN KERKUIL | 2.380 STEENUIL | 4.300
AANTAL NESTKASTEN KERKUIL | 1.978 STEENUIL | 3.674
3
1 Coördinatie en ondersteuning Uilenbeschermers en uilenwerkgroepen In 2019 waren er in Brabant zo’n 450 vrijwilligers actief met de bescherming van uilen. Al deze mensen zijn aangesloten bij maar liefst 78 verschillende uilenwerkgroepen. Het gemiddelde aantal vrijwilligers per werkgroep is daarmee 5,7. Elke werkgroep heeft minimaal één coördinator of algemeen contactpersoon. Hij of zij is het eerste aanspreekpunt voor zijn vrijwilligers en gastgevers en zorgt voor afstemming met de ‘buur’-werkgroepen en het Coördinatiepunt Landschapsbeheer van Brabants Landschap. De groepen houden in principe de gemeentegrenzen aan als werkgebied. Als dat anders is, zijn daarover afspraken gemaakt met de ‘buren’. Achterin dit jaarverslag staat een overzicht van alle werkgroepen. Gastgevers Nestkasten vormen een veilige broedplaats voor uilen. Daarom worden deze door werkgroepen geplaatst op kansrijke locaties. De eigenaren van de grond of het erf waar de nestkasten komen te hangen, noemen we gastgevers. Zij staan toe dat de uil bij hun te gast kan zijn. Ook de uilenbeschermers zelf zijn te gast bij deze erf- of grondeigenaren.
4
Een goede relatie tussen beschermers en gastheren is essentieel voor de bescherming. Coördinatiepunt Landschapsbeheer Het Coördinatiepunt Landschapsbeheer bij Brabants Landschap ondersteunt en faciliteert de uilenwerkgroepen en initieert nieuwe projecten. De ondersteuning bestaat uit het delen van kennis (cursus en opleiding), het organiseren van bijeenkomsten, veldbegeleiding, overleg en advies en het beschikbaar stellen van materiaal (zie onderdeel ‘Materialen’ hiernaast). Vanuit het Coördinatiepunt is Jochem Sloothaak aangesteld als provinciaal coördinator. Hij onderhoudt het contact met de provincie Noord-Brabant en de landelijke koepels Kerkuilenwerkgroep Nederland en STONE. Verder zorgt hij voor de aansturing van de soortenmedewerkers Marco Renes, Annette den Hollander en de veldmedewerkers Arjen Stoop en Karel Voets. Zij houden zich met name bezig met het geven van voorlichting en advies aan gastgevers en leiden de verspreiding van materialen in goede banen. Ook zijn zij het aanspreekpunt voor subsidieregelingen voor biotoopverbe tering. Bij het Coördinatiepunt is ook een
Vrijwillige uilenbescherming in Noord-Brabant
secretaresse werkzaam: Angela Huijden. Zij staat altijd klaar om kleine vragen over bijvoorbeeld uitleenmaterialen, contactgegevens en onkostenvergoedingen te beantwoorden. Materialen en onkosten Dankzij een financiële bijdrage van de provincie NoordBrabant en de Nationale Postcodeloterij kan het Coördinatiepunt kosteloos uilenkasten beschikbaar stellen. Voor de ransuil kunnen er kunstnesten (gevlochten manden) aangevraagd worden. Voorwaarde is wel dat de werkgroep de nieuwe broedlocaties op een geschikte locatie plaatst, registreert en ze eigenhandig onderhoudt en controleert. Verder heeft elke uilenwerkgroep één of meerdere klimsets in bruikleen. In 2019 zijn ruim 100 van deze sets ingezameld, gekeurd en weer verspreid onder de groepen. Voor streekmarkten, open dagen, informatieavonden of presentaties zijn communicatiematerialen beschikbaar voor geïnteresseerden. Denk hierbij aan jaarverslagen, flyers, folders voor het werven van nieuwe uilenbeschermers, banners (informatiepanelen) en opgezette uilen voor het inrichten van stands. Voor kleine onkosten zoals houtsnippers, ladders, het maken van nieuwsbrieven en het organiseren van
2019
vergaderingen of andere activiteiten kan via een jaarlijkse enquête een financiële bijdrage aangevraagd worden bij het Coördinatiepunt. Overleggroep Uilenbescherming De provinciale Overleggroep is in 2019 twee keer samengekomen. De Overleggroep is een belangrijk klankbord voor het beschermingswerk. Als groepscoördinatoren vragen of suggesties hebben, kunnen ze terecht bij de leden van de Overleggroep (zie bijlage 1). Naast de provinciaal coördinator, de medewerkers soortenbescherming en de veldmedewerkers van Brabants Landschap, nemen de volgende regiocoördinatoren zitting in de groep: uit West-Brabant Ton Bakker (kerkuilen) en Dennis Maas (steenuilen), uit MiddenBrabant Joost Nijkamp (kerkuilen) en Anita van Dooren (steenuilen) en uit Oost-Brabant Henk Cleutjens (kerkuilen) en John Opdam (steenuilen). In de overleggroep vindt uitwisseling van kennis en ervaring plaats. Ieder lid onderhoudt contact met de groepen uit zijn of haar regio zodat iedereen op de hoogte blijft van wat er speelt en waar behoefte aan is. De groep draagt ideeën aan voor een betere uilenbescherming en stelt zaken ter discussie die spelen in het veld én in andere provincies.
terug naar Inhoudsopgave
>>>
5
2 Activiteiten & communicatie Controles & onderhoud Naast het plaatsen van nieuwe nestkasten, zijn twee andere onderdelen van het beschermingswerk het controleren en het onderhouden van de broedlocaties. De controles hebben tot doel om vast te stellen of de uilen de geplaatste nestkasten gebruiken en om een vinger aan de pols te houden van de uilenpopulatie. Tijdens dit bezoek wordt het jaarverslag aan alle gastgevers overhandigd en worden de bewoners, jeugd of andere geïnteresseerden betrokken bij de kastcontrole. De nestkasten komen na verloop van tijd vol te liggen met braakballen (vooral bij de kerkuil) of met ander materiaal zoals prooiresten of takken (die soms door holenduiven of kauwtjes naar binnen worden gesleept). Als een nestkast te vol raakt, is deze niet meer geschikt als broedplaats. Daarom vindt er jaarlijks een onderhoudsbeurt plaats door vrijwilligers van de werkgroepen waarbij het grootste deel van dit materiaal wordt verwijderd. Advisering Vrijwilligers van uilenwerkgroepen beantwoorden vragen van mensen die een uil hebben gezien of gevonden en van gastgevers die iets willen weten over ‘hun’ uilen. Ook nemen ze nieuwe vrijwilligers en andere geïnteresseerden mee op pad om uitleg te geven over het beschermingswerk. Aan de gastgevers geven de uilenwerkgroepen ook adviezen en tips met betrekking tot maatregelen die het biotoop van de uilen op het erf
6
kunnen verbeteren. Er wordt onder andere advies gegeven over goede beplanting, schuilplaatsen voor de jonge uilen en veilige vee-drinkbakken. Ten behoeve van toekomstige bouwprojecten willen ecologische adviesbureaus en gemeenten graag weten waar uilen actief zijn, zodat er geen biotoop verloren gaat en er indien nodig compensatiemaatregelen kunnen worden bedacht en getroffen. Brabants Landschap kan hieraan bijdragen, maar alleen na toestemming van de lokale uilenwerkgroep. De uilenwerkgroep is tenslotte eigenaar van de gegevens en besluit zelf of de broedgegevens van de uilen gedeeld mogen worden. Uilenwerkgroepen worden graag betrokken bij het invullen van compensatiemaatregelen. De regiocoördinatoren en veldmedewerkers kunnen hierbij geraadpleegd worden voor ondersteuning. Cursus en opleiding Er worden jaarlijks cursussen gehouden over veilig werken op hoogte. In februari 2019 is er een cursus gehouden waar negentien uilenbeschermers aan deelnamen. In deze cursus leren uilenbeschermers hoe ze om moeten gaan met hun klimmaterialen en worden ze bewust gemaakt van de risico’s van het uilenwerk. Tijdens de theorieavond van de cursus ligt de nadruk op het herkennen van onveilige situaties en het kennismaken met de materialen. Het vermijden van gevaarlijke situaties staat hierbij centraal. Op de praktijkochtend leert iedere deelnemer hoe het is om te klimmen
Vrijwillige uilenbescherming in Noord-Brabant
2019
De Uilenmonitor 2019 was het jaar waarin de Uilenmonitor door alle groepen in gebruik is genomen. Hiervoor werden in 2018 al zes cursussen gegeven en in 2019 nog eens acht. Hieraan hebben in totaal 63 personen deelgenomen. De Uilenmonitor is een online invoerportaal waarin uilenbeschermers gegevens over hun vrijwilligers en gastgevers en de broedgegevens kunnen invoeren en beheren. Ze kunnen overzichten maken in tabelvorm maar ook in kaartbeelden. Met dit nieuwe portaal hebben uilenwerkgroepen niet alleen hun eigen gegevens in beheer, maar de gegevens zijn ook snel beschikbaar voor het jaarverslag of voor gemeenten en adviesbureaus. Voor vragen over de Uilenmonitor kunnen mensen terecht bij Annette den Hollander of Marco Renes. Marco heeft samen met regiocoördinator Henk Cleutjens de monitor ontwikkeld: “Eigenlijk hebben we tot dusverre alleen positieve reacties gekregen, hoewel het allemaal nieuw is en onze vrijwilligers ook niet meer de jongsten zijn. We hebben nu een veel nauwkeuriger beeld van waar de nestkasten precies hangen en wie er allemaal actief is. Omdat we alles nu veel inzichtelijker maken voor de groepen is de betrokkenheid gegroeid. Nu zijn de uilenwerkgroepen nog meer eigen baas over hun gegevens. dat is iets wat wij vanuit Brabants Landschap heel belangrijk vinden”.
met een valbeveiligingsset en jezelf te zekeren op hoogte. Verder zijn er begin 2019, acht cursussen gegeven aan vrijwilligers over het gebruik van de nieuwe ‘Uilenmonitor’ (zie kadertekst). Iedere groep heeft inmiddels de cursus gevolgt, een eigen account en inlogcode ontvangen en kan daarmee zijn eigen gegevens inzien en beheren.
Regiobijeenkomsten en gastgeveravonden In 2019 werden op 5 locaties (Sint-Michielsgestel, Liempde, Veghel, Breda en Dinteloord) gastgeveravonden gehouden. Deze avonden zijn bedoeld om mensen te informeren die
daadwerkelijk een nestkast op hun erf hebben, maar ook voor overige geïnteresseerden. Op het programma staat vaak een lezing over de uilenbescherming en de manier waarop het biotoop van de uil kan worden verbeterd. In 2019 werden 2 regiobijeenkomsten gehouden, namelijk in Steenbergen en Cranendonck. Deze bijeenkomsten hebben tot doel gehad om een betere afstemming te krijgen tussen uilenwerkgroepen en hun gebiedsgrenzen. Ze worden belegd als daar behoefte aan is. Medewerkers van het Coördinatiepunt helpen werkgroepen bij het verzorgen van gastgeveravonden en regiobijeenkomsten door uitnodigingen en persberichten te versturen en lezingen te geven.
terug naar Inhoudsopgave
>>>
7
Gastlessen Er worden gastlessen op basisscholen gegeven ter promotie van het uilenwerk. Voor deze gastlessen is een speciale ‘leskast’ te leen bij Brabants Landschap. Hierin zitten lesmaterialen, waaruit een keuze gemaakt kan worden en een USBstick met daarop diverse informatieve documenten en lesmateriaal om samen met de leerlingen te doen. In het bijbehorende infoblad ‘Uilenbeschermer voor de klas’ wordt het gebruik van de leskast beschreven. Het infoblad is te vinden op onze website onder Zelf aan de slag > Infobladen > Soortenbescherming. Mocht er behoefte zijn aan een gastles op scholen, dan kan hiervoor de lokale uilenwerkgroep benaderd worden. De uilenwerkgroepen Altenatuur, Den Dungen, Oost-, West- & Middelbeers, Helvoirt, Bladel, Schijndel, Gilze en Rijen, Tilburg, Hilvarenbeek en Oisterwijk hebben al gastlessen verzorgd op scholen. Coördinatorenexcursie Natuurlijk spant iedere vrijwilliger zich elk seizoen weer geweldig in voor de uilen, maar zonder de coördinatoren van de werkgroepen kan een netwerk niet goed draaien. Daarom is het belangrijk dat groepscoördinatoren regelmatig met elkaar en met Brabants Landschap contact hebben en ervaringen uitwisselen. Om die reden wordt er elk jaar een Coördinatorendag georganiseerd. In 2019 werd die dag gehouden in het werkgebied van Toon Ondersteijn, uilenbeschermer van het jaar en coördinator van de uilenwerkgroep van Natuurwerkgroep Den Dungen. Tijdens de excursie werd ‘s morgens een bezoek gebracht aan het Dommeldal en het infopunt Duyfhuis onder leiding van Gerard Traa, beheerder bij Brabants Landschap. Na de lunch gaven Toon en Rien Ondersteijn de groep een rondleiding door het buitengebied van Gemonde.
