Nieuwe Bortiergalerij met horecazaken leidt tot frustraties bij boekhandelaren
‘We waren buren, maar werden vriendinnen’
Burennetwerk Accolage bracht Yvonne en Catherine bij elkaar
37 ‘Brussel is mijn muzikale tweede thuis’
05 EDITO
The National-gitarist Bryce Dessner strijkt neer op Ars Musica
06 HET GESPREK Lize Spit toont lijf en leden in haar eerste non-fictieboek ‘Autobiografie van mijn lichaam’
12 IN BEELD Bart Dewaele
15 BEELDCOLUMN Delphine Frantzen
20 BIJGEDACHTE Mag het nu eindelijk over de inhoud gaan?
21 KORT GESPREK Anne Coesens over het nieuwe seizoen van RTBF-serie ‘Pandore’
23 BOTANISCH BRUSSEL De hanenkam of cantharel: voer voor stropers
24 COVERSTORY Riziv opgelicht via onbestaande consultaties
28 BIG CITY Waarom remmen de metro’s soms zo bruusk?
29 SPORTCOLUMN Voorbestemd
30 DE SLAAPKAMER van William
32 LITERATUUR Acht vrouwen praten met hun (groot)moeders
36 COLUMN Mijn toren, mijn thuis
37 SELECT Klein onderhoud LeBlanc Eat & Drink Lune Siamoise De vijf inzichten Haider Al Timimi
Raissa Yowali ging met haar grootmoeder in gesprek om haar migratieverhaal beter te kennen.
COLOFON
BRUZZ
Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-650.10.65
ABONNEMENTEN
Josiane De Troyer (abo@bruzz.be), 02-650.10.80
Gratis in Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België: 29 euro per jaar; IBAN: BE98 3631 6044 3393 van Vlaams Brusselse Media vzw Buiten België: 35 euro per jaar.
OPLAGE
55.000 exemplaren.
ADVERTEREN?
Sacha Devos en Angela Mngongo 02-650.10.81 sacha.devos@brusselmedia.be angela.mngongo@brusselmedia.be
Kris Hendrickx, Bettina Hubo, Sophie Soukias, Steven Van Garsse, Tom Zonderman (redacteurs); Michaël Bellon, Maya Callizaya, Jasper Croonen, Andy Furniere, Luc Kempen, Tom Peeters, Kathleen Peters, Niels Ruëll, Indra Rypens, Marjon Udo, Bram Van Renterghem, Michel Verlinden (medewerkers)
VERTALING
Frédérique Beuzon, Gregory Blauwers, Sam De Ryck, Aurélien Garcia, George Holmer
FOTOGRAFIE & ILLUSTRATIE
Bart Dewaele, Kim, Delphine Frantzen, Ivan Put, Saskia Vanderstichele
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER
Dirk De Clippeleir
Flageyplein 18, 1050 Elsene.
BRUZZ is een uitgave van de Vlaams Brusselse Media vzw, wordt gedrukt bij
Printing Partners
Paal-Beringen
en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie
MELD NIEUWS
Zelf nieuws gespot?
Tips zijn altijd welkom via: BRUZZ.be/meldnieuws
Persberichten kunnen via redactie@bruzz.be
VOER UW EVENEMENT IN OP ENCODEZ VOTRE ÉVÉNEMENT SUR ENTER YOUR EVENT ON www.extranet.brussels
WWW.BRUZZ.BE
Kwetsbaar
“Onze ziekteverzekering lijkt gevoelig te zijn voor misbruik”
Stel: u gaat één keer naar de dokter. Vervolgens merkt u toevallig dat er niet één, maar wel 33 prestaties aangerekend worden aan het Riziv. Het overkwam Bernard. Onze journalist Bram Van Renterghem vertelt in zijn coververhaal hoe het voorval geen alleenstaand geval is en onze ziekteverzekering best kwetsbaar lijkt voor dat soort misbruik (p.24). Vooraan in dit magazine vindt u dan weer een pakkend interview met schrijfster Lize Spit (p.6). In Autobiografie van mijn lichaam gaat die de confrontatie met het eigen verleden aan en vertelt ze hoe dat vandaag blijft doorwerken in haar – kwetsbare – lichaam. Ontwapenend direct. Datzelfde verleden staat ten slotte centraal in een derde leestip die we u graag meegeven: het gesprek dat journaliste en auteur Raissa Yowali had met haar eigen grootmoeder. Het interview maakt deel uit van het nieuwe boek (Grands-)mères en lumière, waarin acht Brusselse vrouwen met Afrikaanse roots het verhaal van hun moeders en grootmoeders vertellen. Ze belichten daarmee een aspect van de migratiegeschiedenis dat te zelden aandacht krijgt: het verhaal van de vrouwen.
FR Imaginez : vous consultez votre médecin une seule fois, mais vous découvrez par hasard que pas moins de 33 prestations ont été facturées à l’INAMI en votre nom. C’est ce qui est arrivé à Bernard. Dans son article de couverture (p. 24), Bram Van Renterghem révèle que ce cas n’est pas isolé, soulignant la vulnérabilité de notre système de sécurité sociale face à de tels abus. En début de magazine (p. 6), vous trouverez une interview émouvante avec l’autrice Lize Spit. Dans Autobiografie van mijn lichaam, elle explore son passé et raconte comment celui-ci continue de marquer son corps – fragile. Un récit désarmant. Enfin, cette même exploration du passé se retrouve au cœur d’un troisième article : une conversation entre la journaliste et autrice Raissa Yowali et sa grand-mère. Extrait du livre (Grands-)mères en lumière, cet échange éclaire les récits de huit femmes bruxelloises d’origine africaine qui partagent l’histoire de leurs mères et grandsmères. Ce livre offre une perspective féminine souvent ignorée sur l’histoire de la migration.
EN Suppose you go to the doctor, just once, only to find that they have charged the RIZIV for 33 different services. That is what happened to Bernard. In his cover story, our journalist Bram Van Renterghem explains how this is not an isolated case and our social security seemingly is vulnerable to that kind of abuse (see page 24). This issue also contains a gripping interview with the writer Lize Spit (see page 6). In her Autobiografie van mijn lichaam, she confronts her own past and how it continues to affect her –vulnerable – body today. It makes for a very direct and raw read. Finally, that same past is central to our third reading tip: the conversation journalist and author Raissa Yowali had with her own grandmother. The interview is part of the book (Grands-)mères en lumière, in which eight women from Brussels with African roots tell the story of their mothers and grandmothers. In doing so, they highlight an aspect of migration history that does not get enough attention: the story of the women.
Kris Hendrickx Redacteur Magazine
‘Onder de haardot zit een lichaam met veel verdriet’
Na de romans Het smelt, Ik ben er niet en De eerlijke vinder schreef Lize Spit zopas haar eerste non-fictieboek. In Autobiografie van mijn lichaam dissecteert de Brusselse succesauteur haar gehavende, begerende en schrijvende lijf, dat gevormd werd door een afwezige biologische vader, een verslaafde moeder, denigrerende blikken en een ziekelijk gestel.
door Michaël Bellon foto’s Saskia Vanderstichele
Eind 2021 kreeg de moeder van Lize Spit te horen dat ze slokdarmkanker had. Voor de mens Lize Spit leidde dat tot een laatste toenaderingspoging tot haar inmiddels overleden mama. Voor de schrijfster Lize Spit werd het de aanleiding voor een openhartig en ontluisterend autobiografisch boek, waarin ze zonder taboes haar lijf en leden maar ook haar jonge leven diagnosticeert. “Veel mensen zien alleen de succesvolle schrijfster, met die haardot als een soort handelsmerk. Maar daaronder zit ook een constructie met veel verdriet. Ik vond het een bevrijding om daarover te schrijven.” Een onderzoek, samen met de Brusselse schrijfster, naar de verschillende lichamen die één lichaam kan herbergen.
Het lichaam dat je kreeg
Het lichaam is geen blanco pagina, maar is bij de geboorte al beschreven door al wat
erfelijk is. Wat krijg je mee van je ouders, en wat wil je zelf doorgeven?
Lize Spit: “Er is nature en er is nurture, en in Autobiografie van mijn lichaam gaat het over beide. Ik vertel over hoe ik als tiener te horen kreeg dat mijn vader niet mijn biologische vader was, en dat ik net als mijn broer en twee zussen via een zaaddonor werd verwekt. Dat was een geheim tot mijn broer, die biochemie studeerde, de bloedgroepen van ons gezin moest onderzoeken. Ik wil aan dat verhaal niet te veel aandacht schenken, want het boek draait niet om die onthulling, en dat biologische vaderschap is geen groot thema in mijn leven. Maar vragen over verwantschap en de genen die in het spel zijn behoren wel tot de thematiek van het boek. Hoe kijk ik, en hoe keken mijn ouders, naar mijn lichaam dat niet uit hen beiden voortkomt?”
“Genetische belasting is er natuurlijk sowieso. Aan moederskant kwam diabetes
type 1 voor, dus het zou goed kunnen dat ik die ziekte via mijn moeder doorgegeven kreeg. Aan die kant van de familie zit ook een verslavingsgevoeligheid, al spelen bij de alcoholverslaving van mijn moeder zeker ook andere factoren. In het boek besteed ik vooral aandacht aan de nurture. Hoe de jaren waarin je afhankelijk bent van volwassenen heel erg bepalend zijn voor je zelfbeeld. Hoe bepaalde gebeurtenissen onbewust een slechte invloed hebben op je lichaam. En hoe je lichaam je ook vormt. Ik zoom in op de onveiligheid thuis. Het is zeker niet zo dat er in mijn jeugd alleen maar onveilige situaties waren, maar er was wel heel veel impliciet geweld. Omdat mijn ouders twee worstelende mensen waren, richtte ik me heel erg op hen. Maar door de verslaving van mijn moeder ontstond er een soort wantrouwen. Een onvoorspelbaarheid, waardoor je eigenlijk nooit durfde uit te gaan van de situatie, en je nooit alles onder controle had. Zij was
BIO
• Geboren in 1988, groeide op in Viersel, in de Antwerpse Kempen, en verhuisde in 2005 naar Brussel
• In 2016 verscheen haar veelbekroonde debuutroman Het smelt, die in 2023 werd verfilmd door Veerle Baetens
• In 2020 verscheen haar tweede roman, Ik ben er niet, in 2023 schreef ze De eerlijke vinder als boekenweekgeschenk
• Ze is gastdocent creatief schrijven aan het RITCS, waar ze zelf een master scenarioschrijven behaalde
• Met Autobiografie van mijn lichaam bracht ze zopas haar eerste non-fictieboek uit
ook erg negatief en zelfs destructief, ook naar ons en onze lichamen toe. Zo ontwikkelde ik zelf een walging voor mijn moeder, die ik pas voelde toen ze ziek werd. Dat lichaam was geen vertrouwde haven voor mij, maar een weerbarstige plek waar heel veel verdriet samengeklonterd zat. Ik vond het heel moeilijk om bij haar te zijn, om mij echt aan haar te tonen en om haar aan te raken. Zij cijferde zichzelf weg en ik cijferde mezelf weg. Haar voorbeeld bepaalde ook hoe ik met mezelf omga.”
