Syntra Brussel pakt uit in Gare Maritime
Vanaf september breidt Syntra uit op de mooiste campus van Brussel en opent ze haar gloednieuwe ateliers in het historische Gare Maritime op de site van Tour & Taxis. De opleidingen rond elektriciteit, sanitair, fietshersteller, kapper, mode en duurzame energie zullen hier hun nieuwe thuis vinden.
Benieuwd naar de rest van onze opleidingen?
Ontdek ze hier:
14
Beton en bouwblokken
De buurt rond Brussel-Zuid: een eeuwige werf
24 Maquettes van 75.000 euro
Thierry Meeùs, directeur van MiniEuropa gaat op pensioen
37 Graffiti op gevels
Vhils: met een drilboor muurportretten maken
05 EDITO
06 HET GESPREK VUB-professor Cathy Macharis en filmmakers Jozef Devillé en Pablo Eekman bepleiten een systeemverandering
10 IN BEELD Saskia Vanderstichele
12 IN DE KIJKER Clash tussen Net Brussel en Schaarbeek leidt tot vuilnischaos
13 BEELDCOLUMN Kim Duchateau
20 BIJGEDACHTE Een extra staatssecretaris, echt?
21 KORT GESPREK Willem BongersDek, directeur van deBuren
23 BEESTIG BRUSSEL De zweefvlieg: Europa wil Brusselse groene ruimtes laten zoemen van de insecten
28 VOETBALCOLUMN Paarse bond
29 BIG CITY Wat is de geschiedenis van de hippodroom van Bosvoorde?
30 DE SLAAPKAMER van Tobias
32 COVERSTORY Stickeraars hangen Brussel vol met klevers
36 COLUMN Onschuldig voyeurisme
37 SELECT Klein onderhoud Hulk van JMF Eat & Drink Kosto De vijf inzichten Bob Verschueren
Mini-Europa werd al meerdere keren met sluiting bedreigd, maar lokt nog altijd 400.000 bezoekers per jaar.
SUMMER CHALLENGE
Reward your love of cinema
Reward kans
Ga tussen 21 juni en 21 juli naar zo veel
mogelijk verschillende cinema’s in Brussel en maak kans op prijzen!
Heeft u een Cineville Pass?
Haal uw stempelkaart op aan de kassa
COLOFON
BRUZZ
Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-650.10.65
ABONNEMENTEN
Josiane De Troyer (abo@bruzz.be), 02-650.10.80
Gratis in Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Rest van België: 29 euro per jaar; IBAN: BE98 3631 6044 3393 van Vlaams Brusselse Media vzw Buiten België: 35 euro per jaar.
OPLAGE
55.000 exemplaren.
ADVERTEREN?
Marlies De Deygere 02-650.10.81 marlies.dedeygere@bruzz.be
DISTRIBUTIE
Ute Otten, 02-650.10.63, ute.otten@bruzz.be
ALGEMENE DIRECTIE
Dirk De Clippeleir
ALGEMEEN HOOFDREDACTEUR
Klaus Van Isacker
COÖRDINATOR MAGAZINE
Maarten Goethals
ARTDIRECTOR
Heleen Rodiers
VORMGEVING
Ruth Plaizier
EINDREDACTIE
Karen De Becker, Kurt Snoekx
WERKTEN MEE AAN DIT NUMMER
Kris Hendrickx, Bettina Hubo, Tom Zonderman (redacteurs); Michaël Bellon, Anneliest Bontjes, Maya Callizaya, Jasper Croonen, Charlotte De Cort, Emilia De Feyter, Elien Haentjens, Tom Peeters, Niels Ruëll, Nordin Sermant, Emmanuel Vanbrussel, Bram Van Renterghem, Michel Verlinden, Joke Vylders (medewerkers)
VERTALING
Frédérique Beuzon, Gregory Blauwers, Sam De Ryck, Aurélien Garcia, George Holmer
FOTOGRAFIE & ILLUSTRATIE
Bart Dewaele, Kim, Delphine Frantzen, Ivan Put, Saskia Vanderstichele
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Koen Cypers
Flageyplein 18, 1050 Elsene. BRUZZ is een uitgave van de Vlaams Brusselse Media vzw, wordt gedrukt bij Printing Partners Paal-Beringen
en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie
MELD NIEUWS
Zelf nieuws gespot?
Tips zijn altijd welkom via: BRUZZ.be/meldnieuws Persberichten kunnen via redactie@bruzz.be
VOER UW EVENEMENT IN OP ENCODEZ VOTRE ÉVÉNEMENT SUR ENTER YOUR EVENT ON www.extranet.brussels
WWW.BRUZZ.BE
Maarten Goethals
Coördinator Magazine
Mismanagement
Net zoals bij een mens geldt ook voor een stad: het uiterlijk reflecteert het innerlijke. De ziel van een buurt of een wijk toont zich vooreerst in de aanblik, in de ruimtelijke inrichting, in de aankleding ervan.
Neem bijvoorbeeld de zone rond het Zuidstation (p. 14). Vijftien jaar lang rolde het ene toekomstplan na het andere van de tekentafel, maar door mismanagement van de NMBS, het Gewest en de bouwpromotoren verdorde de plek tot een woestijn van beton en onherbergzame, winderige pleintjes. De omgeving lijkt voor de eeuwigheid verloren, want de vibe zit volledig verkeerd. Wie er komt, wil er weg.
“De zone rond het Zuidstation verdorde tot een betonnen woestijn”
Een ander, meer positief voorbeeld van hoe de buitenkant iets zegt over de binnenkant, is de stickeroorlog (p. 32). Brussel hangt vol met klevers van jonge straatartiesten zoals Erez die naar eigen zeggen “de stad minder egaal en grijs willen maken door kleur aan te brengen”. Sommigen zullen die stickers vuiligheid vinden, maar het vormt wel het bewijs van een grotere conversatie en een levende underground, die hun plek opeisen in de publieke ruimte.
Als de stickerfans nog nieuw terrein zoeken om vol te kleven, en onderdeel te maken van een vernieuwde energie? Misschien eens afstappen aan Zuid.
FR Ce qui s’applique à l’être humain est aussi valable pour la ville : l’extérieur est un reflet de l’intérieur. L’âme d’un quartier se traduit dans son aspect, son aménagement urbain et sa décoration. Comme par exemple le quartier du Midi (p. 14). Pendant quinze ans, les plans de réaménagement se sont succédé, mais suite à une mauvaise gestion de la SNCB, de la Région et des promoteurs immobiliers, l’endroit s’est transformé en un désert de béton avec des places peu accueillantes, balayées par le vent. Il n’y a aucune ambiance. On n’a qu’une envie quand on y est, c’est de repartir au plus vite. Un autre exemple, plus positif, de l’extérieur qui en dit long sur l’intérieur, est la guerre des autocollants (p. 32). Bruxelles est envahie par les stickers de jeunes artistes de rue comme Erez, qui « veulent rendre la ville moins uniforme et moins grise en apportant un peu de couleur ». Certains trouveront cela sale, mais c’est le signe d’une plus vaste conversation et d’un mouvement underground vivant qui revendique une partie de l’espace public. Si les fans de stickers cherchent de nouveaux territoires pour y insuffler une nouvelle énergie, qu’ils descendent Gare du Midi.
EN A city is often like a person in that the outside often reflects the inside. The soul of a neighbourhood or district first reveals itself in its appearance, in its spatial layout, in its decoration. Take, for instance, the area around Brussels South (see page 14). For fifteen years, one plan after another rolled off the drawing board, but mismanagement by the NMBS/SNCB, the Region, and the developers turned the place into a desert of concrete and inhospitable, windy squares. The area seems for ever lost because the vibe is completely off. Anyone arriving there, wants to depart again. Another, more positive example of how the outside says something about the inside, is the sticker war (see page 32). Brussels is full of stickers by young street artists like Erez who, in their own words, “want to add colour and make the city less uniform and grey.” Some will find these stickers a nuisance, but it is a sign of a larger conversation and an underground that is alive, claiming its place in the public space. If sticker fans are in need of more places to fill with stickers and to infuse with renewed energy? Maybe get off at Brussels South.
‘Er
zit geweld in ons systeem’
Moet het beter? Kan het anders? In de film Paradigma wijzen Brusselaars Jozef Devillé en Pablo Eekman op de soms verroeste verhalen die de samenleving beletten zichzelf opnieuw uit te vinden. Het boek Land van hoop van VUB-professor Cathy Macharis lijkt daarop een antwoord: verandering is niet onbereikbaar. “Systemen zijn hardnekkig, maar de druk is stilaan onhoudbaar.”
door Niels Ruëll foto’s Ivan Put
Traditie is slechts groepsdruk van dode mensen. Met die boude stelling opent Paradigma, een bioscoopdocumentaire van Jozef Devillé en Pablo Eekman, die op 2 juli in de zalen komt. Het Brusselse duo achter de muziekdocumentaire The sound of Belgium en de populaire natuurserie Onze natuur neemt met een spitante collage van archiefbeelden paradigma’s in het vizier: de als vanzelfsprekendheden vermomde verhalen over geld, rijkdom, democratie, waarheid, (economische) groei en succes, die de huidige samenleving in het gareel houden. Ze eindigen met een oproep om van paradigma te veranderen en samen een nieuw verhaal te schrijven. In die zin vloeit hun film haast natuurlijk uit in Land van hoop, het zopas verschenen boek van Cathy Macharis, met als ondertitel “Omarm de verandering.” Volgens de in mobiliteit en duurzaamheid gespecialiseerde VUB-professor schurkt de mensheid tegen de grenzen van de planeet aan. Maar in plaats van te doemdenken en klimaatdepressies aan te wakkeren, belicht ze de duurzame oplossingen die nu al realiteit zijn en de mensen die nu al
bewijzen dat een andere wereld mogelijk is. Op het idee om met BRUZZ en elkaar in gesprek te gaan, reageren de professor (“Ik zie véél links!”) en de filmmakers (“Goed bedacht!”) met geestdrift.
Er zijn zoveel onderzoeken die de wereld vooruit kunnen helpen, zoveel boeken die geschreven kunnen worden. Wat motiveerde u, professor, om uw tijd in Land van hoop te steken?
CATHY MACHARIS: Ik merkte dat veel mensen pessimistisch zijn over de toekomst. Ze hebben niet het gevoel dat ze die zelf in de hand hebben. En ik begrijp waarom: er zijn dagelijks onrustwekkende berichten over klimaat en biodiversiteit, maar niemand reageert. Sommigen kijken weg van de problemen, anderen worden bijna verlamd door angst.
Om ons te bevrijden van die angst, wil ik hoop geven. Er gebeuren nu al zoveel positieve dingen: duurzame ondernemingen, beloftevolle projecten of klimaatvriendelijke landbouw. Angst vloeit voort uit het besef dat de situatie alarmerend is, zonder een idee te hebben van wat de toekomst zal brengen. Door een beeld van die
toekomst te schetsen, door te tonen hoe het ook zou kunnen zijn, creëer je verlangen, de drang om die toekomst tegemoet te gaan.
U vroeg uw studenten om uit te werken hoe een land van hoop er kan uitzien.
MACHARIS: Ik vind het belangrijk om de soms moedeloze studenten het gevoel te geven dat ze wél het verschil kunnen maken. Vanuit het idee: laten we beginnen te vertellen hoe het ook zou kunnen zijn. Ik voel me daarin gesteund door boeken als From what is to what if van Rob Hopkins. Hij stelt dat de belangrijkste crisis de crisis van onze verbeelding is. Die moeten we opnieuw aanspreken. Ik wil ook weg van oppervlakkige duurzaamheid. Benzine- en dieselwagens zijn slecht voor het klimaat? We vervangen ze door elektrische wagens. Onze koeien stoten te veel methaan uit? We zetten ze op stal en vangen de methaan op. Die symptomatische insteek zet geen zoden aan de dijk. We moeten het veel grondiger aanpakken en bijvoorbeeld nadenken over wat er met ons voedselsysteem moet gebeuren. Er is een systemische verandering nodig. Dat verhaal vertelt het boek.
Wat is het verhaal achter Paradigma?
JOZEF DEVILLÉ: Voor een vorige documentaire doken we in de archieven. We vonden er tal van interessante beelden, die aantoonden dat we dertig, veertig, vijftig jaar geleden met exact hetzelfde worstelden als vandaag. Er waren geen klimaatspijbelaars, maar je zag wel een klas scholieren die het strand opkuist of zich opwindt in een vervuilde rivier. Dat bracht ons op het idee. En we zijn blijven graven.
Ook wij kunnen depressief worden van alles wat we rondom ons zien. Maar dat valt gedeeltelijk weg als je meer inzicht verwerft, als je de verbanden ziet. De oorzaak van de grootste problemen is het systeem, zijn de structuren. We willen de onderliggende verhalen of paradigma’s blootleggen die dat systeem in stand houden. Tegelijk willen wij films maken die een medicijn zijn tegen cynisme. We willen niet alleen problemen aanwijzen, we willen ook oplossingen aanreiken.
PABLO EEKMAN: Je in cynisme en doemdenken wentelen is gemakkelijk. Wij proberen hoop aan te wakkeren. Een samenleving heeft paradigma’s nodig, maar de huidige zijn versleten. Je kan niet anders dan vaststellen dat ze tegen ons en de planeet werken. Die paradigma’s leren zien, is het hoofddoel van onze film. De deprimerende eerste stap is: wat we nu hebben, werkt niet. Het goede nieuws is dat de huidige paradigma’s ooit ook maar gewoon bedacht zijn. We kunnen er dus nieuwe bedenken.
Vrezen of hopen jullie op een systeemcrash?
MACHARIS: Je kan niet ontkennen dat verschillende systemen tegen hun limieten aanbotsen. Zo plaatst de documentaire vraagtekens bij het politieke systeem. In mijn boek geeft Louise Knops aan dat het huidige democratische systeem erg kortzichtig is en bijgevolg niet in staat is om de langetermijnvisie uit te werken die nodig is om de klimaatverandering aan te pakken.
Hoe lang zal de harde crash duren?
Komt er transformatie? Jullie documentaire herinnert eraan dat ze vijftig jaar geleden al wisten dat het anders moest. Toch gebeurde dat niet. Systemen zijn hardnekkig. Maar de druk is stilaan onhoudbaar. De covidcrisis schudde het systeem al eens stevig door elkaar. De geopolitieke druk is enorm. De ongelijkheid wordt almaar groter. Polarisatie neemt extreme vormen aan. Maar net in chaos kunnen de eilanden van hoop een redding zijn.
Wat bedoelt u met die “eilanden van hoop”?
MACHARIS: In een complex systeem in volle chaos kunnen de niches – waar al ervaring is met nieuwe manieren van denken en werken – het systeem naar een hoger niveau loodsen. Ik geloof hard in die niches, in alle goede dingen die nu al gebeuren. Vandaag hebben ze het vaak moeilijk, want ze spelen in een economisch systeem dat winst het allerbelangrijkste vindt. Maar ze bestaan en zijn straks in het voordeel.
Ik kan negentig procent van mijn stamcafé overtuigen van de nood om met verregaande maatregelen de klimaatontwrichting af te zwakken. Maar geen negen procent van hen zal meegaan in het idee dat het politieke en economische systeem op de schop moet.
DEVILLÉ: We gebruiken in de film bewust geen termen als ‘communisme’ en ‘kapitalisme’, want bijna elk debat sterft als je die woorden gebruikt. Er zit geweld in ons huidige systeem, dingen die we niet kunnen uitleggen. Een voorstander van het kapitalisme zal een volwassene met veel woorden en voorbeelden overrompelen en mogelijk overtuigen. Maar aan een 7-jarige krijgt hij zijn ideologie nooit uitgelegd. Een 7-jarige krijg je niet uitgelegd waarom er mensen op straat moeten leven of waarom je een bedelaar geen geld zou geven als je er zelf hebt. Staat een ideologie voor waarden die we écht willen uitdragen? Voor mij zijn kinderen een goede graadmeter.
“Good Move kan je niet terugdraaien. Je ziet die evolutie in te veel wereldsteden. Een met auto’s dichtgeslibde stad is niet leefbaar”
Pablo Eekman: “Een samenleving heeft paradigma’s nodig, maar de huidige zijn versleten, werken tegen ons en de planeet. Die paradigma’s leren zien, is het hoofddoel van onze film.”
Op een verjaardagsfeest krijgt niemand een tweede pannenkoek voor iedereen er een heeft gekregen. Waarom doen we niet hetzelfde met huizen? Je mag er vierhonderd bezitten, maar kunnen we er niet beter eerst voor zorgen dat de thuislozen aan een woonst raken. Basiswaarden die we onze kinderen wel meegeven, leren we op een of andere manier zelf weer af.
Bedoelen jullie dat de mens zijn prioriteiten niet op een rijtje heeft?
EEKMAN: Sinds onze film pols ik regelmatig bij mensen hoe zij succes zien, wanneer zij iemand succesvol noemen. De antwoorden verraden hoe we kijken naar succes, ambitie, de juiste keuze, de juiste opofferingen om bepaalde doelen te bereiken. Maar net die prioriteiten zadelen ons met problemen op. We verorberen onze planeet. We verliezen uit het oog wat mensen nodig hebben en wat niet. Daar spelen de huidige paradigma’s een lelijke rol in.
MACHARIS: Economie is de olifant in de kamer. Steeds maar groei najagen, en materialisme en consumptie tot in het absurde aanmoedigen: het bracht ons tot waar we nu staan. Het is nooit genoeg. Het is de paradox van Jevons: auto’s worden almaar efficiënter in verbruik, helaas gebruiken we ook almaar méér wagens en worden ze steeds groter. Als je in dat groeiverhaal volhardt, botsen we vroeg of laat op de limieten.
