2 minute read

Inleiding

Inleiding

Strips zijn een vorm van kunst voor mij. Als kind las ik er massa’s en vele albums ook meer dan 1 keer. Mijn eigen collectie is beperkt tot de echte kinderstrips. Gelukkig bezit mijn vader alle albums van Kuifje en Asterix. In het begin las ik deze strips vooral visueel, in tegenstelling tot Suke & Wiske werd er in Kuifje veel gepraat wat betere en diepgaandere scenario’s opleverde maar de goedgevulde tekstballonnen schrikten mij ook af. Pas later begon ik de teksten ook echt te lezen en nog later kon ik alles verstaan. Op die manier heb ik elk album van Kuifje minstens al 10 keer gelezen maar ook vandaag blijf ik ze lezen. Hoewel ik de verhalen van buiten ken blijven ze boeien door de geweldige tekeningen en goede plots.

Advertisement

Per boek dat ik lees, lees ik zeker vier strips. Naast Kuifje zijn dat vooral graphic novels, een vrij recent medium waar vaak zowel letterlijk als figuurlijk buiten de hokjes van het stripverhaal wordt gedacht. De graphic novel biedt een goed verhaal en vaak ook veel meer diepgang dan de gewone strip. Dit medium is er in geslaagd literatuur met illustratie te vermengen en vooral ook om de strip het juiste, en hogere aanzien te geven die het verdient en te verheffen van de vloek dat het enkel tot vermaak van kinderen kan dienen. De algemene opvatting dat strips louter kindervermaak zijn, is wel eerder een Vlaams fenomeen dat men minder terugvindt in de Angelsaksische of Franstalige leescultuur.

Hoewel Hergé’s tekeningen realistisch zijn spreken ze ook tot de verbeelding. Kuifje doet dromen van verre reizen en avontuur. Het eeuwige jongensachtige van deze held vind ik geweldig en streef ik zelf ook na in mijn werk.

De tekeningen intrigeren me doordat Hergé zoveel laat gebeuren in 1 klein vakje van het stripverhaal. Hij kan als geen ander een prachtig landschap oproepen met enkele lijnen en een personage een emotie geven met diezelfde, eenvoudige lijn.

Die duidelijke beeldtaal spreekt me ook aan in grafisch ontwerp. Ik kijk op naar ontwerpen die met enkele lijnen een verhaal kunnen vertellen. Ontwerpen die door simpele elementen een grappig of slim beeld opleveren. Ontwerpen die de essentie vatten. Dat is geen gemakkelijke opgave, het is heel moeilijk om overbodige details op te sporen en weg te laten, en om in te zien wat structureel en essentieel is en wat niet.

Deze pure beeldtaal zien we op het vlak van grafisch ontwerp vooral in logo’s. Een logo poogt met één teken te vertellen waar een hele organisatie voor staat. In deze scriptie beperk ik me echter niet tot logo’s, ik ga op zoek naar de klare lijn in andere communicatievormen zoals posters, boeken, handleidingen en patenten, een medium waarvan instructie de basis is en duidelijkheid bijgevolg de norm.

De manier waarop ontwerpers informatie vormgeven vind ik zeer interessant. Droge materie boeiend maken met een goed ontwerp is een vak op zich.

In deze scriptie vertrek ik van de klare lijn als grafisch element en zoek verwantschappen in de kunst -en ontwerpwereld. Ik probeer ook te achterhalen waar de klare lijn vandaan komt. Wie zijn de voorlopers van Hergé en waarop inspireert hij zich. Ook onderzoek ik de klare lijn vandaag, in de 21ste eeuw.

De verwantschappen die ik zie toon ik vooral in de beelden zelf, verwacht dus een scriptie waar beeld wordt afgewisseld met tekst.

uit: The Selected Works of T.S. Spivet — Reif Larsen

This article is from: