De brandweerman 546 - 2014

Page 1

de

BRANDWEERMAN

t i j d s c h r i f t v a n b r a n d w e e r v e r e n i g i n g v l a a n d e r e n v. z . w.

V.U. Lt.-kol. Christian Addiers, Noorderlaan 69, 2030 Antwerpen | Afzender BVV | Heide 230 3920 Lommel | Tijdschrift Toelating gesloten verpakking verschijnt 5 x per jaar

N r. 5 4 6 - 9 0 e j a a r g a n g - I S S N 1 3 7 4 - 5 8 6 7 - n o v e m b e r - d e c e m b e r 2 0 1 4

Brandweercongres te Hasselt P. 18

Mestgassen P. 27

Hanteren van de slang P. 02

PB- PP B- 00000 BELGIE(N) - BELGIQUE

8500 Kortrijk Masspost Erkenningsnr. P 106052


© C. Zaglia

Gallet F1 XF Brandweerhelm

Uw inzet redt levens. MSA beschermt uw leven.

Omdat uw veiligheid onze prioriteit is, introduceert MSA de nieuwe Gallet F1 XF Brandweerhelm: innovatieve geïntegreerde verlichting voor optimaal zicht, instelbare hoogwaardige veiligheidsbril met universele pasvorm, nieuw ontworpen binnenwerk voor optimaal comfort… Betrouwbaar. Duurzaam. Gallet F1 XF.

MSA BELGIUM NV Telefoon: +32 (0)3 491 91 50 e-mail: info.be@MSAsafety.com

www.MSAsafety.com

Omdat elk leven een doel heeft...


Inhoud 02 Nieuwe voorzitter FEU.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 06 De CFBT-BE © binnen brandweer Gent. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 09 ETS-oefening in Luik. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Onze kennis over pijpleidingen delen met Australië. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Brandweercongres Hasselt. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Opleiding tunnelbrandbestrijding in Balsthal (Zwitserland). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Mestgassen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Rouwbericht Marcel Kestens. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Brandweer Brussel wint Belgian Fire Games. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 ICS, een gestructureerde aanpak van grootschalige incidenten (deel 2).. . . 33 Brandweervrouwendag is een succes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Nieuwe brandweervoertuigen.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Reeks binnenbrandbestrijding: hanteren van de slang. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Column De start van de hulpverleningszones vraagt enorm veel van de brandweergemeenschap. Langzaam maar zeker, boeken we terreinwinst. Fysiek en geestelijk wordt zeer veel verwacht van iedereen in de organisatie, niet alleen de operationele medewerkers maar in het bijzonder ook de administratieve medewerkers in de ondersteunende diensten die bestuurlijk alles in goede banen trachten te leiden. Medewerkers waarvoor, pijnlijk genoeg, geen nieuw statuut werd gedefinieerd. Midden in deze drukte, wil BVV binnenkort haar statuten aanpassen op een bijzondere algemene vergadering op 13 december 2014 in Kasterlee. Daar hopen we dat de geesten klaar zijn voor de volgende stap: een nieuwe vertegenwoordiging in de schoot van BVV die via de zone zal verlopen. We willen in elke zone aanspreekpunten, die evenwichtig gekozen worden uit het basis-, het middenkader en hoger kader, beroeps en vrijwillig, man of vrouw, jong of oud. Samen met de zonecommandant zouden zij onze antennes in het veld zijn. Maar dit alles zonk weg in het niets wanneer adjudant Kevin Chalmet uit Brugge contact opnam met ons. Hij had een boodschap die hij wilde doorgeven aan zijn collega’s. Of we niet even een brief voor hem wilden verdelen naar de kazernes … En dan kwam de brief … Zijn boodschap over de brandweertoekomst … Zijn afscheid van het leven … De positieve openhartigheid, de analytische nuchterheid en de doortastende kracht waarmee hij naar de brandweerhervorming kijkt, tegen een paar heilige huisjes schopt, het taboe van euthanasie aanbrengt en zelfs na zijn dood zijn lichaam ter beschikking van de wetenschap stelt, is aangrijpend sterk. Zelfs in de dood, hulpverlener blijven. Een brandweerman die de toekomst ontwijkt, ontwijkt de werkelijkheid en is geen brandweerman. Niet alleen bij interventies maar ook in het persoonlijke leven. Een voorbeeldig collega, een mooie mens is naar betere oorden. Zijn boodschap blijft echter: Doe iets met je toekomst … en als het zover komt, als het leven de toekomst inhaalt, besef dan dat harde principes niets meer voorstellen maar dat alleen de zachte gevoelens van je familie, de mensen rond je en je collega’s jouw eeuwige toekomst betekenen. Kevin, we hebben je boodschap begrepen. We wensen veel sterkte toe aan je familie, vrienden en collega’s.

Alle correspondentie + adreswijzigingen BVV Centraal secretariaat Heide 230 3920 Lommel E-mail: secretariaat@brandweervlaanderen.be

Website BVV http://www.brandweervlaanderen.be

DE BRANDWEERMAN 90e jaargang • ISSN 1374-5867 Redactie Cathy De Schryver E-mail: redactie@brandweervlaanderen.be

Verantwoordelijke uitgever VZ BVV Lt.-kol. Christian Addiers Noorderlaan 69 2030 Antwerpen

Facturatie Cdt. Jan JORISSEN Norbert Neeckxlaan 21 3920 LOMMEL E-mail: schatbewaarder@brandweervlaanderen.be

Technische realisatie Jan MOREELS Zeger van Heulestraat 10 8501 HEULE Tel. 056 35 04 10 | Fax 056 37 01 43 E-mail: drukkerijmoreels@telenet.be

Contactpersoon advertenties: BVV Centraal secretariaat E-mail: martijn.wouters@brandweervlaanderen.be Tel: 0473 819158

Abonnementen Jaarabonnement: € 30,00 + verzendingskosten

Oplage: 13.800 ex. Teksten voor volgende nummers moeten ons bereiken: Nr. 547 voor 06/01/2014 Nr. 548 voor 06/03/2015 Nr. 549 voor 07/05/2015

Foto cover: Pieter Maes (BW Brussel)

Lt.-Kol. Christian Addiers - Voorzitter BVV 1


de

BRANDWEERMAN

Nr. 54 6 / n o v e mb e r - de c e mbe r

REEKS BINNENBRANDBESTRIJDING:

Hanteren van een slang In de reguliere brandweeropleiding wordt relatief weinig aandacht besteed aan het hanteren van een slang. Dit is voor een deel historisch gegroeid. Op het moment dat de vorige cursus brandweerman werd samengesteld, in het begin van de jaren ’90, werd de binnenaanval quasi exclusief uitgevoerd met de hoge druk (HD). Lage druk opstellingen werden meestal gebruikt voor defensieve buitenopstellingen. Deze laatste zijn veelal erg statisch. Eens de slangen er liggen, hoeven ze niet verplaatst te worden. Bij een binnenaanval werd, vertrekkende vanuit een veiligheidsstandpunt, erg veel aandacht besteed aan het feit dat de persluchtdragers dicht tegen elkaar moeten blijven. De hulplansdrager hield zelf liefst zijn hand op de fles van de lansdrager. De overgang naar het gebruik van lage druk voor de binnenaanval heeft getoond dat deze werkwijze serieuze beperkingen heeft. 1 HANTEREN VAN EEN HOGE DRUK In veel korpsen is de hoge druk leiding nog steeds het voornaamste middel om een binnenaanval in te zetten. Het is dan ook zo dat de HD een geschikt middel is voor heel wat branden. Het grootste voordeel van de hogedruk is de souplesse waarmee die kan worden ingezet. De hulplansdrager kan gemakkelijk een aantal meter slang met zich mee dragen. Hiertoe maakt hij gewoon enkele lussen die hij met zich mee trekt. Op die manier kan de lansdrager altijd een aantal meter vorderen. De hulplansdrager kan positie kiezen achter de lansdrager met de HD-slang aan hun rechter- of linkerkant. Het is echter ook mogelijk dat hij positie kiest aan de andere kant van de slang. De slang zit dan tussen de twee brandweerlui in. Op die manier kan hij zowel gemakkelijk naar voor als naar achter kijken. Dit is veel moeilijker indien hij achter de lansdrager zit.

2

hard genoeg trekken om de haspel verder af te trekken. Het spreekt voor zich dat dit niet lukt. Om dat te vermijden, wordt een hoge druk in Brussel afgelegd met vier mensen. Als de lansdrager op het aanvalspunt gekomen is, zal er daar een meter of vijf extra slang in lussen gelegd worden. Hetzelfde gebeurt aan de ingang van het gebouw. Als laatste worden ook enkele lussen klaargelegd aan de autopomp zelf. Op die manier ligt er over het traject dat de hoge druk volgt ongeveer 15 meter slang klaar. Dat laat de aanvalsploeg toe om op een vlotte manier toch te vorderen.

1.2 Optrekken van een HD Een tweede methode om een hoge druk af te leggen die in Brussel frequent gebruikt wordt, is het optrekken van een hoge druk slang via de buitengevel van het gebouw. Dergelijke methode is handig voor interventies tot op de vijfde verdieping. In Brussel is het zo dat de aanvalsploeg twee touwen van 30 1.1 Reserve slang voorzien Toen ik in 2004 in Brussel de basisopleiding voor de rekruten meter mee heeft. Deze touwen kunnen ook gebruikt worden volgde, werd erg veel aandacht besteed aan het werken met voor zelfredding. Meestal worden de touwen echter ingezet de hoge druk haspel. Dit was en is immers ons voornaamste om een hoge druk op te trekken. De aanvalsploeg gooit dan aanvalswapen. een touw naar beneden uit het raam. Brussel is ongetwijfeld het Op dezelfde manier is het mogelijk om korps in België die het meest Brussel is ongetwijfeld het korps in in een open traphal een hoge druk op België die het meest ervaring heeft ervaring heeft met de hoge druk. te trekken. met de hoge druk. Eén van de zaken waar erg veel aandacht aan werd besteed, is het voorzien van Het is belangrijk om te beseffen dat dit niet kan vanuit de een reserve aan slang. Het is immers onwerkbaar als de slang ruimte waar de brand woedt. Eigenlijk mag de ruimte waarwordt afgerold tot aan het aanvalspunt zonder dat er extra van het raam geopend wordt (nog) niet in contact staan met slang wordt bijgetrokken op strategische plaatsen. de ruimte waar het brandt. Anders zal het immers zo zijn dat extra lucht ter beschikking komt van de brand. In het verleden Een mooi voorbeeld hiervan is een brand op de derde verdieping. is het voorgevallen dat brandweerlui de snelheid waarmee een Als een hoge druk slang wordt afgerold tot in de inkomdeur, brand groeit, onderschatten. Zij werden vervolgens geconfrondan kan de aanvalsploeg beginnen met zijn vordering. Zodra ze teerd met een rollover op het moment dat ze de straalpijp ter beschikking hadden. echter een aantal meter gevorderd zijn, zullen ze vast komen te zitten. Op dat moment trekken ze immers aan de slang terwijl die slang overal wrijvingspunten heeft (de deurstijl, de trap, Het naar beneden komen van een koord is voor de mensen de stijl van de inkomdeur, een hoek van 90°, …). Eigenlijk moet beneden een teken dat de ploeg boven een hoge druk wil opde aanvalsploeg al die wrijving overwinnen en vervolgens nog trekken. Vervolgens wordt de straalpijp met een mastworp en


BRANDWEERMAN

de N r. 546 / no vember - d ecem b er

Figuur 1

Figuur 2

een halve steek bevestigd aan het touw (zie Figuur 3) waarna de hoge druk wordt opgetrokken (zie Figuur 2). Het is belangrijk dat de chauffeur-pompbedienaar de watertoevoer tot de hoge druk leiding pas opent nadat de bevelvoerder hierom vraagt. Op die manier weegt de hoge druk minder en verloopt het optrekken vlotter. Als de hoge druk boven is aangekomen, wordt het touw losgemaakt van de straalpijp. Vervolgens wordt er nog een tiental meter reserve getrokken. Dit kan meer zijn indien vanaf het raam nog een zekere afstand dient te worden afgelegd. Het is de onderofficier boven die hierover dient te beslissen. Eens dit gebeurd is, wordt de hoge druk vastgemaakt. Elke Brusselse brandweerman beschikt hiertoe over een werkkoord aan zijn gordel. Deze werkwijze laat toe om erg snel een hoge druk lijn af te leggen tot op de vijfde verdieping en daar voldoende reserve te voorzien. 2 HANTEREN VAN EEN LAGE DRUK Door het introduceren van de bundels en cassettes bij de Belgische brandweer wordt gelukkig meer en meer overgeschakeld naar een lage druk Ø 45 mm (LD 45). Deze manier van werken laat toe om met een hoger debiet de binnenaanval aan te vangen. De ondergeventileerde brand waarmee de brandweer meer en meer geconfronteerd wordt, kan immers snel toenemen in vermogen. Het is dan veiliger om een groter debiet bij te hebben. Indien men echter werkt met een LD 45 slang zoals gewerkt wordt met een hoge druk leiding zullen niet de optimale resultaten behaald worden. Een lage druk slang is veel minder soepel dan een hoge druk. Dit laat niet toe om snel enkele lussen te maken. De oude werkwijze waarbij de twee ploegleden dicht bij elkaar zitten werkt dan contraproductief.

Figuur 3

2.1 Vorderen met een LD 45 Normaal gezien dient de aanvalsploeg te vorderen tot het aanvalspunt met een bundel klaar voor gebruik. Op het aanvalspunt kan vervolgens een enkele of een dubbele bundel ontplooid worden. Dit leidt respectievelijk tot 20 of 40 meter reserve. Dit is ter vervanging van de verschillende “reserves” die voorzien worden bij het afleggen van een hoge druk. Op het moment dat de vordering begint, dient er echter anders gewerkt te worden dan vroeger. In het Engels wordt de lansdrager “the nozzle man” genoemd. De hulplansdrager wordt echter “the hose man” genoemd, de slangdrager. Deze vlag dekt beter de lading dan de benaming “hulplansdrager”. De slangdrager dient ervoor te zorgen dat de lansdrager voldoende bewegingsvrijheid heeft. Dit kan onmogelijk als hij zich direct achter de lansdrager bevindt. De slangdrager laat best twee à drie meter tussen hem en de lansdrager. Af en toe zal hij zelf terug moeten keren naar een wrijvingspunt om daar slang bij te trekken. (zie Figuur 4)

3


de

BRANDWEERMAN

Nr. 54 6 / n o v e mb e r - de c e mbe r

Figuur 4

De lansdrager zal recht naar voor kijken. Hij dient immers de situatie voor zich te analyseren. Hij kan zijn straalpijp inzetten om de omgeving te beveiligen (short pulse en vooral long pulse). Hij kan zijn water ook gebruiken om te blussen (pencilling/painting/massieve aanval). De slangdrager plaatst zich echter best dwars op de slang. Dit laat hem toe om de situatie achter hem te observeren. Hij dient te letten op het gedrag van de rook achter hen. Dit gaat onder meer over kasten, e.d. die kunnen beginnen branden achter de aanvalsploeg. Dit kan een belangrijk risico zijn voor de tussenkomende brandweerlui. Het is de rol van de slangdrager om dit te bewaken. Naast deze functie kan hij ook in de gaten houden dat de slang nergens vast komt te zitten. Indien dit het geval is, zal hij dit laten weten aan de lansdrager. Deze kan vervolgens de rookgassen koelen terwijl de slangdrager naar het wrijvingspunt gaat en daar slang bijtrekt. Ten slotte is het ook zo dat de slangdrager vanuit een dwarse positie nog steeds goed kan communiceren met de lansdrager. Ook dit is een belangrijk punt als de slangdrager positie kiest. De slangdrager kan bij het vorderen ook een lus maken. Deze lus zal cirkelvormig zijn. Dergelijke lussen kunnen op de vloer gelegd worden maar het is echter ook mogelijk om de lussen rechtop te zetten tegen de muur. Dit is bijzonder handig in ruimtes waar weinig manoeuvreerruimte is. Als laatste is het ook mogelijk om deze lussen te verrollen. Op deze manier is het mogelijk om een aantal meter reserve slang te verplaatsen. In elk geval betekent dit dat de slangdrager een veel actievere rol dient te vervullen dan vroeger. Hij dient continu te observeren met bijzondere aandacht voor hetgeen zich achter de aanvalsploeg afspeelt. Daarnaast dient hij ook belangrijk werk te verrichten wat betreft het verplaatsen van de slang. Hoe dieper de aanvalsploeg binnendringt in de brandende ruimte, hoe zwaarder dit werk zal worden. Opnieuw is het nodig om hier aan te stippen dat het toevoegen van een “door man” aan de aanvalsploeg een grote meerwaarde kan zijn. Naast het controleren van de deur, zal deze ook een deel van het werk voor het verplaatsen van slangen op zich nemen.