8
Nieuwsbrief Uilenwerk In 2019 is er in juni een nieuwsbrief verstuurd aan 1.373 mailadressen. Iedereen die geïnteresseerd is in de uilenbescherming in Brabant, kan zich op de website brabantslandschap.nl aanmelden voor deze nieuwsbrief (Ga naar: Actueel > Aanmelden nieuwsbrieven > Klik onderaan de pagina bij ‘schrijf u hier in’ op ‘Nieuwsbrief over soortenbescherming in Brabant’). Op de website onder Zelf aan de slag -> Vrijwilligerswerk -> Uilenbescherming zijn ook voorgaande edities van de nieuwsbrieven te lezen. Weetjes en avonturen die betrekking hebben op uilen kunnen verstuurd worden naar uilenbeschermingbrabant@gmail.com. Stuur bij voorkeur ook een foto mee en wie weet wordt er een stukje over uw inzending geplaatst in de nieuwsbrief. Facebookpagina Uilenbescherming Brabant Het aantal volgers van de Facebook-pagina ‘Netwerk Uilenbescherming Brabant’ (www.facebook.com/UilenbeschermingBrabant) blijft stijgen. De teller staat ten tijde van het schrijven van dit jaarverslag op 2.102 volgers. Dat zijn 378 volgers meer dan vorig jaar. Van deze volgers is de leeftijdscategorie 55-64 jaar het beste vertegenwoordigd (28%). De man-vrouw verdeling is vrijwel gelijk. De meeste volgers komen uit Tilburg (104 volgers), Oisterwijk (89 volgers), Eindhoven (79 volgers). De pagina heeft niet alleen volgers uit Noord-Brabant, maar ook uit andere provincies en andere landen. Zo zijn er 216 volgers uit België. In 2019 zijn er 95 berichtjes geplaatst op de Facebook-pagina van de uilenbescherming. Heeft u een leuk verhaal of een nieuwtje, stuur het dan op naar één van de mensen van het Facebook-team (zie bijlage 2).
Meest bekeken Facebook-berichten Vergiftig mijn eten niet Een poster van www.kerkuil.com en raptorsarethesolution.org werd op 20 november 2019 geplaatst en bereikte 67.019 personen. Doordat het bericht 2.356 reacties, opmerkingen en deelacties kende werd het bereik enorm groot. Het bericht bevatte de volgende tekst: “In een jaar eet ik 1500 knaagdieren, alstublieft vergiftig mijn eten niet. Gif doodt meer dan alleen knaagdieren. Laat de roofvogels hun werk doen.” Stadia jonge uilen Een bericht over de verschillende stadia van jonge kerkuilen tijdens de nestperiode dat op 23 oktober 2019 werd geplaatst bereikte 24.788 personen en werd 137 keer gedeeld. Het bericht bevatte een poster met de herkenning van de leeftijd van de jonge kerkuil om de zoveel dagen. Deze poster is te downloaden op:
Uilenbeschermers gezocht m/v Het volgende bericht werd op 20 maart 2019 geplaatst en bereikte op Facebook 6.703 personen.
“Het lijkt sinds lange tijd weer beter te gaan met de kerkuilen en steenuilen in Noord-Brabant. Dat is voor een aanzienlijk deel te danken aan de uilenbeschermers, want zij helpen ruim 1.000 broedpaartjes aan nestgelegenheid. De beschermers zijn verdeeld over ruim 75 groepen. Deze groepen zijn zeer wisselend van omvang. Soms gaat het om een tiental of meer beschermers, maar vaker gaat het om slechts enkele personen. In het laatste geval is er sprake van een kwetsbare situatie. Er moet vaak in teamverband worden gewerkt, zoals bij het controleren van kasten. Het beklimmen van een ladder en aangeven van materialen is simpelweg veiliger om met meerdere mensen te doen. Daarnaast is het werken in een groepje ook gezellig. Echter bij veel groepen is er sprake van vergrijzing met een gemiddelde leeftijd van 55+. Verjonging van groepen wordt daarom erg belangrijk gevonden. Veel groepen zijn om die reden op zoek naar nieuwe enthousiaste mensen. Alle uilenwerkgroepen werken onder de paraplu van Coördinatiepunt Landschapsbeheer van Brabants Landschap. Vrijwilligersgroepen krijgen naast uilenkasten ook voorlichtingsmateriaal zoals het jaarverslag. Daarnaast is er veel aandacht voor ‘veilig werken’ met cursussen over werken met een klimtuig. Op brabantslandschap.nl > zelf aan de slag > vrijwlligerswerk is meer informatie te vinden. Bovendien kunnen geïnteresseerden via een interactieve kaart op zoek gaan naar een uilenwerkgroep dicht bij huis.”
terug naar Inhoudsopgave
>>>
9
9
De Provinciale jaaravond Op woensdagavond 8 mei 2019 vond in Theater De Speeldoos in Vught de Jaaravond Vrijwillige Uilenbescherming plaats. Traditioneel wordt op deze avond het uilenseizoen geopend. Er werd weer teruggeblikt op de de resultaten van 2018 en er werden twee lezingen gegeven. Vrijwilligster Anita van Dooren vertelde een boeiend verhaal over het vrijlaten van gerevalideerde uilen voor Stichting Vogelasiel Someren. Vanaf 2009 startte zij met het vrijlaten van de asieluilen ringonderzoek om te achterhalen of de uilen het redden en waar zij blijven. “Na tien jaar ringen van de asieluilen zijn er wel een aantal mooie successen. Eén van de mooiste terugmeldingen was een steenuil, vrijgelaten in Helvoirt die door de Medemblikse uilenwerkgroep werd terug gemeld. Deze uil konden we drie jaar volgen, zij had twee succesvolle broedsels. Tien procent van de vrijgelaten uilen werd terug gemeld. Waar de overige uilen zijn gebleven blijft de vraag. Dit is een onderzoek wat nog loopt”. Ondanks het beperkte aantal terugmeldingen, maakt elk individu dat het redt, het werk voor Anita en zeker ook voor Stichting Vogelasiel Someren zinvol. Spreker Jasja Dekker (dierecoloog) gaf een lezing over de analyses van braakballen van de kerkuil. Kerkuilen blijken superzoogdieronderzoekers, die veel beter dan mensen muizen kunnen inventariseren. “Door braakballen te verzamelen en te pluizen kom je er goed achter wat er aan muizen rond een kerkuilenkast leeft. Uilen, hun beschermers en pluizers dragen zo samen bij aan het in beeld brengen van het verspreidingsgebied van die prooisoorten, en tegenwoordig is het zelfs mogelijk om populatietrends te berekenen op basis van braakballen. Zo dragen uilen bij aan o.a. de Rode Lijst van Zoogdieren die
10
dit najaar verschijnt”. Maar, over welk gebied rond een kast zeggen die braakballen iets? Om dat te achterhalen heeft Jasja ook zenderonderzoek uitgevoerd bij de kerkuil en waar deze nachtbraker zijn prooien vandaan haalt: “Gebleken is dat kerkuilen tot maximaal 2.5 km rond de kast jaagden. Dat gaat op twee manieren: gericht op bepaalde jachtlocaties (bijvoorbeeld een erf, een dijktalud of een wegberm) en daar vanaf een zitplek jagen, of grote rondes waarbij continue geluisterd wordt”. Het programma van de avond werd afgesloten met de uitreiking van de ‘Oorkonde voor uilenbeschermer van het jaar’ door Joseph Vos, voorzitter van Brabants Landschap. Dit jaar ging die eer naar Toon Ondersteijn uit Den Dungen. Voor deze speciale gelegenheid kwam zijn voormalige uilencollega Ger van den Oetelaar op het podium: “Toon is een van de grondleggers van het uilenwerk in onze Provincie. Vanaf begin jaren ’70 is hij al als vrijwilliger actief. Hij gaf lezingen en informatieavonden over de schrikbarende achteruitgang van roofvogels en uilen. Vervolgens richtte hij zich in 1981 op de verspreiding van brochures over het belang van (kerkuilen-) nestkasten en zorgde hij ervoor dat er in de Meierij maar liefst 62 geplaatst werden in dat jaar. Nu zijn dat er al meer dan 150. Daarnaast is hij op scholen actief met het geven van ‘braakballenlessen’”. Inmiddels 45 jaar tomeloze inzet voor de uilen: reden genoeg om de Oorkonde aan Toon toe te kennen. Alle uilenwerkgroepen kregen na afloop van de avond het nieuwe boekje ‘Erfbeesten’, een set nieuwe posters met daarop de ontwikkeling van de steenuil en de kerkuil en het provinciaal jaarverslag mee naar huis .
Vrijwillige uilenbescherming in Noord-Brabant
2019
3 Omstandigheden seizoen HET JAAR 2019 BEGON MET Kortom, de winter en EEN ZACHTE WINTER EN EEN de lente waren warm en droog. Ideale DROOG EN WARM VOORJAAR. omstandigheden voor HIERDOOR KWAM DE NATUUR de muizen. En omdat AL VROEG OP GANG, BLEEF DE in februari flink wat MUIZENSTAND OP PEIL EN neerslag viel, kwamen de planten en de insecBEGONNEN DE UILEN AL ten al vroeg tot ontwikVROEG MET BROEDEN. keling. Via verschillende camera’s in kasten bleek dat de eerste kerkuilen begin maart al op eieren zaten en de eerste steenuilen eind maart, begin april. Op beeld was duidelijk te zien dat er voldoende prooien werden aangevoerd dus, zoals te verwachten, bleek 2019 opnieuw een goed muizenjaar.
Terugkijkend op de omstandigheden van het broedseizoen in 2019 valt op dat we wederom te maken hadden met extremen. Dat begon al in februari toen aan het eind van de maand een temperatuur van 20,5 °C werd bereikt, de warmste februaridag ooit gemeten. Maart verliep zeer zacht en stormachtig met code oranje op 10 maart. Op verschillende plaatsen moesten nestkasten worden hersteld of opnieuw opgehangen worden. In tegenstelling tot februari viel in de eerste helft van de maand veel neerslag. Vervolgens verliepen april en mei zacht en droog. Juni was extreem warm en plaatselijk nat. Eind juni werd het ruim 36°C in onze provincie. Deze temperaturen behoren bij de hoogste waarden gemeten in juni sinds 1901. Maar eind juli werd het nog gekker. Het kwik haalde aan het eind van de maand met 40,7°C in Gilze-Rijen het nieuwe nationale hitterecord. Qua neerslag bleef het verder een droge zomer.
Figuur 1 ˘ V erloop temperatuur (lijnen) en neerslag (kolommen) in de eerste zeven maanden van 2019 120
20
Maandsom neerslag (mm)
16 14
80
12 10
60
8
40
6 4
20 0
Maandgemiddelde temperatuur (ºC)
18
100
Neerslag (gem.)
Neerslag (2019)
Temperatuur (gem.)
