KOOP IN DE MIVB-APP JE TICKET
18 Communisten aan de macht
Bestuursdeelname in Molenbeek en Vorst lonkt
23 Gezocht: alternatieven voor chrysanten
Heidekruid aan opmars bezig als grafplant
43 Barracuda beoordeeld
Het Disneyland onder de restaurants
05 EDITO
06 COVERSTORY 35 jaar zwetende lijven op La Démence
12 IN BEELD Code Rood
14 IN DE KIJKER Al zeven Vlaamse schepenen bekend
15 BEELDCOLUMN Kim Duchateau
16 STADSLEVEN De mysterieuze retrofotohokjes van Photomatique
20 BIJGEDACHTE Bezuinigen op de Brusselse overheid: het is nu of nooit
21 KORT GESPREK Jean-François Husson
24 LEEFMILIEU Houtkachels moeten langzaam uitdoven
26 BIG CITY Wat is er zo bijzonder aan het poppentheater Toone?
27 SPORTCOLUMN Dood van een linksback
28 DE SLAAPKAMER van Tasnim
30 SAMENLEVING Brusselse experts pleiten voor nieuwe rituelen rond sterven
34 COLUMN De mooiste plek ter aarde
35 SELECT Jazz Brak pendelt tussen het podium en de klas Klein onderhoud Eliza Pepermans Eat & Drink Barracuda De vijf inzichten Nele Van den Broeck
Op onverwachte plaatsen in Brussel duiken fotohokjes van Photomatique op. Voor 3 euro rolt er een fotostrip uit.
COLOFON
BRUZZ
Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-650.10.65
ABONNEMENTEN
Josiane De Troyer (abo@bruzz.be), 02-650.10.80
Gratis in Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België: 29 euro per jaar; IBAN: BE98 3631 6044 3393 van Vlaams Brusselse Media vzw Buiten België: 35 euro per jaar.
OPLAGE
55.000 exemplaren.
ADVERTEREN?
Sacha Devos en Angela Mngongo 02-650.10.81 sacha.devos@brusselmedia.be angela.mngongo@brusselmedia.be
DISTRIBUTIE
Ute Otten, 02-650.10.63, ute.otten@brusselmedia.be
ALGEMENE DIRECTIE
Dirk De Clippeleir
ALGEMEEN HOOFDREDACTEUR
Klaus Van Isacker
COÖRDINATOR MAGAZINE
Maarten Goethals
ARTDIRECTOR
Heleen Rodiers
VORMGEVING
Ruth Plaizier
EINDREDACTIE
Karen De Becker, Kurt Snoekx
WERKTEN MEE AAN DIT NUMMER
Eva Christiaens, Kris Hendrickx, Bettina Hubo, Sophie Soukias, Steven Van Garsse, Tom Zonderman (redacteurs); Michaël Bellon, Annelies Bontjes, Maya Callizaya, Jasper Croonen, Koen Galle, Andy Furniere, Luc Kempen, Rieneke Lammens, Michiel Leen, Karl Meesters, Niels Ruëll, Bram Van Renterghem, Michel Verlinden (medewerkers)
VERTALING
Frédérique Beuzon, Gregory Blauwers, Sam De Ryck, Aurélien Garcia, George Holmer
FOTOGRAFIE & ILLUSTRATIE
Bart Dewaele, Kim, Delphine Frantzen, Ivan Put, Saskia Vanderstichele
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER
Dirk De Clippeleir
Flageyplein 18, 1050 Elsene. BRUZZ is een uitgave van de Vlaams Brusselse Media vzw, wordt gedrukt bij Printing Partners
Paal-Beringen
en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie
MELD NIEUWS
Zelf nieuws gespot?
Tips zijn altijd welkom via: BRUZZ.be/meldnieuws
Persberichten kunnen via redactie@bruzz.be
VOER UW EVENEMENT IN OP ENCODEZ VOTRE ÉVÉNEMENT SUR ENTER YOUR EVENT ON www.extranet.brussels
WWW.BRUZZ.BE
Maarten Goethals
Coördinator Magazine
Laboratorium
Soms lijkt Brussel één groot samenlevingsexperiment. Een laboratorium van honderdzestig vierkante kilometer groot, waar op wonderlijke wijze de nieuwste tendenzen tijd en ruimte krijgen om zich te ontplooien. Dat blijkt uit drie voorbeelden uit het magazine. Neem de viering van 35 jaar La Démence: het grootste gayfeest van Europa. Dat ontstond uit de noodzaak om in alle vrijheid te kunnen afspreken onder gelijkgezinden. Die bijeenkomsten groeiden uit tot evenementen, die hielpen in de brede strijd om erkenning (p.6).
Of neem Molenbeek en Vorst, twee gemeenten waar de communisten voor het eerst in de politieke geschiedenis van Brussel aan de macht kunnen komen. Los van de voor- en nadelen van een PVDA-beleid belooft dat interessant te worden. In welke mate laat een lokaal niveau, vaak met weinig budgettaire marge, een sterk ideologisch beleid toe (p.18)?
“Het grootste gayfeest van Europa – La Démence –ontstond 35 jaar geleden in Brussel”
FR Parfois, Bruxelles apparaît comme un vaste laboratoire social, un territoire de cent soixante kilomètres carrés où les tendances les plus récentes trouvent, de façon étonnante, le temps et l’espace pour se déployer pleinement. Trois exemples tirés de ce magazine illustrent cette dynamique. D’abord, la célébration des 35 ans de La Démence, le plus grand événement gay d’Europe. Né de la nécessité de se rassembler librement entre pairs, il a contribué à la reconnaissance d’une communauté (p.6). Ensuite, Molenbeek et Forest, deux communes où, pour la première fois dans l’histoire politique de Bruxelles, des élus communistes pourraient accéder au pouvoir. Qu’on approuve ou non la ligne politique du PTB-PVDA, cette perspective suscite l’intérêt : dans quelle mesure une administration locale, contrainte par un budget limité, peut-elle adopter un projet idéologique fort (p.18) ? Enfin, le Vultures Feast, un festival de trois jours au Beursschouwburg, explore avec créativité de nouveaux rituels de deuil. Ce débat est essentiel dans une société qui tend quelque peu à expédier la mort, amplifiant parfois le traumatisme (p.30). Dans chacun de ces exemples, la capitale joue un rôle de pionnière, exerçant une influence profonde sur le pays et ses mœurs.
Of neem Vultures Feast, een driedaags festival in de Beursschouwburg – niet toevallig tijdens het weekend van Allerheiligen – dat op een creatieve manier nadenkt over nieuwe rouwrituelen. Een noodzakelijk debat, in een samenleving die het sterven zo snel mogelijk tracht af te handelen, en het trauma daardoor soms vergroot (p.30). In elk van die gevallen speelt de hoofdstad dus een trekkersrol, met een diepgaande impact op het land en zijn zeden.
EN Brussels sometimes appears to be one big social experiment, like a laboratory covering 160 square kilometres where the latest trends are miraculously given time and space to unfold. There are three great examples of this in this issue. Take the celebration of 35 years of La Démence: Europe’s biggest gay festival. It arose from the need for like-minded people to meet freely. Those meetings grew into events, which helped in the wider struggle for recognition. (p.6) Or take Molenbeek and Forest, two communes where communists could get into power for the first time in Brussels’ political history. Leaving aside the pros and cons of PTB-PVDA’s policies, this promises to be interesting. To what extent does a local level, usually with limited financial resources, allow for strong ideological policies? (p.18) And finally, look at Vultures Feast, a three-day festival at the Beursschouwburg – not by accident during around All Souls and All Saints – that takes a creative look on new mourning rituals. A much-needed discussion in a society that tries to deal with dying as quickly as possible, which sometimes leads to more trauma. (p.30) Our capital plays a leading role in each of these examples, with a profound impact on the country as a whole and its customs.
‘Overal waar je kijkt, zie je mannen, in alle vormen en maten’
Opwindende dansmuziek, subversieve acts en belachelijk veel schone lijven in jockstraps en harnassen: La Démence, het grootste gayfeest van Europa, viert komende weekend zijn 35e verjaardag in Fuse en de ING Arena. Er worden duizenden mannen verwacht. “Of je nu rechter, leerkracht of retailmedewerker bent, op de dansvloer vallen die verschillen weg.”
Met 35 jaar op de teller is La Démence een van de langstlopende gayfeesten ter wereld. En een van de grootste. Dat wordt dit weekend gevierd met een vierdaagse dansmarathon, van donderdag tot zondag. Plaats van afspraak is Fuse, de plek waar het feest al sinds 1992 plaatsvindt. Op zaterdagavond wordt er uitgeweken naar de ING Arena op de Heizel, waar 8.000 mannen samen de nacht beleven op een brede mix van opwindende dansmuziek, grenzeloos entertainment en belachelijk veel schone lijven. Wat is het geheim van La Démence en hoe ontpopte het zich van een West-Vlaamse fuif tot een wereldwijd succesverhaal? Het geheim: een ongedwongen en toegankelijke manier van gay clubbing, ontsproten aan het brein van een gepassioneerde ondernemer en overgoten met een Brusselse saus. De ondernemer die het succesverhaal lanceerde, is Kortrijkzaan Thierry Coppens (57). In 1989 combineerde hij rechtenstudies met een baan als ober in de dancing Fifty Five in Kuurne. Daar vroeg zijn baas Peter Decuypere, geïnspireerd door een nachtje stappen in Londen, Coppens om mee te werken aan een nieuw feest voor queers. Le Délire werd op zondagavonden gehouden en trok al snel een trouw Belgisch en Noord-Frans publiek, dat opgetogen was eindelijk een eigen feestje te hebben. Muzikaal waren Fifty Five en Le Délire trendsettend. Er werd spannende housemuziek gespeeld, een gloednieuw geluid dat geïmporteerd werd uit Amerikaanse grootsteden als New York, Chicago en Detroit, waar homomannen al sinds de discoscene van de jaren 1970
Een dresscode is er niet op La Démence, alle subculturen van de gayscene zijn er welkom. Zo ontwaar je leren attributen, sportzwembroeken, kapiteinspetten, latex, doorkijkstof, katachtige maskers en invloeden uit de fetisj-, drag- en popcultuur.
hun eigen dansvloeren opeisten. In België was dat nog niet het geval, het nachtleven voor de lgbtqia+-gemeenschap beperkte zich voornamelijk tot een clandestien netwerk van informele bars. Na bemoeienissen van een conservatieve burgemeester trokken Coppens en Decuypere met Le Délire naar de Kortrijkse deelgemeente Aalbeke, maar ook daar besloten ordehandhavers met een ontluisterende razzia in te grijpen. Coppens liet zich niet afschrikken en
“Van toenmalig burgemeester François-Xavier de Donnea hebben we veel dreigbrieven ontvangen, hij wilde van Brussel een brave stad maken”
Thierry Coppens
Oprichter van La Démence
besloot zonder Decuypere en onder een nieuwe naam door te gaan. La Démence was geboren.
Maliënkolders en schuimparty’s
Al snel begon het de jonge twintiger ook te dagen dat zijn aspiraties West-Vlaanderen overstegen. Dankzij zijn moeder, een Spaanse die enkele jaren eerder naar Brussel was verhuisd, kwam hij in de Blaesstraat terecht, zo herinnert Coppens zich nog goed: “Ze had een aantal plekken voor me gescout. Zo gingen we op bezoek in het Sheraton-hotel aan het Rogierplein en het Kasteel van Terhulpen. Maar toen ze me meenam naar El Disco Rojo, waar ze zelf graag heen ging en de eigenaars kende, was ik meteen verkocht.”
Van die discotheek in de Marollen, voornamelijk gericht op een publiek van Spaanse immigranten, kreeg hij in 1992 de sleutels. De eerste Brusselse editie van La Démence trok 500 nieuwsgierige clubbers en het nieuws van een groot gayfeest verspreidde zich als een lopend vuurtje.
La Démence stond voor grenzeloos vermaak. Eens binnen werden bezoekers getrakteerd op een totaalervaring met opwindende muziek, subversieve acts en
wereld, en La Démence speelt op een minstens even hoog niveau in de gayscene. Faut le faire
Functioneel textiel
een overweldigende scenografie. Zonder zich zorgen te maken over wat iemand van hen zou denken, konden honderden mannen zich een hele nacht lang laten gaan en vrij voelen. Eindelijk. Ook vrouwen en hetero’s, uit hippe creatieve gemeenschappen zoals de Antwerpse modewereld, waren talrijk aanwezig. Thema’s als ‘The Farm’, ‘Superboy’ of ‘Moyen Âge’ bepaalden de klederdracht. Tijdens de beruchte Mousse-party’s werden dan weer zo weinig mogelijk kleren gedragen. De club werd gevuld met schuim en al het elektronische materiaal moest onder plastic folie beschermd worden.
Het succes bracht Coppens ertoe om zijn feesten niet langer maandelijks maar wekelijks te organiseren. Maar Brussel was daar niet klaar voor, de bezoekersaantallen bleven onder de verwachtingen. Het was Coppens’ Fifty Five-baas Peter Decuypere die voorstelde om samen een wekelijkse technoclub uit de grond te stampen. Zo geschiedde in april 1994, toen het duo een grote banner met daarop “Fuse” aan de gevel bevestigde. In 2024, dertig jaar later, heeft Coppens twee verjaardagstaarten te verorberen. Fuse is nog steeds een van de meest toonaangevende technoclubs ter
In 2024 wordt La Démence gezien als de grande dame van het gaycircuit. Voor habitué Lander Piccart (32) is het feest een veilige keuze, vertelt hij: “Je weet wat je kan verwachten. Er is een breed muziekaanbod, met op elke verdieping voor ieder wat wils.” In tegenstelling tot de beginjaren heeft La Démence vandaag het trendsettende muziekbeleid wat laten varen, ten voordele van kleinere party’s als Gayhaze, waar de lgbtqia+-gemeenschap op muzikale ontdekking kan en haar fingerspitzengefühl voor nieuwe modes en trends kan etaleren. Op La Démence prevaleert eerder de seksuele opwinding. “Overal waar je kijkt mannen in alle vormen en maten, in jockstraps en harnassen zien rondlopen, is gewoon plezierig,” vertelt Piccart. “Er rondhangen en deel uitmaken van de seksuele sfeer is al voldoende, je hoeft er zelfs niets voor te ondernemen.”
Die shift van een muzikaal feest waar de focus ligt op uitdagende vestimentaire keuzes, naar een seksueel feest waar de nadruk ligt op zo weinig mogelijk kledij, erkent ook Thierry Coppens. Het lijkt logisch, maar het is belangrijk om te benadrukken dat er geen echte dresscode is op La Démence, in tegenstelling tot sommige andere gayfeesten. Alle subculturen binnen de gayscene vinden hun weg naar La Démence, en zo ontwaar je tussen de zweterige, plakkende, blote lichamen vooral leren attributen, glimmende sportzwembroeken, kapiteinspetten, latex, doorkijkstof, katachtige maskers en invloeden uit de fetisj-, drag- en popcul-
tuur. Textiel is op La Démence functioneel, bedoeld om het naakte lichaam in de kijker te zetten.
Voor Steven Redant (50), jarenlang resident DJ van La Démence en vandaag bezieler van Rainbow Surf Retreats in Spanje, heeft de dominantie van het seksuele te maken met de opkomst van het internet en datingapps als Grindr. “Waar je vroeger naar een bar of een feest moest om iemand te leren kennen, hebben de apps die rol helemaal overgenomen. Het nachtleven kon zich daardoor enkel nog onderscheiden door een uitermate seksuele ervaring aan te bieden,” getuigt Redant.
Legt die focus op lichamelijkheid dan geen torenhoge druk op homomannen? Zowel Coppens, Piccart en Redant erkennen het risico, maar benadrukken dat La Démence zich ook daar onderscheidt in de gayscene. “Brussel is Mykonos niet,” zegt Piccart. “Iedereen is er welkom, La Démence is geen bodybuilderskamp. Bears met lichaamshaar en gezette buiken feesten er samen met afgetrainde lichamen. Die diversiteit is ook een reden voor het succes. Iedereen heeft een herkenningspunt in de club, alle leeftijden en alle lagen van de maatschappij. Of je nu rechter, leerkracht, dokter of retailmedewerker bent, op La Démence vallen die verschillen weg. Als jonge homo dacht ik dat La Démence sodom en gomorra was, maar toen ik de stap eenmaal had durven te zetten, bleek het net een geestig feest te zijn met voor ieder wat wils.”
Inclusieve stad
De stad Brussel profileert zich al jaren als gay-friendly destination. Via een webportaal van Visit Brussels biedt de stad een
lgbtqia+-gids aan waar evenementen, hotels, bars en allerlei handige weetjes worden opgesomd. Die gastvrije aanpak loont, want de vele initiatieven trekken duizenden mensen naar de hoofdstad. Al die mensen overnachten er ook en consumeren rijkelijk.
La Démence is zonder twijfel het bekendste Belgische exportproduct. Steven Redant ervaarde dat als resident DJ, een positie die hem jarenlang overal ter wereld bracht, van Madrid tot Miami, op feesten of in clubs die ook een vleugje La Démence aan hun bezoekers wilden aanbieden.
“Als jonge homo dacht ik dat La Démence sodom en gomorra was. Toen ik eenmaal de stap had durven te zetten, bleek het een geestig feest met voor ieder wat wils”
Lander Piccart
Trouwe bezoeker van La Démence
Trouwe bezoeker Lander Piccart ziet het aan zijn inbox, weken voor een groot La Démence-feest. “Iedereen wil bij deze verjaardagseditie zijn. Van overal ter wereld krijg ik berichtjes van vrienden om af te spreken of een slaapplek te zoeken. La Démence is telkens een ontmoetingsmoment voor de hele Europese gayscene,” besluit hij.
Maar Brussel was niet altijd zo inclusief. Toen La Démence hier in 1992 aanspoelde, reageerden de buurt en de politiek niet erg gastvrij, herinnert uitbater Thierry Coppens zich nog goed: “Van toenmalig burgemeester François-Xavier de Donnea hebben we veel dreigbrieven ontvangen. Hij wilde van Brussel een brave stad maken, zoals
Genève. We hadden steun nodig uit politieke hoek, met name van Henri Simons, om alle vergunningen voor Fuse en La Démence in orde te krijgen. We waren strijdvaardig, we lieten ons niet doen.” Het duurde tot 2001, toen Freddy Thielemans burgemeester werd, voor de wind van richting veranderde.
Vandaag krijgt La Démence steun uit alle politieke hoeken. Steven Redant herinnert zich dan weer nog goed het jaar 1996, toen hij en een aantal andere La Démence-medewerkers en -feestvierders bij de politiediensten werden gesommeerd naar aanleiding van een strafonderzoek naar toenmalig vicepremier Elio Di Rupo, die er ook wel eens over de vloer kwam. “Dat was absurd. We moesten verklaren dat La Démence geen minderjarigen toeliet. Uiteraard niet! Die hele zaak was natuurlijk een politieke afrekening. Maar het zegt veel over hoe de maatschappij toen naar homo’s keek. Gelukkig is dat nu wel anders en is Di Rupo later nog premier geworden. Toen kraaide geen haan meer naar zijn geaardheid,” zegt Redant.
Bubbel buiten de norm
Alle maatschappelijke vooruitgang ten spijt, moeten sommigen nog steeds geheimzinnig doen over een bezoek aan La Démence. Het zijn feestvierders die nog niet publiekelijk uit de kast zijn gekomen en die gretig het parallelle universum van een feestnacht induiken om … gewoon zichzelf te zijn. “Sommige bezoekers hebben een heilige schrik om gefotografeerd te worden,” erkent Thierry Coppens. “Of ze laten hun ticket door de
TRENTE-CINQ ANS DE DANSE EFFRÉNÉE À LA DÉMENCE
FR Ce qui n’était au départ qu’une fête en FlandreOccidentale est devenu l’une des plus grandes fêtes gays au monde : La Démence. La reine des soirées gays célèbre ses 35 ans avec un marathon dansant de quatre jours au Fuse, où elle opère depuis 1992, et à l’ING Arena. Comment La Démence a-t-elle connu un succès mondial ? Son secret : un esprit de soirée gay décontracté et accessible, avec une touche bruxelloise unique. « Quand j’étais jeune, j’imaginais La Démence comme une sorte de Sodome et Gomorrhe, mais une fois le cap franchi, j’ai découvert une fête géniale où tout le monde peut s’y retrouver, » dit Lander Piccart, un habitué.
hotelbediende boeken, zodat het zeker niet op het afschrift van hun creditcard verschijnt. Dat geldt voor buitenlandse bezoekers uit landen waar homoseksualiteit strafbaar is, maar net zo goed voor Brusselaars die het thuis niet uitgelegd krijgen. Vooral voor moslims is het niet altijd evident.”
Al 35 jaar lang creëert La Démence een maandelijkse bubbel voor zij die in de maatschappij buiten de norm vallen. Dan maakt een nacht doorzakken onder gelijkgestemden of subtiel verwelkomd worden door een zebrapad in regenboogkleuren wel degelijk een wereld van verschil. Dat La Démence wereldleider werd in haar branche, ligt niet aan spectaculaire gebeurtenissen. Het is een uniek samengaan van het inclusieve beleid van de stad Brussel met gepassioneerd ondernemerschap. Dat vindt ook Steven Redant, die de wereldwijde gayscene afschuimde als dj, maar in Brussel altijd iets unieks zag. “Elk feest straalt uiteindelijk de persoonlijkheid van de promotor uit. Thierry Coppens is zelf een feestbeest, hij steekt graag het vuur aan de lont. Hij verkleedt zich, haalt grappen uit, neemt zichzelf niet te serieus. Maar tegelijk is hij ook maniakaal bezig met hoe bezoekers zijn feesten ervaren. Dat doet hij al dertig jaar op dezelfde manier, en het succes heeft hem geen sikkepit veranderd. Du jamais vu.”
Met een vierdaagse, van 31/10 tot en met 3/11, in Fuse en de ING Arena viert La Démence haar 35e verjaardag, lademence.com
TITEL SAMENVATTING
35 YEARS OF SWEATY BODIES AT LA DÉMENCE
EN Bodytekst samenvatting
EN It started as a party in West Flanders and has now turned into one of the biggest gay parties in the world: La Démence. The grande dame of the gay circuit is celebrating its 35th anniversary with a four-day dance marathon at Fuse, where the party has been held since 1992, and the ING Arena. How did La Démence become such a global success story? The secret could be a casual and accessible way of gay clubbing with a touch of Brussels. “As a young gay man, I thought La Démence was sodom and gomorrah, but once I dared to take the plunge, it turned out to be a witty party with something for everyone,” says loyal visitor Lander Piccart.
Code Rood
Code Rood, een beweging voor burgerlijke ongehoorzaamheidsacties, organiseerde maandagmiddag een manifestatie aan het hoofdkantoor van TotalEnergies op de Anspachlaan in Brussel. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat de activisten de lobby van het kantoor zouden bezetten, maar door de grote politieaanwezigheid protesteerden de actievoerders voor het gebouw. Afgelopen weekend bezetten ze al de sites van TotalEnergies in de haven van Antwerpen en in het Henegouwse Feluy. Gehuld in witte pakken en bespat met toneelbloed lagen de activisten bewegingloos op de grond voor de ingang van het gebouw. Zo wilden ze aandacht vragen voor “de rol die het bedrijf speelt bij internationale mensenrechten,” klinkt het bij Code Rood. MG
In de kijker
Nederlandstalige Aangelegenheden
Al zeven Vlaamse schepenen bekend
Een schepen van Nederlandstalige Aangelegenheden levert een Brusselse gemeente extra geld op. Dus wordt momenteel naarstig gezocht naar kandidaten. Zeven namen zijn al bekend.
Sinds 2012 hebben alle Brusselse gemeenten een Nederlandstalige schepen of OCMW-voorzitter. Dat is niet los te zien van de financiële bonus die een ‘Vlaamse schepen’ de gemeentekas oplevert sinds het communautaire Lombardakkoord uit 2001.
Het gaat om een typisch Belgisch constructie: de federale overheid geeft het Brussels Gewest een som geld, die het dan volgens een bepaalde verdeelsleutel over de gemeenten verdeelt. Voorwaarde is wel dat de gemeente een Nederlandstalige schepen of OCMW-voorzitter heeft.
In de begroting van 2024 gaat het om een totale pot van 52,7 miljoen euro per jaar. Voor de grotere gemeenten, bijvoorbeeld Schaarbeek, gaat het om
meerdere miljoenen euro’s extra voor de gemeentekas.
De hoofdbedoeling van de federale dotatie is om de Vlaamse of Nederlandstalige politici in Brussel een duwtje in de rug te geven. Dat lijkt te werken. In de loop der jaren kregen de Vlaamse schepenen naast Nederlandstalige Aangelegenheden ook belangrijke niet-taalgebonden bevoegdheden, zoals Mobiliteit of Stedenbouw, of waren er zelfs meerdere Nederlandstalige schepenen.
Maar hoe zit dat voor de komende bestuursperiode? Welke namen zijn al zeker?
In Etterbeek mag Frank Van Bockstal (CD&V-LB) de functie invullen. In Evere neemt Ingrid Haelvoet (CD&V-LB) de honneurs waar. Ze volgde in
52,7 mio
euro krijgt het Brussels Gewest per jaar van de federale overheid, op voorwaarde dat de gemeente een Nederlandstalige schepen of OCMW-voorzitter heeft
juni al Martine Raets (Open VLD) op als Vlaamse schepen, toen die verkozen werd in het parlement en door de decumulregel niet kon aanblijven. In Ganshoren kreeg Philippe Beghin (ProGanshoren) de hoogste score van de Nederlandstalige kandidaten, goed voor een schepenambt. In Sint-Agatha-Berchem mag Katia Van Den Broucke (Groen) haar mandaat verlengen met nog een legislatuur, hoewel haar partij mathematisch niet nodig is voor een meerderheid.
In Sint-Lambrechts-Woluwe kwam Tamara Liénart voor het eerst op en meteen met succes: ze wordt schepen van Nederlandstalige Aangelegenheden. In Sint-Pieters-Woluwe mag politiek zwaargewicht Carla Dejonghe (Open VLD)
gemeenten hebben nog geen Nederlandstalige schepen aangeduid, omdat de coalitie nog niet helemaal rond is, of omdat de postjes nog niet zijn verdeeld
opnieuw in de meerderheid als schepen, nadat ze in 2012 het schepenambt had verloren en in de oppositie was verdwenen. In Ukkel volgt Jean-Luc Vanraes (Open VLD) zijn partijgenoot Stefan Cornelis op.
Nog onbeslist
In de andere twaalf gemeenten is het nog wachten op de officiële aankondiging van de coalitie en het schepencollege.
In Anderlecht gaat PS-Vooruit in coalitie met MR-EngagésCD&V-Open VLD, maar de postjes zijn nog niet helemaal verdeeld. Vooruit mag daar wel de schepen van Nederlandstalige Aangelegenheden leveren, verneemt BRUZZ. Allicht wordt dat Bieke Comer.
In Koekelberg werd Dirk Lagast verkozen op de lijst van burgemeester Ahmed Laaouej (PS). Wellicht speelt hij opnieuw een rol in het toekomstige gemeentebestuur. Als Laaoeuj een coalitie zou maken met Ecolo-Groen komt Marie Bijnens in beeld.
In Schaarbeek is niets al duidelijk, aangezien de coalitievorming een waar schouwspel is geworden, waarbij zowel MR-Les Engagés
Zij worden schepen (van boven en met de klok mee): Katia Van Den Broucke (SintAgatha-Berchem), Ingrid Haelvoet (Evere), Philippe Beghin (Ganshoren) en Frank Van Bockstal (Etterbeek).
© GROEN, CD&V, PROGANSHOREN
en de PS de burgemeesterssjerp claimen.
In Brussel-Stad kreeg Vooruit Nederlandstalige Aangelegenheden als portefeuille, waardoor naar alle waarschijnlijkheid Anaïs Maes in de running komt.
In Vorst zijn de coalitiegesprekken nog volop aan de gang en zijn er bovendien heel wat verschillende coalities mogelijk, hoewel op dit moment eerder PS, PTB en Ecolo-Groen de meest waarschijnlijke optie lijkt. Huidig Vlaams schepen Kris Vanslambrouck (Groen) haalde geen zetel binnen en kan zijn schepenambt dus niet voortzetten.
In Watermaal-Bosvoorde vond David Leisterh (MR) al snel een akkoord met de ecologisten, maar de Nederlandstalige met de meeste stemmen is Julie Monchicourt (Open VLD), de partner van Leisterh. Mogelijk wordt Monchicourt Vlaams schepen op het moment dat Leisterh minister-president wordt en zich laat vervangen als burgemeester.
In Oudergem haalde burgemeester Sophie de Vos (Défi) een absolute meerder-
heid. Als ze voor MR-VLD-Les Engagés kiest als tweede partner komt Philippe Adriaenssens in beeld, gaat ze daarentegen voor Ecolo-Groen dan is dat Myriam Fobe. Elsene neemt afscheid van Ecolo-burgemeester Christos Doulkeridis en krijgt een coalitie van PS-Vooruit, MR-Open VLD en Les Engagés. Omdat bij PS-Vooruit geen Nederlandstalige verkozen raakte, ligt het voor de hand dat Valérie Libert van Open VLD de Vlaamse schepen wordt.
In Sint-Joost-ten-Node heeft de onafhankelijke burgemeester Emir Kir een absolute meerderheid, zijn schepencollege is nog niet samengesteld. Op zijn lijst stonden twee Nederlandstaligen die het haalden: Marie-José Byl en Stéphanie Ngongo.
Op de burgemeesterslijst van Jean Spinette (PS) in Sint-Gillis behaalde Willem Stevens 454 voorkeurstemmen, wat minder is dan Loes Salomez (671) en Suzanne Ryvers (609) bij Groen. Wie van de drie de Vlaamse schepen wordt, is nog geen uitgemaakte zaak, en maakt onderdeel uit van de onderhandelingen.
In Jette zijn Sven Gatz (Open VLD), Joris Poschet (CD&V) en Nathalie De Swaef (Groen) herverkozen: hun partijen hadden vooraf ook een akkoord gesloten met burgemeester Claire Vandevivere. Gatz ambieert alvast geen schepenambt: “Ik ga op het gewestelijke niveau zetelen.”
In Molenbeek, waar de PS-Vooruit-fractie van burgemeester Catherine Moureaux en de PTB/PVDA aan elkaar snuffelen, maakt de communistische lijsttrekker Dirk De Block de grootste kans om de Vlaamse schepen te worden, net als Saliha Raïss, die mee voor Vooruit onderhandelt.
EMMANUEL VANBRUSSEL EN SARAH DECLERCQ
Initiatiefnemer Photomatique
‘Ik
ben fan van dingen die aan het verdwijnen zijn’
Op de meest onverwachte plaatsen in Brussel duiken ze op: de retro-fotohokjes van Photomatique. “Ik vind het veel toffer als mensen de cabines per toeval tegenkomen. Dat maakt deel uit van de fun,” zegt de initiatiefnemer aan BRUZZ.
De nieuwste Photomatique dook onlangs op in de vintage winkel Docks Caviar in de Vlaamsesteenweg, een prachtexemplaar met rode verlichting en spiegelwand. Maar ook aan de Baksteenkaai en het Beursgebouw kon BRUZZ de toestellen al terugvinden. In Gare Maritime, Molenbeek, kunnen bezoekers foto’s nemen in een hokje met turquoise muren, terwijl de gouden versie in de Hoogstraat van de Marollen regelmatig passanten lokt.
De kunstige fotocabines van Photomatique liggen als een soort easter eggs verstopt door heel het gewest: wie ze zoekt, die vindt ze niet, tenzij per toeval. Ieder exemplaar heeft een uniek kantje, maar de basisregels blijven dezelfde: voor 3 euro kan de gebruiker drie foto’s laten nemen – de fotostrip komt er in tweevoud uit, in kleur, of in zwart-wit.