4

2.2 Terugtrekken met een LD 45 In de brandweeropleiding is er tot nu toe nog geen aandacht geweest voor het terugtrekken met een aanvalslijn. Nochtans is dit een vaardigheid die het leven van onze brandweerlui kan redden. In de toekomst neemt het risico op problemen

Figuur 5

tijdens de vordering toe. Bij ondergeventileerde branden zal het brandvermogen beginnen te stijgen zodra de brandweer de deur opent om te gaan blussen. De kans dat de aanvalsploeg moet terugtrekken in een omgeving met een lage zichtbaarheid terwijl de temperatuur snel stijgt en de vlammen langs het plafond beginnen te lopen, neemt toe. Op dat moment is het belangrijk dat de lansdrager overschakelt naar long pulses. Het is dan niet meer belangrijk om te vermijden dat de verschillende rooklagen gemengd worden. Het is eveneens niet meer belangrijk om een evenwicht te bewaren tussen stoomproductie en contractie van de rookgassen. Er is een levensgevaarlijke situatie aan het ontstaan voor de aanvalsploeg. Daar dient de lansdrager iets aan te doen. Indien long pulses niet het gewenste resultaat geven, kan hij continu met een vol debiet (400-500 liter per minuut) sproeien in de bovenste kant van de rooklaag. Tegelijker tijd dient de aanvalsploeg ervoor te zorgen dat zij zich (snel) terugtrekt uit het compartiment waar de zaak uit de hand aan het lopen is. Indien long pulses volstaan, kan er gewerkt worden met een methode waarbij afwisselend een aantal long pulses gegeven worden en afwisselend terug getrokken wordt door de lansdrager. De slangdrager kan intussen continue de slang achteruit brengen. Het wordt lastiger als de situatie van die aard is dat er continu water verspoten dient te worden. Het is immers niet evident om terug te trekken met een straalpijp die 400 liter per minuut aan het debiteren is. Dit debiet brengt namelijk behoorlijke reactiekrachten met zich mee. De mogelijkheden om hier mee om te gaan, zijn erg verschillend van persoon tot persoon. Een atletisch gebouwde lansdrager van 1m90 zal gemakkelijker deze straalpijp hanteren dan een fijn gebouwde lansdrager van 1m65. Daarom is het belangrijk dat ook op het terugtrekken geoefend wordt zodat iedereen weet wat werkt voor hem en wat niet. 2.2.1 Slangdrager maakt een lus Voor de meeste brandweerlui zal het makkelijkst zijn dat de slangdrager een lus maakt op drie tot vier meter van de lansdrager. Hij kan dit doen door de slang achter zijn rug te laten passeren (zie Figuur 6). Voor hem begeleidt hij met één hand de slang die tot bij de lansdrager gaat. Deze slang mag immers


BRANDWEERMAN

de N r. 546 / no vember - d ecem b er

Figuur 6

nooit onder spanning komen te staan. Als hij dat toch doet zal hij de slang uit de handen van de lansdrager trekken. Het spreekt voor zich dat een slang die 400 liter per minuut debiteert, zal beginnen rondspringen zodra ze niet meer vast gehouden wordt. Indien de slang niet uit de handen wordt getrokken, zal ze op zijn minst in een lagere positie komen te staan zodat het water niet meer terecht komt in de hete gaslaag bovenaan. Een bijkomend voordeel van een slang die min of meer recht loopt tussen de lansdrager en de slangdrager is dat er betrekkelijk weinig zijdelingse reactiekrachten optreden. Voor de meeste mensen zal het immers erg moeilijk zijn om terug te trekken met een debiterende straalpijp terwijl er zijdelingse reactiekrachten opgevangen moeten worden. In een gehurkte positie zal dit verre van evident zijn. De slangdrager kan verder terugtrekken. Aan zijn andere kant zal een lus worden gevormd die langer wordt naarmate hij verder terugtrekt (zie Figuur 6). Deze lus mag echter niet te lang worden. Op een bepaald moment zal de lus zo lang worden dat de lansdrager er over kan struikelen. Aangezien deze aan het terug trekken is in een erg moeilijke situatie, is het erg waarschijnlijk dat hij erover zal struikelen. Om dit te vermijden dient de slangdrager dit in de gaten te houden. Als de slangdrager op drie meter afstand van de lansdrager zit dan zal de lus zes meter slanglengte bedragen vooraleer deze de lansdrager hindert. Vanaf dat moment zal de slangdrager ook de lus moeten meesleuren. 2.2.2 Lansdrager maakt een lus. Er bestaat een tweede mogelijkheid. In dit geval maakt de lans-

Figuur 7

drager een lus. Dit is echter een heel uitdagende oplossing. De lansdrager dient dan zowel de debiterende straalpijp te hanteren als de lus van de slang mee te trekken. Het voordeel hiervan is dat er geen beperking is op de lengte van deze lus. De slangdrager kan vervolgens snel terug kruipen naar de deuropening om daar de slang terug te trekken. Ook hier dient hij erop te letten dat hij de slang niet uit de handen van de lansdrager trekt. Het is zelfs beter dat er altijd een korte lus aan de zijkant van de lansdrager blijft bestaan (zie Figuur 7). Het moeilijkste onderdeel van het terugtrekken voor de lansdrager is immers het vormen van de lus achter zijn rug. Als de slangdrager de slang achteruit trekt totdat de slang helemaal recht ligt, dient de lansdrager dit moeilijke stuk (het vormen van de lus achter zijn rug) telkens opnieuw te doen. De slangdrager kan de teruggetrokken slang verzamelen in cirkelvormige lussen. Op het moment dat de lansdrager dicht bij de deuropening komt, kan de slangdrager deze lussen verplaatsen naar de volgende deur of de uitgang. Het spreekt voor zich dat de aanwezigheid van een “door man� in beide scenario’s een grote troef is om de aanvalsploeg snel en zonder kleerscheuren buiten te krijgen. 2.2.3 Rechtstaan Brandweerlui zullen de neiging hebben om recht te staan en een gebukte positie aan te nemen bij het terugtrekken. Op die manier is het immers gemakkelijker om slangen te versleuren. Vooral bij het oefenen zal daartegen gezondigd worden. Het is echter erg belangrijk dat men beseft dat geforceerd terugtrekken plaatsgrijpt in een situatie waarbij het vuur de brandweerlui als het ware naar buiten duwt. In dergelijke omstandigheden lopen de temperaturen hoog op. Het zal met andere woorden niet mogelijk zijn om gebukt recht te staan. De temperaturen die gepaard gaan met een dergelijke noodsituatie laten dit niet toe. 3 OEFENEN Opdat brandweerlui in staat zouden zijn om onder moeilijke omstandigheden snel en veilig terug te trekken, zullen ze moeten oefenen. Brandweerlui die voornamelijk werken met de hoge druk kunnen dergelijke oefening doen met een hoge druk. In

Figuur 8

5


de

BRANDWEERMAN

Nr. 54 6 / n o v e mb e r - de c e mbe r

brandweerkorpsen waar frequent met beide types blussystemen (hoge druk en lage druk) gewerkt wordt, zouden best oefenen met beide systemen. In korpsen waar voornamelijk met lage druk gewerkt wordt, zou er meer met dit laatste systeem geoefend dienen te worden. Oefenen op het terugtrekken met een debiterende straalpijp in moeilijke omstandigheden zal enkele secundaire effecten hebben. De twee (of meer) ploegleden zullen goed leren samenwerken. Dit is immers niet iets dat je alleen kan doen. Vaardigheden zoals de juiste positie kiezen ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de slang, communiceren en het hanteren van de slang zullen er sterk door verbeterd worden.

Dit alles zal ertoe leiden dat brandweerlui gemakkelijker een aanvalslijn zullen opbouwen en ermee terugtrekken indien nodig. Hun individuele en ploegvaardigheden zullen erop vooruit gaan. Het zal leiden tot meer efficiënte en veiligere brandbestrijding. 4 BRONNEN [1] Basisopleiding rekruten van Brandweer Brussel, 2004 [2] Instructeurscursus CFBT level 2 voor de T-cell, John McDonough & Karel Lambert, 2012-2014 [3] Opleiding 3D Firefighting, John McDonough, Ed Hartin & Karel Lambert, 2014 Auteur: Karel Lambert Foto’s: Pieter Maes

Eenmaal een basis gelegd is door te oefenen op een plein kan dezelfde oefening herhaald worden tussen twee muren (zie Figuur 8). Daarna kan de oefening herhaald worden in een gemeubelde omgeving. Eerst kan er geoefend worden zonder een persluchttoestel. Daarna kan dit ook met persluchttoestel gebeuren. Dit zorgt voor enkele variaties met betrekking tot zwaartepunt, contact met de slang, …

Nieuwe voorzitter FEU Met plezier vernamen we het nieuws dat onze BVV-voorzitter lt.-kol. Chris Addiers werd verkozen tot nieuwe voorzitter van de FEU.

De FEU is de Federation of the European Union Fire Officer Associations, waarvan 22 Europese landen lid zijn. Tijdens de laatste bijeenkomst van de FEU van 9 tot 11 oktober, werd onder de vertegenwoordigde landen een opvolger verkozen voor de Duitser Dieter Nuessler. Chris Addiers krijgt het mandaat van het voorzitterschap van de FEU voor de komende 3 jaar (tot oktober 2017). Wij wensen onze voorzitter alvast van harte proficiat en enorm veel succes in zijn missie voor een veiliger Europa. Na ijveren voor meer samenwerking tussen de zones, nu ook samenwerking over de grenzen heen. U vindt het perscommuniqué op de website www.brandweervlaanderen.be bij de nieuwsberichten. Voor meer informatie over FEU, bezoek de website www.feu.be. De volgende bijeenkomst van de FEU is gepland van 3 tot 6 juni 2015 in Hamburg. 6


BRANDWEERMAN

de N r. 546 / no vember - d ecem b er

Zekerheid vanaf het eerste moment Dräger UCF 9000 - Nieuwe markt warmtebeeldcamera II/MAT/A69-290-11 De UCF 9000 wordt geleverd volgens het nieuwe contract FOD met een voertuiglader en reservebatterij. Deze compacte en robuuste camera (1,4kg) is geschikt voor binnenbrandbestrijding (-40°C tot +1000°C) en heeft een Li-ion batterij met een autonomie van 4 uur. De camera registreert foto’s of video en audio die via de beschikbare software en aansluitkabel voor de PC gemakkelijk kunnen worden uitgelezen. Het toestel beschikt o.a. over een thermische scan functie, ideaal voor het snel lokaliseren van de warmtebron zoals bijvoorbeeld bij een schouwbrand.

Ontdek de vele voordelen van de GTL: een uniek gasdicht wegwerppak met de kwaliteit van een herbruikbaar pak.

GECERTIFICEERD VOOR REDDINGSPLOEGEN (ET)

ALLE VOORDELEN VAN WEGWERP... • • • • • • de

aarheid.

EN 14126:2003

EN 943-2:2001(ET) TYPE 1A

Voor elke interventie een nieuw pak Lichtgewicht Geen tussentijdse test nodig Snel aan- en uittrekken Economisch Minder hittestress

MET ALLE VOORDELEN VAN HERBRUIKBARE PAKKEN • • •

Hoge pemeatieweerstand Mechanische sterkte Vaste handschoenen en sokken

GASPAK GTL 001 Art: 1023722

Contacteer ons en ontdek zelf alle voordelen van het GTL-gaspak! RESPIREX brandweerman.indd 1

|

03 460 04 60

|

info@vdp.com

|

www.vdp.com 10/23/2014 3:29:59 PM

7


C

advertentie_brandweerman_4.pdf advertentie_brandweerman_4.pdf

1

12/04/13 1

14:14

12/04/13

14:14

VOOR VOORELK ELKPROBLEEM PROBLEEM DEDEBESTE BESTEOPLOSSING OPLOSSING

14 TON CAPACITEIT 14 TON CAPACITEIT

ARC CAPABILITY

ARC CAPABILITY

AFSTAND OP OP AFSTAND BEDIENBAAR BEDIENBAAR

KOPPELBARE HEFKUSSENS

KOPPELBARE HEFKUSSENS VOOR MEER KRACHT EN HOOGTE VOOR MEER KRACHT EN HOOGTE VOLLEDIGE INTEGRATIE VAN VERSCHILLENDE PRODUKTEN

VOLLEDIGE INTEGRATIE VAN VERSCHILLENDE PRODUKTEN

C

M

M

BRABO Brandbeveiliging NV

PA R T O F TM

PA R T O F TM

Y

H E AV Y R E S C U E S Y S T E M

H E AV Y R E S C U E S Y S T E M

Y CM

BRABO Brandbeveiliging NV Toekomstlaan 1A, B-2170 Merksem

Toekomstlaan 1A, B-2170 T +32 (0)3/645.48.05 F + 32 Merksem (0)3/645.39.62 T E+32 (0)3/645.48.05E www.brabo.be F + 32 (0)3/645.39.62 info@brabo.be E info@brabo.be E www.brabo.be

WWW.RESQTEC.COM

WWW.RESQTEC.COM

M

Y

Y

Y

MY

CY

CMY

K

K

sinds 1913

www.brabo.be sinds 1913

www.brabo.be

BRABO Brandbeveiliging NV Toekomstlaan 1A, B-2170 Merksem T +32 (0)3/645.48.05 F + 32 (0)3/645.39.62 EBRABO info@brabo.be - www.brabo.be Brandbeveiliging NV

Toekomstlaan 1A, B-2170 Merksem T +32 (0)3/645.48.05 F + 32 (0)3/645.39.62 E info@brabo.be - www.brabo.be


BRANDWEERMAN

de N r. 546 / no vember - d ecem b er

De CFBT-BE © binnen brandweer Gent… Brandweertechnieken evolueren de dag van vandaag zo snel dat men CFBT- trainingen (Compartment Fire Behaviour Training: training op gedrag van binnenbrand) niet meer kan wegdenken binnen de brandweerwereld. Ook brandweer Gent wilde niet achterblijven op vlak van deze technieken en stapte dan ook mee in het CFBT-verhaal. 1. HET BEGIN VAN BRANDWEER GENT IN HET CFBT-VERHAAL In 2010 werd de eerste instructeurscursus ‘attack-cell’ ingericht en werden de

De attackcel staat klaar

eerste 8 instructeurs opgeleid. In datzelfde jaar werden eveneens enkele (onder)officieren theoretisch bijgeschoold, dit om koude straalpijptechnieken te instrueren en te doceren. Brandweer Gent kocht een oefencontainer aan in eigen beheer, richtte deze in, en kon deze dankzij een goede verstandhouding met de Provinciale brandweerschool Oost-Vlaanderen (PBO) aldaar ook stallen. Verder gebeurt de bestelling en aankoop van brandhout via de PBO en kan brandweer Gent gebruik maken van de vergaderzalen en kleedkamers. Een jaar later werd een tweede instructeurscursus ‘attack-cell’ ingericht en breidde het instructeursteam uit tot een 18-tal personen. Met dit aantal kon brandweer Gent van start gaan om alle brandweermensen van korps Gent op te leiden, en dit met de focus op hoe het gedrag van brand binnen in een compartiment is en hoe we deze brand geblust krijgen. Er werd een gezamenlijk programma uitgewerkt waarbij het accent moest liggen op zoveel mogelijk leerervaringen opdoen via praktijkoefeningen en dus zo weinig mogelijk louter theorie in leslokalen. Het programma bestaat uit één praktijkdag, waarbij veel aandacht besteed wordt aan debriefings en waarbij

men steeds opnieuw moet evalueren of de doelstelling van elke oefening werd behaald. In het najaar van 2011 oefenden de instructeurs onderling om zich dit dagprogramma goed eigen te maken, om vervolgens effectief van start te gaan met het opleiden van het personeel in 2012. Heel concreet houdt dit in dat brandweer Gent elke dinsdag 6 personeelsleden binnen de diensturen in opleiding stuurt, dit begeleid door telkens 3 instructeurs. Daar brandweer Gent met een systeem van 4 ploegen werkt, wil dit zeggen dat elke ploeg om de 4 weken aan bod komt om mensen naar de CFBT-opleiding te sturen.