Temperatuur (2019)
2 jan
febr
mrt
apr
mei
juni
juli
0
terug naar Inhoudsopgave
>>>
11
Tabel 1 ˘ De agenda van de uil en het weer
temperatuur (°C) steenuil
kerkuil
ransuil
gem*
2019
+/-
neerslag (mm) gem*
2019
+/-
jan
grenzen bepalen
overleven
roesten in ‘roestbomen’
3,1
3,5
+
73
56
--
feb
grenzen bepalen
banden met partner aanhalen
territorium afbakenen
3,3
6,1
+++
55
45
-
mrt
paarvorming
werken aan broedconditie
kraaiennesten zoeken
6,2
8
++
68
94
++
apr
broeden
broeden
broeden
9,2
10,9
++
44
27
--
13,1
11,7
--
61
33
---
mei
zorg voor de jongen
veel muizen vangen
zorg voor de jongen
jun
jongen vliegen uit
nog meer muizen vangen
jongen vliegen uit
15,6
18,1
+++
68
82
++
jul
ieder voor zich
jongen vliegen uit
ieder voor zich
17,9
18,8
+
78
44
---
*Het langjarig gemiddelde over het tijdvak 1981-2010
12
Vrijwillige uilenbescherming in Noord-Brabant
4
2019
Omvang
Vrijwilligers & gastgevers Dankzij de introductie van ons nieuwe portaal ‘de Uilenmonitor’, hebben we voor het eerst een nauwkeurig beeld van het aantal vrijwilligers dat actief is met de bescherming van uilen. Het aantal lag in 2019 op 446 vrijwilligers, waarvan precies 400 mannen (90%) en 46 vrouwen. Tussen de regio’s zijn wel wat verschillen, 119 in regio West, 186 in het Midden en 141 in regio Oost. Niet iedereen wil vertellen wat zijn leeftijd is. Maar op basis van de ingevoerde gegevens, is de gemiddelde leeftijd 57,6 jaar. Doordat in de Uilenmonitor ook het startjaar van vrijwilligers kan worden ingevoerd, is het mogelijk om het aantal
ervaringsjaren per persoon te berekenen. De uitkomst is dat er 17 vrijwilligers zijn die al meer dan 25 jaar uilenbeschermer zijn. Er zijn in totaal 4.975 adressen (‘de gastgevers’) bekend van een broedlocatie van een steenuil, kerkuil of ransuil. Hiervan hadden 1.978 gastgevers een kerkuilenkast, 3.674 een steenuilenkasten en op 20 adressen was een broedlocatie van een ransuil, al dan niet in een kunstnest. Er zijn verschillende gastgevers die zowel een kerkuilenkast als een steenuilenkast op hun erf hebben hangen.
terug naar Inhoudsopgave
>>>
13
14
Vrijwillige uilenbescherming in Noord-Brabant
5
2019
De steenuil
In 2019 hebben 74 uilenwerkgroepen gegevens aangeleverd over de locaties en broedsels van de steenuil. Het is geweldig dat deze bereidheid er is, want alleen zo kunnen we het effect van het beschermingswerk en de uilenpopulatie volgen. Uit alle gegevens kan worden opgemaakt dat 2019 wederom een goed jaar was voor de steenuilen. Een recordaantal broedsels Het totaal aantal broedgevallen bij de steenuilen steeg in 2019 met 12% ten opzichte van 2018. Dit betekent wederom een recordaantal broedsels, om precies te zijn 1.334. Het geeft hoop dat de steenuilen nog steeds nieuwe erven weten te vinden als broedplaats. Een teken dat de Brabantse ‘olievlekmethode’ werkt. Er werd 1.287 keer in een nestkast gebroed. In een natuurlijke holte zoals een boom of onder de pannen van een gebouw werd 47 keer gebroed. We noemen dit vrije broedsels. Het aantal vrije broedsels neemt langzaam af. Deze tendens wordt vooral veroorzaakt door
renovaties en afbraak van schuurtje en asbestsaneringen. In de nieuwe situatie heeft de steenuil geen toegang meer tot een geschikte broedplaats. Tenzij ter compensatie een nestkast wordt opgehangen.
Het aantal plaatsen waar tijdens kastcontroles niet-broedende steenuilen op de nestplaats zijn waargenomen (ook wel activiteit genoemd) steeg van 173 naar 342. Dit is een zeer hoog aantal, terwijl het juist al jaren redelijk stabiel was (zie de gele lijn in figuur 2). Mogelijk is dit een gevolg van het op een andere manier registreren van de broedsels sinds de introductie van de Uilenmonitor. Er wordt nu voor elke locatie gevraagd om een resultaat in te vullen, voordat je verder kunt. Voorheen konden groepen ook alleen hun broedgevallen doorgeven en werden de niet-broedende uilen achterwege gelaten.
Figuur 2 ˘ O ntwikkeling van het aantal geregistreerde broedgevallen bij de steenuil en het aantal nestlocaties waar niet-broedende steenuilen aanwezig waren (activiteit) in de periode 2010-2019. 1600 1400 1200 1000
Totaal aantal broedgevallen
800
Aantal kastbroedgevallen
600
Aantal activiteit
400
Aantal vrije broedgevallen
200 0
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
terug naar Inhoudsopgave
>>>
15
Tabel 2 ˘ A antal broedsels, activiteit, territoria, kasten en bezettingsgraad in de periode 2015-2019 jaar
kast broedgeval
vrij broedgeval
2015
1.028
82
2016
968
2017
activiteit
Figuur 3 ˘ B ezetting nestkasten steenuil in de periode 2015-2019
territorium
aantal kasten
bezettingsgraad
207
15
2.998
41%
86
180
12
3.227
36%
1.040
100
159
21
3.489
34%
2018
1.119
73
173
26
3.406
38%
2019
1287
47
342
342
3.789
44%
100%
80% 59%
63%
64%
62%
70%
60% leeg
bewoond 40%
7%
5%
9%
6%
5%
34%
31%
31%
33%
35%
2015
2016
2017
2018
2019
20%
0%
Figuur 4 ˘ S preiding van nestkasten, broedgevallen, activiteit en territoria van de steenuil in 2019
kast broedgeval activiteit op nestplaats lege nestkast gemeenten in regio west gemeenten in regio midden gemeenten in regio oost
16
bebroed
Vrijwillige uilenbescherming in Noord-Brabant
Hogere bezettingsgraad In 2019 stonden er in de provinciale database 3.789 steenuilenkasten geregistreerd. Dat zijn er 383 meer dan in 2018 (3.406). Door het project ErvenPlus zijn er veel nieuwe gastgevers bij gekomen waar een nestkast kon worden geplaatst en uilenwerkgroepen zijn erg actief geweest met het plaatsen van nieuwe nestkasten. De toegenomen populariteit van het uilenwerk, dankzij alle vrijwilligers, gastgevers en de Facebookpagina, heeft hier zeker aan bijgedragen. Van alle nestkasten was 44% bezet (bewoond of bebroed) door steenuilen. Dit percentage is 6% hoger dan in 2018. Een verklaring voor deze stijging is te vinden in het goede broedsucces in 2018, toen veel jonge steenuilen uitvlogen en de toegenomen bezetting van nestkasten door niet-broedende uilen (=activiteit). Grote legsels In 2019 werd van alle legsels 88,3% succesvol uitgebroed. Gemiddeld bestond een legsel uit bijna vier eieren (zie
2019
figuur 5). Om precies te zijn 3,85. Dit aantal is alleen hoger geweest in 2010 en 2014. Een groot legsel met maar liefst elf eieren werd aangetroffen in Heukelom in het werkgebied van SWG Oisterwijk (zie kadertekst op pagina 25). Acht van de jongen zijn levend buiten de broedlocatie waargenomen. In Liessel (het werkgebied van VWG De Kulert) was ook een broedsel waarbij acht jongen uitvlogen uit een legsel van acht eieren. Deze twee legsels waren de succesvolste broedsels in 2019. Omdat jongen in grote broedsels over het algemeen minder voedsel per jong krijgen dan in kleine broedsels, moeten deze erven enorm voedselrijk zijn. Verder werden er nog twee legsels met beide tien eieren gevonden in Erp (in het werkgebied van Vogelwacht Uden e.o.). Op de ene plek kwamen geen van de eieren uit. Op de andere plek kwamen vijf van de tien eieren uit en werden er uiteindelijk ook vijf jongen buiten de kast gezien. Ten slotte waren ook nog twee kasten met negen eieren, zes kasten met acht eieren en twee kasten met zeven eieren. Kortom, er waren veel grote broedsels in 2019.
terug naar Inhoudsopgave
>>>
17
DE ABSOLUTE TOPPER VAN 2019 WAS EEN STEENUILTRIO IN HEUKELOM DAT EEN LEGSEL VAN 11 EIEREN HAD, WAARVAN 8 JONGEN UITVLOGEN. Figuur 5 ˘ O ntwikkeling van het aantal eieren per broedsel en het aantal jongen en uitgevlogen jongen per succesvol broedsel van de steenuil in de periode 2015-2019
4,0
3,5
2015 2016 2017
3,0
2018 2019
2,5
2,0
18
Eieren per broedsel
Jongen per succesvol broedsel
Uitgevlogen jongen per succesvol broedsel
Vrijwillige uilenbescherming in Noord-Brabant
2019
Bij de steenuil wordt bij grote legsels aangenomen dat er twee vrouwtjes in het spel zijn. Er is dan één mannetje die in de broedperiode de prooiaanvoer moet verzorgen. Een trio dus. Uit literatuur blijkt dat in uitzonderlijke gevallen een vrouwtje zeven eieren kan leggen. Bij meer dan zeven is er vrijwel altijd sprake van twee vrouwtjes op één broedlocatie. Om dit uit te sluiten moeten de vrouwtjes gecontroleerd worden op een broedvlek. Iets wat wordt afgeraden, vanwege mogelijke verstoring in de eifase. Een grappig fenomeen is dat er op achttien locaties steenuilen zijn gespot in kerkuilenkasten. In acht van de achttien gevallen ging het om een activiteit. Tien keer was er sprake van een broedsel. Bij UWG De Peel kwam dit maar liefst vier keer voor. In Someren/Asten lijken de steenuilen het prettig te vinden om nogal ruim te wonen en te broeden.
Figuur 6 ˘ O ntwikkeling totaal aantal uitgevlogen jongen (gemiddelde aantal uitgevlogen jongen x totaal aantal geslaagde broedsels) van de steenuil in de periode 2015-2019
4000 3500 3000 2500
2015 2016 2017
2000
2018 2019
1500 1000 500 0
aantal uitgevlogen jongen
terug naar Inhoudsopgave
>>>
19
Hoger broedsucces Het gemiddeld aantal jongen van alle geregistreerde broedsels was 3,72 per geslaagd broedsel. Dat aantal is nog nooit zo hoog geweest sinds we deze gegevens bijhouden (2008). In 2019 vlogen uiteindelijk gemiddeld 3,65 jongen per geslaagd broedsel uit. Dit is eveneens een recordaantal. Vier jaar op rij meer uitgevlogen jongen Wanneer we het gemiddeld aantal uitgevlogen jongen vermenigvuldigen met het aantal succesvolle broedsels, dan zijn in het najaar van 2019 maar liefst 4.300 jonge steenuilen op zoek gegaan naar een nieuwe vestigingsplaats. Dat zijn er 814 meer dan het jaar ervoor, wat betekent dat het totaal
20
aantal uitgevlogen jongen al vier jaar op rij stijgt. Het aantal uitgevlogen jongen is nog nooit (sinds 2008) zo hoog geweest. Overige bewoners In de Uilenmonitor is de mogelijkheid ontstaan om naast de steenuilenbroedsels in steenuilenkasten ook de overige bewoners te noteren. In 2019 werd dit 545 keer gedaan. De meest voorkomende overige bewoner is met 218 keer de spreeuw. Gevolgd door de mees (129), kauw (95), overige vogels (34), holenduif (31), eekhoorn (12), wesp/hoornaar (10), overige insecten (6), rat/muis (3), rupsen (3), steenmarter (3) en kat (1).  
Vrijwillige uilenbescherming in Noord-Brabant
2019
Hoe zien de resultaten bij de steenuilen er per regio uit? Meeste broedsels: De meeste broedsels (57+1) werden, net als voorgaande seizoenen, geregistreerd door VWG Altenatuur. In het Land van Heusden Altena hangen 128 nestkasten op (boeren)erven. Meeste vrije broedgevallen: Maar liefst 5 vrije broedsels werden door VWG Ken en Geniet genoteerd. In regio west was dit de groep met het hoogste aantal. Meeste activiteiten: De meeste activiteiten (27) werden in het werkgebied van UWG Breda gezien. Hoogste bezettingsgraad: De hoogste bezetting (65%) werd behaald door UWG Alphen. In hun 23 kasten werden 14 broedgevallen en 1 activiteit geregistreerd.
