De brandweerman 545 - 2014

Page 1

de

BRANDWEERMAN

t i j d s c h r i f t v a n b r a n d w e e r v e r e n i g i n g v l a a n d e r e n v. z . w.

V.U. Lt.-kol. Christian Addiers, Noorderlaan 69, 2030 Antwerpen | Afzender BVV | Heide 230 3920 Lommel | Tijdschrift Toelating gesloten verpakking verschijnt 5 x per jaar

N r. 5 4 5 - 9 0 e j a a r g a n g - I S S N 1 3 7 4 - 5 8 6 7 - s e p t e m b e r - o k t o b e r 2 0 1 4

ICS gestructureerde aanpak van incidenten P. 6

Provinciale oefening te Antwerpen P. 15

In de bres voor dieren P. 15

PB- PP B- 00000 BELGIE(N) - BELGIQUE

8500 Kortrijk Masspost Erkenningsnr. P 106052


© C. Zaglia

Gallet F1 XF Brandweerhelm

Uw inzet redt levens. MSA beschermt uw leven.

Omdat uw veiligheid onze prioriteit is, introduceert MSA de nieuwe Gallet F1 XF Brandweerhelm: innovatieve geïntegreerde verlichting voor optimaal zicht, instelbare hoogwaardige veiligheidsbril met universele pasvorm, nieuw ontworpen binnenwerk voor optimaal comfort… Betrouwbaar. Duurzaam. Gallet F1 XF.

MSA BELGIUM NV Telefoon: +32 (0)3 491 91 50 e-mail: info.be@MSAsafety.com

www.MSAsafety.com

Omdat elk leven een doel heeft...


Inhoud 02 ICS Gestructureerde aanpak van incidenten Deel 1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 06 Brandveiligheid in ondergrondse infrastructuur. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Nut van analysetools 2/4.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 De stap zetten naar een VZW.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Provinciale oefening te Antwerpen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 In de bres voor dieren.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Oefening: Boom verplettert auto e.a.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 GRIMP-Team van BW Halle. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 Nationale Wedstrijd Comité CTIF.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 Gedenkteken brandweerman Wouter Vancraeynest.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 West-Vlaams Kampioenschap streetkarting in Ledegem.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 De gordel... Een band voor het leven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Ledenvoordelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Nieuwe brandweervoertuigen.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Reeks binnenbrandbestrijding: T firefighting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Column Veiligheid

Alle correspondentie + adreswijzigingen BVV Centraal secretariaat Heide 230 3920 Lommel E-mail: secretariaat@brandweervlaanderen.be

Website BVV http://www.brandweervlaanderen.be

DE BRANDWEERMAN 90e jaargang • ISSN 1374-5867 Redactie Cathy De Schryver E-mail: redactie@brandweervlaanderen.be

Verantwoordelijke uitgever VZ BVV Lt.-kol. Christian Addiers Noorderlaan 69 2030 Antwerpen

Het bericht van een ongeval tijdens een interventie raakt ons elke keer hard. Ook al zijn we al dertig jaar of meer bij de brandweer. Ongeacht waar in het land, ongeacht voor welke interventie, brandweerlui verlaten hun vertrouwde omgeving en vertrekken steeds naar het onbekende om anderen te helpen die in een al dan niet levensbedreigende situatie betrokken zijn. We zullen nooit alle situaties kunnen voorzien, we zullen nooit alle ongevallen kunnen vermijden. Maar laat ons toch minstens rekening houden met de situaties waar we wél iets aan kunnen doen. Zoals het dragen van de gordel. Zoals aan een gecontroleerde snelheid naar een interventie rijden. Zoals op weg naar een interventie rekening houden met andere weggebruikers die niét voorzien hebben dat een brandweerwagen zelden alleen is en dat de snelheid van een prioritair voertuig veel hoger kan zijn dan de vertrouwde snelheid op die weg.

Facturatie

Lees het artikel over de gordeldracht daarom aandachtig. Verwerp niet meteen alle suggesties. Integendeel, ga na hoe u het zou aanpakken, overleg in uw korps, doe voorstellen die korpsbreed gedragen worden en misschien de veiligheid van al uw collega’s, onze veiligheid, kunnen verhogen.

Abonnementen

‘Chapeau’ aan Guy De Bondt, die na een zwaar ongeval met een autopomp niet alleen zijn collega verloor maar ook een deel van zijn dromen noodgedwongen aanpaste na het verlies van het gebruik van zijn benen. Guy deelt in dit nummer zijn ervaring met ons en zet ons aan om na te denken over onze veiligheid. Mijn respect voor deze openhartigheid is zeer groot. Zijn getuigenis kan misschien uw leven en uw dromen redden.

Cdt. Jan JORISSEN Norbert Neeckxlaan 21 3920 LOMMEL E-mail: schatbewaarder@brandweervlaanderen.be

Technische realisatie Jan MOREELS Zeger van Heulestraat 10 8501 HEULE Tel. 056 35 04 10 | Fax 056 37 01 43 E-mail: drukkerijmoreels@telenet.be

Contactpersoon advertenties: BVV Centraal secretariaat E-mail: martijn.wouters@brandweervlaanderen.be Tel: 0473 819158

Jaarabonnement: € 30,00 + verzendingskosten

Oplage: 13.800 ex. Teksten voor volgende nummers moeten ons bereiken: Nr. 546 voor 22/10/2014 Nr. 547 voor 15/12/2014 Nr. 548 voor 16/02/2015 Nr. 549 voor 06/05/2015

Foto cover: BW Asse

Lt.-Kol. Christian Addiers Voorzitter BVV 1


de

BRANDWEERMAN

Nr. 54 5 / s e p t e mb e r - otkobe r

REEKS BINNENBRANDBESTRIJDING: 3T firefighting Brandweerlui die actief proberen om op de hoogte te blijven van evoluties in brandbestrijding zullen hun wenkbrauwen optrekken bij het lezen van de titel. “3T firefighting?” Moet dat niet “3D firefighting” zijn? Het begrip 3D firefighting werd in de jaren ’90 ingevoerd door Paul Grimwood. Hij wilde ermee aangeven dat brandbestrijding geëvolueerd was van een tweedimensionale omgeving naar een driedimensionale omgeving. Technieken als gaskoelen waren er een gevolg van. 3D firefighting heeft ertoe geleid dat de brandweer zich aanpaste aan de invloed van een veranderende inboedel. 1 WAT IS 3T FIREFIGHTING? Efficiënte brandbestrijding bestaat uit een aantal verschillende componenten. Om een brand te kunnen blussen hebben brandweerlui materieel (tools) nodig. Ze kunnen kiezen uit verschillende technieken (bvb de long pulse) om de brand aan te vallen. Daarnaast is het ook zo dat de toepaste technieken moeten kaderen in een tactiek.

Figuur 2 Bij transitional attack wordt er eerst gedurende een tiental seconden een buitenaanval uitgevoerd om het vermogen van de (uitslaande) brand te verminderen. Bij branden boven het gelijkvloers gebeurt dit met een volle straal. (Tekening: Art Arnalich)

Figuur 1 Een appartementsbrand op de tweede verdieping. Het raam van de living is gebroken. Er is een uitstroom van rookgassen (rode pijl) en een instroom van verse lucht (blauwe pijl). (Tekening: Art Arnalich)

Op het moment dat de brandweer ter plaatse komt, kan de (onder)officier kiezen om een offensieve strategie te hanteren. Die strategie wordt vervolgens verder uitgewerkt met verschillende tactieken. Eén tactiek zal zijn dat er een aanvalslijn wordt afgelegd. De aanvalsploeg zal vervolgens oprukken naar de brand en zal die vervolgens blussen. Bij deze actie zullen verschillende technieken gebruikt worden. Het zou kunnen dat de ploeg moet beginnen met forcible entry technieken. Eerst moet de voordeur opengebroken worden. De halligan tool kan hier erg veel zaken makkelijker maken. Vervolgens kunnen de rookgassen gekoeld worden tijdens de vordering. Dit kan met de short pulse en de long pulse, opnieuw twee technieken. Als laatste kan de brandhaard geblust worden met painting en pencilling. Collega Arnalich stelt dat de brandweer tijdens brandbestrijding altijd gebruik maakt van een 3T combinatie. Tegelijkertijd wordt er gewerkt met één tool, één techniek en één tactiek. Vandaar de naam “3T firefighting”.

2

2 IN BELGIË? 2.1 Iedereen doet 3T firefighting Elk brandweerkorps doet nu al aan 3T firefighting. We kiezen immers allemaal een tool (HD, LD Ø 45) om de brand mee aan te vallen. Vervolgens kiezen we een techniek. Vroeger werd nog al eens gekozen voor het verzuipen van de brand. Gelukkig is

rookgaskoeling al goed ingeburgerd. Deze techniek laat toe om op een veilige manier een vordering te doen doorheen het pand naar de brandhaard toe. Dit geheel past dan weer in een tactiek. Dikwijls is dit het afleggen van één blusleiding. In het korps waar ik beroepsmatig actief ben, BW Brussel, worden wij meestal geconfronteerd met een brand die perfect kan geblust worden met één HD-lijn. Ik schat dat dit zo is voor 85-90% van de branden. Het is ook mijn (onbescheiden) overtuiging dat niemand in België zo snel en efficiënt werkt als BW Brussel met een HD-lijn. Dit komt omdat een groot deel van onze branden plaatsvindt in (oudere) appartementen en woningen. Dikwijls bevindt de brand zich lager dan de 6de verdieping en blijft een aanval met een HD een haalbare kaart. Toch zit er ook een keerzijde aan deze (gouden) medaille. In Brussel, en bij uitbreiding in veel Belgische korpsen wordt meestal voor dezelfde combinatie van 3T gekozen: een binnenaanval met een hoge druk waarbij de techniek eerst gaskoeling betreft en uiteindelijk een directe aanval op de brandhaard wordt ingezet. 2.2 Wat bepaalt de keuze? Tot in het midden van de jaren 2000 werd in quasi elk korps enkel gewerkt met de hoge druk voor de binnenaanval. Dit was o.a. het gevolg van het feit dat niets aan te vangen valt binnen in een gebouw met de gerolde slangen die in de autopompen zitten/zaten. In de tweede helft van de jaren 2000 zijn stilaan bundels en cassettes ingevoerd. Cassettes met gevouwen slangen bleken wel bruikbaar binnen in een gebouw. In Wallonië was het korps van Moeskroen een voortrekker terwijl Jean-Claude Vantorre van BW Knokke-Heist in Vlaanderen het systeem introduceerde en verbeterde.


de

BRANDWEERMAN

N r. 545 / septembe r - otkob er

te vergelijken met een muziekspeler. Deze zal ook vlot overschakelen van snel naar traag spelen en van luid naar stil. Enkel door veel variatie in zijn muziek te steken, bekomt hij een mooi muziekstuk. Bij brandbestrijding is het net zo. Naarmate we meer variatie in onze keuze van de drie T’s kunnen steken, zullen we in staat zijn om meer uiteenlopende interventies aan te pakken.

Figuur 3 De aanvalsploeg voert de deurprocedure uit aan de deur van het appartement. De deels geopende deur wordt voorgesteld met een stippellijn. (Tekening: Art Arnalich)

Sedert enige jaren hoeft de keuze van de eerste “T” (tool) niet meer af te hangen van het feit dat er voor de binnenaanval niets anders beschikbaar is. Toch stellen we vast dat erg veel brandweerlui vasthouden aan de hoge druk. Waarom is dat zo? Wel, we houden graag vast aan de zaken die we kennen. Ook voor 3T firefighting is dit zo. We hebben een bepaalde combinatie die we goed onder de knie hebben en waar we goede resultaten mee halen. Doordat we er goede resultaten mee behalen wordt voornamelijk op deze werkwijze getraind. Dikwijls is het ook zo dat er zelden gekeken wordt hoe de collega’s het doen. Toen mijn carrière in Brussel in 2004 begon was favoriete 3T een combinatie van de binnenaanval (tactiek) met één HD (tool). Er werd meestal gewerkt met de directe aanval (techniek) want gaskoeling was toen nog niet erg ingeburgerd. Ik was erg onder de indruk van de snelheid en de mate van professionalisme waarmee deze 3T werd toegepast.

In België is het zo dat we al enige evolutie doorgemaakt hebben wat betreft het kiezen voor variatie. Zoals hierboven geschetst, kunnen veel korpsen al kiezen tussen HD en LD Ø 45. Er is dus variatie mogelijk in de tool. Daarnaast wordt in veel korpsen bij de binnenaanval eerst gewerkt met gaskoelen als techniek, daarna wordt pulsing-pencilling gebruikt en tenslotte wordt afgewerkt met painting. Tactisch is er echter nog niet zoveel variatie. 3 WAAROM IS VARIATIE BELANGRIJK? Nu kan de vraag gesteld worden waarom het zo belangrijk is dat de brandweer kan variëren. Waarom kunnen we niet alles oplossen met onze favoriete 3T combinatie? Wel, het antwoord vinden we door te kijken naar brandgedrag. De brand van 100 jaar terug was helemaal anders dan brand nu. Omwille van een verandering in inboedel evolueert brand veel sneller dan vroeger. De tijd tot flashover is ingekort van 30 minuten in de jaren ’50 van de vorige eeuw tot 3 minuten nu. Er ontstaat ook heel wat meer rook dan vroeger en de rook is brandbaarder dan vroeger. De invoering van 3D-firefighting heeft hiervoor een remedie aangereikt. Vooral de verschillende nieuwe straalpijptechnieken hebben de brandweer een grote stap vooruit doen zetten.

Nochtans is het zo dat in andere landen gekozen wordt voor een andere 3T voor hetzelfde probleem. En net zoals hier is men daar niet zo happig om dat te veranderen. Die buitenlandse brandweerlui hebben namelijk door de jaren ook een favoriete combinatie ontwikkeld waarmee ze goede resultaten bekomen, waar ze veel mee oefenen en waar ze zich goed bij voelen. Het interessante is dat een gelijkaardige situatie in land A goed aangepakt wordt en in land B ook, maar dan met een andere 3T combinatie. Toch is er in beide landen weerstand om eens de combinatie van de ander te proberen. Art Arnalich stelt dat we onze favoriete 3T combinatie op een sokkel zetten. We zien voornamelijk de voordelen ervan, de nadelen worden geminimaliseerd. Vervolgens gebruiken we de 3T ook voor incidenten waarvoor het eigenlijk niet de beste keuze is. In Brussel kom ik af en toe tot de vaststelling dat we bij een brand begonnen zijn met één HD terwijl dat eigenlijk niet de juiste keuze was. Ook bij ons bestaat dus enige vasthoudendheid aan onze favoriete 3T en vallen we soms in de valkuil dat we onze favoriete combinatie gebruiken in situaties waar ze eigenlijk niet meer aan te raden is.

Door veranderingen in de bouwmethodes krijgen we nu ondergeventileerde branden. Deze branden starten pas opnieuw met evolueren op het moment dat de brandweer de deur opent om te komen blussen. Na het openen van de deur evolueren ze in een korte tijdsspanne tot ventilatie geïnduceerde flashover.

2.3 Voordelen van meer 3T’s Arnalich pleit voor het vlot combineren van de drie T’s. Dit is

Beide bovenstaande types branden zijn fundamenteel verschillend. Het eerste type, het geventileerde brandverloop, is gewoon

Figuur 4 De aanvalsploeg opent de deur volledig (de stippellijn is verdwenen). De tactiek wordt gewijzigd naar positive pressure attack. De overdrukventilator creëert een stroming doorheen de trap en het appartement naar buiten. Er zal in de traphal een overdruk ontstaan die een bescherming biedt tegen rookverspreiding. (Tekening: Art Arnalich)

3


de

BRANDWEERMAN

Nr. 54 5 / s e p t e mb e r - otkobe r

een snellere versie van de brand die er altijd geweest is. Onze favoriete 3T combinatie is er dan ook een goed antwoord op. Een belangrijke voorwaarde is wel dat er tijdens de vordering aan gaskoeling gedaan wordt. Het zal echter ook regelmatig fout aflopen als we onze favoriete 3T gebruiken voor een ondergeventileerde brand. Deze vraagt om een andere aanpak. Overal ter wereld is de brandweer “zoekende” als het gaat om het vinden van een goede 3T voor ondergeventileerde branden.

Figuur 5 De ploeg doet een binnenaanval. De gebruikte technieken zijn gaskoeling (short of long pulse) en directe aanval (pencilling of painting). De ondersteuning van de ventilatie zorgt ervoor dat ze snel de brandhaard vinden en kunnen neerslaan. (Tekening: Art Arnalich)

situatie bekijkt en nagaat in welke mate ze veranderd is. Indien nodig kan hij wijzigingen aanbrengen in de 3T combinatie(s) die gebruikt worden op de interventieplaats om ervoor te zorgen dat er efficiënt en veilig gewerkt wordt. Goede bevelvoering is een laatste voorwaarde voor de leidinggevenden. Tijdens brandbestrijding worden brandweerlui geconfronteerd met praktische moeilijkheden. Deze kunnen ertoe leiden dat bepaalde taken niet, slecht of half uitgevoerd worden. Het is de taak van de (onder)officieren om erop toe te zien dat alle taken zo goed mogelijk worden uitgevoerd. Indien nodig dienen hiervoor extra ploegen worden aangeduid. Het is ook mogelijk dat bepaalde taken vertraging oplopen door moeilijkheden. Leidinggevenden dienen hier vlot mee om te springen. Als bepaalde taken invloed hebben op elkaar (vb: opzetten van ventilatie en afleggen aanvalslijn), dan dienen (onder)officieren erop toe te zien dat de verschillende ploegen rekening houden met elkaar. Een voorbeeld: Als de aanvalsploeg moeizaam vordert, dan dient de ventilatieploeg daar rekening mee te houden. Het starten van de ventilator dient dan maar even te wachten totdat de aanvalsploeg hiervoor klaar is.