Klaarmaken om in de attackcel te gaan

Omwille van deze intensieve warme oefeningen binnenin de container, werd duidelijk dat ook deze container zijn grenzen had. Bijgevolg kocht brandweer Gent in 2013 een tweede container aan die ingericht werd met een draaibare wand met daarin een deur verwerkt. Zodoende zijn meer gevarieerde oefenscenario’s mogelijk. Na twee jaar had nagenoeg iedereen van brandweer Gent de opleiding gevolgd. Maar met het oog op het uitbreiden van de opleiding naar het niveau van brandweerzone Centrum, ontstond de nood om een derde instructeurscursus in te richten. Deze vindt momenteel plaats gedurende de maanden oktober-november 2014, waarna het instructeursaantal vermeerderd kan worden naar 26.

2. WE BLIJVEN UP TO DATE Intussen heeft een deel van de instructeurs eveneens de vervolgopleidingen gevolgd. In 2012 kwam immers de eerste ‘T-cell’ opleiding uit, gegeven door Karel Lambert (Kapitein brandweer Brussel) en John McDonough (Manager Fire Suppression Training, New South Wales Fire Brigades, Australia). Brandweer Gent nam aan betreffende opleiding deel gedurende 2013 en 2014, zodat men momenteel over 11 ‘T-cell’ instructeurs beschikt. Daarnaast investeerde brandweer Gent verder door dit jaar deel te nemen aan de meest recente opleiding ‘multi-cell’ of ook ‘3DFF’ genoemd, die werd gegeven door Karel Lambert, John McDonough, en Ed Hartin (Fire Chief Central Whidbey Island Fire & Rescue, US). Het theoretisch lessenpakket binnen deze laatste opleiding omvat de volgende aspecten: brandfysica, tactiek & strategie, Rapid Fire Progress, straalpijptechnieken, ventilatie, wind driven fires, ICS (Incident Command System), kwadrantenmodel (offensieve buitenaanval), deurprocedure en -controle. In zowel de koude als de warme praktijklessen worden onder andere de volgende vaardigheden geoefend: tactisch vorderen/terugtrekken met lage druk, straalpijptechnieken, natuurlijke en overdrukventilatie, gecombineerde warme oefeningen in ‘attack-cell’, ‘T-cell’ en ‘multi-cell’.

Cursisten gaan de brandhaard van dichtbij bekijken

9


de

BRANDWEERMAN

Nr. 54 6 / n o v e mb e r - de c e mbe r

klaarmaken voor pulsing-pencilling

3. WELKE INSTRUCTEURSVAARDIGHEDEN LEERDEN WE BIJ? “Everything should be made as simple as possible, but not simpler” (A. Einstein). Durf als instructeur de op het eerste gezicht complexere onderwerpen uit te leggen zonder teveel te simplificeren. Herleid brandweermensen niet tot robots, zoals bijvoorbeeld bij de dril van de deurprocedure, maar leg de redenen uit waarom men de verschillende stappen moet uitvoeren ( john McDonough). Ook zouden we, volgens John McDonough, alles meer moeten demonstreren in plaats van slechts te corrigeren (vb. bij straalpijptechnieken). Op die manier weet de cursist beter wat er van hem/haar verwacht wordt. Een volgende leerpunt is dat we in de praktijk vaak zien dat hevige branden verkeerdelijk worden ‘uitgepulst’ in plaats van geblust met water. Hiervan ligt de oorsprong bij opleiding. Om die reden moeten we meer aandacht schenken aan correcte blustechnieken aangepast aan de brandlast en het brandverloop. In de Verenigde Staten van Amerika wordt er veel geoefend op het vorderen en terugtrekken van slangen. Deze interessante technieken werden ons gedemonstreerd door Ed Hartin. Dergelijke vorderingsoefeningen zouden frequenter ingeoefend moeten worden.

10

Last but not at least, is de gezondheid en hygiëne tijdens de warme oefeningen. Er moet voldoende aandacht geschonken worden aan het instellen van veiligheidszones (cold, warm, hot), waarbij men aangepaste persoonlijke beschermingsmaatregelen respecteert per zone. Zo zal men bijvoorbeeld in de warme zone latex handschoenen en een fil-

opbouw van de rooklaag

termasker dragen, en moet men bij de overgang naar de koude zone handen en gezicht wassen vooraleer men water drinkt. Het is tevens aangeraden om binnen het uur na de oefening te douchen, dit om de huidopname van schadelijke stoffen tot een minimum te beperken. 4. AANDACHTSPUNTEN VOOR OP INTERVENTIES Ook voor de uitvoering van interventies waren er terug een groot aantal leerpunten. Aangezien communicatie een belangrijk aspect is moet ook duidelijk zijn aan welke kant de manschappen zich situeren. Benoem daarom de zijden van een gebouw (A, B, C, D). Hierbij is de A-zijde meestal de hoofdtoegang en duidt men verder aan in wijzerzin. Hoewel we allen weten dat een 360° verkenning belangrijk is, zouden we hiervoor nog uitgebreider de tijd voor moeten nemen. De laatste tijd past men vooral de binnenaanval toe in plaats van de buitenaanval. Desondanks zou men eerder ‘transitional attack’ moeten overwegenbij uitslaande vlammen, een gecombineerde aanval met een offensieve buitenaanval om daarna over te gaan naar een binnenaanval. Deze buitenaanval kan de brand niet verder duwen naar naastgelegen ruimtes, maar zal in de plaats daarvan de energie van de brand reduceren waardoor men meer tijd heeft voor de binnenaanval. (onderzoek UL FSRI) Omtrent de verplaatsing en het effect van stoomvorming zal volgend jaar meer geweten zijn. Het UL Fire Safety Research Institute (FSRI) heeft begin 2015 immers een grootschalig onderzoek gepland met

bestuderen van de pyrolyse gassen

betrekking tot de effecten van de stoomvorming op de brandsituatie en -inzet, dus we wachten vol spanning op de resultaten van dit onderzoek. Bij de binnenaanval is het belangrijk om de deur onder controle te houden door hem zoveel mogelijk dicht te houden want bijna elke vorm van ventilatie heeft een negatief effect op bijna elke brand. Vergelijk het maar met de kaars onder het glas. Beslissingen dienen genomen te worden naargelang de brandsituatie, structurele stabiliteit, kennis van personeel en middelen. john McDonough zegt daarover: Overweeg om je toegepaste strategie te wijzigen indien de toestand na vijf minuten niet verbetert. Als er geen zichtbare of gekende slachtoffers zijn, is de eerste ploeg altijd een aanvalsploeg om de brand te blussen. Hierbij zal een aanvalsploeg nooit een slachtoffer negeren en een reddingsploeg op zijn beurt nooit een brand negeren. Bij een zoekactie moet men zo dicht mogelijk bij de brandhaard starten en zo verder uitbreiden naar de andere ruimtes, waar normaal gezien betere condities te verwachten zijn. Tot slot komen gezondheid en hygiëne opnieuw naar voor. Nog steeds wordt er te weinig adembescherming gedragen

uitstroom van rookgassen


BRANDWEERMAN

de N r. 546 / no vember - d ecem b er

bij de nablussing en salvage.Brandweer Gent heeft daarom een CO en HCN meettoestel aangeschaft. Ook wordt bij brandweer Gent de vervuilde interventiekledij na een brand niet meer gedragen bij terugkeer van de interventie naar de kazerne. Deze worden opgehaald door een logistiek voertuig zodat de autopompen binnenin proper blijven en het personeel zonder brandgeur achterin kan plaatsnemen. Meer info over dit onderwerp vindt u op de website www.cfbt-be.com (Health & hygiene) Dankzij de integratie van de aandachtspunten gezondheid en hygiëne tijdens de opleidingen warme oefeningen komt er stilaan een mentaliteitswijziging op Nico De Vrieze

5. HET CFBT-VERHAAL IS NOG LANG NIET TEN EINDE Ondanks de nakende besparingen in kader van de hervorming van de brandweer, hoop ik dan toch dat we dit CFBT-verhaal verder kunnen uitbreiden naar zonaal niveau. En dat we met inzet van de 26 instructeurs nieuwe tendensen met een open blik kunnen opvolgen.

Auteur: Adj. Nico De Vrieze BW Gent foto’s: BW Gent Nico De Vrieze

derde dag #3DFF strategie en tactiek in Multicell en T-Cell; ventileren maakt brand gevaarlijker... 17 sept 2014

gang die zijn vruchten afwerpt in kader van interventies.

vierde dag #3DFF actieplan ifv kennis van personeel en middelen...

18 sept 2014

Nico De Vrieze vijfde en laatste dag @3DFF buitenaanval toch overwegen, zo snel mogelijk water op het vuur en alle omstandigheden verbeteren... 19 sept 2014

cReËeR In IeDeRe RuImte BRanD met De

DIGITAAL VUUR WAAR ECHT VUUR NIET MOGELIJK IS De Attack is een nieuw digitaal trainingssysteem ontwikkeld samen met en voor de brandweer. Deze nieuwe digitale vuurtechnologie maakt het mogelijk brandweerkorpsen te trainen op talloze locaties en in uiteenlopende trainingssituaties. Creëer vuur waar echt vuur geen optie is of waar het blussen van vuur geen primair trainingsdoel is. Train cursisten op veilige wijze hoe het is om een brandsituatie onder controle te krijgen middels brandblustechniek training op de Attack met hogedrukslang, handblussers of digitale laser blussers. T: 014 699 820 www.haagen.com 11


de

BRANDWEERMAN

Nr. 54 6 / n o v e mb e r - de c e mbe r

Zwaar busongeluk op de E40 - Een ETS-oefening in Luik Vrijdag 6 juni rond 9.00 komen er verschillende oproepen binnen op het hulpcentrum 112/100. Er is een zwaar busongeluk gebeurd op de E40 tussen Haasrode en Tienen. Meteen worden de eerste ploegen uitgestuurd: brandweer, ambulances, politie … Het is de start van een ETS-oefening georganiseerd door de brandweerschool van Luik. ETS staat voor Emergo Train System. Het is een virtueel simulatie systeem dat ontwikkeld werd in Zweden. Het was oorspronkelijk bedoeld voor het trainen in het omgaan met grootschalige incidenten waar een ziekenhuis mee te maken kan krijgen. Het gaat uit van realistische situaties (aantal artsen, verpleegkundigen, bedden …) en een database van slachtoffers. De slachtoffers zijn er alleen op papier. Het accent bij deze oefening ligt vooral op het toepassen van juiste procedures, samenwerken, communicatie en het omgaan met (tijds) druk en hectische situaties. ETS is eenvoudig, maar vergt veel voorbereiding. Slachtoffers en hulpverleners worden voorgesteld door magnetische pictogrammen. Op de buik van het slachtoffer staan de letsels gedrukt. Het draaiboek geeft aan hoe laat de slachtoffers binnen komen. Aan de hand van de informatie op buik van het pictogram, kunnen de hulpverleners beginnen met triage en behandeling. Voor elke handeling (aanleggen infuus, injectie, intuberen, CPR …), wordt een realistische tijd voorzien. Het gaat er dus om dat de deelnemers aan de oefening de juiste mensen en middelen inzetten die beschikbaar zijn om het incident zo vlot mogelijk af te handelen.

12

De brandweerschool van Luik zit samen met de politieschool en school voor ambulanciers op één campus. Na het systeem grondig te hebben bestudeerd, hebben zij ETS uitgebreid naar andere disciplines en aangepast aan het Belgische hulpverleningssysteem. Naast pictogrammen voor artsen, verpleegkundigen en ambulanciers, werden er ook pictogrammen gemaakt voor politiemannen, brandweermannen van verschillende graden, helpers van het Rode Kruis en voor alle mogelijk hulpverleningsvoertuigen. Daarna werden er scenario’s uitgewerkt.

De oefening speelde zich af in een drietal leslokalen. Alle deelnemers (MUG-artsen en verpleegkundigen, brandweer- en politieofficieren, een burgemeester, pers en informatieambtenaren – ook D5 deed mee) kregen een rol met bijbehorend hesje en een radio. Ze wisten verder niet welke noodsituatie hen te wachten stond. In het eerste lokaal was het hulpcentrum 112/100. Op een groot bord waren de pictogrammen van mannetjes en voertuigen aangebracht van de posten en ziekenhuizen in de buurt. Alle aanrijtijden worden in het draaiboek voorzien. Er kwamen verschillende oproepen binnen. De drie operatoren (van elke discipline één) konden meteen aan de slag: patrouilles van de federale wegpolitie werden gealarmeerd, biepers geactiveerd en de eerste ambulances en MUG’s uitgestuurd. Aan de hand van oproepen wisten ze meteen dat het om een serieus incident ging. Dat er uiteindelijk 20 slachtoffers in de bus gekneld zaten, werd pas tegen het einde van de oefening duidelijk. De plaats van het incident is een magneetbord in hetzelfde lokaal. Daarop hangt een afbeelding van een bus, voorlopig nog dicht (geen slachtoffers te zien). De eerste politiewagen komt aan

(twee blauwe mannetjespictogrammen verhuizen van bord dispatching naar bord interventieplaats). Meer informatie wordt teruggekoppeld naar het hulpcentrum en er wordt opgeschaald. Kort daarop komen de eerste autopomp (6 zwarte mannetjes) en ambulances (gele mannetjes) aan. Er wordt al vlug een vooruitgeschoven medische post ingericht. De eerste MUG begint met een triage en er wordt gestart met de ontzetting: de slachtoffers zitten bijna allemaal gekneld en kunnen maar één voor één uit de bus gehaald worden. Net zoals voor medische handelingen realistische tijden vastliggen, werden die ook voor brandweerhandelingen bepaald. De volledige ontzetting zal nog even duren. De brandweerofficier laat verder opschalen. Nog meer MUG’s worden uitgestuurd, de plaatselijke burgemeester wordt opgetrommeld, de autosnelweg wordt in beide richtingen afgesloten, er wordt plaats vrijgemaakt voor het landen van helikopters … op de interventieplaats is het bijzonder druk. De deelnemers zijn zo in de weer met communiceren dat ze de vervelende persmensen niet opmerken … De eerste tweets (met foute informatie) worden de ether ingestuurd. Het gewondennest loopt vol. Er komt nu ook hulp van het Rode Kruis. De bur-


BRANDWEERMAN

de N r. 546 / no vember - d ecem b er

gemeester is ter plaatse. In een ander leslokaal is de CP-OPS ingericht. De drie directeurs en hun adjuncten zijn aanwezig. Zij zijn kort op de interventieplaats geweest en nu naar een ‘rustiger’ oord verhuisd. Het duurt even voor iedereen hier gerodeerd geraakt. De begeleider van de oefening grijpt in: niet alleen communiceren met je eigen mensen op het terrein! Praat ook met de andere disciplines, probeer een globaal beeld te krijgen. Het helpt: de drie DIR’s gaan rond de tafel zitten. In nog een ander lokaal is het crisiscentrum ingericht. Hier neemt de burgemeester de leiding. Hij is omringd door enkele hogere officieren en ook de discipline 5 is present. Journalisten smeken voortdurend om informatie. De burgemeester beslist tussentijds een persconferentie geven. Na een goed uur is de oefening afgelopen. Tijd voor debriefing, begeleid door de oefenleiders. Klassiek pijnpunt: communicatie. “Ik wist dat niet, daarover werd ik te laat ingelicht, ik kon je niet bereiken”… Bovendien was niet iedereen vertrouwd met de toebedeelde toestellen. Veel lawaai en drukte ook in lokaal 1, waar zowel de dispatching, de interventieplaats en de VMP geïnstalleerd waren. Maar dat was opzettelijk zo gedaan, om de hectische sfeer van de werkelijkheid op te roepen. Bijkomende moeilijkheid

was dat het om een regio ging die geen enkele van de deelnemers goed kende. Ook een bewuste keuze: zo kon men zich concentreren op procedures zonder te vertrekken vanuit parate kennis over ziekenhuizen in de buurt, aanrijtijden, enz. Ook de informatie naar pers en bevolking liep vooral in het begin enigzins mis. Twitter was al volop ontplooid nog voordat de hulpverlening op kruissnelheid zat. In besloten kring merkte een brandweerofficier op dat er toch een discipline was die maar weinig discipline had. En nee, wij vertellen niet welke dat was. Een ETS-oefening is een krachtig instrument voor het trainen van crisissituaties. Het is leerzaam voor zowel deelnemers

en waarnemers. Met eenzelfde scenario kun je blijven oefenen. Met eenvoudige middelen en op een kleine ruimte, kunnen complexe situaties worden nagebootst. De Luikse brandweerschool wil hun model van ETS waarbij alle disciplines betrokken worden delen met anderen. Als verschillende scholen of zones dergelijke scenario’s ontwikkelen, hebben we al vlug een mooi pakket met heel verschillende incidenten. Auteur: Bart Vandenbussche (Bart.Vandenbussche@brandweervlaanderen.be) Foto’s: Provincie Luik

®

EYROFLAM NV - Industrieweg 45 8800 Roeselare - Tel: 051/62.36.17 Fax: 051/62.36.18 - eyroflam@hotmail.com

13


K40_K50 ads_NL_new.indd 1

22/10/14 13:25


BRANDWEERMAN

de N r. 546 / no vember - d ecem b er

Onze kennis over pijpleidingincidenten delen met Australië Commandant Jan Jorissen (Brandweer Lommel) trok dit voorjaar, op vraag van AFAC (Australian Fire and Emergency Service Authorities Council), naar Australië. Hij gaf er uiteenzettingen over de Belgische actiekaarten voor pijpleidingincidenten. Daarnaast maakte hij van de gelegenheid gebruik om in verschillende deelstaten kennis en ervaringen uit te wisselen met de plaatselijk brandweerdiensten.

Foto 2: goed bewaarde brandweerkazerne

Australië telt zeven staten, waarvan elk een eigen ‘State Fire Authority’ heeft. Zoals er tussen de Europese landen onderling heel wat verschillen zijn qua reglementering en blussystemen, is dat in Australië niet anders. Om een voorbeeld te geven: een koppeling die wordt gebruikt in de staat Victoria kan je niet zomaar meenemen en gebruiken in Queensland, want die zal daar niet passen. Ook de regeling omtrent de statutaire afspraken rond betalingen aan beroeps, deeltijdse werknemers, betaalde en zelfs onbetaalde vrijwilligers is in elke staat verschillend. Jaarlijks organiseert de AFAC (een soort BVV voor de deelstaten) congressen in heel Australië. Dit jaar was het thema ‘pijpleidingen’ daarin de rode draad. Jan Jorissen licht toe: “Naar aanleiding van de gasramp in Gellingen in 2004 zijn er in België een aantal lessen getrokken. De actiekaarten, de cartografie en de opleidingen zijn prima voorbeelden van de resultaten die we hier bij ons hebben geboekt. Verschillende andere Europese

Foto 1: brandweerwagen met preventieboodschap

landen gebruiken deze waardevolle Belgische actiekaarten ook. Vorig jaar was er interesse vanuit de VS. En onze Australische collega’s overwegen om een gelijkaardig systeem toe te passen. In dat opzicht willen zij op onze ervaringen verder bouwen. Het aantal leidingen in Australië is de laatste jaren immers aanzienlijk toegenomen. De komende jaren zal die toename zich blijven verderzetten.” STAD VS. PLATTELAND Als we de vergelijking maken met Europa, is het eerste wat opvalt het grote aantal brandweerlieden. Australië telt 22 miljoen inwoners. Er zijn 240.000 brandweerlieden, beroeps en (meestal onbezoldigde) vrijwilligers samen. Meer dan één op honderd burgers is aangesloten bij een korps, ofwel zeven keer meer dan bij ons in België het geval is. In Adelaide, een stad van 1,3 miljoen inwoners, heeft men in totaal meer dan 1000

Foto 3: oefening

15


de

BRANDWEERMAN

Nr. 54 6 / n o v e mb e r - de c e mbe r

Foto 4: Koelcontainer

beroepsbrandweerlieden ter beschikking. Per shift zijn er 125 manschappen van dienst. Ze werken in twee shiften van 10 uur overdag en twee shiften van 14 uur ’s nachts. Daarna hebben ze vier dagen vrij. Ook hun verlofregeling is helemaal anders dan bij ons. De South-Australian Fire Service telt 21 posten in de stedelijke agglomeratie, en wordt de Metropolitan Fire Brigade genoemd. Bij een oproep vertrekken ze daar met minstens een autopomp bemand met 4 pompiers. In de rurale gebieden zijn er daarnaast nog 16 posten, de Country Fire Service, waar vooral vrijwilligers actief zijn. PREVENTIE EN ZELFREDZAAMHEID Met een oppervlakte van ongeveer 8 miljoen km² zijn de afstanden soms zeer moeilijk te overbruggen. Het merendeel van de bevolking woont aan de Oostkust. Andere, meer landelijke gebieden zijn dan weer dunbevolkt. De pro-actie is daarop aangepast. “Ze leggen sterk de nadruk op preventie. Er is veel aandacht voor de zelfredzaamheid van de burger. Dat gaat van het installeren van rookdetectoren en sprinklersystemen in woningen, tot het bieden van eerste hulp en reanimatie. Vaak uit pure noodzaak, want omwille van de uitgestrektheid van het land met bepaalde bijna onbewoonde gebieden, moeten mensen soms heel lang wachten tot de brandweer ter plaatse is. Ook voor opleiding en ondersteuning van vrijwilligers in afgelegen en moeilijk bereikbare gebieden heeft dit zo zijn gevolgen. Zij hebben hiervoor oplossingen bedacht, waar ook wij weer wat van kunnen leren.” Bijvoorbeeld Perth, de hoofdstad van WestAustralië, heeft te kampen met meer dan 100 verkeersdoden op jaarbasis. In samenspraak met politie en medische diensten – deze laatste vallen in bepaalde staten ook onder de brandweerdiensten – werkt de brandweer grootscheepse multidisciplinaire sensibiliseringscampagnes uit. “Net als bij ons is het belangrijk om jongeren wakker te schudden en aan te sporen tot verantwoord rijgedrag. Uniek hierbij is hun aanpak van de campagnes, waarbij ze op vlak van communicatie heel professioneel uit de hoek komen. Deze acties hebben hun vruchten afgeworpen en het aantal doden al aanzienlijk doen dalen.”

16

SAFETY BY CHOICE, NOT BY CHANCE Brandweerlieden werken volgens strikte procedures en met grote zorg voor de eigen gezondheid. Bij bestrijding van een brandend gebouw met zonnepanelen zijn ze goed voorbereid en ook de asbestproblematiek werd in bijna alle deelstaten al

Foto 5, 6, 7: ‘Afstudeerceremonie met familiefeest’

grondig onderzocht. Een belangrijke leuze die zij hierbij hanteren: Safety by choice, not by chance. Eentje om te onthouden. Buiten de traditionele dienstverlening doet de brandweer ook aan rampenbestrijding. Dan spreken we vooral over stormen, overstromingen, cyclonen, grote branden in mijnen en bosbranden. Vooral dat laatste is een groot probleem. Denk maar aan de bosbranden rond de streek van Victoria in 2009, waarbij verschillende dorpen zijn verwoest en 173 dodelijke slachtoffers vielen. De ramp is de geschiedenis ingegaan als ‘Black Saturday’. Of recenter nog, de bosbranden in de zuidelijke staten vorig jaar waarbij duizenden mensen uit hun huizen werden geëvacueerd. De brandweerorganisaties zijn op dat vlak goed georganiseerd, maar hebben hiervoor dan ook ongeveer 2,5 tot 3 keer meer budget ter beschikking dan wij in België. Ze beschikken hiervoor over goed uitgebouwde organisatiestructuren en maken gebruik van beleidsondersteunende software.

Foto 8: Zo drogen de Australiërs hun interventiekledij

FINANCIERING Tot voor kort verliep de financiering van de brandweerdiensten in de meeste staten voornamelijk via een verrekening van de verzekeringspremies. Dit is nu aan het veranderen. In Victoria is vorig jaar de op verzekeringen gebaseerde heffing vervangen door een belasting voor de brandweerdiensten (de Fire Services Property Levy), waarbij alle eigenaars nu op een meer billijke manier bijdragen aan de brandweerdiensten. Deze heffing bestaat uit een vast bedrag (100 AUD voor inwoners, 200 AUD voor niet-inwoners) en een variabel gedeelte in functie van de waarde maar vooral het type van het onroerend goed en de


BRANDWEERMAN

de N r. 546 / no vember - d ecem b er

Foto 6

Foto 7

graad van brandweerbescherming die je geniet. Andere staten als Queensland en New South Wales volgen dat voorbeeld en dokteren een gelijkaardig systeem uit. POSITIEF IMAGO De maatschappelijke appreciatie voor de brandweer is er groot. De Australische brandweerlieden genieten heel wat aanzien en lof van de burgers. “Het enthousiasme om te starten als brandweerman is over het algemeen heel groot. In Perth bijvoorbeeld, stelden 1.000 personen zich kandidaat voor een aanwerving met 16 vacante functies. In Sydney had men 6.000 kandidaten voor 100 plaatsen. In Melbourne maar liefst 10.000 kandidaten. Laten we daaruit concluderen dat het zeer goed gesteld is met het imago van de brandweer bij onze Australische collega’s.” Na hun selectie, volgen alle brandweermannen van één deelstaat

dezelfde opleiding in één school. Deze opleiding duurt 6 weken. Omdat Australië zo groot is, betekent dit dat deze opleiding gegeven wordt door de opleidingstak van die staat. Gedurende 6 weken trainen, eten, leven, ... deze mannen en vrouwen samen. Dat zorgt voor een unieke binding van de manschappen van dat jaar. Het einde van de opleiding wordt dan ook symbolisch gevierd met een foto van alle afgestudeerden en een ‘graduate’-viering. Daarna splitst de groep zich op en gaat elke brandweerman naar zijn eigen toegewezen post. SOP PIJPLEIDINGEN De SOP Pijpleidingen is beschikbaar bij het Kenniscentrum en wordt onderricht in de brandweerscholen op het niveau van sergeant. Auteur & foto’s: Martijn Wouters – Jan Jorissen

FOD Binnenlandse Zaken Algemene Directie van de Civiele Veiligheid

Actiekaart Aardgas

juni 2013

17


de

BRANDWEERMAN

Nr. 54 6 / n o v e mb e r - de c e mbe r

Op 18 oktober stelde Hasselt het Brandweercongres ‘Onvoorziene omstandigheden’ voor Deze nieuwe formule van het congres bleek een schot in de roos. Meer dan 350 deelnemers zakten af naar Limburg, 36 exposanten kwamen van over het hele land hun materiaal tonen, 10 verschillende workshops/lezingen, een mengeling van sprekers uit de brandweer, de politie en de bedrijfswereld zorgden voor een gevarieerd aanbod. Maar het congres zou niet geslaagd zijn geweest zonder jullie actieve deelname. Fantastisch dat jullie er waren! De meeste presentaties van het congres zijn beschikbaar op de website van BVV (http://www. brandweervlaanderen.be/Home/Werking/ Brandweercongresmetbeurs2014.aspx).

Save the date! In 2015 gaat het congres door op 17 oktober 2015 in Zone Fluvia. Noteer alvast deze datum! Tot volgend jaar!

“Ik heb vandaag genoten van een zeer geslaagd congres.De lezingen waren zeer interessant, mijn inziens zowel voor manschappen als voor middenen hoger kader. Hopelijk kunnen de ‘lezingen’ vertaald worden in duidelijke SOP’s, die in de korpsen aangeleerd en toegepast kunnen worden. Voor de volgende editie ben ik van mening dat het concept zoals vandaag perfect behouden kan blijven. Toch een aandachtspuntje: het programma zat ‘te’ vol, zodat er nauwelijks tijd was voor netwerking (contacten met collega’s) en voor het beursbezoek. Misschien tussen de lezingen iets meer ruimte laten, en graag na de slotzitting de beurs toch nog een uurtje langer openhouden.” Kpt. Gert Bax (BW Turnhout) 18

“Ik heb deze formule vroeger zelf voorgesteld vanuit mijn ervaringen in USA dus ik ben er zeer tevreden over. Enige probleem was dat ik omwille van onze twee presentaties zelf weinig gezien heb van de rest. Maar dat haal ik later wel in. Ik heb van onze 2 presentaties al verschillende zeer goede reacties gekregen. Dus ik ben blij. De zaal was iets te klein voor het gedeelte labo’s (zat eigenlijk te vol). Dit was aangenamer voor het deel hennep. De tijd van 1 uur was perfect om de boodschap degelijk te kunnen onderbouwen dus zeker niet minder naar de toekomst. Infrastructuur was in orde. En verder: het eten was goed, de sfeer ook, en wat heb je meer nodig! De presentatie over peroxiden heb ik ook gevolgd en die was perfect op het niveau voor deze doelgroep.” Kpt. Eddy Goossens (BW Geel)


BRANDWEERMAN

de N r. 546 / no vember - d ecem b er

Foto: www.vtz.be

Foto: © Pieter Maes Zenfolio

Foto: www.vtz.be

Foto: www.vtz.be

Foto: Cathy De Schryver/Pieter Maes

Foto: Cathy De Schryver/Pieter Maes

19

Foto: www.vtz.be

Foto: www.vtz.be


Brandweercongres 2014 ‘Onvoorziene omstandigheden’

Reacties Demo BIN “Deze demo behoort tot één van de boeiendste dingen dat ik binnen de brandweer al gedaan heb … Hoe zorg ik binnen voor mijn eigen veilige terugkeer én die van mijn collega’s … Ik wil heel graag mee in dit verhaal instappen om zo dit gegeven verder uit te bouwen en de korpsen hier vertrouwd mee maken. Echt prachtig werk mannen!” Glenn Dyck (BW Putte) “Pieter, bij deze wil ik je proficiat wensen met je presentatie en uiteenzetting van de demo. Alsook je collega (Mike Clerebout) niet te vergeten. Ik vond het een boeiende en leerrijke ervaring en heb me niet beklaagd dat ik deelgenomen heb aan deze sessie. Dit zou zeker in de scholing brandwacht mogen toegevoegd worden. Chapeau Johny Vandenberghe (BW Koksijde) “Thank you for your note and I was delighted to be able to present at the conference. I had very good feedback that people felt the subject useful for them, which is great.” John Bonney (Chief Officer Hampshire Fire & Rescue Dept) “De presentatie heb ik alleen maar gelezen. Maar ik heb netjes alle artikels in de Brandweerman gevolgd. Die vond ik goed doordacht, niet zomaar klakkeloos overgenomen maar toegepast op onze eigen brandweerorganisatie. Ook fijn dat de opleiding zo’n hoog open source gehalte heeft met die IKEA-aanpak. Goed voor de verspreiding en een garantie om alles up to date te houden en aan te passen aan specifieke noden of randvoorwaarden per doelgroep. Ik heb van dat uurtje demo toch flink wat geleerd. Ik zou heel graag eens een volledige dag volgen dus. Ik denk ook echt dat het zin zou hebben om dit voor zoveel mogelijk brandweermensen beschikbaar te maken: Voor mij heeft de demo alvast aangetoond dat je met perslucht meer kan en zou moeten kunnen dan rondkruipen over de vloer van een lege slaapkamer en een slachtoffer van onder het bed trekken.” Katrien Michiels (Zone Waasland) “Ik had wat gezonde stress, maar al bij al viel dit zeer goed mee en heb ik zeer vlot het parcours gedaan, u hebt mij dan geblinddoekt en dan was

ervaring anders maar daar ook ging dat bijzonder vlot. Ik denk dat het belangrijk is dat u zelf onder controle moet hebben en het u visueel moet kunnen inbeelden wat je allemaal tegen komt in het donker. Ik wens jullie nog veel succes, bedankt voor te mogen deelnemen aan deze demo het was een leuke ervaring. Als er nog zo’n demo’s gepland zijn voor in de toekomst ik ben zeker terug kandidaat.” Dominique Dupont (Fire Chief Volvo Group Truck) “Ik vond de demo zeer leerzaam. Het zou moeten verplicht worden in de opleiding, want inderdaad dit kan altijd gebeuren, je bent er ook niet op voorzien. Alvast bedankt voor deze kans dat we gehad hebben om het eens te proberen en eruit te leren. Niels De Ruyck (BW Koksijde) “Mijn mening = Toppertje. Jammer genoeg door het tijdsgebrek niet alles kunnen doen, maar is wel begrijpelijk. Persoonlijk vind ik dat dit thema enorm belangrijk is, you never know what’s on our way. Dus beter voorkomen dan genezen. In ieder geval, elke bwm, o/off, off, DC dienen hier weet van te hebben, en dit te ondersteunen. Doe zo verder. Graag hoor ik van jullie wanneer er opleidingen train the trainer voorzien zijn.” Kris Vanassche (BW Hamme) “Het is moeilijk om direct een mening te geven over de ganse cursus BIN aangezien dit maar zeer beperkt was, jammer genoeg. Doch vond ik de initiatie van deze cursus zeer interessant (al hoop ik dat we deze nooit zullen nodig hebben ;-) ) De theorie werd zeer interessant en boeiend uitgelegd waardoor de aandacht bleef bij de presentatie. De praktijk was nog korter maar in het half uur hebben we toch enkele interessante tips gezien. Nooit gedacht dat ik door dat klein gat zou geraken. Hopelijk beslissen ze in onze zone om hierop door te gaan. Toch misschien een kleine tip. Toen we dit wat aan het bespreken waren met enkele brandweermannen (die niet deelgenomen hebben aan de demo) was hun directe opmerking «je gaat toch nooit door zo’n gat naar binnen en als het vol met kabels hangt is het om problemen vragen». Misschien in de cursus nog duidelijker benadrukken dat dit een manier is om naar buiten te geraken en niet om naar binnen te gaan.” Pieter Vanhoutte (BW Kortemark)