We staren ons blind op verkeerde waarden in plaats van te focussen op wat we echt nodig hebben. Dat is vrij eenvoudig: een plek in de wereld, verbondenheid,
Jozef Devillé: “Bepaalde dingen krijg je niet uitgelegd aan een 7-jarige. Waarom moeten mensen in ons land op straat leven? Basiswaarden die we onze kinderen wel meegeven, leren we op een of andere manier zelf weer af.”
goed eten en voilà. Is een beetje statusverlies zo’n ramp? Wat telt op het einde van je leven? Het contrast met wat ons allemaal nog wordt aangepraat, is enorm.
De film begint met het statement dat traditie slechts groepsdruk is van dode mensen. Is dat niet wat kort door de bocht?
DEVILLÉ: We volgen tradities, en daar is niets mis mee. Maar je af en toe afvragen waarom we die tradities volgen, kan heus geen kwaad. Als we tevreden zijn met het antwoord, zetten we de traditie voort. Maar wat als dat niet zo is? Doen we dan gewoon voort omdat we het zo gewoon zijn?
Wat als je niet iedereen meekrijgt in je verhaal? Voor MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez moet Good Move op de schop.
MACHARIS: Is Bouchez niet gewoon al aan het onderhandelen? Ik geloof nooit dat je Good Move kan terugdraaien. Je ziet die evolutie in te veel wereldsteden. Het is de logica zelve. Een met auto’s dichtgeslibde stad is niet leefbaar.
Land van hoop is niet hoopvol wat de nood aan meer natuurrampen betreft om mensen te overtuigen van de nood aan verandering.
MACHARIS: We raken maar niet doordrongen van de urgentie. Dat vind ik héél erg. Zelfs het drama aan de Vesder leggen we naast ons neer. Alle CO2 die nu in de atmosfeer wordt gestoten heeft honderd miljoen jaar nodig om er weer uit te gaan. Het vat is vol. De mensen die de urgentie wel inzien, zijn nu nog een minderheid, maar ik hoop dat ze een beweging op gang krijgen.
Cathy Macharis: “We staren ons blind op verkeerde waarden in plaats van te focussen op wat we echt nodig hebben. Dat is vrij eenvoudig: een plek in de wereld, verbondenheid, goed eten en voilà.”
EEKMAN: Daarom is het belangrijk om mensen aan te spreken. Jij met je boek, wij met onze film. Ieder op zijn manier. Heb je een idee, deel dat dan met de mensen. Pieker niet over de haalbaarheid. Door erover te praten, leeft een idee. Of dat nu gaat over mensen die de leegstand in Brussel willen bestrijden of Het Moeraske willen redden of de mobiliteit willen aanpakken. Maakt niet uit. Al die ideeën en initiatieven stellen de manier waarop we dingen doen in vraag. Uiteraard wil de status quo geen verandering, want het loopt zo lekker voor de belanghebbenden. Dat maakt het des te belangrijker dat de alternatieven zichtbaar worden gemaakt.
Hoe kan het anders?
MACHARIS: Het boek, waaraan veel experts en pioniers hebben bijgedragen, staat bol van de concrete voorbeelden. Dat gaat van voedselbossen, deelwagens, zonnepanelen
DE L’ESPOIR EN CES TEMPS D’ANGOISSE
en burgerpanels tot circulair bouwen. Wat steeds terugkomt in de analyses en voorbeelden is dat we het hiërarchische en dominante denken van het antropoceen dienen om te buigen naar gelijkwaardigheid en samenwerking. Omdat we zo individualistisch zijn geworden, hebben we het gevoel niet meer dat we samen iets kunnen beheren en teweegbrengen. Maar dat kan perfect: kijk naar de energiegemeenschappen die worden opgericht of openbare ruimte die samen wordt ingericht. Dat komt ook mooi naar voor in de film. We moeten niet braaf volgen wat overheden of grote bedrijven dicteren. Als we ons losmaken van de verhalen, zijn we vrij om samen een mooie toekomst te maken.
Cathy Macharis’ boek Land van hoop is uitgegeven bij Stichting Kunstboek, stichtingkunstboek.com; Paradigma van Jozef Devillé en Pablo Eekman draait vanaf 2/7 in Cinema Aventure, paradigmathemovie.com
FR Doit-on changer de vision du monde ? Dans le film Paradigma, les Bruxellois Jozef Devillé et Pablo Eekman révèlent les paradigmes qui empêchent la société de se réinventer. Cathy Macharis, prof à la VUB, redonne plutôt espoir avec son livre Land van Hoop. « Nous devons nous concentrer sur ce dont nous avons vraiment besoin : une place dans le monde, du lien, de la bonne nourriture. »
HOPE IN ANXIOUS DAYS
EN Do we need to refresh our worldview? In the film Paradigm, Brussels-based artists Jozef Devillé and Pablo Eekman point to how our old narratives sometimes prevent society from reinventing itself. And with her book Land of Hope, VUB professor Cathy Macharis in turn provides hope in times of climate and systemic crises. “We need to focus on what we really need. That’s pretty basic: a place in the world, connectedness, good food, et voilà.”
Boulet van Brussel
Zondag vond in café Les Brasseurs aan de Anspachlaan een wel heel bijzondere wedstrijd plaats: welke Brusselse slager maakt de lekkerste ballen van gehakt klaar? De jury bestond uit gerenommeerde chefs en gastronomiekenners zoals tv-kok Sofie Dumont. Na een heuse proeverij kwam slager Guy Reygaerts van beenhouwerij L’os à Moi’L uit Jette als winnaar uit de bus. “Ik maak mijn ballen met liefde en goede ingrediënten.”
Slager Peter & Sabine uit Sint-PietersWoluwe won de publieksprijs. MG
In de kijker
Brabantwijk Clash tussen Net Brussel en Schaarbeek leidt tot vuilnischaos
Onwaarschijnlijke taferelen de voorbije weken in de Brabantwijk achter het Noordstation. Overal stapelde het huis- en straatvuil zich op, tot ontzetting van de buurtbewoners en handelaars.
De straten lagen bezaaid met allerhande afval: van kapotgescheurde vuilniszakken, weggegooide blikjes en flesjes, gebruikte lachgas-cilinders tot gedumpte meubelen, bouwafval en zelfs auto-onderdelen.
De vuilnischaos was merkbaar in beide grote slagaders van de wijk, die parallel liggen, maar twee grotendeels aparte werelden vormen. De Aarschotstraat, vlak achter het Noordstation, is bekend van haar raamprostitutie en sinds enige tijd ook van de openlijke drugshandel en rondhangende transmigranten.
De Brabantstraat wil daar niets mee te maken hebben. Dat is een levendige winkelstraat die bekend is om haar vele Turkse shops, oosterse snuisterijen en djellaba-winkels. Dat trekt vooral – maar niet exclusief – een moslimpubliek aan, zelfs vanuit Nederland.
Die buitenlandse klanten schrokken zich een hoedje bij de bergen vuilnis van de voorbije weken. “Catastrofale toestanden,” zeggen de handelaars.
“Ik ga niet beweren dat het hier vroeger spic en span was. Maar de laatste weken is de buurt een ware stortplaats geworden,” zegt ook de uitbaatster van een café tussen de Brabantstraat en de Aarschot-
straat, die twaalf jaar in de wijk woont.
De vuilnischaos had alles te maken met het wegblijven van de schoonmaakploegen van Net Brussel, na verscheidene gevallen van agressie tegen personeelsleden.
“Er is een probleem van drugsgebruik en alcoholisme en groot veiligheidsprobleem. We kunnen niet blijven werken in deze omstandigheden,” zei Adel Lassouli, woordvoerder van Net Brussel na het recentste geval van agressie, op 11 juni.
Geen respect
Volgens de uitbaatster van het café is de situatie sinds zowat een jaar fel verergerd. “Op eender moment van de dag kan je enkele drugsgebruikers uitgeteld op straat zien liggen. En de dealers, die hebben geen respect voor niets of niemand. Regelmatig zie ik ze mensen lastigvallen, soms zelfs bestelen.”
Begin mei hadden de schoonmaakploegen van Net Brussel hun werk ook al eens opgeschort, na een gelijkaardige aanval. Het agentschap, de aanpalende gemeenten Schaarbeek en Sint-Joost-tenNode, en de lokale politie voerden daarop enkele maatregelen in, zoals andere uurroos-
ters voor meer sociale controle en meer politie-aanwezigheid.
Dat botste snel op zijn limieten. “De politie kwam af en toe wel tussenbeide, maar haar aanwezigheid was beperkt door een gebrek aan mankracht, vooral in het weekend en op feestdagen,” zegt Net Brussel.
Het agentschap eist van de gemeente Schaarbeek daarom extra toezichthoudend personeel, zoals gemeenschapswachten of politie. Het kwam echter maar niet tot een akkoord tussen beide partijen.
Net Brussel voerde daarop maandag de druk verder op. Het agentschap schort voor onbepaalde duur alle schoonmaakactiviteiten in de wijk op, zich beroepend op ‘overmacht’, zoals in de beheersovereenkomst met het Gewest is omschreven.
“We vragen al twee jaar structurele maatregelen om de veiligheid van onze ploegen te
verzekeren,” zegt Net Brussel over die nieuwe demarche. “Het is aan de gemeente Schaarbeek om de veiligheid in de wijk te versterken.”
De gemeente vindt dan weer dat ook Net Brussel in extra personeel moet voorzien – de zogeheten ‘brigadiers’. Maar volgens het agentschap is zijn opdracht beperkt tot de openbare netheid: “Alles wat de veiligheid aangaat, valt onder de verantwoordelijkheid van de burgemeesters en politiezones.”
Ook de handelaars dringen aan op meer politie. “We zien de politie regelmatig passeren, maar toch lijken de dealers hier ongestoord hun ding te kunnen doen. Dat moet aangepakt worden.”
De staking van Net Brussel sloeg niet op de wekelijkse ophalingen van de vuilniszakken, maar alleen om het schoonmaken van de straten.
10.000
euro per dag kost het om een privéfirma de rommel te laten opruimen, op weekenddagen is dat zelfs 12.500 euro
Toch lagen de straten bezaaid met volle witte zakken. “Die komen van mensen in de buurt die ze gewoon dumpen. C’est la fête. Het is de Far West. Echt een problematische wijk, en dat is al jaren zo,” zegt Lassouli.
Een verkoopster van Syrische specialiteiten in een zijstraat van de Brabantstraat bevestigt de anarchie van de voorbije dagen. “Hoe vuiler de wijk wordt, hoe minder sommige mensen zich er iets van lijken aan te trekken. Regelmatig zie ik mensen blikjes, peuken of ander afval op de grond gooien, vermoedelijk omdat de straat er al smerig bijligt.”
Klagende prostituees
De gemeente huurde intussen een privéfirma in om de rommel op te kuisen. Dat is evenwel geen duurzame oplossing, want dat kost 10.000 euro per dag en zelfs 12.500 euro op weekenddagen. Deborah Lorenzino (Défi), schepen van Netheid, wil zulke kosten verhalen op Net Brussel.
Ook de prostituees in de Aarschotstraat klagen. Ze zien het aantal klanten sowieso al teruglopen door de drugsoverlast, zoals te opdringerige dealers of luidruchtige gevechtjes tussen verslaafden. Met name de pendelaars en andere occasionele bezoekers durven zich niet meer in die Brusselse ‘jungle’ te wagen. Het vuilnis in de straat maakte een bezoekje aan de vitrines nog onaantrekkelijker.
lang vraagt Net Brussel al om structurele maatregelen om de veiligheid van de werknemers te verzekeren
“Netheidsmedewerkers krijgen niet het respect dat ze verdienen, sekswerkers vertrekken uit de wijk en winkeliers zien hun omzet dalen,” zo vat Anton Schuurmans, CD&V-gemeenteraadslid in Schaarbeek, samen. “Wat niet helpt is dat de gemeenten Schaarbeek en Sint-Joost en Net Brussel de voorbije weken in een eindeloos vingerwijzen verwikkeld zijn geraakt.”
NORDIN SERMANT / EMMANUEL VANBRUSSEL
Stadsleven Stilstand en frustratie rond Brussel-Zuid
Vijftien jaar treuzelen rond het Zuidstation
De NMBS zoekt een koper voor enkele kantoorcomplexen rond het Zuidstation, goed voor 150.000 vierkante meter leegstand. Bouwbedrijven lijken weinig geïnteresseerd om nog te investeren in een omgeving die vijftien jaar lang mismeesterd werd door het Gewest, bouwpromotoren en de spoorwegmaatschappij. Betrokkenen kijken vooral naar die laatste als grote schuldige: “De NMBS gedraagt zich als een staat in een staat.”
Voilà, daar gaan we weer. Zie je die daar pissen tegen de haag? En hier op het trottoir staat alweer iemand ik-weetniet-wat te verkopen. Weet u dat ik er ‘s ochtends altijd op let om eten mee te nemen, zodat ik ‘s middags niet buiten moet?” Receptioniste Marilyn (59) is niet meteen opgetogen met de omgeving van haar werkplek, zoveel is duidelijk.
Die werkplek, dat is de uitgeverij Lombard vlak bij het Zuidstation, tegenover het busstation van De Lijn. Het gebouw met de bekende Kuifje en Bobbiereclame op het dak ziet er piekfijn uit. In de inkomhal licht een vitrine op met albums van Thorgal, Yakari en de Smurfen.
Buiten begint een andere wereld. Onveilig op menselijk vlak, maar ook de stenen stad voelt als een slag in het gezicht. Links ligt het trieste Baraplein met een werf van Vivaqua die al jaren aansleept, daarnaast de metrowerken op de Jamarlaan, vervolgens de zielloze Zuidertoren, de kale Europa-esplanade met haar urinegeur en het vrijwel onzichtbare Zuidstation. Nog verder naar rechts een gapende wonde in de straat van de uitgeverij: een groot deel van het perceel werd twaalf jaar geleden afgebroken om plaats te maken voor de kantoren van het Victor-project. Maar waar ooit een 140 meter hoge toren moest komen, ligt vandaag een put met woekerend gras.
Verderop in richting van het stadscentrum, voorbij het busstation en de Zuidertoren bevindt zich het Hôtel de Bruxelles. Het kijkt uit op de stenen Europa-esplanade met de magnifieke quadrilatèreruimtes onder de sporen, die al ruim veertig jaar
stof vergaren. Aan het onthaal zit Sami (24), die zowat opgroeide in het hotel van zijn ouders. Hij heeft begrip voor het onveiligheidsgevoel van Marilyn. “Onlangs kwam hier nog een klant binnen met een gehavend gezicht na een overval. Mijn moeder probeerden ze ook al te beroven. Dat gebeurt hier zonder gêne, er kijkt toch niemand toe.”
De muur van Kuregem
Aan de voetgangerszone achter het station – het Hortaplein – richting Frankrijkstraat, staan de bussen naar de luchthaven van Charleroi vertrekkensklaar. Rechts rijst een langgerekt bouwblok op – bekend als ‘Frankrijk Bara’ – dat vrijwel volledig eigendom is van de NMBS, goed voor 70.000 vierkante meter. Samen met het gebouw naast het Hortaplein (parallel aan het Zuidstation) vormt het complex van de NMBS een soort muur van kantoren die de Anderlechtse wijk Kuregem afsnijdt van het station.
De NMBS wil dat bouwblok verkopen, samen met twee andere omvangrijke percelen rond het Zuidstation: het DeltaZennewatercomplex (27.000 vierkante meter) even verderop in diezelfde Frankrijkstraat (langs de sporen, net voor de Veeartsenstraat) en het Atriumbouwblok aan de kleine Ring in Sint-Gillis, goed voor nog eens 49.000 vierkante meter.
De aankondiging van de verkoop veroorzaakte nogal wat ophef. De NMBS had immers een afspraak met drie bouwbedrijven – Besix, BPC/BPI en Immobel – die de nieuwe hoofdzetel van de NMBS aan de andere zijde van het station, langs de Fonsnylaan zouden bouwen. In
ruil zouden zij de drie net vernoemde percelen krijgen. Waarom de deal afsprong? Daarover zwijgt de spoormaatschappij, maar verschillende bronnen gaan ervan uit dat de bouwbedrijven afhaakten. In de huidige immomarkt – met gestegen bouwprijzen en tegenvallende verkoop –zou de herontwikkeling van de NMBS-percelen veel minder opbrengen dan oorspronkelijk berekend. Dat betekent meteen ook dat de spoormaatschappij die liefst 150.000 vierkante meter vloeroppervlakte op een slecht moment op de markt brengt.
Een bibliotheek vol plannen
Voor het traject van de kleine Ring tot aan de Veeartsenstraat werden de voorbije vijftien jaar zo vaak nieuwe plannen aangekondigd dat een mens ervan gaat duizelen. Rond 2010 zou het Brussels Gewest eerst een masterplan uitwerken met de NMBS, waarop het Gewest het laken naar zich toe trok en aan een oriëntatienota ging timmeren.
Vijf jaar later mondde dat proces uit in het richtschema voor een gemengde stadswijk, van de Franse stedenbouwkundige Djamel Klouche. Een BRUZZ-artikel uit 2015 verwoordde het zo: “De eerste fase groepeert projecten die tegen 2018-2020 moeten af zijn. Het gaat onder meer om 87.000 vierkante meter kantoren aan de Fonsnylaan, de renovatie van het postsorteercentrum, het gemengde Victor-project, de opwaardering van de Overdekte Straat en de verplaatsing van de bus- en taxistandplaats (…). Ook de voedingshal en een nieuwe fietsparking van 1.500 vierkante meter (in de grote quadrilatère onder de sporen) zitten in de eerste fase.”
Anno 2024 is van al die voornemens niets in huis gekomen, laat staan dat er beweging zou komen in fase twee, met duizenden extra woningen en een aanpak van de openbare ruimte. Wel volgen de aankondigingen van nog meer nieuwe plannen elkaar op. Zo was het jarenlang wachten op een richtplan van aanleg (RPA),
“Onlangs kwam een klant binnen met een gehavend gezicht na een overval. Ook mijn moeder probeerden ze al te beroven. Dat gebeurt zonder gêne”
Sami
Hotel de Bruxelles
dat uiteindelijk in de koelkast ging nog voor het van kracht werd, wegens te veel protest. Vervolgens stelt de gewestelijke planningsorganisatie Perspective ‘Principes voor een woonvriendelijk station’ op, een bundel aanbevelingen zonder reglementaire waarde. Gevraagd om toelichting, legt het kabinet van minister Rudi Vervoort (PS) uit dat Perspective intussen alweer aan een concreter document werkt, een “gedeelde visie” voor de stationsomgeving.
Een overheid die jarenlang blijft plannen produceren, zonder dat er iets gebeurt op het terrein, het is bijna voer voor een komedie. Ware het niet dat de hele stationsomgeving ondertussen lijdt onder de huidige inrichting, die onveiligheid, onduidelijkheid en smerigheid in de hand werkt, zoals de verhalen van Marilyn en Sami illustreren.
Wat verklaart die stilstand? Experts benadrukken hoe groot het aantal spelers
rond het Zuidstation is. “Het is genoeg dat één iemand gaat dwarsliggen, om alles plat te leggen,” zegt een bron bij een vastgoedbedrijf. Onder die spelers bevinden zich het Gewest en twee gemeenten (Sint-Gillis en Anderlecht), de promotoren, de bewoners en actiegroepen, de MIVB, Infrabel én de NMBS.
Grootgrondbezitter NMBS
Die NMBS beheert niet alleen het station, maar is ook grootgrondbezitter in de omgeving. “De NMBS gedraagt zich als een staat in de staat,” vertelt Djamel Klouche, die het richtschema van 2015 opstelde. “Het is een van de redenen waarom we uiteindelijk echt ontmoedigd zijn geraakt, ze bewogen niet.” De frustratie over de NMBS komt terug bij verschillende spelers. “Een echte catastrofe, dat bedrijf is zo groot dat het zich kan permitteren om gewoon te wachten,” oordeelt een kenner. “Sommigen binnen de maatschappij zijn echt begaan met wat hier gebeurt, maar op het beslissingsniveau is er veel onverschilligheid tegenover Brussel.”
Gevraagd om een reactie komt er slechts een indirect antwoord van de NMBS. “Het Fonsny-project (de geplande hoofdzetel, red.) zal de positie van het station BrusselZuid als internationale hub versterken. Het zal bijdragen aan de herwaardering van de wijk en aan het verbeteren van de levenskwaliteit van de buurtbewoners, met name door de mogelijkheden die het biedt op het vlak van nieuwe stedelijke functies.”
Toen bleek dat de spoormaatschappij haar bouwblokken op de markt bracht, reageerde ook de Brusselse bouwmeester Kristiaan Borret gepikeerd. Het overheidsbedrijf deed die stap immers zonder het Gewest of de bouwmeester te raadplegen. Diezelfde Borret zag de voorbije jaren ook te weinig dynamiek bij het Gewest. “Het
ontbrak daar soms aan daadkracht en ook de planningsprocessen zijn te lang.”
De traagheid van de gewestelijke planning viel ook Antoine Crahay op. De architect en stedenbouwkundige werkt vandaag met zijn bureau Citytools aan verschillende projecten rond het Zuidstation. “Die planning gaat zo traag, dat de werkelijkheid vaak al is veranderd als zo’n plan klaar is. Zo borduurde het richtschema van Djamel Klouche nog voort op de demografische boom van rond het jaar 2010 en stelde het een enorme verdichting van de wijk voor. Die groei is intussen véél trager en we hebben de pandemie gehad, waardoor het belang van openbaar groen ook toenam. In dit geval is de vertraging zelfs een voordeel, want zo’n hyperdense wijk willen we niet meer.”
Alleen op de dansvloer
Een niet te onderschatten factor in het verhaal zijn de bewonerscollectieven. Die zagen de voorbije decennia hoe de honger naar geld grote delen van de wijk vernietigde, in de jaren 1990 en 2000 gingen zo vijf huizenblokken aan de zijde van Sint-Gillis tegen de vlakte. “Privépromotoren, de NMBS én zelfs het noodlijdende Gewest, ze deden allemaal aan speculatie,” analyseert Raphaël Rastelli van collectief Midi Moins Une. Die verenigingen volgen de ontwikkelingen vandaag met argusogen én juridische tanden. Als de NMBS vandaag niet aan de bouw van haar hoofdzetel begint, is het volgens de spoormaatschappij door het beroep dat die collectieven aantekenden tegen de plannen, die ze megalomaan en niet duurzaam vinden. Ook tegen Move’Hub, de opvolger van de Victor-kantoortoren wordt gemobiliseerd. “Daar zouden nu toch 38.000 vierkante meter kantoren komen, terwijl de wijk eerder sociale woningen en openbaar groen nodig heeft,” vindt Claire Scohier van Inter-Environnement.
“De realisatie van het gebied rond het Zuidstation gaat zo traag dat de werkelijkheid vaak al is veranderd wanneer het zoveelste plan klaar is”
Antoine
Crahay Stedenbouwkundige
Bewonerscollectieven willen meer groen en sociale woningen.
De houding van de stadsverenigingen leidt tot tandengeknars. Verschillende betrokkenen en ontwikkelaars vinden dat de activisten zo zelf bijdragen tot de blokkering van de wijk en bijvoorbeeld verhinderen dat er woningen bijkomen. Ook bouwmeester Borret betreurt de manier waarop bewonersacties alles lamleggen. “In zekere zin koesteren ze die trauma’s uit het verleden. Het klopt ook niet dat de promotoren de dans leiden. Atenor kocht zijn lap grond voor Victor/ Move’Hub al in 2008 en kon er niets realiseren. Dan draai je helemaal in je eentje rondjes op de dansvloer.”
De promotor zelf bevestigt dat. “Al die jaren zijn een verspilling, niet enkel van onze eigen middelen, maar ook van woningen voor Brusselaars en duurzame kantoren vlak bij een station,” zegt Atenor-topman Stéphan Sonneville. De ontwikkelaar krijgt vooral een punthoofd van de steeds weer veranderende plannen van het Gewest. “Een immoproject duurt al snel vier tot vijf jaar, maar de overheid verandert elke twee of drie jaar haar regels.”
Park langs de Zenne
Wat zijn de oplossingen? Een stabiele visie op de wijk, meer vragen de bewonerscollectieven niet, maar dan een visie met meer groen en sociale woningen, minder kantoren en veel meer hergebruik van de bestaande gebouwen.
zonder resultaat.
Stedenbouwkundige Djamel Klouche wijst op het belang van een uitvoeringsstructuur met stevige schouders. “Dat is bijvoorbeeld het geval in de stationsomgeving van Lyon Part-Dieu, waar we wél vaart maken. Daar is er een solide beheersmaatschappij opgericht met de nodige middelen. Als er een nieuwe politieke meerderheid komt, zorgt die ook voor continuïteit.” Bouwmeester Borret zit op dezelfde golflengte.
Als het aan Klouche lag, stak het Gewest meteen de handen uit de mouwen. “Tot nog toe wachtte het met de heraanleg van de openbare ruimte tot de privéspelers of overheidsbedrijven bewogen. Wellicht wilde de overheid die herinrichting betalen via inkomsten van die bouwplannen. Het resultaat is wel dat de hele stationsbuurt er al jaren desolaat bij ligt. Het is tijd om de volgorde om te draaien. Het Zuidstation is een Europees knooppunt en die openbare ruimte is voor heel Europa van belang.”
Die openbare ruimte alvast aanpakken, dat wil het Gewest nu ook doen via alweer een plan voor de buurt: het stadsvernieuwingscontract ‘Rondom het Zuidstation’. “Het voordeel is dat dit een heel concreet plan is, mét ruim 100 miljoen euro die er al voor gereserveerd is,” legt Antoine Crahay uit, die met City Tools aan de inrichting van die openbare ruimte timmert. Het eerste deel dat uitgevoerd zal worden, is een park tussen de sporen, de Tweestationsstraat en de Veeartsenstraat, op een stuk braakland
waar de Zenne nog in de openlucht stroomt. “Je bent op die plek echt in een andere wereld, het wordt een kwalitatief park, dat we via een tunnel ook willen verbinden met de groene zone in de nieuwe Biestebroekwijk.”
Na het park volgen een heraanleg van de Frankrijkstraat, het Hortaplein en de Europa-esplanade, waarvoor Bas Smets tien jaar geleden al een ingrijpende vergroening bedacht. “Alle werken moeten binnen de vier jaar beginnen,” zegt Crahay, die erop vertrouwt dat er tegen dan ook vooruitgang is rond de leegstaande quadrilatères. Die zuilenpaleizen onder de sporen, eigendom van – jawel – de NMBS,
BRUXELLES-MIDI : 15 ANS DE STAGNATION AUTOUR DE LA GARE
vormen een blinde muur die al decennia de hele omgeving besmet. Momenteel loopt een haalbaarheidsstudie, waar ook de spoormaatschappij bij betrokken wordt. “Misschien moet de volgende federale regering de NMBS in dat verband ook wat meer porren,” bedenkt Crahay.
Aan het onthaal van uitgeverij Lombard heeft Marilyn ondertussen haar eigen lezing van de situatie. “Weet u wat het is? We hebben te veel ministers in dit land. Als ik straks de bus terug naar Gooik neem (wijst naar de bussen van het De Lijn-station), ga ik in elk geval zo laat mogelijk de deur uit. Ik vertrouw het daarbuiten voor geen haar.”
FR Existe-t-il un environnement plus désolant que celui de la Gare du Midi ? Depuis quinze ans, la Région a régulièrement lancé de nouveaux plans pour améliorer le quartier, mais sur le terrain, rien n’a changé. Vers 2010, la Région bruxelloise prévoit un Masterplan avec la SNCB et rédige une note d’orientation. Nous sommes en 2024 et rien n’a été fait. Mais aujourd’hui, avec le contrat de rénovation urbaine « Autour de la gare du Midi », les choses vont peut-être enfin bouger.
FIFTEEN YEARS OF DELAYS FOR THE NEIGHBOURHOOD AROUND BRUSSELS-MIDI
EN Is there anywhere drearier than the neighbourhood around Brussels-Midi station? Over the past 15 years, the Region has launched plan after plan, all of which were supposed to bring improvement, but nothing changed. Together with the NMBS/SNCB, the Brussels Region came up with their first master plan around 2010, but the Region then started working on an orientation memo instead. Nothing has come of all these intentions. But now, with the urban renewal contract, things could be moving forward.
Een extra staatssecretaris, echt?
“Iedereen moet bijdragen in deze benarde budgettaire tijden, ook de politiek”
“Vier juli zijn er verkiezingen, vijf juli een regering, hop klaar. Het grote voordeel aan het Britse politieke systeem (lacht).” Aan het woord is VK-correspondent Lia van Bekhoven, vorige week in De Morgen. Ze overdrijft niet: daags na de verkiezingen van 2015 en 2019 was er al een regering. Alleen in 2017 duurde het wat langer: drie volle dagen. Van die snelheid kunnen we in België alleen maar dromen. Zeker, de Vlaamse en Waalse regering lijken volop in de maak. Zelfs op federaal vlak is sprake van voorhuwelijks enthousiasme. “Mochten de N-VA en de MR alleen rond de tafel zitten, we hadden binnen tien dagen een federale regering,” zei MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez.
Waar het helemaal niet zo’n vaart loopt, is in Brussel. Zeker aan Nederlandstalige kant liggen de zaken moeilijk.
Verschillende partijen spraken al een veto uit tegen Team Fouad Ahidar, maar een coalitie met die drie zetels is de enige manier om een regering met ‘maar’ drie partijen aan Nederlandstalige kant te vormen.
Als de veto’s tegen Team Fouad Ahidar hard worden gemaakt, rest Elke Van den Brandt (Groen) dus enkel nog een regering met vier partijen als optie. Dat terwijl er maar drie posten zijn aan Nederlandstalige kant: twee ministers en één staatssecretaris.
Benjamin Dalle (CD&V) vroeg zich dan ook al af of de Franstaligen eventueel zouden instemmen met een tweede Nederlandstalige staatssecretaris. Ook elders weerklinkt die oproep.
Maar een extra postje creëren is zowat de slechts
denkbare oplossing om uit dit debacle te raken. Het is een compromis zonder inhoudelijke meerwaarde en mét verzwaring van de logge structuur. Brussel telt 1 gewestelijke minister of staatssecretaris per 157.000 inwoners. In Vlaanderen is die verhouding 1 op 740.000.
En dan zijn er nog de kabinetten. Aftredend minister-president Rudi Vervoort (PS) had 82 kabinetsmedewerkers in dienst, bijna dubbel zoveel als de premier. Een deel van zijn bevoegdheden heeft hij gedelegeerd naar staatssecretaris Nawal Ben Hamou (PS): goed voor nog eens 47 kabinetsmedewerkers. In totaal had de hele Brusselse regering 349 kabinetsmedewerkers. Daar nog eens een extra staatssecretaris en een paar dozijn werknemers aan toevoegen zou niet getuigen van deugdelijk bestuur.
Gelukkig denken de aanstormende ministers daar ook zo over. In een interview met L’Echo zei kandidaat-minister-president David Leisterh
(MR): “Ik heb de voorbije week de catastrofale financiële situatie van ons Gewest bestudeerd. Zeg me nu niet dat ik daar nog een politiek kabinet aan moet toevoegen.” Christophe De Beukelaer van vermoedelijke coalitiepartner
Les Engagés stelde in 2023 zelfs nog voor om de ministeriële kabinetten in Brussel helemaal af te schaffen. “Dat zou 20 miljoen euro per jaar opleveren.” Toegegeven, dat is
maar een paar meter metro, maar symboliek is ook belangrijk: iedereen moet bijdragen in deze benarde budgettaire tijden, ook de politiek.
Breed bedeeld
Bovendien vinden de Franstaligen nu al dat de Nederlandstaligen breed bedeeld zijn qua ministerposten. Anders gezegd: de kans dat er een postje bijkomt, is zeer onwaarschijnlijk. De kans dat dat erbij komt zonder compensaties aan Franstalige kant, helemaal nihil. Daarvoor zullen ze nooit de benodigde bijzondere meerderheid leveren.
Het ziet er dus naar uit dat de onderhandelende partijen op zoek moeken naar een andere oplossing. Een roterend systeem bijvoorbeeld, waarbij de twee kleinste partijen elk 2,5 jaar een minister leveren. Compensaties voor die halve deelname vallen altijd wel ergens te vinden, zeker als die partijen ook Vlaams en federaal meebesturen. Of men kan proberen toch een regering te vormen met Team Fouad Ahidar, en de Franstaligen ervan overtuigen dat een goed regeerakkoord met hen mogelijk is. Zolang er maar geen extra postje wordt gecreëerd. Want dat is net de tegenovergestelde richting van waar we naartoe moeten.
Benjamin Dalle vroeg zich al af of de Franstaligen zouden instemmen met een tweede Nederlandstalige staatssecretaris.
© PHOTONEWS
Kort gesprek
Willem Bongers-Dek viert als directeur twintig jaar deBuren
‘N-VA
investeerde structureel
in kunst en cultuur’
Het Vlaams-Nederlands Huis deBuren in het centrum van Brussel bestaat precies twintig jaar. “Bij ons wordt de taal niet versimpeld,” zegt directeur Willem Bongers-Dek.
Bongers-Dek is sinds september 2019 directeur van de organisatie. Toen hij aantrad, wilde hij meer inzetten op talentontwikkeling.
“We hadden al een schrijfresidentie en ik wilde dat graag uitbreiden en verdiepen. In de media krijgen vaak dezelfde stemmen het woord, terwijl ik bij deBuren veel nieuwe interessante stemmen zag van wie ik dacht: jij zou aan een talkshowtafel moeten zitten of met een opiniestuk in de krant moeten staan. Met een nieuw intensief talentontwikkelingstraject ‘Nieuw Geluid’ begeleiden we nu Vlaamse en Nederlandse denkers, sprekers of schrijvers die zich willen inzetten voor het publieke debat. Er worden binnenkort voor de derde keer twaalf nieuwe talenten gekozen.”
Welk project is een goed voorbeeld van de relevantie van deBuren?
Dan denk ik direct aan CELA: Connecting Emerging Literary Artists. Dat is een talentenontwikkelingsproject waarvoor we samenwerken met auteurs, vertalers en literaire professionals in tien verschillende Europese landen.
Hoe betrekt u Brusselaars bij deBuren?
We zien sinds corona een toename van mensen die Nederlands leren. We zijn een van de weinige plekken in Brussel met een hoog kwalitatief aanbod in het Nederlands. Bij ons wordt de taal niet versimpeld. Het is belangrijk voor mensen die Nederlands leren om die taal levend en gepassioneerd uitgesproken op een podium te zien.
Lukt het ook om een divers publiek te trekken? Is deBuren geen elitaire plek?
Ik hou niet van het woord elitair, dat heeft een slechte connotatie. We richten ons op mensen die zich willen ontwikkelen. Mensen die iets willen leren en niet alleen maar vermaak zoeken. Die interesse kunnen we vervolgens voeden met de strafste makers uit Nederland, Brussel en Vlaanderen. We zijn er vooral voor mensen die nieuwsgierig zijn naar de wereld, dat heeft niets te maken met opleidingsniveau of inkomen.
In Vlaanderen is de N-VA opnieuw de grootste geworden. De partij heeft de reputatie de strijd tegen de cultuursector aan te binden. Baart u dat zorgen? Kort gezegd: nee. N-VA heeft sinds 2019 de portefeuille cultuur. Sindsdien is er structureel geïnvesteerd in kunst en cultuur. De partij heeft de sector en de waarde ervan leren kennen. Ik vertrouw erop dat die trend zich doorzet.
Wat zijn de plannen voor de toekomst?
In november organiseren we een groot festival: ‘We zullen doorgaan’. Drie dagen lang zijn er op allerlei plekken in Brussel debatten, gesprekken en workshops rond het thema weerbaarheid.
ANNELIES BONTJES
Ossegempark Brussel
Zweefvlieg Europa wil Brusselse groene ruimtes laten zoemen van de insecten
Met een nipte meerderheid raakte vorige week de langverwachte Europese natuurherstelwet finaal goedgekeurd. Die streeft naar meer groene ruimtes in de stad, met meer bestuivers zoals de zweefvlieg en wilde bijen.
door Elien Haentjens
Na de tumultueuze boerenprotesten in Brussel lag de Europese natuurherstelwet, een van de laatste grote wetgevende delen van de Green Deal, vorige week ter stemming. De specifieke verordeningen rond landbouw werden geschrapt of teruggeschroefd. “Helaas,” vindt Kris Decleer van het Instituut voor Natuuren Bosonderzoek (INBO). “Maar de wet is gelukkig wel goedgekeurd.”
Op termijn wil Europa meer groene ruimte creëren in steden. Concreet: tegen 2030 mag er geen afname van groen of boomkruinbedekking meer zijn, en moet na die deadline het stedelijke groen zelfs toenemen. Het Europese Milieuagentschap (ESA) zal dat via satellietbeelden monitoren. “Waar die Europees beschermde natuur momenteel niet in goede conditie vertoeft, zullen tegen 2030 in 30 procent ervan natuurherstelmaatregelen moeten worden genomen. Tegen 2040 is dat 60 procent, tegen 2050 zelfs 90 procent,” stelt Decleer.
Wat Brussel betreft: het Zoniënwoud bedekt al 10 procent van het territorium van het Brussels gewest, dat in totaal 52 procent groene ruimte omvat. “Al zijn ook elders extra bomen, parken en beschermde natuur nodig. Als natuurlijke airco zorgen ze, net als waterpartijen, voor broodnodige verkoeling tijdens extreme hitte,” zo weet Decleer.
Groene stukken, greppels, wadi’s en vijvers kunnen daarnaast ook helpen bij het tijdelijk stockeren en geleidelijk laten infiltreren van het regenwater in de bodem, zodat niet alles via de riolen moet passeren. Een bebost moerasge-
• Zwart-geellijfje,vaakzonder taille
• Integenstelling tot bijenen wespenheeftdezweefvlieg niettweemaarslechtséén paarvleugels
• Deogenmaken het grootste deeluit van de kop
bied combineert dan weer wateropvang met dubbele verkoeling. Voor stedelijke gebieden voorziet de natuurherstelwet in nog één belangrijk thema, en dat zijn de bestuivers. “Onder meer door pesticiden nemen de wilde bijen, vlinders, motten en zweefvliegen nog steeds af. Terwijl die soorten cruciaal zijn in de cyclus van de voedselproductie, of voor de voortplanting van wilde, inheemse planten. Tegen 2050 moet de achteruitgang stoppen, zodat de populaties vanaf dan stelselmatig weer kunnen toenemen. Acties zoals Maai Mei Niet helpen ons op de goede weg,” vertelt Decleer.
De natuurherstelwet bevestigt daarmee de strategie rond bestuivende en nuttige insecten, die het Brussels Gewest sinds eind 2022 hanteert. Ook verbood Brussel onlangs het gebruik van de meeste pesticiden, en is een formeel kader voor geïntegreerde plaagbestrijding voor landbouw én landschapsbedrijven opgezet. Al wacht Leefmilieu Brussel nu de concrete Europese richtlijnen af om alles verder te concretiseren.
“In de strijd tegen de klimaatverandering kan de natuur de mens enorm helpen,” zegt Decleer. “Bovendien zijn die oplossingen meestal nog de goedkoopste ook. Ontharden en letterlijk ruimte maken voor groen is dus de boodschap.”
De reeks nalezen?
Lees de hele reeks op BRUZZ.be/beestigbrussel
Reportage Directeur miniatuurpark bezig aan zijn laatste dagen
Thierry Meeùs: de man die Mini-Europa groot maakte
BIO
• Studie handelsingenieur (UCL) en MBA (Cornell)
• Was CEO van Océade tot aan de sluiting in 2018
• CEO van Mini-Europa, maar geeft deze week het stokje door aan zijn dochter. Blijft wel voorzitter van Mini-Europa
• Is de zoon van Eddy Meeùs, oprichter van Walibi
Vijfendertig jaar lang vocht Thierry Meeùs te vuur en te zwaard voor zijn MiniEuropa, het miniatuurpark dat hij uit de grond stampte. BRUZZ volgde hem op zijn laatste werkdagen, net voor hij de leiding doorgeeft aan zijn dochter. “Als Neo tegen 2028 niet begonnen is, rest ons vier jaar om alles af te breken.”
door Bettina Hubo foto’s Saskia Vanderstichele
Als ik bij de entree van Mini-Europa naar ‘Mijnheer Meeùs’ vraag, kijkt het meisje achter de balie me niet-begrijpend aan. “Wie? Hoe is zijn voornaam? Ah, Thierry!” Ze stuurt me door naar het bezoekersrestaurant, waar de geur van friet en hamburgers me tegemoetkomt en waar de directeur in een hoek samen met zijn medewerkers zit te lunchen. Hij eet hier elke dag, een iets gezondere maaltijd weliswaar dan de fastfood op het bezoekersmenu.
Meeùs neemt me mee naar het wat afgeleefde kantoorgedeelte. In zijn eigen kantoortje is zijn dochter aan het werk. Dus strijken we neer in de kleine, gehorige vergaderzaal die volgestouwd is met grote kartonnen dozen. Ze blijken gevuld met oranje pluche schildpadjes made in China, de mascotte van het park. “We moesten ze per 15.000 kopen en hebben in het winkeltje geen plek om ze te stockeren,” lacht Meeùs verontschuldigend. “Eigenlijk moeten we ons gebouw dringend uitbreiden, maar dat kan zomaar niet.”
Mini-Europa is gebouwd op de plek van het vroegere Melipark, met zijn speeltuin en dieren. “De Meli ging in 1987 dicht en Stad Brussel, Paul Vanden Boeynants op kop, wilde een moderner soort vertier op de Heizel,” vertelt Meeùs. “Een Nederlandse firma stelde voor een miniatuurpark over Europa te maken, maar ze had de opdracht onderschat. Een maquettepark maken is ingewikkeld, tijdrovend en duur. Al vlug was het geld op.”
Toen kwam Walibi in beeld, het pretparkbedrijf uit Waver dat Thierry Meeùs’ vader Eddy in de jaren zeventig had opgericht met het fortuin dat hij vergaard had met plantages in Congo. Walibi nam het embryonale project van de Nederlanders over en Eddy stuurde zijn zoon Thierry, die inmiddels in het familiebedrijf werkte, naar de Heizel om het park verder af te werken.
In 1989 ging Mini-Europa open. Drie jaar later kocht Walibi, intussen beursgenoteerd, ook het aangrenzende subtropische waterpretpark Océade. Het was daar neergeplant door een Frans bedrijf en zat in slechte papieren. Ook daar kreeg Thierry Meeùs de leiding.
In 1998 werd de hele Walibi-groep overgenomen door een Amerikaans concern, maar dat wilde al na een half jaar af van de twee parken op de Heizel. Thierry Meeùs kocht ze in eigen naam terug. Toen kon het pas echt beginnen. “Ik was mijn eigen baas en was verlost van de cijferdruk van een beursgenoteerd bedrijf.”
Hoewel mensen uit zijn omgeving het afraadden, besloot hij nog meer in te zetten op de EU. “Boring, vonden velen het, maar ik geloofde in dat thema. Brussel is de hoofdstad van Europa, maar daar was in de stad nauwelijks iets van te zien.”
Fresco van Europa
Meeùs is zelf een overtuigde Europeaan. “Samen doen we meer en beter.” Hij vindt het zijn verantwoordelijkheid om een positief beeld van Europa te tonen. Wie het miniatuurpark bezoekt, krijgt informatie over de werking en het belang van de EU. Wat doet die op het vlak van landbouw, klimaat en migratie? Ook is er aandacht voor de Europese actualiteit, de brexit, de klimaatbetogingen, de Pride.
“Wij willen niet alleen een leuke attractie zijn – dat ook, we zijn een privébedrijf en moeten rendabel zijn – maar ook een fresco schetsen van Europa, iets vertellen over de geschiedenis en de waarden, zoals democratie en vrijheid. Zo leren bezoekers iets bij terwijl ze zich vermaken.”
Zoveel promotie voor de Europese gedachte. Of hij er iets voor terugkrijgt?
“Neen, we krijgen geen subsidies. Wel morele support en de Commissie schonk ons de maquette van het Berlaymontgebouw.”
Tijd voor een wandeling in het park, met zijn honderd sites en negenduizend kleine figuurtjes, omgeven door pico bello onderhouden bloemen- en plantenperken. Van de toren van Pisa langs Montmartre en de Berlijnse muur naar de universiteit van Vilnius, het is maar een paar passen. Alle monumenten zijn tot in de kleinste details nagebouwd, op een schaal 1 op 25. De 27 lidstaten zijn vertegenwoordigd en ook het Verenigd Koninkrijk is nog present. Ook staat er een miniatuurversie van de gedenkzuil op het Maidanplein in Kiev. “Normaal doen we niets met kandidaat-lidstaten, maar na het uitbreken van de oorlog vroeg de ambassade van Oekraïne of we het land geen aandacht konden geven. We zien het als een steunproject van Europa,” legt Meeùs uit. “Daarna kwam er een vraag van Turkije, maar daar zijn we niet op ingegaan.”
Meeùs stapt met kwieke tred, neemt hier en daar een doorsteekje en haalt de ene anekdote na de andere boven. Over de kathedraal van Sint-Jacob van Compostella bijvoorbeeld, waarvoor koningin Fabiola destijds jaarlijks naar Mini-Europa kwam. Het herinnerde haar aan haar kindertijd. “Maar er waren veel problemen met die maquette, die slecht geplakt was. Toen ook de koningin zei dat de miniatuur aan renovatie toe was, hebben we alles overnieuw gedaan. En neen, het Hof heeft niet betaald,” lacht hij.
Over financiën gesproken, de maquettes kosten gemiddeld 75.000 euro, met de Brusselse Grote Markt (375.000 euro) als grote uitschieter. “Soms betalen wij alles, soms krijgen we steun vanuit de lidstaat.”
Mensenketting
Meeùs houdt halt bij de Baltische ketting, een lange rij poppetjes tussen de monumenten van de Baltische staten die verwijst naar de twee miljoen Balten die in 1989 een ketting vormden tussen de hoofdsteden Tallinn, Riga en Vilnius om de onafhankelijkheid af te dwingen. “De opstelling werd ingehuldigd in 2009 en die dag hebben we hier in het park ook een lange rij gevormd met mensen die er twintig jaar eerder bij waren, mensen die dus met gevaar voor eigen leven de straat op waren gegaan.” Het ontroert Meeùs nog steeds. “Je zag en voelde wat vrijheid betekende.”
Vlug trekt hij nog een vergeten plukje onkruid uit. Wat verderop spuit een medewerker een maquette schoon, een
Het park doet het opvallend goed bij Indiërs. Thierry Meeùs poseert gewillig. Dat is wat hij het liefst doet: beetje door het park lopen, praatje maken met de bezoekers, kijken wat ze leuk vinden.
andere is bezig met de herstelling van de replica van de Ariane-raket, die net als de echte de lucht ingaat. “Het park vraagt veel onderhoud,” zegt Meeùs, die voor het hele beheer een team van dertig voltijdsequivalenten heeft. “Als de poppetjes te dicht bij de bezoekers staan, worden ze losgetrokken en meegenomen. Die worden dan opnieuw gemaakt in ons atelier. Napoleon op zijn paard hebben we uiteindelijk maar weggehaald bij de Arc de Triomphe. Dat poppetje bleef hooguit twee dagen staan.”
Ook is het een flinke klus om de talloze animaties, de bewegende autobussen, bootjes, kabelbanen en treinen, aan de gang te houden. “Zo’n trein legt hier 4.000 km per jaar af.” Hij vertelt hoe het in het begin zoeken was naar de juiste motor en de juiste wielen om zo’n trein in weer en wind te laten rijden. “Het was een leerproces, want alles was nieuw.”
Ook moesten er bezoekers gevonden worden. “Bij de start van het park kwamen er amper toeristen naar Brussel en deed Brussel nauwelijks aan promotie van de stad. Ik heb zelf alle spelers bijeengebracht om een toerismebeleid te ontwikkelen. Samen hebben we een systeem met kortingsbonnen op poten gezet.”
Mini-Europa trok ook naar het buitenland. “Naar Rijsel en Engeland, maar ook tot in India en Brazilië om touroperators te overtuigen Mini-Europa in hun programma op te nemen. Met op zak brochures van
Brusselse musea, die zelf niet op pad gingen. Zo verkochten we Brussel in de hele wereld.”
Die blijvende marketinginspanningen hebben geloond. Mini-Europa krijgt jaarlijks 400.000 mensen over de vloer, het merendeel volwassenen, voornamelijk uit het buitenland. Zo doet het park het opvallend goed bij de Indiërs, die ook vandaag in groten getale aanwezig zijn. Enkele vrouwen in sari willen met de directeur op de foto. Meeùs poseert gewillig. Dat is wat hij het liefst doet: beetje door het park lopen, praatje maken met de bezoekers, kijken wat ze leuk vinden.
Pijnlijk moment
Uitkijkend over de maquettes blijft zijn blik hangen bij de plek achter de Akropolis waar tot zes jaar geleden Océade stond. De sluiting van het waterpretpark is het pijnlijkste moment uit zijn carrière. Jarenlang voerde Meeùs strijd met de Stad Brussel, die eigenaar is van de gronden op de Heizel en daar het project Neo – woningen, een groot winkelcentrum, een nieuw pretpark – wil realiseren. Het oorspronkelijke huurcontract liep tot 2010 en Meeùs moest hemel en aarde bewegen om er een paar jaar bij te krijgen. Zelfde scenario in 2013 en 2016. Meeùs liet zich niet doen, riep elke keer weer met veel gevoel voor drama de pers bijeen, kondigde de sluiting aan en dreigde met een verhuizing naar een
75.000
euro is de gemiddelde prijs van een maquette, de Brusselse Grote Markt kostte zelfs 375.000 euro
400.000
bezoekers telt Mini-Europa elk jaar, het merendeel volwassenen, voornamelijk uit het buitenland
andere Belgische of buitenlandse stad, tot in Montenegro, Azerbeidzjan en China, die wel interesse zou hebben voor zijn parken. Op de valreep kreeg hij telkens een kleine verlenging.
Maar in 2018 was het over en uit voor Océade. Het waterparadijs paste niet in het Neoproject, dat ondertussen aanbesteed was aan het consortium Unibail-RodamcoWestfield-Besix-CFE. Alles werd gesloopt en de Anaconda en andere glijbanen
werden verpatst aan een park in Roemenië. Die plek staat nu te verwilderen. “Er was geen enkele reden om toen al te moeten sluiten. De eerste steen van Neo is nu, zes jaar later, nog altijd niet gelegd, er zijn zelfs nog geen vergunningen. Maar voor ons betekende het een flink verlies van inkomsten. Er vielen ontslagen. Bovendien was Brussel zijn waterpark met buitenbad kwijt, goed voor jaarlijks 250.000 mensen van wie de helft Brusselaars.”
Mini-Europa bleef open, voor het miniatuurpark zou er wel plek zijn binnen Neo. Maar omdat Meeùs maar geen deftige langetermijnoplossing kreeg, althans in zijn ogen, vroeg hij in 2020 een sloopvergunning aan, om zo druk te zetten op de Stad. Het park zou ‘definitief’ sluiten op 21 december 2020, zo kondigde hij aan.
Meeùs kreeg uiteindelijk een contract tot 2032. “In 2028 wordt alles herbekeken. Ofwel is Neo dan van start gegaan en stappen we mee in. Het contract van 27 jaar met het Unibail-consortium ligt al klaar. Het houdt in dat Mini-Europa zes miljoen euro investeert, voornamelijk in nieuwe gebouwen. Tot die tijd is voor elke belangrijke verandering, zoals de uitbreiding van de kantoren, de toestemming van Unibail nodig. Als Neo tegen 2028 niet begonnen is, rest er ons vier jaar om alles af te breken,” zegt Meeùs, die hoopt dat de knoop over Neo nu snel doorgehakt wordt. Voor een pretparkconcurrent op de Heizel hoeft hij voorlopig niet te vrezen. “Het geplande Spirouland heeft zich teruggetrokken.”
Of hij destijds aan het hele avontuur was begonnen als hij geweten had dat het zo moeilijk zijn om op de Heizel te blijven?