“Mijn zus heeft snel de beslissing genomen om geen kinderen te krijgen. Ze studeerde net als mijn beide ouders pedagogie, en las in al die cursussen op hoeveel manieren het fout kan lopen, klaarblijkelijk zelfs bij ouders die die cursussen ook hadden gelezen. Zij vreesde dat ze haar kinderen het gevoel zou geven dat ze niet gewenst zijn. Voor mij is kinderloosheid meer het resultaat geweest van een lang proces van niet doen, niet durven en andere levenskeuzes maken, die voor mij blijkbaar belangrijker waren. Het is niet dat ik al twintig jaar denk dat ik geen moeder wil worden. Maar je moet ook een toekomstbeeld ontwikkelen voor een leven buiten de geijkte paden met kinderen, en dat kost tijd. Er is twijfel en ook verdriet om het gemis. Maar uiteindelijk volgt die keuze dan toch.”
Het zieke en gehavende lichaam
Een zware zona en ernstige diabetes, die vraagt om prikken in haar eigen lichaam. Drankverslaving en uiteindelijk kanker bij haar moeder. Dat het lichaam wat te verduren krijgt, viel al op in de dagboekfragmenten van de jonge Lize Spit.
“In Autobiografie van mijn lichaam heb ik een selectie van mijn kinderdagboeken opgenomen, in het bijzonder alle zinnen die te maken hebben met mijn moeder, mijn lichaam, de dood of afscheid in het algemeen,” vertelt ze. “Ik merkte daarbij dat ik als kind heel erg gefocust was op pijn, doktersbezoeken, ziektes van juffen of klasgenoten. Ik was jaloers wanneer andere mensen ziek waren of naar het ziekenhuis moesten, omdat dat hen zogezegd speciaal
maakte. Ik beschrijf in het boek ook dat er een periode is geweest dat ik mijn wondjes uitbreidde of mijn gekneusde pols nog meer probeerde te kneuzen om naar de huisarts te kunnen. En ik had van kleins af aan al een sukkelig gestel, want toen ik vier was, heb ik een zware zona gehad. Omdat ze een keer op het punt hebben gestaan om mij te verliezen, waren mijn ouders ongeruster over mijn gezondheid dan over die van mijn broer en zussen. Het benadrukken van mijn lichaam als een ziekelijk iets was dus mijn manier om aandacht, medelijden en liefde te krijgen.”
“Het is gek dat ik dan op mijn dertiende suikerziekte kreeg, wat bij wijze van spreken ineens de hoofdprijs was. Toen besefte ik dat het menens was, en vanaf dan negeerde ik dat lichaam liever, en vond ik het helemaal niet meer leuk dat er voor mij moest worden gezorgd. In de eerste versie van dit boek stond er zelfs niks over mijn diabetes, omdat ik zo omga met de ziekte: ik sluit ze buiten. Ik heb weinig zin om mij tot mijn ziekte te verhouden op de momenten dat ze niet mijn aandacht opeist – want dat is sowieso tientallen keren per dag. Ik ben iemand met een ziekte, maar de ziekte bepaalt mij niet. Dat vind ik een belangrijk onderscheid. Het heeft ook even geduurd voordat ik er in de media iets over heb gezegd. De uitgeverij had natuurlijk gelijk om op te merken dat de ziekte zo’n wezenlijk deel van mijn lichaam vormt dat ik het er niet niet over kon hebben. Ze beïnvloedt mijn leven, al heb ik misschien nog het geluk gehad dat ik op jonge leeftijd ziek werd, waardoor ik het volwassen leven in een gezond lichaam dat ongehinderd kan eten of sporten nooit heb gekend.”
“Natuurlijk is er soms kwaadheid en verdriet om wat ik mis. Wie gezegend is met een goede gezondheid, beseft dat zelden. Tijdens corona waren sommige mensen wc-papier aan het hamsteren, ik was bang om zonder levensnoodzakelijke insuline te vallen. De ziekte is er de hele tijd, dus je bent voortdurend met een eigen missie bezig. Mijn diabetes is als een tamagotchi, als een breekbaar ei waarmee ik voortdurend rondloop. Ik moet mezelf
“Ik toon mijn lichaam in de hoop dat anderen er het hunne naast leggen”
dagelijks in leven houden. Alleen wilde ik niet schrijven over hoe uitzonderlijk mijn situatie wel is, want dat is ze niet. Dit is voor zoveel mensen een realiteit. Heel veel lichamen hebben zo’n verhaal. Ik toon het mijne in de hoop dat mensen hun eigen lichaam ernaast leggen. Het is eigenlijk de biografie van ‘ons’ lichaam, van ‘een’ lichaam, van ‘het’ lichaam.”
Het bekeken lichaam
Lize Spit beschrijft in Autobiografie van mijn lichaam onder meer hoe ze tijdens jaar jeugd denigrerende opmerkingen over haar lichaam incasseerde, en hoe haar fameuze haardot de aandacht moest afleiden van een lichaam waar ze moeilijk vrede mee kan nemen.
“Op dat vlak kom ik van ver,” vertelt ze. “Er hing bij ons thuis veel negativiteit rond
lichamelijkheid, en die werd ook gebruikt om te kleineren. Mijn vader gebruikte vaak woorden als ‘olifant’ of ‘olifantenpoten’ om opmerkingen te maken over onze lichamen, waardoor ik het gevoel kreeg dat ik lelijk was. Een ouder hoeft niet voortdurend tegen zijn kind te zeggen dat het het mooiste kind is dat er is, maar als je dag in, dag uit het idee krijgt dat je beschaamd moet zijn, dan ga je dat ook denken. Als ik nu naar foto’s van vroeger kijk, dan zie ik een normale tiener. Dat juistere beeld van
het verleden sijpelt pas nu binnen, maar de worsteling blijft wel.”
“Daarnaast heb je ook nog eens te maken met gangbare beelden en maatschappelijke ideeën van hoe een lichaam, en in het bijzonder een vrouwenlichaam, eruit zou moeten zien. Daar moet ik me ook met mijn ziekte tegenover verhouden. De schoonheidsidealen die we zien hebben zelden een ziektebeeld. Al is er wel langzaam iets aan het veranderen. In mijn overzichten op sociale media krijg ik
“Alcohol is al sinds ik heel klein ben een groot ding in mijn leven”
bijvoorbeeld advertenties voor lingerie te zien met modellen die een sensor of een katheter dragen. Maar dat tonen ze dus aan mij, niet aan mensen die geen diabetes hebben. En dat is het probleem. Ik zou willen dat anderen dat zagen, want ik weet al hoe dat eruitziet. Ik worstel niet met dat beeld, maar met het feit dat anderen dat beeld niet kennen. Daarom vind ik algoritmes ook zo gevaarlijk. Voor iedereen wordt online een wereld op maat gecreëerd, maar die werelden sluiten niet meer op elkaar aan.”
“Met dit boek leg ik dat allemaal een keer op tafel. En dat maakt je kwetsbaar, omdat je jezelf uit elkaar en onderuithaalt. Maar ik vond het ondraaglijker dat het beeld dat van buitenaf van mij bestond niet dichter bij mijn echte zelf lag. Ik wilde de schrijver en de mens dichter bij elkaar brengen. Ik wilde
Lize Spit schreef met Autobiografie van mijn lichaam haar eerste non-fictieboek: “Ik wilde de schrijver en de mens dichter bij elkaar brengen. Meer eerlijkheid. Ik wilde geen verstoppertje meer spelen.”
Het gesprek Lize Spit toont lijf en leden
meer eerlijkheid. Eerlijkheid die er in mijn jeugd vaak niet was. Daarom is het inderdaad ook geen fictieboek geworden. Ik had een fictieve moederroman kunnen schrijven, maar ik wilde geen verstoppertje meer spelen.”
Het afhankelijke lichaam
Als het om afhankelijkheid en verslaving gaat, zijn zowel lichaam als geest in het geding. De alcoholverslaving van haar moeder speelde een belangrijke rol in het leven én het schrijven van Lize Spit.
Spit: “De generatie van mijn ouders, de zestigers en zeventigers van vandaag, had weinig kansen om over gevoelens te praten. Als je dan als huismoeder van vier – sociaal geïsoleerd in een klein dorp ver weg van je familie, én met een zekere verslavingsgevoeligheid – degene bent die de boodschappen doet, dan kan het zijn dat je naar alcohol grijpt om zaken te verwerken, en kan je gemakkelijk afglijden. Ik kijk dus met veel mededogen naar haar verslavingsproblematiek. Maar alcohol is al sinds ik heel
Er zat veel ruis op mijn relatie met mijn moeder. En ik weet niet goed hoe ik zou zijn omgegaan met wat er vroeger is gebeurd als ik geen schrijver was geworden. Misschien had ik dan ook voor alcohol gekozen. Ik beschrijf hoe mijn moeder een deel van haar thesis onder invloed schreef en hoe de prof die stukken echt veel beter vond. Mijn moeder is geconditioneerd door het idee dat ze in die staat op haar best was. En bij mij is dat met schrijven zo. Als kind al kreeg ik van de juffen waardering voor mijn gedichten, dus wanneer ik schreef, voelde ik mij de moeite waard.”
Het liefhebbende lichaam
In liefdesrelaties wordt een lichaam ook een liefhebbend en begeerd lichaam. Bij seks komt ook kwetsbaarheid en overgave kijken. Maar hoe zit dat als je nog niet in het reine bent met je eigen lichaam? Spit: “Als je eigen lichaam een onveilig gegeven is, dan kan lichamelijkheid in een relatie een strijd zijn, daar moeten we niet
“Zelfs onder druk van die kanker kon ik mijn moeder niet tegemoetkomen”
klein ben een groot ding in mijn leven, waar ik niet makkelijk mee kan omgaan. Tijdens het schrijven van dit boek heb ik bewust een keer een tijdje wat meer gedronken. Ik ben veel beter omringd dan mijn moeder en kan dat onder controle houden, maar ik vond het opmerkelijk hoe makkelijk je in de fase komt dat je vindt dat je wel iets vroeger op de dag mag drinken, en dat het ook wel iets meer mag zijn.”
“Het is niet zo dat ik een fysieke afhankelijkheid heb van schrijven of begin te huilen als ik het twee dagen niet heb gedaan, maar ik noem schrijven wel mijn verslaving, omdat er overeenkomsten zijn tussen mijn schrijven en het drinken van mijn moeder. Zoals het feit dat je het leven zelf niet ten volste in het hier en nu leeft, maar het op de een of andere manier wilt afzwakken. Of het feit dat je in conflict komt met de mensen van wie je houdt, omdat je niet kan kiezen als iemand vraagt: ‘De drank of ik?’ of ‘Een boek of ik?’
flauw over doen. In een relatie zit je met twee lichamen die andere verwachtingen hebben. Je moet eerst je eigen lichaam leren kennen, en meestal gebeurt dat al in je tienerjaren. Maar ik heb dat totaal niet ontwikkeld. Wanneer je uit een problematische gezinssituatie komt, is het vaak een patroon dat je snel het huis verlaat. Je hebt dan mensen die juist heel erg het fysieke opzoeken, maar bij mij was dat niet zo. Ik ben wel heel snel op zoek gegaan naar veiligheid, waardoor ik ook vlug in de situatie kwam waarin de andere wél een lichaam had en ik totaal nog niet. Dat was overweldigend. Ik had geen taal beschikbaar om dat te kaderen. Om met een ‘lichaamloos lichaam’ seksualiteit met een ander te ontdekken, was voor mij heel moeilijk. Begeerte is geen probleem. Vooral begeerd worden is moeilijk, want dan moet je de controle loslaten. Het gaat niet zozeer om het geven aan de ander, maar om het toelaten
Lize Spit: “Mijn diabetes is als een tamagotchi, als een breekbaar ei waarmee ik voortdurend rondloop. Ik moet mezelf dagelijks in leven houden.”
van de ander. In het hier en nu kunnen en durven te zijn, dat is het moeilijkste voor mij. Al hoeft dat misschien ook niet om er een rijk fysiek leven op na te houden. Intimiteit kan je op heel veel manieren vormgeven, maar dat is voor mij een heel moeilijk parcours geweest. Terwijl seksualiteit nog steeds een thema is waar zoveel om draait. Dat maakt je positie nog eenzamer. Ik probeer die strijd en die zoektocht eerlijk weer te geven, want ik zal heus niet de enige zijn die op dat vlak zoekende is en intussen in onze geseksualiseerde samenleving en media beelden te zien krijgt die niet overeenstemmen met waar je zelf staat of hoe je het zelf voelt.”