In alle drie de regio’s is het aantal broedgevallen toegenomen. West-Brabant In West-Brabant hangen 993 steenuilenkasten waarvan 42% bezet is. Het aantal broedgevallen in nestkasten is gestegen met 15%: van 253 in 2018 naar 292 in 2019. Het aantal vrije broedsels is iets gestegen van 16 naar 18. Het aantal locaties waar alleen een activiteit van steenuilen werd aangetroffen, is bijna verdubbeld van 55 naar 104.
Tabel 3 ˘ Resultaten bij de steenuil per uilenwerkgroep in West-Brabant Regio West
Plaats
Kast broedgeval
Vrij broedgeval
Activiteit
Aantal kasten
Bezettings graad
Overige bewoners
Uilenwerkgroep UWG Alphen
Alphen
14
4
1
23
65%
VWG Altenatuur
Altena (gemeente)
57
1
16
128
56%
UWG Baarle
Baarle Nassau
1
16
38%
1
UWG Bergen op Zoom
Bergen op Zoom
63
27%
25
5 17
UWG Breda
Breda
18
Mark & Leij
Chaam
13
UWG Steenbergen
De Heen
3
UWG Dinteloord
Dinteloord
2
VWG Ken en Geniet
Dongen
24
UWG Etten-Leur
Etten-Leur e.o.
16
UWG Gilze en Rijen
Gilze
20
Natuur en Milieu vereniging VMB
Hank
UWG Drimmelen & Den Hout
Hooge Zwaluwe
1
5 1
27
23
144
31%
32
41%
2
27
19%
3
6
33
15%
10
10
73
47%
12
10
12
75
37%
16
5
65
34%
17
3
1
1
9
44%
55
2
4
75
79%
1
VWG IVN Mark & Donge
Oosteind, Oosterhout
4
1
13
38%
4
UWG Kuivezand
Oud Gastel
1
3
9
44%
1
Uilenwerkgroep Dongemond
Raamsdonksveer
6
5
28
39%
4
UWG Roosendaal, Rucphen en Sprundel
Roosendaal, Rucphen, Sprundel
UWG Moerdijk
Zevenbergen
19
11
VWG Zundert
Zundert
15
Totaal
43
292
2
18
9
72
38%
1
65
25%
104
993
42%
terug naar Inhoudsopgave
>>>
137
21
Midden Brabant In 2019 werden in regio Midden wederom de meeste steenuilbroedgevallen aangetroffen. Dit waren er 580 (+26% t.o.v. 2018). Deze regio kenmerkt zich door veel landschapselementen, middelgrote boerenbedrijven en veel particuliere erven, wat maakt dat er veel geschikte locaties aanwezig zijn voor steenuilen. Het aantal vrije broedsels in deze regio is gedaald van 30 in 2018 naar 5 in 2019. Het aantal activiteiten in kasten (wel een uil, geen broedsel) is gestegen van 65 naar 149. De bezettingsgraad van de kasten in deze regio is 43%.
Meeste broedsels: Natuurwerkgroep Den Dungen had met 45 broedsels het hoogste aantal broedgevallen, gevolgd door SWG Tilburg met 43 broedsels. Meeste vrije broedgevallen: Er waren maar vijf groepen die vrije broedsels noteerden: SWG Helvoirt e.o., VWG IVN Cranendonck, VWG IVN Oirschot, UWG Reusel de Mierden en UWG Valkenswaard. In het werkgebied van ieder van deze vijf groepen werd een vrij broedgeval ontdekt. Meeste activiteiten: SWG Oisterwijk had 24 activiteiten.
Tabel 4 ˘ Resultaten bij de steenuil per uilenwerkgroep in Midden-Brabant Regio Midden
Plaats
Kast broedgeval
Vrij broedgeval
Activiteit
Aantal kasten
Bezettings graad
32
72%
Overige bewoners
Uilenwerkgroep UWG grensgebied Bergeijk
Bergeijk
15
8
VWG De Pailjaart
Best
19
6
40
58%
3
SWG Hilvarenbeek eo
Biest-Houtakker
34
3
138
26%
39
UWG Bladel
Bladel
12
1
29
45%
3
WNL Boxtel
Boxtel
18
8
73
36%
18
WNL Oost-, West- & Middelbeers
De Beerzen en Vessem
21
4
74
34%
6
Natuurwerkgroep Den Dungen
Den Dungen
45
7
104
49%
7
UWG Eersel
Eersel
12
1
47
28%
4
KNNV VWG Eindhoven
Eindhoven
1
0%
IVN De Waerdman (Oost)
Elshout
34
3
65
57%
2
UWG Geldrop Mierlo Tongelre
Geldrop
1
3
28
14%
22 6
UWG Uylenspieghel
Goirle - Riel
9
1
24
42%
SWG Hei, Heg en Hoogeind
Heeze-Leende
22
2
67
34%
SWG Helvoirt eo
Helvoirt
UWG Hoogeloon
Hoogeloon
8
27
52%
4
12
6
1
2
39
36%
3
SWG Tilburg eo
Kaatsheuvel
43
17
131
44%
18
UWG Wilmar
Knegsel, Veldhoven
28
6
58
59%
8
Natuurwerkgroep Liempde
Liempde
11
VWG IVN Cranendonck
Maarheeze
23
1 1
VWG IVN Oirschot
Oirschot
24
SWG Oisterwijk
Oisterwijk
40
UWG Reusel de Mierden
Reusel
13
1
5
36
44%
9
1
42
57%
2
7
44
68%
6
24
107
60%
31
1
64
22%
19
Heemnatuurgroep Sint-Oedenrode
Sint-Oedenrode
9
4
40
33%
12
SWG IVN Sint-Oedenrode
Sint-Oedenrode
23
9
56
54%
10 12
UWG Son en Breugel
Son en Breugel
24
9
65
51%
UWG De Goei Kast
Veldhoven
19
1
72
28%
5
Kerk- en Steenuilgroep Vught
Vught
15
5
54
37%
9
58
36%
8
2
47
38%
3
1
21
52%
149
1683
43%
IVN De Waerdman (West)
Waalwijk
21
UWG Valkenswaard
Westerhoven
17
JNW Zijtaart
Zijtaart
10
Totaal
22
580
1
5
269
Vrijwillige uilenbescherming in Noord-Brabant
Hoogste bezettingsgraad: Qua bezetting van de nestkasten had de werkgroep UWG grensgebied Bergeijk met 72% het beste resultaat. Deze werkgroep had in hun 32 kasten maar liefst 15 broedsels en 8 keer alleen activiteit. Met dit bezettingspercentage hebben coördinator Jurgen Wijnen, Henk Hermans en zijn collega’s het beste resultaat in Brabant. Oost-Brabant In 2019 werden in de regio Oost-Brabant in 415 van de 1113 kasten broedgevallen aangetroffen. Het aantal broedsels steeg hiermee met 17% ten opzichte van 2018. Ook werden 24 vrije broedgevallen ontdekt. Dit is er 1 minder dan in 2018.
2019
Het aantal activiteiten steeg van 50 naar 89. De bezettingsgraad in de kasten is het hoogst van de drie regio’s: 46%. Meeste broedsels: De meeste kastbroedgevallen (59) waren net als in 2018 in het werkgebied van Vogelwacht De Maasheggen. Gevolgd door UWG De Peel met 51 broedgevallen. Meeste vrije broedgevallen: Vogelwacht Uden e.o. ontdekte maar liefst 9 vrij broedgevallen. Meeste activiteiten: De meeste activiteiten werden geregistreerd door VWG De Kulert (12), UWG Berlicum-Middelrode (11) en VWG Gemert (10). Hoogste bezettingsgraad: UWG Schijndel heeft met 64% de hoogste bezetting van de nestkasten.
Tabel 5 ˘ Resultaten bij de steenuil per uilenwerkgroep in Oost-Brabant Regio Oost
Plaats
Kast broedgeval
Vrij broedgeval
Activiteit
Aantal kasten
Bezettings graad
Overige bewoners
Uilenwerkgroep UWG De Peel
Asten-Someren
51
VWG IVN Bakel ('ut Vuggelke')
Bakel en Milheeze
15
UWG Berlicum-Middelrode
Berlicum
VW De Maasheggen
Beugen
2
8 59
VWG Boekel - Venhorst
Boekel
11
VWG IVN De Groene Overlaat (Cuijk)
Cuijk
12
VWG De Kulert
Deurne
46
3
7
117
44%
6
26
62%
11
41
37%
12
2
122
49%
21 17
2 5
6
29
38%
55
22%
1
12
128
41%
28
VWG Geffen
Geffen
12
42%
VWG Gemert
Gemert-Bakel
31
10
76
54%
VWG IVN Grave eo
Grave
12
2
47
30%
6
UWG Heesch-Nistelrode
Heesch
12
7
41
46%
6
UWG Heeswijk-Dinther
Heeswijk-Dinther
13
4
40
43%
4
SWG `s-Hertogenbosch
’s-Hertogenbosch
6
1
1
23
30%
2
1
4
VNW 's Hertogenbosch e.o.
’s-Hertogenbosch
VWG De Ortolaan
Laarbeek
5
15
VWG Lithoijen
Lithoijen
9
UWG Oss-Berghem-Megen
Oss
8
1 1
10
10
50%
2
41
37%
6
1
21
48%
3
3
25
44%
5
VWG Ravenstein
Ravenstein
8
1
29
31%
UWG Rosmalen-Maliskamp
Rosmalen
3
2
10
40%
1
VWG Maasdonk
Maasdonk
8
2
28
36%
1 1
UWG Schaijk
Schaijk
UWG Schijndel
Schijndel
27
1 1
Vogelwacht Uden eo
Uden
42
9
UWG IVN Veghel
Veghel
9
2
50%
42
64%
110
44%
7 2
16
UWG Vinkel
Vinkel
9
19
63%
UWG Maas en Peel
Westerbeek
1
1
100%
VWG De Torenvalk
Zeeland
1
2
50%
1113
46%
Totaal
415
3
24
89
terug naar Inhoudsopgave
139
>>>
23
Een elftal in een nestkast
24
Op donderdag 2 mei 2019 trof Anita van Dooren van SWG Oisterwijk in Heukelom bij een kastcontrole drie steenuiltjes in de kast aan. Hieronder haar verslag van deze bijzondere vondst. “Toen we die donderdag in de kast keken bleken er twee vrouwtjes en één mannetje in te zitten. Deze drie uiltjes zaten op maar liefst elf eieren! De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het mannetje het onderspit dolf: hij werd bijna geplet door de dames, waar hij onder zat. Toch is het waarschijnlijk de droom van iedere man om minstens twee vrouwen te hebben. De gastgever verwoordde het mooi: Deze man heeft het in eerste instantie heel goed gehad, maar de slechte tijd komt er nog aan. Maar goed, vandaag (10 mei) kwamen we (Frans, Christien en ik) terug om te kijken hoe het het trio verging. Tot onze grote verbazing waren alle eieren uitgekomen en lagen er maar liefst elf uilskuikens in de kast. De moeders zaten erbij. Drie volwassen uilen bij elkaar in één nestkast is vrij bijzonder. Soms worden er wel eens twee broedende vrouwtjes in één kast aangetroffen, maar dan zijn de eieren niet bevrucht. Het mannetje heeft zijn werk dus goed gedaan. Nu is alleen de vraag: wat brengt hij ze op 12 mei met MoederSdag? Toen we samen met Ronald van Harxen van STONE de uilen op 26 mei gingen ringen, bleken er nog 10 jongen in leven te zijn. Bij de volgende controle op 1 juni was het een enorme drekzooi in de kast. De uilen waren te smerig om aan te pakken. We besloten niet alleen de kast schoon te maken maar ook de uiltjes zelf, die het anders niet gered zouden hebben. Eén jong was door de erfbewoner dood en zonder kop gevonden onder aan de nestkast. En er was een uiltje verdwenen. Tijdens de volgende controle een week later vonden we nog steeds acht uilen in de kast. Op 15 juni nog zes en 21 juni drie. We gaan er vanuit dat ze succesvol uitgevlogen zijn en dat deze uiltjes het gezien hun felheid en hun aanvalscapaciteiten wel zullen overleven.”