“Eerlijk? Ik denk het niet. De hele saga heeft ons zoveel energie en geld gekost, alleen al de advocatenkosten. Zonder al dat gedoe zouden we met Mini-Europa ook verder staan. We zijn altijd wel blijven investeren, maar als ik in 2010 meteen een perspectief van twintig jaar had gekregen, hadden we echt grote investeringen kunnen doen.”
Waarom dan niet zelf ergens een terrein gekocht of ingegaan op de voorstellen van geïnteresseerde steden? “Zo simpel is het niet. In 2020 toonden steden als Mechelen en Dinant belangstelling, maar ofwel was er niet meteen een grond beschikbaar ofwel zou het lang wachten zijn op een vergunning. Er zijn gewoon weinig terreinen voor vrijetijdstoerisme. En het afbreken en weer opbouwen van alle maquettes zou ons vijftien tot twintig miljoen kosten. Bovendien, onze huidige ligging, vlak bij de metro en het Atomium, is ongeëvenaard.”
Meeùs is ondertussen 68. Deze week, op de vijfendertigste verjaardag van het park, draagt hij het directeursstokje over aan de jongste van zijn drie dochters, Vinciane. Hij laat een rendabel bedrijf (omzet 6,5 miljoen euro) na. Zelf gaat hij zijn archief ordenen en misschien een boek schrijven over zijn levenswerk. Maar bovenal wil hij meer tijd voor zijn familie, vooral voor zijn tweede dochter, die bijna volledig verlamd is.
Meeùs blijft voorzitter van Mini-Europa en zal de dossiers rond Neo en de ontwikkeling van de Heizel opvolgen. De Stad is dus nog niet helemaal af van deze flamboyante doorzetter en pain in the ass.
In de tv-reeks De laatste dag neemt Thierry Meeùs afscheid van zijn Mini-Europa. Te zien op BRUZZ.be
‘NOUS AVONS VENDU BRUXELLES DANS LE MONDE ENTIER’
FR Pendant 35 ans, Thierry Meeùs (68 ans) a tout donné à Mini-Europe, le parc de monuments miniatures qu’il a créé au Heysel. Il passe maintenant le flambeau à sa fille Vinciane. Il nous fait faire le tour en évoquant la construction de Mini-Europe, l’attractivité touristique, sa foi en l’idée européenne et son combat avec la Ville de Bruxelles pour pouvoir rester au Heysel. « Si on nous avait donné d’emblée une perspective sur 20 ans, Mini-Europe aurait été différente aujourd’hui. »
‘WE SOLD BRUSSELS TO THE WHOLE WORLD’
EN For 35 years, Thierry Meeùs (68) fought tooth and nail for his Mini-Europe, the miniature park he created on the Heizel/Heysel. He now passes on the baton to his daughter Vinciane. We took him along for a walk through the park as he talks about the early years and the construction of Mini-Europe, trying to attract tourists, his belief in the European idea, and the struggle with the City of Brussels to be allowed to stay on the Heizel/Heysel. “If we had been given a 20-year perspective right away, MiniEurope would be further along now,” he says.
BRUZZ INTERNATIONAL GOES …
Elke maand zoomt BRUZZ International in op een internationale gemeenschap hier in Brussel. Zondag is Litouwen aan de beurt.
Bekijk alle landenspecials op BRUZZ.be/international
LIVE OP COULEUR CAFÉ
Mis niks van de start van de Brusselse festivalzomer. BRUZZ zit op Couleur Café, met livemuziek en veel sfeer.
Vrijdag tot en met zondag van 16u tot 20u BRUZZ radio, via Instagram en de app van BRUZZ
BRUSSELS KABINET
De leerlingen van Regina Assumpta kropen in de rol van minister van Sport en Veiligheid en schreven een speech. Meer op BRUZZKet.be
Randje buitenspel
EK-WATCHER MICHAËL BELLON
Union, Anderlecht en RWDM kennen hun plaats op de ranglijst. Maar voetbal stopt nooit, dus spelen onze clubcolumnisten de bal door aan Michaël Bellon, die het EK van de Duivels vijf weken lang volgt met een Brusselse sjerp.
PAARSE BOND
— In het beste geval ben je zelf topvoetballer. Eveneens bevredigend is voetballen op een aan te gluren amateurniveau. Wie ook daar te tam voor is, ruilt het actieve voetbal in voor beterweten aan de zijlijn. Live naar een wedstrijd kijken komt voor zulke passief-agressieven dan nog het meest in de buurt van het echte werk. Lukt dat niet, dan zijn er de samenvattingen, en mis je die, dan voorziet de gespecialiseerde pers in analyses bij de samenvattingen. Vervolgens kan je afglijden tot de oeverloze spraakwateren van de concurrerende shotcasts, en nog verder naar semilegale voetbalwebsites die alle nieuwtjes, quotes en speculaties uit de internationale voetbalindustrie stelen en zonder bronvermelding aanbieden als clickbait. Op dat laatste niveau zit ik ongeveer, apetrots dat ik nog niet in het definitieve afvoerputje van de voetbalriooljournalistiek ben beland: de publieke fora van die voebalsites, waar je ongeletterd kan meeschelden over onderwerpen die er zéker niet toe doen. Een onderwerp in die categorie is bijvoorbeeld de relatie tussen de clubs uit onze competitie en de Belgische Voetbalbond. Zo hebben trollen uit de provincie het weleens over de ‘Paarse Bond’, die spelers en eersteklasseclubs uit Anderlecht systematisch zou bevoordelen. Ter verdediging van die complotdenkers: vaderlandse voetbalschandalen zijn ons niet onbekend, dubbele petten behoren tot de dresscode van voetbalbobo’s, en het machtsbastion van de voetbalbond was meer dan 125 jaar in Brussel gevestigd. Om de regionale evenwichten tussen met name Antwerpen, Brugge, Brussel en Luik enigszins te bewaren, werd de nationale ploeg zelfs decennialang samengesteld door een hele commissie – vaak voor hun club lobbyende – ‘selectieheren’. Zelfs het feit dat de Rode Duivels in Luik, Deurne of Brussel speelden was soms van belang voor de ploegopstelling. Het hielp ook niet dat de latere Anderlecht-voorzitter Constant Vanden Stock de eerste ‘bondscoach’ werd die geen commissie meer naast zich moest dulden, om dan in 1964 doodleuk een volledig ‘paarse’ nationale ploeg op te stellen. In Deurne dan nog. Alleen keeper Guy Delhasse speelde niet bij Anderlecht, maar bij Club Luik. Toen die van het veld werd geschopt door de Nederlander Gerard Bergholtz (een jaar later ook Anderlecht-speler) kwam Jean Trappeniers zijn ploegmaats vervoegen. De clubautomatismen leverden België 1-0 winst op tegen Oranje, voor slechts negenduizend toeschouwers. De thuisblijvers waren boze Antwerpenaren die niet van plan waren ‘Come on you Mauves!’ te roepen. Vandaag zouden zij hun toevlucht zoeken tot bedenkelijke internetfora om te fulmineren dat er met Sels of Kaminski, Debast, Faes, Vertonghen, Onana, Mangala, Tielemans, Doku, Lukaku, Lukebakio en Bakayoko opnieuw een paars elftal van (ex-)Anderlecht-spelers ter beschikking is om al dan niet bont en blauw te eindigen. MB
Wat is de geschiedenis van de hippodroom van Bosvoorde?
Maya Callizaya zoekt elke week een antwoord op een lezersvraag, deze week van Frank uit Laken.
Ook een vraag?
Stel je vraag en stem op BRUZZ.be
Bekijk en lees antwoorden op BRUZZ.be/bigcity
Op de hippodroom van Bosvoorde, vlak bij het Zoniënwoud, koersten tot dertig jaar geleden de best getrainde paarden met hun jockeys. Het is de enige Brusselse hippodroom die de tand des tijds heeft doorstaan en niet werd afgebroken, maar wat is de geschiedenis erachter?
Op het einde van de negentiende eeuw was de paardensport, overgewaaid vanuit Engeland, ontzettend populair in Brussel. Op een bepaald moment telde onze regio vijftien renbanen en was Brussel het hart van de paardensport van het land. Hippodromen waren de ontmoetingsplaats bij uitstek voor de Brusselse burgerij en aristocraten.
Het exemplaar in Bosvoorde werd in 1878 gebouwd op vraag van koning Leopold II, die grote fan was van de paardensport. Bovendien wilde hij van Brussel een metropool maken die kon concurreren met steden als Londen en Parijs. Daar hoorde uiteraard ook een grote, chique renbaan bij.
Hoewel de renbaan ‘de hippodroom van Bosvoorde’ heet, ligt die eigenlijk op Ukkels grondgebied. Het domein dankt zijn naam aan het nabijgelegen treinstation van Bosvoorde, waar de racefanaten vaak gebruik van maakten.
Gouden tijden
De paardenrenbaan werd een groot succes. Er kon niet alleen gegokt worden op de races, ook werden er modeshows en mondaine feestjes georganiseerd. Om de duizenden toeschouwers op wedstrijddagen te kunnen vervoeren, werd er zelfs een tramlijn aangelegd.
De wedstrijd werd van op verschillende plaatsen gevolgd. De koninklijke familie mocht uiteraard toekijken vanuit de koninklijke loge, de elite zat op de tribune en de middenklasse stond in het midden van de baan, op de pelouse, waar een toegangsticket minder kostte.
De renbaan van Bosvoorde kende gouden tijden tussen 1880 en 1940 en behoorde zelfs twintig jaar lang tot de top van
Europa, maar na de Tweede Wereldoorlog werd de paardenrensport minder populair. Er werden steeds minder wedstrijden georganiseerd en in de jaren negentig sloten heel wat renbanen, onder andere door de opkomst van de Lotto en andere kansspelen die toegankelijker waren.
De laatste race op de Hippodroom van Bosvoorde vond plaats in 1995. Daarna raakte het terrein in verval en in 2005 was er zelfs even sprake van om alles af te breken. In 2016 werd de site echter helemaal gerenoveerd. Hierdoor staan er vandaag nog steeds heel wat belangrijke gebouwen, zoals de grote en de kleine tribune, het weeglokaal waar de jockeys gewogen werden voor de wedstrijd, net als de toren waarin de jury en de omroepers zaten.
Vandaag is het terrein omgetoverd tot recreatiedomein Drohme, waar allerlei activiteiten, zoals bijvoorbeeld golf, mogelijk zijn. Ook is de site een van de toegangspoorten van het Zoniënwoud geworden.
De slaapkamer
Tobias
‘Ik wil een bergrit winnen in de Tour de France’
Elke week gaat BRUZZ op bezoek bij een ket in zijn of haar slaapkamer. Deze week is dat bij de elfjarige Tobias uit Jette. Tobias heeft één passie en dat is fietsen, fietsen en nog eens fietsen. “Ik wil wereldkampioen mountainbike worden.”
door Emilia De Feyter foto Saskia Vanderstichele
Woon je hier graag?
Ja, er is veel lawaai soms, maar het is wel leuk om hier te wonen. Verderop is een straat afgezet met grote blokken, waar auto’s niet door kunnen. Daar spelen we met de buurjongens.
Ken je de buren goed?
Ja, ik kan via de tuin door naar hun huis. We hebben met een tang een gat gemaakt in de omheining. Ik zie hen tegenwoordig wat minder, omdat ik nu veel train.
Je fietst dus?
Ja, het begon vorig jaar. Ik was mijn identiteitskaart kwijtgeraakt, waardoor we niet naar Berlijn konden. Ik was heel droevig, dus we gingen wat fietsen. Zo is het wiel beginnen te rollen. Ik vond het meteen de beste sport van mijn hele leven. Mijn oma, opa, papa, tantes én nonkels zijn de Mont Ventoux opgereden. Het zit dus ook wat in de familie. Of ik dat ook wil doen? Ja, maar dan zou ik graag in de Tour de France de etappe winnen van de Mont Ventoux.
Hoe vaak train je?
Ik fiets een keer per week op de rollen en een keer buiten met mijn mountainbike. Vorige week fietste ik 65 kilometer. Vorige zomer ging ik naar het mountainbikekamp van Sven Nys.
Ik ben ingeschreven in een wielerschool in het Pajottenland. Daar heb ik veel bijgeleerd in korte tijd. Ondertussen deed ik al mee aan drie wedstrijden.
Volgend jaar wil ik meedoen met het provinciaal kampioenschap van Vlaams-Brabant. In mijn stoutste dromen ben ik de winnaar.
Ben je competitief?
Ja. Na mijn wedstrijden zat ik veel te denken wat ik beter had kunnen doen. Ik ben 13e van de 20 geworden, maar ik ben nog niet echt tevreden. Ik vind dat ik beter kan en dat zal ik ook bewijzen. In september en augustus komen er nieuwe wedstrijden aan.
Fiets je ook in Brussel?
Ja, bijvoorbeeld in het BXL Pump Park, het Laarbeekbos en in het park van Thurn & Taxis. Daar rijd ik soms met 20 kilometer per uur van een lange trap. Brussel is leuk om te fietsen, maar niet zo technisch.
Wat vind je van Brussel?
Brussel is een heel leuke stad. In West-Vlaanderen zijn de mensen bang van Brussel. Ze vinden dat hier raar volk rondloopt. Mijn oma heeft eens foto’s gemaakt en die getoond in een expo in West-Vlaanderen. Ze wilde laten zien dat Brussel een toffe stad is en niet is zoals zij daar denken.
Het is leuk om lekker te eten, te wandelen, naar school te gaan en te studeren. Maar om te fietsen is het hier niet ideaal. Dan ga ik in de Ardennen wonen of in het Pajottenland. Ik ben gewoon graag buiten de stad. Daar is meer bos en veel technischere padjes.
Heb je nog hobby’s?
Ik ga zwemmen om in een goede conditie te blijven. Als je wil dat je droom uitkomt, moet je het goed doen. Je kan bijvoorbeeld niet zomaar een training laten vallen. Je moet er elke dag voor gaan. Als je iets wil waarmaken, moet je je instinct volgen. Wat je droomt, kan je bereiken.
Mijn droom is om bij het raceteam van mijn club te geraken. Zij doen mee met het BK, EK en WK voor de jeugd. Mijn grootste droom is om wereldkampioen mountainbike worden, of om op de weg de Tour de France te winnen met Alpecin-Deceuninck.
Waar ben je trots op?
Dat ik een warme thuis heb met een papa en mama. Dat ik in één jaar tijd zoveel heb bijgeleerd. Dat ik hier in België ben geboren en dat ik daardoor deze kansen krijg.
Reeks nalezen?
Lees de hele reeks op www.BRUZZKet.be/slaapkamer
‘JE VEUX DEVENIR CHAMPION DU MONDE DE VTT’
FR Tobias (11 ans) de Jette a une grande passion : le vélo. Son rêve est de devenir champion du monde de VTT. Il s’entraîne à Bruxelles, mais il trouve que la ville n’est pas assez difficile techniquement. « J’ai déjà roulé au BXL Pump Park, au Bois du Laerbeek et au parc de Tour & Taxis. »
“In WestVlaanderen zijn de mensen bang van Brussel. Ze vinden dat hier raar volk rondloopt”
‘I WANT TO BE WORLD MOUNTAIN BIKE CHAMPION’
EN Tobias (11) from Jette has one big love: cycling. His dream is to become world mountain bike champion. He already trains in Brussels but he says the city is not difficult enough technically. “But I have cycled in the BXL Pump Park, the Laarbeek/Laerbeek forest and in the Thurn/Tour & Taxis park.”
Streetart
Stickeraars hangen Brussel vol met klevers
‘Ik wil erfgoed worden’
Al vier jaar plakt Erez Brussel vol met stickers. Bij elke nieuwe klever op een lantaarnpaal, brievenbus of metrowagon blijft de adrenaline door zijn lijf gieren. Deze week lanceert hij vier nieuwe ontwerpen, ter ere van zijn verjaardag als straatartiest. “Mezelf overal tegenkomen, dat geeft een kick.”
door Joke Vylders en Maarten Goethals foto’s Ivan Put
Erez Club, de crew rond straatartiest Erez, domineert het Brusselse straatbeeld. Wie geregeld door de stad wandelt en naar beplakte lantaarnpalen kijkt, zag ongetwijfeld ergens al het bekendste figuurtje uit zijn portfolio: een mannetje met een dik pak haar, soms in pieken, en met een verbeten trek om de mond. “Deel uitmaken van het culturele patrimonium, dat drijft mij,” zegt Erez, die donderdag zijn vierjarige bestaan als stickerartiest viert met de uitgave van vier nieuwe klevers en drie nieuwe T-shirts. Hij wil, door de aard van zijn activiteiten, liever anoniem blijven voor een gesprek met BRUZZ. “Ik doe namelijk iets illegaals.”
In het magazine van vorige week stond ook een stuk over de ‘Je te rembours lundi’-stickers. De bijbehorende video werd massaal bekeken. Brusselaars vinden het dus een fascinerend fenomeen. Weet jij wie er achter dat project zit?
EREZ: Ik heb een vermoeden, de stickerwereld in Brussel is niet zo groot. Maar is het niet veel leuker om het mysterie intact te houden?
Hoe ontstond bij jou het idee om stickers te maken?
EREZ: Dat begon tijdens corona. Ik moest, zoals iedereen, een halfjaar binnenblijven. Ik woonde toen nog bij mijn ouders, en ik
wilde iets doen waar ik mijn tanden in kon zetten. Een aantal accounts op Instagram wakkerden mijn inspiratie aan, en toen ik mijn bureau vol begon te plakken, raakte ik helemaal overtuigd van de schoonheid van stickers.