Het schrijvende lichaam
Autobiografie van mijn lichaam is literaire non-fictie. Van iemand die misschien al schrijfster was toen ze zich als tiener tot haar dagboeken richtte. Maar vandaag kan iedereen Spits ontboezemingen lezen.
“Mijn zus wees me al op het schizofrene karakter van mijn schrijverschap,” zegt ze. “Ik ben de dochter van mijn ouders, maar ik ben ook een schrijfster, waardoor ik kan schrijven over wat ons overkomen is. Als schrijfster kan ik veel ruimte innemen. Terwijl ik als dochter tegenover mijn moeder helemaal niemand kon zijn. Ik kon bij haar nul procent mezelf zijn, en alleen maar bezig zijn met wat zij wilde horen en zien. Met hoe ik me door de kamer moest bewegen om geen negatieve opmerkingen van haar te krijgen. Ik was me heel erg bewust van haar blik. Dit boek is ontstaan na het mailtje dat ik van mijn moeder kreeg met de mededeling dat ze kanker had. Na een tijdje besefte ik dat ik haar zelfs onder druk van die kanker niet tegemoet zou kunnen komen, omdat wij
LA TRISTESSE SOUS LE CHIGNON DE LIZE SPIT
FR Après ses romans Débâcle, Je ne suis pas là et L’honorable collectionneur, l’écrivaine Lize Spit sort une non-fiction. Autobiografie van mijn lichaam raconte comment un père biologique absent, une mère accro, une constitution fragile et des regards dénigrants ont façonné le corps de l’autrice bruxelloise. « Beaucoup de gens voient uniquement l’écrivaine, avec son chignon comme marque de fabrique. Mais ce chignon cache aussi un corps et beaucoup de tristesse. »
dezelfde personen bleven met dezelfde moeilijke relatie.”
“Ik zou wellicht ook nooit zijn gaan schrijven als ik die moeilijke relatie met mijn ouders niet had – een zorgrelatie die niet per se heel goed was voor mijn eigen zelfvertrouwen. En als ik niet had geschreven, had ik misschien veel vroeger de confrontatie moeten aangaan met mijn ouders, terwijl dat nu via mijn boeken ging. Ik voel wel loyaliteit aan mijn familie, maar in mijn werk schrijf ik vrijuit, en in interviews zeg ik zaken die ik als mens in relatie tot anderen eigenlijk nooit eerlijk zou durven te zeggen. Als ik dan thuis die interviews herlees, kan ik mij daar slecht bij voelen, omdat ik erg inzit met de reacties van de mensen over wie het gaat.”
“‘Je zou kunnen zeggen dat Autobiografie van mijn lichaam bestaat uit twee delen. Het eerste is een verslag van onze toenaderingspoging. Het tweede bevat, in de vorm van brieven aan mijn moeder, al de dingen die ik haar nooit heb durven te zeggen, omdat ik haar wilde beschermen tegen wat ik van haar vond. Zoals ik haar al mijn hele leven beschermde tegen de waarheid, die ze duidelijk probeerde af te zwakken door te drinken. Toch is dit geen therapeutisch boek. Het is niet door het op te schrijven dat je tot inzichten komt. Dat therapeutische proces gaat eraan vooraf. Het is meer een sublimering van de inzichten die dat denkproces opleverde. Aan tafel gaan zitten om de chaos te ordenen. ‘Dit is mijn moeder die aftakelt. Hoe ga ik dat vatten? Hoe toon ik dat? Wat toon ik wel? Wat niet?’ Eerder dan om dingen veranderen, draait het leven vaak om het leren accepteren van die dingen. Dat kan je door te schrijven.”
Autobiografie van mijn lichaam (389 p., 27,50 euro) verscheen zopas bij Das Mag, dasmag.nl
THE SADNESS BENEATH LIZE SPIT’S HAIRDO
EN Following the novels Het smelt (The Melting), Ik ben er niet and De eerlijke vinder, Lize Spit has turned to non-fiction. Autobiografie van mijn lichaam tells the story of how an absent biological father, an addicted mother, a sickly constitution, and derogatory looks have marked the body of the Brussels success author. “Many people only see the successful writer, with that hairdo as a trademark. But underneath all that, there is a body with a lot of sadness.”
In beeld door Bart Dewaele
Zwevend beton
41 meter lang en 120 ton zwaar. De steunbalken die afgelopen weekend op de Sainctelettebrug werden geplaatst waren niet bepaald luciferstokjes. De nieuwe – op maat gemaakte – balken waren nodig nadat een brand in 2021 twee van de bestaande liggers had beschadigd. Nu de nieuwe balken er zijn, kunnen de omvangrijke werken op en naast de brug opnieuw opschieten: op de brug komen een busbaan, fietspad en een breder trottoir. Aan de oostzijde van de brug wordt de brede zone voor de toekomstige cultuurtempel Kanal in een verkeersluwer en groener kleedje gestopt. KH
In de kijker
Bortiergalerij Van muisstil boekenparadijs tot hippe Galerie Gourmande
Vrijdag gaat de vernieuwde Bortiergalerij open. De drie resterende antiquariaten hebben het gezelschap gekregen van acht hippe voedingsen horecazaken. “De galerij is uit balans,” reageren boekhandelaren.
De afgelopen maanden werd het interieur van de galerij flink verbouwd. Allerlei nieuwe zaken nemen er dezer dagen hun intrek. Zo openen Brussels Beer Project, Brasserie de la Senne en vijf andere ambachtelijke brouwerijen er een tapzaal en is er een literair café. Slager Dierendonck, topchef Yves Mattagne en inktvisspecialist César Lewandowski hebben er elk een comptoir. Voorts komen er ook een Libanese traiteur, een kaasspeciaalzaak en een Italiaanse delicatessenzaak. De galerij noemt zich nu ‘Galerie Gourmande’.
De winkels zullen wellicht een heel ander publiek aantrekken dan voorheen. De Bortiergalerij was decennialang de pleisterplek voor bibliofielen die graag in stilte snuisteren tussen oude en zeldzame boeken in tweedehandsboekenwinkels en antiquariaten.
De galerij werd gebouwd in 1847 door architect Jean-Pierre Cluysenaar, die ook de Koninklijke Sint-Hubertusgalerijen ontwierp. De galerij, gelegen tussen de Magdalenasteenweg en de Sint-Jansstraat, vormde de doorgang naar de grote
overdekte voedingsmarkt in wat nu de Magadalenazaal is. In de doorgang waren er toen al vooral boekhandels.
Al een aantal jaren leek de galerij wat te slabakken, zeker in de ogen van de Stad Brussel, die wat meer reuring en schwung in de immer rustige doorgang wil zien. Drie jaar geleden kwam er dan ook een projectoproep van de Grondregie, die eigenaar is. De aanwezige boekhandelaren stuurden allerlei voorstellen in, maar kregen daarop naar eigen zeggen geen reactie. Tot ze vorig jaar plots te horen kregen dat de exploitatie van de doorgang in handen was gegeven van Thierry Goor, initiatiefnemer van foodmarket Wolf in het centrum en Fox in Watermaal-Bosvoorde. Die kondigde aan dat hij twee concepten wil verenigen, het boek en de gastronomie.
Einde verhaal
Eerst leek het er nog op dat alle boekhandelaren konden blijven, maar dat bleek niet het geval.
La Bouquinerie, die bezig was met de uitverkoop van de enorme collectie van de
vroegere boekhandel Vanderelst, moest weg. Ook voor boekhandel-uitgever La Crypte Tonique was het einde verhaal. Nicolas Lambert, die nog maar net Schwilden, een zaak gespecialiseerd in oude foto’s en gravures, had overgenomen, zag zijn contract evenmin verlengd. “Terwijl mij wel een verlenging beloofd was.”
Hij zit sinds september met zijn zaak in de Prinsengalerij. Daar mist hij de aanwezigheid van zijn collega’s-antiquaren. “Het werkt gewoon veel beter als je met soortgelijke zaken samen zit.”
Hij heeft de indruk dat de Stad en de Grondregie al lang niet meer geloofden in een boekengalerij. “Er gebeurde alvast heel weinig om de boekverkopers te ondersteunen. Ze kregen vooral huurverhogin-
gen of precaire contracten voorgeschoteld.”
Fanny Genicot runt een van de drie boekenzaken die wel mochten blijven. “Niet dat ik zo’n stevig contract heb,” zegt ze. Zij nam jaren geleden de tweedehandsboekenwinkel over van haar vader en is erg gehecht aan het oude concept van de galerij. Ze ziet de toekomst dan ook met gemengde gevoelens tegemoet. “Oorspronkelijk zouden er vooral voedingswinkels bijkomen. Nu blijkt het ook om horeca te gaan.”
Ze voelt zich in de galerij niet meer thuis zoals vroeger. “Ik voel me eerder te gast in een galerij met horeca en muziek.”
Ze is ook benieuwd wat haar klanten, die behalve voor de boeken ook voor de rust komen, ervan zullen vinden. “Tot hier
3is het aantal antiquariaten dat nog in de vernieuwde
Bortiergalerij zit. Dat zijn er een pak minder dan vroeger
is het jaar waarin de galerij werd gebouwd door Jean-Pierre Cluysenaar, die ook de Koninklijke Sint-Hubertusgalerijen ontwierp
toe kreeg ik weinig enthousiaste reacties.”
Genicot vindt dat er veel kansen gemist werden om het culturele karakter van de galerij te behouden. “Er waren genoeg mensen uit de culturele sector die iets wilde huren, maar er kwam nooit iets van.” Volgens haar was er ook niet zoveel leegstand als de Grondregie deed uitschijnen. “Het ging om twee ruimtes.”
Kebab en fastfood
Voor een van die ruimtes had vioolbouwer Thomas Meeuwissen een plan. Hij stelde de Grondregie voor om zijn atelier erin te vestigen. “Uiteindelijk bleek de huurprijs heel hoog en viel er niet te praten over enige korting. Terwijl ik het ook zag als manier om de galerij te doen heropleven, zo’n atelier heeft veel bekijks.”
Meeuwissen kreeg sterk de indruk dat de Stad al een project in gedachten had en dus elk voorstel afwimpelde. “Toch een vreemde gang van zaken.”
Meeuwissen is ook bewoner van de galerij. Hij woont in een van de tien appartementen boven de doorgang. “Met al die voedings- en horecazaken is de galerij uit balans. Voor de bewoners kan dat overlast opleveren, lawaai, afval. De galerij is niet voorzien op platte horeca. De voedingszaken worden bovendien gepresenteerd als high-end. Maar hoelang zal dat duren? Binnen de kortste keren vind je hier ook kebab en fastfood, net als in de rest van het centrum.”
Intussen heeft stadsbeweging IEB een klacht ingediend bij de gewestelijke Inspectie en Administratieve Sancties. Volgens IEB had er een vergunning moeten gevraagd worden. “De bestemming is duidelijk veranderd. Er zijn nu acht voedings- en horecazaken en nog slechts drie boekhandels, die alleen dienen als cultureel schaamlapje.”
BETTINA HUBO
Hoe Accolage Catherine en Yvonne samenbracht
‘We
zijn niet zomaar buren, we zijn vriendinnen’
Zeventiger Catherine verhuisde in 2017 vanuit Congo naar Brussel, op zoek naar haar kinderen en een nieuw leven. Haar buurvrouw Yvonne kruiste haar pad dankzij het netwerk Accolage. Zo voelde Catherine zich snel thuis in de Anneessenswijk. “Elke vrijdag gaan we samen naar de sociale superette
Les Capucines in de Marollen.”
door Indra Rypens foto’s Sophie Soukias
Catherine (78) woont alleen in een klein appartementje in het centrum van Brussel. De witte muren van de ruimte staat in contrast met de kleurrijke outfit van Catherine zelf, die gehuld is in een vrolijke huisjurk. De kleuren van haar jurk komen ook terug in een bloemenboeket dat op een kastje staat en een Hawaïaanse ketting die eenzaam aan een kale muur hangt. Een statig Mariabeeld slaat het tafereel vanuit een hoek in de kamer gade. Later, wanneer de fotografe binnenkomt, besluit Catherine een andere jurk aan te trekken. Een zwarte bloemenjurk. “Ze is coquette, hé,” zegt Yvonne (65). “Ze doet er telkens een uur over om zich
klaar te maken. Maar ze ziet er dan ook altijd fantastisch uit.” Yvonne en Catherine leerden elkaar kennen via Accolage.
Catherine was nieuw in de wijk en vond haar draai er niet meteen. Yvonne, die vijf minuten verderop woont, hielp haar met haar weg te zoeken en te vinden in het hart van de stad.
In 2017 belandde Catherine in Brussel. Niet voor het eerst, ze had al in ons land gewoond, met haar Belgische ex-man. Ze leerden elkaar in Catherines geboorteland Congo kennen, waar hij werkte in de mijnbouw. Samen kregen ze drie kinderen en verhuisden ze naar België. In België aangekomen, begonnen de problemen voor het jonge gezin. “Ik had een slechte relatie met mijn
schoonmoeder,” vertelt Catherine. “Ze beschuldigde me ervan haar zoon te hebben bedrogen. Mijn ex-echtgenoot geloofde haar en ons huwelijk eindigde in een scheiding.” Haar man kreeg het hoederecht over hun drie kinderen en Catherine keerde terug naar Congo. Zonder haar kroost.
In Congo hertrouwde ze en kreeg ze nog een dochter. Maar het gemis van haar kinderen in België droeg Catherine al die tijd met zich mee. Daarom besloot ze in 2017 terug te keren naar ons land, in de hoop de relatie met haar kinderen te herstellen. “Dat was allesbehalve gemakkelijk. In het begin wilden ze niets van me weten. Ze zijn opgevoed in de veronderstelling dat ik hun vader had bedrogen en hen daarna
had verlaten,” vertelt ze. “Daarom wilden ze me eerst niet zien. Maar ik heb volgehouden. Nu heb ik af en toe contact met hen en leren we elkaar beetje bij beetje kennen.”
De terugkeer naar België was in eerste instantie een eenzame ervaring voor Catherine. Na even in Molenbeek te hebben gewoond, belandde Catherine twee jaar geleden in het centrum van Brussel. Toen verscheen Yvonne ten tonele. Yvonne was tot haar pensioen winkelmedewerkster. Eerst in een Delhaize, later in een sportwinkel. Na haar pensioen wilde ze graag nog haar handen uit de mouwen steken en zich inzetten voor de mensen om haar heen. “Ik heb altijd een sterke connectie
“Yvonne leerde me dat ik via WhatsApp kan bellen, dat wist ik niet”
Catherine Accolage-deelneemster
gevoeld met ouderen. Als je me zou vragen om in een woonzorgcentrum te werken, zou ik dat met plezier doen,” lacht ze. “Ik wilde me graag inzetten voor de meest kwetsbaren in de maatschappij.” Vorig jaar ging ze daarom samen met een vriendin naar de inhuldiging van een nieuwe Accolage-antenne – een fysiek contactpunt waar deelnemers van Accolage elkaar ontmoeten – in Elsene. Ze was zo enthousiast over de
Hoe Accolage Catherine en Yvonne samenbracht
Anneessens een echte thuis te maken voor Catherine.
Nu kent Catherine de weg grotendeels en is het appartement volledig ingericht, maar Yvonne komt nog regelmatig over de vloer. “We zijn echt vriendinnen geworden. Elke vrijdag gaan we samen naar de sociale superette Les Capucines in de Marollen. Normaal zouden we vandaag ook gaan, maar Catherine heeft last van haar benen vandaag,
“Catherine wist niet waar de winkels waren, of de wasserette, dus ging ik met haar wandelen door de wijk om alles te laten zien”
Yvonne Accolage-deelnemer
sfeer dat ze besloot zich aan te melden. Twee maanden later kreeg ze een telefoontje en werd ze voorgesteld aan haar nieuwe buurvrouw, Catherine. Het bleek een perfecte match.
Op wandel in de wijk
“In het begin was het lastig voor Catherine om haar weg te vinden in de buurt,” vertelt Yvonne. “Ze wist niet waar de winkels waren, of de wasserette, dus ben ik met haar gaan wandelen door de wijk om alles te laten zien.”
Ook Catherines eerste bezoekjes aan de dokter, de apotheek en de Franse les waren allemaal met Yvonne aan haar zijde. Yvonne hielp eveneens met de inrichting van Catherines appartement. Eerst stonden er enkel een tafel en een bed, maar samen gingen ze op zoek naar meubels om van het appartement aan
dus gaan we niet,” vertelt Yvonne. Gezondheid speelt volgens hen veel ouderen parten. “Mezelf ook hoor,” zegt Yvonne. “Ik ben nu 65, maar woon op de derde verdieping zonder lift. Dat kan voor mensen een drempel zijn om naar buiten te gaan.”
Een ander obstakel voor veel ouderen is de digitale kloof. Voor Catherine liep die samen met de Europese buitengrens. Lange tijd kocht ze dure telefoonkaarten om naar haar dochter in Congo te bellen. “Die kosten konden serieus oplopen, want ik kocht er vaak drie per week, terwijl je met WhatsApp gratis kan bellen,” zegt ze. “Daarom hebben we samen WhatsApp geïnstalleerd,” zegt Yvonne. “Nu kan Catherine onbeperkt en kosteloos bellen met haar dochter.” Dat euvel is opgelost, maar de digitalisering van andere aspecten van het
leven vinden Yvonne en Catherine allebei moeilijk. “Ga maar eens op zoek naar een bank om cash geld af te halen, zelfs dat is moeilijk te vinden,” klinkt het bij het tweetal.
Jongeren gezocht
Het burenhulpnetwerk
Accolage bracht niet alleen Catherine en Yvonne samen.
Volgens Sarah Callens, directeur bij Accolage, zijn er op jaarbasis zo’n achthonderd mensen betrokken bij de organisatie. Al kan dat aantal erg variëren in de tijd. “Er zijn mensen die zich het hele jaar consistent, maar op een rustig tempo inzetten en er zijn mensen die met periodes enorm veel doen, om dan even een pauze in te lassen,” zegt ze.
“Dat is allebei oké.”
Accolage spoort mensen op die eenzaam zijn en brengt ze in contact met mensen uit hun buurt die willen helpen.
Vaak gaat het om oudere mensen, die graag thuis willen blijven wonen, maar de voeling met de buitenomgeving verliezen en zo vereenzamen. De gemiddelde leeftijd van een Accolage-deelnemer ligt op 66 jaar. Om meer jongeren te betrekken, werkt Accolage samen met hogescholen en universiteiten.
“Vorig jaar kwamen twee studenten kinesitherapie van de VUB bij ons stage lopen om enkele deelnemers fysiek te
ondersteunen. Ook studenten maatschappelijk werk van de Odisee-hogeschool komen regelmatig bij onze deelnemers over de vloer om ervaring op te doen en de oudere doelgroep beter te leren kennen.”
Toch blijft Accolage uitkijken naar nieuwe helpende handen. “We zijn altijd op zoek naar buurtbewoners die zich willen inzetten voor hun buren. Liefst op regelmatige basis, maar zeker ook afgestemd op ieders agenda. Alle hulp is welkom,” klinkt het. “Elke week houden we in onze antennes – behalve in die van Laken – een ontmoetingsmoment. Een fysieke ontmoetingsplek, waar buren elkaar kunnen leren kennen en samen een kop koffie of soep kunnen drinken. Deelnemers die die ontmoetingsmomenten in hun wijk in goede banen willen leiden, zijn nog altijd welkom,” zegt Callens.
Daarnaast zoekt Accolage ook mensen die zo nu en dan een belletje willen geven naar hun buren om te checken hoe het gaat, of kleine taken willen opnemen, zoals affiches ophangen bij de lokale huisartsenpost of andere plekken.
Geen ruzie
Callens vermijdt bewust de termen vrijwilliger en hulpvrager, omdat iedereen bij Accolage iets terugkrijgt uit het
L’AMITIÉ SELON ACCOLAGE
FR Catherine (78) et Yvonne (65) ont fait connaissance grâce au réseau de voisins Accolage, une organisation qui réunit des gens d’un même quartier pour mettre fin à la solitude chez les personnes âgées de Bruxelles. Pour Catherine et Yvonne, ce fut un véritable succès, car elles passent beaucoup de temps ensemble. Catherine a quitté le Congo en 2017 et a déménagé à Bruxelles, pour voir ses enfants et en quête d’une nouvelle vie. Yvonne l’a aidée à se sentir chez elle dans le quartier Anneessens, où vivent les deux femmes. « Nous ne sommes pas uniquement voisines, nous sommes amies. »
contact. Het onderscheid tussen hulpvrager of helper is ook niet altijd even helder, volgens haar. Zo willen mensen die zich geïsoleerd voelen ook vaak zelf graag anderen gezelschap houden of helpen in de werking. “Die wederkerigheid is essentieel voor onze organisatie. De oudere generatie heeft zoveel te bieden – aan wijsheid, tijd, en vaardigheden. Een van onze doelen is hen weer een volwaardige plek in de maatschappij te geven, of je nu komt om te helpen of je bij ons aanklopt omdat je je eenzaam voelt.”
Bij Catherine en Yvonne is dat in ieder geval goed uitgedraaid. “Ik vind het heel fijn om tijd door te brengen met Yvonne. We zijn intussen goede vriendinnen geworden,” zegt Catherine. “We hebben ook weleens ruzie,” knipoogt Yvonne. “Is dat zo?” “Ja hoor. Soms sta ik een uur op je te wachten terwijl jij je nog aan het klaarmaken bent,” lacht Yvonne. “Oh, maar dan ben jij gewoon boos,” glimlacht Catherine schouderophalend. “Dat is voor mij geen ruzie.”
Je kan Accolage steunen door deze zaterdag 23 november spaghetti te eten in het kader van Brussel Helpt. Reserveren kan tot donderdag 19 uur via brusselhelpt.be.
Luister en kijk deze zaterdag ook naar de slotshow op BRUZZ tv en radio, van 12 tot 20 uur.