Verandering in bouwwijzen heeft er ook toe geleid dat het aantal gevallen dat de brand “in de muren” of “in het dak” zit, toeneemt. Dergelijke brand gedraagt zich niet als een geventileerde brand en ook niet als een ondergeventileerde brand. Dikwijls gaat het over een brand die woedt in de structuur van het gebouw. De brand evolueert traag omdat er geen lucht bij kan. In Zweden wordt een dergelijke brand omschreven als een “construction fire”. De constructie zelf staat in brand. Dit type brand staat tegenover de brand van de inboedel, de “contents fire”. Het aanpakken van een construction fire zal opnieuw één of meerdere 3T’s vragen. Hierboven zijn drie fundamenteel verschillende types branden geschetst. Twee van de drie zijn een vrij recent fenomeen. Fundamenteel verschillende problemen zullen fundamenteel verschillende oplossingen vragen. Daarom is het belangrijk dat de brandweer flexibel kan zijn en vlot verschillende combinaties kan maken. 4 WAT IS ER NODIG OM GOEDE COMBINATIES TE MAKEN? 4.1 Voor officieren en onderofficieren Eigenlijk is er best wel veel nodig om te komen tot een goede toepassing van 3T’s. Een leidinggevende dient het probleem goed te begrijpen voordat hij kan kiezen voor een 3T die ideaal is voor de situatie. Het is dus eerst nodig om een goede verkenning te doen. Vervolgens moet de (onder)officier de elementen uit zijn verkenning analyseren en op basis daarvan een besluit nemen.

4

Het is dus erg belangrijk dat er bij die mensen voldoende kennis is over brandgedrag (het probleem) en over tools, technieken en tactieken (de oplossing). Bovendien is het zo dat “de verkenning” een dynamisch gegeven is. Brand evolueert. Het is de bedoeling dat de leidinggevende op regelmatige tijdstippen de

Figuur 6 De brand is geblust. De nablussing is begonnen. De overdrukventilatie zorgt voor het afvoeren van de resterende rook. (Tekening: Art Arnalich)

4.2 Voor manschappen Ook voor de brandweerlui zijn er voorwaarden die vervuld moeten worden opdat de 3T’s vlot kunnen toegepast worden. Eerst en vooral is het belangrijk dat iedereen (ook leidinggevenden) vertrouwd zijn met de verschillende tools en hun werking, met de verschillende technieken en de voor- en nadelen ervan. Als laatste dienen zij ook de verschillende tactieken te kennen. Zij dienen te begrijpen wat de doelstellingen zijn van de verschillende tactieken. Het is ook belangrijk dat ze weten wanneer bepaalde tactieken gebruikt kunnen worden en ook wanneer bepaalde tactieken af te raden zijn. Hoe meer kennis ze hebben over de drie T’s, hoe beter ze zullen begrijpen waar hun (onder) officieren naartoe willen. Om dit kennisniveau te bereiken zal de brandweer moeten zorgen voor voldoende opleiding. Als laatste is het belangrijk dat iedereen beseft dat “brandweer” een teamsport is. Een officier betekent niets zonder zijn onderofficieren en manschappen. Het is enkel door samen te werken dat mooie resultaten kunnen neergezet worden. Goed op elkaar ingespeeld zijn, zal zorgen voor vlottere interventies. Door voldoende te oefenen, zullen verschillende 3T’s vlot kunnen worden toegepast.


de

BRANDWEERMAN

N r. 545 / septembe r - otkob er

5 EEN VOORBEELD: COMBINED FIRE ATTACK Tijdens zijn lezing op IFIW 2014 gaf Art Arnalich een voorbeeld van goede 3T firefighting. Hij doopt het “Combined Fire Attack”. Hij beschrijft het geval van een appartementsbrand op de tweede verdieping (zie Figuur 1). In een dergelijk geval kiest hij als tactiek voor transitional attack. De techniek die hij gebruikt is een volle straal tegen het plafond gedurende een tiental seconden. (zie Figuur 2). De tool is een lage druk slang zodat een groot debiet kan gebruikt worden. Het is de bedoeling om hiermee het vermogen van de brand te verlagen. Deze buitenaanval kan uitgevoerd worden met een slang die rechtstreeks op de uitgang van de pomp wordt gekoppeld (met een verloopstuk 70/45).

3T

blazen en de zichtbaarheid verbeteren. Aangezien de operatie begonnen is met transitional attack zal de brandhaard slechts traag terug op gang komen. Dit zou helemaal anders zijn mocht de overdrukventilator ingezet worden tegen dezelfde brand zonder dat er eerst een buitenaanval was uitgevoerd. Nadat een belangrijk deel van de rook is weg geventileerd zet de ploeg de binnenaanval in (zie Figuur 5). Binnen de tactiek PPA wordt ventilatie nu gecombineerd met verschillende straalpijptechieken. Eerst zullen rookgassen worden gekoeld tijdens de vordering. In functie van de omstandigheden zal hier worden gekozen voor short of long pulses. Op het moment dat de vuurhaard gevonden is, zal de ploeg blussen. Dit kan met pencilling of met painting in functie van de grootte van de brandhaard. Indien nodig zullen deze blustechnieken afgewisseld worden met rookgaskoeling. Er worden dus twee tools gebruikt door twee verschillende ploegen. Beneden hebben brandweerlui een ventilator opgesteld terwijl er boven met een straalpijp gewerkt wordt.

-Tools - Technieken - Tactiek

Eens de vlammen zijn neergeslagen, kan een binnenaanval ingezet worden. De aanvalsploeg zal naar de tweede verdieping gaan en een deurprocedure uitvoeren om op een veilige manier toegang te krijgen tot het appartement (zie Figuur3). Een deurprocedure is een tactiek waarbinnen verschillende technieken (het bedienen van de deur, preventief rookgassen koelen buiten de deur, rookgassen koelen binnen, observeren, …) gecombineerd worden. Bij de brandweer van Guadalajara wordt veel gewerkt met overdrukventilatie. In deze fase van de bluswerken zullen hun tactiek opnieuw wisselen. Ze zullen vanaf hier positive pressure attack (PPA) toepassen. Onderaan de trap wordt een overdrukventilator geplaatst. Deze wordt gestart zodra de aanvalsploeg de deur volledig opent (zie Figuur 4). Indien er veel rook in de traphal hangt, zal eveneens het rookluik geopend worden. Er ontstaan dan twee stromingen. Beiden starten beneden aan de ventilator. Ze volgen de gang en stijgen in de traphal. Eén zal de volledige traphal doorstromen en het gebouw via het rookluik verlaten. Hierdoor wordt de traphal als het ware “gespoeld”. Op het moment dat de traphal rookvrij is, kan het rookluik weer worden gesloten. Er ontstaat dan een overdruk in de traphal die de andere appartementen zal beschermen. Op Figuur 4 wordt deze overdruk voorgesteld met de plustekens.

Op het moment dat de brand geblust is, kan worden gestart met de nablussing (zie Figuur 6). De ventilator beneden blijft draaien om de resterende rook uit het appartement te blazen. Dit zorgt voor een veilige werkomgeving voor de brandweerlui. Art wist ook nog te vertellen dat zijn mensen de buitenaanval opnieuw inzetten als de brand in het appartement heropflakkert vooraleer de aanvalsploeg er komaf mee kan maken (zie Figuur 7). Hun ervaring is dat de overdrukventilatie ervoor zorgt dat de stoom van de buitenaanval geen bedreiging is voor de brandweerlui van de aanvalsploeg. Wellicht vormt dit een brug te ver voor de Belgische brandweer. Waarschijnlijk is het beter om eerst ervaring op te doen met het toepassen van transitional attack en er daarna pas overdrukventilatie aan toe te voegen. 6 BRONNEN [1] Eurofirefighter, Paul Grimwood, 2008 [2] Tools, techniques and tactics (3T) in combination for firefighting, Art Arnalich, presentatie tijdens IFIW 2014, Olsztyn, Polen [3] Combined Fire Attack, Art Arnalich, artikel dat gepubliceerd zal worden in Fire Engineering magazine, een Amerikaans brandweertijdschrift. [4] Art Arnalich, persoonlijke gesprekken 2013-2014

Auteur: Karel Lambert

Figuur 7 Combinatie van buiten en binnenaanval. De overdrukventilatie zorgt ervoor dat de stoom van de buitenaanval naar buiten geduwd wordt. Op die manier vormt dit geen bedreiging voor de aanvalsploeg. (Tekening: Art Arnalich)

De tweede stroming gaat doorheen het appartement. Deze tweede stroming zorgt ervoor dat de aanvalsploeg de wind in de rug heeft. De stroming zal heel wat rook uit het appartement

5


de

BRANDWEERMAN

Nr. 54 5 / s e p t e mb e r - otkobe r

De gordel … Sinds 1 april zijn ook bestuurders en passagiers van prioritaire voertuigen verplicht hun veiligheidsgordel aan te doen. Er zijn enkele gevallen waarin het niet moet. Voor de begeleider in de sanitaire cel van een ziekenwagen of de politie-inspecteur die een arrestant in bedwang houdt. En in de nabijheid van de interventie mag de gordel los gemaakt worden. En met nabijheid wordt bedoeld: nabij, dus je moet het incident kunnen zien. Voor de rest: geen uitzonderingen. Voor brandweermannen blijkt dit een moeilijke kwestie. Naast moeite met verandering, dóet een brandweerman gewoonweg geen gordel aan. Punt. De reden die hij hiervoor aanhaalt is: niet combineerbaar met onze adembeschermingstoestellen. Maar eigenlijk is dit een vals argument. Want doen we onze gordel aan in de ladder-, tank-, signalisatie-, materieel-, bestelwagen, of op de terugweg in een autopomp? In 70 % van de ritten is er al geen excuus. En wanneer adembescherming dan toch nodig is, hebben we goed nieuws: het kan! Met een driepuntsgordel dan nog. SAFETY FIRST, OOK VOOR ONSZELF Wij wijzen als brandweer de burger op de gevaren van CO, stimuleren het gebruik van rookmelders in gezinswoningen, waken bij vuurwerk en controleren plannen van gebouwen. Dit allemaal om slachtoffers bij de burgers te voorkomen. Voor ons zelf leren we veiligheidsprocedures, hebben we signalisatievoertuigen en zijn we uitgerust met allerhande persoonlijk beschermingsmiddelen. Maar tegelijk razen we zelf in volle vaart in een geladen vrachtwagen met watertank, bestuurd door weinig ervaren chauffeurs, door het verkeer … onbeschermd.

6

TELT ELKE SECONDE? Als er een mensenleven in gevaar is, is de rekensom vlug gemaakt. Elke seconde telt. Vraag is of dit effectief altijd zo is. Wat is het veiligheidsrisico? Bij de meeste brandende tuinhuisjes, bermen of vuilnisbakken is de kans dat een burger in acuut levensgevaar verkeert redelijk klein. Daartegenover staat het gevaar van iemand te verliezen door het niet dragen van een veiligheidsgordel. In de USA zijn elk jaar 10 tot 20 % van de overlijdens in bevolen dienst bij brandweermannen gelieerd aan een verkeersongeval (13

Foto: Vers L’avenir

brandweermannen in 2013, 19 in 2012). Volgens het Firefighter Fatalities in het US -rapport, droeg de meerderheid van deze mensen geen veiligheidsgordel. VALS GEVOEL VAN VEILIGHEID Veel brandweermannen denken dat ze stevig vastzitten in hun ademhalingsharnas. Dat klopt niet. Bij een crashtest in Nederland met een autopomp die frontaal botst tegen een snelheid van 30 km/h (vertraging van 70 m/s²) was dit het resultaat: - dummychauffeur (zonder ARI): ernstig letsel knieën en maagstreek - dummybevelvoerder (met ARI): gedeeltelijk door voorruit geslingerd (door losschieten ademluchttoestel uit de houder) - dummybrandwacht 1 achteraan (met ARI): ernstig hoofdletsel (doordat hij twee keer tegen de ademluchthouder van de plaats voor hem vloog) - dummybrandwacht 2 achteraan (met ARI): ernstig beenletsel (bleef eerst vast zitten door het ademluchtharnas aan de schouders maar toen die los schoot werd hij naar voor gekatapulteerd.) In tegenstelling tot wat velen denken, vormen de ademluchttoestellen dus een extra gevaar. Dit was weliswaar een test uit de jaren tachtig en misschien zitten

de adembeschermingstoestellen vandaag iets steviger vast. Maar we spreken hier over een crashtest tegen lage snelheid. En de wetten van Newton zijn op die 30 jaar nog niet veranderd. Geen enkele constructeur wil de garantie geven dat de houder van het ademluchttoestel bescherming biedt. Alleen een driepuntsgordel biedt voldoende veiligheid klinkt het bij de constructeurs in koor. DE VERKEERSSPECIALIST Luc Delombaerde is docent aan het PIVO. Hij is bovendien domeinexpertmanager bij de VDAB voor transport. Ten slotte is hij ook vrijwillig brandweerman in Dilbeek. In die hoedanigheden kon hij zorgen voor geavanceerde rijsimulatoren (volgende editie meer hierover). “Vroeger kon ik mijn cursisten alleen overtuigen om de gordel aan te doen. Sinds 1 maart is de wet heel duidelijk.” Ook de “nabijheid van een interventie” laat volgens hem geen ruimte voor interpretatie. “Dit betekent vlak bij de interventieplaats”. Luc geeft heeft een hele waslijst argumenten waarom een brandweerwagen nóg gevaarlijker is dan om het even welk ander voertuig. ”Onze chauffeurs hebben in vergelijking met beroepschauffeurs


de

BRANDWEERMAN

N r. 545 / septembe r - otkob er

weinig rijuren op de teller. Tegelijk hebben hun moderne voertuigen veel pk’s en zijn ze nog comfortabeler dan vroeger. Op het moment dat je je wagen begint te voelen is het te laat. Daarom ook dat oudere chauffeurs niet meer garantie bieden. Allerlei veiligheids- en remsystemen bestonden vroeger niet. Je moet ermee kunnen omgaan en vooral weten wanneer je ze niet mag gebruiken. De massieve kracht van zo’n wagen, in combinatie met de snelheid, stress, druk van meerijdende collega’s en berichten op de radio, weersomstandigheden wordt onderschat. Veilig is het echt niet.” De gordelplicht komt voor hem dan ook niets te vroeg. “In verschillende korpsen in het VK moet iedereen vastgeklikt zijn voor het voertuig kan starten. Vroeg of laat zal dat hier ook verplicht worden, zeker als er hier zich nog een of twee voorvallen zullen voordoen.” Ook de uitzondering voor ambulanciers in de sanitaire cel zou De Lombarde niet aanbevelen. “Eens de patiënt gestabiliseerd, klikt de begeleider zich best vast.”

Foto: Guy & Luc Delombaerde - foto 1

DE SPECIALIST BRANDWEERVOERTUIGEN Volgens de senior van de cel materieel en logistiek van de BVV, is de combinatie van een driepuntsgordel met omgorden van een ademhalingstoestel tijdens de rit perfect mogelijk. Het is een kwestie van oefenen. Een aantal structurele voorwaarden maken het wel gemakkelijker: - de gordel moet een andere en opvallende kleur (rood, oranje) hebben; - de gordel moet voldoende lang zijn

(vanaf de leuning op schouderhoogte tot het scharnierpunt van de rugleuning t.o.v. het zitoppervlak moet de riem minstens 2,5 meter lang zijn); - de gesp dient makkelijk bereikbaar te zijn, deze zit best op schouderhoogte en niet dieper dan de rugleuning; - het insteekpunt van de gordel dient ook ver genoeg vooruit te zitten (minstens een 10 cm voor het scharnierpunt van de rugleuning t.o.v. het zitoppervlak) Mits wat training, is het omgorden van de driepuntsgordel dan ook niet onoverkomelijk. “DAARVOOR WIL IK NOG OP DE BARRICADE GAAN STAAN” In 2007 stierf François de Ridder van brandweer Asse nadat de autopomp die hij bestuurde uit de bocht vloog en tegen een brugpijler tot stilstand kwam. Zijn collega Guy De Bondt zat achterin de autopomp. Sinds het ongeval zit hij een rolwagen: zijn onderste ledematen zijn volledig verlamd. Guy De Bondt: “Hadden we toen gordels aan gehad, dan was François wellicht nu nog in leven en had ik misschien mijn beide benen nog.” (foto 1) Over de tegenstanders van de gordelplicht: “er zijn er die zeggen dat je altijd tegenslag kunt hebben, zelfs met je gordel aan. Bijvoorbeeld als je vast zit en ze kunnen je door die gordel niet op tijd bevrijden als het voertuig in brand schiet. Dat is een drogreden. Vooraleer een voertuig

in brand schiet moet het al echt fameus zijn. Dat weegt nooit op tegen de risico’s die je neemt zonder gordel. De gordel moet gewoon verplicht zijn. Daarvoor wil ik nog op de barricade gaan staan. Voor ons is het te laat. Maar we willen er wel nog voor zorgen dat andere leden van de familie (sic) hetzelfde moeten meemaken.” Guy wil dan ook graag rol spelen in de BVV veiligheidscampagne rond de gordeldracht. TIJD VOOR ACTIE In 2010 startte een Duitse verzekeraar DGUV de campagne Risiko Raus. Je kunt maar helpen als je effectief aankomt, is de boodschap. Soortelijke campagnes vonden ook plaats elders in de wereld. BVV start de komende maanden een soortgelijke campagne. Binnen brandweerkorpsen bestaat een hechte cultuur, mensen hebben een sterke binding met het vak en elkaar, waardoor de weerstand tegen verandering groot is. Zeker als het over de gordelplicht gaat. Toch willen we hier als vakorganisatie tegen ingaan. Veiligheid staat voorop. Binnenkort krijgen alle posten een bewustmakingsposter en beginnen we onze BVV – seat belt challenge (zie kader). http://www.firerescue1.com/fire-apparatus/videos/423325-Denver-FD-SeatbeltProcedure/ http://flashovertv.firerescue1.com/ videos/3147478399001-fireground-flashtip-proper-seat-belt-use/

Guy was urgentieverpleger in de UZ Brussel en vrijwillig brandweerman in Asse. Ondanks de zware tol, blijft hij hulpverlener in hart in nieren. Hij werkt nog steeds als instructeur voor de ambulancierschool van het PIVO en kon terug aan de slag bij zijn vroegere werkgever waar hij zich nu vooral bezig houdt met (arbeids)veiligheid. Vooral preventief dus. En ook de brandweer liet hem niet los. Zijn grootste wens was nog eens een binnenaanval doen. Dit jaar, 7 jaar na de feiten, hebben collega’s dit in de oefeninfrastructuur van PIVO voor hem georganiseerd. Geen evidente zaak, met volledige interventiekledij en adembescherming in een rolstoel een brand in. “Onbeschrijfelijk, die nieuwe blustechnieken, nog eens stinken naar het vuur … voor herhaling vatbaar”. Foto Guy De Bondt in brandweeractie

Foto: PIVO Asse

7


de

BRANDWEERMAN

Nr. 54 5 / s e p t e mb e r - otkobe r

DE CREATIEVE OPLOSSING UIT NEDERLAND: DE FIX SAFETY SEAT Pim van Doorne en Petra Eigenraam van Brandweer Amsterdam-Amstelland wonnen vorig jaar de Jan van der Heydenprijs met een wel erg creatieve oplossing voor het gordelprobleem: de FIX Safety Seat. De FIX Safety Seat is een beugel, zoals we die kennen in de achtbaan, maar op maat gemaakt voor de tankautospuit (autopomp, nvdr). Uit onderzoek in Nederland is immers gebleken dat 74 % van de manschappen nooit een gordel om doet in de TS, en maar 3 % doet hem altijd om op weg naar een uitruk. Er zijn uiteenlopende redenen voor, maar geen enkele is te rechtvaardigen. Met deze FIX safety seat willen de ontwerpers gaan van 3% naar 100% veiligheid in de. Wil je meer zien, scan dan deze QR-code.