Sommige kunstenaars maken beelden of etsen, ik maak stickers. Dat betekent dat ik mijn werk makkelijk kan verspreiden, voor iedereen zichtbaar, op de meest onverwachte plekken in de stad. Ik verzamel ook stickers van anderen, in een grote map. Momenteel telt mijn collectie meer dan 600 ontwerpen. Ja, het heeft wat van de postzegelverzameling van vroeger.
Waar komt Erez, je artiestenaam, vandaan?
EREZ: Die is een verwijzing naar Erebos, de god van de duisternis. Hij is ook een personage in Het huis van de nacht, een boekenreeks over vampiers, weerwolven en een meisje dat opgroeit in moeilijke omstandigheden. Ik was verzot op die verhalen, en ik kon mij wel identificeren met het hoofdpersonage.
Erez Club verwijst dan weer naar mijn collectief, dat bestaat uit drie vaste mensen en de fans die mijn stickers kopen, ruilen en verspreiden.
Voel je enige competitie met andere plakkers in de stad?
EREZ: In het begin wel. Ik wilde overal hangen en erbij horen. Toch hield ik me aan
de ongeschreven regel: niemand overplakken. Wie dat wel doet, is een chien, een laffe hond. Dat doet snel de ronde.
Sommigen kan ik voorlopig niet overtreffen qua naamsbekendheid en populariteit, want ze hangen in elke fucking straat. Toch wil ik een aantal mijlpalen bereiken. Dit interview hoort daarbij: BRUZZ wil met mij spreken, ik voel mij dankbaar en erkentelijk. Maar de ultieme ambitie is toch om deel uit te maken van het culturele patrimonium en van de publieke ruimte, als in: een sticker maken die iedereen herkent. Zoals ook iedereen de sticker met “Klet” erop kent. Ik wil erfgoed worden.
Ambitieus.
EREZ: Er komt wat ego bij kijken, dat geef ik toe. Het kan ook niet anders, ik verspreid mezelf.
Maar nu de kernvraag: waarom hang je Brussel vol met stickers?
EREZ: Simpel, ik vind het mooi. En ik maak de stad ook minder egaal en grijs door kleur aan te brengen. De stickers verwijzen daarnaast op een zichtbare wijze naar een onzichtbare subcultuur. De vele referenties hinten op een verborgen rijkdom, tenminste voor wie wil kijken. In die zin vind ik stickers een onderschatte vorm van kunst, terwijl ze dezelfde voorbereiding en focus vergen als bijvoorbeeld een schilderij.
Kijk je zelf veel naar stickers wanneer je door Brussel struint?
EREZ: Ja. Ik kan soms tien minuten lang aan een paal staan, gefascineerd door de collages en het werk van collega’s. Dat maakt dat ik soms te laat op een afspraak kom.
Kan je spreken over trends in het wereldje?
EREZ: Absoluut. Bijvoorbeeld in het materiaal. Momenteel zijn Egg Shell-stickers een dingetje, gemaakt van zeer fragiel materiaal dat lijkt op de schil van een ei – vandaar de naam. Ik zie ze steeds meer opduiken in Brussel. Als ze eenmaal zijn aangebracht op een oppervlak, blijken ze maar moeilijk verwijderbaar, zelfs met verf. Die Egg Shell-stickers bijten zich in de materie vast. Daarnaast zijn ook holografische stickers een nieuwigheid. En veel printbedrijven experimenteren tegenwoordig met ecologisch materiaal.
En op stilistisch vlak?
EREZ: Eind jaren 1990 waren stickers vooral een alternatief voor graffititags. In plaats
“Privé-eigendommen laat ik ongemoeid. Maar wat overheidsgebouwen betreft, voel ik minder gêne: die besticker ik met veel plezier”
van ’s nachts in de weer te moeten zijn met spuitbussen kon je gewoon een plakkertje hangen. Dat ging veel sneller. Vandaag ligt het accent eerder op mannetjes, figuurtjes, cartoons. Veel van de stickerartiesten vind ik grafisch heel sterk, en blijken bijvoorbeeld ook actief in de tattoosector.
Ook de vele politieke boodschappen vallen op.
EREZ: Klopt, ja. Over dat onderwerp schreef ik trouwens mijn bachelorproef. Ergens is het ook niet onlogisch: een sticker is een heel efficiënte manier om reclame te maken, veel makkelijker en feller ook dan posters of computerschermen. 20.000
De populariteit van stickers is niet onlogisch volgens
Erez: “Een sticker is een heel efficiente manier om reclame te maken. 20.000 exemplaren printen, een paar dagen plakken, en heel Brussel heeft je boodschap gezien.”
exemplaren printen, een paar dagen plakken, en heel Brussel heeft je boodschap gezien, of je dat nu wilt of niet. De Noordwijk hangt vol met waarschuwingen over het klimaat, Palestina, de mensenrechten. Neem het overbekende voorbeeld van ‘Niemand is illegaal’: mensen begrijpen dat meteen, de sticker sensibiliseert.
Ook rechts maakt duchtig gebruik van de techniek, met leuzen als: ‘Stop islamisering.’
EREZ: En die worden dan ook meteen door extreemlinks en partijen als de PVDA overplakt. Er is een stickeroorlog aan de gang.
Hoe beslis je waar je toeslaat? Of gebeurt dat allemaal nogal random?
EREZ: Ik ga in de eerste plaats voor plekken met veel passage. Hoe meer wandelaars en fietsers er voorbijkomen, hoe meer bekijks je hebt, natuurlijk. De omgeving moet ook wat trashy aandoen, zeker als ik er later een foto van wil posten op Instagram. Ik zal sneller een sticker naast twee lachgasflessen kleven dan in de straat van mijn ouders in het Pajottenland. Dat laatste interesseert toch niemand. Ik plak meestal mijn stickers ook op plekken waar al andere werken hangen. Dat is trouwens magisch om te zien: hoe een collage organisch groeit. Soms ga je van één of twee stickers naar dertig stuks in een week tijd.
Wat ook meespeelt, is de prijs. Sommige stickers kosten maar twintig cent per stuk, dan maakt het weinig uit waar ik die achterlaat. Maar een duurder exemplaar van vijf euro – speciaal uitgesneden en met een grafisch kantje – gebruik ik eerder om te ruilen als collector’s item. Ik kan voorlopig nog niet leven van mijn kunst, daarom ontwerp ik ook T-shirts en petten. Met de winst van die verkoop financier ik mijn stickers.
Maak je een onderscheid tussen privébezit en openbare gebouwen?
EREZ: Ik vermijd zoveel mogelijk privéeigendommen, al kreeg ik al enkele keren
kwade mailtjes van particulieren met de vraag of ík de factuur voor het verwijderen van mijn stickers ga betalen. Als ik dan opzoek waar die mensen wonen, weet ik zeker dat ik die stickers niet zelf heb aangebracht, maar dat het een van mijn fans moet zijn geweest. Dan is het mijn verantwoordelijkheid niet, want ik moedig niemand aan om stickers te kleven. Wat gebouwen van de overheid betreft, voel ik minder gêne – daar ligt niemand echt wakker van. Hetzelfde geldt voor lantaarnpalen, brievenbussen, elektriciteitscabines. Soms hang ik ook stickers in de metro of op bussen, een beetje afhankelijk van het moment.
Het kost de overheid wel geld om personeel op pad te sturen en die stickers te verwijderen. Lig je daar nooit wakker van?
EREZ: Niet echt. Ik vind het eerder jammer voor de persoon die de stickers moet verwijderen. Die is namelijk langer bezig met het afschrapen van de sticker dan dat ik erover deed om hem aan te brengen. Laat die dingen toch hangen, en reserveer die overheidsmiddelen voor nobelere projecten.
Heb je enig idee hoeveel stickers je eigenhandig al in Brussel kleefde?
EREZ: Makkelijk meer dan tweeduizend. Soms kom ik nog exemplaren tegen van in mijn beginperiode, of zie ik nog net de plakafdruk, het silhouet. Dat is heerlijk. Naar sommige plekken trek ik heel bewust, om te checken of ik er nog hang.
Wat is de opvallendste plaats in Brussel waar werk van jou te zien is?
EREZ: Misschien het dak van het Justitiepaleis. En om sentimentele redenen de Sint-Rochusstraat, bij De Brouckère. Dat was de eerste straat waar ik een sticker kleefde.
En waar hang je buiten Brussel overal?
EREZ: In Florida. New York. Canada. Mexico. Japan. Zuid-Korea. Ook in heel wat skigebieden. En op het bordje dat in Afrika zegt: “Het meest zuidelijke punt van Afrika.” Vrienden en familie nemen vaak een stapeltje mee. Maar ook andere stickerartiesten helpen met die internationale verspreiding, net zoals ikzelf hun werk hier in Brussel ophang.
Ben je al eens betrapt geweest?
EREZ: Ja, al twee keer. De ene keer zei de politie dat ik ermee moest stoppen. De
andere keer stonden ze met z’n drieën op mijn vingers te kijken, terwijl ik de stickers weer verwijderde. Toen heb ik zitten sukkelen, die overmacht was nogal impressionant. Een boete kreeg ik nog niet, hout vasthouden ...
Hoe reageren omstanders?
EREZ: Dat varieert. Ik kijk eerst naar hun gedrag. Zijn ze nieuwsgierig, vriendelijk of eerder agressief? Sommigen vatten het helemaal niet en worden boos. Eén keer begon een vrouw mij zelfs te filmen met haar smartphone, toen voelde ik mij heel kwetsbaar. Ik trachtte het niet te laten escaleren.
LE STICKER ART À LA CONQUÊTE DE BRUXELLES
FR Cela fait quatre ans qu’Erez, en référence à Érèbe, dieu de l’obscurité, colle ses stickers partout à Bruxelles. « Facilement plus de 2 000 », jusque sur le toit du Palais de justice. Chaque nouveau sticker sur un réverbère, une boîte aux lettres ou une rame de métro provoque une montée d’adrénaline. Cette semaine, il lance quatre nouveaux stickers, à l’occasion de son anniversaire d’artiste. « Me voir partout en ville me fait kiffer », explique l’artiste. « Mon ambition ultime est de faire partie du patrimoine culturel et de l’espace public, de faire un autocollant que tout le monde reconnaisse. »
Anderzijds: het blijft wel kicken, het blijft wel iets heel underground. De adrenaline verdwijnt niet. Ik krijg nog steeds kriebels in de buik als ik ergens een sticker plak. Soms zoek ik het ook op, zoals die keer dat ik een politiecombi viseerde. Ik deed het bijna in mijn broek, putain
Sommige lezers zullen nu zeggen: “Crapuleus gedrag.”
EREZ: En dat begrijp ik. Alle begrip daarvoor. Die mensen ga ik ook nooit kunnen overtuigen om stickers als een vorm van kunst te zien. Anderen vinden dat een aan de muur geplakte banaan mooi is. Ieder zijn ding. Leef en laat leven, ik doe tenslotte niemand kwaad.
STICKER ARTISTS CONQUER BRUSSELS
EN Bodytekst samenvatting
EN Erez – a reference to Erebos, the god of darkness – has been covering Brussels in stickers for the last four years. There are “easily more than two thousand” stickers out there, all the way to the roof of the Palace of Justice. Each new sticker on a lamppost, letterbox, or underground car, is another kick of adrenaline rushing through his body. This week, he launches four new designs, in honour of his birthday as a street artist. “Seeing myself everywhere, that gives a thrill,” the artist explains. “My ultimate ambition is to become part of the cultural patrimony and public space and make a sticker that everyone recognises. I want to become heritage.”
door Charlotte De Cort
Onschuldig voyeurisme
Charlotte De Cort is een Brusselse scenarist en regisseur. Ze schrijft met filmische flair over haar ervaringen in de stad die haar inspiratie leveren voor nieuwe filmcreaties.
“Een foto vormt het tastbare bewijs van een subtiel ingrijpen”
Het Louis Moricharplein, hartje Sint-Gillis. Toevluchtsoord voor skaters: jonge kerels (en ook steeds meer meisjes) die vaart maken op wieltjes, en die met slimme en snelle bewegingen de zwaartekracht elegant en minder elegant verschalken.
Ik hou van het kenmerkende geluid: het gekletter, het gehamer, het gestommel op het asfalt. En ook van het lijzige slepen, als de skaters kracht op hun borden zetten door zich met hun been af te zetten van de stoep. Veel van de jongens bewegen zich loom naast het bord – comes with the attitude – maar op de plank vallen net hun energie en souplesse op. Een levende paradox. Als ik plaatsneem op een van de bankjes aan het Louis Moricharplein, doe ik dat vaak met mijn analoge camera. Ik wil hun bewegingen en gezwinde zotternijen als een onzichtbare archivaris documenteren: ik wil die seconde van gratie (dat hangen in de lucht, de symbiose tussen mens en tuig, de controle over lichaam en lichtheid) voor eeuwig vastleggen.
Maar interesseert mij dat werkelijk, die kunstjes? Ik stel de vraag omdat ik zelfs nooit de neiging voelde om mijn botten en benen te breken. Waar komt dit onschuldige voyeurisme dan vandaan?
Ik denk: verbondenheid. Maar een specifiek soort verbondenheid – eerder formeel dan inhoudelijk, eerder afstandelijk dan actief.
Hun onuitgesproken kameraadschap, de blijdschap om de ollies en kick turns, hun gedeelde compassie bij de zoveelste schaafwonde of verstuikte enkel … Ik kan dat van buitenaf wel allemaal registreren, maar nooit van binnenuit meemaken. Ik stoot daar op een grens, op een realiteit die zich weliswaar toont, maar die mij ook tegenhoudt (en verkruimelt) dra ik toenadering zoek.
Achtergrond
Tegelijk ben ik degene die van een lukrake situatie een geheel maakt, zonder drastisch in te grijpen. Ik breng als fotograaf een kader aan, breng een perspectief binnen, schets een verhouding. Ik ben het geheel waarin de skaters een rol krijgen: in
mijn blik, gebrand op de buitenwereld, leg ik de contouren vast van hun onderlinge relatie. Een foto vormt het tastbare bewijs van dat subtiele ingrijpen. Maar nogmaals: wat win ik daarbij?
Soms denk ik dat het weinig uitmaakt wat ik precies fotografeer. Het gaat eerder om de activiteit zelf. Het is een manier om een wereld binnen te dringen, zonder die wereld te laten imploderen met mijn aanwezigheid. Het is een vorm engagement zonder dat het echt écht wordt. En ik kan dat, zolang ik niets ben in hun ogen, hoogstens achtergrond waartegen de skaters fel, energiek en natuurlijk afsteken.
Misschien ga ik daarom zo vaak naar het Louis Moricharplein: het geeft me respijt. In de eerste plaats op mezelf. Doordat ik toch nooit volledig deel zal uitmaken van hun universum, hoef ik tegelijk ook niet volledig mezelf te zijn. Of omgekeerd: ik voel mij het meest met de skaters verbonden wanneer zij mij compleet negeren.
Over een paradox gesproken.
Reeks nalezen?
Wie alle columns van BRUZZ wil herlezen, kan de teksten terugvinden op BRUZZ.be/column
Download de NOWJOBS-app en vind vlot jobstudenten en flexi’s. Tot 2 uur voor de shift begint. handen
Download de NOWJOBS-app en vind vlot jobstudenten en flexi’s. Tot 2 uur voor de shift begint.
Uw gids door de culturele agenda 26/6 > 2/7
‘Ik geef
de stad een menselijker gelaat’
Gewapend met boor en beitels schraapt de Portugese graffitikunstenaar Alexandre Farto alias Vhils als een archeoloog het vernis van de gevels van steden. Met een nieuwe mural in de Leopoldstraat en de expo Multitude in het MIMA presenteert hij een Brusselse double bill. door Tom Peeters
Wat als de muren konden praten? Die bedenking zou begin jaren 2000 de hoeksteen worden van het werk van de Portugese graffitikunstenaar Alexandre Farto alias Vhils. Ooit begon hij in het illegale circuit, maar tegenwoordig hangt zijn werk in musea, galeries, maar bovenal in de publieke ruimte, waar tal van stedelijke overheden hem om interventies verzoeken. Deze week woensdag onthult hij zijn nieuwste mural op een boogscheut van De Munt. Die moet een extra halte worden op het Brusselse streetartparcours. Vrijdag opent dan zijn solotentoonstelling in het MIMA.
“Als jonge graffitispuiter viel het me al op hoe muren en gevels het verstrijken van de tijd in een stad leken te accumuleren,” zegt hij aan de vooravond van die Brusselse double bill. “De verschillende lagen weerspiegelen vaak grote maatschappelijke veranderingen, die ik weer tracht bloot te leggen door in het geheugen van muren en gevels te duiken.”
“In plaats van alleen iets toe te voegen en er een nieuwe laag op te leggen, wat elke tagger al deed, wilde ik de oppervlaktes net corrigeren, ze op een of andere manier terugbrengen naar hoe ze ooit waren. Als kind was ik altijd gefascineerd geweest door pastelkleurige muurschilderingen –meestal linkse propaganda – die dikwijls
een beetje verkleurd waren door de zon. Ze leken uit een ander tijdperk te komen, uit een utopische droom. Het was de eerste ‘kunst’ waarmee ik in de openbare ruimte werd geconfronteerd. Van daaruit is het idee ontstaan om door te dringen tot het bot van een muur en te ‘schilderen’ met de onderliggende lagen.”
Vhils: “Ik ‘schilder’ met de lagen van een muur, breng een portret dat er altijd al was weer tot leven.”