Vrijwillige uilenbescherming in Noord-Brabant
terug naar Inhoudsopgave
>>>
2019
25
6
De kerkuil
Heel veel meer kerkuil broedsels Van de 73 werkgroepen die zich inzetten voor de bescherming van de kerkuil, leverden in 2019 71 groepen hun gegevens aan. Er werden door Brabantse uilenbeschermers 613 broedgevallen geregistreerd (zie groene balk in figuur 7). Hiertussen zaten 17 vrije broedsels. Het aantal broedgevallen van de kerkuil is in 2019 sterk gestegen (+41%) ten opzichte van 2018.
Als we de gemiddelde temperatuur in de winter voorafgaand aan het broedseizoen in figuur 7 bekijken, zien we een duidelijk verband tussen ‘zachte’ winters en het aantal broedgevallen. Een hoge temperatuur in de winter betekent vrijwel in alle jaren een toename in het aantal broedgevallen. Andersom zie je na de winters van 2008/2009 en 2012/2013 een dip in het aantal broedsels in het daaropvolgende voorjaar. Het lijkt er dus op dat zachte winters bij de kerkuil direct sturend zijn op het aantal broedparen.
Aantal broedgevallen
Figuur 7 ˘ O ntwikkeling aantal broedgevallen en de gemiddelde wintertemperatuur in de periode 2008-2019
700
7
600
6
500
5
400
4
300
3
200
2
100
1
0
2008
2009
2010
2011
Aantal broedgevallen
26
2012
2013
2014
2015
2016
Gemiddelde wintertemperatuur
2017
2018
201 9
0
Langjarig gemiddelde winter temperatuur
Vrijwillige uilenbescherming in Noord-Brabant
2019
NA EEN REEKS ZACHTE WINTERS IS EEN RECORDAANTAL BROEDGEVALLEN Indirect hebben zachte winters natuurlijk weer effect op de muizenstand, zoals al eerder vermeld is bij het hoofdstuk omstandigheden. Tweede broedsels Alleen in extreem goede muizenjaren, zijn er veel tweede broedsels. In 2019 waren er vijfentwintig tweede broedsels. In 2018 waren dit er maar zes. Dus ook hieruit blijkt dat 2019 een erg goed jaar was voor de kerkuilen. Het meest succesvolle tweede broedsel waarbij vijf jongen
GEREGISTREERD. OOK HET uitgevlogen waren, was in De Heen, het werkAANTAL TWEEDE BROEDSELS gebied van UWG SteenWAS ZELDEN ZO HOOG. bergen. Het eerste broedsel in deze kast (zonder pijp) in een gebouw bestond half mei uit zes jongen. Eind augustus zaten er vijf jongen in de kast. Het is voor een kerkuilenbroedpaar een hele prestatie om in een seizoen zoveel jongen groot te brengen.
jaar
kast broedgeval
vrij broedgeval activiteit aantal kasten bezettingsgraad
2015
1028
82
207
2998
41%
2016
968
86
180
3227
36%
2017
1040
100
159
3489
34%
2018
1119
73
173
3406
38%
2019
1287
47
342
3789
44%
Tabel 6 ˘ Aantal broedsels, activiteit, territoria, kasten en bezettingsgraad in de periode 2015 - 2019.
terug naar Inhoudsopgave
>>>
27
Figuur 8 ˘ B ezetting nestkasten kerkuil in de periode 2015-20189 100%
80%
60%
80%
74%
75%
77%
62%
leeg
bewoond bebroed
40% 10% 20%
0%
4%
4%
13%
22%
21%
18%
28%
2015
2016
2017
2018
2019
7%
5%
Aantal kasten en bezetting In 2019 stonden in de provinciale database de Uilenmonitor 2.029 kerkuilenkasten geregistreerd. Dat zijn er 314 minder dan in 2018. Waarschijnlijk is er door de overgang naar de Uilenmonitor bij een flink aantal kasten gebleken dat ze nog wel op de lijst stonden maar niet meer in gebruik waren. Het kastenbestand is in feite grondig ‘opgeschoond’. In 2019 was 38% van de kasten bezet. Dit is een veel hogere bezettingsgraad dan in 2018 toen het nog 23% van de kasten bezet was. Deze 38% is op te splitsen in bebroed (28%) en bewoond (10%). De overige 62% van de kasten werd in 2019 niet bezet door uilen. Grote legsels Het percentage uitgekomen legsels is in 2019 het hoogste ooit (sinds 2000): 96,6%. Gemiddeld bestond een legsel uit 4,58 eieren. Dit aantal is 0,28 hoger dan in 2018, maar niet zo hoog als in de jaren ervoor. Twee grote legsels met 11 eieren werden aangetroffen in Hoogerheide (het werkgebied van UWG Bergen op Zoom) en in Breda (UWG Breda). In Hoogerheide kwamen drie van de elf eieren uit, waarvan maar één jong uitvloog. In Breda kwamen de elf eieren helaas geen van alle uit. Er waren ook nog drie kasten met tien eieren, zes kasten met negen eieren en zestien kasten met acht eieren.
28
Vrijwillige uilenbescherming in Noord-Brabant
2019
Figuur 9 ˘ S preiding van nestkasten, broedgevallen en alleen activiteit van de kerkuil in 2019
kast broedgeval activiteit op nestplaats lege nestkast gemeenten in regio west gemeenten in regio midden gemeenten in regio oost
Figuur 10 ˘ O ntwikkeling aantal eieren per broedsel, aantal jongen en aantal uitgevlogen jongen per succesvol broedsel in de periode 2015- 2019
5,0
4,5 2015
4,0
2016 2017
3,5
2018 2019
3,0
2,5
2,0
Eieren per broedsel
Jongen per succesvol broedsel
Uitgevlogen jongen per succesvol broedsel
terug naar Inhoudsopgave
>>>
29
2500
2000 2015 1500
2016 2017
Figuur 11 ˘ O ntwikkeling aantal uitgevlogen jongen in de periode 2015 - 2019 (gemiddelde uitgevlogen jongen x aantal broedsels)
2018
1000
2019
500
0
aantal uitgevlogen jongen
Kortom, ook bij de kerkuilen waren er dus veel grote legsels. Hoewel in 2018 het record van het aantal uitgevlogen jongen per legsel op zes lag, werden in 2019 twee broedlocaties aangetroffen waar negen kerkuilen uitvlogen! Dit aantal werd behaald in Dinteloord (UWG Dinteloord) én in Nuland (VWG Maasdonk). Op vijf locaties vlogen acht jongen uit en op maar liefst negentien locaties vlogen zeven jongen uit. Hoger broedsucces Het gemiddelde aantal jongen van alle geregistreerde broedsels was in 2019 4,34 jongen per geslaagd broedsel. Alleen in 2014 werd met 4,5 jongen een hoger aantal bereikt. Er vlogen gemiddeld 4,02 jongen uit. Dit is 0,68 hoger dan in 2018. In de periode 2007-2019, vlogen er alleen in 2014 meer jongen uit: 4,20 om precies te zijn.
30
Wanneer we het gemiddeld aantal uitgevlogen jongen vermenigvuldigen met het aantal succesvolle broedsels, dan zijn in het najaar van 2019 maar liefst 2.380 jonge kerkuilen uitgevlogen. Dit zijn er niet eerder zo veel geweest. Overige bewoners In de Uilenmonitor is de mogelijkheid ontstaan om naast de kerkuilenbroedsels in kerkuilenkasten ook de overige bewoners te noteren. In 2019 werd dit 285 keer gedaan. De meest voorkomende overige bewoner is met 160 keer de holenduif. Gevolgd door de kauw (99), overige vogels (16), mees (2), overige insecten (2), spreeuw (2), wesp/hoornaar (10), kat (1) en steenmarter (1). Hier zien we een heel ander beeld als bij de veel minder donkere steenuilenkasten, waar spreeuwen veruit het meest vertegenwoordigd waren en de holenduif juist veel minder.
Vrijwillige uilenbescherming in Noord-Brabant
2019
Hoe zien de resultaten bij de kerkuilen er per regio uit? West-Brabant Hoe zien de resultaten bij de kerkuilen er per regio uit? Het aantal broedsels in West-Brabant beslaat 32% van alle broedsels in Brabant. In deze regio hangen 634 nestkasten, waarvan 40% bezet is. Het aantal kastbroedgevallen ligt op 190 (182+8). Dat is 67% meer dan in 2018. Daarnaast waren er in deze regio vijf vrije broedgevallen (evenveel als in 2018) en acht tweede broedgevallen. Het aantal activiteiten steeg van 41 in 2018 naar 62 in 2019. Meeste broedsels: In deze regio is VWG Altenatuur met 26 kerkuilenbroedsels (allemaal in kasten).
Meeste vrije broedgevallen: UWG Steenbergen registreerde twee vrije broedgevallen. Meeste tweede broedsels: UWG Moerdijk noteerde de meeste tweede broedsels: 3 om precies te zijn. Meeste activiteiten en hoogste bezettingsgraad: UWG Dinteloord had met 68% de hoogste bezettingsgraad. In hun 28 kasten waren er 9 broedgevallen en was er 12 maal een activiteit. Een van de broedsels van deze groep koos er voor om te broeden in een door een gastgever zelf getimmerde steenuilenkast. Dit moet wel een groot uitgevallen kast geweest zijn, want normaal gesproken past een kerkuil niet in een steenuilenkast.
Tabel 7 ˘ Resultaten bij de kerkuil per uilenwerkgroep in West-Brabant Regio West
Plaats
Kast 1e broedgeval
Vrij 1e broedgeval
2e broedgeval
Activiteit
Aantal kasten
Bezettings graad
Overige bewoners
Uilenwerkgroep UWG Alphen
Alphen
VWG Altenatuur
Altena (gemeente)
26
9
1
19
53%
5
54
56%
UWG Baarle
Baarle Nassau
6
13
1
28
50%
3
12
6
41
41%
7
2
UWG Bergen op Zoom
Bergen op Zoom
Biesbosch
Biesbosch
UWG Breda
Breda
16
Mark & Leij
Chaam
11
UWG Steenbergen
De Heen
6
2
7 6 1
91
24%
1
35
34%
9
26
58%
20
UWG Dinteloord
Dinteloord
9
1
12
28
68%
4
VWG Ken en Geniet
Dongen
11
1
1
36
33%
7
UWG Etten-Leur
Etten-Leur e.o.
10
4
26
54%
2
UWG Gilze en Rijen
Gilze
8
4
32
38%
7
Natuur en Milieu vereniging VMB
Hank
UWG Drimmelen & Den Hout
Hooge Zwaluwe
VWG IVN Mark & Donge
Oosteind, Oosterhout
2 2
7
43%
1
30
47%
1
67%
1
1
3 6
0%
2
1
1
13
15%
1
UWG Kuivezand
Oud Gastel
Uilenwerkgroep Dongemond
Raamsdonksveer
UWG Roosendaal, Rucphen en Sprundel
Roosendaal, Rucphen, Sprundel
UWG Moerdijk
Zevenbergen
15
VWG Zundert
Zundert
18
Totaal
1
14
12
182
1
5
3
8
7
56
38%
10
2
83
24%
1
62
634
40%
72
>>>
31
terug naar Inhoudsopgave
Tabel 8 ˘ Resultaten bij de kerkuil per uilenwerkgroep in Midden-Brabant Regio Midden
Plaats
Kast 1e Vrij 1e broedgeval broedgeval
2e broedgeval
Activiteit
Aantal kasten
Bezettings graad
Overige bewoners
Uilenwerkgroep UWG grensgebied Bergeijk
Bergeijk
5
VWG De Pailjaart
Best
1
1
11
73%
14
21%
1 11
SWG Hilvarenbeek eo
Biest-Houtakker
21
5
54
48%
UWG Bladel
Bladel
11
2
27
48%
9
WNL Boxtel
Boxtel
7
6
34
38%
11
29
48%
1
43
26%
4
WNL Oost-, West- & Middelbeers
De Beerzen en Vessem
Natuurwerkgroep Den Dungen
Den Dungen
1
3 2
14 8
UWG Eersel
Eersel
3
KNNV VWG Eindhoven
Eindhoven
1
1
2
3 1
11
23%
3
9
22%
3
IVN De Waerdman (Oost)
Elshout
5
42
38%
2
KWG Oisterwijk-Haaren
Esch
5
1
19
32%
1
UWG Geldrop Mierlo Tongelre
Geldrop
3
4
21
33%
9
19
32%
6
33
33%
UWG Uylenspieghel
Goirle - Riel
6
SWG Hei, Heg en Hoogeind
Heeze-Leende
9
SWG Helvoirt eo
Helvoirt
5
UWG Hoogeloon
Hoogeloon
4
SWG Tilburg eo
Kaatsheuvel
4
UWG Wilmar
Knegsel, Velhoven, Aalst, Waalre
64% 22%
5
1
10
50%
1
10
5
26
58%
2
1
Liempde
8
Maarheeze
6
Oirschot Reusel
2
14
Natuurwerkgroep Liempde VWG IVN Oirschot
3
18
VWG IVN Cranendonck UWG Reusel de Mierden
1
13
9
5 1
2
10
3
25
36%
2
13
46%
3
20
45%
3
51
25%
18
Heemnatuurgroep Sint-Oedenrode
Sint-Oedenrode
8
1
30
30%
UWG Son en Breugel
Son en Breugel
7
1
14
57%
33
39%
8
3
30
60%
6
KWG Tilburg eo
Udenhout e.o.