8

Petra Eigenraam & Pim van Doorne

DE RABIATE OPLOSSING: BUITEN DE WAGEN “De stad San Diego, is met ongeveer 3 miljoen inwoners de tweede grootste stad van de staat CaliforniĂŤ. De stad beschikt over een moderne brandweerdienst die van uit 47 kazernes jaarlijks een 130 000 interventies verzorgt. 20 jaar terug bevonden er zich geen adembeschermingstoestellen in de cabine van de brandweervoertuigen. Eens ter plaatse trokken zij pas hun perslucht aan. In het begin van de jaren 2000 werden wel voertuigen aangekocht, uitgerust met adembescherming in de cabine. Ondertussen zijn deze allemaal opnieuw verdwenen en is men teruggekeerd naar de oude procedure. Pas ter plaatse neemt men de adembescherming uit de opbouw (materieelkast) en trekt men deze aan. Op de foto in bijlage ziet men een brandweerman die net zijn perslucht op de rug gooide. De motivatie om hiernaar terug te keren was de volgende: - Men stelde vast dat de brandweerlui hun gordel onvoldoende (of niet) droegen onderweg naar de interventie; - De adembeschermingstoestellen vormden op zich een gevaar indien men bij een ongeval betrokken raakte; - Verscheidene arbeidsongevallen werden opgetekend van personeelsleden die bij het uitstappen met adembescherming het evenwicht verloren en zich blesseerden; - Het aantrekken van de adembescherming ter plaatse had zeer weinig invloed op de uitvoering van de opdracht. Er werd eigenlijk geen tijd verloren. Terwijl de bevelvoerder zijn verkenning deed trokken de brandweerlui hun perslucht aan, wat op zich slechts een 30 seconden in beslag nam. Op de website: San Diego Fire and Rescue | The Battalion kan men in een aantal filmpjes ook beelden zien van brandweerlui in de autopomp die zich verder aankleden terwijl ze de veiligheidsgordel omhebben en hun adembescherming ter plaatse aantrekken.


de

BRANDWEERMAN

N r. 545 / septembe r - otkob er

De BVV seat belt challenge Binnenkort start BVV een veiligheidscampagne rond gordeldracht. Wij dagen zones, posten, ploegen, secties uit om een instructiefilmpje te maken waarin je toont hoe je vlot driepuntsgordel en ARI combineert. Veel heb je niet nodig: een autopomp, een wakkere (en getrainde) brandweerman en een camera/smartphone. Stuur het filmpje naar info@brandweervlaanderen.be en wij plaatsen dit op het BVV YouTube-kanaal. Een jury van experts zal de filmpjes beoordelen, o.a op vlotheid, realiseerbaarheid en deskundige commentaar. Filmische kwaliteit kan het verschil maken. Het winnende filmpje gaat niet alleen lopen met de eer, maar krijgt ook een Engelse en Franse vertaling en gaat zo de wereld rond. Gaat jouw post straks internationaal? Inspiratie (die volgens onze specialist beter kan) vind je op het YouTube-kanaal van BVV.

Foto: Vers L’avenir

Foto: BW Asse

9


C

advertentie_brandweerman_4.pdf advertentie_brandweerman_4.pdf

1

12/04/13 1

14:14

12/04/13

14:14

VOOR VOORELK ELKPROBLEEM PROBLEEM DEDEBESTE BESTEOPLOSSING OPLOSSING

14 TON CAPACITEIT 14 TON CAPACITEIT

ARC CAPABILITY

ARC CAPABILITY

AFSTAND OP OP AFSTAND BEDIENBAAR BEDIENBAAR

KOPPELBARE HEFKUSSENS

KOPPELBARE HEFKUSSENS VOOR MEER KRACHT EN HOOGTE VOOR MEER KRACHT EN HOOGTE VOLLEDIGE INTEGRATIE VAN VERSCHILLENDE PRODUKTEN

VOLLEDIGE INTEGRATIE VAN VERSCHILLENDE PRODUKTEN

C

M

M

BRABO Brandbeveiliging NV

PA R T O F TM

PA R T O F TM

Y

H E AV Y R E S C U E S Y S T E M

H E AV Y R E S C U E S Y S T E M

Y CM

BRABO Brandbeveiliging NV Toekomstlaan 1A, B-2170 Merksem

Toekomstlaan 1A, B-2170 T +32 (0)3/645.48.05 F + 32 Merksem (0)3/645.39.62 T E+32 (0)3/645.48.05E www.brabo.be F + 32 (0)3/645.39.62 info@brabo.be E info@brabo.be E www.brabo.be

WWW.RESQTEC.COM

WWW.RESQTEC.COM

M

Y

Y

Y

MY

CY

CMY

K

K

sinds 1913

www.brabo.be sinds 1913

www.brabo.be

BRABO Brandbeveiliging NV Toekomstlaan 1A, B-2170 Merksem T +32 (0)3/645.48.05 F + 32 (0)3/645.39.62 EBRABO info@brabo.be - www.brabo.be Brandbeveiliging NV

Toekomstlaan 1A, B-2170 Merksem T +32 (0)3/645.48.05 F + 32 (0)3/645.39.62 E info@brabo.be - www.brabo.be


de

BRANDWEERMAN

N r. 545 / septembe r - otkob er

Incident Command System: gestructureerde aanpak van incidenten (deel 1) In een vorige editie van het vakblad ‘De Brandweerman’ haalden Pieter Maes en Karel Lambert het gemis van een incident command systeem in België aan. In het artikel wordt de noodzaak van een volwaardig incident command systeem benadrukt. Met een dergelijk systeem heeft een officier een standaard schema ter beschikking om een incident te beheren. Met dit artikel beschrijven we de evolutie van de brandweer en kunnen we een overlapping bieden waarin het BIN (Brandweerman In Nood) zijn plaats heeft. Niet alleen op operationeel vlak is er een evolutie te merken. Ook de organisatie van de brandweer zal in de nabije toekomst voor de meesten veranderen. De Belgische brandweer staat voor een belangrijke hervorming. De organisatie zal evolueren van ongeveer 250 brandweerkorpsen naar 35 brandweerzones. Het is duidelijk dat schaalvergroting een belangrijke parameter is in deze hervorming. De leidinggevenden in de verschillende brandweerzones staan voor een grote uitdaging om die lokale autonomie van de brandweerposten te laten overgaan in een nieuw, groter geheel. In deze omslag van klein naar groot moet de kwaliteitsvolle hulpverlening aan de burger blijvend gegarandeerd worden. Niet enkel de hervorming, ook de meer complexe risico’s en de steeds dynamischere maatschappij zorgen voor nieuwe uitdagingen. De brandweer moet zich kunnen ontplooien als een organisatie die in staat is de dagelijkse hulpverleningsopdrachten uit te voeren. Daarnaast moet één van de doelstellingen zijn dat de brandweer zich organiseert om grootschalige tussenkomsten op een kwaliteitsvolle en gestructureerde wijze aan te pakken en af te handelen. 1 INTRAZONALE ÉN INTERZONALE SAMENWERKING Om deze doelstellingen te bereiken moeten de operationele zones, opgebouwd uit kleinschalige organisaties of posten, samenwerken. Deze samenwerking zal zich niet mogen beperken tot intrazonale afspraken tussen de bestaande posten, maar vertaalt zich naar een interzonale samenwerking. Door het uitbouwen van een dergelijk netwerk is er een bijzondere nood aan afspraken rond de bevel- en commandovoering. Om kwaliteit te kunnen bieden, zal de opschaling vanuit de reguliere werking naar een grootschalig optreden volgens een

bepaalde structuur moeten verlopen. Om deze opschaling en het aansturen van middelen tijdens grootschalige tussenkomsten gestructureerd te beheren is er nood aan een (uniform) incident commandosysteem of ICS. In dit eerste artikel beschrijven we de items die minimaal gestandaardiseerd moeten worden om te komen tot een ICS. In de volgende editie beschrijven we de randvoorwaarden, gaan we kijken naar enkele buitenlandse systemen en vervolgens komen we tot een concreet voorstel over hoe een ICS in België er zou moeten uitzien. 2 VAN BASISZORG NAAR GROOTSCHALIG OPTREDEN De hervorming heeft impact op de huidige manier van werken. Momenteel heeft elke brandweerpost zijn eigen werkprincipes en afspraken. Om het op een ludieke manier te verwoorden zal er verder moeten gedacht worden dan de reddingsoperatie onder de plaatselijke kerktoren. De brandweer heeft door de jaren heen het volle vertrouwen van de bevolking gekregen. Dit bouw je niet zomaar op, daar heeft elke brandweerman hard voor gewerkt. Om dit vertrouwen te behouden moet er nagedacht worden over het behoud van kwaliteit van de brandweerzorg binnen deze grootschalige structuur. De zonale, of zelfs interzonale, samenwerking van de brandweer in een netwerkmodel is niet meer weg te denken. Op deze manier hoeft niet elke brandweerpost een volledige uitruk te leveren, maar afhankelijk van het type interventie zullen de dichtstbijzijnde en de meest geschikte middelen aangestuurd worden. Een samenwerking in een netwerk heeft nood aan af-

11


de

BRANDWEERMAN

Nr. 54 5 / s e p t e mb e r - otkobe r

spraken en standaardisaties. We sommen hier een aantal van de minimaal noodzakelijke afspraken op om te komen tot een werkbaar ICS. INDELEN INCIDENTEN Het incident is bepalend voor de aanpak en de activering van bepaalde versterkingen. Het is raadzaam om incidenten van bij aanvang in te delen, dit zorgt voor een eerste standaardisatie. Deze indeling kan men toepassen op drie grote types van tussenkomsten: Brandbestrijding (BB), Technische hulpverlening (THV) en Incidenten met gevaarlijke stoffen (IGS). Deze verschillende interventieypes kan men indelen in functie van de ernst. Het Nederlandse model werkt met vijf indelingen (klein, middel, groot, zeer groot en compagnieinzet). Het Amerikaans systeem werkt met numeriek oplopende alarmen (first alarm, second alarm,…), met als voordeel dat er bijna onuitputbaar kan opgeschaald worden. EENHEDEN Een tweede manier om de aanpak van interventies te standaardiseren is te bepalen welke middelen we uitsturen naar een bepaald type incident. De indeling van de incidenten zal bepalen welke hulpverleningsvoertuigen of operationele eenheden er worden uitgestuurd naar het incident. Deze manier van werken is ons niet vreemd en vinden we terug in het KB van 10 november 2012 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen. De multifunctionele autopomp moet men aanzien als een basiseenheid. In het algemeen moet men ervan uitgaan dat een eenheid een operationeel team is dat een bepaalde opdracht op een zelfregulerende manier kan uitvoeren. In grootschalige context zal men de (deel)opdrachten vanuit een tactisch actieplan verdelen over de in te zetten eenheden. Zij krijgen de opdracht om de gestelde doelstelling te bereiken door standaard operatieprocedures uit te voeren. De eenheid zelf staat onder leiding van een leidinggevende (meestal een onderofficier) die zijn team zal aansturen. We spreken over zelfregulerende teams omdat de leidinggevende een weinig gedetailleerd bevel ontvangt en dat hij een zekere autonomie heeft om deze opdracht uit te voeren. Op het tactisch niveau worden globale objectieven geformuleerd, zoals bvb. “Vermijden van overslag naar aanpalend gebouw aan de rechter flank van het brandende gebouw” De leidinggevende van de eenheid zal zelf zijn keuze kunnen maken om deze opdracht tot een goed einde te brengen.

12

DEFINITIE EENHEDEN Een eenheid zal bepaald worden op basis van de uit te voeren opdracht, het personeel en het materieel dat nodig is om deze opdracht uit te voeren. Om het werken in eenheden te laten lukken, moeten er duidelijke afspraken gemaakt worden op interzonaal niveau. Het toepassen van het systeem van operationele eenheden zal ook bij routineopdrachten moeten toegepast worden. Dit zorgt voor een vertrouwd gevoel bij het operationeel personeel. In een eerste fase moeten de opdrachten die een eenheid moet aankunnen, gedefinieerd worden.

Als voorbeeld volgt een beschrijving van enkele opdrachten die een basiseenheid moet aankunnen: • Bestrijden van 50m vuurfront • Uitvoeren van binnenbrandbestrijding • Ontzetten van geknelde slachtoffers uit 1 personenwagen • Redding uitvoeren van personen bij een incident gevaarlijke stoffen met splashpakken • Uitvoeren van Brandweerman In Nood (BIN) procedure Bijkomend moet er bepaald worden hoeveel personen er tot een bepaalde eenheid behoren. Dit zal afhankelijk zijn van de opdrachten die een eenheid moet aankunnen. Bij het bepalen van het aantal personeelsleden, moet voldoende aandacht geschonken worden aan de veiligheidsaspecten en de resultaten van de risico-analyse die bij de opdrachten van de eenheid horen. Als voorbeeld volgt de samenstelling van een basiseenheid: • 1 bevelvoerder (onderofficier) inzetbaar op operationeel niveau • 5 operationele brandweerlieden Om uiteindelijk tot volledige standaardisatie van eenheden te komen, moet er bepaald worden welk materieel er minimum beschikbaar moet zijn om de opdracht uit te voeren. NETWERK VAN EENHEDEN Het werken in een netwerk van middelen is voor de brandweer een nieuw gegeven. De brandweerorganisatie werk efficiënt tijdens de uitvoering van basisopdrachten. Het personeel en de middelen komen van eenzelfde kazerne. Het personeel is, door opleidingen en reële incidenten, gewend om met elkaar en met het materieel te werken. In de praktijk zien we dat het vaak minder vlot verloopt bij de grootschalige interventies. De opschaling van personeel en middelen verloopt meestal niet vlot. Met de werking van een hulpdienst tijdens grootschalig optreden is het personeel, manschappen en leidinggevenden, minder vertrouwd. Het gaat vaak over complexe incidenten met versterkingen van buiten de gekende (zonale) middelen. Elk complex of grootschalig incident heeft nood aan coördinatie om structuur in het globale verhaal te krijgen. OPSCHALING Tijdens een grootschalige brandweerinzet verloopt de opschaling heel empirisch, op basis van waarnemingen ter plaatse. Hoe men zal opschalen is hierbij afhankelijk van de leider van de operaties. Uit het onderzoek van psycholoog Gary Klein (1985) blijkt dat leidinggevenden bij de brandweer terugvallen op Recognition Primed Decisionmaking (RPD). De leidinggevenden doen, na verloop van tijd en op basis van deelname aan een breed gamma interventies, ervaringen op. Ze worden geconfronteerd met een probleem en formuleren een oplossing. Afhankelijk van het resultaat zullen zij deze oplossing al of niet later toepassen bij soortgelijke tussenkomsten. In zijn onderzoek beschrijft Klein dat de betrokken firegroundcommanders (FGC) gemiddeld 23 jaar ervaring bij de brandweer hadden. Zij konden terugvallen op een ruime kennis en ervaring. De oplossing die zij verkozen, is de eerste oplossing die hen voldoening geeft. De ervaring en kennis die bevelvoerders opgedaan hebben, speelt een belangrijke rol bij het maken van keuzes en het nemen van beslissingen.


de

BRANDWEERMAN

N r. 545 / septembe r - otkob er

De basis van zijn theorie heeft Klein gelegd in 1985, in het onderzoek naar de manier waarop beslissingen genomen werden onder tijdsdruk. Vrij vertaald baseert de bevelvoerder van de brandweer zich op ervaring, opleiding, ‘een buikgevoel’ of allerlei andere bepalende factoren. Het aansturen van mensen en middelen is echter complex en vaak onoverzichtelijk. Elke ontplooiing van operationele inzet vraagt strategie en eenduidige bevelvoering. Opschaling kan niet gestructureerd verlopen als deze uitsluitend gebaseerd is op een subjectieve parameter zoals het buikgevoel van een leidinggevende.