Wie heeft deelgenomen aan BIN? 11.30 u. Gregory Van Hoey, BW Gent Ben Paret, BW Koksijde Niels De Ruyck, BW Koksijde Johny Vandenberghe, BW Koksijde Christophe Vanbleu, BW Koksijde Pieter Storme, BW Kortemark Davy Vanhoutte, BW Kortemark Pieter Vanhoutte, BW Kortemark

12.00 u. Chris Vanhee, BW Wevelgem Katrien Michiels, BW Stekene Yentl Broucke, BW De Haan-Wenduine Nathalie Van Moorter, BW Oostende Dominique Dupont, BW Deinze Normal De Beule, BW Hamme Kris Van Assche, BW Hamme Luc De Ceuster, BW Berlaar

14.30 u. Paul Aernouts, BW Kruibeke Luc Raymaekers, BW Beringen Jorn Vervoort, BW Heusden-Zolder Kevin Siongers, BW Heusden-Zolder Dieter Gybels, BW Heusden-Zolder Lobke Punie, BW Leopoldsburg Raoul Hulsmans, BW Leopoldsburg Tanja Perko, SCK-Cen

15.00 u. Joeri Dewelde, BW Landen Ward Spincemaille, BW Landen Nico Wouters, BW Leuven Tom Lepoutre, BW Antwerpen Frank Vekemans, instructeur Vesta Glenn Dyck, BW Putte Burt Lembrechts, BW Heist-Op-Den-Berg Joghen Waegemans, BW Heist-Op-Den-Berg


BRANDWEERMAN

de N r. 546 / no vember - d ecem b er

Foto: www.vtz.be

Foto: Cathy De Schryver - PPMO testen

Foto: Cathy De Schryver

Foto: Cathy De Schryver - Demo BIN

Foto: www.vtz.be

Foto: Cathy De Schryver - PPMO testen

Foto: Cathy De Schryver

21

Foto: Cathy De Schryver

Foto: Cathy De Schryver De veiligheidsdiensten blussen een vuilnisbakbrand op een congres met 400 brandweerlieden. Bleek dat de firma Haagen een rookbommetje in de vuilbak gegooid had …


de

BRANDWEERMAN

Nr. 54 6 / n o v e mb e r - de c e mbe r

Opleiding tunnelbrandbestrijding in Balsthal (Zwitserland) In september werd de redactie uitgenodigd om een tweedaagse opleiding te volgen inzake het bestrijden van branden in tunnels. Deze opleiding ‘UVA - Basiskurs Strasse’ (deel 1) vond plaats in de ‘International Fire Academy’, kortweg ifa, in Balsthal (Zwisterland). Wij geven graag een overzicht van deze intensieve opleiding… In deze basiscursus leren de deelnemers dat, ondanks de zware interventieomstandigheden, zij zich op een veilige manier kunnen bewegen in ondergrondse verkeersinfrastructuren, om personen te zoeken in de rook en te redden en om brandende voertuigen te blussen. THEMA VAN DE OPLEIDING: - Gevaren herkennen in ondergrondse verkeersinfrastructuur - Tactische basis voor interventies in verkeerstunnels - Zoeken en redden van personen in de rook - Brandbestrijding in verkeerstunnels. METHODIEK: De ifa opleiding baseert zich op ervaringsdidactiek. De theoretische basisopleiding wordt meteen getoetst op basis van de praktijkoefeningen. De deelnemers hebben voldoende tijd om praktijkervaring op te doen en om onder zeer realistische omstandigheden te oefenen. DOELGROEP: Leden van brandweerploegen die ingezet kunnen worden in verkeerstunnels. De deelnemers: - Kennen de bijzonderheden van brandweerinterventies in een tunnel - Kennen de interventierelevante gevaren in tunnels, zij kunnen deze evalueren en correct anticiperen - Kennen hun persoonlijke grenzen inzake het gebruik van ademlucht bij langdurige interventies - Kunnen de belasting en de inspanningseisen van een interventie in een tunnel juist inschatten - Beheersen de tactische basiskennis om hun opdrachten juist te kunnen uitvoeren.

22

EERSTE KENNISMAKING Bij mijn aankomst op het trainingscentrum word ik verwelkomd door Majoor “Milizininstruktor der International Fire Academy” Roland Höhn, instructeur en brandweercommandant van de Stutzpunktfeuerwehr Klosters (Graubunden). Wij brengen een bezoek aan de infrastructuur van het centrum, die toch wel op zijn minst indrukwekkend genoemd mag worden. Wij gaan eerst naar de gastenverblijven. De cursisten krijgen per 2 deelnemers een (hotel)kamer. Een ruime kamer met alle faciliteiten zoals in een beter hotel en een ruime badkamer. Op het gelijkvloers bevindt zich een grote eetzaal met zelfbedieningsrestaurant en in de kelders bevinden zich de ontspanningsruimten en een gezellige kantine. Aan de overzijde bevinden zich de gebouwen met de leslokalen en een tweede gebouw, bestemd voor de administratie, het tactische centrum, de kleedruimten voor cursisten en lesgevers. Aansluitend bevindt zich hier ook het magazijn en de voertuighal voor het uitgebreide wagenpark van de school. Naast dit gebouw staat het oefenpand met 4 bouwlagen, waarin allerlei brandsituaties kunnen gesimuleerd worden. Er is een buitenterrein waar men

verkeersongevallen oefent en ook een brandplaat waar treinwagons en allerlei oefenvoertuigen in brand gestoken kunnen worden. Verder beschikt men nog over een oefenterrein voor de kleine blusmiddelen, voor basisopleiding binnenbrandbestrijding en voor de oefeningen van de Zwitserse teams. Uiteindelijk gaan wij de tunnels in. Het is eigenlijk een gebouw met een lengte van ruim 260 m. Hierin bevinden zich een spoorwegtunnel, een verkeerstunnel en een diensttunnel. De spoorwegtunnel heeft een ondergronds station. De verkeerstunnel kan eenvoudig omgebouwd worden tot spoorwegtunnel. Er ligt een dubbel spoor, afgeschermd met rubberen slang, zodat de cursisten geen gevaar lopen tijdens hun oefeningen in de verkeerstunnel. Op vraag van klanten kan de infrastructuur van de tunnels aangepast worden naar hun wensen, zoals bijvoorbeeld gebeurd is voor de oefeningen van de Nederlandse veiligheidsregio Zeeland. Via de diensttunnel kunnen de instructeurs zich verplaatsen met een step of minifiets en de cursisten kunnen deze tunnel gebruiken voor het uitvoeren van evacuaties. VERWELKOMING – VEILIGHEIDSBRIEFING De eerste echte cursusdag begint met de verwelkoming van alle cursisten. Ik zit samen met 24 collega’s in een groep, bestaande


BRANDWEERMAN

de N r. 546 / no vember - d ecem b er

uit brandweermensen uit Wallisellen, Kloten, weinalnd en de Gotthard tunnel. Tijdens de introductie wordt de structuur van het weinalnd lescentrum voorgesteld. Er zijn 2 aparte bedrijven op het terrein aanwezig: Interkantonales Feuerwehr Ausbildungszentrum (ifa) en de Internationale Fire Academy (ifa). De ontstaansgeschiedenis van het centrum gaat terug tot 1999, waarbij in de Alpen er 2 grote branden zijn in tunnels (Mont Blanc en Tauern). Deze rampen geven aanleiding tot het oprichten van een Tunnel Task Force in 2000. In 2001 slaat het noodlot opnieuw toe met de brand in de Gotthardtunnel en worden de didactische groepen samengesteld. In 2004 wordt de samenwerking bekrachtigd met Gasser Felstechnik AG. In 2005 beslist de Zwitserse Bundesrat om trainingscentra te bouwen in Balsthal en Lungen, en het uitwerken van een volledig leertraject. In 2006 beginnen de bouwwerken in Lungen om in 2007 in Balsthal aan te vangen, in partnerschap met de Zwitserse spoorwegmaatschappij (SBB). De oefeninstallaties van de tunnels gaan in dienst in 2009.

- Mechanismen moeten leiden naar automatismen - Eenvoud in de acties - Sterkten en zwakten van het team - Sterkten en zwakten van het individu - Veiligheid nastreven - Oplossingsgericht werken en aanbieden - De ervaringen van de deelnemers laten delen - Vreugde vinden in de opleiding - Speelruimte laten voor varianten - Kennisoverdracht in alle richtingen Uiteraard staat veiligheid voor de deelnemers tijdens de opleiding zeer hoog aangeschreven. De beschermkledij moet steeds gedragen worden, er wordt gewerkt met kunstrook onder adembescherming, een evacuatieplan tijdens oefeningen in de tunnel en er moet vooral discipline zijn. De temperaturen in de tunnel zijn zeer hoog en de deelnemers worden dan ook constant aangemoedigd om te drinken. De deelnemers krijgen regelmatig dranken en voedsel. Men benadrukt eveneens dat er in team gewerkt moet worden en men geen boodschap heeft aan “Einzelgänger’. Laat duidelijk zijn dat 2 dagen intensief trainen in de tunnels een zware lichamelijke belasting geven en men 100% geconcentreerd moet werken. De filosofie bij een tunnelbrand is dat de gebruikers zichzelf in veiligheid brengen, natuurlijk is dit problematisch wanneer zich gehandicapten, gewonden, kinderen, ouderlingen,… onder de slachtoffers zijn. Om het evacueren van slachtoffers te oefenen maakt men gebruik van oefenpoppen of collega’s, die dan voorzien worden van blauwe helmen (= de echte blauwhelmen?). TAFELOEFENING IN TAKTIKZENTRUM In het tactische centrum staat een grote oefentafel met ingebouwd scherm, waarop de instructeur verschillende situaties kan projecteren. De oefening gaat achtereenvolgens over: - Type tunnels (enkele of dubbele kokers, al dan niet met reddingskokers) - Evacuatiemogelijkheden - De verspreiding van rook in de tunnels -… Tijdens deze oefening worden de theoretische mogelijkheden getoond van de 3 interventiegroepen: - Brandbestrijding - Zoek- en reddingstechnieken - Verkenningsgroep (Reko-Trupp).

De didactische basis is: - De brandweeropleiding is een beroepsopleiding voor volwassenen - Strikte praktische gerichtheid - Geen ballast in de opleiding - Leren in plaats van belerend zijn - Toekomstgerichte opleiding Deze opleidingsfilosofie leidt tot volgend doel voor deelnemers: - Grondige analyse van de vaardigheden van de deelnemers (eerste basisoefening ter evaluatie voor de instructeurs) - EBAT (afkorting vertaald: Interventie, balans, opleiding en test) - De lichamelijke begrenzing van de deelnemers leren kennen

Onderweg naar de oefentunnels gaan de cursisten langs verschillende informatiepanelen en krijgen zij achtereenvolgens onderricht over: - Afmetingen van tunnels en opbouw (nieuwe tunnel in aanbouw heeft lengte van 57 km!) - Type tunnels (galerijen, kokers, evacuatie, …) - Brand- en temperatuurverloop in de tunnel - Gevaren van rook - Veiligheidsinrichtingen in tunnelinfrastructuren (blusmiddelen, evacuatie, rookafzuiging, alarmering, melding, waarschuwing,…) - Ventilatie

23


de

BRANDWEERMAN

Nr. 54 6 / n o v e mb e r - de c e mbe r

Na deze theoretische benadering en een toelichting over het beschikbare reddingsmaterieel is een eerste ontplooiing in de oefentunnel van een (kleine) kettingbotsing en (beperkte) brand. De bedoeling is dat de verschillende lesgevers (4) observeren en het niveau bepalen waar de groep zich bevindt. De deelnemers worden verdeeld in 3 groepen en zullen nu de 3 workshops over de taken van de interventiegroepen doorlopen: a. Verkenningsgroep (Reko-Trupp) b. Zoek- en reddingsgroep c. Brandbestrijdingsploeg VERKENNINGSGROEP (REKO-TRUPP) De brandweerploegen werken in tunnels onder zeer zware omstandigheden waar hitte en rook aanwezig kan zijn. De zichtbaarheid wordt herleid tot nul. Men werkt met kleurencodes (lampen), zodat men zaken kan aanduiden: - Groene lampen: aanduiden van evacuatiewegen voor slachtoffers en eigen personeel (worden slechts uitzonderlijk gebruikt) - Blauwe lampen: waterwinning - Gele lampen: 2 lampen in de breedte van de tunnel tegenover elkaar – eindpunt van verkend gebied door Reko-Trupp of aanduiding van plaats waar zich slachtoffer(s) bevind(t)(en).

24

De verkenningsgroep gaat met 2 personen onder adembescherming de verkenning uitvoeren. Zij moeten zich verplaatsen met een warmtebeeldcamera en 1 draagbare radiopost. Zij moeten duidelijk hun bevindingen rapporteren aan de interventieleider die zich buiten de tunnel bevindt en alles trachten uit te tekenen om zo een beeld te

vormen van het geheel. Zij mogen groene lampen plaatsen (evacuatie), blauwe lampen (waterwinning of opstelpunt voor het verdeelstuk) en oranje lampen (slachtoffers of eindpunt verkenning). Zij doen geen reddingen, aangezien zij gevolgd moeten worden door de reddingsgroep. De cursisten doen in deze workshop 2 oefeningen, tekening met wiskundige figuren maken per 2 op basis van communicatie en een daadwerkelijke verkenning van een toegangssas naar een tunnel. ZOEK- EN REDDINGSGROEP De zoek- en reddingsgroep moet de Reko-Trupp volgen en gaat het gebied grondig doorzoeken. Zij hebben veel materieel bij. In principe bestaat deze groep uit 5 personen, zijnde 1 ploegleider en 2 ploegen van elk 2 personen. De ploegleider heeft een warmtebeeldcamera, elk duo heeft een blindegeleidestok bij zich en verder de lampen met kleurencodes waarmee de reeds doorzochte ruimtes aangeduid worden, verschillende bandlussen voor evacuatie van personen, draaglampen, vouwbrancards, zelfredders voor slachtoffers, enz. De voertuigen die zij aantreffen worden verkend per 2, waarbij men met de blindegeleidestok onder de wagen voelt, daarna worden de deuren geopend en de binnenzijde van het voertuig grondig doorzocht. Indien er vanuit het passagierscompartiment een verbinding is naar de kofferruimte, moet deze eveneens doorzocht worden. De redders mogen niet op hun knieĂŤn zitten, omdat er brandbare vloeistoffen of brokstukken op de rijbaan kunnen liggen na het verkeersongeval. Wanneer een slachtoffer aangetroffen wordt, moet het naar de veilige zone geleid worden. De 2 groepen nemen telkens een wagen en verzamelen terug aan de voorzijde van de laatst doorzochte wagen om dan gestructureerd verder te zoeken. Deze interventiemethodiek is zeer arbeidsintensief, maar doeltreffend.