Mysterie
“Het idee ontstond in Berlijn waar erg veel fotocabines staan,” vertelt Dorus van
Photomatique. De initiatiefnemer staat op zijn anonimiteit, net om het mysterie rond zijn project nog te vergroten. “Bij een van mijn bezoekjes dacht ik: dat kan ook in Brussel. En dus besloot ik er eentje te bouwen. Van die ene kwam een tweede en toen een derde, enzovoort.”
Dat is tien jaar geleden, maar hoeveel er intussen bestaan, en waar ze allemaal pronken, blijft een goed bewaard geheim. “Ik vind het veel toffer als mensen de cabines per toeval tegenkomen. Dat maakt deel uit van de fun.”
Een tipje van de sluier wil Dorus wel oplichten. “Het zijn er geen honderden en de meeste staan in Brussel, maar ook een paar in Gent, in Antwerpen en zelfs in Charleroi.”
“Commercieel gezien zou het waarschijnlijk interessanter zijn om gewoon een lijst te publiceren, voor iedereen toegankelijk, maar dat interesseert mij niet zo,” klinkt het bij Dorus. “Ik ben vooral een fan van dingen die aan het verdwijnen zijn en probeer die dan terug te brengen in het straatbeeld.”
Het mysterie rond Photomatique maakt wel dat er weinig contact is met de gebruikers van de machines. “Dat is een beetje jammer, maar het gebeurt wel regelmatig dat ik aan de praat raak met iemand die dan zijn portefeuille bovenhaalt en er foto’s uithaalt van onze machines. Je ziet dan dat mensen die herinneringen koesteren, dat is altijd erg leuk.”
Mislukte foto’s
Intussen zet Dorus zich fulltime in voor Photomatique. Samen met een “x-aantal”
collega’s bouwt hij de toestellen in zijn atelier in Laken. “Daarbij beginnen we altijd van nul en proberen we zoveel mogelijk gebruik te maken van mooie materialen die lang meegaan: de randjes zijn bijvoorbeeld van messing, bovendien beschermd door formica.”
Sommige fotocabines lijken op elkaar, maar er zijn er geen twee volledig hetzelfde. Toch ziet Dorus de Photomatiques niet als kunstwerken. “Ik denk dat er mensen zijn die veel kunstzinniger bezig zijn. Natuurlijk houden we wel hard van wat we doen en vinden we het belangrijk dat ze er goed uitzien, de machines moeten wel een meerwaarde vormen voor de omgeving.”
Opvallend: in tegenstelling tot in een doorsneefotocabine, zijn er in de Photomatiques nooit schermen om de foto vooraf te controleren. “Ik denk dat de verrassing leuker is dan meteen denken dat de foto niet
lukte. Bovendien zijn mislukte afbeeldingen misschien wel de leukste souvenirs.”
Want dat is wat de kleurrijke fotocabines willen voortbrengen: fijne herinneringen. Pasfoto’s laten nemen lukt bijvoorbeeld niet. “Het gaat vooral om die fysieke herinnering die misschien wel honderd jaar zal meegaan. Dat is toch veel leuker dan mensen die allemaal foto’s nemen op hun
gsm, maar daar nooit naar kijken? Misschien moeten mensen meer proberen zich enkele momenten te herinneren.”
De prijs van een pintje Hoeveel mensen gebruikmaken van de Photomatiques kan Dorus niet kwijt. “Wel zijn we heel inflatiegevoelig: als de horeca in een crisis zit, voelen wij dat ook, maar als iedereen
MYSTÉRIEUX PHOTOMATONS
FR Les photomatons rétro de Photomatique sont dissimulés dans des recoins inattendus de Bruxelles. « J’adore quand les gens tombent par hasard sur ces cabines. Ça fait partie du charme. Nous offrons un souvenir tangible, capable de perdurer pendant un siècle. C’est tellement plus agréable que de voir des gens prendre des photos avec leur téléphone, sans jamais y jeter un œil par la suite », dit l’initiateur (resté anonyme) du projet.
op straat komt om dingen te doen, gaat het ook bij ons beter. In die zin is Photomatique een beetje een barometer van hoe het met de wereld gaat. We zorgen er wel voor dat de machines altijd toegankelijk blijven door de prijs van een pintje te volgen: dan moeten mensen niet kiezen tussen een drankje of een herinnering.”
MATISSE VAN DER HAEGEN
MYSTERIOUS PHOTO BOOTHS
EN Photomatique’s retro photo booths are popping up in the most unexpected places in Brussels. “I think it’s cool when people come across the booths by chance. That’s part of the fun. It’s mainly about that physical memory that might last a hundred years. Thxat’s much more fun than people taking photos with their mobiles but then never look at them, isn’t it?” says the initiator, who prefers to remain anonymous.
Communisten aan de macht Van gratis zwemlessen tot goedkoper parkeren
PTB-PVDA lijkt op weg naar bestuursdeelname in Molenbeek en Vorst, en schrijft op die manier politieke geschiedenis in Brussel. Wat zijn de effecten van een communistisch bestuur voor de burger? “De budgettaire ruimte laat weinig marge voor experimenten,” tempert ULB-politicoloog Pascal Delwit meteen de verwachtingen.
In Sint-Jans-Molenbeek kijken de PS van Catherine Moureaux en de PTB-PVDA van Dirk De Block naar elkaar om te besturen. Ook in Vorst zitten beide partijen, samen met Ecolo, rond de tafel om een bestuursmeerderheid te vormen. Zelfs in Schaarbeek sluiten de linkse partijen een coalitie niet uit.
Zelfs met één bestuursakkoord op zak schrijven de communisten politieke geschiedenis: PVDA bestuurde nog nooit mee in een Brusselse gemeente. In het hele land gebeurde dat vorige legislatuur wel al in het Antwerpse district Borgerhout en in de Oost-Vlaamse gemeente Zelzate (al verdwijnt daar de dieprode fractie in de oppositie de komende zes jaar: Vooruit koos voor het kartel met CD&V en N-VA).
De PVDA wil naar eigen zeggen een “coalitie van verandering” op de been brengen, indien de macht hun richting uitwaait. Maar wat wil dat precies zeggen? Wat is de PVDA concreet van plan, en hoe
sterk zal de partij op het beleid kunnen wegen?
In de partijprogramma’s van PTB-PVDA voor Molenbeek en Vorst, die BRUZZ naploos, staan een aantal klassieke linkse speerpunten, zoals extra budgetten voor meer kinderopvang, kampen, kleinere klassen, gemeentediensten en geld om scholen bij te bouwen. Kinderen moeten kunnen genieten van gratis zwemlessen, schoolmateriaal en soep op school.
Verplichte sociale woningen
Om dat te bekostigen, kijkt PTB-PVDA vooral naar grote ondernemingen en bouwpromotoren. De partij wil projectontwikkelaars onder meer verplichten om in vastgoedprojecten minstens een derde aan sociale woningen te voorzien en wil de stedenbouwkundige lasten verhogen, net als de kantoorbelasting en de belasting op leegstand en onbebouwde grond.
De partij wil daarnaast ook nieuwe belastingen invoeren, op gsm-antennes, supermarkten, privéparkings en reclameborden, om de
gemeentekas te stijven. Ten slotte kijkt extreemlinks naar bedrijven met een grote privéparking, om die na de werkuren gratis open te
stellen voor buurtbewoners, en moet de bewonerskaart voor een tweede auto van 120 naar 15 euro teruggebracht worden.
Hoewel het PVDAprogramma bol staat van de investeringen, wil de partij op minstens één vlak wel besparen: op het politieke apparaat. Zo vindt de partij dat het met één schepen minder kan, dat de lonen van mandatarissen moeten worden geplafonneerd en dat de kabinetten moeten inkrimpen.
Als de partij in het bestuur komt, blijft de vraag hoeveel PTB-PVDA van haar programma kan doorduwen.
Weinig marge
ULB-politicoloog Pascal Delwit tempert meteen de verwachtingen. “De budgettaire situatie in zowel Vorst als Sint-Jans-Molenbeek laat
heel weinig marge.” Hoewel beide gemeenten in de rode cijfers zitten, denkt Delwit dat vooral het nieuwe bestuur van Vorst op zijn financiële limieten zal botsen.
“Vorst is relatief klein, met maar weinig industrie of grote ondernemingen. Ook de sluiting van Audi Brussels helpt niet. Molenbeek is een pak groter en telt meer bedrijven en grote handelszaken,” legt Delwit uit. “Bovendien valt het te betwijfelen of het Gewest, waar PVDA niet mee zal besturen, zin heeft om die partij lokaal uit de nood te helpen. Daar komt nog eens bij dat de relatie tussen Catherine Moureaux en Ahmed Laaouej (voorzitter van de Brusselse PS, red.) erg slecht is.”
Het Gewest, dat aankijkt tegen een besparingsoperatie
van om en bij het miljard euro, heeft bovendien geen budgettaire marge om de tekorten van gemeenten weg te werken. “De komende jaren zullen in het teken staan van besparingen. De manoeuvreerruimte is daarom beperkt, los van de politieke overwegingen,” voorspelt de Brusselse politicoloog.
Radicale kant
Al biedt dat volgens Delwit ook kansen voor de onervaren partij. “Dat zal PVDA uitspelen. Als ze zaken niet kan realiseren, zal ze de schuld in de schoenen van het Gewest schuiven,” denkt Delwit. Hij geeft als voorbeeld de extra sociale woningen, een eis van de PVDA. “Iedereen gaat er nu echter al van uit dat de volgende regering haar aandeel daarin zal verminderen.”
Daarom denkt de politicoloog dat de partij, als ze springt in het bestuurlijke bad, vooral beleidsthema’s zoals netheid en mobiliteit zal claimen. “Daar heeft de PVDA tijdens de campagne hard op ingezet, bijvoorbeeld met grote opruimacties. En daarin hebben ze veel gemeen met hun waarschijnlijke coalitiepartners.”
Wat ook meespeelt volgens de politicoloog, is dat de ogen van heel België nu op Molenbeek gericht zullen zijn. “Het is erop of eronder voor PVDA, daarom denk ik dat ze het rustiger aan zullen doen.” Volgens Delwit zal de partij zich daarom niet van haar radicaalste kant laten zien.
Rode lijn
Is met het samenwerken met PTB-PVDA dan geen “rode lijn overschreden”,
zoals MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez oppert? “Neen, ik zie geen gevaar,” aldus Delwit. “Net als iedereen moeten ook PVDA-politici zich aan de wet houden. PVDA heeft al met Vooruit bestuurd in Zelzate, en dat heeft bij mijn weten niet tot drama’s geleid.”
Meer nog: “In Zelzate hebben ze in het begin vooral ingezet op symbolische maatregelen, zoals een lagere vergoeding voor mandatarissen, de dienstwagen voor schepenen afschaffen … En de belastingen voor ondernemingen slechts een beetje verhoogd.”
“Het is erop of eronder voor PVDA, daarom denk ik dat ze het rustiger aan zullen doen”
Pascal
Delwit ULB-politicoloog
Dirk De Block (PTBPVDA) en Catherine Moureaux (PS) sluiten een coalitie in Molenbeek niet uit.
LES COMMUNISTES AU POUVOIR ?
FR Le PTB-PVDA est en passe de gouverner à Molenbeek et Forest, une première dans l’histoire politique bruxelloise. Quels impacts un gouvernement communiste aura-t-il ? « Les contraintes budgétaires laissent peu de place aux expérimentations », tempère le politologue Pascal Delwit de l’ULB. « C’est un moment décisif pour le PTB-PVDA ; ils opteront sans doute pour une approche plus mesurée. »
Ten slotte is ook wat in Vorst gebeurt, waar lijsttrekker Simon De Beer als PTB-stemmenkampioen uit de bus kwam, “erg interessant” – zeker omdat er ook werkbare coalities bestaan zonder de communisten. Met andere woorden, aldus Delwit: “Als PS met PVDA bestuurt, zal dat een vrijwillige keuze zijn. Komt PVDA dan ook in aanmerking voor regeringsdeelname op andere niveaus? In Brussel zou er daardoor een linkse meerderheid kunnen komen.”
WHAT ABOUT COMMUNISTS IN GOVERNMENT?
EN PTB-PVDA seems headed for board participation in Molenbeek and Forest, thus making political history in Brussels. What will be the effects of communist governance? ULB political scientist Pascal Delwit tempers expectations: “The budgetary space leaves little margin for experimentation,” he says, and adds that “for the PVDA, this is a make or break moment, so I think they will go easy.”
Bezuinigen op de Brusselse overheid: het is nu of nooit
Bram Van Renterghem
Elke week neemt een BRUZZ-redacteur het nieuws op de korrel
“Al die aparte instellingen zijn goed voor het parachuteren van politiek personeel, maar degelijk bestuur is het niet”
een vijftal clusters. Dat heeft het voordeel dat niet elke directeur zomaar voor zijn eigen boîte gaat strijden, maar een evenwichtig plan moet voorleggen voor de hele cluster en zijn eigen hachje niet zomaar kan sparen.
Een IT-probleem? Staan voor je klaar: ConnectIT, Digitalcity.brussels, Paradigm en Iristeam. Om volk te vinden “¡Afuera!” riep de Argentijnse presidentskandidaat Javier Milei vorig jaar, toen hij in een viraal gegaan filmpje klevers met daarop het ministerie van Toerisme, Cultuur, Duurzame Ontwikkeling, Gendergelijkheid enzovoort van het bord scheurde. Volgens Milei is de vette Argentijnse staat het probleem, en snoeien dus de boodschap.
Hoever kandidaat-ministerpresident David Leisterh (MR) wil gaan, is niet duidelijk. Maar dat er op de Brusselse overheid flink kan bespaard worden, is ook zijn heilige overtuiging. Daarom laat hij nu de topmensen van de overheidsinstanties zelf nagaan waar er gesneden kan worden. Deze week al wordt de oefening afgerond en moeten de toplui verschillende voorstellen voor bezuiniging aan Leisterh voorleggen, met de verwachte impact op werkgelegenheid en doelgroep. Dirk De Smedt, voormalig kabinetschef van Guy Vanhengel (Open VLD), nu baas van Brussel Fiscaliteit, zit het comité voor.
Kluwen
Interessant is dat niet elke administratie door haar topman vertegenwoordigd is. Zo is Pierre Hermant (Finance & Invest Brussels) verantwoordelijk voor de hele economische cluster. Frédéric Fontaine (Net Brussel) doet die oefening voor zijn eigen organisatie, maar ook voor Brussel Leefmilieu, Vivaqua en Hydria. Citydev-topman Benjamin Cadranel neemt de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij, het Woningfonds en Lokale Besturen onder handen. En zo zijn er nog
Dat je niet met veertig mensen rond tafel moet zitten, is een ander voordeel. Want jawel, zoveel administraties en instellingen van openbaar nut (ION’s) – een soort verzelfstandigde administratie – zijn er in Brussel.
Waarom dat er zoveel moeten zijn, is niet altijd duidelijk. Zo zijn vijf ervan financieel: Brussel Financiën en Begroting, Innoviris, Brussel Fiscaliteit, het Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën en Finance & Invest.brussels.
Die laatste geeft financiële ondersteuning aan bedrijven, wat dan weer dicht ligt bij Hub. brussels, het agentschap voor, jawel, bedrijfsondersteuning. Naast natuurlijk nog Brussel Economie en Werkgelegenheid, dat “allerlei financiële steunmaatregelen en subsidies toekent aan zelfstandigen en
kmo-bedrijfsleiders”, en Citydev, dat hen ondersteunt in de zoektocht naar een pand.
De Argentijnse president Javier Milei zette het mes in de overheidsuitgaven. © PHOTONEWS
voor al die overheidsinstellingen is er sinds 2018 Talent. brussels. En om wijs te raken uit dit kluwen werden niet één maar twee nieuwe instellingen gecreëerd: Easy Brussels en Synergie Brussel.
Uiteraard heeft een Gewest veel bevoegdheden, zelfs als het om een stad van amper 1,2 miljoen inwoners gaat. De vraag is alleen: moet dat allemaal via een aparte organisatie? Met een aparte (adjunct-)directeur-generaal, aparte onderliggende directies, een apart jaarverslag en een aparte woordvoerder, die zich een hoedje schrikt als hij gebeld wordt? Zoiets is handig om je politiek personeel te parachuteren – niet toevallig hebben heel wat leidende ambtenaren nog op de kabinetten van hun voogdijminister gediend. Maar degelijk bestuur is het niet.