Omdat hij vond dat al die vaak vergeten stedelijke transformaties een grote impact hebben op wie we zijn als mens, begon hij in eenzelfde beweging anonieme stadsbewoners te portretteren die aan deze transformaties werden blootgesteld. “Gewapend met boor en beitels geef ik gevels een menselijker gelaat door hun geschiedenis bloot te leggen. Het is alsof ik een portret dat er altijd al was weer tot leven breng. Als een stedelijke archeoloog exploreer ik hoe het ooit geweest is.” Zijn zogenaamde Billboards – hand- en lasergesneden advertentieposters – delven de harde schijf van de stad op, die door de tijd langzaam geabsorbeerd werd.
Op zijn tentoonstelling in Brussel staan muren symbool voor een in dit digitale tijdperk steeds sneller veranderende wereld. “We vergeten veel ontwikkelingen, omdat ze zich zo snel voltrekken. Verse lagen vertellen nieuwe verhalen, terwijl de oude worden vergeten. Met mijn werk sta ik midden in dat compulsieve opbouwen van lagen en transformaties die een stad en een samenleving zo typeren, terwijl ik ze tegelijk in vraag stel.”
Betere toekomst
Farto is geboren in 1987. De Portugese Anjerrevolutie, die zijn nieuwe mural herdenkt, heeft hij dus niet lijfelijk meegemaakt. Maar ze maakte wel deel uit van de stedelijke omgeving waarin hij opgroeide. “Ik herinner me hoe ik als jongetje in een buitenwijk van Lissabon gebiologeerd stond te kijken naar al die oude politieke murals, die intussen allang weer overschilderd en vergeten zijn. De politieke propaganda werd vervangen door graffiti en uiteindelijk door reclameslogans, tot de stad op een gegeven moment alles wit kalkte.”
De geweldloze Anjerrevolutie maakte in 1973 een einde aan een van de langstlopende militaire, extreemrechtse dictaturen in Europa, met een politieke politie die veel kunstenaars censureerde. “Daarna is het stedelijke landschap langzaam veranderd. Na de intrede van Portugal in de EU in 1986 nog meer, en dat had ook voor mij enorme consequenties. Na de revolutie zijn mijn
ouders naar de buitenwijken van Lissabon verhuisd, waar ik ben geboren. Door de hervormingen en investeringen in onderwijs en infrastructuur die hoorden bij het Europese lidmaatschap konden mijn ouders me een betere opleiding geven. Daarzonder had ik nooit kunstenaar kunnen worden. Ik wilde in Brussel iets creëren dat weerspiegelde wat Europa voor mij betekend heeft. Het is een denkbeeldig portret van iemand die door en naar de toekomst kijkt en laat zien hoe we winnen bij diversiteit. In een tijd waarin instellingen steeds vaker in twijfel worden getrokken en democratische waarden in gevaar zijn, vond ik het belangrijk om een positief signaal te geven. Europa geeft veel mensen echt een betere toekomst. Daar ben ik het levende bewijs van.”
Tempoversnelling
In de expo Multitude zet Vhils de complexe, onderling verbonden aard van het stadsleven in de verf. “Ik wilde de veelheid aan verhalen, identiteiten en herinneringen een plaats geven. De titel beklemtoont de hoeveelheid informatie en stimuli in ons digitale tijdperk. Onze hyperconnectiviteit belichaamt de meest recente transformatie die het stedelijke landschap heeft ondergaan. Vroeger gaven we onze ogen de kost in de openbare ruimte en pikten we zo de bewegingen van de stad op. Tegenwoordig zijn we vaak gefixeerd op schermen, waarlangs we ook onze ideeën uitwisselen.”
De impact van de bijbehorende tempoversnelling op het menselijke brein kennen we nog lang niet, maar in afwachting wil Vhils vertragen. Voor zijn Prisma-project ging hij filmen met een
slow-motioncamera. Vanuit een auto laat hij het leven stapvoets aan je voorbijtrekken. Je passeert geruisloos langs buitenwijken en industriezones in Cincinnati en Shanghai, maar ook in Europese stadscentra die door het toerisme overrompeld werden. “Ik breng het tempo extreem naar beneden – het tegenovergestelde van wat je ervaart in de stad – om opnieuw ruimte te maken voor de schoonheid van alledag. Door meer rust te nemen tussen de informatiestromen, is er tijd om na te denken.”
Elders in de expo nodigt de kunstenaar de bezoekers uit om in interactie te treden met zijn werk, de verschillende lagen ervan op te graven en te bekrassen. “Mijn reclamebillboards met anonieme menselijke gelaten weerspiegelen de doelen en dromen die we allemaal najagen. Als een alledaagse drug tonen ze een glimp van de mogelijkheden die we in het leven hebben.”
Een installatie met schotelantennes, bekrast en beschilderd met graffiti, laat ook geluiden van de stad horen. “Het werk verkent het idee dat we in dit nieuwe tijdperk kunnen beslissen of we een zender willen zijn in de digitale discussie: we kunnen sociale media gebruiken om een standpunt naar voren te schuiven, of besluiten om dat niet te doen. Maar omdat we van nature sociaal zijn, kunnen we, zelfs al zouden we het proberen, niet besluiten om geen ontvanger te zijn. We zitten kortom gevangen in een wereld waarin we niet aan de invloed van de digitalisering kunnen ontsnappen.”
De nieuwe mural van Vhils wordt op 26/6 om 10.00 uur ingehuldigd in de Leopoldstraat. Zijn expo Multitude opent op 28/6 in het MIMA en loopt tot 5/1, mimamuseum.eu
SI LES MURS POUVAIENT PARLER
FR Tel un archéologue, c’est à la foreuse et au burin que le graffeur portugais Alexandre Farto alias Vhils retire le vernis des façades de la ville. Sa nouvelle fresque dans le centre de Bruxelles se veut une ode aux valeurs européennes menacées. Son exposition solo Multitude au MIMA illustre la vitesse à laquelle les villes évoluent à l’ère numérique. « On passe à côté de plein d’évolutions car tout va très vite. Les nouvelles couches racontent de nouvelles histoires et celles d’en dessous sont oubliées. Je veux pénétrer dans la moelle du mur et “faire de la peinture” avec les couches du dessous. Je donne un visage plus humain aux façades en mettant à nu leur histoire. »
IF THE WALLS COULD TALK
EN Using drills and chisels just like an archaeologist, the Portuguese graffiti artist Alexandre Farto, alias Vhils, removes the varnish from city façades. His new mural in the centre of Brussels aims to be an ode to our endangered European values. His solo exhibition Multitude at MIMA reflects on the speed with which cities are evolving in this digital age. “We fail to see many of the changes because they happen so fast. Fresh layers tell new stories, while the old ones are forgotten. I want to penetrate to the bone of a wall and ‘paint’ with the underlying layers. By exposing their history, I give façades a more human face.”
Pop & JazzExpo Film
Nieuwe creatieve piek
Tigermilk, het debuut van Belle and Sebastian, werd bij de release in 1996 slechts op 1.000 exemplaren gedrukt. Zo bescheiden als de Schotse indiepopband in het begin was, zo groot was hun weerklank. Het album werd snel heruitgebracht, en met opvolger If you’re feeling sinister maakte de groep rond Stuart Murdoch een echte klassieker. Bijna dertig jaar later zitten de Schotten op een nieuwe creatieve piek, zoals hun nieuwe single ‘What happened to you, son?’ bewijst.
BELLE AND SEBASTIAN 29/6, Ancienne Belgique, abconcerts.be
Elektronica bij de wijn
Le Motel is overal, en dus ook in Reset, waar hij samen met de Brusselse snarentovenaar Bruce Wijn soundscapes mag bedenken in het kader van de samenwerking tussen de tijdelijke creatieve hub en Bozar. Videokunstenaar Antoine De Schuyter schuift betoverende visuals onder de bedwelmende ambient, de Britse geluidskunstenaar en dj Lee Gamble doet daarna uitgeleide met een dromerig klanklandschap.
BOZAR x RESET #2: LE MOTEL, BRUCE WIJN & ANTOINE DE SCHUYTER 27/6, Reset, bozar.be
Aapjes aan de paddo’s
Iets met ‘porno’ in de naam lokt sowieso luisteraars, moet dit Australische zootje ongeregeld gedacht hebben. Over de aantrekkingskracht van down-under zullen we ons niet uitspreken, maar bands als Tame Impala en King Gizzard & The Lizard Wizard toonden eerder al dat er ginds verleidelijke psychedelische krachten aan het werk zijn. Psychedelic Porn Crumpets klinkt als Arctic Monkeys op paddo’s. (TZ)
PSYCHEDELIC PORN CRUMPETS 27/6, Botanique, botanique.be
Amateurs!
De Nationale Expo is behalve een wedstrijd en tentoonstelling van museumPASSmusées en VRT ook een manier om duidelijk te maken dat kunst voor iedereen is. Voor de editie opgehangen aan het Ensor-jaar 2024 vervaardigden bijna 3.000 amateurkunstenaars – van jong tot oud, van buurvrouw tot opa – een schilderij, tekening of sculptuur in de geest van de maestro. Zeventig onder hen werden geselecteerd om hun werk nu tentoon te stellen in de KBR.
DE NATIONALE EXPO 28/6 > 31/7, KBR, nationaleexpo.be
Volxspelen
De tweede editie van Volxem, een dag die de dynamische kunstenscene in de Vorstse buurt voor het voetlicht brengt, wikkelt zich af in dertien hotspots. Onder meer Wiels, Level Five, P.A.R.T.S., Macadam Gallery, Fondation A Stichting en Galila’s P.O.C nodigen je uit op een (her)ontdekkingstocht, die je met één ticket binnenloodst bij vijftien tentoonstellingen, verschillende rondleidingen, performances, brunches, talks en een beurs.
VOLXEM 2024 29/6, verschillende locaties, wiels.org
De stad fluistert
Te midden van de stedelijke drukte, in metrostation Beurs, zet Marie de Brouwer van Grège Gallery een boeiende groepstentoonstelling op. Murmures urbains verzamelt de visies van kunstenaars Amélie Scotta, Béatrice Guilleman, Jean-Baptiste Brueder, Mattia Listowski en Rami Hara op de dynamische stedelijke ruimte en de rol die architectuur speelt in de vorming van onze identiteit. Fluister het voort. (KS)
MURMURES URBAINS 27/6 > 19/12, metrostation Beurs, Facebook: GregeGallery
Wees stil of sterf
Zwaar beproefd worden, moeten vrezen voor je leven en dat van je kinderen, maar het toch niet mogen uitschreeuwen omdat de buitenaardse monsters op hun extreem goede gehoor afgaan: het briljante concept van acteur en regisseur John Krasinski kreeg al twee keer erg veel volk op de been. A quiet place: day one is geen spin-off maar een prequel. Deze keer leert Lupita Nyong’o (12 years a slave, Us en Black Panther) dat ze maar beter niet te veel lawaai kan maken.
A QUIET PLACE: DAY ONE US, dir.: Michael Sarnoski, act.: Lupita Nyong’o, Joseph Quinn, Djimon Hounsou
Rondje Brussel
Bruxelles fait son cinéma trekt al sinds 2001 de zomer op gang door van gemeente naar gemeente te trekken, op een leuke plek een groot scherm op te stellen, en daarop gratis een film te vertonen. Sint-Joost krijgt op 28/6 de gekke animatiefilm Linda veut du poulet ! voorgeschoteld, het Astridpark in Anderlecht op 6/7 het bekroonde migratiedrama Io capitano. Voor het eerst doet de karavaan elke Brusselse gemeente aan.
BRUXELLES FAIT SON CINÉMA 26/6 > 16/7, verschillende locaties, bruxellesfaitsoncinema.be
Morsige vrouwenliefde
In april maakte het BIFFF een slechte beurt, toen er tijdens de vertoning van Love lies bleeding een rel uitbrak tussen toeschouwers die met seksistische kreten voor ambiance dachten te zorgen en toeschouwers die dat niet pikten. Trek niet naar de bioscoop om te zien waar de ruzie over ging, maar om te genieten van een opwindende, morsige queer noir met Kristen Stewart en een bodybuildster hors normes (NR)
LOVE LIES BLEEDING US, dir.: Rose Glass, act.: Kristen Stewart, Katy O’Brian, Ed Harris
Klein onderhoud
Nederlander Hulk van JMF verovert Couleur Café in het Frans
‘Ik voelde me direct thuis in Brussel’
Eigenlijk was er een voetbalcarrière weggelegd voor Christ-Levi Kuete. Maar de spits, die op zijn 19e nog actief was bij Lierse Kempenzonen, staat op zijn 25e als Hulk van JMF twee keer op Couleur Café: één keer met zijn eigen show en één keer als aanstormend Niveau 4-talent. De TikTok-generatie moet je Kuete niet meer voorstellen. Sinds hij twee jaar geleden viraal ging met zijn eerste single ‘Go bébé’ is hij hot. Aya Nakamura dm’de hem met aanmoedigingen, Fally Ipupa vroeg hem voor zijn voorprogramma, en dus voelde je ook in Het Depot, waar Niveau 4 vorige week try-outte, de temperatuur stijgen toen hij op het podium verscheen met zijn zeemzoete maar ultradansbare mix van Congolese muziek en eigentijdse urban geluiden vol autotune-effecten.
“Ik ben geboren in Weert, in Nederlands Limburg, maar daarna verhuisden we naar Purmerend, in de buurt van Amsterdam,” schetst Hulk van JMF. “Muziek zit in mijn bloed: ik zong en drumde in het gospelkoor van onze kerk en mijn oom was een bekend artiest in Congo. Toen ik in 2015 naar België verhuisde, werd muziek belangrijker. Na mijn voetbalcarrière veranderde het toekomstplan en wilde ik een van de beste afro-artiesten van België worden.”
De taal waarin hij nu furore maakt, was Hulk van JMF vroeger amper machtig. “Mijn Frans was echt niet goed. Ik woonde in een buurt tussen Marokkaanse en Surinaamse Nederlanders. Er was ook geen Congolese gemeenschap.
Dat is hier helemaal anders. Ik voelde me direct thuis in Brussel en ben hard beginnen te werken aan mijn Frans. Het hielp dat ze mijn muziek hier ook veel beter snappen.”
Zijn keuze voor het Frans – en een internationale carrière –was niet naar de zin van zijn vroegere management, en dus is zijn nieuwe ep, die op 12 juli verschijnt, Je t’avais dit non? getiteld. “Ik hoorde voortdurend dat ze een Nederlander die in het Frans zingt alleen maar zouden uitlachen, en kijk nu! Deze Nederlander domineert maar mooi in een Franstalig land, in een taal die niet zijn moedertaal is.”
Ook bij Niveau 4 blijft hij het buitenbeentje. “Misschien ben ik daarom als laatste aan de beurt. Je hoort alleen maar rappen tot ik met mijn afromuziek kom en het feestje echt losbarst.” In het najaar volgt zijn eerste show in Parijs, waar zijn label huist en volgens Spotify ook de meeste van zijn fans wonen. Alleen zijn artiestennaam herinnert nog aan zijn tijd als voetballer. “Ik ben een rustige jongen, maar op het veld kon ik plots agressief uit de hoek komen.” (Lacht)
De ‘JMF’ – lees “je m’en fou” — werd toegevoegd nadat zijn Belgische vrienden hem zeiden dat hij zich niet veel zorgen leek te maken over wat anderen over hem denken. “Ik blijf gefocust op mijn doel.” TOM PEETERS
Op 28/6 speelt Hulk van JMF op Couleur Café, op 30/6 sluit hij er de Niveau4-set af, couleurcafe.be
Verleg je grenzen, word Douane Officer!
Zoek jij een boeiende job waarbij je zowel administratieve taken als werken op het terrein kan combineren? Ben je klaar om bij te dragen aan een eerlijke en veilige handel? Heb je een bachelorof graduaatsdiploma op zak? Dan is dit jouw kans!
Scan de QR-code en ontdek alle info over deze vacature.
Select Aanraders van de week
Pret als verzet
De vakantie begint pas echt wanneer Recyclart de vlag van zijn Holidays hijst. Deze keer staat het festival in het teken van de/reconstructie: de kunstenvrijplaats wordt straks tot puin herleid en weer opgebouwd. Elke woensdag wordt het zelfgemaakte springkasteel opgeblazen, op donderdag is er livemuziek en neemt een collectief de boel over. ’s Vrijdags leer je al spelend maatschappelijke normen uitdagen en kan je brood bakken in de houtoven. Een dj sluit af. (TZ)
RECYCLART HOLIDAYS 26/6 > 26/7, Recyclart, recyclart.be
De Poétikzaaiers
Park Poétik zaait deze zomer weer gratis poëzie in de straten, pleinen en parken van Vorst en Sint-Gillis. In de vorm van installaties, parades, straattheater, circus, een buurtradio en verschillende Mini Fiesta’s. Onder het thema ‘Wat betekent samen?’ worden er op verschillende data en plekken kleurrijke ‘nesten’ gecreëerd, waar buurtverhalen worden verteld, vlaggen gemaakt en fruitshakes geserveerd. Schol! (MB)
PARK POÉTIK > 24/8, verschillende locaties, parkpoetik.be
Iedere dag klassiek
Diepe wortels
De Brusselse fotografe Camille Carbonaro is zowel in haar gloedvolle persoonlijke werk als met haar onafhankelijke uitgeverij Macaronibook diep gefascineerd door de intieme verhalen van de mens en zijn, haar of hun diepere gronden. Met Revue Macaroni bouwt ze een derde pijler in haar fotografische praktijk uit, waarvan de eerste aflevering ‘Origines’ zich ook rond de persoonlijke, politieke en poëtische dimensies van wortels, grond en identiteit wentelt.