BRANDWEERMAN

de N r. 546 / no vember - d ecem b er

BRANDBESTRIJDING Indien er een brand woedt in de tunnel, moet deze uiteraard bestreden worden. Afhankelijk van de lengte, zal de interventiewagen via 1 zijde de tunnel inrijden tot in de onmiddellijke omgeving van de vuurhaard en van daaruit de blusaanval starten. De opstelling van het verdeelstuk is, zoals steeds, van cruciaal belang. De omstandigheden zijn zeer zwaar, want er wordt dikwijls gewerkt in de rook en met een zeer beperkte zichtbaarheid om de aanvalslijnen en back-up lijnen op te stellen. De brandbestrijding gebeurt eveneens door 1 interventieleider met warmtebeeldcamera, een aanvalsploeg en een back-up ploeg, telkens met 2 personen. In tegenstelling tot de klassieke binnenbrandbestrijding is de koeling van de structuur fundamenteel belangrijk. De tunnelstructuur moet steeds overvloedig met water gekoeld worden. De vuistregel zegt dat 66% van het water naar de koeling van de structuur gaat en de resterende voorraad voor het bestrijden van de vuurhaard. Door deze massale koelingtechnieken is de stoomvorming zeer groot en maakt het nog zwaarder voor de interventieploeg. Afhankelijk of de verkenningsgroep en zoek- en reddingsgroep de vuurhaard moeten passeren, zullen de brandbestrijdingsploegen voor hen een veilige doorgang moeten creëren. Indien dit onmogelijk blijkt te zijn, moet de interventieleider, afhankelijk van het type tunnel, zijn ploegen sturen vanuit de tegengestelde richting. Deze interventiestrategie wordt ook bepaald door o.a. de richting van de rook, het al of niet aanwezig zijn van een tweede koker, toegangsmogelijkheden, afstanden, enz. De aandachtige lezers zullen begrijpen dat een interventie in een tunnel zeer complex is en de ploegen blootgesteld kunnen worden aan ernstige gevaren. Het doel van de opleiding is om de risico’s van de interventieploegen zo klein mogelijk te houden en de kansen op succes te verhogen.

multifunctionele autopomp Mercedes Atego met opbouw van Rosenbauer beschikbaar. Zij hebben nog een tweede autopomp staan, een logistiek voertuig Mercedes Sprinter voor het transport van de rolcontainers met oefenmaterielen. Tot slot beschikken zij nog over een snelle hulpwagen, diverse personeelswagens en logistieke voertuigen. Bronvermelding: www.ifa-swiss.ch Met dank aan de directie van ifa Balsthal voor de gastvrijheid en de medewerking voor de realisatie van het artikel, in het bijzonder aan de heren Majoor Roland Höhn (Stutzpunktfeuerwehr Klosters), Martin Konrad (Stutzpunktfeuerwehr Vaduz – Liechtenstein) Frau Marianne Wernli, leiter Ausbildung ifa, Herr Andreas Sneider Instruktor ifa en die Milizininstruktoren Auteur en foto’s: Lt. Jean-Paul Heyens

EINDOEFENING De slotoefening bestaat uit een kettingbotsing die zich uitstrekt over de volledige lengte van de tunnel met de 2 rijvakken. Het scenario mag niet gepubliceerd worden, maar de cursisten worden geconfronteerd met een chaos na een verkeersongeval in een tunnel, waarbij touringcars, ADR-transporten, brandende voertuigen en vermiste personen in betrokken zijn. Zij dienen in deze oefening de vergaarde kennis van de 2 cursusdagen toe te passen. WAGENPARK Het opleidingscentrum beschikt zelf over een uitgebreid wagenpark. Voor de interventies in de tunnels staat sinds 2013 een

Maj. Roland Höhn en Lt. Jean-Paul Heyens

25


®

Evacuatie bij brand, onze specialiteit

Noodtrappen • Maatwerk, in functie van gebouw en veiligheidseisen. • Zelfdragend of opgehangen aan de façade. • Met of zonder ophaalbare traparm. • In hoogwaardig aluminium, met rvs verbindingselementen. • Onderhoudsvrij, met zeer lange levensduur.

Uitklapbare noodladders • Zeer discreet, in de vorm van een regenafvoer. • Ogenblikkelijke opening vanaf elk gewenst evacuatieniveau. • Beveiligd tegen inbraak en ongewenst gebruik. • Betrouwbaar met meer dan 10.000 goed functionerende installaties. • Met valbescherming voor veilig werken op hoogte als optie.

Vaste vluchtladders (ook bruikbaar als dienstladder). • Met of zonder beschermingskooi. • Met of zonder uitschuifbare ladderbasis met tegengewichten. • Met of zonder toegangsbalkons. • In geanodiseerd of blank aluminium, schroeven en bouten in rvs.

Diverse andere oplossingen • Balkonladder, telescopische vluchtladder voor evacuatie uit flatgebouwen met overhangende balkons. • Jomiro, zelfremmend afdaaltoestel voor individuele evacuatie wanneer er geen collectieve evacuatie beschikbaar is. • Wij produceren op maat. Contacteer ons vrijblijvend voor speciale vragen of advies.

www.jomy.be info@jomy.be de Broquevillelaan, 274 Rue Bourgogne, 20 B-1200 Brussel B-4452 Juprelle Tel 02 771 13 72 Tel 04 278 55 12 Fax 02 771 78 44 Fax 04 278 26 75


BRANDWEERMAN

de N r. 546 / no vember - d ecem b er

Mestgassen: (levens)gevaarlijk, onderschat en hulpprocedures onbekend. Wist u dat sommige gassen die vrijkomen uit mest slechts één enkele inademing behoeven om de dood te veroorzaken? Waterstofsulfide, een gas dat laag bij de grond blijft hangen, is er één van. Het explosieve waterstofcyanide is een ander, in zeer kleine concentraties dodelijk gas. Niet alleen zijn de door de mest gevormde gassen in stallen, silo’s en mestkelders gevaarlijk voor de landbouwer, maar ook omstaanders lopen gevaar, als ze impulsief een bewusteloos persoon proberen te redden. Robin De Sutter van de cel “PreventAgri” in het Instituut voor Landbouw en Visserijonderzoek inventariseert wat elke landbouwer moet weten over mestgassen. PreventAgri is de studie- en informatiedienst rond arbeidsveiligheid op de land- en tuinbouwbedrijven. De eerste les in verband met mestgassen? ‘Werken met mest is gevaarlijk. Veel gevaarlijker dan de meesten denken. Waakzaamheid is aan de orde!’ In mest worden door natuurlijke processen gassen gevormd. Ze komen steeds in kleine hoeveelheden vrij, maar bij een behandeling van de mest worden de gassen plots en in (zeer) grote hoeveelheden vrijgesteld. Het gevaar is dubbel: veel betrokkenen kennen nog onvoldoende de risico’s of onderschatten de impact van mestgassen. Bovendien bestaan er nogal wat verschillende soorten mestgassen, elk met hun eigen kenmerken (lichter of zwaarder dan lucht, geurloos of net sterk ruikend…). Bij hogere concentraties is één enkele ademteug al voldoende om bedwelmd te raken. De meeste ongevallen met mestgassen (met menselijke of dierlijke slachtoffers) doen zich voor tijdens het mixen van drijfmest die zich in een mestkelder bevindt en bij het betreden van een besloten ruimte (zoals kelders, tanks en silo’s) waarin zich drijfmest bevindt of heeft bevonden. Telkens is er te weinig geventileerd op voorhand, en/of te weinig aandacht geweest voor veiligheidsmaatregelen. Door schaalvergroting wordt er per bedrijf meer mest geproduceerd en de mest wordt gedurende langere tijd opgeslagen. Verder worden er vaker stoffen, zoals spuiwater uit chemische luchtwassers, aan de mest toegevoegd. Deze kunnen, evenals gemorste of geloosde voederresten, de vorming van mestgassen versterken. Al deze factoren wijzen op een toenemende noodzaak aan sensibilisering om dergelijke ongevallen in de toekomst te vermijden…

DODELIJKE COCKTAIL De gevormde gassen die het grootste gevaar opleveren voor de gezondheid van mens en dier zijn waterstofsulfide (H2S) en waterstofcyanide (HCN). Daarenboven worden er nog heel wat andere gassen gevormd in de mest die kunnen bijdragen aan het gevaar. Zoals eerder vermeld worden deze gassen in de mest gevormd door natuurlijke processen en worden ze massaal vrijgesteld tijdens het in beweging brengen van de mest (mixen, overpompen…). Na het vrijkomen van de gassen, blijven deze die zwaarder zijn dan de lucht hangen, dicht tegen de grond (boven de roosters), in lager gelegen putten (melkput) en in windstille ruimtes (dode hoek van de stal of tractorcabine). Ook indien de kelder of tank leeg is om deze te reinigen of te herstellen is waakzaamheid geboden. Er is slechts een zeer kleine hoeveelheid restmest nodig om een dodelijke hoeveelheid gas vrij te stellen. Zelfs indien de kelder, silo of tank leeg én gereinigd is, is er nog steeds kans op vergiftiging door de gassen die vrijgesteld worden uit betonporiën. OORZAKEN VAN ONGEVALLEN Werkzaamheden aan silo’s en mestkelders Werkzaamheden aan mestsilo’s en mestkelders dienen steeds met voldoende aandacht en de nodige voorbereiding te gebeuren. Allereerst moet de besloten ruimte voldoende lang mechanisch geventileerd worden. Het openen van

een toegangsluik of van een mangat is onvoldoende om voldoende verversing van de interne atmosfeer te bekomen. Hou er ook rekening mee dat open silo’s ook mechanisch belucht dienen te worden, aangezien er giftige gassen gevormd worden die zwaarder zijn dan lucht en dus op de bodem blijven hangen. Voorzie vooraf de nodige hulpmiddelen zoals een takel, levenslijn, een onafhankelijke ademvoorziening en veiligheidswacht en maak de nodige afspraken. Stel op voorhand liefst een protocol op van de te volgen procedure en de nodige veiligheidsmaatregelen die genomen moeten worden. Zorg ervoor dat de veiligheidswacht onder geen enkele voorwaarde in de besloten ruimte komt. Zijn functie in geval van nood bestaat erin de betreder uit de besloten ruimte te halen, zonder deze zelf te betreden en om de nodige hulp op te trommelen. Vooraleer de ruimte te betreden, zelfs na een dagenlange verluchting is het aangewezen om de atmosfeer te controleren op gevaarlijke en giftige gassen met behulp van een gasmeter. Zorg ervoor dat er tijdens de werkzaamheden explosievrij gereedschap wordt gebruikt, ook de verlichting en de communicatiemiddelen moeten explosievrij zijn. Mixen van mest Ook het mixen van de mest in de kelder vereist de nodige aandacht. Verplaats indien mogelijk de dieren of zorg er minimaal voor dat de dieren zo dicht mo-

27


de

BRANDWEERMAN

Nr. 54 6 / n o v e mb e r - de c e mbe r

gelijk in de buurt van een verse luchtstroom zitten (bv zet koeien vast in het voederhek). Vooraleer het mixen te starten dient de stal maximaal verlucht te worden. Ondermeer alle deuren, poorten en luchtinlaatopeningen moeten maximaal geopend worden om optimaal van de natuurlijke ventilatie te kunnen profiteren. Mix om deze reden ook liever niet bij windstil weer. Baken de toegangen tot de stal af en maak duidelijk dat er giftige mestgassen kunnen vrijkomen. Sta bij voorkeur windopwaarts tijdens het openen van het deksel van de mestkelder, aangezien er zich hoge gasconcentraties kunnen opstapelen onder dit deksel. Vooral bij nieuwere kelders kan dit een probleem vormen aangezien deze ontworpen zijn om de emissie van gassen via de roosters naar de atmosfeer te minimaliseren. Ook tijdens het breken van de koek en de daarmee gepaarde sterke vrijstelling van gassen uit de mest, is de omgeving van het mixgat een te mijden omgeving. Verlaat deze plaats na het starten van de mixer dan ook zo snel mogelijk en keer na het mixen enkel voor het uitzetten van de mixer terug. Vermijd de omgeving van de stal en mixgat gedurende de daarop volgende 30 minuten, zodat de natuurlijke ventilatie zijn werk kan doen. Let er vooral op dat lager gelegen putten zoals melkputten en afgesloten ruimten zoals tractorcabines of dode hoeken in stallen voldoende verlucht zijn vooraleer deze te betreden. Indien er niet te lang gewacht wordt met mixen van de mest, is de gevormde koek minder uitgesproken en zal de plotse gasvrijstelling ook beperkter zijn. Daarenboven is extra aandacht voor enkele zaken belangrijk om de gasvorming te beperken. Meng geen restproducten zoals spuiwater met de mest of doe dit met de nodige voorzichtigheid. Ook voederverliezen (organische stoffen) naar de mestkelder zorgen voor een sterke gasproductie en moeten dus tot een absoluut minimum beperkt worden.

28

Een snelle controle… Niet alleen mixen of werkzaamheden in of in de buurt van mestkelder of silo’s houden gevaren in, ook een snelle controle kan reeds ongelukken veroorzaken. Een controle via een mangat (afdalen of visuele

SOORTEN GASSEN Waterstofsulfide H2S

Levert het grootste gevaar voor de gezondheid van mens en dier. In zeer lage concentratie ruikt het naar rotte eieren, in hogere concentraties is het geurloos doordat de neuszenuw wordt verlamd. Het gas is zwaarder dan lucht, waardoor de concentraties in lager gelegen of minder verluchte delen van de stal sterk kunnen oplopen. Symptomen: tranende ogen, hoofdpijn, misselijkheid, braken, keelpijn en hoesten, duizeligheid, verwarring, kortademigheid, pijn in de borst, hartkloppingen, bewusteloosheid en ademstilstand

Ammoniak NH3

Is een zeer sterk ruikend gas dat zorgt voor irritatie en in hoge concentraties giftig is, maar wordt in mestkelders, silo’s en tanks nooit in dergelijke mate gevormd dat er een risico ontstaat op blijvende letsels. Wel kan er irritatie van voorbijgaande aard ontstaan aan de ogen en de luchtwegen door blootstelling aan de lage concentraties. Daarenboven dient er vermeld te worden dat de concentraties wel boven de wettelijke grenswaarden kunnen komen en er dus maatregelen nodig kunnen zijn om de ammoniakconcentratie te verlagen. Symptomen: Ademnood, tranende ogen, keelpijn, hoesten, moeilijke ademhaling. Sterk irriterend aan ogen en slijmvliezen.

Methaan CH4

Kan in grote hoeveelheden ontstaan in mest, waardoor het de aanwezige lucht kan verdringen en onrechtstreeks gevaarlijke situaties kan creëren door het verlagen van het zuurstofgehalte. Aangezien het lichter is dan lucht blijft het niet hangen boven de grond en kan op deze manier gemakkelijker geventileerd worden. Bij onvoldoende ventilatie (met verse buitenlucht) kan het zich ophopen en een explosief mengsel vormen. Symptomen: Ademnood, hoofdpijn, sufheid, bewusteloosheid door zuurstofgebrek.

EX

Koolstofdioxide CO2

Is zwaarder dan lucht en blijft dus hangen boven de grond. Kan in lager gelegen putten en afgesloten of onvoldoende verluchte ruimten zorgen voor verstikking. Symptomen: hartkloppingen, ademnood, duizeligheid, hoofdpijn, misselijkheid, braken, zwaktegevoel, bewusteloosheid door zuurstofgebrek.

Waterstofcyanide HCN

Is een zeer giftig gas dat zowel via de ademhaling als via de huid in het lichaam terecht kan komen. Het is reeds in zeer lage concentraties dodelijk en daarenboven vormt het gemakkelijk brandbare en explosieve mengsels. Symptomen: bewusteloosheid, ademstilstand, hartstilstand.

controle met het hoofd door het mangat) of via een deksel kan reeds fataal aflopen.