13
VWG De Kempen
Veldhoven
15 11
1
Kerk- en Steenuilgroep Vught
Vught
42
40%
9
IVN De Waerdman (West)
Waalwijk
3
19
16%
1
UWG Valkenswaard
Westerhoven
6
26
23%
1
JNW Zijtaart
Zijtaart
1
2
12
25%
62
751
38%
Totaal
225
Midden-Brabant In de regio Midden-Brabant wordt sinds 2015 steeds het grootste aandeel kerkuilenbroedsels aangetroffen van Brabant. Dit jaar was dit 39%. In 2019 hingen er 751 kasten en hierin werden 225 kastbroedgevallen, 5 vrije broedgevallen en 8 tweede broedsels gesignaleerd. Dit is 23% meer dan in 2017. Het aantal activiteiten steeg van 39 in 2018 naar 62 in 2019. De bezetting van de kasten in deze regio is 38%. Meeste broedsels: SWG Hilvarenbeek heeft in deze regio (net als vorig jaar en het jaar daarvoor) de meeste broedgevallen (21).
32
6
4
5
8
124
Meeste vrije broedgevallen: VWG IVN OIrschot ontdekte twee vrije broedgevallen. Meeste tweede broedsels: De meeste tweede broedsels (3) werden geregistreerd door SWG Hei, Heg en Hoogeind. Meeste activiteiten: WNL Boxtel en Kerk- en steenuilengroep Vught noteerde ieder zes activiteiten in kasten. Hoogste bezettingsgraad: De hoogste bezettingsgraad werd behaald in UWG grensgebied Bergeijk. Met vijf kastbroedgevallen en drie activiteiten in elf kasten was de bezetting 73%. Dit is daarmee de hoogste bezetting van heel Brabant.
Vrijwillige uilenbescherming in Noord-Brabant
Oost-Brabant In regio Oost hangen 644 nestkasten, waarin in 2019 164 broedgevallen werden aangetroffen. Dit is 29% van het totaal aantal broedgevallen in Brabant. Zeven kerkuilenpaartjes broedden in 2019 niet in een kast. In 2018 waren dat er maar drie. In deze regio waren negen tweede broedgevallen. In totaal waren er in regio Oost in 2019 59 meer broedsels dan in 2018. Het aantal activiteiten steeg van 32 naar 74, waardoor de bezettingsgraad steeg van 26% in 2018 naar 36% in 2019.
2019
Meeste broedsels: Vogelwacht De Maasheggen is (net als in 2017 en 2018) koploper in het aantal broedgevallen (23). Meeste vrije broedgevallen: VWG De Kulert ontdekte vijf vrije broedgevallen. Meeste tweede broedsels: De meeste tweede broedsels (2) waren in het werkgebied van VWG IVN Bakel (‘ut Vuggelke’). Meeste activiteiten: De meeste activiteiten staan op naam van VWG De Kulert: 19 keer zagen zij een kerkuil in de kast, maar werd er niet gebroed. Hoogste bezettingsgraad: Van de groepen die meer dan 10 nestkasten in beheer hebben, had UWG Heeswijk-Dinther in 2019 met 65% de hoogste bezettingsgraad van regio Oost.
Tabel 9 ˘ Resultaten bij de kerkuil per uilenwerkgroep in Oost-Brabant Regio Oost
Plaats
Kast 1e broedgeval
Vrij 1e broedgeval
2e broedgeval
Activiteit
Aantal kasten
Bezettings graad
Overige bewoners
1
Uilenwerkgroep UWG Berlicum-Middelrode
Berlicum
UWG De Peel
Asten-Someren
VWG IVN Bakel ('ut Vuggelke')
Bakel en Milheeze
1
3
15
20%
15
3
67
27%
7
18
44%
3
4
64
41%
20
2
25
16%
4
3
67%
86
42%
8
2 1
VW De Maasheggen
Beugen
23
VWG Boekel - Venhorst
Boekel
2
VWG IVN De Groene Overlaat
Cuijk
2
VWG De Kulert
Deurne
VWG Geffen
Geffen
VWG Gemert
Gemert-Bakel
VWG IVN Grave eo
Grave
3
UWG Heesch-Nistelrode
Heesch
4
UWG Heeswijk-Dinther
Heeswijk-Dinther
9
VNW 's Hertogenbosch e.o.
‘s-Hertogenbosch e.o.
8
20
5
1
19 3
10
50%
1
1
7
51
43%
1
1
1
16
25%
3
17
41%
4
20
65%
5
28
46%
3 15 2
1
33
4
VWG De Ortolaan
Laarbeek
5
VWG Lithoijen
Lithoijen
3
UWG Oss-Berghem-Megen
Oss
1
VWG Ravenstein
Ravenstein
1
UWG Rosmalen-Maliskamp
Rosmalen
VWG Maasdonk
Rosmalen (Nuland)
UWG Schaijk
Schaijk
UWG Schijndel
Schijndel
14
Vogelwacht Uden e.o.
Uden
16
7
UWG Vinkel
Vinkel
3
3
VWG De Torenvalk
Zeeland
1
2
5
60%
2
UWG Vinkel
Vinkel
9
3
19
63%
2
UWG Maas en Peel
Westerbeek
1
1
100%
VWG De Torenvalk
Zeeland
1
2
50%
644
36%
Totaal
7
164
27
19%
5
60%
2
6
50%
1
17
12%
1
3
33%
4
25
40%
1
1
100%
32
44%
92
25%
9
11
55%
1
1
1
7
7
74
terug naar Inhoudsopgave
>>>
3
89
33
Landelijk beeld Stichting Kerkuilenwerkgroep Nederland registreert al sinds 2004 het aantal broedgevallen van de kerkuil in alle provincies. Ook voor die tijd werd dit al bijgehouden, maar toen onder de vlag van Vogelbescherming. Niet eerder werden landelijk zó veel broedgevallen geregistreerd als in 2019. Het waren 4.432 broedsels, wat maar liefst 53% hoger is dan in 2018. Met dit aantal wordt de topjarengrens uit het Soortbeschermingsplan Kerkuil (3.500 broedgevallen) ruimschoots overschreden. Een resultaat waar alle vrijwilligers en gastgevers trots op kunnen zijn.
Figuur 12 ˘ O ntwikkeling landelijk aantal geregistreerde broedgevallen van de kerkuil in de periode 2010-2019
50000 45000 40000 35000 30000 2500 2000 1500 1000 500 0
2010
2011
2012
2013
Totaal aantal broedgevallen
2014
2015
Veilige grens
2016
2017
Topjaren grens
2018
Daljaren grens
Figuur 13 ˘ A andeel geregistreerde broedgevallen van de kerkuil per provincie in 2019
Johan de Jong neemt afscheid als voorzitter van de KWN
Li 4%
Fi 4%
Ut 4%
Fi 4%
Li 4%
Ut 4% Fr 16%
Ze 6%
Nh 7%
Fr 16%
Zh 7% Gr 7% Dr 8%
34
Ov 11%
Ge 12%
2019
Vrijwillige uilenbescherming in Noord-Brabant
2019
Predatie van boerenzwaluwnesten Boerenzwaluwen en uilen zijn beide erfvogels, vaak gaat dat goed samen maar zeker niet altijd. Een deel van de mislukte broedsels van boerenzwaluwen valt namelijk toe te schrijven aan uilen. In Twente werd in de periode 1993-2004 op negentien erven onderzoek gedaan naar boerenzwaluwen door uilenbeschermer Johan Drop. Nesten werden o.a. gevolgd, vogels geringd en predatie in kaart gebracht in het kader van ‘Euring Swalow Project’ (voorheen ‘Boerenzwaluw Project Nederland’). Van de 2.670 legsels in die periode, mislukten er 366 (14%) waarvan 55 (2%) door uilen. De overlast van uilen was maar gering en kan plaatselijk verschillen. Toch is de overlast vaak met grote gevolgen op het verloop van het broedseizoen en de betreffende locatie. Vooral in muizenarme jaren – als er veel voedselschaarste is – komt predatie van zwaluwen (vogels) vaker voor. Zowel kerkuilen als steenuilen kunnen het op zwaluwen hebben gemunt. Het eerste voorteken van een uilenbezoek aan een boerenzwaluwlocatie is vaak het ongewoon lage aantal broedvogels dat wordt aangetroffen in de broedruimte. Meer zekerheid geeft de controle aan de nesten. Vaak treft men een groot aantal verlaten of lege nesten aan. Ook is er af en toe in nesten gerommeld of zijn eieren stuk. Soms worden ook plukresten en ringen van zwaluwen gevonden of veren van de desbetreffende uil. De impact van het ongenode bezoek is voor het verdere verloop van het broedseizoen vaak groot. Krijgt de uil de kans om herhaaldelijk zijn slag te slaan, dan wordt de broedruimte door zwaluwen geheel verlaten. Het kan jaren duren eer dat ze terugkeren. De vogels die deze ervaring hebben opgedaan verlaten dat erf. Pas als er nieuwe (jonge) zwaluwen zich in
volgende jaren vestigen zullen er weer paren gaan broeden. Het voorkomen van predatie door uilen is in de praktijk niet altijd eenvoudig. Bij gesloten broedruimtes – waar zwaluwen alleen via de ramen naar binnen kunnen – is door het verkleinen van de vliegopeningen overlast eenvoudig te voorkomen. Ook kan er grofmazig kippengaas worden gespannen voor de stalramen. In open stallen zou men kunnen experimenteren met het spannen van kippengaas voor de nesten. Vooral wanneer meerdere nesten op dezelfde lijn aan balken zijn bevestigd zou dit kunnen werken. Er zijn genoeg ervaringen In Brabant waarbij de zwaluwen zijn afgenomen of verdwenen na de komst van een broedsel van de kerk- of steenuil. Aan de andere kant zijn er voorbeelden van erven waar zwaluwen en uilen al jaren succesvol langs elkaar leven. Kent u zelf één van deze situaties, dan horen we dit graag! Stuurt u dan een e-mail naar uilenbeschermingbrabant@gmail.com. Brabants Landschap is van mening dat met het plaatsen van nestkasten door uilenwerkgroepen er rekening moet worden gehouden met de aanwezigheid van zwaluwen. Het is beter om een bestaande kolonie zwaluwen in stand te houden, dan een nieuwe broedlocatie aan te bieden voor steen- of kerkuil. Het plaatsen van nestkasten in een stal waar ook boerenzwaluwen broeden, raadt Brabants Landschap af. Ook het maken van een invliegopening voor de kerkuil in een gevel waaraan huiszwaluwen broeden, is af te raden. Uiteindelijk is de keuze aan de erfeigenaren en de lokale vrijwilligers, maar het advies is om geen nieuwe uilenkasten te plaatsen op erven met zwaluwkolonies. Met dank aan Johan Drop (Natuur-en vogelwerkgroep De Grutto).