LANCEMENT REVUE MACARONI #1 ORIGINES 26/6, La Nombreuse, macaronibook.com
Zinekeer
Fanzines zijn veelal in beperkte oplage en eigen beheer uitgegeven boekjes, die bulken van het spel, het experiment, de smeerlapperij, de poëzie en al waar het hart van overloopt. Het medium is al een hele tijd in zwang, en al die jaren poogt La Petite Fanzinothèque Belge die immense productie bij te houden en te archiveren. Iemand moet het doen. Tijdens een grote kermis gooit ze de deuren van haar heiligdom open.
LA GRANDE KERMESSE DU FANZINE 29/6, Bunker Ciné Théâtre, lapetitefanzinothequebelge.eu
Groen verwijt
Yep, werken bij de douane, ook dat is FOD Financiën!
Midis Minimes serveert de hele zomer concerten in pocketformaat. Elke weekdag krijg je tijdens de lunch een shot klassiek. 44 concerten in vierhonderd tekens vatten is onmogelijk, maar weet dat het veelzijdige festival zoals steeds een breed net uitwerpt: dwars door de muziekgeschiedenis, en van groots koor over solopianisten en kamerbezettingen tot magistraal orkestraal. (JC)
MIDIS MINIMES 1/7 > 30/8, Koninklijk Conservatorium & Onze-Lieve-Vrouw ter Zege op de Zavelkerk, midis-minimes.be
Kunstenaar Antonino Triolo maakte met Joren Peeters en Lise Leën een boekje over de oorsprong van de Brusselse halsbandparkiet. Hoe komt dat “groene verwijt” dat de Brusselse hemel klieft hier terecht? Welke mannelijke ondeugden gingen daaraan vooraf? De boekvoorstelling van Vaders van de Brusselse halsbandparkiet gaat vergezeld van een performance, een geluidsinstallatie en deuntjes van Dick van der Harst. (KS) VADERS VAN DE BRUSSELSE HALSBANDPARKIET 26/6, Pianofabriek, Instagram: nino3yolo
35,
Eat & Drink Win Tickets
Met een reeks originele signatuurdranken en een goed doordacht menu maakt Kosto een opvallende entree aan de Akenkaai. Een adres om in de gaten te houden.
Heeft de door architectuur gepassioneerde ondernemer Ilyes Bouhjar revanche genomen? Dat zou best kunnen. Want na een jeugd aan de Vlaamsesteenweg en ervaring met de keerzijde van gentrificatie, opende hij onlangs Kosto. De specialty coffee-zaak (Wide Awake Coffee) is zowel een eatery als een aperitiefbar, en heeft duidelijke ambities.
Het majestueuze kader van de plek maakt indruk. Je waant je zo in Seoul of New York. “Maar mijn belangrijkste inspiratie haal ik uit Australië, waar ik een tijd heb gewoond,” vertelt Bouhjar, die met Kosto zijn eerste stappen in de horeca zet.
Pendant ce temps sur terre
5x2 tickets, Brusselse bioscopen, vanaf 3/7
Jérémy Clapin maakte een eigenzinnige scififilm mét oneigenlijk gebruik van een kettingzaag. Mail ‘Terre’
De inrichting ademt de stijl van binnenhuisarchitect Sébastien Caporusso.
De decoratieve grammatica? Duidelijke Scandinavische invloeden, getemperd door talrijke rondingen, die de minimalistische lijnen wat verzachten. De afgeronde hoeken zie je terug in de tafels, de mooie banken en de muren met ivoorkleurige kalkverf.
Op zaterdagmiddag bruist het er van het leven – de decibels vullen de zaal – dankzij een grote toestroom van mensen, vooral gezinnen. Bestellen doe je aan een toonbank gemaakt van roestvrij staal en gegalvaniseerde metalen buizen.
De drankenkaart trekt de aandacht met huisgemaakte creaties, zoals ‘iced pineapple americano’ ofte ananassap met twee shots espresso (6,50 euro), ‘sparkling matcha’ (7,50 euro) en een huisgemaakte infusie van hibiscusbloemen (5 euro).
Liberski & Yoshida
5x2 tickets, Botanique, 30/6
Pianist Casimir Liberski en drummer Tatsuya Yoshida huwen op Troubled water jazz en avant-garde. Mail ‘Liberski’
Stuur het trefwoord, samen met je adres en telefoonnummer, naar win@bruzz.be
Daarnaast is er een pertinente selectie bieren van Brasserie de la Senne te verkrijgen – waaronder de Brusseleir voor 6 euro – en vind je er een heerlijke lokale frisdrank (Cuarenta met basilicum en citroen voor 4,50 euro) en een voortreffelijke gin-bissap-cocktail (13 euro), perfect voor het aperitief. Onze keuze? Een superlichte en verfrissende ‘cloudy matcha’ (7,50 euro), die kokoswater, matcha, suiker en opgeklopte room combineerde. Wat we aten? Een ‘tuna melt sandwich’ (14 euro) met tonijnmayonaise, cheddar, rode ui, tomaat en een flinke dosis peterselie tussen twee dikke geroosterde sneden brood van bakkerij Mains. Een delicatesse van Sanaa, de vrouw van de heer des huizes.
TEKST: MICHEL VERLINDEN FOTO: SASKIA VANDERSTICHELE
Lars Danielsson
5x2 tickets, Koninklijk Conservatorium, 30/6
De Zweedse jazzmaestro Lars Danielsson en het Brusselse Chamber Jazz Consort slaan de handen in elkaar. Mail ‘Lars’
De vijf inzichten Bob Verschueren
‘Luide autoriteit toont zwakte’
Als beeldend kunstenaar onderhoudt Bob Verschueren een nauwe band met de natuur. Als deel van het Trio Organicus laat hij binnenkort Festival Musiq3 kennismaken met de muziek die in de plantenwereld opklinkt. En als denkende mens deelt hij hier vijf levenswijsheden.
door
Michaël Bellon
“Wat me stoort is niet dat je tegen me gelogen hebt, maar dat ik je vanaf nu niet meer zal kunnen geloven” (Friedrich Nietzsche in Voorbij goed en kwaad)
Nietzsche vermijdt in dit aforisme elke opgelegde moraal of les, en legt vooral de vinger op de gevolgen die voortvloeien uit liegen. Nietzsche was tegen zelfingenomen weldenkendheid.
“Als de laatste boom is geveld, de laatste rivier vergiftigd, de laatste vis gevangen, dan zal het bleekgezicht beseffen dat geld niet gegeten kan worden” (Sitting Bull, 1886) Dit beroemde Sioux-opperhoofd was, net als de native Americans in het algemeen, een ecoloog. Dit citaat is een perfecte analyse van de klimaatverstoring die eind negentiende eeuw al werd veroorzaakt door blind winstbejag en gebrek aan aandacht voor de natuur.
De natuur kopieert zichzelf nooit identiek, dat is haar kracht
De natuur vindt zichzelf voortdurend opnieuw uit, terwijl onze maatschappij massaal identieke objecten produceert. De mensheid herhaalt vaak koppig haar fouten, omdat ze moeite heeft om zichzelf in vraag te stellen. Wie verkondigt dat verandering nodig is, wordt uitgejouwd door de meerderheid.
“Autoriteit is even destructief voor hen die gezag uitoefenen als voor hen over wie gezag wordt uitgeoefend” (Oscar Wilde) Ik heb nooit gehouden van mensen die hun autoriteit afdwingen. De enige vorm van autoriteit die mij acceptabel lijkt, is die van mensen die gerespecteerd worden om hun woorden en daden, en die hetzelfde respect hebben voor anderen. Je stem verheffen om je bevelen op te leggen, toont de zwakte van je argumenten aan.
“Ze wisten niet dat het onmogelijk was, dus deden ze het” (Mark Twain)
Hoe vaak worden we niet tegengehouden door de angst om te falen, of de zekerheid dat een project ondenkbaar is? Om de mensen met wie ik samenwerk te overtuigen, moet ik vastberaden aan mijn ideeën vasthouden. De grootste vijand is twijfel.
Op 27/6 verklankt Bob Verschueren met zijn Trio Organicus de plantenwereld in Flagey, festivalmusiq3.be
DONDERDAG DONDERDAG DONDERDAG DONDERDAG DONDERDAG DONDERDAG DONDERDAG DONDERDAG DONDERDAG DONDERDAG DONDERDAG DONDERDAG DONDERDAG DONDERDAG
ingal o ng
Grote Markt
De grote Gelukkig Z ijn Sessie
Ronny Mosuse, Helmut Lotti, Héritier Tipo, Loes Van den Heuvel, Nina Rey, Stefaan Degand en... Brussels Philharmonic!
CONSERVATOIRE ROYAL KONINKLIJK CONSERVATORIUM + NOTRE-DAME DES VICTOIRES AU SABLON ONZE-LIEVE-VROUW TER ZEGE OP DE ZAVELKERK
Sprookjesco ncert (4+)
En ze zongen nog lang en gelukkig
BRUSSELS
the summer music festival
Rollerdsico & Urba n MarketBeursschouwburg
Brussel D anst Dance Battles
01.07 – 30.08 2024 concert 12:15
Ancienne Belgique
Wandelingen & fietstochten
En nog veel meer… brusseldanst.be
Ontdek jouw job
bij stad Vilvoorde
Zet jij je graag in voor mensen? Ben je toekomstgericht en wil je een maatschappelijk relevante job? Perfect, dan zoeken we jou! Solliciteer nu bij stad Vilvoorde, een dynamische en multiculturele stad die iedere dag in beweging is.
Stad Vilvoorde maakt werk van een diversiteitsbeleid. We moedigen iedereen aan om te solliciteren ongeacht leeftijd, culturele achtergrond, beperking, seksuele oriëntatie, geslacht of genderidentiteit.
Waar sta jij voor (op)?
Op zoek naar een nieuwe professionele uitdaging? Of je nu administratief sterk bent, graag met je handen werkt, sociaalvoelend bent, cijfers helemaal je ding zijn of wil meebouwen aan een stad klaar voor morgen.
Vind alle jobs op vilvoorde.be/vacatures
Stad Vilvoorde Grote Markt 1800 Vilvoorde t 02 255 45 11 www.vilvoorde.be
Hoofdtaken
Directeur/Directrice van Informatie –Hoofdredacteur/Hoofdredactrice (M/V/X)
Sluit je aan bij het BX1-team als Directeur/Directrice van Informatie – Hoofdredacteur/ Hoofdredactrice. Onder toezicht van de Algemeen Directeur en als lid van het directiecomité speel je een essentiële rol in ons mediabedrijf door strategische visie, redactioneel leiderschap en innovatie te combineren. Je werkt nauw samen met twee Adjunct-Hoofdredacteuren en een Hoofdeditorialist.
= Je ontwikkelt een hoogwaardige redactionele lijn die overeenkomt met de publieke dienstverlening en missie van BX1. Je houdt toezicht op de selectie van onderwerpen, de invalshoek van de reportages en de journalistieke integriteit van de content. Je zorgt voor hoge kwaliteitseisen op vlak van nauwkeurigheid, objectiviteit en journalistieke ethiek.
= Je zorgt voor een uitgebreide dekking van het Brusselse nieuws op alle platformen.
= Je waarborgt de onafhankelijkheid van de redactie en reageert op tussenkomsten van derden.
= Je zorgt voor de productie van relevante en betrouwbare content, waarbij je je journalistieke expertise toont.
= Je begeleidt de ontwikkeling van de skills van de redactieleden, je stimuleert de zoektocht naar nieuwe en exclusieve informatie, terwijl je zorgt voor het welzijn van het team door middel van constructieve feedback en constante ondersteuning.
= Je communiceert effectief de strategische visie, je bevordert de uitwisseling van ideeën en je zorgt voor transparantie van de prioriteiten.
Profiel
R Opleiding en ervaring: Master in journalistiek of een relevant vakgebied met aanzienlijke ervaring in journalistiek, redactioneel beheer en management.
R Leiderschap en communicatie: Aantoonbaar vermogen om een team te mobiliseren rond gemeenschappelijke doelen, uitstekende communicatieve vaardigheden en probleemoplossend vermogen.
R Schrijf-, verbale en spellingvaardigheden: Uitstekende beheersing van de Franse taal, zowel schriftelijk als mondeling, met bijzondere aandacht voor schrijfkwaliteit, verbale en spellingvaardigheden.
R Ethiek en technologie: Beheersing van de deontologische normen van de journalistiek, beheersing van computer- en nieuwe mediatechnologieën.
= Je innoveert in de productie en verspreiding van het nieuws, met name op het web en de sociale media. Je stimuleert innovatie in het verzamelen, verwerken en verspreiden van informatie door inschakeling van nieuwe werkmethodes, technologieën en platformen.
= Je bent proactief bij het identificeren van trends en groeimogelijkheden via digitale ontwikkelingen die de redactionele processen verbeteren.
= Je stimuleert innovatie die de dekking en verspreiding van informatie optimaliseert door nieuwe technologische ontwikkelingen. Je speelt in op de veranderingen in mediaconsumptie.
= Je gebruikt data om de impact van het nieuws te evalueren, rekening houdend met de voorkeuren en het gedrag van het publiek in overeenstemming met de culturele, educatieve en emanciperende dimensie van een publiek mediabedrijf.
= Je beheert het budget van de informatieafdeling en maximaliseert de impact van de reportages.
= Je hebt vaardigheden in het presenteren van televisie- en radioprogramma’s en het maken van geschreven, grafische, audio- en videoverslaggeving.
Als je gepassioneerd bent door nieuws, een innovatieve visie op journalistiek hebt en je wil bijdragen aan het succes van een dynamisch mediabedrijf, nodigen we je uit om nu te solliciteren voor deze fulltime vaste functie met aantrekkelijke salarisvoordelen. Stuur je sollicitatie, bestaande uit een CV, een motivatiebrief en een redactioneel project (max. 3 pagina’s) per e-mail, vóór 31 juli 2024 naar Mevrouw Sandrine Tichon, Directrice Personeelszaken : job.recrutement@bx1.be
Quentin Jacobs
Adviseur Invest
Collega sinds 2020 bij BNP Paribas Fortis
Klaar voor de dag?
Bij BNPPF heb je de mogelijkheid te kiezen voor een job dichtbij huis, kan je horizontaal evolueren of kan je ook kiezen voor een carrière in de hoofdzetel. Het is een flexibele werkgever waar werkbaar werk hoog op de agenda staat. Zelf koos ik bewust voor het kantorennet in een commerciële functie.
Mijn wereld speelt zich niet enkel online af, ook op kantoor zijn we van de partij. We ontvangen onze klanten graag gastvrij en begeleiden hen persoonlijk bij al hun vragen. Kennis is belangrijk in onze job, al is het niet het enige. Comfortabel in gesprek gaan met mensen, vragen durven stellen en écht in interactie gaan. Daar draait het om. Waar ik mijn energie uit haal? Een project opzetten met een tevreden klant.
Quentin, wat houdt je job bij BNP Paribas Fortis in?
Ik werk bij BNP Paribas Fortis in het kantorennet, dicht bij onze klanten. Ik startte als Adviseur Bank & Verzekeringen en kon daarna doorgroeien naar Adviseur Invest (sinds 2023). Sommige collega’s opteren ervoor om generalist te zijn in alle domeinen, ik koos voor een expertise in sparen en beleggen. Met betrekking tot deze thema’s adviseer ik onze klanten rond veranderende rentevoeten, fiscaal sparen of diverse vormen van beleggen. Ook mijn collega’s kunnen bij me terecht voor vragen in het kader van deze specialisatie. Het geeft een fijne variatie en dynamiek.
Waarom is de bank een aantrekkelijke werkgever?
BNP Paribas Fortis is de grootste bank van België. Wil je begrijpen hoe een grootbank werkt? Dan moet je absoluut hier zijn! Er zijn bovendien veel mogelijkheden en perspectieven, de bank geeft kansen aan jonge medewerkers zoals ik. 35 Beaufort is het jongerennetwerk waar ik met veel plezier deel van uitmaak. Het organiseert leuke, culturele en leerzame events en verbindt jonge collega’s met elkaar. We maken samen deel uit van een dynamische onderneming en het is bijzonder fijn om goede contacten met leeftijdsgenoten te onderhouden.
De werkdag goed starten? Dat begint met het begroeten van de collega’s en samen een koffietje drinken. Actualiteit wordt nauwgezet gevolgd, ’s ochtends werp ik dus ook graag een blik op het laatste nieuws. Even horen hoe het met iedereen gaat en de laatste evoluties bespreken. De collegiale werksfeer is hier top!
Samen met mijn collega’s creëren we als team sterke klantenrelaties. Er zit specifieke expertise bij mij, en andere bij mijn collega’s. We vullen elkaar perfect aan en verwijzen klanten met plezier naar elkaar door want we willen allemaal hetzelfde: een tevreden klant.
Mijn opleiding gebeurde volledig digitaal, niettemin raakte ik in no time goed geïntegreerd. Het digitale is niet verdwenen. In de meeste jobs is er de mogelijkheid om een aantal dagen thuis te werken en onder collega’s is een Teams-meeting geen uitzondering. Praktisch, maar toch gezellig!
Als Adviseur Invest werk ik zelfstandig, daarnaast heb ik een stevig netwerk om op terug te vallen. Mijn collega’s staan klaar om me te ondersteunen en ook bij de managers kan ik altijd terecht. Zit ik met een issue? Dan staan zij voor me klaar om advies te geven en me verder op weg te zetten. Bij BNP Paribas Fortis heb je nooit het gevoel er alleen voor te staan!
CJ