FRIENDSHIP THROUGH ACCOLAGE
EN The neighbourhood network Accolage is an organisation that brings local residents together to end loneliness among elderly people in Brussels. Catherine (78) and Yvonne (65) are two of them. Since Accolage brought them together, Catherine and Yvonne have spent a lot of time with each other. Catherine moved to Brussels from Congo in 2017 in search of her children and a new life. Yvonne helped her feel at home in the Anneessens neighbourhood, where both women live. “We are not just neighbours, we are friends,” she says.
Mag het nu eindelijk over de inhoud gaan?
“Het is haast struikelen over de veto’s. Als niemand water bij de wijn doet, is er geen regering. Zo eenvoudig is het”
We konden vorige week bijna van een mirakel spreken. Er was vijf maanden na de verkiezingen een opening in de formatie van de Brusselse regering. Een lichtpunt. Een begin van een doorbraak. Open VLD gaat akkoord met een post als regeringscommissaris in de Brusselse regering. Dat is een mooie toegift, die in een klap de formatie aan Nederlandstalige kant uit de impasse kan halen.
Zelfs al moest daar nog op worden dooronderhandeld, het zou een stabiele meerderheid geven van Groen, N-VA, Open VLD en Vooruit. Vier partijen, vier posten in de regering.
Maar het voorstel werd nog maar net op tafel gelegd binnen de Nederlandstalige taalgroep, of de PS veegde het al met één pennentrek van tafel.
N-VA geen optie
De N-VA is voor de PS geen optie, zo liet voorzitter Ahmed Laaouej optekenen in L’Echo Volgens Laaouej betekent de N-VA een bedreiging voor de hoofdstad. Want de nationalistische partij stelt voor om Beliris af te schaffen, de politiezones te fuseren, en wil van Brussel een ondergeschikt bestuur maken van Vlaanderen. Laaouej herinnert er nog eens aan dat de N-VA in wezen een separatistische partij is die in fine de onafhankelijkheid wil van Vlaanderen.
Intussen heeft Les Engagés zich alvast bij de PS aangesloten: liever geen N-VA in de Brusselse regering.
Het maakt de puzzel van de Brusselse regeringsonderhandelingen er alvast niet simpeler op. Even herhalen? De toekomstige regeringspartij MR wil niet van Team Fouad Ahidar weten, en PS en Les Engagés
niet van N-VA. CD&V wil niet weten van Open VLD, en vice versa. Open VLD en N-VA zien Team Fouad Ahidar niet zitten, en ook Vooruit loopt er niet warm voor. Bij Groen zouden de leden moeilijk kunnen doen
Groen-kopstuk Elke Van den Brandt is opnieuw formateur. Ze gaat voor een coalitie met vier partijen.
over de N-VA. Het is haast struikelen over de veto’s. Als niemand water bij de wijn doet, is er gewoonweg geen regering. Zo eenvoudig is het. Wat het ook wordt, het is hoog tijd dat de Nederlandstaligen snel met een eigen meerderheid komen, als een soort van voldongen feit, zodat Franstaligen niet langer de kans krijgen om zich ermee te moeien. Zoals het ook in het verleden de geplogenheid was. Dat zijn dan sowieso enkele veto’s minder. Dat zal het allemaal veel makkelijker maken.
Het moet in ieder geval snel duidelijk worden, want steeds meer Brusselaars beginnen zich af te vragen waar die politici mee bezig zijn. Er komen loodzware begrotingsbesprekingen aan, de financiële situatie van het Brussels Gewest is “schrikbarend”, zo valt bij de onderhandelaars te horen. Het is nu hoog tijd dat winnaars van de afgelopen verkiezingen een project uitzetten om Brussel uit het financiële moeras te trekken en de enorme uitdagingen aanpakken, zoals de onveiligheid, de werkloosheid, de wooncrisis en de mobiliteit.
Weerbare deelstaat
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft zich in de 35 jaar van zijn bestaan ontpopt tot een weerbare deelstaat, met een eigen stem in het Belgische federale verhaal, met binnen de hoofdstad een communautaire pacificatie, een zekere fierheid bij de Brusselaars en, gezien de samenstelling van de bevolking en de meertaligheid, een al bij al een geslaagde manier van samenleven.
Het vertoon van de laatste maanden kan dat allemaal weer snel tenietdoen. En dus: laat het snel over de inhoud gaan, en niet langer over de postjes.
Kort gesprek
Anne Coesens, auteur en actrice ‘Pandore’
‘Wat in de VS gebeurt, zal ook hier plaatsvinden’
Op de RTBF begon net seizoen twee van de ijzersterke reeks Pandore. Centraal staan deze keer de uitwassen van massasurveillance, legt coauteur en actrice Anne Coesens uit.
In dit nieuwe deel staat de strijd van een jonge klokkenluider centraal, die het leven van je personage Claire Delval op zijn kop zet.
Claire Delval verdedigt de jonge Alix, die zijn voormalige werkgever GAÏ_APP ervan beschuldigt gegevens te stelen van klanten en ze zelfs te filmen zonder dat ze dat weten. Tijdens het schrijven van seizoen 2 werden Vania Leturcq, Savina Dellicour en ik ons bewust van de alomtegenwoordigheid van economische macht, een macht die vandaag alles verplettert en andere vormen van macht naar de achtergrond drukt. Om die dynamiek beter te begrijpen, spraken we met lobbyisten, maar ook met klokkenluiders die het aandurven om de schaduwkant van het economische systeem bloot te leggen.
Was u al enigszins bekend met deze wereld?
Helemaal niet. Het verraste ons dat klokkenluiders vaak gewone burgers zijn, mensen zonder activistisch verleden of heroïsche roeping, die plotseling geconfronteerd worden met een schokkende situatie waarover ze niet kunnen zwijgen. Twee vrouwen in het bijzonder hebben als inspiratie gediend voor de serie. Een van hen, een jonge moeder, trok ondanks zware druk aan de alarmbel en stond alleen tegenover een leger aan juristen en communicatiespecialisten. Haar moed heeft ons diep geraakt.
Pandore laat opnieuw de strijd zien tussen mensen die alles doen om hun macht uit te breiden en mensen die tot
het uiterste gaan voor waarden als rechtvaardigheid en gelijkheid.
Zonder seizoen 2 te spoilen: advocaat Claire Delval, die altijd in het systeem heeft geloofd, begint zich af te vragen of ze de regels niet moet overtreden als duidelijk wordt dat het systeem niet langer het algemeen belang dient en het de toegang tot justitie beperkt. Het is een vraag die steeds meer mensen zich stellen, nu de tekortkomingen van het systeem zichtbaarder worden.
Dat is de kracht van een serie als Pandore, die zich in Brussel afspeelt: mondiale misstanden zijn niet langer het exclusieve domein van Amerikaanse megaseries. Ze gebeuren hier, in onze straten, in onze gebouwen. Dat wilden we vanaf het begin laten zien. En wat nu in de VS gebeurt, zal uiteindelijk ook hier plaatsvinden.
Is Claire Delval een personage dat u elke dag bijblijft? Ze maakt nu al enkele jaren deel uit van uw leven. Soms zie ik een vrouw in de bus en denk ik: die uitdrukking, dat gebaar, die tic, dat is typisch Claire. En als ik het nieuws lees, kom ik feiten tegen waarvan ik zeker weet dat ze haar woedend zouden maken.
SOPHIE SOUKIAS
Pandore, op dinsdag om 20.25 uur op RTBF en op Auvio. Seizoen 1 is ook via Auvio te herbekijken.
die Brusselaars bij mekaar brengt om kwetsbare Brusselaars te helpen. Dit jaar zamelen we centen in voor Accolage, een organisatie die burenhulp-netwerken opzet in de strijd tegen eenzaamheid bij ouderen.
Net zoals bij Brussel Helpt, staat bij Accolage het ‘kleine helpen’ en de verbinding tussen buren centraal.
Hanenkam Stropen van paddenstoelen is hardnekkig probleem
Onder de rijke diversiteit aan Brusselse paddenstoelen bevinden zich heel wat eetbare soorten, zoals de hanenkam of cantharel. Ze plukken is strikt verboden, maar helaas houdt niet iedereen zich aan die regel.
door Andy Furniere
Al zestien jaar is Bart Swerts boswachter van Leefmilieu Brussel in het Zoniënwoud en iedere herfst ziet hij weer hetzelfde fenomeen opduiken. Mensen met grote tassen die weg van de paden het bos uitkammen, op zoek naar paddenstoelen, die vooral in dit seizoen overal uit de grond schieten.
“Het gaat vaak om mensen uit Oost-Europa, waar de paddenstoelenpluk in de cultuur verweven is,” zegt Swerts, die benadrukt dat hij begrip heeft voor culturele tradities en niet wil stigmatiseren. “Maar het Zoniënwoud is nu eenmaal geen gigantisch bos zoals je die bijvoorbeeld in Roemenië en Bulgarije vindt. Daardoor is de impact van het verstoren van het leefgebied van paddenstoelen en van het verzamelen van de voortplantingsorganen van zwammen, wat de paddenstoelen zijn, hier veel nefaster. Een verbod is nodig opdat de diversiteit aan Brusselse paddenstoelen behouden blijft.”
Die diversiteit is indrukwekkend. In totaal herbergen de Brusselse bossen een duizendtal soorten paddenstoelen, met de grootste zwammenrijkdom in het Zoniënwoud. Daar zijn heel wat zeldzame exemplaren te vinden, onder meer omdat het bos nooit voor landbouw is gebruikt en de grond er niet is omgeploegd of bemest.
Verschillende van die paddenstoelen zijn eetbaar, zoals de hanenkam of cantharel, die lijkt op een geplooide trechter met een gele of oranje kleur. “Dat is een vrij bekende soort, ook omdat ze lekker is, maar die er hier op achteruitgaat,” zegt Swerts. “Ze plukken heeft grote gevolgen voor de biodiversiteit en kan bovendien de gezondheid van bomen aantasten, omdat het een paddenstoel is die ‘samenwerkt’ met bomen (een symbioot, red.). Daarnaast vormen ze ook een voedingsbron voor dieren.”
• Eeneetbarepaddenstoel met eenlichtpeperachtigesmaak
• Heefteengoudgele of oranjebruinetrechtervormige hoed met onregelmatig golvenderand
niet eenvoudig om met zekerheid na te gaan over welke soort het gaat, vaak heb je een microscoop nodig. Ik heb de indruk dat veel plukkers zowat alles meenemen en dan achteraf de smakelijke exemplaren eruit schiften.” Hij vermoedt wel dat de veelvoorkomende nevelzwammen dikwijls in de zakken van stropers belanden. Sowieso is stropen een risicovolle bezigheid, het is geen geheim dat sommige giftige paddenstoelen kunnen leiden tot serieuze maagklachten, of zelfs tot de dood.
Volgens Swerts speelt onwetendheid over de regels nog altijd een grote rol. “We plaatsen borden en affiches aan toegangspoorten en informeren via onlinekanalen, maar ik vraag me af of we niet nog gerichter moeten communiceren. In Oost-Europese talen, maar ook in het Italiaans bijvoorbeeld.” Al zal dat niet alles oplossen. “Af en toe betrap je plukkers twee keer op dezelfde dag. Dan geldt het excuus dat je van niks weet niet meer natuurlijk.”
Soms wordt er een proces-verbaal opgemaakt en volgen er boetes. Wie wordt betrapt, moet zijn tassen uitkieperen. De geplukte paddenstoelen worden vernietigd. Dat is niet altijd zonder gevaar. “Als je in je eentje tegenover een groep mannen staat en de sfeer wordt agressief, moet je aan je veiligheid denken. Het gebeurt dat ik de politie moet oproepen, maar zij kan ook niet altijd snel ter plaatse zijn.”