(CP-Ops) uitgewerkt tot actieplannen. Vanuit deze actieplannen worden (deel)opdrachten gegeven aan de verschillende operationele eenheden. Het operationeel niveau is belast met het uitvoeren van deze opdrachten, volgens de geldende standaard operatie procedures (SOP), om samen de vooropgestelde strategische doelen te bereiken en het incident kwalitatief en gestructureerd af te handelen. Om tot de invulling van een werkbaar ICS te kunnen komen, moet aan enkele randvoorwaarden voldaan zijn. Deze randvoorwaarden komen aan bod in de volgende editie van de brandweerman.

COMMANDOSTRUCTUUR De brandweerorganisatie van de toekomst heeft nood aan een commandostructuur en een eenduidige invulling op operationeel, tactisch en strategisch niveau. Kritische beslissingen

Actieplannen

Strategisch (deel) opdrachten Tactisch

Operationeel

Deze drie niveaus zijn noodzakelijk om een incident overzichtelijk te beheren en aan te sturen. Op het strategisch niveau of beleidsniveau worden strategische doelstelling of objectieven uitgewerkt. Deze objectieven worden op het tactisch niveau

Auteurs: Dimi Vercammen - Bert Brugghemans Foto’s: Zone Fluvia Dimi Vercammen is beroepsmatig als officier verbonden aan de brandweerzone Vlaams-Brabant West en combineert deze job met de functie van adjudant-vrijwilliger in de zone Rivierenland, post Puurs. Hij maakt eveneens als expert deel uit van de werkgroep ETE van het kenniscentrum voor de brandweer. Vanuit de opleiding postgraduaat rampenmanagement (2014) schreef hij een guideline om de zones bij te staan om zich te organiseren bij grootschalige incidenten. Bert Brugghemans is sectorcommandant bij Brandweer Antwerpen.

Technologische Veiligheidsoplossingen Brand- en inBraakdetectie, cctV, toegangscontrole studie & ontwerp indienststelling & programmatie herstelling (24/24) & onderhoud Kruisboommolenstraat 13 B-8800 Roeselare

tel +32 0 51 74 71 79 fax +32 0 51 74 71 78

info@ardovlam.be www.ardovlam.be

13



de

BRANDWEERMAN

N r. 545 / septembe r - otkob er

Brandveiligheid in ondergrondse infrastructuur: nut van analysetools (2/4) In deze reeks artikels zal Fire Engineered Solutions Ghent een aantal concrete onderwerpen bespreken die u een beter inzicht kunnen geven bij het controleren van een ontwerp/analyse. Er wordt in de volgende artikels aan de hand van een concreet voorbeeld gewerkt: brand in een ondergrondse treinlink. ONDERGRONDSE INFRASTRUCTUUR EN TUNNELBRANDEN Branden in tunnels en ondergrondse infrastructuur zijn spijtig genoeg geen zeldzaamheid. In vorig artikel werden enkele voorbeelden gegeven, uit de recente en minder recente geschiedenis waar, bij een brand in een tunnel of ondergrondse link, een groot aantal slachtoffers vielen. Risico = Kans x Gevolgen Risico wordt in ingenieurs-termen beschreven als het product tussen probabiliteit (kans dat een brand voorvalt) en gevolgen van die brand. Dit kan worden uitgedrukt in cijfers [1]: RISICO= P X C Met: P: probabiliteit (kans) C: consequenties (of gevolgen) Er zijn twee manieren waarop het risico kan worden verlaagd, en zo dus het veiligheidsniveau te verhogen. Enerzijds kan geprobeerd worden zoveel mogelijk de probabiliteit (kans) op een brand te beperken door goede procedures (vb. voorkomen dat een brandend treinvoertuig in een tunnel tot stilstand komt). Er zal echter steeds een kans zijn dat er toch een brand ontstaat. Daarom dienen de systemen zodanig te worden ontworpen dat de gevolgen bij brand beperkt worden. Met een goede combinatie aan veiligheidssystemen kan de brandingenieur

aantonen dat, voor een realistisch brandscenario, de gevolgen voor alle aanwezigen tijdens evacuatie tot een minimum beperkt zullen zijn. Dit betekent dat er d.m.v. een risico-identificatie (nagaan van de risico’s) een voorstel dient te worden gemaakt van een realistische brandhaard. Daarbij houdt men rekening zowel met de groeicurve, de productie van toxische gassen, als met het piekvermogen van de brand. De gevolgen van de voorgeschreven brandhaard in termen van verspreiding van rookgassen, concentraties van toxische componenten, temperaturen, etc kunnen worden bepaald door zowel analytische formules als door CFD-berekeningen. Deze analysetools voorspellen de gevolgen in functie van de tijd op elke plaats in de ruimte (tunnel). Om een nauwkeurige oplossing te hebben, dient de ruimte uiteraard in voldoende cellen te worden verdeeld op de juiste plaatsen. Zo is er een belangrijk onderscheid in termen van nauwkeurigheid van een netwerk-model (globaal netwerk van de ondergrondse link) als van een lokale verfijnde 3D CFD-analyse (bvb ) van een ondergronds station of deel van de tunnel). Beide methodes zijn nuttig en vaak dienen ze ook gecombineerd te worden zoals verder wordt aangetoond.

Zichtbaarheid op hoogte 2.5 m in een ondergronds station

RWA IN TUNNELS RWA (Rook- en WarmteAfvoer) systemen in ondergrondse links zijn niet bedoeld om de probabiliteit of de kans op een brand te verlagen. Een detectie van de brandhaard is noodzakelijk voor activering. Dit wil dus zeggen dat de brandhaard al bestaat. Het systeem speelt wel een enorme rol op de potentiële gevolgen van de brandhaard. De belangrijkste bijdrage van een goed ontworpen RWA-systeem dient steeds te zijn om de condities tijdens evacuatie (en tijdens de brandweer-interventie) te verbeteren door een grote hoeveelheid toxische rookgassen en warmte af te voeren. De vragen die men zich meteen stelt: met hoeveel wordt het risico verminderd, wat is een goed ontworpen RWA-systeem, en hoe kan men op een objectieve wijze aantonen wat het effect is van de ontworpen veiligheids-systemen. Om te beginnen dient men een onderscheid te maken tussen de 3 types RWAsystemen in tunnels: Langsventilatie: hierbij wordt een langssnelheid gecreëerd over de volledige tunnelsectie zodat de rookverspreiding enkel in de venitlatierichting gaat. Back-

layering wordt hiermee vermeden. Dwarsventilatie: hierbij wordt de rook over de volledige lengte van de tunnel afgevoerd via de bovenkant van de tunnel (via een aparte schacht) en wordt verse lucht aan de onderkant toegevoegd (via een aparte schacht). Het idee is om de stratificatie te bewaren (hete rooklaagvan rookvrije laag splitsen).

15


de

BRANDWEERMAN

Nr. 54 5 / s e p t e mb e r - otkobe r

verondersteld dat de kritische snelheid (in de grootte-orde van 2 à 4 m/s) trager is dan de stroomafwaarts rijdende wagens.

Stratificatie in de Brunsberg tunnel in Zweden voor het METRO-project [2]

Semi-dwarsventilatie: hierbij wordt de rook over de volledige lengte van de tunnel afgevoerd aan de bovenkant van de tunnel en wordt de verse lucht via de tunnelportalen aangevoerd.

Spoor- en metrotunnels Voor spoor- en metrotunnels worden bijna enkel langs-ventilatiesystemen ontworpen, tenzij de stations die worden uitgerust met een volledig transversaal (dwarsventilatie) systeem. Varianten Vermogen [MW] Kritische ontwerpsnelheid [m/s] 14

2.5

35

2.95

70

3.45

De eerste stap is het bepalen van de kritische snelheid. Dit is de snelheid die nodig is om “back-layering” (zie hoger) te vermijden. Dit is afhankelijk van de geometrie van de tunnel, de helling, de brand-vermogencurve, … Het is dus van cruciaal belang om te weten voor welke scenario’s een RWA-systeem ontworpen is (kleine wagenbrand, vrachtwagenbrand, gevaarlijke goederen, …) en welk effect van een eventueel blussysteem meegenomen wordt in de vermindering van het maximale brandvermogen. Vaak dient er niet enkel naar bestaande normering gekeken te worden maar dient er rekening te worden gehouden met experimentele data en wetenschappelijke artikels om een goede onderbouwing te vinden voor deze kritische parameters die een grote impact kunnen hebben op een tunnelproject.

Voor de vermogens 14, 35 en 70 MW wordt volgende waarde als bovengrens genomen voor de kritische ontwerpsnelheden op Brussel Centraal Station

CFD model van Brussel Centraal Station met semidwarsventilatie

WELK TYPE RWA? We kunnen stellen dat voor korte tunnels (+/- 200 m) geen rook-en warmte afvoer wordt opgelegd, tenzij er risico-verhogende factoren meespelen. Vanaf wanneer welke maatregelen dienen genomen te worden, volgt uit een risico-analyse (zie één van de volgende FESG-artikels). Enkelvoudige koker met tweerichtingsverskeer of éénrichtingsverkeer met kans op file In deze situatie wordt er een dwarsventilatie of semi-dwarsventilatie systeem opgelegd. Daarbij wordt de rook ter hoogte van de brandhaard afgevoerd via kleppenregisters die uitgeven op een aparte schacht met aan het einde zware axiaalventilatoren. De zone rond de brandhaard dient rookvrij te blijven zodat iedereen veilig kan evacueren.

16

Tunnelkoker met éénrichtingsverkeer zonder kans op filevorming Hier kan een systeem van langsventilatie voldoen. Hierbij wordt de rook dus in de rijrichting geblazen, richting de vrije helft van de tunnelkoker. Er kan worden

Uiteraard zijn er nog varianten mogelijk, zo wordt in Japan al jarenlang het principe van lokale extractie en “0-langsventilatie” ter hoogte van de brand toegepast. Daarbij wil men in de zone van de brandhaard de snelheid zo laag mogelijk houden om stratificatie te bevorderen (opsplitsen hete rooklaag bovenaan en rookvrije laag onderaan). Combinaties Zo zijn ook gecombineerde overdruksystemen mogelijk (bvb. in overdruk zetten van de niet-incident tunnelkoker ten opzichte van de incident tunnelkoker). Oude systemen Tenslotte worden er in oude tunnels vaak ventilatiesystemen gebruikt in geval van brand die niet met dit doel ontworpen zijn (nl ventileren bij brand). Hier dient de functionaliteit te worden gecontroleerd/ aangetoond om de eventuele noodzaak aan upgrades na te gaan. HOE WORDT LANGSVENTILATIE ONTWORPEN? We behandelen hier enkel de langsventilatie. De overige systemen baseren zich echter op gelijkaardige principes. Bepalen kritische snelheid en effect blussysteem

Concept van de kritische snelheid in langsventilatie

Het basisgegeven is vrij eenvoudig te begrijpen, gezien er een impuls (aantal Newtons) wordt overgedragen aan de hoofdstroming, die ervoor zorgt dat een langssnelheid wordt bekomen die hoger is dan de kritische snelheid. Dit betekent dus dat alle rook stroomafwaarts zal worden geëvacueerd van de brandhaard. Stuwkrachtventilatoren Om te bepalen hoe die impuls wordt overgedragen kunnen we uitgaan van klassieke stuwkrachtventilatoren (verschillen van saccardo nozzels daar deze laatste naast impuls ook massa toevoegen aan de tunnelkoker). Daar waar in parkeergarages typisch gewerkt wordt met een stuwkracht van 50 à 100 N, zijn tunnelventilatoren eerder in de range van 500 tot 3000 N. Bepalen aantal ventilatoren Maar hoeveel exemplaren dient men op te hangen om die fameuze kritische


de

BRANDWEERMAN

N r. 545 / septembe r - otkob er

snelheid te behalen? Hieronder volgen de verschillende fases in een ontwerp en de gepaste rekentools. 1° In een voorontwerp (ruwe inschatting) kan een éénvoudige 1D-berekening aantonen welke drukverliezen dienen te worden overwonnen. Er dient dus een duidelijk beeld te zijn van de randvoorwaarden zoals de brandvermogencurve, de windbelasting, de geometrie van de tunnel etc.

deel is dat de gekozen randvoorwaarden volledig fout kunnen zijn, en bijgevolg dienen de inputparameters met grote zorg te worden nagekeken. Er kan niet genoeg gewezen worden op het belang van het gebruik van juiste parameters om betrouwbare resultaten te verkrijgen. Vaak dienen er bijkomend validatiestudies te worden gemaakt om de betrouwbaarheid van de resultaten weer te geven. Hierbij wordt het model ver-

2° In een detailontwerp dient er rekening te worden gehouden met precieze scenario’s: plaats van de brandhaard in combinatie met een bepaalde winddruk en de verwachte efficiënties van de voorziene ventilatoren (vb. mogelijke obstakels in de tunnel). Zo kan het effect van de helling een grote impact hebben op de langssnelheid afhankelijk van waar de brandhaard zich situeert. Typisch worden er enkele tientallen tot een honderdtal combinaties gemaakt van inputparameters om de robuustheid van het ontwerp na te gaan (de grenzen van het systeem te kennen). 3° Voor de kritische scenario’s, kan een CFD-model gebruikt worden om lokale situaties na te gaan. Er kan worden verwacht dat de resultaten meer informatie geven over de rookverspreiding (zowel in de ruimte aangezien het 3D is, als in functie van de tijd) en bijgevolg een validatie van het ontwerp zijn. Er dient veel aandacht besteed te worden aan de

Vermijden van back-layering ten gevolge van kritische snelheid in CFD

ingegeven parameters. BEOORDELING VAN DE RESULTATEN? Een analyse (netwerk of CFD-berekening) is altijd slechts zo goed als de gebruiker weet hoe hij/zij met het pakket dient om te springen. Dit is een groot verschil met hand-berekeningen: men kan bij handberekeningen erg vlug zien of iemand op de hoogte is hoe de berekeningen dienen te gebeuren. Netwerk en CFD-berekeningen zien er altijd wel “mogelijk” uit. Het na-

tijdens een oefening). De vraag die kan gesteld worden is welke waarde kan gehecht worden aan een test van een 5 MW brand voor een systeem van een 20 MW brand. Hiervoor kan een CFD-simulatie een nuttige tool zijn om aan te tonen dat de proef met de kleinere brandhaard nauw-keurige resultaten weergeeft.

VIJF KRITISCHE VRAGEN? FESG stelt voor volgende 5 kritische vragen steeds te stellen bij een beoordeling van een rapport. Hoe worden de ventilatiesystemen ingegeven en welke aannames zijn er hiermee gepaard (vb. efficiëntie van boosters)? Hoe wordt de brandhaard ingegeven en welke aannames zijn er daarmee gepaard (vb. inmenging van lucht realistisch gemodelleerd)? … 1.Wat is de doelstelling van de simulatie? Op welke vraag dient een antwoord gevonden te worden? 2.Is er een consistent scenario beschreven en zijn alle parameters conservatief gekozen om de resultaten van de bere-

Effect van de geopende deuren (2 en 4) van de trein op de CO-concentratie

geleken met reële brand-experimenten. Als typische output worden waarden als temperatuur, zichtbaarheid, rookdichtheid, toxiciteit en snelheid gerapporteerd. Er dient éénduidig te worden aangegeven hoe de link gemaakt wordt en met welke nauwkeurigheid er kan gerekend worden in functie van de geselecteerde parameters. Bijgevolg is een duidelijke rapportage van essentieel belang. Wanneer er twijfels zijn omtrent de performantie aangetoond in de simulaties, kan soms een second opinion worden gevraagd. WELKE CONTROLES UIT TE VOEREN? Belangrijk om te beseffen is dat er bij de oplevering vaak geen 1 op 1 brandproef wordt gedaan met een groot brandvermogen. De testen die het vaakst voorkomen zijn koude rook, warme rook of kleine brandproeven (vb. Oostenrijk test alle ventilatiesystemen in wegtunnels om de 4 jaar met een 5 MW plasbrand

Het stromingsprofiel van booster in CFD

kening (vb. toxiciteit) te kunnen beoordelen? 3.Welke vergelijkingen zijn opgelost en welke aannames zijn gemaakt? (vb. efficiëntie booster in warme rook). In functie hiervan: met welke nauwkeurigheid kunt u het resultaat berekenen? 4.Welke brandhaard werd opgegeven en waarom is deze plaats een worst case? Welke massaproductie rookgassen heeft u opgelegd? Hoe kunt u dit linken aan een werkelijke brandhaard? 5.Hoe zijn de rand-voorwaarden in het model gekozen: opgelegde langssnelheid of is impuls mee opgenomen? Is het effect van obstakels op de ventilatoren meegenomen? Wind-invloed als harde voorwaarde? … En in welke mate klopt dit? Hoe conservatief is dit gebeurd? Er zijn nog andere elementen die een rol spelen bij de correctheid van een CFD simulatie, maar als deze vragen niet be-

17


de

BRANDWEERMAN

Nr. 54 5 / s e p t e mb e r - otkobe r

vredigend beantwoord kunnen worden, kan dit een teken zijn dat de rapportage grondig dient te worden herbekeken of dat het nuttig kan zijn dat een 2de partij een onafhankelijke controle zou uitvoeren. CONCLUSIE In dit artikel werd aangegeven hoe een model kan worden gebruikt als hulpmiddel om op een objectieve wijze de gevolgen van een brandscenario weer te geven. Daarnaast werden er 5 kritische vragen meegegeven die door de brandweer kunnen worden gesteld bij het beoordelen

van dergelijke berekeningen. In het volgende artikel wordt evacuatie en modellering daarvan besproken en worden er opnieuw enkele tips meegegeven waar op te letten bij het beoordelen van resultaten van berekeningen. In het laatste artikel wordt de link gemaakt tussen de resultaten van deze modellen en hoe deze vertaald worden naar een objectieve weergave van het bekomen veiligheidsniveau. BRONNEN [1] S. Kaplan en B. Garrick, „On the quantitative definition of risk,” 1980. [2] H. e. a. Ingason, „The Metro Project Final report,” Sweden, 2012.