Orde op zaken
Het is dan ook te hopen dat Leisterh durft te schrappen. Tot massa’s naakte ontslagen hoeft dat niet per se te leiden. Maar een blind behoud van werkgelegenheid mag ook geen fetisj zijn. In elk geval moet deze oefening eens gebeuren. En dan beter nu dan later. Heel wat bedrijven smeken om werknemers, ook binnen de eigen instellingen is vaak personeel te kort. Zij kunnen dus vrij makkelijk elders terecht, maar dat blijft niet duren. ‘Afuera’ betekent hier gelukkig niet dat je in de armoede wordt gestort. Maar ook dat blijft niet duren. De jobcreatie vertraagt, heel wat gepensioneerde babyboomers zijn al vervangen en de werkloosheid stijgt lichtjes. Benieuwd of Leisterh dit momentum dan ook durft te gebruiken om eindelijk orde op zaken te stellen in de wildgroei van Brusselse overheidsinstellingen.
Kort gesprek
Jean-François Husson (UCL)
‘Diyanet-moskeeën hebben invloed op Turkse diaspora in Brussel’
Vlaams minister van Werk Zuhal Demir (N-VA) trok de arbeidsvergunning van vijf imans in die gelieerd zijn aan de Turkse religieuze koepel Diyanet.
Professor Jean-François Husson (UCL) noemt de demarche ongebruikelijk.
“De kwestie speelt al twintig jaar, en niet enkel in België. Sommige overheden beschouwen Diyanet als een goed gestructureerd aanspreekpunt voor de Turkse islamitische gemeenschap in België, wat maakt dat men belang heeft bij een zekere samenwerking. De vraag blijft of Diyanet een partner is, of een instelling die uit is op inmenging in de Belgische politiek.”
Van de islamitische koepelorganisaties in België is Diyanet de machtigste. Ze telt een zestigtal moskeeën in ons land, waarvan vier in het Brussels Gewest. Ze levert rechtstreeks imams aan de geaffilieerde moskeeën. “Het Diyanetmodel is erg geprofessionaliseerd, dat maakt het voor de overheden op het eerste gezicht eenvoudiger om het overzicht te behouden,” zegt Husson. “Het heeft het voordeel dat het coherent en gestructureerd is, al zijn er dan inhoudelijke bezwaren.”
De sterkere religieuze accenten die het Erdogan-regime in de laatste jaren legt, leiden volgens Husson wel tot een verhoogde waakzaamheid. “Zo kantte de beweging zich opvallend tegen het EVRAS-programma (rond seksuele voorlichting, red.) in het Franstalige onderwijs. Dan zie je duidelijk de invloed die het Diyanet-discours heeft op de Turkse diaspora in België. Als er in een Diyanet-moskee stemadvies wordt gegeven, volgt de gemeenschap dat opvallend eensluidend op.”
Demir trekt bij het ontslag van de vijf Turkse imams de arbeidsrechtelijke kaart: volgens de wet mogen arbeidsmigranten in België niet op de payroll
staan van een buitenlandse overheid. Bedienaars van de erkende erediensten staan in principe op de loonlijst van de FOD Justitie. De wetgeving is er onder andere op gericht dat er geen van buitenaf betaalde migranten prediken in deze moskeeën.
Evenwel is de erkénning van de godsdiensten een regionale bevoegdheid geworden. Geldt in Vlaanderen dat álle voorgangers in een erkende religieuze instelling door Justitie moeten worden betaald, dan geldt dat in Brussel slechts voor op zijn minst één voorganger per erkende instelling. “Die laatste regeling kwam er omdat de Diyanet-moskeeën gedreigd hadden het erkende bestel te verlaten. Zij hadden liever geen imams die door de Belgische staat werden betaald,” zegt Husson. “Bij beleidsmakers ontstaat een soort consensus: het was wenselijk dat een maximaal aantal moskeeën erkend werd, om de zaken in de gaten te kunnen houden. De erkenningsprocedure houdt immers een aantal regels in qua toezicht. Over een religieuze organisatie die zo erkend is, krijg je dus meer informatie dan over een ‘gewone’ vzw. Daar speelt weer dat pragmatisme. Ondanks de verschillende toezichtprocedures is het niet altijd eenvoudig om te weten wat er zich allemaal afspeelt in de moskeeën. Een erkenning is dus geen wonderoplossing.”
MICHIEL LEEN
Botanisch Brussel
Heidekruid Populair alternatief voor chrysanten op Allerheiligen
Chrysanten blijven de klassieke kerkhofplanten, maar steeds meer mensen zoeken naar een alternatief om op Allerheiligen het graf van een geliefde mee op te fleuren. Daarbij kiezen ze dikwijls voor heideplanten zoals erica’s of calluna’s.
door Andy Furniere
Terwijl de bladeren van de bomen vallen, fleuren begraafplaatsen op 1 november net op. Allerheiligen is de dag bij uitstek waarop mensen naar kerkhoven trekken om bloemen of planten op de graven van hun geliefden te plaatsen.
“Twee weken op voorhand neemt de vraag toe,” vertelt Léa, medewerkster bij bloemenzaak Comme une fleur, gelegen vlak tegenover de begraafplaats van Elsene. Volgens haar is de Allerheiligentraditie nog springlevend in Brussel. “Ik merk geen verandering tegenover vroeger. Ook bij jonge mensen leeft het gebruik, ik krijg verschillende generaties over de vloer.”
Een heel ander geluid valt te horen bij bloemist Le Jardin Japonais tegenover de begraafplaats van Molenbeek. “Terwijl ik vroeger in deze periode soms ’s nachts moest doorwerken om aan de vraag te kunnen voldoen, is dat nu enorm verminderd,” zegt eigenares Michèle Wackerghom. “Ik geloof dat ik nog maar een vierde verkoop van de aantallen die ik vijf jaar geleden nog haalde. Het lijkt erop alsof de traditie teloor aan het gaan is.”
Beide bloemenwinkeliers zijn het wel roerend eens over de planten die het meest aangeschaft worden voor deze dagen van herdenking. Weinig verrassend, maar chrysanten blijven de klassieker. De bloemen hebben niet enkel praktische voordelen door hun lange bloeiperiode tijdens het najaar en hun weerstand tegen de koude, maar ook een hoge symbolische waarde. Ze staan onder meer voor rouw, respect, rust, liefde en vrede. Ideaal dus voor een sereen eerbetoon.
Eigenschappen
• Debloemenzijnkleinenkort gesteeld,enzittenop het einde van detakken
• Kanopdeonvruchtbaarste zandgrondenenophumusrijke bodemgroeien
• Denaamcalluna zou afgeleid zijn van het Griekse callunoo –reinigen-omdat van deplant bezemswerdengemaakt
Chrysantenbloemen nemen allerhande vormen aan: enkel, dubbel, pompons, ‘spinnen’, bollen … “De pomponettes gaan de laatste jaren het vlotst de deur uit,” zegt Wackerghom. “Waarschijnlijk omdat de pomponbloemen iets schattigs hebben.”
Maar zowel bij Comme une fleur en Le Jardin Japonais merken ze dat mensen ook op zoek gaan naar alternatieven voor chrysanten, als afwisseling. Ze komen daarbij meestal uit bij heideplantjes met welluidende namen als erica en calluna. Het zijn laaggroeiende struikjes die in de volksmond ook wel heidekruid genoemd worden. “Bij ons doen specifiek calluna’s het de laatste jaren het iets beter dan de erica’s,” zegt Wackerghom.
Volgens de bloemisten speelt symboliek geen rol bij de keuze voor heideplantjes, maar is het een pragmatische en esthetische keuze. “Ze hebben niet veel onderhoud nodig, kunnen in deze periode bloeien en blijken goed bestand tegen koude temperaturen,” duidt Léa van Comme une fleur. Ook de kleuren zijn een belangrijke troef. Zo bestaan er van de Erica carnea of winterheide kweeksoorten die begin november paarsroze, dieppaarse of witte bloemen laten zien. De soorten Calluna vulgaris bloeien met verschillende roze, blauwpaarse en witte tinten.
Reeks nalezen?
Lees de hele reeks op BRUZZ.be/dossier/botanisch-brussel
Luchtkwaliteit ‘Ban alle houtkachels, je rookt toch ook niet in de crèche?’
Ze mogen dan gezelligheid bieden, oude houtkachels zijn ook een catastrofe voor de luchtkwaliteit, zowel binnen als buiten. De Brusselse regering heeft daarom de regels aangescherpt, met een verbod op het plaatsen van tweedehandstoestellen. “Na het werk nog eens de woning verluchten is hier hopeloos.”
Toen Frank Pay zijn stijlvolle rijhuis uit 1927 kocht, nabij de basiliek van Koekelberg, zat er ook een open haard in van de jaren 1970. De muzikant en specialist in vintage meubelen besloot die te verwijderen en een houtkachel te plaatsen. “Zo’n Stuuv, een Belgisch merk, vond ik wel cool,” vertelt Pay, terwijl hij de kachel aansteekt. “Ik gebruik hem vooral in het tussenseizoen en stook meestal met het hout uit mijn tuin. Het warmt de woonkamer snel op en het geeft ook een gevoel van onafhankelijkheid. Als de stroomvoorziening uitvalt door een cyberaanval, zal het hier niet snel koud worden.”
Nadelen van zijn keuze ondervindt Pay amper. “Bij mistig weer komt soms wat rook binnen en na een half uur branden, verlucht ik weleens binnen om genoeg zuurstof te hebben, maar verder geen klachten. Ook niet van de buren. Toen ik hier kwam wonen, rook ik trouwens meteen dat er wel meer mensen met hout stoken.”
Het precieze aantal Brusselaars dat met hout verwarmt, is niet bekend. Cijfers van de energieprestatie-
certificaten (EPB) geven wel een indicatie: slechts 0,18 procent van de woningen met zo’n certificaat heeft een houtkachel als hoofdverwarming. Maar dat erg kleine aantal houtkachels (circa 1.000) zou wel goed zijn voor 11 procent van alle fijnstofuitstoot in het gewest, staat in het Lucht-Klimaat-Energieplan van het Brussels Gewest. Enkel gekeken naar de uitstoot door verwarming, produceren die houtkachels zelfs bijna een kwart van alle fijnstof in Brussel.
Stoken met hout mag met andere woorden natuurlijk aanvoelen, de impact op de luchtkwaliteit is immens veel hoger dan verwarmen met gas. Een sprekende vergelijking in dat verband: vier uur een houtkachel gebruiken stoot evenveel fijnstof (PM10) uit als een autotraject van 1.100 kilometer, dat is van Brussel naar de Middellandse Zee.
Wat veel kachelbezitters daarbij vergeten is dat ze zelf de grootste slachtoffers zijn: een aanzienlijk deel van die vervuiling komt in de woning van de stoker terecht, direct uit de houtkachel of via de
buitenlucht rond de eigen woning. Het risico op een vergiftiging door koolmonoxide komt daar nog eens bovenop.
Tweedehandskachels verboden
Om die vervuiling aan te pakken maakt de Brusselse regering de regeling rond houtkachels strenger: vanaf januari 2025 zullen alle toestellen die nog geplaatst worden aan de nieuwe Ecodesign-norm moeten voldoen. Nieuwe houtkachels vervuilen immers een pak minder dan oude, al blijft de uitstoot nog steeds hoger dan die van een moderne gaskachel.
De nieuwe regeling betekent meteen dat het verboden zal zijn om nog tweedehandskachels te plaatsen in het gewest. “Vanaf die datum zullen bestaande houtkachels bovendien geen zichtbare of geurende rook meer mogen uitstoten, tenzij het om waterdamp gaat,” legt Christophe Danlois van Leefmilieu Brussel uit. “Buren die daar last van ondervinden, zullen bij ons een klacht kunnen indienen.” Nog nieuw vanaf 2025: de verplichting om ook voor
houtkachels de schoorsteen te laten controleren en reinigen. De timing van het besluit én de communicatie errond is opmerkelijk: het regeringsbesluit (in het kader van de EPB-reglementering voor technische installaties) dateert van 6 juni, drie dagen voor de Gewestverkiezingen. En hoewel de nieuwe regeling al over twee maanden ingaat, werd er nog altijd niet over gecommuniceerd naar het brede publiek.
“De Brusselse regering heeft de hele Renolution-strategie voor het renoveren en energiezuiniger maken van huizen al goedgekeurd,” legt een goed ingelichte bron uit. “Ze had angst om verder te gaan, omdat daar mogelijk een emotioneel debat kon rond ontstaan, die dan de hele Renolution-aanpak zou blokkeren.”
BRUZZ vroeg om een reactie aan het kabinet van minister
van Leefmilieu en Energie Alain Maron (Ecolo), zonder succes.
Reichenfeinstaub
Dat houtkachels emotioneel kunnen maken, kan Annika Lenz helemaal beamen. De inwoonster van WatermaalBosvoorde woont in een wijk waar heel wat inwoners hout stoken voor de gezelligheid. “Total schrecklich,” zucht de Oostenrijkse. “Het is zo erg dat ik een oproep moest doen in de lokale Facebookgroep: ‘Steek de kachel alsjeblieft niet meteen ‘s ochtends aan, zodat we tenminste nog een moment hebben om onze woning te verluchten.’ ‘s Avonds na het werk is dat sowieso hopeloos. En als ik de was binnenhaal, ruikt die helemaal naar barbecue.”
Veel houtstokers lijken daarbij helemaal niet te beseffen hoe schadelijk de rook
van houtkachels wel is, zegt Lenz. “In Californië moet op het brandhout een waarschuwing komen dat houtververbranding kankerverwekkend is. Dat lijkt me het minste.”
Ook de Duitse Sven Dammann ergert zich over de houtrook in zijn WatermaalBosvoorde. “Mensen komen in de gemeente wonen om de schone lucht, maar doen dat
zelf weer teniet. De Duitse weerman Jörg Kachelmann lanceerde in dat verband de term ‘Reichenfeinstaub’, het fijnstof van de rijke wijken, zeg maar.”
Goedbedoelde, maar te kleine stap
Als houtverbranding zo schadelijk is, waarom worden houtkachels dan niet helemaal
‘INTERDISONS TOUS LES POÊLES À BOIS : ON NE FUME PAS DANS UNE CRÈCHE, NON ?’
FR Les vieux poêles à bois sont une catastrophe pour la qualité de l’air, aussi bien à l’intérieur qu’à l’extérieur. Pour cette raison, le gouvernement bruxellois a durci la réglementation, interdisant l’installation d’appareils d’occasion. Réaction: « Interdire uniquement les poêles de seconde main, c’est comme dire qu’on va réduire de moitié le tabagisme dans les crèches. »
verboden in de stad? “Nieuwe wetgeving lanceren gaat altijd makkelijker voor de toekomst dan voor de bestaande toestand,” legt Christophe Danlois van Leefmilieu Brussel uit. “Daarnaast moet een overheid de nieuwe regels ook kunnen controleren en zijn er inwoners zonder alternatief. Maar het klopt dat een strengere regeling goed zou zijn voor de luchtkwaliteit.”
Ook voor het klimaat is de houtkachel een vijand, beseft Danlois. “Hout mag dan wel een brandstof zijn die weer aangroeit, verbranding brengt wel degelijk meer CO2 in de atmosfeer en draagt zo bij tot de klimaatopwarming. Direct door het stoken, maar ook door het transport van brandhout, dat onder meer uit Indonesië komt.”
Architect Leo Van Broeck, voorzitter van het expertencomité klimaat in het Brussels gewest, heeft een meer uitgesproken mening over de houtkachel. “Stop gewoon met het verbranden van dingen en zéker van hout, voor de luchtkwaliteit én voor het klimaat. Enkel tweedehandskachels verbieden volstaat niet. Dat is alsof je zegt dat je het roken in crèches met de helft zal verminderen. Wat de regering nu doet, is een goedbedoelde, maar een te kleine stap.”
KRIS HENDRICKX
‘BAN ALL WOOD STOVES. YOU WOULDN’T SMOKE IN A NURSERY EITHER, WOULD YOU?’
