4 minute read
Definitie en afbakening
1. DE KLARE LIJN
Definitie en afbakening
Advertisement
De klare lijn is de term die we gebruiken om de stijl van de striptekenaar Hergé te definiëren. Deze term ontstond in 1977 naar aanleiding van de expo Kuifje in Rotterdam die door de rotterdamse Kunststichting was georganiseerd. Bij de expo werden in plaats van een catalogus vier boekjes uitgegeven die door tekenaar Joost Swarte werden vormgegeven. De laatste uitgave in deze reeks droeg de titel De Klare Lijn waarmee Swarte dus voor het eerst deze stijl definieerde.
Klare lijn of Ligne Claire is een tekenstijl waarbij aan elke lijn een gelijk gewicht wordt gegeven. Deze zijn heel helder en vrij dik, zo wordt enkel de essentie in beeld gebracht. Wat ook betekent dat voor –en achtergrond gelijkwaardig worden want ze krijgen evenveel aandacht van de tekenaar. De lijntekeningen worden vaak egaal ingekleurd zonder aandacht de hebben voor de textuur van het materiaal. Dit biedt vele vertelmogelijkheden voor de strip. Door objecten of personages in de verte even duidelijk af te beelden kan je gemakkelijk relaties en linken in een verhaal stoppen met de omgeving en dus niet enkel tussen de figuren die prominent in beeld staan.
De klare lijn maakt Hergé’s werk heel toegankelijk, zowel kinderen als volwassenen genieten ervan. Het biedt dankzij actuele thema’s, woordspelingen en humor voor ieder een eigen analyse-niveau hoewel Hergé donkere thema’s als criminaliteit en corruptie niet schuwt. Dat is een kracht van Hergé’s werk, de angsten van het publiek omzetten in visueel genot.
Zo probeert Kuifje in Kuifje in Amerika enkele Amerikaanse gangsters te ontvluchten door via het raam naar het naastliggende te klimmen langs de voegen van de muur. Door het geometrische perspectief levert dit een geweldig beeld op, maar het is ook zeer angst – en duizelingwekkend.
Op het beeld zien we Kuifje die tekenaars de klare lijn onderwijst, Joost Swarte is één van hen.
Techniek, Proces & Inhoud
Hergé wou Kuifje´s avonturen in een reële wereld laten beleven en keerde de in die tijd gebruikelijke cartoonstijl van de krantenstrip de rug toe. Kuifje werd oorspronkelijk gepubliceerd in Le Petit Vingtième, de wekelijkse jeugdbijlage van de katholieke krant Le Vingtième Siècle.
De stripkunst is verbonden met de vooruitgang van de druktechniek, in die tijd kon er enkel in zwart-wit worden gedrukt en minder gedetailleerd dan nu. Hergé wist dat en tekende Kuifje als krantenstrip in een duidelijke contourlijn. De beperkte mogelijkheden van die lijntekeningen buit hij ten volle uit in zijn werk
Hergé tekende vele poses naar het leven en ging op reis of naar musea om zijn locaties en decors zo juist mogelijk te kunnen weergeven. Voor het maanavontuur liet hij een schaalmodel van de raket maken om er zeker van te zijn dat de tekeningen klopten. Hij had zelfs een vliegtuigexpert in dienst die erop toezag dat alle details van de talloze vliegtuigen in de albums klopten. Een Kuifje-album kostte veel voorbereiding maar leverde dan ook realistische decors en personages op.
In zijn eerste albums beantwoordden Hergé’s decors vaak aan het karikaturale beeld dat men in de jaren 20 heeft: Afrikanen zijn achterlijk en bijgelovig en de Amerikanen kapitalisten. Wanneer Kuifje zijn eerste avontuur in het Verre Oosten beleeft vreest men ook dat Hergé in de clichés zal vervallen. Maar vanaf De Blauwe Lotus komt er verandering in Hergé’s stijl. Zijn personages krijgen meer diepgang en de scenario’s zijn zorgvuldiger opgebouwd. Kuifje valt niet meer van de ene hachelijke situatie in de andere zoals in de voorgaande strips. Deze verandering heeft ook te maken met het feit dat Hergé Kuifje niet meer dagelijks op een halve pagina moest publiceren en dus een gag moest voorzien, hij kreeg de kans om meerdere pagina’s per week te publiceren en kon op die manier een evenwichtiger en rustiger verhaal opbouwen.
Hergé’s vriend Tchang Tchong-Jen speelt hierin ook een grote rol. Hergé ontmoet deze jonge kunststudent op 27-jarige leeftijd en krijgt door hun gesprekken een goed beeld van de Chinese cultuur. Tchang moedigt Hergé ook aan om realistischer en levendiger te tekenen.
Aan één pagina ging een hele reeks voorbereidende schetsen vooraf — zie reeks onderaan. Hoewel Hergé’s strips makkelijk lijken getekend, zijn ze het resultaat van een reeks uitgepuurde voorschetsen. Hergé legt het uit als volgt:
“Je dessine furieusement, rageusement, je gomme, je rature, je fulmine, je surcharge, je m’acharne, je jure (…). Il arrive même parfois que, à force de revenir sur une attitude, je perce le papier”1
Het grafisch talent van Hergé is uitzonderlijk. Elk object dat hij in beeld brengt krijgt even veel aandacht waardoor het als het ware een model wordt voor de lezer. Luc Sante2 omschrijft het als volgt:
“ Wat Hergé deed is even serieus en eindeloos toepasbaar als geometrie. (…) Hij is niet de Rembrandt, Da Vinci of de Cézanne van de strip, hij is de Euclides.” 3
1 Bron: Duplan, Alain: Un vrai trait de génie in Le Temps, Samedi 8 septembre 2012
2 Luc Sante is een Belgische schrijver en criticus die in New York leeft en werkt. Hij heft al verschillende boeken geschreven en schrijft frequent voor de New York Review of Books.
3 Oud-Griekse wiskundige die in 300 v. Chr. met de Elementen het meest invloedrijkste werk in de geschiedenis van de wiskunde schreef.
Proces van een reeks voor het album Kuifje & de Picaro’s