[3] F. Hakan, „Uncertainty and Risk Analysis in Fire Safety Engineering,” 1998. [4] EUC, „Directive 2004/54/EG,” Europe, 2004. [5] EC, „Commission Decision concerning the technical specification of interoperability relating to ‘safety in railway tunnels’ in the,” Europe, 2007. [6] K. Fridolf, „Fire evacuation in underground transportation systems: a review of accidents and previous research,” Lund University, Sweden, 2010. [7] FESG, „Branduitbreiding van treinstel in een tunnel,” Ghent, 2013. [8] SFPE, The SFPE Code Official’s Guide to PBD Review, 2004. X. Deckers & A. Ahmad - www.FESG.be

Wie is Fire Engineered Solutions Ghent? FESG is een onafhankelijk studiebureau brandveiligheid, gespecialiseerd in performantie-gerichte oplossingen. Als spin-off van de Universiteit Gent, is er een rechtstreekse implementatie van de laatste onderzoeksresultaten. Naast een tak brandveiligheid in gebouwen, industrie, parkings en tunnels, zorgt de tak opleiding voor de verspreiding van kennis door aanwezigheid op seminaries, verzorgen van cursussen en artikels.

De stap zetten naar een vzw: waarom wel / niet? Aan de brandweer zijn heel wat verenigingen verbonden. Meestal gaat het om ‘feitelijke verenigingen’ die de kantine uitbaten, kalenders verkopen, opendeurdagen en andere evenementen organiseren. Zij koppelen het nuttige aan het aangename. En als het kan, brengen de activiteiten ook wat geld in het laatje. Maar wat als het misloopt? Zo kennen we allemaal het verhaal van de Aalsterse carnavalvereniging. In 2004 vatte een praalwagen vuur en veroorzaakte zo heel wat schade aan een gehuurde loods en omliggende gebouwen. Het Hof van Beroep van Gent oordeelde vorig jaar dat alle 30 leden moesten opdraaien voor de schade van maar liefst 1,5 miljoen euro. In een feitelijke vereniging worden alle leden individueel en voor een gelijk deel aansprakelijk gesteld.

18

Wanneer een (feitelijke) vereniging onroerende goederen gaat verwerven, schenkingen en subsidies wil kunnen ontvangen, welbepaalde risico’s aangaat, kan het interessant zijn om de stap te zetten naar een vzw. Een vzw heeft rechtspersoonlijkheid en kan leningen aangaan, contracten afsluiten, aansprakelijk zijn, ... De bezittingen van de vzw hebben rechtsbescherming en het vermogen staat los van het vermogen van de leden. Langs de andere kant zijn er ook een aantal belemmeringen. Om niet btw-plichtig te zijn, mag de omzet niet meer bedragen dan 15.000 euro. Winsten mogen niet uitgekeerd worden aan de leden, maar blijven eigen aan de vzw. Prestaties van de leden mag men niet

vergoeden. Een vzw die jaarlijks opbrengsten haalt uit kalenderverkoop, maar hiervoor geen bedrag uitkeren aan de leden om hun inspanningen te belonen. De onkosten vergoeden, mag dan weer wel. Er zijn ook een aantal verplichtingen. De ideeën en doelstellingen moeten duidelijk afgelijnd beschreven staan in de statuten. Jaarlijks moet er een algemene vergadering plaatsvinden om de rekeningen en begroting goed te keuren en kwijting te geven aan de bestuurders. En er moet een Raad van bestuur zijn, die zich inlaat met de vertegenwoordiging en dagdagelijkse werking van de vzw en de algemene vergadering voorbereidt. Is de oprichting van een vzw omslachtig en duur? Niet bepaald. De oprichting kan elektronisch via e-griffie.be en kost 131,04 euro. Verder zijn er geen jaarlijkse kosten aan verbonden. Het neerleggen van de rekeningen is kosteloos voor kleine vzw’s. Een vzw betaalt geen belastingen op de winst. In mei was er heel wat belangstelling voor de infosessie in Antwerpen. Isabelle Demeyere, directrice van het Vlaams Studie en Documentatiecentrum voor vzw’s, lichtte de wetgeving rond vzw’s en feitelijke verenigingen toe. De syllabus met de slides van deze presentatie kan u opvragen via secretariaat@brandweervlaanderen.be . Meer informatie en modelbrieven voor de oprichting van een vzw, vindt u op de website van het Vlaams Studie- en Documentatiecentrum voor vzw’s www.vsdc.be


de

BRANDWEERMAN

N r. 545 / septembe r - otkob er

Provinciale oefening te Antwerpen kletsnatte deelnemers tijdens oefening “Short Cut” geconfronteerd met watertekort Zaterdag 10 mei 2014 was de luchthaven van Antwerpen het decor voor de provinciale oefening ‘Short Cut’. De organisatie lag in handen van De Luchthaven Antwerpen, Flying Group, de dienst Noodplanning van Stad en Provincie Antwerpen. Samen met het planningsteam dat multidisciplinair werd samengesteld, werd overeengekomen dat ‘Short Cut’ een multidisciplinaire operationele oefening zou worden. De nadruk lag wel op de brandweer, meer bepaald de samenwerking tussen zone Rand en brandweer Antwerpen De doorslag om te kiezen voor een eerder operationele oefening was om het aantal niveaus te beperken tot het terrein en de CPOPS. Bepaalde deelaspecten komen hierdoor meer aan bod. Oefentechnisch is het ook eenvoudiger om alles in goede banen te leiden en een realistisch oefentempo aan te houden zonder de oefening te strak te dirigeren. Enkele cijfers: • 150 deelnemers • 22 hulpdienstvoertuigen • 2100 meter slangen afgerold • 280 000 water verpompt/verspoten “Wat je zelden doet, doe je zelden goed”, Menno van Duin Guy De Deckers, lid van het planningsteam voor zone Rand: ‘Een oefening moet een oefening blijven en geen toneel. Door de jaren heen heeft de organisatie van de oefeningen in onze provincie een zekere maturiteit gekregen, en kunnen we bepaalde aspecten loslaten en voluit oefenen. Het aantal vergaderingen wordt herleid tot het absolute minimum, er wordt gebruik gemaakt van gestandaardiseerde draaiboeken, zodat de inspanningen voor de organisatie en planningsteam niet te zwaar zijn, en er toch kwaliteit geleverd wordt” Beknopt scenario: Werken aan een vliegtuig veroorzaken een grote brand in de loods van Flying Group. Er staan een tiental volgetankte vliegtuigen binnen en er is dus een grote hoeveelheid brandstof aanwezig. De luchthavenbrandweer, die snel ter plaatse is, krijgt de snel uitbreidende grote brand niet onder controle. Het HC100 wordt verwittigd. Brandweer Antwerpen heeft initieel in dit scenario onvoldoende bluscapaciteit en vraagt bijstand aan zone Rand. “Nothing is particularly hard if you divide it into small jobs” Henry Ford Matthieu De Block van Brandweer Antwerpen kreeg tijdens ‘Short Cut’ zijn vuurdoop als tweede officier ter plaatse en dus later DIR BW. “Bij de aankomst in de luchthaven was het heel moeilijk om een goed beeld te krijgen van het incident. Ik werd aangeklampt door de mensen van de luchthaven, de politie en andere brandweerkorpsen die ter versterking waren opgeroepen. Je wordt als het ware ‘opgezogen’ in het incident en de chaos. Op dat ogenblik is het de kunst om een stap achteruit te zetten. Op dat ogenblik moet je durven zeggen: “Wacht, ik moet eerst zelf overleggen,

nadien zal ik op uw vragen antwoorden”. Wim Lambert die de rol van Dir Cp - Ops vervulde, erkent dat de taak van de tweede wachtofficier niet te onderschatten is. Wim Lambert: “ Het zal altijd chaos zijn. Je moet er niet gefrustreerd door geraken. De informatie die je krijgt, is zeer beperkt en toch moet je een beslissing nemen. Vaak denk je nadien: als ik dat geweten had, had ik het anders gedaan. Hoe meer ervaring je hebt, hoe beter je zaken kan inschatten. “ Ondanks de regen, die met bakken uit de hemel viel, was er een ernstig watertekort om zowel de brand te controleren als overslag naar andere loodsen tegen te houden. Eén van de problemen was dat niet alle nieuwe aanzuigpompen van Brandweer Antwerpen pasten in de opening van het bluswaterreservoir op de luchthaven. De aansluiting met dit reservoir was onontbeerlijk om het Williamskanon te voeden. De nodige creativiteit werd door de manschappen aangewend. Hierdoor kon het water uiteindelijk toch aangezogen en verpompt worden tot aan het kanon. Het watertankwagentransport, dat zone Rand goed beheerst en eerder al met succes inoefende, leverde water aan om de andere monitors te voeden. Een nadeel van een watertankwagen carrousel – hoe vlot die ook draait – is dat het continu debiet dat je op deze manier kan bereiken, zijn beperkingen heeft. Guy De Deckers: ”De samenwerking tussen de beide zones is succesvol. Het veelvuldig oefenen en netwerking tussen de manschappen is heel belangrijk, al was het maar dat je elkaars gezicht kent. Zone Rand heeft trouwens, ondanks de toch wel zeer slechte weersomstandigheden Brandweer Antwerpen na de oefening geholpen met het opruimen van de slangencontainers.” Wim Lambert vult aan: “ de officieren van zone Rand en Antwerpen kennen elkaar,

19


de

BRANDWEERMAN

Nr. 54 5 / s e p t e mb e r - otkobe r

zijn op elkaar ingespeeld. Het feit dat je aan een andere zone een deelaspect van een incident kan toevertrouwen, is fijn. Vorige zomer nog heeft zone Rand bijvoorbeeld bijstand verleend bij de brand op de Hoge Maay, eveneens met de organisatie van een watertankwagentransport.” Zoals een goede oefening betaamt is ‘Short Cut’ niet vlekkeloos

verlopen. Er was genoeg uitdaging voor de deelnemers, en zeker niet op de punten die vooraf verwacht werden door het planningsteam. Er zijn zeer veel lessen geleerd. Sommige zaken, zoals het bezorgen van een geactualiseerde kaart van de luchthaven aan de brandweer werden reeds recht gezet onmiddellijk na de oefening, andere zullen meer tijd vragen.

Tot slot willen we u graag nog wat tips meegeven die jullie wel weten, maar soms in het heetst van de strijd vergeten worden: Algemeen

• Het Punt Eerste Bestemming: zo snel mogelijk doorgeven aan de meldkamer. Anders rijden de voertuigen door naar de plaats van het incident. • Verantwoordelijke wagenpark aanduiden. Binnen een mum van tijd is er een overvloed aan voertuigen, en is coördinatie snel nodig. • ‘Train as you fight’, ook tijdens een oefening. Als er bij een gelijkaardig incident 3 officieren zouden opkomen, oefen dan ook op die manier. • Durf iemand bij u te vragen die beschikbaar is om de (radio) communicatie te doen en de belangrijke zaken te filteren, zodat je als leidinggevende de handen vrij hebt om te plannen of te overleggen. • Bij een groot incident: splits dit op in deelaspecten en maak voor elk deelaspect iemand verantwoordelijk.

Dir Cp Ops

• De informatie die binnenkomt, is enorm. Probeer dit te kanaliseren, te filteren en het relevante eruit halen. • Ga er niet van uit dat uw beeld over de situatie hetzelfde is als het beeld dat de anderen aan tafel hebben. Toets dit kort en krachtig af. • Om snel beslissingen te nemen, is een goede methodiek onontbeerlijk: maak duidelijke afspraken, geef de vooropgestelde timing, wees op dat ogenblik kort en directief. • Maak een plan A en een plan B. Durf als plan A niet werkt, over te schakelen naar plan B

Met dank voor de interviews aan: - Guy De Deckers, luitenant Brandweer Edegem - Wim Lambert, kapitein-commandant Brandweer Antwerpen - Matthieu De Block, luitenant Brandweer Antwerpen

Auteur: Ilse Van Mechelen Attaché Dienst Noodplanning Provincie Antwerpen Foto’s: Peter Moorkens

®

20

EYROFLAM NV - Industrieweg 45 8800 Roeselare - Tel: 051/62.36.17 Fax: 051/62.36.18 - eyroflam@hotmail.com


de

BRANDWEERMAN

N r. 545 / septembe r - otkob er

In de bres voor dieren Bij brandweer Gent loopt een pilootproject rond het redden van dieren. De korpsleden volgen er een uitgebreide intensieve training, waarbij dieren in allerhande scenario’s hulp nodig hebben. WERKGROEP de belasting op de hijskranen en dergelijke wordt zeer hoog. Met quickrelease kan alles veiliger en sneller gebeuren omdat we altijd De vraag naar een specialisatie in het redden van dieren, kwam van Prof. Dr. Frank Gasthuys van Universiteit Gent (Faculteit Diede controle over het hoofd behouden door een halster. Het is dus rengeneeskunde). Na een incident komen er vaak dieren die onder een ideale oplossing. Voor kleinere dieren is het standaardmaterieel ter beschikking: grabsticks, netten, benches enz.” grote stress staan en soms bijkomende verwondingen hadden opgelopen tijdens de redding. Daarnaast was de veiligheid van brandweermannen- en vrouwen wanneer Verdoving “Bij de redding houden ze dieren moesten redden, niet altijd optiDe Craene: “Sowieso nemen we altijd een we rekening met dierenarts mee als we grotere dieren zoals maal gegarandeerd. paarden, koeien, schapen enz. moeten gaan Deze uitgangspunten zorgden voor de het dier en zijn persoonlijkheid, redden. Dieren in paniek kunnen behoorlijk start van de werkgroep voor het opstellen alsook de soort of het ras” uithalen. Verdoving helpt het slachtoffer van een SOP (Standaard Operatie Proceop dat moment kalmer te houden en stress te verlagen. Het dier dure) bij het redden van dieren. werkt nog mee, maar zal minder snel bijten of trappen.” Onnodig om te vermelden dat dierenliefde een niet te onderschatten motivatie is voor de deelnemers van het project. Het team in Gent is een pilootproject, samen met een Waals team in Charleroi. Het initiatief werd opgestart door Kapitein-Commandant Tom Van Esbroeck van de Brandweer Gent, in opdracht van het Kenniscentrum van het Ministerie van Binnenlandse Zaken (aftakkend naar Dierenwelzijn). STANDAARD OPERATIE PROCEDURE De Standaard Operatie Procedure van het korps te Gent bestaat uit drie verschillende manieren van bijstand voor interventies met dieren: • Telefonisch: korpsen kunnen bellen naar het team van Gent en vragen om instructies voor de bijstand. Er worden vragen gesteld omtrent de situatie waarin het dier zich bevindt en dan wordt een manier van werken meegegeven. • Bijstand van materieel: wanneer telefonische bijstand niet voldoende is, worden korpsleden uit Gent ter plaatse gestuurd met eigen materieel. Ter plaatse helpen ze de brandweermannen die het dier proberen te redden. • Zelf inspringen: wanneer het korps ter plaatse de interventie niet haalbaar acht, stuurt Brandweer Gent een eigen team en eigen materieel om het dier te helpen. Nico De Craene, instructeur/adviseur redden van dieren: “Normaal gezien proberen veel instanties de dieren zelf te redden. Soms is dat echter gewoon te moeilijk, vooral bij reddingsacties op of in het water. Een olievlek vorig jaar in Gent heeft de inzet gevraagd van het Gentse team om ontelbare watervogels te redden.” Eenduidigheid in technieken is tijdswinst De Craene: “Vroeger moesten we eerst overleggen over hoe we een dier in een bepaalde situatie gingen helpen. Nu is elke redding bijna een vaste routine. Daarbij gebruiken we bijna altijd opsleep- en tiltechnieken om een groter dier weg te halen. Als er op locatie een voertuig beschikbaar is, hebben we ook nog een draagbare winch. We kunnen ook gebruik maken van een systeem met quickrelease, uniek in België. Het is gebaseerd op het lossen van sloepen. Zo kunnen wij ons slachtoffer vanop afstand uit het harnas laten. Zodra dieren (vb paarden) grond onder de benen voelen, willen ze immers vluchten. Dat is zeer gevaarlijk voor de medewerkers, en

Met het quick releases-systeem kan een dier van op afstand losgemaakt worden

Mensen De Craene: “Omstaanders zijn dikwijls begaan met het dier en willen soms meehelpen. Dat kan storen, maar als het effectief iemand met meer ervaring is, speelt dat in ons voordeel. Eigenaars zijn soms in paniek, anderen blijven daarentegen heel kalm. Je kunt dan beoordelen of je die persoon kunt gebruiken in het hele proces. Wie door het lint gaat, houden we beter op een afstand.” Wanneer een oproep binnenkomt over een persoon én een dier in nood, dan zullen ze eerst de persoon in veiligheid brengen en daarna het dier redden. Zijn er meerdere teams ter plaatse, dan zorgt één team voor de persoon en het ander team voor het dier. SOORTEN INTERVENTIES Binnen het team te Gent is de kennis over dieren verspreid. 50 mensen uit het volledige brandweerkorps waren bereid aan het project mee te werken. Daarvan werden er aan elke ploeg een twaalftal toegewezen. Momenteel doet Gent zo’n 200-tal interventies per jaar. De oproepen komen zowel van professionelen, zoals VOC’s of asielen, als van particulieren. Huisdieren komen al eens in de problemen, maar

21


de

BRANDWEERMAN

Nr. 54 5 / s e p t e mb e r - otkobe r

er zijn echter ook ‘bijzondere gevallen’. Zo werden er afgelopen jaar drie kangoeroes gered en eind 2013 ging het korps zelfs een vos redden die in het kanaal gevallen was. In Vlaanderen zijn er voorlopig meer interventies betreffende grote dieren, in Charleroi komen ze vaker in contact met exotische soorten door de cargoafdeling in de luchthaven.

22

werken met dieren uit Pairi Daiza”. Het derde niveau is dat van instructeur/adviseur, waarbij de cursist zelf les mag geven en een bijkomende adviserende functie heeft naar teamleden of andere korpsen toe.