Bij aanwezigheid van mestgassen kan éénmaal ademen reeds de dood veroorzaken.


BRANDWEERMAN

de N r. 546 / no vember - d ecem b er

REDDINGSPOGINGEN In geval van calamiteiten in ‘normale’ situaties zorgen de reflexen van collega’s of omstaanders vaak voor een goede afloop. In geval van ongevallen met mestgassen is dit spijtig genoeg niet het geval. Het trachten redden van een bewusteloos persoon in een stal, silo of mestkelder loopt in veel gevallen niet alleen noodlottig af voor het slachtoffer, maar dikwijls ook voor de toegesnelde hulp. Het inademen van de atmosfeer die het slachtoffer fataal werd, zorgt immers ook voor bedwelming van andere slachtoffers. De eerste reactie van omstaanders moet dan ook zijn: verluchten door het openen van deuren en poorten én het beperken van nieuwe gasvrijstelling door het uitschakelen van de mixer. Ook het optrommelen van de hulpdiensten dient door de omstaanders te gebeuren.

Enkel personen die voorzien zijn van een onafhankelijke ademhalingsvoorziening (perslucht) mogen de ruimte betreden om slachtoffers in veiligheid te brengen. Belangrijk detail voor de hulpverleners: na de reddingspoging is het van groot belang om de beschermende kledij en ademhalingsbescherming aan en op te houden en gedurende een korte tijd in de buitenlucht de gassen ‘weg te laten spoelen’. Doet men dit niet, dan bestaat de kans dat de gasconcentratie uit de kledij nog hoog genoeg is om een bijkomend slachtoffer te maken…

in besloten ruimten zoals een mestsilo en in stallen tijdens het mixen van mest in de kelder. Ook de opkomst van vergisters brengt risico’s met zich mee. Het merendeel van de ongevallen ontstaat doordat er onvoldoende veiligheidsmaatregelen worden getroffen, zoals voldoende verluchting, het ontbreken van geschikte adembeschermingsapparatuur, enz. Door op regelmatige tijdstippen de mest te mixen, door te zorgen voor voldoende ventilatie voor en tijdens werkzaamheden en door het nemen van enkele gepaste voorzorgsmaatregelen kunnen mestgasongevallen vermeden worden.

CONCLUSIE De gevaren van mestgassen zijn bij de veehouders meestal wel min of meer bekend maar worden dikwijls onderschat. Mestgasongevallen vinden vooral plaats

Contact en meer info: Robin De Sutter tel: 09 272 26 63 Robin.DeSutter@ilvo.vlaanderen.be

Rouwbericht: Marcel Kestens Enkele weken geleden raakte het overlijden van Marcel Kestens bekend. Marcel was binnen de brandweer een zeer bekend en geliefd persoon, daarom wensen wij op onze manier Marcel een plaatsje te geven in ‘De Brandweerman’. Marcel werd geboren op 30 juli 1943 te Gooik en is overleden te Borgerhout op 17 augustus 2014.

Uitvaartverzorging Verwerft - Mortelmans Wommelgem - Borsbeek - Wilrijk 03/322.33.60

Blijvende herinnering aan

Marcel Kestens echtgenoot van

Ria Hermans

“Ere - Luitenant Bevelhebber Brandweer Wommelgem” Lid van verscheidene brandweerorganisaties. Lesgever Provinciale brandweerschool.

Op aangeven van zijn schoonvader trad Marcel in september 1967 bij de brandweer Wommelgem. Daar aangekomen werkte hij zich op en doorliep alle functies tot hij in 1983 het roer overnam van zijn voorganger Freddy Sterckx. In zijn periode als bevelhebber (1983 – 2006) onderging de brandweer Wommelgem een grondige gedaanteverwisseling. Langzaam maar zeker kreeg het materiaal en de uitrusting een update en werd ook het voertuigenpark aangepast. Bij dit alles hoorde uiteindelijk een nieuwe kazerne die dan ook in 2000 in dienst werd genomen. In al deze veranderingen bleven natuurlijk zijn “mannen” centraal staan. Zij moesten zich goed voelen in het korps. Buiten zijn tomeloze inzet voor de brandweer met al zijn raakvlakken (Piba, Vesta, KAPB) was Marcel ook actief en graag gezien in het verenigingsleven. We zullen Marcel blijven herinneren als een minzaam, no nonsense bruggenbouwer waarvoor de mens altijd centraal stond. Nu alles is gezegd,

woorden van afscheid zijn gesproken. BVV wenst de familie, de vrienden en de collega’s van Marcel veel Nu is het goed, nu moet ik gaan. sterkte toe in deze moeilijke periode. Jullie dank ik om wie jullie waren. Bewaar mij in jullie hart. Leef je eigen weg in de geest van liefde en goedheid. Dan is het goed…

29


de

BRANDWEERMAN

Nr. 54 6 / n o v e mb e r - de c e mbe r

AUTOVERZEKERING BRANDWEERLIEDEN GOEDKOPER! Protectas heeft voor u als brandweerman of –vrouw extra gunstige voorwaarden voor uw autoverzekeringen (en dit zowel voor uzelf als voor uw gezinsleden). Aan goede bestuurders kunnen we een tarief aanbieden dat tot de beste van de markt behoort en bovendien geniet u van de service van een professionele makelaar. Zo betaalt u niet te veel maar staat u ook niet alleen in geval van schade.

BRANDVERZEKERING BRANDWEERLIEDEN GOEDKOPER! U, brandweerman of –vrouw, bent expert op het gebied van brandbestrijding én brandpreventie. Tegenover een kleiner risico staat een lagere premie. Daarom biedt Protectas brandweerlieden aangesloten bij een beroeps- of een vrijwilligerskorps, een bedrijfskorps of een federatie, een brandverzekering aan tegen unieke voorwaarden. Wij nemen als voorbeeld iemand die in Aalst (postcode 9300) woont. Het gaat om een aanpalende woning of een appartement, met beveiligingsinstallatie of gepantserde deur. . Gebouw Inhoud Diefstal Als eigenaar Als huurder

Formule 1

Formule 2

Formule 3

Formule 4

Formule 5

Formule 6

150.000 EUR 50.000 EUR 25.000 EUR 214,14 EUR 173,74 EUR

180.000 EUR 60.000 EUR 30.000 EUR 256,42 EUR 207,94 EUR

240.000 EUR 80.000 EUR 40.000 EUR 337,71 EUR 273,07 EUR

300.000 EUR 100.000 EUR 50.000 EUR 421,45 EUR 340,65 EUR

360.000 EUR 120.000 EUR 60.000 EUR 475,81 EUR 408,23 EUR

420.000 EUR 140.000 EUR 70.000 EUR 554,65 EUR 475,81 EUR

De premies zijn inclusief waarborg natuurrampen en taksen - Risicogebieden natuurrampen = aangepaste voorwaarden. Verzekerde waarden > formule 6 zijn eveneens mogelijk.

Familiale- en autoverzekering voor brandweerlieden ook goedkoper.

ANTWOORDSTROOK Ja, ik ben geïnteresseerd in uw uniek aanbod. Ik ben nog geen klant bij Protectas. Gelieve mij informatie voor mijn private verzekeringen te bezorgen op volgend adres: Ik ben reeds klant bij Protectas. Gelieve mij informatie voor mijn autoverzekeringen te bezorgen op volgend adres: Naam: ………………………………. Voornaam: ………………………………… Adres: ………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………. Tel : ………………………………. Korps: ……………………………………... Stuur deze antwoordstrook naar Protectas, Zelliksesteenweg 12 te 1082 Brussel of bel voor meer informatie op het nummer 02/465.91.01 of fax: 02/468.02.34 of e – mail : Info@Protectas.be Registratienummer CDV 16896 30


BRANDWEERMAN

de N r. 546 / no vember - d ecem b er

Brandweer Brussel wint Belgian Fire Games Ranst, 20/9/2014.- Het 6-koppige team van Brandweer Brussel is de verdiende winnaar van de Belgian Fire Games op 20 september 2014 in Ranst. Deze zes brandweermannen gaan in 2015 naar Virginia in de Verenigde Staten om België te vertegenwoordigen in de World Police and Fire Games. De Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken heeft de Belgian Fire Games georganiseerd in nauwe samenwerking met ANPI (Nationale vereniging voor brand- en diefstalbestrijding) en Campus Vesta. Brandweer Brussel: “Het was een leuke ervaring. De infrastructuur van Campus Vesta leende zich perfect voor deze dag. We zijn heel erg enthousiast over de prijs, aangeboden door ANPI. Het reglement kon waterdichter zijn, maar verder waren de organisatie, de samenstelling van de jury en ook de catering dik in orde.” Op 20 september 2014 hebben 10 teams vanuit hulpverleningszones uit het hele land het tegen elkaar opgenomen in een strijd voor de eer van meest fitte en teamgeoriënteerde hulpverleningszone van België én voor de hoofdprijs: een 6-voudig ticket naar de World Police and Fire Games, aangeboden door ANPI. In totaal hebben alle teams zes proeven afgelegd, waarbij ze zich hebben bewezen op vlak van fitheid, teamwork en technische capaciteiten: • hindernissenparcours • redding uit een vliegtuig + reanimatie • dam bouwen met zandzakjes • aflegsysteem opbouwen in een appartementsgebouw, • ontzetting uit een autobus • persluchtparcours Aanleiding voor de organisatie van de games is de officiële zonevorming van de brandweer vanaf 1 januari 2015. Vanaf die datum zullen de 250 brandweerkorpsen in ons land samensmelten tot 34 hulpverleningszones en brandweer Brussel. Reden te meer dus om dit te vieren en om alvast te beginnen werken aan de teambuilding binnen en tussen de zones. RANGSCHIKKING 1. Brussels Fire Department

12:44

2. Fluvia

16:09

3. Waasland

16:14

4. Oost-Vlaanderen zone Centrum

16:27

5. Antwerpen Zwijndrecht

16:51

6. Brandweer Vlaamse Ardennen

16:51

7. Luxembourg

18:31

8. Dinaphi

18:46

9. Wallonie Picarde

20:37

10. Noord Limburg

20:47

MEER INFO: • De resultaten zijn terug te vinden op website van de Belgian Fire Games www.belgianfiregames.be • De website van de World police and fire games in Virginia in 2015: http://fairfax2015.com/ • ANPI (Nationale vereniging voor brand- en diefstalbestrijding): www.anpi.eu • Campus Vesta: www.campusvesta.be

31


Emergencyvehicles, vehicles, special vehicles equipment Emergency special vehicles andand equipment for for firefighting, fighting,police police and medical intervention. fire and medical intervention.

Somati Vehicles NV • Industrielaan 17a (Zuid III) • 9320 Erembodegem

T +32 53 83 16 16 • F +32 53 84 06 86 • info@somativehicles.be • www.somativehicles.com

Somati Vehicles NV • Industrielaan 17a (Zuid III) • 9320 Erembodegem

T +32 53 83 16 16

F +32 53 84 06 86

vehicles@somati.be

www.somati.com

1927_300x160_Somati Vehicles.indd 1

19/11/12 12:12

vehicles Somati VEHiCLES heeft meer dan 40 jaar ervaring in binnen- en buitenland in het leveren en onderhoud van brandweermaterialen, brandweervoertuigen, politievoertuigen en utilitaire voertuigen, evenals ziekenwagens en MUG voertuigen zowel voor brandweer als de meest gerenommeerde ziekenhuizen. Het ontwerpen van de wagen gebeurt in nauwe samenwerking met de eindklant. Hierbij heeft deze steeds inspraak in de gebruikte materialen, indeling en montagemogelijkheden. Alvorens de productie te starten, kan men de wagen in een 3D tekening bekijken.

www.somativehicles.com Industrielaan 17A (Zuid III) I B-9320 Erembodegem tel +32 (0)53 83 16 16 I fax +32 (0)53 84 06 86 info@somativehicles.be

Somati VEHiCLES is ISO 9001:2008 gecertificeerd waardoor wij een perfecte afhandeling en after-service kunnen garanderen.


BRANDWEERMAN

de N r. 546 / no vember - d ecem b er

ICS, een gestructureerde aanpak van grootschalige incidenten (deel 2) In de vorige editie van de brandweerman is het eerste deel van dit artikel verschenen. Het invullen van de randvoorwaarden die bij een incident command system behoren, kan je in dit tweede deel lezen. AANPAK Binnen de brandweer is er slechts beperkt wetenschappelijk onderzoek verricht naar de commandovoering. De commandovoering kan men samenvatten als het leidinggeven en het inzetten van beschikbare middelen om een vooropgestelde doelstelling te bereiken. Recente buitenlandse evaluaties van incidenten tonen aan dat de commandovoering tijdens het brandweeroptreden vaak ineffectief was en dat de leidinggevende vaardigheden van de verantwoordelijken tijdens crisissituaties ontoereikend waren. Spijtig genoeg kunnen wij ons in België weinig baseren op zulke gegevens omdat ze nagenoeg niet bestaan of niet kenbaar gemaakt zijn. Tijdens de zoektocht om een gefundeerd antwoord te bieden aan de vragen die tegenover een gestructureerde nieuwe brandweer staan, botsen we op twee moeilijkheden die de draagkracht van mogelijke oplossingen verminderen. • Er is weinig tot geen wetenschappelijk onderzoek ter beschikking over commandostructuren bij de brandweer. Er zijn voldoende werken gericht op de bevelvoering bij de brandweer. Indien men de focus richt naar commandovoering, het macroniveau van operationele aansturing, bij grootschalige incidenten is er weinig specifiek onderzoek beschikbaar. • Er zijn weinig incidentevaluaties ter beschikking in België. Om tot een neutrale en objectieve evaluatie te kunnen komen, is er nood aan alle informatie die invloed heeft op het incident. Het principe van een ‘blame-free’-analyse moet dan een grondbeginsel zijn. Alle partijen die bij een incident betrokken zijn moeten hierin een open communicatie kunnen voeren. De open communicatie kan alleen als de partijen vanuit vertrouwen kunnen handelen, zonder vrees voor eventuele schadeclaims op basis van de evaluatie. De mogelijkheid die we hier, via dit artikel, kunnen aangrijpen, is een analyse maken van de commandosystemen van de brandweerorganisatie in onze buurlanden. Dit geeft ons de mogelijkheid om op een gefundeerde manier randvoorwaarden te bepalen die kunnen bijdragen tot een duidelijke en werkbare commandostructuur. Hieronder volgt een korte synthese van drie verschillende commandostructuren die bij brandweeroperaties toegepast worden. Om een ruimere kijk te bieden op commandostructuur wijden wij een kort stuk aan de werkwijze van de collega’s van D3, de politie INCIDENT COMMAND SYSTEM (ICS) • Fire and Rescue Service United Kingdom (FRS UK) De hele doctrine ‘grootschalige incidenten’ of ‘Incident Com-

mand’ is duidelijk beschreven in een Fire and Rescue Manual. Ze zijn op een gestandaardiseerde manier georganiseerd, hierdoor kan het ICS toegepast worden door alle disciplines. De hulpverleners spreken dezelfde taal omdat ze vertrouwd zijn met de duidelijke gedefinieerde commandostructuur. Ze zorgen niet alleen voor structuur in hun commandovoering, maar zorgen ook voor sectorisatie op het terrein. Hierdoor worden de complexe incidenten opgedeeld in werkbare sectoren die zorgen voor een aanvaardbare en controleerbare werklast bij de leidinggevenden om operationele ploegen aan te sturen. Het bepalen van de maximale werkbelasting voor een leidinggevende heet ‘span of control’. In het ICS wordt veel aandacht geschonken aan de bewaking van span of control op vlak van communicatie en leidinggeven. Een bijkomend sterk punt van het Angelsaksische systeem is dat de leidinggevenden vrij snel ondersteund worden door een command support. De invulling van de command support is afhankelijk van het incident. Bij grotere incidenten zien ze het command support team als een autonome sector. Lessen uit UK ICS: • Maak het ICS uniform voor heel het land • Maak duidelijke afspraken over sectorisatie • Bewaak de span of control en zorg voor opschaling van commando wanneer de span of control te groot wordt • Implementeer command support en laat dit meegroeien met de inzet • Feux des Forêts (FDF) - Brandweer Frankrijk - natuurbrandbestrijding De leidinggevenden, die uitgebreide natuurbranden moeten bestrijden, krijgen te maken met twee belangrijke factoren: tijdsbeperking en uitgestrektheid van het interventiegebied. Door hun militaire achtergrond en specifieke cultuur op vlak van commandovoering is de Franse brandweer er in geslaagd om een slagkrachtige werkwijze uit te bouwen voor natuurbrandbestrijding.