Optreden tegen stropers blijft een frustrerende strijd, zeker omdat Swerts na al die jaren geen verbetering van de situatie heeft gemerkt. “Het voelt soms als vechten tegen de bierkaai, ja.”
Reeks nalezen?
Welke paddenstoelen populair zijn bij stropers, kan de boswachter niet meteen bepalen. “Het is
• Groeitinsymbiose met bomen, vooralinloofbossen
Lees de hele reeks op BRUZZ.be/dossier/botanisch-brussel
Samenleving Riziv opgelicht via onbestaande consultaties
‘Ik heb die dokters nooit gezien’
had achtergelaten. Met die gegevens werden prestaties ingegeven, waarna de verloning ervan werd teruggevorderd via het derdebetalerssysteem.
In minstens twee medische centra in Brussel worden persoonsgegevens van patiënten gebruikt om doktersprestaties aan te rekenen die nooit hebben plaatsgevonden. Mogelijk is dit nog maar het topje van de ijsberg. “Het systeem vraagt om misbruik.”
door Bram Van Renterghem illustratie Delphine Frantzen
Op 20 september 2023 gaat Bernard* naar het AB Maison Médicale aan Sint-Guido in Anderlecht, voor een bloedafname. “Normaal laat ik dat aan de Louizalaan doen, vlak bij mijn werk. Maar omdat ik een nieuwe job heb in de buurt van Anderlecht, viel mijn oog op het AB Maison Médicale, dat met hetzelfde lab samenwerkt als dat centrum aan de Louizalaan.”
Dat lab haalde de bloedstalen op en analyseerde ze in eigen huis. Alleen de afname gebeurde in Anderlecht, en dat ging meteen vreemd van start. “Ik moest tien euro cash betalen,” zegt Bernard, “Bancontact of Payconiq ging echt niet, ik ben naar een automaat moeten gaan.” Vervolgens nam een verpleger bloed af.
Een jaar later zag Bernard op ‘Mijn CM’ dat de mutualiteit 110 euro had betaald voor de analyse van dat bloedstaal. Maar hij zag nog veel meer.
“Er werden door mijn zorginstelling visites terugbetaald aan dokters die op hetzelfde adres een praktijk delen, zonder dat ik die ooit bezocht heb,” zegt Bernard. “Soms meerdere per maand.”
Tussen oktober 2023 en oktober 2024 heeft de CM zo 21 ‘raadplegingen en huisbezoeken’ terugbetaald op naam van zes artsen, samen goed voor 265 euro. Dat
blijkt uit documenten die BRUZZ kon inkijken. Die artsen zijn allemaal verbonden aan de praktijk in Anderlecht. De ene consultatie volgt soms enkele dagen op de andere. “Maar ik heb die artsen nooit gezien,” zegt Bernard. “Ik heb daar één keer bloed laten afnemen, dat is alles. Waarom zou ik daar ook naartoe gaan, en dan nog zo vaak na elkaar? Mijn huisarts zit in Halle*, waar ik woon. En tijdens een van die zogezegde raadplegingen zat ik zelfs in Zwitserland.” Een hotelboeking in Montreux bevestigt dat.
Er werden zelfs prestaties aangerekend in de periode vóór Bernard er bloed liet afnemen. Een arts kan immers tot twee jaar na datum nog een prestatie ingeven in het systeem. In totaal gaat het om maar liefst 33 betalingen door de mutualiteit, goed voor een bedrag van 424 euro. Bernard diende een klacht in bij de CM, het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (Riziv) en de Orde der Artsen. Die instanties zeiden hem het voorval te onderzoeken. De lokale politie zei dan weer dat dat haar bevoegdheid niet is.
Misbruik rijksregisternummer
Vermoedelijk werden Bernards rijksregisternummer en andere identiteitsgegevens gebruikt, die hij daar via die bloedafname
Waar je vroeger als patiënt eerst de volle pot moest betalen (bijvoorbeeld 30 euro) om daarna geld terug te krijgen van de mutualiteit (25 euro), hanteren die ziekenfondsen sinds 1 januari 2022 een derdebetalerssyteem voor iedereen. Dat wil zeggen dat je nu als patiënt tijdens de consultatie enkel nog die 5 euro moet betalen, de overige 25 euro krijgt de arts rechtstreeks van het ziekenfonds, dat het dan weer van het Riziv krijgt. Dat leidt tot een toegankelijkere zorg.
“Prestaties invoeren is heel makkelijk,” zegt huisarts Lisa*, die op onze vraag de terugbetalingen mee analyseerde. “Zodra je identiteitskaart in ons systeem zit, kan ik zelfs doen alsof ik je elke dag gezien heb en evenveel prestaties aanrekenen.”
Daar staat geen enkel bewijsstuk tegenover. “Het remgeld kan zogezegd cash geïnd zijn, of ik kan als arts kiezen om geen remgeld te vragen,” zegt Lisa. Een handtekening van de patiënt is al helemaal niet aan de orde.
De artsen die bij Bernard valse prestaties hebben aangerekend, zijn nog in andere centra actief: in het AB Maison Médicale aan het Oude Afspanningsplein in Jette, de Polykliniek Graindor in Anderlecht en in het Maison Médicale Family in de Mettewielaan in Molenbeek.
Zes nooit uitgevoerde prestaties Bernard vroeg een kennis, van wie hij wist dat hij met zijn zoon naar een kinesist in het medisch centrum in Molenbeek ging, of ook hij onterecht gefactureerde prestaties terugvond op het overzicht van zijn mutualiteit.
Dat bleek zo te zijn. “Normaal zou ik nooit bij die kinesist of dat centrum zijn uitgekomen,” zegt Marc*. “Haar naam is online nergens terug te vinden. Maar ze stond vermeld in een lijst die we meekregen van school. En zij was de enige die nog plaats had.”
Marcs zoon ging een paar keer langs en alles verliep normaal. Tot ook hij na een
tijdje via zijn mutualiteit merkte dat prestaties vergoed werden aan twee artsen, artsen die hij nooit gezien had. Artsen die zich nooit aan hem hadden voorgesteld.
Op naam van die twee artsen, van wie er één ook voorkomt in het verhaal van Bernard, werd voor 180 euro gefactureerd aan het Riziv, geïnd via zes, nooit uitgevoerde prestaties. “Mijn zoon is alleen bij die kinesist langs geweest,” zegt Marc stellig. “Nooit was er een dokter zelfs maar in dezelfde kamer.” Hij heeft daartoe een verklaring op eed ingediend bij zijn ziekenfonds.
Ook tussen de Google-reviews van de centra staat af en toe een gelijkaardig verhaal. “Vraag de facturen op bij je mutualiteit en je zult verrast staan,” staat er te lezen. Een andere constante is de
Bernard zag dat zijn mutualiteit raadplegingen en huisbezoeken terugbetaalde die nooit hadden plaatsgevonden. “Het is gestopt, maar wat als ik niets had gemeld?”
weinig professionele dienstverlening, alsof men geen klanten wil.
Site met stockfoto’s
De artsen in kwestie zijn bijna allemaal van buitenlandse, meestal CentraalAfrikaanse origine. Waar ze hun opleiding hebben genoten, is niet duidelijk, maar ze zijn door het Riziv erkend en geconventioneerd. Het grote merendeel is geen huisarts, wel basisarts, de extra opleiding van drie jaar hebben ze (nog) niet gevolgd.
Zij krijgen slechts 12,85 euro terug van de mutualiteit, en niet de 25 euro die een huisarts terugkrijgt voor een raadpleging.
Dat een groep artsen pendelt tussen vier gezondheidscentra is opmerkelijk. Maar de centra hebben nog iets gemeen: zaakvoerder Mounir Hahati. Over de man is zo goed als niks te vinden, al is hij zeker geen zorgverlener. Behalve de medische centra runt hij ook een taxibedrijf en bouwt zijn Maison Médicale Family in Molenbeek voort op een eerdere vennootschap van hem, die handelde in wagens, immobiliën en witgoed.
Dat Maison Médicale Family en het centrum in de Graindorlaan gebruiken Gmail-adressen. Op hun websites staan stockfoto’s, die ook opduiken op de websites van een Turkse kliniek, een firma in tandartsstoelen en een onderhoudsfirma voor marmeren vloeren – en dus geen getrouw beeld geven van de kliniek zelf. Er is weinig tot geen informatie te vinden over de daar werkende artsen, er worden zelfs geen namen genoemd. Via de zorgzoekmachine Rosa.be vind je uiteindelijk wel wie er werkt. Maar verder is op het net nauwelijks iets te vinden over deze artsen.
Uiteindelijk kreeg BRUZZ toch een arts aan de lijn die in het dossier van Bernard
minstens zes keer onterecht vermeld wordt als terugbetaalde zorgverlener. “Ik ben daar niet van op de hoogte,” zegt arts Rebecca*. “Ik hou mij enkel bezig met de consultaties. Het secretariaat voert de prestaties in op basis van de planning, en regelt de rest. Het geld van de mutualiteiten wordt op de rekening van het medisch centrum gestort. Ikzelf word per uur betaald. Als artsen voeren wij geen controle uit op wat er aangerekend wordt.”
Een vergissing
We probeerden meermaals zaakvoerder Mounir Hahati telefonisch te bereiken, zonder succes. Uiteindelijk antwoordde zijn medisch centrum in Molenbeek via mail. Daarin verklaart ‘de directie’ dat het om een vergissing gaat. “Het gaat om een geïsoleerd geval van drie consultaties die bij één patiënt verkeerdelijk zijn aangerekend, waarvan het geld al aan de mutualiteit werd terugbetaald,” klinkt het. “Er zijn bepaalde zaken in het medisch centrum die aan de controle van de directie ontsnappen. We denken dat de fouten tijdens de opleiding van stagiairs en secretariaatsmedewerkers gemaakt werden. Patiënten werden als voorbeeld gebruikt, om te laten zien hoe de software werkt. Die consultaties moeten zijn gevalideerd in plaats van geannuleerd.”
Op de tegenwerping dat het niet om drie, maar om negenendertig prestaties gaat, verspreid over twee casussen en evenveel medische centra, die op verschillende data tijdens het jaar werden ingegeven en terugbetaald, en dat op naam van meerdere artsen, kwam geen reactie.
Zowel arts als directie wijst naar het secretariaat. Of dat klopt, kan BRUZZ niet nagaan. “Ik denk dat een secretariaat moeilijk kan frauderen zonder medeweten
“Ik moest bij de bloedafname meteen 10 euro cash betalen. Bancontact of Payconiq ging echt niet, ik ben naar een automaat moeten gaan”
Bernard
Slachtoffer van medische
fraude
De betaling aan de zorgverlener gebeurt door de mutualiteiten, maar het geld komt van het Riziv, dat gevoed wordt door bijdragen van werkgevers, werknemers en overheid.
De CM wil niks kwijt, behalve dat “de zaak intussen ook bij het Riziv zit”. Het Riziv bevestigt noch ontkent. “We gaan nooit in op specifieke cases en kunnen niet zeggen of er een onderzoek loopt.”
Wel zijn zowel de mutualiteiten als het Riziv zich bewust van mogelijke fraude, en doen ze er, soms naast
elkaar, onderzoek naar. “Onze dienst ontvangt regelmatig meldingen over misbruik van derdebetalersregeling,” zegt An-Sofie Soens, woordvoerder van het Riziv. “Die worden steeds geanalyseerd. De jongste jaren neemt de vaststelling van fraude toe, mede door het gerichter opsporen.”