terug naar Inhoudsopgave
>>>
35
7 De ransuil Steeds meer uilenwerkgroepen hebben hun beschermingswerk verbreed naar de ransuil. Een hele interessante soort die bescherming hard nodig heeft. De broedpopulatie ransuilen is sinds 1990 jaarlijks met meer dan 5% afgenomen, wat een enorme achteruitgang is. De soort verdween uit de grote bossen op de zandgronden, waar het voorheen een normale broedvogel was. Hierbij speelt intensieve predatie op jonge en volwassen ransuilen door haviken een belangrijke rol. In het agrarische landschap, maar ook in achtertuinen aan de rand van steden en dorpen worden regelmatig broedsels aangetroffen. Deze plaatsen worden zo goed mogelijk beschermd en gevolgd door uilenwerkgroepen. Broedsels Ransuilen broeden niet in een kast, maar in een verlaten kraaien- of eksternest. Vanwege gebrek aan deze broedplaatsen zijn inmiddels ruim 30 gevlochten kunstnesten geplaatst in geschikte nestbomen. Tot nu toe heeft - voor zover bekend - slechts één paartje in een kunstnest gebroed. Toch werden er in 2019 twintig broedsels in Brabant waargenomen. Dit is één broedsel minder dan het jaar ervoor. Er
werden in totaal HET AANTAL RANSUILEN PER 68 jongen ROEST WAS IN DE WINTER VAN geteld op de 2018/2019 IETS HOGER DAN nestplaatsen, waardoor het EEN WINTER EERDER. gemiddelde HET DAAROPVOLGENDE (3,4) een nieuw BROEDSEIZOEN LIJKT GOED record is sinds TE ZIJN VERLOPEN. dit in Brabant wordt bijgehouden. In het werkgebied van IVN Oisterwijk werden twaalf broedsels gevonden. Dit zijn er vier minder dan in 2018. In de twaalf broedsels werden 29 jongen gezien. Hoeveel er precies zijn uitgevlogen is onbekend. UWG Dongemond had in zijn werkgebied vier broedsels. Dat zijn er twee meer dan het jaar ervoor. In totaal vlogen er negen jongen uit. UWG Ken en Geniet vond vier broedsels. Dit is een broedsel meer dan het jaar ervoor. In de nesten werden in totaal tien jongen waargenomen. Hoeveel er uit zijn gevlogen is onbekend.
25
5
20
4
15
3
10
2
5
1
0
2016
2017 Aantal broedsels Aantal jongen per broedsel
36
2018
2019
0
Aantal jongen per broedsel
Aantal broedsels
Figuur 14 ˘ Ontwikkeling aantal broedsels ransuilen en jongen per broedsel
Vrijwillige uilenbescherming in Noord-Brabant
Roesten Elke winter worden de winterroesten van de ransuil geteld. Diverse uilenwerkgroepen helpen in hun regio mee met deze tellingen. De meeste ransuilen broeden in een cirkel van ongeveer 1 km om de winterroestlocatie. Het vinden van de roestplekken maakt het makkelijker om de broedlocaties te vinden. Als roestplek kiest de ransuil voor groenblijvende bomen. Roestplekken zijn dus grotendeels terug te vinden in naaldbomen, maar er zijn ook waarnemingen in kale loofbomen zoals populieren.
2019
In de winter van 2018/2019 zijn er 286 ransuilen geteld op 38 verschillende roesten. Als we de vijf roestplaatsen waar geen uilen werden geteld buiten beschouwing laten, zaten er gemiddeld 8,7 ransuilen per roest. Dit is iets hoger dan de winter ervoor (8,4). Al jaren is de grootste roest in de Loonse en Drunense Duinen. In de winter van 2018/2019 werden hier 48 ransuilen geteld. Het aantal ransuilen per roest was in de winter van 2018/2019 iets hoger dan een winter eerder. Het daaropvolgende broedseizoen lijkt goed te zijn verlopen.
terug naar Inhoudsopgave
>>>
37
Figuur 15 ˘ O verzicht getelde winterroesten van de ransuil 2018-2019. Hoe groter de stip, hoe hoger het aantal ransuilen op de roest (Bron: Sovon Meetnet Slaapplaatsen).
2017-2018 2018-2019 gemeenten in regio west gemeenten in regio midden gemeenten in regio oost
38
Vrijwillige uilenbescherming in Noord-Brabant
8
2019
De oehoe
Opmars van de Oehoe De oehoe (Bubo bubo) is de grootste uil van Europa: circa 60-70 centimeter groot en een indrukwekkende spanwijdte van 155-190 centimeter. Het is een nachtjager die leeft van kleine zoogdieren en vogels. De oehoe heeft een groot verspreidingsgebied in Europa, maar heeft een lange geschiedenis van vervolging en vergiftiging achter de rug. Sinds de Europese beschermingsmaatregelen zijn aangescherpt, is de oehoe bezig aan een opmars. Vanaf 1997 broeden ze weer jaarlijks in ons land, eerst alleen in Zuid-Limburg maar inmiddels ook in Overijsel, Gelderland, Drenthe en NoordBrabant. Het totaal in Nederland, dat wordt bijgehouden door de Oehoe Werkgroep Nederland, lag in 2019 rond de 30 a 35 territoria waarvan zes in Brabant. Vanwege de grote kans op verstoring worden deze locaties niet openbaar gemaakt. Bij ten minste 1 paartje was een ontsnapte vogel betrokken, deze had gepaard met een wilde soortgenoot, iets wat wel vaker voorkomt. Om de ontwikkeling van de oehoe in Nederland te kunnen volgen worden jonge vogels geringd. In Brabant werden in 2019 zeven jonge oehoes geringd. Voedsel en gedrag Oehoes hebben een zeer gevarieerde voedselkeuze, ze leven voornamelijk van prooien die er op dat moment veel zijn. Zo bestaat hun dieet uit duiven, ratten, egels, muizen, hazen en konijnen, maar ook andere uilen en roofvogels staan op het menu. Zelfs vossen zijn hun leven niet veilig met een Oehoe in de buurt. Een in Uden ontsnapte - in gevangenschap gehouden - oehoe ving zelfs een kat voor de ogen van vrijwilligers van de uilenwerkgroep daar. Mocht een oehoe wel in het nauw worden gedreven, dan neemt hij een behoorlijke imposante dreighouding aan; al knappend en blazend zet hij al zijn veren op. Zijn oorpluimen legt hij plat op zijn kop en de ogen worden wijd opengesperd. Het lichaam wordt voorover gebogen en beide vleugels worden maximaal uitgespreid.
terug naar Inhoudsopgave
>>>
39
Zo ontstaat er een groot waaiervormig schild dat nog imposanter lijkt als het lichaam heen en weer wordt bewogen en de ohoe de veren laten sidderen. Zelfs jonge oehoes zijn op die manier in staat roofdieren af te schrikken. Kunstnesten Deze grootste uil van Nederland kan overal broeden. Oorspronkelijk doen ze dat in gebieden met hoogteverschillen zoals steengroeven en berghellingen. Bij het ontbreken daarvan worden ook wel boomnesten opgezocht. Ze bouwen zelf geen nest, maar nemen een oud roofvogelnest in gebruik. Omdat ze als grondbroeder nog de gewoonte hebben om in het nest te graven gaat dat niet altijd goed.
40
Opvallend is dat ze ook in bosgebied op de grond broeden, wat vaak mislukt door predatie of verstoring. Een industrieterrein, oude ruĂŻne of voormalig vuilstortterrein zijn ook verrassende locaties voor broedsels van de oehoe. Op sommige locaties worden kunstnesten aangeboden variĂŤrend van mooie eikenhouten bakken tot hondenmanden. Deze worden gevuld met grind zodat de oehoe daar een mooie nestkuil in kan draaien. Het plaatsen en controleren van deze broedplaatsen op soms wel 15 meter hoogte is een hele onderneming, waarbij we de hulp inroepen van professionele boomklimmers. In 2019 hebben op twee plaatsen oehoes in deze kunstnesten in bomen gebroed.
Vrijwillige uilenbescherming in Noord-Brabant
2019
Bijlagen Bijlage 1 ˘ P rovinciale overleggroep steenuil en kerkuil Naam
Functie Telefoon
Jochem Sloothaak
Provinciaal Coördinator Brabants Landschap
06 308 539 96
Marco Renes
Medewerker Soortenbescherming Brabants Landschap
06 523 188 41
Annette den Hollander
Medewerker Soortenbescherming Brabants Landschap
06 570 340 53
Ton Bakker
Regiocoördinator Kerkuil West-Brabant
06 513 403 07
Dennis Maas
Regiocoördinator Steenuil West-Brabant
06 482 705 33
Joost Nijkamp
Regiocoördinator Kerkuil Midden-Brabant
073 64 23 947
Anita van Dooren
Regiocoördinator Steenuil Midden-Brabant
06 152 438 81
Henk Cleutjens
Regiocoördinator Kerkuil Oost-Brabant
06 446 292 49
John Opdam
Regiocoördinator Steenuil Oost-Brabant
06 461 755 41
Arjen Stoop
Veldmedewerker Brabants Landschap West-Brabant
06 105 217 70
Marco Renes
Veldmedewerker Brabants Landschap Midden-Brabant
06 523 188 41
Karel Voets
Veldmedewerker Brabants Landschap Oost-Brabant
06 523 188 37
Bijlage 2 ˘ F acebook-team Uilenbescherming Brabant Naam Functie
Jochem Sloothaak
Algeheel paginabeheer
uilenbeschermingbrabant@gmail.com
Dennis Maas
Aanspreekpunt regio West
dwmaas@hotmail.com
Anita van Dooren
Aanspreekpunt regio Midden
jmvandooren@home.nl
Mark Sloendregt
Aanspreekpunt regio Midden
markenrian@planet.nl
terug naar Inhoudsopgave Kijk ook op www.brabantslandschap.nl/zelf-aan-de-slag/vrijwilligerswerk/uilenbescherming voor een interactieve kaart met de Brabantse uilenwerkgroepen.
>>> 41
41
Bijlage 3 ˘ C ontactpersonen voor uilenwerkgroepen in Brabant Groep Regio West-Brabant
Plaats
Contactpersoon
Telefoon
VWG Altenatuur
Altena (gemeente)
Rinus Punt
mlpunt@hetnet.nl
06 486 38 377
-
√
-
NB014
VWG Altenatuur
Altena (gemeente)
Arie van de Herik
arievandeherik@hotmail.com
0183 30 41 93
√
-
-
NB014
UWG Alphen
Alphen
Bas Dielen
dielen.bas@gmail.com
-
√
√
-
NB101
UWG Baarle
Baarle Nassau
Johan Versmissen
versmissen@telenet.be
0032 497974020
√
√
-
NB007
UWG Bergen op Zoom
Bergen op Zoom
Ton Bakker
bakker.karman@home.nl
06 513 403 07
√
√
-
NB001
UWG Breda - Westbrabantse VWG
Breda
Martin van Leest
mrtvanleest@gmail.com
06 254 037 39
√
√
√
NB008
Mark & Leij
Chaam
Wim Cornelissen
leghe10@outlook.com
076 56 41 354
√
√
-
NB004
UWG Steenbergen
De Heen
René den Outer
r.denouter@kpnplanet.nl
06 479 371 99
√
√
UWG Dinteloord
Dinteloord
Willem van Opdorp
w.vanopdorp@home.nl
06 40560778
√
√
-
NB005
UWG Ken en Geniet
Dongen
Thieu Verharen
uil@kenengeniet.nl
0162 31 54 80
√
√
√
NB020
UWG Etten-Leur
Etten-Leur e.o.