33


de

BRANDWEERMAN

Nr. 54 6 / n o v e mb e r - de c e mbe r

De organisatie van hun tussenkomst is gebaseerd op beeldvorming. Zij hebben hun eigen, geijkte manier om een situatieschets door te geven via radiocommunicatie. Ze maken gebruik van gestandaardiseerde berichten onder de vorm van mnemonics (zie kader). Het beeld dat ze mondeling doorgeven, wordt door leidinggevenden overgebracht op uniform kaartmateriaal.

Voorbeeld Mnemonic: SOIEC: S: Situatie => vb uitslaande loodsbrand O: Objectieven => overslag vermijden thv. B-gevel aanpalend gebouw I: Inzet => 2x LD 45 van autopomp en 1x LD via autoladder thv B-gevel E: Extra middelen => opschalen met 2 extra autopompen en 5 tankwagens C: Commando => Leider van de operatie is adjudant Janssens

Op basis van de beeldvorming zal hun inzet bepaald worden en voeren de operationele teams basismanoeuvres uit om de gewenste doelstelling te bereiken. De operationele teams zijn in GIFF’s (le Groupe d’Intervention Feux des Forêts) ingedeeld. Dit team bestaat uit vier interventievoertuigen die onder leiding staan van een bevelvoerder. De GIFF kan opereren als een zelfregulerend team. Als de GIFF onvoldoende slagkracht heeft voor het uitvoeren van zijn opdracht, kan er opgeschaald worden naar een colonne van 4 GIFF’s, in totaal 16 voertuigen. Deze modulaire aanpak resulteert in een duidelijke en flexibele opbouw van de hulpverleningsactie. Een doorgedreven opleiding op verschillende niveaus draagt bij tot de soepele implementatie van een commandostructuur die gebaseerd is op competenties van leidinggevenden.

incident (klein tot compagnie-inzet) zullen er meerdere middelen ter plaatse gestuurd worden. Hierdoor maken zij hun opschalingsprocedure vraaggestuurd. Vanaf het ogenblik dat ze 4 autopompen of tankautospuiten (TAS) ter plaatse hebben, organiseren ze zich in een pelotonsstructuur. Het peloton staat onder leiding van een pelotonscommandant. De basiszorgfaciliteiten die ze ter beschikking hebben, worden naadloos opgeschaald naar een grootschalige werking. Als blijkt dat er nog bijkomende middelen noodzakelijk zijn, kan er opgeschaald worden. Hierbij werken ze vanuit een modulair systeem dat opgebouwd is uit de hoekstenen van de basisbrandweerzorg (In Nederland is dit 1 autopomp TS-6). Bij opschaling krijgt men meer van hetzelfde (meer eenheden basisbrandweerzorg). In Nederland hecht men ook veel belang aan informatiemanagement en de logistieke aspecten die bij een incident aan bod komen. Op deze manier ondersteunen zij hun operationele eenheden optimaal. Lessen uit grootschalig brandweeroptreden Nederland • Deel incidenten op in categorieën waar opschaling aan gekoppeld is •Schaal op vanuit een modulair systeem •Investeer in informatiemanagement ter ondersteuning van de operationele eenheden • Commandostructuur bij D3, de politie Lokale politie Antwerpen – interview met Directeur Operaties, CP Jo De Geest De politie heeft vaak de mogelijkheid om op voorhand de commandostructuur te plannen in het kader van evenementen. Zij gaan ervan uit dat een gepland evenement een potentiële noodsituatie kan worden. Ze passen hun commandostructuur bij elke, al dan niet geplande, operatie toe. Aan de hand van enkele toelichtingen bij onderstaande illustratie trachten we

Lessen uit Feux des Forêt •Investeer in uniforme en doorgedreven beeldvorming (oa via uniform kaartmateriaal) •Werk met zelfregulerende en modulaire teams die basisopdrachten uitvoeren om de gewenste doelstellingen te bereiken •Implementeer een doorgedreven opleiding en training op alle niveaus, ook op het leidinggevende niveau

34

• Visie grootschalig brandweeroptreden -Brandweer Nederland De Nederlandse brandweer gaat van start met het indelen van incident bij een inkomende melding. Afhankelijk van het type

©Dimi Vercammen


BRANDWEERMAN

de N r. 546 / no vember - d ecem b er

een duidelijk beeld van hun commandostructuur te schetsen. De algemene coördinatie van een operatie berust op een ‘gold’commander, in bovenstaand voorbeeld de Directeurs operaties (DIR- Ops). Een goldcommander zal dus instaan voor de rechtstreekse aansturing van de verschillende silvercommanders. Voor deze inzet werden motards en enkele verkeerseenheden ingezet. Deze beide groepen werden aangestuurd door ‘silver’commander, nl. ‘VERKEER’. In het kader van een duidelijke beeldvorming werd een cel informatie en beeldvorming opgestart, onder leiding van ‘silver’ INFO. Op het terrein werd ingezet op 2x2 pelotons met als doel het behouden van een werkbare span of control. Telkens stonden er 2 pelotons onder leiding van een eskadronscommandant. Deze commandanten staan onder de leiding van een ‘silver’-commander ‘INTERVENTIE’. Beide eskadronscommandanten functioneren op ‘bronze’-niveau en zorgen voor de aansturing van de pelotons. Een peloton zal conventioneel als volgt weergegeven worden: De ‘silver’-commander ARAF slaat in deze case op het team dat instaat voor arrestatieafhandeling indien dit nodig zou blijken. Dit is eigen aan de werking van de politie en daarom wordt hier niet verder op ingegaan. Lessen uit commandostructuur D3 •Toepassen commandostructuur van routine- tot crisissituaties •Bijzondere aandacht voor beeldvorming (bron- en effectgebied) •Conventionele werkwijze zorgt voor duidelijkheid: benamingen, deelopdrachten, structuur,… Bij het doornemen van bovenstaande commandosystemen, blijkt dat structuur en rechtlijnigheid in commandovoering noodzakelijk is voor organisaties die moeten tussenkomen in crisissituaties. Het goed lopen van interventies verloopt evenredig met het toepassen van de uitgewerkte commandostructuur. In het kader van crisismanagement en grootschalig optreden van hulpdiensten is het van groot belang dat de disciplines de nodige structuur in hun organisatie en in de chaos van het incident kunnen brengen. Het grootschalig optreden tijdens crisissituaties kenmerkt zich door de aanwezigheid van veel personeel en middelen van verschillende disciplines. Om dit duidelijk te kaderen verwijs ik naar een recente inzet van de Nederlandse Brandweer. Op 20 april 2014 ontvangt de veiligheidsregio Gelderland-Midden een melding van een natuurbrand in het nationaal Park De Hoge Veluwe. In totaal worden er 7 compagnies ingezet om de brand in een geteisterd gebied van 527 hectare te kunnen blussen. Bijkomend is er ondersteuning ter plaatse van defensie die instaan voor blussing vanuit de lucht. Enkel voor de brandweer moeten

er 7 x 8 TS (336 operationele brandweermannen) aangestuurd worden voor de blussingswerken. Deze uitgestrekte en complexe inzet kan enkel gerealiseerd en aangestuurd worden als je als leidinggevende in een discipline kan terugvallen op een duidelijke commandostructuur. Het idee om tot een guideline te komen is gegroeid vanuit de vaststelling dat de opschaling tijdens grootschalige interventies vaak empirisch zal aangepakt worden. De brandweerorganisatie wordt meestal geconfronteerd met ‘fast burning crisis’ waardoor we snel en zwaar moeten opschalen. Het verloop van fast burning crisis kenmerkt zich door een zeer plots ontstaan en is snel afgelopen. We denken hier aan incidenten zoals branden en ongevallen met gevaarlijke stoffen. Een crisis kenmerkt zich als een complexe situatie, waarbij onder tijdsdruk acties moeten uitgevoerd worden om het incident te stabiliseren, aan te pakken en af te handelen. De hulpdiensten die moeten tussenkomen bij dergelijke incidenten, hebben er baat bij om zoveel mogelijk onzekerheden uit te sluiten. Het incident en de omstandigheden waarin gewerkt zal moeten worden is initieel niet of moeilijk te controleren. De brandweerorganisatie kan wel gestandaardiseerd optreden in functie van tussenkomsten. Een departement preplanning of operaties zal binnen de (inter)zonale brandweerorganisatie een werkwijze moeten vastleggen om voldoende voorbereid te zijn op grootschalig optreden. De werkwijze van onze buurlanden kan hierbij een goede basis bieden om de Belgische brandweer zich te laten organiseren naar een dynamische en slagkrachtige crisisorganisatie. Hoe de conclusies die gevormd zijn uit de incident command systemen van onze buurlanden geïmplementeerd kunnen worden, zal in een derde artikel verschijnen in de volgende editie van de brandweerman.

Auteurs: Dimi Vercammen & Bert Brugghemans Met dank aan: CP Jo De Geest, Directeur Operaties, Lokale politie Antwerpen

Kritische beslissingen Actieplannen

(deel) opdrachten

Strategisch

Rechtzetting: In nr 545 van ‘De Brandweerman’ werd verkeerdelijk vermeld dat de foto’s van het artikel ICS afkomstig waren uit Zone Fluvia. De wakkere auteurs laten weten dat de foto’s afkomstig zijn van Zone Rivierenland. Bij deze, dank aan zone Rivierenland.

Tactisch

Operationeel

35


de

BRANDWEERMAN

Nr. 54 6 / n o v e mb e r - de c e mbe r

SDS-2-GPS ASTRID Paging

Dispatching kazerne

Dispatching kazerne SDS SDS

poort sluiten

HC 112 Limburg

STATUS

STATUS

vertrek interventie

vertrek interventie

HC 112 Vlaams-Brabant STATUS niet beschikbaar

HC 112 Luik STATUS niet beschikbaar

pager wacht

Reduceer verbale communicatie en bijhorende fouten Automatiseer verslaggeving Plug & Play met alle Garmin DEZL en NUVI GPS-en Werkt met alle ASTRID radio’s - ook via car-kit Verstuur met 1 knop 2 tekst- en 4 status berichten naar verschillende ontvangers  Track-&-trace  5 jaar garantie op GiD  Coming soon: connectie met tablet-PC’s via BlueTooth     

www.fgspro.be info@fgspro.be

������������� ����������� ����������������

����������������

��������������������������

�����������������������

������������� 36

����������������������������������������

5630-Adv_Brandweerman.indd 1

14-03-2006 15:52:30


BRANDWEERMAN

de N r. 546 / no vember - d ecem b er

Brandweervrouwendag is een succes! Op zaterdag 11 oktober 2014 organiseerden de brandweer Sint-Gillis-Waas en de vzw Vriendenkring brandweer Sint-Gillis-Waas een ‘Brandweervrouwendag’. De partners van de brandweermannen van de brandweerpost Sint-Gillis-Waas werden uitgenodigd om eens een voormiddag echte ‘brandweerman/ –vrouw’ te zijn. Zij kregen de gelegenheid om de autoladder de beklimmen, een auto open te knippen met schaar en spreider, diverse brandhaarden te blussen met draagbare blustoestellen en brandslangen en in een tent vol met rook een slachtoffer te zoeken.

Ook andere brandweerdiensten uit binnen- en buitenland lieten al weten dat zij dit ook willen organiseren. Auteur en Foto’s: Lt. Jean-Paul Heyens, Officier-dienstchef bwSint-Gillis-Waas en zonecoördinator a.i. Waasland

Het initiatief was gekomen na de opendeurdag van mei, waarbij de partners geholpen hadden maar eigenlijk weinig of niets konden meedoen. De partners werden zo ook eens in de bloemetjes gezet voor de vele uren dat hun echtgenoten bij de brandweer doorbrengen. Na de oefeningen kregen zij van de vzw Vriendenkring een verzorgde lunch aangeboden. Het initiatief werd zeer positief onthaald binnen de eigen korpsleden.

37


de

BRANDWEERMAN

Nr. 54 6 / n o v e mb e r - de c e mbe r

NIEUWE BRANDWEERVOERTUIGEN IN VLAANDEREN ZONE: ANTWERPEN-ZWIJNDRECHT - POST ANTWERPEN

Op dinsdag 8 juli om 11 uur stelde brandweer Antwerpen haar nieuwe hoogtewerker HW36 van 50m voor en drie andere brandweerwagens: een schuimautopomp (SAP54), een poederwagen (PW58) en de grote interventiewagen (GIW42). De HW36 is een voor BelgiĂŤ unieke brandweerhoogwerker van 50m. Dit indrukwekkende voertuig is gebouwd op een Scaniavrachtwagen P 400. De fabrikant van de hoogwerker is Hilton Engineering bv uit Maastricht, Nederland. Het voertuig van het type Hilton 530 T werd geleverd op 28 maart 2014. De hoogwerker is vooral bestemd voor brandbestrijding in hoogbouw en in de industrie en voor technische interventies. De hoogwerker kan ook ingezet worden voor de horizontale evacuatie van patiĂŤnten die daarna naar het ziekenhuis worden vervoerd. De schuimautopomp SAP54 en de poederwagen PW58, beide gestationeerd in de post Linkeroever, worden voornamelijk ingezet voor industriebranden en incidenten in de (petro)chemie, waarbij schuim of poeder als blusmiddel worden gebruikt. De grote interventiewagen GIW42 is voorzien van allerlei bevrijdings- en reddingsmaterieel en van een kraan. Hij wordt voornamelijk gebruikt voor de zogenaamde technische hulpverlening: bv. bevrijding van geknelde personen, vrijmaken van de openbare weg bij ongevallen, technische interventies bij instortingsgevaar enzovoort. Deze wagen opereert over gans het beschermingsgebied.

Met dank aan: Kpt. Peter Vanspauwen, Maj. Geens, Lt.-kol. Christian Addiers (post Antwerpen) - Fotografie: Jean-Paul Heyens

38


BRANDWEERMAN

de N r. 546 / no vember - d ecem b er

ZONE ZUID-WEST LIMBURG - POST HASSELT MULTIFUNCTIONELE AUTOPOMP 4X2 15 TON

Met beurs

De rubriek “Nieuwe brandweervoertuigen in Vlaanderen” wordt samengesteld door Lt Jean-Paul Heyens (BW Sint-Gillis-Waas) Bijkomende technische informatie over de voertuigen kan rechtstreeks bij Lt Heyens bekomen worden op: jeanpaul.heyens@brandweervlaanderen.be

Technologische Veiligheidsoplossingen Brand- en inBraakdetectie, cctV, toegangscontrole studie & ontwerp indienststelling & programmatie herstelling (24/24) & onderhoud Kruisboommolenstraat 13 B-8800 Roeselare

tel +32 0 51 74 71 79 fax +32 0 51 74 71 78

info@ardovlam.be www.ardovlam.be

39


Notificatie: toewijzing tankwagens 8000l en 12000l op chassis SCANIA

Nieuw!

Opnieuw toegewezen aan VANASSCHE FFE

TANKWAGEN 8000L 4X2 EN 4X4 Markt F.O.D. BiZa II/MAT/A26-297-12 – perceel 1 (4x2) Post 1: tankwagen 8000 liter 4x2 met zeeppatronen Scania G360 LB4x2MSZ Post 2: tankwagen 8000 liter 4x2 met detergenttank en injectiesysteem Scania G360 LB4x2MSZ Markt F.O.D. BiZa II/MAT/A26-297-12 – perceel 2 (4x4) Tankwagen 8000 liter 4x4 Scania G410 CB4x4HHZ

TANKWAGEN 12000L 6X4 Markt F.O.D. BiZa II/MAT/A26-297-12 – perceel 3 Post 1: tankwagen 12000 liter 6x4 met zeeppatronen Scania R450 LB6x4MSZ Post 2: tankwagen 12000 liter 6x4 met detergenttank en injectiesysteem Scania R450 LB6x4MSZ

Voor meer informatie: VANASSCHE FFE NV | Brugsesteenweg 2 | B-8531 HARELBEKE | Tel. +32 (0) 56 710 130 | info@vanassche-fire.be | www.vanassche-fire.be


e



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.