Zo voerde de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle (DGEC) 871 onderzoeken uit in 2023. Daarvan werden er 65 gevoerd naar fraude: kwaadwillige, opzettelijke misleiding met de bedoeling zich
Reactie Riziv en CM: ‘Geen com
“We denken dat de fouten tijdens de opleiding van stagiairs en secretariaatsmedewerkers gemaakt werden”
Maison médicale family Molenbeek in een reactie
van de arts,” zegt huisarts Lisa. De prestaties boeken, gebeurt immers via de account van de arts, en die arts moet detailinfo aanleveren voor de facturatie.
Rebecca neemt alvast maatregelen. “Ik schrijf de Orde der Artsen en het Riziv aan. Het is mijn verantwoordelijkheid, mijn naam wordt hier gebruikt.” Ze geeft nog mee dat ze sinds januari niet meer in de Sint-Guidostraat werkt.
Ook in de mail van ‘de directie’ geeft men aan dat Mounir Hahati niet langer verbonden is aan dat centrum. Dat klopt. Sinds
mentaar’
te verrijken - gewone nalatigheid of vergissingen dus niet meegeteld.
Van die 65 gingen er 30 over niet-uitgevoerde (maar wel aangerekende) prestaties, goed voor een bedrag van 5,06 miljoen euro. In twaalf van die onderzoeken gaat het om een arts: goed voor 2,26 miljoen euro.
Fraudeurs die tegen de lamp lopen, moeten in eerste instantie het onterecht geïnde bedrag terugbetalen, plus een eventuele administratieve boete. Als er ernstige aanwijzingen
van bedrog zijn, kan het Riziv de derdebetalersregeling voor twaalf maanden schorsen.
De arts blijft wel aan het werk. Het is de Orde der Artsen die beslist over verdere sancties. “Indien de feiten vaststaan, kan een tuchtstraf opgelegd worden: een waarschuwing, censuur, berisping, schorsing van het recht de geneeskunde uit te oefenen of schrapping,” klinkt het bij de Orde. Ook een procedure voor de rechtbank van eerste aanleg behoort tot de mogelijkheden.
2 augustus 2024 heeft hij die zaak, en die in Jette, overgelaten aan een nieuwe bestuurder. De relevantie hiervan is beperkt: het gros van de foutief aangerekende consultaties in Anderlecht werd voor 2 augustus ingevoerd. En er is nog altijd zijn andere praktijk in Molenbeek, waar ook foutief gefactureerd werd.
De ijsberg
Zijn Bernard en Marc de enige bij wie op het rijksregisternummer valse prestaties werden ingevoerd? Dat lijkt volgens Bernard onwaarschijnlijk. “Ik vermoed dat het op grote schaal gebeurt, waardoor er mogelijk duizenden slachtoffers zijn, waarbij miljoenen euro’s op illegale wijze verdiend wordt,” zegt Bernard.
Gaat het echt om misbruik van de derdebetalersregeling, dan zou dat ook niet de eerste keer zijn. In april kwam aan het licht dat een tandarts uit Maasmechelen het Riziv voor 200.000 euro had opgelicht, door terugbetalingen te innen van tandprotheses die hij nooit geplaatst heeft. Die zogezegde patiënten waren helemaal niet op de hoogte, net zoals de getuigen in dit verhaal eerst nergens van wisten.
L’INAMI ESCROQUÉ
Het is maar omdat de christelijke mutualiteit sinds kort via ‘Mijn CM’ laat zien wat aan de zorgverstrekkers wordt terugbetaald, dat Bernard de onterechte facturen heeft opgemerkt. “Sinds ik het gemeld heb, is het wel gestopt,” zegt hij. “Maar wat als ik niets had gezien en gemeld?”
Ook huisarts Lisa is ervan overtuigd dat er vaak onterecht diensten worden aangerekend. “Je kan als arts nu allerlei prestaties toevoegen, bijvoorbeeld een cardiogram voor 17 euro extra, of een telefonisch consult van 11 euro. Maar wanneer is een telefoontje een telefonisch consult? Artsen kunnen daar heel makkelijk misbruik van maken. Er zijn veel meer mogelijkheden dan pakweg tien jaar geleden.”
Daar lijkt nauwelijks een veiligheid op te zitten. Weliswaar wordt een prestatie soms naar de e-box – de elektronische brievenbus voor overheidspost – van een patiënt gestuurd. “Maar ook dat kan ik afvinken,” zegt Lisa. “Het systeem vraagt gewoon om misbruik.”
En dat is niet zonder gevolg. Door onterecht geïnde verstrekkingen zijn er minder beschikbare middelen voor noodzakelijke zorg. Anders gezegd: het geld dat naar een fraudeur gaat, gaat niet naar de behandeling van een patiënt die het nodig heeft.
(*) Dit zijn schuilnamen. Ook sommige plaatsnamen werden veranderd.
OPROEP Vind je onterecht gefactureerde prestaties terug op het overzicht bij je mutualiteit? Laat het ons weten via redactie@bruzz.be. Je informatie wordt geanonimiseerd verwerkt.
FR Dans au moins deux centres médicaux bruxellois, des données de patients ont servi à encoder 39 consultations fictives sur une période d’un an et demi, facturées via l’INAMI. Les médecins et le gestionnaire du dossier blâment le secrétariat, mais d’autres praticiens soulignent la difficulté de frauder à leur insu. Il est donc possible qu’il ne s’agisse que de la partie émergée de l’iceberg. « Le système est propice aux abus. »
SCAMMING THE RIZIV/INAMI
EN In at least two Brussels medical centres, the personal data of patients are used to charge for services that have never taken place. In total, about 39 fake consultations were claimed back from the RIZIV/INAMI over a period of 18 months. Doctors and managers blame the admin team. But other doctors tell us that it would be hard to commit fraud without them knowing. This could then be merely the tip of the iceberg. “The system is made for misuse.”
Waarom remmen de metro’s soms zo bruusk?
Maya Callizaya zoekt elke week een antwoord op een lezersvraag, deze week van Matthias uit Anderlecht.
Ook een vraag?
Stel je vraag en stem op BRUZZ.be Bekijk en lees antwoorden op BRUZZ.be/bigcity
Je kent het wel, je zit in de metro en plots remt die superhard waardoor iedereen naar voren vliegt. Hoe komt het dat dat zo vaak gebeurt en vooral: waarom moet het zo bruusk?
We kunnen je alvast vertellen dat het niet altijd de bestuurder is die zo plots remt. Natuurlijk kan en moet die ook remmen, bijvoorbeeld wanneer hij een station binnenrijdt. Afhankelijk van de situatie kan dat soms ook redelijk bruut gebeuren.
Die erg bruuske rem is echter meestal de noodrem, een automatisch remsysteem dat geactiveerd wordt bij problemen. Meestal gebeurt dat automatisch, al kan de bestuurder zelf ook de noodrem bedienen.
De noodrem schiet onder meer in gang als de bestuurder meer dan twee kilometer per uur te snel rijdt, een rood sein gemist heeft of als er technische problemen zijn.
Dankzij het automatische remsysteem kunnen twee metrostellen niet op elkaar botsen. Het metronet is immers onderverdeeld in zones. Als een
metrostel zich binnen een bepaalde zone bevindt, dan is die zone verboden terrein voor een ander stel.
Rijdt er toch een ander stel binnen dezelfde zone, dan wordt op die metro de noodrem geactiveerd. Door dat systeem zijn er in Brussel nog nooit twee metrostellen gebotst.
Tien keer per dag
In het huidige systeem weet de MIVB altijd in welke zone een metro zich bevindt, maar niet waar exact in die zone. Omdat de precieze locatie niet bekend is, kunnen de metrostellen niet op een veilige manier nog iets dichter op elkaar rijden. Binnenkort wordt dat systeem aangepast: de juiste positie van het metrostel zal wél duidelijk zijn, wat meteen betekent dat de metro’s beter op elkaar afgestemd kunnen worden. Dat maakt het mogelijk om meer metrostellen te doen rijden. Het principe van de noodrem wijzigt hierbij niet.
Vandaag treedt de noodrem gemiddeld zo’n tien keer per dag
in werking. Moet die remming dan altijd zo bruusk zijn en kan er niet zachter geremd worden?
Het antwoord is neen. Het metrostel kent maar twee opties: rijden of stoppen. Terwijl een conducteur kan nadenken en inschatten hoe hard hij moet remmen, afhankelijk van het gewicht aan boord bijvoorbeeld, kan een metrostel dat niet.
Het stel is zich niet bewust van de situatie en er is ook geen tijd om een inschatting te maken van de situatie, want het weet niet waarom er gestopt moet worden. De enige mogelijkheid is zo snel mogelijk stoppen. Bruusk dus.
Slotsom: komt de metro op een rustige manier tot stilstand? Dan is het de metrobestuurder die handmatig remt. Remt het voertuig plots heel hard, dan is het hoogstwaarschijnlijk de noodrem die in actie treedt. Omdat het altijd mogelijk is dat er plots geremd wordt, raadt de MIVB reizigers die rechtstaan aan om zich steeds vast te houden
bezoek kwam in Anderlecht. Mijn oudere zussen waren gek van Ludo Coeck, de allereerste Belgische voetballer met de looks van een filmster. Dus toen die van Berchem naar Brussel verkaste, werden paars en wit de overheersende kleuren in ons huis in Noord-Limburg. Daarin was ook een bakkerij gevestigd, waardoor het bijwonen van wedstrijden van Anderlecht volledig bepaald werd door het jaarlijks verlof, meestal de laatste twee weken van augustus.
piepklein
73-jarige Paul Soulier. Het was zijn oudere broer Michel wiens hart het toen begaf. Tussen ons in: het shirt dat Michel die avond droeg. Paul vond het pas enkele jaren geleden, na de dood van zijn moeder, terug. Ze had het achteraan in een kast op haar slaapkamer verstopt.
Voorbestemd
Tickets winnen voor Jazz Brak nu zaterdag in de AB – helemaal uitverkocht – was nog nooit zo makkelijk. Luister de hele week en maak kans op een duoticket. De hele week op BRUZZ radio
Als men mij zou vragen naar de vijf meest aangrijpende nederlagen die ik ooit met eigen ogen aanschouwde, dan staat het volleybalduel tussen de vrouwen van België en Italië op het olympisch kwalificatietoernooi in 2016 altijd in dat lijstje. De Yellow Tigers hadden na een zinderende wedstrijd grootmacht Italië op de knieën gedwongen (15-14 aan het einde van de beslissende vijfde set), maar vergaten het ultieme punt te verzilveren, waardoor niet de Belgen maar Le Azzurre hun weg naar de Olympische Spelen van Rio konden vervolgen.
Omdat de Ring nog niet voltooid was en navigatiesystemen niet bestonden, ontwikkelden de ritten van Lommel naar Anderlecht zich altijd tot een ware expeditie, dwars door het ons volkomen onbekende Brusselse stadscentrum. Elke inzittende had de opdracht vooral uit te kijken naar de Chaussée de Mons. Daar in de buurt immers zouden vast en zeker de lichtmasten opdoemen van het magische Emile Verséstadion. Te midden de paniek in onze overvolle Opel nam het verlangen naar het van dichtbij in actie zien van Rensenbrink, Van der Elst of Vercauteren stelselmatig toe. Dat is op die zachte zaterdag in 1977 niet anders. Net zozeer onder de indruk van de omstandigheden als ik blijken de voetballers van Namen geen partij voor de vedetten van
Bieryoga
doen in Brussel hoeft niet zowat overal zijn studio’s waar begeleiding tot jezelf kunt
“Voor velen is een korte broek dragen problematisch, een punt waarop ik niet toegeef.”