EN They may be cosy, but old wood stoves are a disaster for air quality, both indoors and outdoors. That is why the Brussels government has tightened the rules and banned second-hand stoves. “For the sake of air quality and the climate, stop burning things and certainly wood. Just banning second-hand stoves is not enough. That’s like saying you will cut smoking in nurseries by half.”
Wat is er zo bijzonder aan het poppentheater Toone?
Maya Callizaya
zoekt elke week een antwoord op een lezersvraag, deze week van Marieke uit Ukkel.
Ook een vraag?
Stel je vraag en stem op BRUZZ.be
Bekijk en lees antwoorden op BRUZZ.be/bigcity
Vlak bij de Grote Markt bevindt zich een goed bewaarde parel: poppentheater Toone. Een bruine kroeg met op zolder een theater, met houten banken en dito balken. Het is het enige traditionele Brusselse poppentheater dat vandaag nog bestaat. Maar wat is het verhaal erachter?
Poppentheaters dateren uit de zestiende eeuw. Toen sloot de Spaanse overheerser Filips II de theaters in onze regio, omdat hij bang was dat ze broeihaarden van verzet tegen zijn macht zouden worden. Hij werd immers gehaat door de bevolking. Zo ontstond het poppenspel als alternatief voor het theater, omdat dat wel clandestien gespeeld kon worden in kelders en op koertjes. De toneelspelers werden vervangen door poppen, ook wel poesjenellen genoemd.
Aan het begin van de negentiende eeuw waren de Brusselse poppentheaters razend populair, vooral bij mensen uit lagere sociale klassen en in de volkse wijken.
Kenmerkend voor het poppentheater is de grote vrijheid in toon en stijl. Het repertoire is zeer divers en put uit ridderverhalen, volkslegenden, opera’s of zelfs religieuze en historische werken die dan werden opgedeeld in afleveringen. De werken werden altijd zeer vrij geïnterpreteerd. Het marionettentheater was toen een populaire vorm van educatie. Voor de ongeletterde bevolking, die zich geen bezoek aan opera’s of grote theaters kon veroorloven, was het een manier om toch op de hoogte te blijven van de laatste culturele ontwikkelingen.
Ter plekke verzonnen
Een succesvolle poppenspeler destijds was Antoine Genty (1804-1890), in het Brussels ook wel Toone genoemd. In 1830 begon hij spektakels, zoals De Vier Heemskinderen op te voeren in het Brusselse dialect op verschillende plekken in de Marollen. Zo kon je hem onder andere aan het werk zien in de De Wynantsstraat, Spiegelstraat en Kristinastraat. Genty kon niet lezen of schrijven, dus maakte hij
zijn toneelstukken ter plekke. Vertrouwend op zijn geheugen, vertelde hij populaire legendes.
En zo richtte hij Theater Toone en de Toone-dynastie op. De naam ‘Toone’ werd een soort titel die doorgegeven werd aan de volgende generaties poppenspelers. De nieuwe Toone moest door zowel zijn voorganger als door het publiek worden aanvaard. De titel werd soms ook doorgegeven van vader op zoon.
Er passeerden zo verschillende Toones, die ook op verschillende plekken optraden. Maar in 1966 kon de zevende Toone een huis uit 1696 in de Grasmarktstraat strikken: het huidige poppentheater, waar vandaag de achtste Toone, Nicolas Géal, de traditie voortzet door theaterstukken als Dracula en De Drie Musketiers op te voeren. Vandaag is het het enige Brusselse traditionele marionettentheater. Aan het einde van de negentiende eeuw waren er nog 45 theaters in de regio rond Brussel. Maar ze verdwenen geleidelijk aan door de opkomst van de film en televisie.
Dood van een linksback
Donderdag komt Anderlecht voor het eerst dit seizoen in actie in de Beker van België. In deze fase van het toernooi krijgen de grote clubs traditioneel een ploeg uit de lagere klassen als tegenstander – paars-wit wacht dit keer een korte verplaatsing naar Tubeke. Haalbaar, maar toch vervelend op zo’n kille donderdagavond, ook al omdat daar op enkele tientallen meters van het veld de drukke spoorlijn Brussel-Mons loopt. Eén overijverige treinmachinist die wat langer claxonneert en je riskeert meteen een achterstand te moeten inhalen.
Hoe sympathiek ook die eerste ronde van de beker, ze roept bij mij altijd een nare herinnering op.
Net tien jaar geworden stond ik op 27 augustus 1977 helemaal vooraan in de grote staantribune van het Astridpark toen het bescheiden
het Park. Niet strijd, maar speelsheid zou deze avond de boventoon voeren. Tot halverwege de eerste helft de linksback van de bezoekers om onverklaarbare redenen in het gras valt. Weinig mensen in het stadion hebben iets in de gaten, maar wij, die vlak bij het tafereel staan, zien door de afrastering een lichaam dat stuiptrekt en ogen waaruit alle glans verdwijnt. Een handvol seconden later staat een groepje spelers rond de roerloze voetballer. Handen gaan de lucht in, een dokter en een verzorger, in wie ik Fernand Beeckman van op de ploegfoto’s in mijn Panini-boeken herken, knielen bij de speler, die enkele minuten later op een draagberrie het veld verlaat.
De wedstrijd gaat verder, Anderlecht wint met 10-0, maar van euforie is al lang geen sprake meer.
DE HAVEN VAN BRUSSEL
In deze nieuwe reeks duikt BRUZZ achter de schermen van de bruisende Haven van Brussel, de op één na grootste binnenhaven van België.
Iedere dinsdag van november in BRUZZ 24
Union Namen op bezoek kwam in Anderlecht. Mijn oudere zussen waren gek van Ludo Coeck, de allereerste Belgische voetballer met de looks van een filmster. Dus toen die van Berchem naar Brussel verkaste, werden paars en wit de overheersende kleuren in ons huis in Noord-Limburg. Daarin was ook een bakkerij gevestigd, waardoor het bijwonen van wedstrijden van Anderlecht volledig bepaald werd door het jaarlijks verlof, meestal de laatste twee weken van augustus.
Omdat de Ring nog niet voltooid was en navigatiesystemen niet bestonden, ontwikkelden de ritten van Lommel naar Anderlecht zich altijd tot een ware expeditie, dwars door het ons volkomen onbekende Brusselse stadscentrum. Elke inzittende had de opdracht vooral uit te kijken naar de Chaussée de Mons. Daar in de buurt immers zouden vast en zeker de lichtmasten opdoemen van het magische Emile Verséstadion. Te midden de paniek in onze overvolle Opel nam het verlangen naar het van dichtbij in actie zien van Rensenbrink, Van der Elst of Vercauteren stelselmatig toe.
Dat is op die zachte zaterdag in 1977 niet anders. Net zozeer onder de indruk van de omstandigheden als ik blijken de voetballers van Namen geen partij voor de vedetten van
Zevenveertig jaar later ben ik in Hargimont, een piepklein Ardens dorp, op bezoek bij de 73-jarige Paul Soulier. Het was zijn oudere broer Michel wiens hart het toen begaf. Tussen ons in: het shirt dat Michel die avond droeg. Paul vond het pas enkele jaren geleden, na de dood van zijn moeder, terug. Ze had het achteraan in een kast op haar slaapkamer verstopt.
Vier zonen en een dochter waren er in het gezin. Niemand bevond zich die avond in Brussel. Paul was arbeider bij de spoorwegen en had dienst. Toen om tien uur ‘s avonds zijn shift erop zat, was het opmerkelijk stil in de zaal waar de nachtploeg zich klaarmaakte om aan de slag te gaan. Pas toen hij thuis zijn vrouw en schoonmoeder in tranen aantrof, werd hem duidelijk wat er zich in Brussel had afgespeeld.
Michel Soulier ligt begraven in de schaduw van het kerkje in Ychippe, niet ver van het huis van zijn weduwe. Die was op die fatale avond wel in het stadion, hoogzwanger van haar eerste kind. Twee dagen na de begrafenis van haar man zou ze bevallen. Yannick Soulier werd geboren op zaterdag 3 september 1977. Om 20 uur, exact hetzelfde tijdstip waarop een week eerder Anderlecht-Union Namen op gang werd gefloten. Luc Kempen
Tickets winnen voor Jazz Brak nu zaterdag in de AB – helemaal uitverkocht – was nog nooit zo makkelijk. Luister de hele week en maak kans op een duoticket. De hele week op BRUZZ radio
DE GROOTSTE SPAGHETTISLAG TER WERELD
Doe op zaterdag 23 november mee met De Grootste Spaghettislag ter Wereld ten voordele van vzw Accolage. Info en inschrijven op BRUSSELHELPT.be
De slaapkamer
Tasnim
‘Ik wil iets doen met alle ideeën in mijn hoofd’
Elke week gaat BRUZZ op bezoek bij een kind in Brussel in zijn of haar slaapkamer. Deze keer is dat bij Tasnim (10,5) die met haar twee oudere broers en ouders in Koekelberg woont. “Ik heb veel ideeën. Misschien word ik modeontwerper, of binnenhuisarchitect. Mijn droomhuis ziet eruit als dat van Barbie.”
door Annelies Bontjes foto Saskia Vanderstichele
Ik zie dat je een naaimachine hebt. Wanneer ben je begonnen met naaien?
Twee jaar geleden. Of een jaar geleden. Ik weet het niet meer. Mijn mama en ik gingen een activiteit in de buurt doen. Ik vond dat keileuk. Toen heeft mijn mama mij ingeschreven voor een naaiatelier. Voilà, nu ga ik elke woensdag.
Wat heb je al gemaakt? Ik doe patchwork. Dat is dat je verschillende stukjes stof aan elkaar maakt. Ik heb al een kussen gemaakt, een zak, een ovenhandschoen, een mandje en een scrunchie.
Hoe kom je aan inspiratie?
Meestal heb ik een idee in mijn hoofd. Dan teken ik dat eerst en dan ga ik het maken. Ik zoek een voorbeeld op internet.
Heb je nog meer hobby’s?
Tekenen, koken en ik doe elke zaterdag basket.
Welke talen kun je spreken? Thuis praten we Frans en Arabisch, en ik ken Nederlands en een klein beetje Engels.
Vind je het leuk om talen te leren? Wel om het uit te spreken, maar schrijven vind ik niet leuk.
Ga je graag naar school?
Ja, want dan kan ik mijn vriendinnen zien.
Wat is je lievelingsvak? Wereldoriëntatie.
Wat vind je daar leuk aan?
We leren vaak dingen die keibelangrijk zijn. Bijvoorbeeld over waarom de muur van China is ontstaan.
Weet je wat je later wilt worden?
Ik twijfel. Misschien modeontwerper of binnenhuisarchitect, want ik heb veel ideeën, en ik wil niet dat die de hele tijd in mijn hoofd blijven zitten.
Hoe zou je droomhuis eruitzien? Zoals het huis van Barbie.
Alles roze?
Ik vind groen eigenlijk mooier. Groen, wit en een beetje roze.
Haar huis heeft een zwembad en een glijbaan, wil je dat ook? Dat vind ik wat overdreven.
Welke superkracht zou je graag willen hebben?
In de tijd reizen. Als ik dan een toets slecht heb gedaan, dan schrijf ik alle fouten op, dan ga ik terug in de tijd om te oefenen, en dan doe ik het nog eens.
Hoe is het om in Koekelberg te wonen?
Het is klein, alles is hier dichtbij: winkels, een wasserette, school, leuke buren, mijn vriendinnen.
Als jij de baas was in Koekelberg, wat zou je dan verbeteren?
Minder auto’s en meer speelpleinen.
Is er een land dat je nog graag wil bezoeken?
Canada, omdat de broer van mijn mama daar woont. Het is een heel mooi land.
Hoe weet je dat?
Ik heb er een presentatie over gedaan op school. Er is veel sneeuw, en sneeuw vind ik leuk.
Heb je een lievelingsdier?
Eerst was het een olifant, maar nu begin ik de vos mooi te vinden. Die heeft mooie kleuren.
Maak je je weleens ergens zorgen over als je in bed ligt?
Nee. Ik lees en ga dan slapen.
Wat voor boeken lees je graag? Boeken over ecologie en National Geographic Junior
Doe je zelf dingen die goed zijn voor het milieu?
Ja, als een broek te strak is, dan maak ik er iets anders van. Of als ik een tekening heb gemaakt die ik niet mooi vind, dan gebruik ik dat papier nog eens als ik wil schilderen en ik geen vlekken mag maken op de vloer.
Reeks nalezen?
Lees de hele reeks op www.BRUZZKet.be/slaapkamer
‘JE VEUX FAIRE QUELQUE CHOSE DE MES IDÉES’
FR Chaque semaine, BRUZZ rend visite à un enfant bruxellois. Cette fois, c’est au tour de Tasnim (10 ans et demi), qui habite à Koekelberg avec ses deux frères aînés et ses parents.
« J’ai plein d’idées. Je me vois styliste ou architecte d’intérieur. Ma maison de rêve ressemble à celle de Barbie. »
“Ik zou wel in de tijd willen reizen. Dan kan ik een slechte toets opnieuw doen”
‘I WANT TO DO SOMETHING WITH ALL THE IDEAS IN MY HEAD’
EN Every week, BRUZZ visits a child in Brussels in their bedroom. This time we meet up with Tasnim (10.5) who lives in Koekelberg with her two older brothers and parents. “My head is full of ideas, I might become a fashion designer or an interior designer. My dream house looks like Barbie’s.”
Samenleving
‘De dood mag ook vrolijke emoties oproepen’
Een driedaags festival in de Beursschouwburg over sterven, rouwcirkels nabij het Ter Kamerenbos en een fleurig versierd café om te praten over overleden familie of vrienden: Brussel profileert zich alsmaar meer als laboratorium voor alternatieve rouwmethodes. “Op de dood rust een onnodig taboe.”
door Rieneke Lammens illustratie Delphine Frantzen
Allerzielen: voor velen een grauwe, grijze dag waartegen de witte chrysanten schril afsteken. Maar niet als het van choreografen
Catalina Insignares en Carolina Mendonça afhangt. In samenwerking met Elisa Liepsch organiseren ze van 31 oktober tot 2 november Vultures Feast, een driedaags festival in de Beursschouwburg dat – toepasselijk voor het moment –focust op onze relatie tot de dood en dat rouw vooral op een andere, collectieve manier wil (her)ontdekken.
Een voorbeeld van dat laatste is de eigen voorstelling van Insignares en Mendonça: To Know the Vulture So Well –een vulture, of gier, staat algemeen bekend als een aasetende roofvogel die zich verlekkert aan lijken en kadavers. “We zullen het publiek vragen om een lied te delen dat hen doet denken aan een overleden persoon, voegen dat toe aan een playlist en laten vervolgens alle playlisten tegelijkertijd afspelen. De bedoeling is dat toeschouwers door die mengelmoes aan muziek hun mix van emoties samen beleven,” zegt Insignares, een Colombiaanse die al enkele jaren in Brussel woont. Door mensen in één ruimte te brengen, wil ze een plek creëren waar rouw, en al zeker de dood, niet alleen een negatieve invulling krijgt. “We duwen het weg, omdat we het zien als het ergste dat ons als mens kan overkomen. Maar het woord festival is niet toevallig gekozen. Rouw en de dood hoeven
niet alleen maar verdrietig te zijn, ze kunnen evenzeer vrolijke of boze emoties oproepen.”
Met het festival trachten Insignares en Mendonça een fundamenteel nieuw debat te voeren over hoe het individu en de samenleving naar iets wezenlijks als de dood kunnen kijken, en daar zijn ze niet alleen in. In Brussel, mede door zijn vele nationaliteiten en culturen, beweegt er van alles op dat vlak.
Neem ook het Día de Muertos-festival in de Marollenwijk, met een initiatief als Café Mortel op het programma, onder begeleiding van schrijfster en rouwinspirator Eve Schippers. Dat werd in het leven geroepen naar het voorbeeld van de Zweedse socioloog en antropoloog Bernard Crettaz die zich afvroeg: “Als we op café gaan om te babbelen over het leven en al zijn besognes, waarom dan niet over de dood?” “Natuurlijk begint het gesprek schoorvoetend, maar er is altijd wel een dappere ziel die als eerste begint te vertellen - bijvoorbeeld hoe die naar zijn eigen begrafenis kijkt,” schetst Schippers het verloop van een avond. Die gesprekken zijn niet alleen maar zwaar en moeilijk door de soms pakkende getuigenissen. “Op andere momenten rakelen mensen ook grappige herinneringen op. De plek waar het
plaatsvindt is - volgens de Mexicaanse traditie - ook heel kleurrijk.” Zo is er bijvoorbeeld een groot fleurig en verlicht altaar, en een afsluitende stoet waar iedereen bij kan aansluiten.