Paul Mennema
uilenwerkgroep@ivn-etten-leur.nl
06 215 853 46
√
√
-
NB017
UWG Gilze en Rijen
Gilze
Maaike Riemslag
m.riemslag-ansems@outlook.com
0161 45 28 94
√
√
-
NB010
Natuur en Milieu vereniging VMB
Hank
Ton Prinsen
tonprinsen@kpnplanet.nl
06 126 420 43
√
√
-
NB104
UWG Drimmelen & Den Hout
Hooge Zwaluwe
Harry Fiolet
hgfiolet@hetnet.nl
06 221 051 59
√
√
-
NB009
VWG IVN Mark & Donge
Oosteind, Oosterhout
Bart Jaspers
bart.jaspers13@gmail.com
06 484 055 84
√
√
-
NB019
UWG Kuivezand
Oud gastel
Jan Roelse
floret83@live.nl
-
√
√
-
NB012
UWG Dongemond
Raamdonksveer
Dennis Maas
dwmaas@hotmail.com
06 482 705 33
√
√
√
NB006
UWG Moerdijk
Zevenbergen
Wim de Vries
uwg.moerdijk@hotmail.nl
06 286 462 84
√
√
-
NB011
VWG Zundert
Zundert
Ad van Gastel
ad.gastel@ziggo.nl
076 59 85 332
√
√
-
NB021
42
Steen- Kerk- Ransuil uil uil
Groeps- nr
NB016
2019
Vrijwillige uilenbescherming in Noord-Brabant
Groep Regio Midden-Brabant
Plaats
Contactpersoon
Telefoon
Steen- Kerk- Ransuil uil uil
Groeps- nr
UWG grensgebied Bergeijk
Bergeijk
Jurgen Wijnen
jurgen.wijnen@asml.com
06 221 535 19
√
√
NB063
UWG grensgebied Bergeijk
Bergeijk
Henk Hermans
-
06 204 893 09
√
√
NB063
VWG De Pailjaart
Best
Marco Renes
mrenes@onsbrabantnet.nl
06 523 188 41
√
√
-
NB043
SWG Hilvarenbeek e.o.
Biest-Houtakker
Dis van der Put
dis.vander.put@hotmail.nl
06 361 921 40
√
√
-
NB032
UWG Bladel
Bladel
Gerard Panken
g.panken@chello.nl
0497 38 44 35
√
√
-
NB051
WNL Boxtel
Boxtel
Pieter Wesselink
p.wesselink@planet.nl
0411 67 55 30
√
√
-
NB046
ANV Land van Cranendonck
Budel-Schoot
Hennie Vonken
hennievonken@hotmail.com
06 225 702 70
√
√
-
NB062
WNL Oost-, West- & Middelbeers
De Beerzen en Vessem
Noud Janssen
noudjanssen@live.nl
-
√
-
-
NB047
WNL Oost-, West- & Middelbeers
De Beerzen en Vessem
Stijn van Es
info@stijnvanes.nl
06 397 775 05
-
√
Natuurwerkgroep Den Dungen
Den Dungen
Toon Ondersteijn
a.onder@home.nl
073 59 42 796
√
√
-
NB029
NB047
UWG Eersel
Eersel
Cor van de Ven
cor.vandeven@vencomaticgroup.com -
√
√
KNNV VWG Eindhoven
Eindhoven
Gerard Tielemans
detielies@hotmail.com
06 155 169 92
√
√
-
NB028
IVN De Waerdman (Oost)
Elshout
Roy van Delft
info@royvandelft.nl
06 203 603 98
√
√
-
NB003
KWG Oisterwijk-Haaren
Esch
Gijs van der Weerden
g.vdweerden@home.nl
06 537 270 77
-
√
-
NB035
UWG Geldrop Mierlo Tonglre
Geldrop
Martin d`Achard van Enschut m.dave@hotmail.com
06 278 637 17
√
-
-
NB044
UWG Geldrop Mierlo Tonglre
Geldrop
Johan Aarts
aarts@onsmail.nl
06 283 316 00
-
√
-
NB044
UWG Uylenspieghel
Goirle-Riel
Joost van Alphen
uylenspieghel@ziggo.nl
06 269 264 54
√
√
-
NB049
SWG Hei, Heg en Hoogeind
Heeze-Leende
Adrie Staals
a.staals56@upcmail.nl
06 360 209 21
√
√
-
NB030
SWG Helvoirt e.o.
Helvoirt
Mirjam Lambermon
mrjmlambermon@gmail.com
06 517 735 07
√
√
-
NB031
UWG Hoogeloon
Hoogeloon
Rien Kelders
annyenrien@outlook.com
06 153 886 71
√
√
-
NB050
SWG Tilburg e.o.
Kaatsheuvel
Erik Poelen
erik.poelen@gmail.com
06 398 491 72
√
√
-
NB036
UWG Wilmar
Knegsel, Veldhoven, Aalst, Waalre
Marijn van de Berk
m.vandenberk@upcmail.nl
06 187 408 26
√
√
-
NB042
Natuurwerkgroep Liempde
Liempde
Dirk Eijkemans
dirkeykemans@hotmail.com
06 10 91 62 40
√
√
-
NB103
VWG IVN Cranendonck
Maarheeze
Harrie Hegge
h.hegge1@chello.nl
-
√
√
-
NB052
VWG IVN Oirschot
Oirschot
Rinus Sterken
uilenwerkoirschot@live.nl
0499 57 53 84
√
√
-
NB045
SWG Oisterwijk
Oisterwijk
Anita van Dooren
jmvandooren@home.nl
06 152 438 81
√
-
-
NB033
Ransuilenwerkgroep IVN Oisterwijk
Oisterwijk
Christien Hermsen
chris10h@planet.nl
013 51 14 073
-
-
√
NB034
UWG Reusel de Mierden
Reusel
Jos Laarakker
jos.laarakker@hetnet.nl
06 537 679 73
√
√
-
NB038
Heemnatuurgroep Sint-Oedenrode
Sint-Oedenrode (KU)
Bert Vervoort
l.vervoort3@chello.nl
06 294 173 13
-
√
-
NB022
Heemnatuurgroep Sint-Oedenrode
Sint-Oedenrode (SU, noord)
Jack van Gastel
j.gastel3@gmail.com
06 134 275 64
√
-
-
NB022
SWG IVN Sint-Oedenrode
Sint-Oedenrode (SU, zuid) Henk Steenbakkers
henk.steenbakkers@kpnmail.nl
0413 47 36 94
√
-
-
NB064
UWG Son en Breugel
Son en Breugel
Lonneke van Soest
lonnekevansoest@kpnmail.nl
0499 46 13 58
√
√
-
NB025
KWG Tilburg e.o.
Udenhout e.o.
Bart van Beerendonk
vogelsinudenhout@gmail.com
06 158 264 59
-
√
-
NB093
UWG De Goei Kast
Veldhoven (SU)
Hennie Spitters
h.spitters8@upcmail.nl
040 253 33 80
√
-
VWG De Kempen
Veldhoven (KU)
Mark Sloendregt
markenrian@planet.nl
06 122 490 17
-
√
-
NB039
IVN De Waerdman (West)
Waalwijk
Kees Kraneveld
kraneveld@hotmail.com
0416 33 64 99
√
√
-
NB002
Kerk- en Steenuilgroep Vught
Vught
Sietske van Maren
sietskevanmaren@gmail.com
06 203 539 73
√
√
-
NB027
UWG Valkenswaard
Westerhoven
Arno Bleeker
arno.bleeker@asml.com
06 456 348 24
√
√
-
NB041
JNW Zijtaart
Zijtaart
Ton van de Tillart
tonvandentillart@hotmail.com
06 158 221 71
√
√
-
NB026
43
terug naar Inhoudsopgave
>>>
NB061
NB065
43
Groep Regio Oost-Brabant
Plaats
Contactpersoon
Telefoon
Steenuil
Kerkuil Ransuil Groeps- nr
UWG De Peel
Asten-Someren
Jo van Zanten
jm.vanzanten@kpnmail.nl
06 518 548 93
√
√
-
NB057
VWG IVN Bakel ('ut Vuggelke')
Bakel en Milheeze
Leo van Gerwen
leo-angelien@chello.nl
06 120 787 95
√
-
-
NB078 NB078
VWG IVN Bakel ('ut Vuggelke')
Bakel en Milheeze
Hans van Berlo
hansenkarin@hotmail.nl
06 230 773 04
-
√
-
UWG Berlicum-Middelrode
Berlicum
Bertie Kastelijn
bertkastelijn@home.nl
06 517 130 16
√
-
-
NB077
VW De Maasheggen
Beugen
Leo Daanen
leodaanen@freeler.nl
06 128 718 85
√
√
-
NB067
VW De Maasheggen
Beugen
Maria van Amstel
mvanamstel48@outlook.com
0485 36 20 20
√
√
-
NB067
VWG Boekel - Venhorst
Boekel
Martien Janssen
martien_maria_janssen@outlook
0492 32 20 77
√
√
-
NB069 NB080
VWG IVN De Groene Overlaat
Cuijk
Koos Elbers
elbkat@planet.nl
0485 32 12 70
√
√
-
VWG De Kulert
Deurne
Rob Boesten
boestenr@outlook.com
06 489 730 34
√
-
-
NB070
VWG De Kulert
Deurne
Henk Cleutjens
henkcleutjens@cs.com
06 446 29 249
-
√
-
NB070
VWG Geffen
Geffen
Rien van den Hurk
rienvdhurk@gmail.com
073 53 21 673
√
√
-
NB084
VWG Gemert
Gemert-Bakel
Martin Vink
m.vink1993@kpnmail.nl
06 121 573 23
√
√
-
NB074
VWG IVN Grave e.o.
Grave
Henk van Gemert
vogelvrij75@outlook.com
0486 47 47 59
√
√
-
NB081
UWG Heesch-Nistelrode
Heesch
Eric van Dijk
ericvdijk67@gmail.com
06 447 340 96
√
√
-
NB092
UWG Heesch-Nistelrode
Heesch
Frank van Venrooij
fvanvenrooij@home.nl
06 537 394 96
√
√
-
NB092
UWG Heeswijk-Dinther
Heeswijk-Dinther
John Davies
familiedavies@home.nl
06 243 473 21
√
√
-
NB090 NB090
UWG Heeswijk-Dinther
Heeswijk-Dinther
Harry van den Berg
harry.berg@ziggo.nl
06 224 574 46
√
√
-
SWG 's-Hertogenbosch
s Hertogenbosch (SU)
Ton Clement
tonclement1@gmail.com
073 63 30 433
√
-
-
NB054
VNW 's-Hertogenbosch e.o.
s Hertogenbosch e.o.
Joost Nijkamp
joost.nijkamp@home.nl
073 64 23 947
√
√
-
NB066
VWG De Ortolaan
Laarbeek
Jan Koot
jan.koot@odrn.nl
06 15 833 393
√
√
-
NB072
VWG Lithoijen
Lithoijen
Clemens Theunisse
clemenstheunisse@gmail.com
06 435 226 42
√
√
-
NB085
UWG Oss-Berghem-Megen
Oss
Bas van de Kar
basvandekar@gmail.com
06 485 622 97
√
√
-
NB083
VWG Ravenstein
Ravenstein
Cor van de Horst
familievanderhorst12@hotmail.
06 407 086 44
√
√
-
NB088
UWG Rosmalen-Maliskamp
Rosmalen
Henk Vennix
havix2000@gmail.com
06 233 853 04
√
√
-
NB055
VWG Maasdonk
Rosmalen (Nuland)
Otto Kwak
ottokwak@gmail.com
06 380 313 88
√
√
-
NB086
UWG Schaijk
Schaijk
Frank van Dorst
frankvandorst@home.nl
-
√
√
-
NB102
UWG Schijndel
Schijndel
Ruud van der Heijden
heijstro@hetnet.nl
06 226 049 97
√
√
-
NB056
John Opdam
opdam.john@gmail.com
06 461 755 41
Vogelwacht Uden e.o.
√
√
-
NB060
- Werkgebied Uden
Uden
√
√
-
NB060
- Werkgebied Odiliapeel - Volkel
Zeeland
√
√
-
NB060
- Werkgebied Venhorst
Boekel
-
√
-
NB060
- Werkgebied Mariaheide-VeghelVorstenbosch
Veghel
√
√
-
NB060
- Werkgebied Keldonk - Boerdonk
Erp
NB060
√
√
-
UWG Vinkel
Vinkel
Rien van Nistelrooij
hvann70@gmail.com
073 53 25 031
√
√
-
NB087
UWG Maas en Peel
Westerbeek
Gerrit Michels
info@germarmich.com
06 480 345 19
√
-
-
NB059
VWG De Torenvalk
Zeeland
Rien de Louw
pa7pyr@gmail.com
-
-
√
-
NB073
44
2019
Brabants Landschap Coรถrdinatiepunt Landschapsbeheer Postbus 80, 5076 ZH Haaren Algemeen: 0411 - 62 27 75 Coรถrdinatiepunt: 0411 - 66 40 10 info@brabantslandschap.nl www.brabantslandschap.nl
BEZOEKADRES
Kasteelboerderij van Nemerlaer Kasteellaan 4 in Haaren