Lichaamstaal Eén aspect waar op gehamerd wordt tijdens alle opleidingen, is liPersoonlijkheid dier De Craene: “Bij het redden proberen we zoveel mogelijk rekening chaamstaal. Het dier kunnen ‘lezen’ helpt om gedrag te anticiperen. te houden met het dier, de eigenschappen van De Craene: “Een dier in gevaar gebruikt al zijn mogelijkheden! het ras en de persoonlijkheid van het dier. Zo kwam er een oproep Dan mag het nog tam zijn, het kan altijd gevaarlijk uit de hoek binnen voor een koe in nood. Norkomen. De cursisten worden hier maal zijn koeien vrij rustig, denk “Je kunt iemand niet dwingen zich te specialiseren dan ook in gedrild tijdens de oeaan de Belgische witblauw. Je verfeningen. Ze moeten altijd rustig in dierenredding als die persoon geen affiniteit wacht dat de redding vrij vlot zal en kalm blijven, want ook hun liheeft met dieren” chaamstaal heeft invloed tijdens gaan. Ter plaatse ging het echter om een Limousin, een Frans ras dat veel agres­siever uit de hoek een interventie. Ze moeten zich in het dier kunnen verplaatsen. kan komen in noodsituaties. Het blijft een oproep voor een koe, Als ze tijdens een oefening te luidruchtig zijn, kan een dier hun maar de scenario’s kunnen compleet verschillend zijn. We trainen stem ervaren als een megafoon in hun oor, wat niet bepaald kalmerend werkt.” er dan ook op hier rekening mee te houden. De lichaamstaal van het dier lezen, is daarbij zeer belangrijk. Het helpt om reacties te anticiperen. Daar wordt dan ook veel aandacht aan gegeven Kennis tijdens opleidingen.” Van Esbroeck: “Hoewel de deelnemers veel kennis vergaren over het omgaan met dieren, weten ze zeker niet alles. Daarom wisselen we informatie en ervaringen uit met de faculteit van Ugent, de VOC’s, OPLEIDING Dieren redden kan je niet zomaar. Om die reden volgt ieder korpslid asielen etc. Anderzijds worden wij ook betrokken in opleidingen dat aan de reddingsoperaties voor dieren wil meewerken, diverse voor dierenartsen. Ze doen de interventie niet, maar leren hoe ze cursussen in ons land én in Engeland. verloopt bvb op vlak van verdoving. Bij een langdurige redding is Van Esbroeck: “In Engeland volgen we jaarlijks de opleiding Horse het bijvoorbeeld beter een infuus aan te leggen dan drie verschilRescue met de vorming tot instructor/advisor. Het is een zeer lende inspuitingen te geven. Dat krijgen de studenten dan al mee”. doorgedreven cursus met niet enkel technieken (ze worden daar gefinetuned) maar ook allerhande scenario’s.” Database De Craene: “Naast de SOP die uitgewerkt is naar allerlei dieren hebben we ook, samen met diverse partners en een lijst opgesteld Gradaties Alle opleidingen beginnen met de basis. Ze kennen de dieren wel, met de meest voorkomende diersoorten die opgevangen worden. maar hoe benader je het, hoe stap je ermee, wat is de lichaamstaal? Aan de hand daarvan maken we nu een chart. Als de soort eenmaal Om een antwoord te bieden op die vragen krijgen de korpsleden bepaald is, moeten ze eenvoudig informatie kunnen vinden over een theoretische opleiding in de voormiddag, en is de namiddag het algemeen gedrag en hoe gevaarlijk dat dier is. Dat koppelen weggelegd voor praktijk. we aan een lijst met beschikbare dierenartsen en opvangplaatsen. De Craene: “De cursisten gaan dan bijvoorbeeld naar de faculteit Als laatste willen we databanken met registratiegegevens toevoediergeneeskunde. Daar leren ze noodhalsters aanleggen. Een angen. Wanneer we dan een gechipt dier vinden, kunnen we meteen dere oefening is dat we paarden, koeien, varkens, lama’s, loslaten de gegevens van de eigenaar opzoeken in plaats van eerst de politie in de piste. De deelnemers moeten ze dan leren vangen. Dit klinkt te moeten contacteren.” makkelijker dan het is…”. Op het tweede niveau leren de deelnemers meer over de anatomie van de dieren. Hoe moet je singels aanleggen, op welke plaatsen mogen die liggen, wat is de invloed op het lichaam etc. Dit vooral van belang bij grotere hoevedieren. Van Esbroeck: “De vraag naar informatie omtrent specialere diersoorten beantwoorden we via gerichte opleidingen. Zo is er een samenwerking met SOS Reptiel omtrent het hanteren van reptielen. Een cursus rond roofvogels, herten of kangoeroes,… is echter evengoed mogelijk. Het gaat dan misschien om nietalledaagse dieren, maar we worden er wel mee geconfronteerd. Er zijn standaard vier dagen per jaar voorzien voor bijkomende gespecialiseerde opleidingen. De onderwerpen zijn afhankelijk van Leren vangen van dieren in de piste. wat beschikbaar is. De collega’s van Charleroi kunnen bijvoorbeeld


de

BRANDWEERMAN

N r. 545 / septembe r - otkob er

uitruktijd. Om die reden zijn er in Veurne, Lommel, Charleroi, Gent en Asse reeds instructeurs/adviseurs. Zij zijn momenteel bezig de basis uit te bouwen. Dan volgt de uitbreiding naar andere korpsen” Met dank aan: Brandweer Gent Auteur: Sofie Moentjens Foto’s: Nico De Craene en Tom Van Esbroeck

UITRUSTING Momenteel beschikken de teams over een volledig uitgeruste container met materialen om dieren te vangen, te verplaatsen, tijdelijk op te vangen, te verzorgen, ... Een deel daarvan bestaat uit beschermende kledij, schilden, helmen etc. Van Esbroeck: “Het redden van dieren wordt momenteel gefinancierd door eigen budgetten van Brandweer Gent. De opleidingen worden dan weer voorzien door het Kenniscentrum van de overheid. Maar de investering is zeker niet gering”. TOEKOMST Van Esbroeck: “Wij zijn nu een drietal jaar bezig, en het is de bedoeling dat dit systeem verder wordt uitgebreid naar hele land. Er zou minimaal één volledig uitgerust team per provincie moeten komen. Het grootste voordeel van een dergelijk netwerk is de beperkte

trefdag voor hulpverleners SAVE THE DAY: 27 NOVEMBER 2014 AGIV nodigt u uit op hun achtste trefdag in Gent – U leert er de laatste nieuwe ontwikkelingen uit de geografische wereld én u ziet dat die kennis meteen toegepast wordt op de reële context van brandweerkorpsen. Meer informatie op de website www.agiv.be

Paul Vanlook @ekellop #Brandpreventie kost geen hoop geld, enkel wat goede voorbereiding en even nuchter nadenken http://shar.es/1n4LNK 14 aug 2014

23


®

Evacuatie bij brand, onze specialiteit

Noodtrappen • Maatwerk, in functie van gebouw en veiligheidseisen. • Zelfdragend of opgehangen aan de façade. • Met of zonder ophaalbare traparm. • In hoogwaardig aluminium, met rvs verbindingselementen. • Onderhoudsvrij, met zeer lange levensduur.

Uitklapbare noodladders • Zeer discreet, in de vorm van een regenafvoer. • Ogenblikkelijke opening vanaf elk gewenst evacuatieniveau. • Beveiligd tegen inbraak en ongewenst gebruik. • Betrouwbaar met meer dan 10.000 goed functionerende installaties. • Met valbescherming voor veilig werken op hoogte als optie.

Vaste vluchtladders (ook bruikbaar als dienstladder). • Met of zonder beschermingskooi. • Met of zonder uitschuifbare ladderbasis met tegengewichten. • Met of zonder toegangsbalkons. • In geanodiseerd of blank aluminium, schroeven en bouten in rvs.

Diverse andere oplossingen • Balkonladder, telescopische vluchtladder voor evacuatie uit flatgebouwen met overhangende balkons. • Jomiro, zelfremmend afdaaltoestel voor individuele evacuatie wanneer er geen collectieve evacuatie beschikbaar is. • Wij produceren op maat. Contacteer ons vrijblijvend voor speciale vragen of advies.

www.jomy.be info@jomy.be de Broquevillelaan, 274 Rue Bourgogne, 20 B-1200 Brussel B-4452 Juprelle Tel 02 771 13 72 Tel 04 278 55 12 Fax 02 771 78 44 Fax 04 278 26 75


de

BRANDWEERMAN

N r. 545 / septembe r - otkob er

Oefening: “Boom verplettert auto” HVZ Zuid-Oost - Post Lede

De algemene oefeningen van de post Lede (HVZ Zuid-Oost) bezorgen de dorpsbewoners altijd veel sensationeel kijkplezier. Dat komt omdat Lede resoluut opteert voor levensechte oefeningen. Staat er ergens een gebouw klaar voor de sloop? Meteen worden er paletten aangesleept om het op de juiste temperatuur te brengen. En plaatselijke autowrakken mogen zich nog één keer bewijzen voor ze de schredder in gaan. Dienstchef Bart Van Hauwermeiren delegeert de voorbereiding van de oefeningen aan zijn onderofficieren. Deze keer staan Ides De Smet en Franky Van Hemelrijck in voor de goede zorgen. Ze zijn er al gauw een dag mee bezig: autowrak en gevelde boom zoeken, drenkeling te water laten, alles levensecht positioneren … De bemanning van de eerste autopomp en de reddingswagen worden geconfronteerd met een wagen die verpletterd werd door een boom. De chauffeur zit gekneld. De boom zorgt voor een extra probleem. Meteen wordt de ‘multi’ opgeroepen. Met de kraan van dit haakarmvoertuig kan de boom snel en veilig verwijderd worden. De integratie zorgt ervoor dat iedereen aan het werk wordt gezet. Meteen worden heel wat vaardigheden verder ingeoefend in een realistische situatie: ontzetting, kraanbediening, gebruik kettingzaag.

Na het eigenlijke bevrijdingswerk kunnen de brandweermannen nog wat doorknippen en –zagen. Zo wordt de handvaardigheid verder geoefend. Meteen levert het de gevelde-boom-eigenaar een aardig stapeltje brandhout op: win-win. De tweede ploeg werd geconfronteerd met een drenkeling te water. In afwachting van het duikteam uit de zone (in realiteit), kan er met de ladderwagen al een poging gedaan worden deze onfortuinlijke pop te redden. De ladderwagen wordt hier ingezet als “laagtewerker”, wat toch wat behendigheid vergt. De mogelijkheden en limieten worden afgetoetst en geoefend. Uiteraard brengen de mensen in de korf het slachtoffer veilig aan wal. Ondertussen stelt de bemanning van de tankwagen en de slangenwagen een HFS op om de integratie te vervolledigen en meteen de oefensite te beveiligen, werd ook het signalisatievoertuig ingezet. Adj. Joos neemt de 9 recruten apart onder zijn hoede. Zij gaan in een met rook volgepompt gebouw op zoek naar slachtoffers. Twee uur stevig doorwerken en iedereen aan het werk. Oefening geslaagd. Tekst en foto’s: Bart Vandenbussche

25


de

BRANDWEERMAN

Nr. 54 5 / s e p t e mb e r - otkobe r

Het GRIMPteam van Brandweer Halle. Een GRIMP-team is een gespecialiseerde eenheid binnen de brandweer. Dit team kan worden ingeschakeld wanneer de gewone middelen ontoereikend zijn, voor reddingen van slachtoffers op grote hoogtes, dieptes of moeilijk bereikbare plaatsen. GRIMP Instructeur Jeroen Tielemans vertelt: “Reeds vele jaren beschikt brandweer Halle over een hoogteteam maar pas vanaf 2010 zijn we officieel GRIMP. Dit wil zeggen dat de leden van dit team allen hun opleiding volgden volgens het GRIMP-principe. Deze cursus wordt in Aywaille gegeven door Maurice Leveaux. De opleiding wordt aangeboden door de Luikse brandweerschool. In deze zware opleiding worden de IMP2’s ofwel de redders, bijgestaan door Maurice en door IMP3’s. IMP3’s zijn de instructeurs en teamleiders, opgeleid in de heel complexe materie van het redden van slachtoffers op touw. Voor het behalen van dit brevet is veel wilskracht, inzet en kennis vereist. De opleiding wordt in de Ardennen gegeven omdat deze onherbergzame streek alle mogelijkheden biedt om heel complexe en gevarieerde reddingen te trainen. Dit gaat over reddingen van mensen die in kloven gevallen zijn, parachutisten die in bomen zijn verzeild geraakt, geblesseerde alpinisten, arbeiders op kranen, verwarde personen die ergens willen afspringen, het bergen van lichamen maar ook het horizontaal evacueren van mensen die zich bevinden in plaatsen waar ladderwagens niet bij geraken. In onze regio werden we reeds meermaals ingezet voor ongevallen op bouwwerven, het bevrijden en evacueren van slachtoffers van verkeersongevallen waarvan de wagen diep van een helling is geraakt, het bergen van personen die zich na een wanhoopsdaad op hoogte bevinden (boom, brug), horizontale evacuaties in bijstand van de ziekenwagen, het redden van katten die iets te hoog in de boom geklommen zijn, …

26

In de zone Vlaams-Brabant-West zijn er twee korpsen die over een GRIMPteam beschikken: Brandweer Zaventem en Brandweer Halle. Twee mensen van brandweer Lennik maken ook deel uit van het Halse GRIMP-team. We hebben

Van Links naar rechts: Joost Verdegem IMP3, Benny Wouters IMP2, Pieter Dekeyster IMP2, Brent Deconinck slachtoffer, Jeroen Tielemans IMP3 Teamleider.

heel goede contacten met de collega’s van Zaventem en oefenen ook samen. Frequent oefenen is heel belangrijk omdat de GRIMP-materie/technieken heel veel complexe en verschillende facetten kent. Driewekelijks is er een oefening die minstens 4 uren duurt voor het Halse GRIMPteam. Als extra motivering voor de leden van ons team nemen we reeds een vijftal jaar deel aan de GRIMPday te Namen. Dit is een internationale wedstrijd waar reddingsteams van alle uithoeken ter wereld het tegen elkaar opnemen. De deelnemers komen uit: België, Nederland, Schotland, Italië, Canada, Wales, Noorwegen, Engeland, Tsjechië, Hong Kong, Zwitserland, Duitsland, Taiwan, Polen, Ierland, Brazilië, Spanje, Frankrijk en Slovenië. Een team bestaat uit vier redders, één teamleider, een slachtoffer en een jurylid dat ingezet wordt om andere ploegen mede te quoteren. Ons team bestond dit jaar uit: -Als redders: Joost Verdegem IMP3, Jurgen Bellemans IMP2, Pieter Dekeyster IMP2 en Wouters Benny IMP2. - Als teamleider: Jeroen Tielemans IMP3. - Als slachtoffer: Brent Deconinck. - Als jurylid: Tom Beeckmans IMP2.

Ieder team moet een zestal proeven afleggen waarin een slachtoffer gered en geëvacueerd wordt in een brancard door middel van touwen. Er is een internationale jury die quoteert op techniek, snelheid, vlotheid, leiderschap, medische benadering en vooral veiligheid. De meeste teams bestaan uit brandweermensen maar ook militairen, politie en civiele beschermingseenheden nemen hieraan deel. Dit is een heel leerrijke dag voor alle teams omdat verschillende technieken hier gedemonstreerd worden. Deze fysiek heel zware wedstrijd is ook heel goed voor de teamgeest.


de

BRANDWEERMAN

N r. 545 / septembe r - otkob er

Bovenop de gewone trainingen van ons team, wordt er in de aanloop van deze wedstrijd nog extra geoefend door de deelnemers van ons korps. Dit jaar scoorden we dan ook meer dan behoorlijk. Van de vijf Belgische teams die deelnamen eindigden we als eerste! We lieten dit jaar zeer getrainde en professionele teams als brandweer Gent, brandweer Namen, Brandweer Brussel en een team van Belgische paracommando’s ,achter ons. Deze vijf deelnemende Belgische teams zijn echter niet de enige GRIMPteams die ons land rijk is. Daarom lanceren we ook uitdaging aan de andere brandweerGRIMPteams: Ga met ons de uitdaging aan in 2015 en laat ons internationaal tonen dat we zeer goed getrainde teams hebben.

Op de internationale ranking eindigden we op de 12de plaats, wat ons beste resultaat ooit is. Voor ons is dit een erkenning en kroon op het werk.”

Auteur: Tielemans Jeroen IMP 3, Brandweer Halle Foto’s: GRIMPteam Halle

Proeven op GRIMPday Een proef bestaat eruit om een slachtoffer uit z’n benarde situatie te halen en naar een aangeduid punt te brengen. Iedere teamleider beslist zelf op welke manier dit zal gebeuren. Er wordt beoordeeld op adequaatheid, snelheid, teamwerk, leiderschap en vooral op veiligheid. Bij aanvang van de dag wordt er een briefing gegeven voor alle teamleiders door de organisatie. Hier worden de af te leggen proeven verduidelijkt alsook de locaties ervan.. Elk team moet zich steeds melden aan het hoofdkwartier waar men een proef toegewezen krijgt alsook een jurylid, dat voor de duur van deze proef het team vergezelt. vDit jaar waren de proeven onder andere: het redden van een geblesseerde coulissearbeider hoog in de stellingen van een schouwburg. Deze proef gebeurde in volledige duisternis (helaas geen foto dus). Een tweede proef bestond eruit om een slachtoffer van de ene oever van de rivier de Samber naar de andere te brengen. Hiervoor moest door het team een volledige opstelling gemaakt worden aangezien er niets voorhanden was. De derde proef bestond eruit om een slachtoffer uit een auto te halen die een 40 tal

meter in een rechte afgrond terecht is gekomen. Hierbij moest ook eerst een mugarts tot bij het slachtoffer gebracht worden. Daarna werd het slachtoffer volledig geïmmobiliseerd de steile helling opgehesen. Bij deze proef werden er ook punten gegeven op het medische gedeelte. De vierde proef was een technische proef. Hier moest een slachtoffer in een brancard doorheen een ingewikkelde stelling door smalle openingen eerst enkele verdiepen naar boven gebracht worden om daarna aan de andere kant teug naar beneden gebracht te worden. Bij de vijfde proef stonden er twee hijskranen een 50 tal meter van elkaar opgesteld. Aan elke kraan hing een boomstam op ongeveer 15 meter hoogte. Tussen de 2 kranen was er een vrachtwagen geparkeerd. De oefening bestond eruit om het slachtoffer van de ene zijde over de vrachtwagen heen naar de andere zijde te brengen. Ook dit was zeer technisch aangezien er nergens punten waren voorzien waar men iets aan kon vastmaken. Bij de zesde proef hing er een uitgeputte schilder in z’n harnas onderaan een brug over de Samber op een halve meter boven het wateroppervlak. Onze taak was om hem veilig en droog op de oever te krijgen.

