2 minute read
Hergé: inspiratie en bronnen
2. ooRSPRoNg
hergé: Inspiratie en Bronnen
Advertisement
hergé heeft het medium van het stripverhaal niet uitgevonden. hij haalde de mosterd bij illustratoren uit de 19e eeuw die beeldverhalen vertelden. Dit gebeurde niet in de vorm zoals we ze nu kennen, van tekstballonnen is er bijvoorbeeld nog geen sprake.
De Franse illustrator Benjamin Rabier (°1864 – †1939) tekende in 1897 het beeldverhaal Tintin le Lutin. Hergé gebruikte niet alleen de vrij ongebruikelijke naam van diens hoofdpersonage Tintin – de Franse Kuifje – maar baseerde zich ook op de fysieke kenmerken van dit figuur zoals de typerende kuif en de hond.
Hergé geeft de invloed van rabier toe, maar enkel voor dierenscènes die hij tekende. rabier was een meester in zulke scènes: hij illustreerde o.a. de Fabels van Jean de la Fontaine en ontwierp het logo voor La Vache Qui Rit.
Ook op stilistisch vlak laat hij zich inspireren. In het voorwoord van rabier’s Fables de la Fontaine schrijft Hergé:
“His drawings were very simple. Very simple, but sturdy, fresh, joyful and perfectly readable. In a few well-carpentered lines, everything was said: the setting was shown, the actors were in place; the comedy could start (…) And it’s for sure from this encounter that I date my taste for a clear and simple drawing, a drawing to be understood instantaneously. It is, before anything else, this readability that I myself have never ceased to seek”5 Zijn invloed gaat zelfs zo ver dat hij een grap kopieert van rabier. — zie pagina’s 24 & 25
rabier’s beeldverhalen waren een belangrijke aanzet voor Kuifje als stripverhaal. Hij tekent de verschillende scènes van het verhaal in een reeks vakken die elk van vorm verschillen maar duidelijk de chronologie van het verhaal weergeven. De tekst staat nog naast het beeld en moet dus bij elke tekening worden bijgedacht.
5 Bron: Buchet, Alex: Strange Windows: Ha, ha, ha, Moooo…! (Ligne Claire 1), 2011
rodolphe Töpffer (°1799 – †1846) is een pionier van het medium stripverhaal, al in 1845 publiceerde hij het eerste moderne stripverhaal. Hij maakte vooral satirische tekeningen die hij buiten zijn eigenlijke job als onderwijzer uitvoerde. Töpffer’s tekeningen zijn gedetailleerder dan die van Hergé maar ook in zwarte Oostindische inkt uitgevoerd. Hergé’s oorspronkelijke stijl bezat dezelfde vrijheid en expressie. Pas later gaat hij realistischer tekenen.
Net als bij rabier gaat Hergé ook van Töpffer inhoudelijke elementen kopiëren.
Het begin van Kuifje en de sigaren van de Farao is een echo van rodölphe Topffer’s Mr. Pencil. Beiden verhalen openen met een scène waar een man een blad papier achternazit dat door de wind wordt voortgeblazen.
Mr. Pencil, 1831 — Rodolphe Töpffer
Openingssequens uit Kuifje en de sigaren van de Farao, hertekende versie uit 1955