We hebben als individu en als samenleving een keurslijf af te schudden over de dood, zegt ze. “Er hangt een bepaalde zwaarte rond de dood, omdat vroegere generaties het onderwerp vaak onder de mat schoven. Dat collectieve verleden moeten we als samenleving doorbreken, door er iets nieuws van te maken. We moeten het herdefiniëren tot iets met meer schwung en energie.”
Nood aan afscheidsrituelen
Initiatieven zoals een rouwcafé vormen volgens de initiatiefnemers een reactie op – wat ze zelf noemen – de hyperindividualistische maatschappij die rouwen zo snel mogelijk en zo individueel mogelijk wil afhandelen.
“Vaak zien mensen die rouwen hun verdriet als een probleem waar ze hun omgeving niet mee willen belasten, en waar een behandeling voor nodig is,” zegt ook rouwbegeleider en psycholoog Ihsan Badli. In haar praktijk in Brussel begeleidt ze nabestaanden die vastlopen in hun rouwproces of de stressreacties erop. “Het gevolg is dat we ons comfortabeler voelen om met een therapeut of psycholoog te spreken dan met onze eigen familie en vrienden. Maar als iemand genoeg nabijheid en ondersteuning krijgt van zijn omgeving, dan hoeft een therapeut of psycholoog niet altijd,” zegt Badli. “Bovendien is rouw is voor mij geen
klinisch probleem, maar eerder een heel natuurlijke reactie op een verlieservaring.”
Wat daarbij kan helpen? Nieuwe afscheidsrituelen introduceren. Toen choreografe Catalina Insignares in 2017 enkele familieleden verloor, was zij niet in Colombia en kon ze dus niet deelnemen aan de sociale, collectieve gebaren en gebeden om de doden te herdenken. Dat zette haar aan het denken.
“In het Westen betalen we iemand vreemd om het lichaam van een naaste te verzorgen en na de begrafenis verdwijnen de stoffelijke overschotten zo snel mogelijk uit het zicht”
Catalina Insignares Choreografe
“Niet alleen in het Westen, maar ook in verwesterde samenlevingen hebben we geen contact meer met overledenen: we betalen iemand vreemd om het lichaam van een naaste te verzorgen en na de begrafenis verdwijnen de stoffelijke overschotten zo snel mogelijk,” zegt ze. “Velen gaan zelfs niet meer groeten, omdat het beeld te traumatisch zou zijn. De dood verdwijnt uit het zicht, terwijl dat net deel uitmaakt van het leven. Dat wijst op een totale deconnectie met het fenomeen.”
Die individualistische en afstandelijke benadering van het leven na de dood staat vaak haaks op hoe andere culturen ermee omgaan – ook dat wil het festival duidelijk maken, dat zich liet inspireren door oosterse en zuiderse invloeden. “In sommige landen is het binnen de gemeenschap de traditie om na een overlijden wekelijks het graf te bezoeken. Na zoveel dagen volgt nog een herdenking waarbij de nabestaanden samenkomen om te eten en te drinken,” vertelt Badli. Ze vat die filosofie samen als: samen vieren, samen rouwen.
De happiness-cultuur
Zulke tradities zijn veel minder gangbaar in het Westen. Een gemiste kans, want ze bieden gezonde manieren om met een fundamenteel verdriet om te gaan, zegt Badli. “Tradities en rituelen bieden een veilig kader waarbinnen je weet: nu kan ik en nu mag ik verdrietig zijn. In combinatie met de zogenaamde happiness-cultuur, die gericht is op prestaties van het individu, voelen verdriet, pijn en gemis voor velen zeer oncomfortabel aan – oncomfortabel en ongewenst.”
Maar hoe ziet dat eruit in praktijk: nieuwe rituelen? Wat Insignares naar eigen zeggen leerde, was om subtiele boodschappen van doden te kunnen horen en ermee te kunnen communiceren.
“De relatie met onze overleden dierbaren mag dan wel veranderen, we kunnen nog luisteren naar hun tekens,” zegt Insignares. Dat gaat voor alle duidelijkheid niet om heel praktische signalen, maar eerder om het ervaren van gevoelens door samen te komen om liedjes te wijden aan de overledenen, door hun verhalen verder te vertellen, of door betekenis te vinden in subtiele signalen door de dag. “Stel dat je een beslissing moet nemen, en je merkt iets op dat aan je gestorven grootmoeder doet denken, dan kun je dat signaal als een antwoord van haar interpreteren,” zegt ze. “Het is een andere manier om de dood te zien: niet als iets lineairs, met een duidelijk begin- en eindpunt, maar als iets circulairs.”
Miskende bronnen van verdriet
Behalve Vultures Feast en Café Mortel is er nog een derde interessant Brusselse initiatief dat rouwen een nieuwe invulling geeft: de rouwcirkels, mede georganiseerd door Badli.
Een rouwcirkel vindt in gesloten kring plaats, in haar praktijk vlak bij het Ter Kamerenbos, een knusse en warme ruimte. Na een korte kennismakingsronde begint de avond, met ook hapjes en thee erbij. Er worden gedichten voorgelezen, er worden vragen gesteld en beantwoord, er wordt bewogen. Dat doet Badli om een veilig kader te creëren, zodat deelnemers zich goed genoeg voelen om daarna expressie te kunnen geven aan hun verschillende bronnen van rouw. Omdat Badli gelijkwaardigheid belangrijk vindt, deelt ze meestal ook iets vanuit haar eigen rouwgevoelens.
“Aan de hand van een aantal ceremoniële handelingen wil ik aandacht geven aan rouwgevoelens, van welke aard ook. Rouwen om iemand die overleden is, maar ook rouwen om het verlies van een geliefde na een relatiebreuk, rouwen om problemen in de wereld, rouwen om medische aandoeningen, rouwen om de persoon die je vroeger was … Die bronnen van verdriet
“Tradities en rituelen bieden een veilig kader waarbinnen je weet: nu kan ik en nu mag ik verdrietig zijn”
Ihsan Badli
Rouwbegeleider en psycholoog
worden vaak miskend.” De vier natuurelementen dienen dan als ondersteuning. Nadat iemand iets heeft gedeeld, worden de emoties bijvoorbeeld weggegoten met water. Dat water wordt op het einde aan de planten gegeven, als symbool dat de emoties doorstromen naar de natuur, zegt Badli.
Voor de cirkels baseerde ze zich op het werk van Sophy Banks en Francis Weller, die op hun beurt teruggrepen naar het werk van Sobonfu Somé en Malidoma Somé. Banks en Weller vertaalden de rituelen uit de traditie van de Dagara-gemeenschap in Burkina Faso naar de westerse cultuur, zodat mensen hun relatie tot rouw kunnen onderhouden –ook wel grief tending genoemd.
“Een rouwproces zet in op herstel en heling, en heeft niet noodzakelijk acceptatie als einddoel. Rouwen is openstaan om verschillende emoties te ervaren, want de realiteit is vaak veel dynamischer.”
Verder streeft ze naar een “holistische benadering”, waarbij we ons lichaam
bewust meenemen in het rouwproces. “Gesprekken brengen een herstelproces tot op een zeker niveau, maar niet verder. Daarom is het cruciaal om niet alleen je cognitie, maar ook je lichaam te betrekken,” zegt Badli. Als er na afloop van haar cirkel gelachen of gegeeuwd wordt, en de tenen gekraakt, wijst dat op lichamelijke spanning die vrijkomt. “Het woord zegt het zelf: het gaat over gevoelens, en voelen doen we in de eerste plaats met ons lichaam.”
Of dat samen rouwen bevorderlijker is? Badli denkt van wel, en wijst naar het verleden om haar punt te maken.
“We hebben duizenden jaren lang in kleine gemeenschappen gewoond, vaak in verbinding met de natuur. Dat is nu een gemis. Daarom: nodig vrienden en familie uit om met elkaar over verlies of gemis te spreken. Alleen dat kan het taboe op rouwen en de dood wegnemen.”
Vultures Feast, op 31 oktober, 1 en 2 november in de Beursschouwburg. Info: www.beursschouwburg.be
‘LA MORT PEUT AUSSI SUSCITER DES ÉMOTIONS JOYEUSES’
FR Bruxelles s’affirme comme un laboratoire de nouvelles pratiques de deuil, avec un festival de trois jours au Beursschouwburg consacré à la mort, des cercles de deuil près du bois de la Cambre, et un café décoré de couleurs vives pour parler de proches disparus. «Il y a un tabou inutile autour de la mort. On la repousse, car on la perçoit comme la pire épreuve humaine. Mais le mot festival n’a pas été choisi au hasard : le deuil et la mort ne doivent pas seulement susciter du chagrin ; ils peuvent aussi réveiller des émotions joyeuses ou même de la colère.»
‘WE MUST ALLOW DEATH TO BRING HAPPINESS’
EN A three-day festival at the Beursschouwburg on dying, mourning circles near the Bois de la Cambre, and a brightly decorated café where you can talk about deceased family or friends is all part of Brussels increasingly becoming a testing ground for alternative ways to mourn. “There is an unhealthy taboo around death. We push it away and see it as the worst thing that can happen to us as human beings. But we did not choose the word festival by chance. Grief and death do not have to be only sad, it can evoke happy or angry emotions too.”
De mooiste plek op aarde
“Wat is voor jou de mooiste plek op aarde?” Het is de verrassende vraag die journalist Tom Peeters me voorschotelde tijdens een interview, nota bene voor BRUZZ, naar aanleiding van het eerste seizoen van het VRT-programma Niks Te Zien Ik liet mijn gedachten even over de aardbol dwalen, maar landde al snel dicht bij huis: het Zoniënwoud.
Karl Meesters is concertorganisator bij rien à voir en presentator van het VRT-programma Niks Te Zien, waar hij als slechtziende met bekende gasten op reis gaat. Hij schrijft tweewekelijks over zijn Brussel.
Die groene long van 4.400 hectare die mijn hometown Hoeilaart verbindt met Brussel en zich als een priemende vinger tot in het hart van de stad boort. Erkend door UNESCO als natuurlijk Werelfderfgoed dankzij haar kathedraalhoge beuken met wortels tot diep in de ijstijd. Jachtdomein van graven en hertogen, toevluchtsoord voor geliefden en gelovigen, paradijs voor wandelaars, fietsers en lopers. Een Keniaanse atleet die zich voorbereidde op de marathon van Brussel noemde het ooit “de mooiste plek waar hij ooit getraind had”. Ook ik werd verliefd op het Zoniënwoud tijdens het
hardlopen. Ik kende het bos al langer van schooluitstapjes als kind en eindeloze fietstochten met jeugdvrienden. Het vormde het decor van mijn eerste paffende puberstreken en van mijn eerste romantische afspraakjes. Toch kerfde ik nooit de naam van de meisjes in de schors van de bomen. Daarvoor was het respect te groot.
Symfonie van vogels
Dat respect werd alleen maar groter door het trainen. Als student aan de VUB werd lopen mijn manier om balans te houden tussen feesten en studeren, om het hoofd leeg te maken, het bloed te laten stromen, de longen open te zetten. Aanvankelijk nog geregeld alleen, betoverd door de onvergankelijke schoonheid van de vier seizoenen: de kleuren van het licht en leven in de lente, de verkoelende schaduw in de zomer, de geur van natte bladeren in de herfst, de magie van verse sneeuw in de winter.
Toen ik mijn zicht begon te verliezen en steeds vaker de weg verloor, liep ik met vrienden als begeleiders, vooral luisterend naar de schoonheid van de omgeving. Onze monotone passen als baslijn onder een symfonie
van spechten, roodborstjes en krakende takken. De betovering werd er niet minder door. Het meest heilzaam bleek het Zoniënwoud toen ik de diagnose kanker kreeg. Na de zware ingreep die gepland stond, zou ik mogelijk nooit meer kunnen lopen. Dat vooruitzicht dreef me meer dan ooit naar het woud voor wat mijn laatste loopjes konden zijn. De grootsheid van de natuur, de imposante geur van natte aarde, het bracht me troost en leek mijn leed toch enigszins te verzachten. Gelukkig liep het anders en kom ik er vandaag nog altijd, nu met mijn zoontje aan de hand. Ik wil hem op zijn beurt de schoonheid ervan laten ervaren, hem laten ontdekken hoe de natuur een speeltuin kan zijn, maar ook een toevluchtsoord, hoe het ruisen van de wind door de bomen rust kan brengen, hoe de geur van dennen de neus kan prikkelen …
Is het Zoniënwoud de mooiste plek op aarde? Ontdek het vooral zelf.
Reeks nalezen?
Wie alle columns van BRUZZ wil herlezen, kan de teksten terugvinden op BRUZZ.be/column
Uw gids door de culturele agenda
1 > 7/11
‘Ik moet Brussel dicht in mijn buurt hebben’
“Duurde lang omdat ik een pasja ben,” rapte Jazz Brak toen hij eindelijk de stap durfde te zetten om solo te gaan. Amper anderhalf jaar later pakt de poëet van STIKSTOF al uit met zijn tweede album. Op AUTOFOCUS stelt hij met bitterzoete blik scherp op zichzelf en zijn geliefde stad.
door Tom Zonderman
Vroeger trok ik door Brussel om overal stickers te plakken, nu neem ik foto’s,” vertelt Jasper De Ridder, alias Jazz Brak, terwijl hij een croque-monsieur naar binnen werkt in café Walvis. Om te tonen dat hij me niet in het ootje neemt, haalt hij een fototoestel uit zijn fannypack tevoorschijn, zo’n vintage compacte point-and-shootcamera waarvoor grof geld wordt betaald nu na de vinyl ook de analoge fotografie een revival beleeft. “Een Contax T2,” glimt hij, “het beste van het beste. In de jaren 1990 kostte die 350 euro, nu heb ik er 1.400 euro voor neergeteld.”
De nieuwe ‘hobby’ van de Brusselse rapper begon twee jaar geleden nadat een
tie en druk af.” Als rapper werkt hij net zo snel en direct wanneer hij de stad in rhymes vangt. “Ik heb altijd heel beeldend geschreven. Neem mijn song ‘Gele blokken’, je sluit je ogen en je ziet ze voor je.”
Net als zijn mede-STIKSTOF-dealer Zwangere Guy schildert Jazz Brak zijn stad op zijn eigen onnavolgbare manier. “Dit is Brussel door de tunnels waar de lichten weer defect zijn,” rapt hij in het weemoedige ‘2024’, “We wonen in gebouwen waar de muren nooit echt recht zijn / Een kennel vol met honden op de koer, dit is Londen mixed met Dour.” Hij vertegenwoordigt “heel de fucking stad”, klinkt het, een plek waar babykoetsen speed vervoeren en kids met machetes rondlopen. Toch omarmt hij
“Hoe ouder je wordt, hoe blijer je bent met rust en groen, zeker ook als je zoals ik kinderen hebt. En dat heb ik niet waar ik woon”
filmpje op Instagram over analoge fotografie hem zin had gegeven om de vele foto’s die hij nam met zijn telefoon een artistieker elan te geven. Intussen gaat hij nooit meer het huis uit zonder een van zijn zeven camera’s. Hij heeft zelfs een deal met het Brusselse fotolab Laboriver, dat in ruil voor shout-outs zijn filmrolletjes gratis ontwikkelt. “Een analoge film heeft een look en feel die ik met mijn telefoon nooit kan evenaren,” zegt hij. Zijn fotografische blik blijft niet vrijblijvend, in december brengt hij zijn eerste fotoboek uit. Een klein formaat met beelden die voor hem iets betekenen, “en niet per se een krachtige foto. Zie het als een aanvulling op hoe ik naar de wereld kijk, en op wie ik ben als rapper.”
Crackies in het park
Met point-and-shootcamera’s moet je enkel je zoeker op het beeld richten dat je wilt vastleggen, de rest doet het toestel. Zo kwam Jazz Brak bij de titel van zijn nieuwe, tweede album uit: AUTOFOCUS “Zo’n camera werkt heel snel, ze meet het licht en stelt scherp, ik bepaal de composi-
de chaos en de tekortkomingen van zijn stad minder onvoorwaardelijk dan vroeger. “Helaas is dit het echte, nee geen Netflix / Hier branden we verhalen rechtstreeks op uw netvlies,” rapt hij. In het met een mijmerende sax versierde ‘2064’ filosofeert hij zelfs over een toekomst buiten Brussel. “Hoe ouder je wordt, hoe blijer je bent met rust en groen, zeker ook als je zoals ik kinderen hebt. En dat heb ik waar ik woon, in Molenbeek, dicht bij Zwarte Vijvers, totaal niet. Begrijp me niet verkeerd, ik ben blij met mijn buurt. Er staan dealers op de hoek van de straat, maar zolang ze mij niet lastigvallen, storen ze mij niet. Maar ik zou graag wat meer park hebben, en wat minder crackies op de bank in dat park.”
Wanneer hij naar Studio Boksstal in Laken fietst, ziet hij een mooier alternatief. “Ik zie huizen met een tuin en een parkeerplaats voor de deur, en bomen die elkaar raken boven de straat. Mensen die er hun huis uit wandelen, voelen meteen die quality of life. Maar die huizen kosten allemaal minstens 900.000 euro, dat kan ik niet betalen. Ik zou naar een gemeente net
Op zijn
buiten Brussel kunnen verhuizen, maar dat is helemaal onbetaalbaar. Verder weg gaan wonen zie ik niet zitten, ik moet Brussel dicht in mijn buurt hebben. Ik hou van deze stad, ik ben blij dat ik hier opgegroeid ben.”
Meneer Jazz Brak
Jazz Brak is gezegend: hij voelt de polsslag van de stad niet enkel als rapper, maar ook als leraar. In KTA Zavelenberg in SintAgatha-Berchem geeft hij plastische opvoeding en kunst en cultuur in de eerste en tweede graad van de technische en beroepsrichtingen. Daar is hij ‘Meneer Jazz Brak’. “Mijn leerlingen weten dat ik rap, maar de meesten spreken Frans. Op AUTOFOCUS werk ik samen met enkele Franstalige rappers, zoals Roméo Elvis en Peet, maar dat zijn niet de artiesten die jonge Marokkaanse gasten streamen. Maar omdat ze mij kennen, zullen ze mij wel checken. ‘Monsieur, j’ai écouté, j’aime bien!’, roepen ze dan op de speelplaats. Een tragere track als ‘Ronde cirkels’ associëren ze met een leerkracht die hiphop maakt, maar aan een nummer als ‘Smeh’, waarin ik samen met Treza op een dikke beat rap over cruisen in een full black Audi, kunnen ze zich al wat meer spiegelen.” (Lacht)
Dat lesgeven houdt het real voor hem, vertelt hij. “Als ik dat niet zou doen, zou ik de touch met de werkelijkheid verliezen. Die jonge gasten voeden mij. Ze houden mij jong, ik ben mee met de nieuwe taal. Sinds kort hoor ik hen bijvoorbeeld voortdurend zeggen ‘Il y a une soupe’ wanneer er een probleem opduikt. Door hen weet ik ook dat Instagram iets voor oude mensen is, voor een zestienjarige besta je niet als je als artiest niet op TikTok zit.”
Jazz Brak is evenveel Jasper De Ridder op het podium als voor de klas, zegt hij. “Ik ben dezelfde persoon, ik doe geen andere kleren aan, ik speel geen typetje. Na een concert in de AB, waar 2.000 fans je hebben toegejuicht, gaat ’s anderendaags om tien over acht weer gewoon de bel en is er een directeur die mij verwacht. Ik vind die combi gezond. Een superster die miljoenen verdient, in een dikke mansion woont en alle auto’s gekocht heeft die hij mooi vindt, maakt niet per se interessante albums.”
Ook de vrouw van Jazz Brak geeft les, “een perfecte combinatie”, volgens de rapper. Wanneer hij een nieuwe song klaar heeft, is zij een van de eersten die een klankbord biedt. “Mijn vrouw is geen hiphopkenner. Bij rustige nummers als ‘Terug’ kan ze echt ontroerd zijn door de tekst, maar rauwere dingen als ‘Draak op
“Toen ik mijn leerlingen vertelde dat ik met een Audi Q7 kon rondrijden om een clip te maken, zeiden ze: pas op dat de politie je niet aan de kant zet! Zij zijn het gewoon om wekelijks gecontroleerd te worden”
de backpiece’ zijn niet haar ding. Wanneer ik begin te blaffen of fars te doen, haakt ze af. Ik vind het nice dat ze eerlijk is, het zou niet gezond zijn als ze fan is van alles wat ik doe. Pas op, mijn vrouw steunt mij heel hard, ze vangt veel op als ik niet thuis ben, omdat ik moet optreden of een clip moet shooten. Zoals nu. Voor de video van ‘Smeh’ heb ik een Audi Q7 kunnen regelen bij D’Ieteren, daarin ga ik de komende dagen véél cruisen en muziek pompen.”
Kijken in kleur
Op de hoes van AUTOFOCUS prijkt een foto die Jazz Brak nam tussen Beekkant en Weststation. Door de staalblauwe lucht schiet een straalvliegtuig, centraal priemt een lantaarnpaal met daarop een veiligheidscamera omhoog. “Je ziet geen huizen, maar je voelt dat je niet in een dorp zit,” legt hij uit. “Die camera is big brother. Maar dat vliegtuig is voor mij een way out. Alles kan nog. Dat wil ik mijn leerlingen ook meegeven. Het is niet omdat je de richting elektriciteit volgt, dat je elektricien moet worden. Je kan nog verder studeren. Je kan naar Brazilië trekken en daar een bakkerij openen. Alles is mogelijk.”
Denkt een jonge kerel met Maghrebijnse roots die opgroeit in Molenbeek dat ook? “Ja. Maar ze weten dat ze misschien harder zullen moeten knokken om er te raken. Toen ik hun vertelde dat ik met een Audi Q7 kon rondrijden om een clip te maken, zeiden mijn leerlingen meteen: pas op, de politie gaat je aan de kant zetten! Zij worden wekelijks gecontroleerd. Ik ben in Schaarbeek opgegroeid, ik heb dat nooit meegemaakt.”
De loyaliteit aan de maatschappij krijgt bij die jongeren al snel een deuk, beaamt Jazz Brak. “En dan hoor ik gastjes van het
tweede middelbaar zeggen dat het cool is om op oudjaar auto’s in brand te steken en de toesnellende brandweerwagens te bekogelen. Hoezo? ‘On doit s’amuser,’ zeggen ze dan. Daar mag best wel strenger tegen opgetreden worden. Die kerels worden opgepakt en moeten dan veel te lang wachten op een veroordeling. Soms lijkt er hier wel straffeloosheid te heersen.”
Jazz Brak countert die houding met geëngageerde raps, maar ook in de klas. Voor zijn vak kunst en cultuur heeft hij zijn leerlingen een jaaropdracht gegeven waarbij zijn nieuwe favoriete tijdverdrijf hem inspiratie bood. “Elke week moeten ze twee foto’s uploaden. De eerste les hebben ze een kleur moeten kiezen, nadat ik hun eerst het verschil had uitgelegd tussen primaire en secundaire kleuren.” Het is de bedoeling dat ze een mapje met foto’s maken waarin ze hun leven documenteren door de seizoenen heen. Screenshots en filters zijn uit den boze. “We zijn nu twee
LA DOUBLE VIE DE JAZZ BRAK
FR Jasper De Ridder mène une double vie : sur scène, il est Jazz Brak, le rappeur qui, avec une plume acérée et un regard poétique, illustre, embrasse et maudit sa ville. En classe, dans un athénée de Berchem-Sainte-Agathe où il enseigne les arts plastiques et la culture, il est « Monsieur le professeur ». Dans son deuxième album, intitulé AUTOFOCUS, il connecte sa passion récente pour la photographie analogique à son regard sans détours sur sa ville, où des poussettes servent au trafic de drogue et où des enfants se promènent armés de machettes. Mais où tout reste encore possible.
maanden ver en leerlingen komen naar mij om te vertellen dat ze dingen zien in hun straat die hun nooit opgevallen waren. ‘Mijn buren hebben een blauwe deur, c’est trop chouette!’ Zo leer ik hun kijken met andere ogen, op een speelse manier.”
Kiekebisj
De voorbije jaren is Jazz Brak ook anders naar zijn stad beginnen te kijken, én naar zichzelf. “Ik had lang getwijfeld om solo te gaan, ik ben blij dat ik die stap heb durven te zetten. Ik ben veel gegroeid, heb meer zelfvertrouwen nu. Die tweede plaat maken ging supervlot. Als ik met STIKSTOF op het podium sta, verdelen Gorik (van Oudheusden, alias Zwangere Guy, red.) en ik de koek. Dat is fijn, maar nu heb ik alles zelf in handen. De uitdaging is groter. De bindteksten kan ik ook niet aan Gorik overlaten, ik moet de show zelf dragen. (Lacht) Dat heeft mij een stuk zelfzekerder gemaakt.” Dat zelfvertrouwen sijpelt door naar zijn eigen tracks, waarin hij zijn poëzie alleen maar heeft aangescherpt. “Ik kijk naar buiten, naar de achterkant van de huizen / Ik zie de zee in duizend stukken door de druppels op de ruiten,” klinkt het in zinnen die niet moeten onderdoen voor die van Dimitri Verhulst. Hij heeft net nog een berichtje gekregen van een fan, glundert hij. “’Zoveel kiekebisj al gehad met uw plaat en kropjes in de keel. En misschien per ongeluk ook al een traan. Echt knap.’ Daarvoor doe je het.”
AUTOFOCUS is uit bij Universal, op 2/11 stelt Jazz Brak zijn album voor in de Ancienne Belgique, abconcerts.be
JAZZ BRAK’S DOUBLE LIFE
EN Jasper De Ridder leads a double life: on stage he is the rap artist Jazz Brak, depicting, embracing and cursing his city with keen eyes and poetic soul. But in front of his students at Sint-AgathaBerchem/Berchem-Sainte-Agathe secondary school KTA Zavelenberg, where he teaches art and culture, he is “Mister Jazz Brak”. Those two worlds come together on his second album, AUTOFOCUS, where he connects his new love for analogue photography with a keen view of his city, where drugs is transported in pushchairs and children walk the streets armed with machetes, but where everything is still possible.
demens denkt
ZONDAGEN VAN DE FILOSOFIE
Het huisvandeMens Brussel organiseert op zondag een filosofisch seminarie met brunch.
Café Ka a Visverkopers raat 21, 1000 Brussel.
Zondag 20/10, 24/11 > 2024
Zondag 23/02, 23/03 > 2025
Zondag 27/04, 25/05 > 2025 van 11u tot 13u
Voor meer info: www.vrijzinnigbrussel.be
Voor de brunch dient u zich in te schrijven via jan.vandenbrande@demens.nu
ORGANISATIE: huisvandeMens i.s.m. Oud udentenbond VUB en Humani isch Verbond. www.deMens.nu
ARS MUSICA
With artists such as Kronos Quartet, Caroline Shaw, Quartetto Prometeo, Bruce Brubaker & Bryce Dessner
And events such as an a ernoon Satie at Brigittines, the Electromania evening at Botanique & a contemporary ball at La Maison du Peuple
U R B A N N AT U R E 1 3 / 1103/ 12 / 202 4
Pop & JazzArt & Lit Film
Weekendje ontsporen
Voor wie het nog te lang wachten is tot Les Nuits, het stadsfestival van de Botanique dat elk jaar de lont aan de festivalzomer steekt, is er het nieuwe Les Nuits Weekender: 54 concerten, drie zalen, één ticket. De line-up biedt veel lekkers, van de eigenzinnige jazzdrummer Kassa Overall over de fabelachtige Fabiana Palladino tot de voormalige weerborstel van black midi Geordie Greep en de ontsporende Nederlandse postpunkbende Tramhaus.
LES NUITS WEEKENDER 1 > 3/11, Botanique, lesnuitsweekender.be
Finaal adieu
Geen betere biotoop dan Brussel voor Les Négresses Vertes, dat met zijn stamppot van chanson, punk en Noord-Afrikaanse kruiden eind jaren 1980 vanuit Frankrijk de wereld veroverde en daarbij vaak langs onze hoofdstad passeerde. De bonte karavaan beladen met bolle blazers, uitbundige akoestische gitaren en feestelijke accordeons komt nog één keer langs en legt er daarna het bijltje finaal bij neer.
LES NÉGRESSES VERTES 7/11, Koninklijk Circus, cirque-royal-bruxelles.be
Boodschap begrepen
De naam Kokoroko betekent ‘sterk zijn’ in het Urhobo, een lokale taal uit het zuiden van Nigeria. Precies dat straalt het Londense collectief rond de trompettiste Sheila Maurice-Grey uit met zijn energieke, niet zelden zinderende mix van jazz, soul en West-Afrikaanse ritmes in de traditie van Fela Kuti, Tony Allen en Ebo Taylor. Voor wie het nog niet begrepen heeft, komt Kokoroko naar Brussel met zijn nieuwe ep Get the message (TZ)
KOKOROKO 6/11, Ancienne Belgique, abconcerts.be
Beter een goede buur ...
Vlaams-Nederlands Huis deBuren bestaat twintig jaar en is niet van plan het daarbij te houden. Chansonnier Ramses Shaffy indachtig, stelden ze een imposant programma samen onder de strijdvaardige titel We zullen doorgaan. Drie dagen lang wisselen jonge en gevestigde denkers en schrijvers als Arnon Grunberg, Amir Bachrouri, Anton Jäger, Jaouad Alloul, Bart Moeyaert en Hind Fraihi gedachten uit over kwesties als de weerbaarheid van de democratie, de kracht van verzet en het recht op een tweede kans.
WE ZULLEN DOORGAAN 7 > 9/11, deBuren, deburen.eu
Elk einde is een begin
Al een kwarteeuw schetst het kunstencentrum voor digitale cultuur en technologie iMAL vanuit het heden de contouren van de toekomst. Geïnspireerd door het gedicht ‘Einde en begin’, waarin de Poolse Nobelprijswinnares Wisława Szymborska veerkracht en hoop uit een door oorlog gehavend landschap haalt, verkent het in een nieuwe groepstentoonstelling alternatieve zorgsystemen voor het toekomstige samenleven van mens, natuur en technologie.
EINDE EN BEGIN 7/11 > 16/2, iMAL, imal.org
Voor en na
In 2025 verhuist het CIVA naar Kanal. Voor die toekomst aanbreekt, duikt het informatie-, documentatie- en tentoonstellingscentrum over stad, architectuur, landschap en stadsplanning in het Brussels Gewest nog eens diep in het verleden. In Pre-architectures verzamelt het architecten, kunstenaars, sociologen en archeologen rond zich om na te denken over wat architectuur had kunnen zijn. Voor ze er was én nu ze er is, in tijden van milieucrisis en energietransitie. (KS)
PRE-ARCHITECTURES 6/11 > 30/3, CIVA, civa.brussels
Pretty Palm
Dertien jaar na Terrence Malick won er nog eens een Amerikaan de Gouden Palm. Sean Baker, maker van moois als Tangerine en The Florida project, won het Festival van Cannes met Anora. Een erotische danseres uit Brooklyn en de onbesuisde zoon van een Russische oligarch trouwen in een bevlieging. Wat begint als een variant op Pretty woman verandert in een donker komische achtervolgingsfilm en eindigt realistisch. Baker droeg zijn Palm op aan sekswerkers.
ANORA US, dir.: Sean Baker, act.: Mikey Madison, Mark Eydelshteyn
Clint blijft gaan
Een familieman wordt als jurylid tijdens een spraakmakend moordproces geconfronteerd met een moreel dilemma dat de uitslag kan bepalen. Niet alleen leeft Clint Eastwood nog, hij regisseert ook nog films. De 94-jarige acteur (die gestalte gaf aan laconieke cowboys en stoere lijfwachten) en regisseur (van onder meer Unforgiven en Million dollar baby) investeerde zijn tijd en vakmanschap in een degelijk rechtbankdrama.
JUROR #2 US, dir.: Clint Eastwood, act.: Nicholas Hoult, Toni Collette, Kiefer Sutherland
Op het roze doek
Terwijl Ter Kamerenbos bruin, rood en geel kleurt, kleurt Cinema Nova fuchsiaroze. Dat komt omdat Pink Screens voor de 23e keer een ode aan queer creativiteit organiseert. Dit jaar gaat er extra aandacht naar films over verouderen als queer. Aanraders zijn het Hongkongse familiedrama All shall be well, de duik in Istanboels transgendergemeenschap Crossing Istanbul, en hyperpopliefdesspektakel Les reines du drama (NR) PINK SCREENS 31/10 > 9/11, verschillende locaties, pinkscreens.org
Klein onderhoud
Eliza Pepermans kijkt achter de schermen in The artist’s studio
‘Ateliers zijn mythische plekken’
In haar werkelijke werkplek in Antwerpen laat ze liever niemand binnen, zegt beeldend kunstenaar Eliza Pepermans. “Als iemand input geeft op een werk in ontwikkeling, kan dat me uit koers slaan, dus houd ik de deur liefst gesloten.” Iedereen is daarentegen meer dan welkom in het mythische atelier vol fantasierijke stillevens dat ze inricht in haar expo The artist’s studio Pepermans maakte haar kunst altijd al gewoon thuis. “Vroeger werkte ik aan de keukentafel, nu doe ik dat in een apart kamertje,” vertelt ze. “Mijn werk is een fundamenteel deel van mezelf, het zou daarom raar zijn om mijn atelier op een andere plek te hebben. De huiselijke sfeer past ook bij de stillevens waar ik op focus.” Haar werkplek is spartaans ingericht, met enkel de nodige materialen en witte muren. “Zo kan ik me het best concentreren op de beelden die ik maak.”
Het staat in schril contrast met het fictieve atelier dat ze in The artist’s studio creëert met haar schetsen, kleurenstudies, tekeningen en schilderijen. Daarmee geeft ze een inkijk in haar eigen werkproces, maar ze refereert in haar stillevens ook veelvuldig aan dat van illustere voorgangers. Zo verwijst een cupido naar Cézanne, een schelp roept Matisse op. “Het is fascinerend om na te gaan hoe de ateliers van iconische kunstenaars eruitzagen. Het zijn mythische plekken, waar ik ook antwoorden vind voor mijn eigen praktijk.”
Wie vertrouwd is met het werk van Pepermans, zal verwonderd zijn over de dreigende schaduwen die in haar werk zijn binnengeslopen. De beelden zijn donkerder en er doemen geregeld nachtdieren als uilen en vleermuizen op. Een kaars ligt omgevallen op tafel, bloemen verwelken. “Dat is de onheilspellende actualiteit die ik kanaliseer in een universele taal. Maar in de onderlagen fonkelt nog steeds levensvreugde in de vorm van felle kleuren.”
Een andere belangrijke verandering is de sterker uitgewerkte verhalende dimensie. “Ik ben begonnen met stillevens, omdat ze het ideale speelveld vormen voor een verkenning van de technische aspecten van het schildersambacht. Nu ik daarin ben gegroeid, voel ik me vrijer om het narratieve verder te ontwikkelen aan de hand van metaforen, symboliek en kleurgebruik.” Het kriebelt ook om andere speelvelden te betreden. “Al zal ik wel binnen de klassieke thema’s blijven. Ik zou binnenkort graag meer focussen op landschappen, later worden dat misschien portretten.”
ANDY FURNIERE
Eliza Pepermans’ expo The artist’s studio loopt van 3/11 tot 21/12 bij Schönfeld Gallery, schonfeldgallery.com
PROCEDURE VERSNELDE
FOD FINANCIËN
ZOEKT LEGALE ALLESWETERS!
Beschik jij over een masterdiploma in de rechten en ben je klaar om jouw juridische kennis in te zetten voor wat écht telt? Wil je elke dag het verschil maken voor onze maatschappij? Of je nu net afgestudeerd bent of op zoek bent naar een nieuwe uitdaging, als jurist vind je vast de ideale plek binnen een van onze administraties of stafdiensten.
Ga aan de slag via onze versnelde procedure: solliciteer vandaag nog en schrijf je morgen in voor de pc-test én het interview.
Scan de QR-code of ontdek jouw droomjob via jobfin.be!
Select Aanraders van de week
PodiumKlassiek
Liefdesverklaring
Wooshing Machine, de Brusselse danscompagnie rond choreografen Mauro Paccagnella en Alessandro Bernardeschi, verklaart samen met de Italiaanse choreografe Carlotta Sagna dat haar liefde nooit voorbijgaat. In een creatie waar bewegingen, blikken en danspartijtjes die hun vriendschap illustreren, maar blijven doorgaan. Ondanks de mindere momenten, en dankzij een aanstekelijke soundtrack van bekende klassiekers uit het lichtere muziekgenre.
WOOSHING MACHINE: MA L’AMOR MIO NON MUORE / ÉPILOGUE 5/11, Les Brigittines, brigittines.be
Rattenvanger
De Brusselse YouYou Group demonstreert hoe je door een specifiek gebruik van de stem verbondenheid en gemeenschapsgevoel kan creëren. In Hamel grijpt het vocale ensemble terug naar het oude sprookje van de rattenvanger die met zijn muziek ook van alles in beweging kon zetten. Hij kon er ratten mee vangen, maar ook kinderen mee lokken, als hij niet betaald werd voor het stoppen van de rattenplaag.
YOUYOU GROUP: HAMEL, DEEP TIME RIVER 6 & 7/11, KVS BOL, kvs.be
Duivelspact
Ook Faust is een mythische figuur uit de wereldliteratuur. Hij staat voor de obsessieve, geïsoleerde geleerde die een pact sluit met de duivel om kennis, macht, succes en liefde te verwerven in ruil voor zijn ziel. Na Marlowe, Mann en Lanoye wagen figurentheater De Maan, theater Arsenaal en muziekensemble deCompagnie zich aan Goethes parabel over het leven. Joris Van den Brande schreef de tekst. (MB)
ARSENAAL/DE MAAN/DECOMPAGNIE: FAUST 4/11, CC W:Hall, kunstencultuur.woluwe1150.be
Overwinningsfeest
In haar nog jonge carrière stapelt violiste Sarah Bayens, een alumna van het Koninklijk Conservatorium van Brussel, de prijzen op. Solo werd ze al musica van het jaar, met haar Susato Trio schoot ze op de recentste edities van de kamermuziekwedstrijd Supernova de hoofdvogel én de publieksprijs af. Dat drietal komt zijn overwinning vieren in Jette en doet dat onder meer met de sterk narratieve muziek van de hedendaagse Canadese componiste Kelly-Marie Murphy.
KLASSIEK IN DE ABDIJ: SUSATO TRIO 3/11, Abdij van Dielegem, jette.irisnet.be
Tedere toetsen
Acht jaar geleden is het al dat Lukáš Vondráček de magische woorden “eerste prijs” te horen kreeg op de Koningin Elisabethwedstrijd. Intussen wisselde Jonathan Fournel hem al af op het hoogste schavot en kiezen we volgend jaar een nieuwe winnende pianist, en toch blijft het Tsjechische toetsenwonder nog steeds een bijzondere plek opeisen. Verwacht je in Flagey niet aan spierballengerol, dit keer toont Vondráček zich van zijn tederste kant. LUKÁŠ VONDRÁČEK 7/11, Flagey, flagey.be
Vier handen op één buik
Het Brusselse publiek sloot Pavel Kolesnikov in de armen toen hij zijn vingers leende aan de Rosas-choreografie The Goldberg variations. Ondertussen staat de pianist ook zelfverzekerd op eigen benen, al brengt hij voor zijn concert in Bozar toch een extra paar handen mee. Samen met Samson Tsoy voert hij een quatre-mains van Schubert uit, en de indrukwekkende klavierbewerking van Stravinsky’s Le sacre du printemps (JC) PAVEL KOLESNIKOV & SAMSON TSOY 1/11, Bozar, bozar.be
Eugène Flageyplein 18A, Elsene, bigmammagroup.com
Met meer dan 25 restaurants in Europa heeft de Big Mamma-groep een solide reputatie opgebouwd van Londen tot Berlijn. In Brussel opende ze zopas de gran trattoria Barracuda.
Toen we daar op een zondagavond om 18.20 uur arriveerden, stond er al een rij van een twintigtal mensen te wachten tot de deuren open zouden gaan. Enigszins bezorgd schoven we mee aan. Gereserveerd hadden we niet, omdat de website beloofde dat er steeds tafels beschikbaar zouden zijn “voor wie spontaan langskomt.” Goed nieuws: dat is niet gelogen. Een klein wonder, eigenlijk, als je kijkt naar de loftuitingen op Instagram en de vele nieuwsgierigen die zich verdringen om deze nieuwe zaak van de Franse Big Mamma-groep te ontdekken.
De locatie – op de begane grond van het
Il padiglione sull’acqua
5x2 tickets, Cinematek, 17/11
Het Brussels Art Film Festival duikt in de Brion-tombe, een meesterbouwwerk van de Italiaan Carlo Scarpa. Mail ‘BAFF’
voormalige Radiohuis – en het flitsende Turijnse trattoria-decor met een vleugje art deco spelen een grote rol in de aantrekkingskracht. Het glinsterende interieur, verdeeld over twee verdiepingen en versierd met acanthusbladeren en imposante kroonluchters, is ontworpen door Studio Kiki. Geheel in lijn met die opzichtige aanpak is de bediening een tikje karikaturaal. Elke zin wordt voorzien van een “prego” en “con piacere”, geen ramp, maar het voelt wel wat geforceerd aan.
De kaart is royaal. Wij wekten onze eetlust op met een cocktail: een vingerhoedje negroni (8 euro voor 6 cl) op basis van mescal. Een geslaagde combinatie van rokerigheid en bitterheid. Als antipasti kozen we voor de mini crocchette van vitello tonnato (12 euro), die heerlijk smeuïg waren, maar waarvan de portie
Joe Lovano Trio Tapestry
5x2 tickets, Flagey, 9/11
De Grammy Award-winnende tenorsaxofonist Joe Lovano komt zijn album Our daily bread voorstellen. Mail ‘Joe’
Stuur het trefwoord, samen met je adres en telefoonnummer, naar win@bruzz.be
royaler mocht. Gelukkig maakte de spaghettone alla gricia (17 euro), een pastagerecht in cacio e pepe-stijl met knapperige guanciale van varken, die wat karige mise en bouche goed.
Als dessert gingen we, net als de helft van de zaal, voor de huisgemaakte tiramisu (8 euro), die op theatrale wijze uit een schaal werd geschept. Die bleek heerlijk, lekker zacht en doordrenkt met koffie, al proefden we het ‘vleugje marsala’ dat op de kaart wordt aangekondigd niet.
Ons verdict? Ondanks het feit dat het eten en de service correct waren, gaat onze voorkeur uit naar intiemere adresjes. Een recensent noemde Barracuda een soort Disneyland, en dat is de nagel op de kop. Helaas zijn pretparken niet onze meug.
TEKST: MICHEL VERLINDEN FOTO: SASKIA VANDERSTICHELE
Het boek van alle dingen
5x2 tickets, Cinema Galeries, 1/11
Het festival voor jonge filmfans Filem’on vertoont een verfilming van het bekroonde boek van Guus Kuijer. Mail ‘Boek’
De vijf inzichten
Nele Van den Broeck
‘De goede dagen keren altijd terug’
Nele Van den Broeck is muzikant, schrijver en columnist bij De Standaard en Nieuwe feiten. Tijdens de feestelijkheden voor twintig jaar deBuren zingt ze haar beste antidoemdenkliedjes. Ook haar inzichten helpen je er weer bovenop.
door Michaël Bellon
Advies is geen hulp
Als een vriend het moeilijk heeft, geef dan geen advies. Het maakt je niet gelukkiger, maar doet je schuldig of onbekwaam voelen. Probeer eerder concreet te helpen, door boodschappen te doen, iemands hoofdpijn weg te masseren, een vervelend telefoontje over te nemen of iemand gewoon te laten uithuilen. Iedereen kan advies geven, enkel vrienden helpen.
Intelligentie is geen performance
Intelligent zijn is voortdurend zoeken naar nieuwe kennis en inzichten, vragen stellen en fouten durven te maken. Het is een erg kwetsbare oefening in bescheidenheid. Intellectueel zijn, daarentegen, is een performance, die vaak gepaard gaat met een bepaald taalgebruik en uiterlijk. Niets kan een leerproces zo hard in de weg zitten als slim willen overkomen.
Negatieve aandacht is ook aandacht
Ik ben opgegroeid met drie jongere broers. Als ik als tiener vriendinnen over de vloer kreeg, dan was er altijd wel eentje die per se wilde ‘meespelen’. Hoe konden wij nu over onze prille verliefdheden roddelen als er een kleine jongen meeluisterde? Wegsturen lukte niet. “Gewoon negeren,” zei mijn moeder, “ze willen aandacht, en negatieve aandacht is ook aandacht.” Het werkte. Na een tijdje beseften mijn broers dat meisjesgesprekken toch maar saai zijn, en gingen ze met hun legoblokken spelen. Als iemand vervelend doet, is negeren vaak het beste. Stilte is sterker dan welke reactie ook.
Fuck mindfulness, leve hoop
In mijn ervaring helpt mediteren voor geen meter tegen depressie. Waarom zou ik ‘in het moment’ moeten zijn als dat moment zoveel pijn doet? Wat mij door mijn donkerste dagen heeft geholpen, is niet mindfulness maar hoop. De hoop dat de goede dagen terugkeren. Dat doen ze namelijk altijd.
Vandaag niet, Satan
Als het vandaag niet gaat, dan gaat het vandaag niet. Geef op, blijf in bed liggen. Morgen is een nieuwe dag.
Op 7/11 biedt Nele Van den Broeck ‘Eerste hulp bij doemdenken’ in deBuren; als Nele Needs A Holiday tourt ze met haar voorstelling Mijn best (14/2, GC Ten Weygaert)
STUDIO GLOBO PRESENTEERT HET LESPAKKET ROND
EEN FILM VAN ZOHRA BENHAMMOU EN YOUNES HAIDAR
Een productie van BRUZZ © 2023
Rupture vertelt het verhaal van vijftien Brusselse jongeren uit de geplaagde Peterboswijk die een trektocht maken door de Spaanse Pyreneeën.
De documentaire nodigt jongeren uit om stil te staan bij de keuzes die ze gemaakt hebben en nog zullen maken.
Studio Globo maakte een educatief pakket voor de derde graad van het SO en hogescholen. Het is geïnspireerd door werkvormen die in de film ook gebruikt worden, door de begeleiders van D'Broej. DOWNLOAD HET GRATIS LESPAKKET OP STUDIOGLOBO.BE/RUPTURE
Brussel Helpt
ZATERDAG 23.11.2024
De Grootste Spaghettislag ter Wereld
‘De Grootste Spaghettislag ter Wereld’ is zoveel meer dan spaghetti. Het is een uitzonderlijk warme actie die Brusselaars bij mekaar brengt om kwetsbare Brusselaars te helpen. Dit jaar zamelen we centen in voor Accolage, een organisatie die burenhulp-netwerken opzet in de strijd tegen eenzaamheid bij ouderen. Net zoals bij Brussel Helpt, staat bij Accolage het ‘kleine helpen’ en de verbinding tussen buren centraal.
Doe mee en maak spaghetti met je organisatie, bedrijf, of bij je thuis.
Info en registreren via brusselhelpt.be
KRITICOS \ ARTIST
AGNESKENA \ PHOTOGRAPHER
ROSIE \ PODCASTER ROSSISTISCHE PODCAST
AXELLE & YACINE \ ARCHITECTS
OSTUDUO
TSHIMUNDU & SARAH \ CONTENT CREATOR & PHOTOGRAPHER
BEREN \ ILLUSTRATOR
UNTOLD ASIAN STORIES \ COMMUNITY
YEMA. VISUALS \ GRAPHIC DESIGNER