Na afloop van deze zware en vermoeiende dag is er een gezellig bijeenzijn van alle teams. Er wordt een heerlijke maaltijd bereidt door de mensen van de organisatie. De sfeer zit er dan heel goed in en bij afroeping van elk team wordt er luid geapplaudisseerd door de andere teams. Het is dan ook verbroederingtijd en truitjes worden volgens jaarlijkse traditie gedeeld. Iedereen is blij voor elkaar en ziet al uit naar volgend jaar. Bij deze wil ik dan ook eens gebruik maken om een pluim op de hoed van onze Waalse vrienden te steken. Elk jaar weer slagen zij erin om dit grootschalig evenement tot in de puntjes te organiseren. Bravo voor het GRIMPdayteam van brandweer Namen! Auteur: Jeroen Tielemans

27


de

BRANDWEERMAN

Nr. 54 5 / s e p t e mb e r - otkobe r

AUTOVERZEKERING BRANDWEERLIEDEN GOEDKOPER! Protectas heeft voor u als brandweerman of –vrouw extra gunstige voorwaarden voor uw autoverzekeringen (en dit zowel voor uzelf als voor uw gezinsleden). Aan goede bestuurders kunnen we een tarief aanbieden dat tot de beste van de markt behoort en bovendien geniet u van de service van een professionele makelaar. Zo betaalt u niet te veel maar staat u ook niet alleen in geval van schade.

BRANDVERZEKERING BRANDWEERLIEDEN GOEDKOPER! U, brandweerman of –vrouw, bent expert op het gebied van brandbestrijding én brandpreventie. Tegenover een kleiner risico staat een lagere premie. Daarom biedt Protectas brandweerlieden aangesloten bij een beroeps- of een vrijwilligerskorps, een bedrijfskorps of een federatie, een brandverzekering aan tegen unieke voorwaarden. Wij nemen als voorbeeld iemand die in Aalst (postcode 9300) woont. Het gaat om een aanpalende woning of een appartement, met beveiligingsinstallatie of gepantserde deur. . Gebouw Inhoud Diefstal Als eigenaar Als huurder

Formule 1

Formule 2

Formule 3

Formule 4

Formule 5

Formule 6

150.000 EUR 50.000 EUR 25.000 EUR 214,14 EUR 173,74 EUR

180.000 EUR 60.000 EUR 30.000 EUR 256,42 EUR 207,94 EUR

240.000 EUR 80.000 EUR 40.000 EUR 337,71 EUR 273,07 EUR

300.000 EUR 100.000 EUR 50.000 EUR 421,45 EUR 340,65 EUR

360.000 EUR 120.000 EUR 60.000 EUR 475,81 EUR 408,23 EUR

420.000 EUR 140.000 EUR 70.000 EUR 554,65 EUR 475,81 EUR

De premies zijn inclusief waarborg natuurrampen en taksen - Risicogebieden natuurrampen = aangepaste voorwaarden. Verzekerde waarden > formule 6 zijn eveneens mogelijk.

Familiale- en autoverzekering voor brandweerlieden ook goedkoper.

ANTWOORDSTROOK Ja, ik ben geïnteresseerd in uw uniek aanbod. Ik ben nog geen klant bij Protectas. Gelieve mij informatie voor mijn private verzekeringen te bezorgen op volgend adres: Ik ben reeds klant bij Protectas. Gelieve mij informatie voor mijn autoverzekeringen te bezorgen op volgend adres: Naam: ………………………………. Voornaam: ………………………………… Adres: ………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………. Tel : ………………………………. Korps: ……………………………………... Stuur deze antwoordstrook naar Protectas, Zelliksesteenweg 12 te 1082 Brussel of bel voor meer informatie op het nummer 02/465.91.01 of fax: 02/468.02.34 of e – mail : Info@Protectas.be Registratienummer CDV 16896 28


de

BRANDWEERMAN

N r. 545 / septembe r - otkob er

Gedenkteken op E17 voor overleden brandweerman Wouter Vancraeynest. de signalisatiewagen naar de interventieplaats.

wezig. Buiten de brandweer was er nog een talrijke opkomst om een eerbetoon te brengen aan Wouter. Dit gedenkteken is een blijvende herinnering aan wat er die fatale nacht gebeurde met Wouter.

Het signalisatievoertuig, de commandowagen en de signalisatie

Auteur: Gaby Vancraeynest

Voor de Deerlijkse brandweer zal 26 november 2011 altijd een zwarte dag blijven. Die nacht was er een oproep voor signalisatie op de autosnelweg E17. Wouter reed samen met 2 collega’s met

werden keurig en reglementair opgesteld. Alle verkeer moest de snelweg in Deerlijk verlaten. Dit werd dan ook nauwkeurig opgevolgd. Een wagen naderde met zeer hoge snelheid en bleef op de middelste rijstrook rijden. De bestuurder negeerde alle signalen. De brandweerman die Wouter beveiligde op afstand heeft nog met volle kracht geroepen. Wouter bevond zich op dit ogenblik in de beveiligde zone. De bestuurder reed door de signalisatie. Wouter werd een paar honderd meter verder meegesleurd en overleed ter plaatse. De signalisatie was van kilometers ver zichtbaar. Het wegdek en de zichtbaarheid waren perfect. Als ouders van Wouter, hebben we lang gewacht op een antwoord op de “ waarom “-vraag. We weten nu dat de wagen meer dan 160km/u reed, de bestuurder onder invloed was van alcohol en verdovende middelen. Omdat ook hij overleed, werd de zaak geklasseerd. Wouter was een toegewijde beroepsbrandweerman/ambulancier bij brandweer Gent met de graad van sergeant. Hij was eveneens vrijwillig brandweerman/ambulancier bij brandweer Deerlijk als eerste-sergeant. Door de gemeente Deerlijk werd een gedenkteken geplaatst aan de oprit E17 richting Kortrijk. Wouter nam voor de laatste keer deze oprit. Het gedenkteken werd op zondag 23 februari onthuld door zijn ouders en zijn vriendin Malaika.

Het gemeentebestuur, brandweer Deerlijk, brandweer Gent en talrijke delegaties uit de Fluvia-zone waren aan-

30 000 ste Last Post Op 9 juli 2015 wordt de 30.000ste Last Post geblazen onder de Menenpoort in Ieper. Onder aanvoering van regisseur en peter van dit project, Wim Opbrouck, organiseert het culturele herdenkingsprogramma GoneWest van de Provincie West-Vlaanderen in samenwerking met de Last Post Association een Ode aan deze Ode. Wil u de deuren van uw brandweerkazerne openen voor dit herdenkingsmoment en live de 30.000ste Last Post volgen op 9 juli 2015 samen met brandweerkazernes van over de hele wereld, schrijf uw brandweerkazerne dan in via: lastposttribute@west-vlaanderen.be Alle gegevens van de geïnteresseerde brandweerkazernes zullen worden verzameld. GoneWest zal u terug contacteren in de aanloop naar het evenement. Gone West zal aan de ingeschreven deelnemers een draaiboek bezorgen met de timing van de herdenking. Wereldwijd zou, in alle kazernes een minuut stilte gehouden worden en eenzelfde tekst voorgelezen worden. De invulling van de activiteit voor en na dit vast element wordt vrij gelaten aan het betrokken korps.

BVV steunt dit initiatief en zal actief deelnemen aan de ver spreiding binnen het netwerk van brandweerposten. Ook internationaal wordt de oproep verspreid naar de FEU. Korpsen die buitenlandse contacten hebben, kunnen op hun beurt de boodschap verspreiden naar deze brandweerdiensten. De website met de informatie is www.gonewest.be. Schrijf uw korps nu al in, zodat u tijdig de nodige informatie ontvangt.

29


de

BRANDWEERMAN

Nr. 54 5 / s e p t e mb e r - otkobe r

NATIONAAL WEDSTRIJDCOMITE - BELGIE WEDSTRIJDEN INTERNATIONAAL THEMA VERSLAG PROVINCIALE EN NATIONALE BRANDWEERWEDSTRIJDEN TE HEUSDEN-ZOLDER De Provinciale en Nationale Brandweerwedstrijden, volgens het internationaal thema CTIF, gingen dit jaar door op 31 mei te Heusden-Zolder, samen met de Nationale wedstrijden voor de jeugdbrandweer. Hierbij wensen we het voltallige korps te danken voor de puike organisatie van deze wedstrijden! Deze wedstrijden kwamen in aanmerking voor de selectie deelname aan de volgende olympiade in 2017. De zon was volop van de partij, wat het welslagen van deze dag in grote mate heeft beïnvloed. Volgende Provinciale kampioenen werden genoteerd: Reeks A – Provincie Limburg: Hasselt A met 377 punten Reeks A – Provincie O-Vl: Oudenaarde A met 373 punten Reeks A – Provincie Antwerpen: Duffel A met 380 punten Reeks A – Provincie W-Vl: Harelbeke A met 365 punten Reeks B – Provincie Limburg: Heusden-Zolder B2 met 388 punten Reeks B – Provincie O-Vl: Kruishoutem B met 407 punten Volgende Nationale kampioenen werden genoteerd: Reeks A: Harelbeke A met 390 punten Reeks B: Kruishoutem B met 409 punten De jeugd De jeugd die ook dit jaar met een belangrijke vertegenwoordiging deelnam aan hun Nationale wedstrijden, kleurde het geheel. We hopen dat deze jongeren verder doorstromen naar het actieve brandweerkader en dat zij de voortrekkers worden voor deelname aan onze wedstrijden.

Volgende resultaten Nationale wedstrijden Jeugd werden genoteerd: PLAATS PLOEG PUNTEN 1 Hasselt 1168 2 Bree 1114 3 Ieper 1078 4 Roeselare 1 1069 5 De Haan Wenduine 1046 6 Roeselare 2 994 Na de wedstrijden, werden de resultaten door de deelnemende ploegen en supporters nog eens ‘overgedaan’ en geëvalueerd tijdens het gezellige napraten. Het Nationaal Wedstrijdcomité CTIF wil, in dezelfde geest van teamspirit en gezonde wedijver, deze wedstrijden blijven verderzetten. Rudi Depauw: “Als voorzitter, ben ik ervan overtuigd dat er nog meer korpsen een uitdagende ploeg kunnen klaarstomen voor deze wedstrijden. Bij deze wil ik dan ook een oproep doen opdat de verschillende brandweerdiensten een team zouden afvaardigen voor deelname aan deze wedstrijden. Neem de uitdaging aan en kom uw korps op de kaart zetten!”

INFO: Verdere informatie over deze wedstrijden kan steeds bekomen worden bij één van de leden van het wedstrijdcomité uit uw provincie of bij: De Voorzitter: Adjudant Rudi Depauw, Steenweg 98 te 9890-Gavere GSM : 0479/412278 of depauwrudi1@gmail.com De Secretaris: Bwm. Jarno Becarren (tel: 0479519091) of jarnobecarren@me.com Namens het wedstrijdcomité,Adj.Rudi Depauw, voorzitter

Catalogus Interventiemodules Civiele Bescherming De catalogus met de interventiemodules van de Civiele Bescherming is integraal online terug te vinden op de website www.civieleveiligheid.be. Geef vervolgens de zoekterm ‘interventiemodules’ in. Onderaan kunt u de catalogus downloaden. 30


de

BRANDWEERMAN

N r. 545 / septembe r - otkob er

West-Vlaams kampioenschap streetkarting voor brandweermannen in Ledegem Voor de derde keer op rij organiseerde de brandweer van Ledegem in samenwerking met Kartevents het West Vlaams Kampioenschap streetkarting voor brandweermannen. De start en aankomst waren opnieuw aan de kazerne van de brandweer maar dit jaar reden de deelnemers in tegengestelde richting. Dit viel wel in de smaak bij de rijders. Het parcours van bijna een kilometer werd zowel door de medewerkers van kart-events en de brandweermannen ‘s morgens vroeg aangelegd. In de regenachtige voormiddag kwamen vooral de professionele rijders aan bod in hun eigen klassement. Achtentwintig ploegen demonstreerden hun rijkunsten op het natte wegdek in een 4 uur durende race.

In de namiddag was het de beurt aan de brandweermannen. Verschillende teams waren niet aan hun proefstuk toe en reden de voorbije jaren al mee. Tijdens de kwalificatie kwam het team van de brandweer van Ledegem ( Just For Fun) aan de leiding, gevolgd door de brandweer van Oostende en de brandweer van Knokke-Heist. Uiteindelijk sleepte de brandweer van Oostende verdiend de beker in de wacht. De brandweer van Ledegem eindigde op de tweede plaats en de brandweer van Aarsele op de derde plaats (foto). Het was een schitterende dag en een gezellig samenzijn tussen de verschillende korpsen en brandweermannen. Verhalen, ervaringen en gebeurtenissen werden uitgewisseld waardoor we weer wat dichter bij elkaar komen. Op naar de volgende editie in 2015! En geen paniek. Er waren steeds 10 brandweermannen beschikbaar mocht er in de regio toch iets verkeerd gaan. Meer info en foto’s: www.brandweerledegem.be www.kart-events.be Auteur: Driessens Jeroen Foto’s: Vancoillie Bjorn

cReËeR In IeDeRe RuImte BRanD met De

DIGITAAL VUUR WAAR ECHT VUUR NIET MOGELIJK IS De Attack is een nieuw digitaal trainingssysteem ontwikkeld samen met en voor de brandweer. Deze nieuwe digitale vuurtechnologie maakt het mogelijk brandweerkorpsen te trainen op talloze locaties en in uiteenlopende trainingssituaties. Creëer vuur waar echt vuur geen optie is of waar het blussen van vuur geen primair trainingsdoel is. Train cursisten op veilige wijze hoe het is om een brandsituatie onder controle te krijgen middels brandblustechniek training op de Attack met hogedrukslang, handblussers of digitale laser blussers. T: 014 699 820 www.haagen.com 31


Emergencyvehicles, vehicles, special vehicles equipment Emergency special vehicles andand equipment for for firefighting, fighting,police police and medical intervention. fire and medical intervention.

Somati Vehicles NV • Industrielaan 17a (Zuid III) • 9320 Erembodegem

T +32 53 83 16 16 • F +32 53 84 06 86 • info@somativehicles.be • www.somativehicles.com

Somati Vehicles NV • Industrielaan 17a (Zuid III) • 9320 Erembodegem

T +32 53 83 16 16

F +32 53 84 06 86

vehicles@somati.be

www.somati.com

1927_300x160_Somati Vehicles.indd 1

19/11/12 12:12

vehicles Somati VEHiCLES heeft meer dan 40 jaar ervaring in binnen- en buitenland in het leveren en onderhoud van brandweermaterialen, brandweervoertuigen, politievoertuigen en utilitaire voertuigen, evenals ziekenwagens en MUG voertuigen zowel voor brandweer als de meest gerenommeerde ziekenhuizen. Het ontwerpen van de wagen gebeurt in nauwe samenwerking met de eindklant. Hierbij heeft deze steeds inspraak in de gebruikte materialen, indeling en montagemogelijkheden. Alvorens de productie te starten, kan men de wagen in een 3D tekening bekijken.

www.somativehicles.com Industrielaan 17A (Zuid III) I B-9320 Erembodegem tel +32 (0)53 83 16 16 I fax +32 (0)53 84 06 86 info@somativehicles.be

Somati VEHiCLES is ISO 9001:2008 gecertificeerd waardoor wij een perfecte afhandeling en after-service kunnen garanderen.


de

BRANDWEERMAN

N r. 545 / septembe r - otkob er

Nieuwe brandweerkazerne voor Post Kasterlee De zon was van de partij op 1 mei, toen het korps van Kasterlee officieel de nieuwe kazerne in gebruik nam. Met een muzikale bijdrage van de plaatselijke fanfare, stapten het korps, de burgemeester, de gouverneur, het schepencollege, het Rode Kruis, de vriendenkring en een groot aantal sympathisanten symbolisch van de oude kazerne naar de nieuwe moderne kazerne. De voertuigen van de brandweer sloten de stoet. De kabouter van Kasterlee mocht niet ontbreken, Kasterlee heeft immers een ‘kabouterberg’, vandaar deze opvallende verschijning. Na de speeches van burgemeester Ward Kennes, gourverneur Cathy Berx en (toenmalig) Staatsecretaris Servais Verherstraeten, werden de lintjes doorge-

knipt. Het nieuwe gebouw zal immers drie diensten samen huisvesten: de brandweer, het Rode Kruis en de technische dienst van de gemeente. Een rondleiding in de kazerne was een must, net als het proeven van de plaatselijke bieren, aangeboden door de Vriendenkring van de brandweer. Tevens werd van de gelegenheid gebruik gemaakt om de sleutels van een ambulance te overhandigen aan een delegatie uit Roemenië. Proficiat aan het korps van Kasterlee! Tekst: Cathy De Schryver Foto’s Kasterlee: Cathy De Schryver

Gouverneur Berx, Servais Verherstraeten, Luc Faes, en Burgemeester Ward Kennis

33


de

BRANDWEERMAN

Nr. 54 5 / s e p t e mb e r - otkobe r

������������� ����������� ����������������

����������������

��������������������������

�����������������������

������������� 34

����������������������������������������

5630-Adv_Brandweerman.indd 1 PROMAT_502.indd 1

14-03-2006 15:52:30 20-03-2006 15:17:44


de

BRANDWEERMAN

N r. 545 / septembe r - otkob er

Ledenvoordelen SPORTOASE Sportoase heeft haar voordeel voor de leden van BVV hernieuwd. Tot 31 augustus 2015 kunnen leden van BVV met hun lidkaart en identiteitskaart aan de kassa van de sportcentra 30% korting bekomen op de abonnementen voor 1 jaar, 3 maand van de fitness en de zwembadfaciliteiten of voor de 10 beurtenkaarten voor de groepslessen. Ook de instap voor de fitness van € 80,00 wordt verlaagd naar € 25,00. De korting is een persoonlijke korting, toegekend aan u als BVV-lid. Sportoase vindt u in Leuven, Antwerpen, Tongeren, Brasschaat-Schoten, Rotselaar, Knokke-Heist, Beringen en Braine-le-Comte. ZOO ANTWERPEN-PLANCKENDAEL BVV-leden kunnen met hun lidkaart en identiteitskaart interessante kortingen krijgen bij de Zoo van Antwerpen/Planckendael. Zowel voor jaarabonnementen als voor dagtickets kunt u voordelige prijzen bekomen. Voor de jaarabonnementen moet u zich persoonlijk aanbieden aan de ingang met uw lidkaart en identiteitskaart, samen met uw gezinsleden. Zowel voor u als voor uw inwonende gezinsleden is er een korting van 15% op de jaarabonnementen en de dagtickets voorzien. Ongeacht wanneer u het abonnement aankoopt, het blijft een volledig jaar geldig. FNAC Ook Fnac biedt BVV-leden een voordeel. Naast een korting van 50% op de FNAC-lidkaart , zijn er regelmatig acties waarbij ze een product tegen een voordeeltarief aanbieden. Deze acties kunt u volgen via de website of de nieuwsbrief van BVV. Voor de start van het nieuwe schooljaar is er een ‘Back-to-School’ actie met korting op tablets, pc’s… De Fnac-lidkaart kunt u aanvragen door het document op de website van BVV af te drukken en dit met uw lidkaart en identiteitskaart aan de kassa voor te leggen. De tijdelijke acties vindt u terug op de website. Ook hier moet u het document afdrukken en aanbieden aan de kassa met uw lidkaart. CENTER PARCS Om de drie maand biedt Center Parcs verblijven aan tegen een zeer gunstig tarief (korting 35%). Deze zijn echter beperkt in aantal en zeer gegeerd. Last minute is hier dus niet aangeraden… Naast de bekende klassiekers, zetten zij dit jaar ook speciale mountainbike-weekends in de kijker. Er kan enkel gereserveerd worden via de link op de website. Het volledige overzicht van de ledenvoordelen vindt u op www.brandweervlaanderen.be Na het aanmelden klikt u op “voorstelling”-”lid worden” en vervolgens op “speciale aanbiedingen”

Meer dan sport alleen!

Korting mogelijk op vertoon van BVV-lidkaart!*

VOLG ONS OP FACEBOOK EN TWITTER

Peter Van Thienen Is er een aanleiding/incident dat dit nu naar boven komt? Te weinig ambulances tijdens weekends - HLN.be http://s.hln.be/1985888 via @HLN_BE 11 aug 2014

www.sportoase.be *actievoorwaarden beschikbaar in onze sites

35


de

BRANDWEERMAN

Nr. 54 5 / s e p t e mb e r - otkobe r

Zekerheid vanaf het eerste moment Dräger UCF 9000 - Nieuwe markt warmtebeeldcamera II/MAT/A69-290-11 De UCF 9000 wordt geleverd volgens het nieuwe contract FOD met een voertuiglader en reservebatterij. Deze compacte en robuuste camera (1,4kg) is geschikt voor binnenbrandbestrijding (-40°C tot +1000°C) en heeft een Li-ion batterij met een autonomie van 4 uur. De camera registreert foto’s of video en audio die via de beschikbare software en aansluitkabel voor de PC gemakkelijk kunnen worden uitgelezen. Het toestel beschikt o.a. over een thermische scan functie, ideaal voor het snel lokaliseren van de warmtebron zoals bijvoorbeeld bij een schouwbrand.

GEÏNTEGREERDE TREKLUSSEN Door de plaatsing van de lussen aan de zijkant is het niet nodig het lichaam te draaien om de laarzen aan te trekken en glijdt een broek er makkelijk overheen.

COMFORT ALS BASISVEREISTE Elke laars wordt uitgerust met een GORE® CROSSTECH® membraan. Om zeker te zijn van de kwaliteit wordt elke sok afzonderlijk getest alvorens ze in een laars te monteren.

ZICHTBAAR OP ELK MOMENT

BEWEGINGSVRIJHEID

Retroreflecterende elementen op de bovenzijde en zool van de laars garanderen een constante zichtbaarheid.

Flexibele zones voor- en achteraan zorgen voor meer bewegingsvrijheid, en bijgevolg meer comfort bij rijden, ladders beklimmen,... .

GOEDE GRIP

UITSTULPING AAN DE ZOOL

De hittebestendige nitril overneus is voorzien van ribbels zodat de schoentip niet kan wegglijden wanneer men op één knie hurkt.

Trek snel en efficiënt handenvrij de laars uit door de voet op de uitstulping te plaatsen.

LAAG GEWICHT Een revolutionaire PU/Nitril zool, gecombineerd met kunststof neus en antiperforatiezool zorgen voor een veel lager gewicht dan dat van de gemiddelde brandweerlaars.

36

Art: 1025638

Contacteer ons en ontdek zelf alle voordelen van de FAL-laarzen! FAL brandweerman.indd 2

Verkrijgbaar bij

MAGMA HI3 CI AN F2A SRC

|

03 460 04 60

|

info@vdp.com

|

www.vdp.com 8/18/2014 3:22:34 PM


de

BRANDWEERMAN

N r. 545 / septembe r - otkob er

Korte nieuwsberichten Hervorming van de brandweeropleidingen uitgewerkt door ETE-werkgroep

Opendeurdag brandweer Zelzate & Open Geestdag – 150 jaar PC Sint-Jan-Baptist

Eén van de prioriteiten in de hervorming van de civiele veilig-

Af en toe komt er een aankondiging van een activiteit die

heid is de uniformering van de brandweeropleidingen.

net iets anders is. Zo verging het ook met de vraag van Sgt

Brandweermensen beschikken over een specifieke kennis, vaar-

Christoph De Raet om bekendheid te geven aan de opendeur-

digheden en attitude die ze steeds verder moeten ontwikkelen.

dag van brandweer Zelzate dit gecombineerd wordt met 150

Hiertoe is de organisatie van opleiding, training en oefening op

jaar Psychiatrisch Centrum Sint-Jan Baptist. We vroegen hem

regelmatige basis noodzakelijk.

om een beetje meer uitleg:

Vanuit de functiebeschrijvingen en het competentiewoordenboek heeft de ETE-werkgroep een matrix (lees: competentiegids) uitgewerkt, waarin de link wordt gelegd tussen de competenties voor een bepaalde functie, de te volgen opleidingsmodules en waarop getraind moet worden. De functiebeschrijvingen en de compentiematrix (lees: competentiegids) worden voor alle functies opgemaakt. Een functie is echter niet altijd gelijk aan een graad: Een brandweerman ( = functie) kan daarnaast ook chauffeur- pompbediener zijn ( zijn 2 extra functies), maar kan ook ladderbediener zijn ( is nog een extra functie). Op basis van die competentiegidsen zullen de nieuwe opleidingscursussen uitgewerkt worden. De opleiding “brandweerman” is als eerste aan de beurt. Een voorbeeld van de aanpassingen is de toevoeging van de module ‘Brandweerman in nood’ (=BIN). Er is voorzien dat de afgewerkte functiebeschrijvingen en competentiegids in september gepubliceerd zullen worden op de website www.civieleveiligheid.be. Zo kunnen alle hulpverleningszones van dit materiaal gebruik maken voor de uitwerking van hun HR-beleid en hebben de brandweerexperten van het KCCE een stevige basis om mee aan de slag te gaan voor de nieuwe brandweeropleidingen. De nodige handleidingen worden in het najaar eveneens opgemaakt en ter beschikking gesteld. De competentiegids verschijnt op de website www.civieleveiligheid.be en op www.brandweervlaanderen.be. Olt Peter Van Gierdegom (Zone Midwest/ETE-werkgroep): “Voor de opmaak van dit systeem van competentiemanagement wordt nauw samengewerkt met de VIVES-Hogeschool. Dit betekent concreet dat we vanaf september handleidingen willen maken voor alle functies op basis van de gestelde competenties. Elke functie zal kunnen nagaan welke competenties er ‘in een ideale wereld’ nodig zijn en aan de andere kant zal kunnen nagegaan worden welke competenties er voldoende aanwezig zijn in een zone of in welke richting er bijkomende opleidingen nodig zijn. Deze handleidingen zullen gebruikt kunnen worden om naar een andere functie of naar een hogere functie te evolueren. Hierbij wordt aandacht geschonken aan zowel de theorie als de praktijk.”

“Er is al jaren een sterke band tussen de brandweer van Zelzate en het Psychiatrisch Centrum Sint-Jan-Baptist. Op regelmatige tijdstippen vind er een oefening plaats, soms groot, soms klein. Dit is ook nodig want in 2005 heeft er een zware brand gewoed, gelukkig zonder zwaargewonden. Het is binnen onze zone dan ook de grootste instelling met 500 patiënten en 500 medewerkers. En SJB bestaat dit jaar 150 jaar. Als hulpverleners willen we natuurlijk ook helpen om de geestenzorg in een positiever beeld te stellen. Daar onze opendeurdag eveneens op de tweede zondag van september valt hebben wij de hoofden samen gestoken en kunnen we wel spreken van een unieke samenwerking. ,,Opendeurdag - open monumentendag - open geestdag - 150 jarig bestaan: allemaal op één dag en één locatie. De samenwerking verloopt optimaal. Er werd door SJB gevraagd om deel te nemen aan de activiteit “bij ons begint iedereen met een wit blad”. Verschillende kunstenaars, verenigingen, ... zullen dit ook doen. Het was de bedoeling om tijdens de opendeurdag/openmonumentendag het langste spandoek te maken. Natuurlijk lieten wij ook onze inspiratie de vrije loop en leverden we een spandoek die we beschilderen/bekladden/ met graffiti bespoten....” Op de foto ziet u de ‘kunsten’ van de trotse brandweer Zelzate, met Lt Jurgen Audenaert, Sgt Christoph De Raet en misschien toekomstige brandweervrouw, dochter Britt De Raet Foto: Brandweer Zelzate

Aanstelling zonecommandanten Frank Maertens 1Ste zonechef bij Brandweer zone Fluvia

De eerste zonecommandant is gekend: Cdt Frank Maertens, beroepsofficier in Antwerpen en Kpt-dienstchef in Kuurne, zal de eerste zonecommandant van Zone Fluvia worden.

37


de

BRANDWEERMAN

Nr. 54 5 / s e p t e mb e r - otkobe r

NIEUWE BRANDWEERVOERTUIGEN IN VLAANDEREN MULTIFUNCTIONELE INTERVENTIEWAGEN INFRABEL ZAVENTEM EN BRUSSEL Chassis : Man TGS 33.540 6x4BB Cabine: Dubbele cabine met 1 bestuurder en 7 zitplaatsen. De cabine is gebouwd door Rosenbauer en heeft zogenaamde ‘autobus’-deuren. Kastopbouw: 8 rolluiken en achteraan een klapdeur, zodat de pompbediener beschermd is tegen de weersinvloeden. Afmetingen: 12.000 x 2.550 x 3.800 mm (L x B x H) ) - Gewicht: 33 ton Pomp: Rosenbauer N55 Debiet: 4.000 l/min bij 10 Bar – pompdrukregeling DRE Bumpermonitor: RM25C – bedienbaar met joystick vanuit de bestuurderscabine en met een oscillerende werking. Watertank: 2.500 l - Schuimtank: klasse A-schuim: 125 l – klasse B-schuim: 375 l Schuimmenger: Aquamatic, individueel voor elke persuitgang regelbaar. - Debiet: 2x 96 l - Schuimpercentage: 1%, 3%, 6% Bijzondere uitrustingen: Spooruitrusting: Zweiweg Loctrac ZW 332. - 3 assen (6x4) - Spoorbreedte: 1.435 mm Generator: 40 kVA met hydrostatische aandrijving - Winch: Treibmatic 50 kN trekkracht. Luchtvoorraad: 90.000 liter. - Lichtmast: Flexlight LED met 8x 45 W Verlichting: Dubbele verlichtingsvoorzieningen, zoals wettelijk bepaald voor het verkeer op de weg en het spoorverkeer. Bijzonderheden: Infraroodcamera’s aan voor- en achterzijde van het voertuig. Camera’s aan voor- en achterzijde en zijkanten om het voertuig op de sporen te plaatsen – beeldscherm 19° kantelbaar. GPS. Rond de voertuigcabine is een ringleiding voorzien om een watergordijn ter bescherming aan te brengen.

Met dank aan: Firma Fire Technics NV (Oostende), in het bijzonder de Heer Koen Deschacht. De firma Infrabel. Fotografie: Jean-Paul Heyens

38


de

BRANDWEERMAN

N r. 545 / septembe r - otkob er

MATERIEELWAGEN ZONE VLAAMS-BRABANT OOST - POST TIENEN Chassis : Merk en type: Iveco EuroCargo, type 140 E 28 EEV Opbouw : Constructeur: Brandweervoertuigen Dias & Zn N.V. (Stekene) Cabine: Vooraan: Enkele originele cabine met 3 zitplaatsen. Kastopbouw: Kast met rolluiken. Aan beide zijden 4 rolluiken en achteraan 1 rolluik. Elektriciteit: Dak: 1 lichtbalk LED - Grill: 2 dubbele LED flitsers - Zijkanten: Boven elk rolluik een LED omgevingsverlichting. Achteraan: LED werklampen en een trafic advisor - Verlichting: Lichtmast Fireco, type COD.CL.3335.NI NT, voorzien van 3 lampen. Bijzondere uitrustingen: De belading van de wagen is zeer ruim. De kasten zijn voorzien van draaitafels en –deuren, zodat de beschikbare ruimte maximaal kan ingevuld worden. De belading bestaat uit o.a.: - 2 elektrische dompelpompen - Draagbare lampen met statieven - Stroomgroep Knurtz met Briggs & Stratton motor - Signalisatiematerieel Met dank aan: De firma Brandweervoertuigen Dias & Zn - Diverse reddingsmaterialen van Holmatro N.V. (Stekene) en fotografie Lt. Jean-Paul Heyens.

De rubriek “Nieuwe brandweervoertuigen in Vlaanderen” wordt samengesteld door Lt Jean-Paul Heyens (BW Sint-Gillis-Waas) Bijkomende technische informatie over de voertuigen kan rechtstreeks bij Lt Heyens bekomen worden op: jeanpaul.heyens@brandweervlaanderen.be

39


Voertuigen en materieel nog steeds verkrijgbaar via de markt F.O.D. BiZa Meer info en technische fiches: www.vanassche-fire.be VOERTUIG VOOR HEIDE- EN BOSBRANDBESTRIJDING

Markt F.O.D. BiZa II/MAT/A21-214-07 geldig tot 06/01/2016

DRAAGBARE DOMPELPOMP DPI 400

Markt F.O.D. BiZa II/MAT/A27-294-12 geldig tot 31/12/2017

MATERIEELCONTAINER

MULTIFUNCTIONELE AUTOPOMP 4 X 2 EN 4 X 4

Markt F.O.D. BiZa II/MAT/A26-284-11 – P. 1 (4 X 2) Markt F.O.D. BiZa II/MAT/A26-284-11 – P. 2 (4 X 4) geldig tot 02/04/2018

MOTORPOMP MP 6-500

Markt F.O.D. BiZa II/MAT/A27-292-12 geldig tot 31/01/2018

STROOMGROEP 5KVA & 8KVA

STRAALPIJPEN G-FORCE EN QF 150

Markt F.O.D. BiZa II/MAT/A39-322-13 geldig tot 18/04/2018

MOTORPOMP MP 10-1500

Markt F.O.D. BiZa II/MAT/A27-293-12 geldig tot 23/01/2018

ABSORBEREND PRODUCT

Markt F.O.D. BiZa II/MAT/A11-286-11 geldig tot 20/02/2017

ZANDZAKKEN IN JUTE OF SYNTHETISCH WEEFSEL

Markt F.O.D. BiZa II/MAT/A11-277-11 – Perceel 1 Markt F.O.D. BiZa II/MAT/A11-277-11 – Perceel 2 geldig tot 26/08/2016

GASPAK MET EXTERN ADEMHALINGS-TOESTEL

Markt F.O.D. BiZa II/MAT/A27-296-12 – Perceel 1 met dubbele klapdeur Markt F.O.D. BiZa II/MAT/A27-296-12 – Perceel 2 met kanteldeur geldig tot 02/04/2017

Markt F.O.D. BiZa II/MAT/A11-264-10 geldig tot 19/07/2016

Markt F.O.D. BiZa II/MAT/A29-311-12 geldig tot 21/08/2017

HYDRAULISCH REDDINGSMATERIEEL

Markt F.O.D. BiZa II/MAT/A29-291-12 – Posten 1-2-3 geldig tot 13/08/2018

VANASSCHE FFE NV | Brugsesteenweg 2 | B-8531 HARELBEKE | Tel. +32 (0) 56 710 130 | Fax +32 (0) 56 702 171 | www.vanassche-fire.be



K50 Promo_Ad 180x257_NL.indd 1

21/08/14 14:20


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.