Vier zonen en een dochter waren er in het gezin. Niemand bevond zich die avond in Brussel. Paul was arbeider bij de spoorwegen en had dienst. Toen om tien uur ‘s avonds zijn shift erop zat, was het opmerkelijk stil in de zaal waar de nachtploeg zich klaarmaakte om aan de slag te gaan. Pas toen hij thuis zijn vrouw en schoonmoeder in tranen aantrof, werd hem duidelijk wat er zich in Brussel had afgespeeld.
Michel Soulier ligt begraven in de schaduw van het kerkje in Ychippe, niet ver van het huis van zijn weduwe. Die was op die fatale avond wel in het stadion, hoogzwanger van haar eerste kind. Twee dagen na de begrafenis van haar man zou ze bevallen. Yannick Soulier werd geboren op zaterdag 3 september 1977. Om 20 uur, exact hetzelfde tijdstip waarop een week eerder Anderlecht-Union Namen op gang werd gefloten. Luc Kempen
Tipsy Tribe in Koekelberg kan wel heel bijzondere vorm: doen de dingen hier in het anders,” glimlacht Aylin
‘brouwdistilleerderij’, waar verschillende originele bieren onder Brusselse whisky aan het
De ommekeer werd bewerkstelligd door de net zeventien geworden Paola Egonu, naar wier internationale debuut de hele volleybalwereld reikhalzend had uitgekeken. Haar matchpunt, geen typische mokerslag maar een verraderlijke opslag pal op de achterlijn, luidde de geboorte van een fenomeen in. Afgelopen zomer, tijdens de Spelen in Parijs, stuwde Egonu de Italiaanse vrouwen naar hun allereerste gouden medaille. In de finale maakte het team brandhout van regerend olympisch kampioen Amerika: 3-0.
In Sporting Flagey zoekt BRUZZ een interessant verhaal uit de Brusselse sportwereld. Deze week: de vijftienjarige volleybalster
zeker roesverwekkende middelen als alcohol. Maar ik heb geprobeerd om er met een open geest naar te kijken. Ik besef dat bier drinken over veel meer gaat dan alcohol, mensen genieten ook van de verschillende smaken. Bovendien kan yoga ook de relatie van mensen met bier in positieve zin veranderen, een evolutie inzetten naar meer bewust drinken, in plaats van veel glazen te verzetten. Als instructrice hou ik van het creatieve aspect, het integreren van de bierflesjes op een manier die steek houdt en plezierig is.”
De intussen 25-jarige Egonu – haar Nigeriaanse ouders kwamen begin jaren 1990 in Italië terecht – werd uitgeroepen tot speelster van het toernooi. Dat heeft evenwel niet verhinderd dat het conservatieve deel van Italië zich nog altijd geen raad weet met de zwarte aanvalster. Zo deed ze twee jaar geleden nog aangifte tegen de extreemrechtse politicus en huidig Europarlementslid Roberto Vannacci, nadat die had geschreven dat de volleybalster ‘niet de gelaatstrekken heeft om Italië te vertegenwoordigen’.
Wandelend door Brussel denk ik vaak: hoe is het mogelijk dat er van al die energieke jonge meiden zo weinig hun opwachting maken in het Belgische volleybal? De verklaring is niet eenduidig. Ja, er is een tekort aan goede zalen, maar ex-speler Patrick Kamdem, de bezieler van Brussels Volley, een project dat de sport wil promoten in het gewest, zegt ook dat vele jonge vrouwen zich niet comfortabel voelen bij de mooiste aller vrouwendisciplines.
En dus zijn de Brusselse vrouwen die het momenteel waarmaken in de vooral door Vlaamse clubs gedomineerde hoogste liga op de vingers van één hand te tellen. Een speurtocht naar vrouwelijk talent uit de hoofdstad brengt me op een zondag naar het Eurovolleycentrum in Vilvoorde, waar de leerlingen van de Topsportschool hun wedstrijden afwerken. In het team dat in Nationale 3 uitkomt: de 15-jarige Ayiana Hall uit Anderlecht. Toen ze zich zeven jaar geleden samen met een vriendinnetje bij Brussels Volley in Schaarbeek aanmeldde, zag Kamdem meteen haar talent. Hall is de dochter van een Amerikaanse basketter en een mama die haar brood verdient als model. “Hoe je ook je best doet,” beweert Kamdem, “je slaagkansen in de sport zijn voor 50 procent genetisch bepaald. Ayiana is wat dat betreft voorbestemd.”
Na de wedstrijd verbaast Adam Hall zich over de lieve manier waarop de speelsters met elkaar omgaan. “Bij basketters is agressie het devies.” Zijn dochter weet hoe haar papa naar haar sport kijkt. “Ik hou van de teamgeest, zie mijn medespeelsters als familie. Ik zou nooit in de huid van een tennisster willen kruipen, die moeten het altijd en overal in hun eentje klaren. Ik zou gek worden.”
Sinds anderhalf jaar verblijft de 1m83 grote Brusselse in het internaat van de Topsportschool, vanwaaruit je een prachtig uitzicht hebt over de hoofdstad. “Op zaterdag wil ik nog weleens naar de Grote Markt wandelen, om de dynamiek van de grootstad te voelen. Al die nationaliteiten, dat blijft toch iets speciaals.”
In Sporting Flagey zoekt BRUZZ een interessant verhaal uit de Brusselse sportwereld. Deze week: de bieryoga-sessies van de Koekelbergse brouwerij
Tipsy Triby
DE GROOTSTE SPAGHETTISLAG TER WERELD
Meer BRUZZ
Concreet zet Monteiro het bier onder meer in voor dharana-oefeningen, concentratieoefeningen waarbij je je aandacht op één punt of onderwerp moet fixeren om tot volledige focus te komen. “Ik vraag de deelnemers dan bijvoorbeeld om zich te concentreren op de geuren van het bier,
Het internaat vormt de komende jaren het middelpunt van haar bestaan. Hier wil ze het maximale uit haar talent halen. Idolen heeft ze niet, “maar het pad dat Egonu heeft gevolgd, werkt wel inspirerend. Als het even tegenzit, denk ik soms hoe zij tegenslagen overwon. Dat geeft zin om er eens zo hard tegenaan te gaan.” Luc Kempen
Op 23 november eet heel Brussel spaghetti voor het goede doel. Ontdek hoeveel geld er wordt ingezameld voor vzw Accolage.
Doe op zaterdag 23 november mee met De Grootste Spaghettislag ter Wereld ten voordele van vzw Accolage.
Info en inschrijven op BRUSSELHELPT.be
Zaterdag vanaf 12u op BRUZZ radio, BRUZZ.be en BRUZZ tv
BRUSSELSE REGERINGSVORMING
BRUSSEL KIEST
De formatie van de Brusselse regering blijft een moeilijk verhaal. Als er ergens een doorbraak wordt geforceerd, duikt er elders een blokkering op. Hoe gaat het verder?
Mis niks van de verkiezingszondag bij BRUZZ. Luister en kijk vanaf 8u ‘s ochtends en beleef de stembusgang van op de eerste rij.
Volg het hele dossier op BRUZZ.be DE GROOTSTE SPAGHETTISLAG TER WERELD
Volg het via BRUZZ tv, BRUZZ radio en BRUZZ.be
ALLES VOOR DE KETJES
Volg BRUZZKet, het jongerenkanaal van BRUZZ, op Instagram en TikTok en mis niets van de verhalen voor en door Brusselse ketjes. Je vindt ons via @BRUZZKet
Ayiana Hall (nr 21).
Flagey
De slaapkamer
William
William is elf en woont in Schaarbeek. Hij is dol op tennis en hoopt net zo goed te worden als zijn idool Alexander Zverev. Soms is hij wat zenuwachtig voor een match: “Ik kalmeer dan niet, ik sla gewoon keihard op de ballen.”
‘Toen
ik niet kon tennissen, was ik echt ongelukkig’
Elke week gaat BRUZZ op bezoek bij een kind in Brussel in zijn of haar slaapkamer. Deze keer is dat bij William (11) die met zijn ouders en zusje Melyssa in Schaarbeek woont. “Ik zou graag terug in de tijd willen gaan naar 2018, toen gingen mijn papa en mama weer samenwonen.”
door Marjon Udo foto Saskia Vanderstichele
Naast je bed hangt een grote poster van een tennisspeler. Help me eens, wie is dat?
Dat is Alexander Zverev. Hij is mijn favoriete speler. Hij speelt op dezelfde manier als ik, maar hij is wel beter dan ik ben. Hij wint veel, maar van de grootste toernooien, waarvan er vier in het jaar zijn, was hij verschillende keren in de finale, maar die heeft hij nog nooit gewonnen.
Kan je jouw spel omschrijven?
Ik heb graag lange ballen die niet hoog stuiteren. De ballen komen niet hoog over het net.
Heb je tennis nodig om je uit te leven?
Ja, toch wel. Ik ben niet zo graag binnen. Ik speel soms voetbal, maar niet in een club, gewoon op straat. Ik doe ook judo. Dat is wel binnen, maar een sport. Mijn hobby’s zijn heel belangrijk.
Gebeurde het al een keer dat je even geen hobby kon doen?
In de paasvakantie had ik bij de scouts mijn arm gebroken. Het deed heel veel pijn. Ik kon toen niet meer tennissen met mijn arm in het gips. In die tijd was ik echt ongelukkig. Ik speelde dan spelletjes op de gsm of keek films op de tablet.
Hoe vaak sta je op de tennisbaan? Ik train twee keer per week anderhalf uur. En soms ook een wedstrijd. Of een toernooi. Ik beeld me in, net voor ik ga slapen, hoe ik een wedstrijd kan spelen.
Ben je zenuwachtig voor wedstrijden?
Ja, een half uur ervoor ben ik heel erg zenuwachtig. Maar de avond ervoor niet.
Wat doe je om jezelf te kalmeren? Ik kalmeer niet. Ik sla gewoon op de ballen.
Stel je voor dat je in een teletijdmachine kan stappen, waar zou je dan heen willen gaan? 2018.
Waarom?
Om mijn overgrootvader terug te zien. En België was toen keigoed op het WK voetbal. En toen zijn mijn ouders weer bij elkaar gekomen. Er waren veel goede dingen in 2018.
Je was toen vijf jaar oud. Wat herinner je je er nog van?
Ik weet er niet meer zo heel veel van. De wedstrijd Frankrijk-België. En dat we elke zondag bij mijn overgrootvader gingen taart eten. Dat was altijd erg fijn.
Heb je een bijzonder aandenken aan jouw overgrootvader?
Voor mijn zesde verjaardag kreeg ik een Pokemon-kaart. Die staat op mijn kast.
Hoe is de band met je grootouders? Ik heb een oma en een oma. Ik weet niet waar mijn opa’s zijn. Mijn ene oma komt me vaak ophalen op school. Dan maken we samen huiswerk. Ze helpt me heel goed. Vroeger woonden we in een appartement boven haar. De andere oma woont verder, die zie ik minder.
Ik zie mangastrips in de kast staan.
Lees je dat veel?
Ik kijk vooral en lees de strips ook wel, maar minder. Hisoka is mijn favoriet. Je valt dan in een andere wereld. Er zijn mensen en er zijn mensen met een superkracht. Die kunnen heel veel dingen die wij niet kunnen. Bijvoorbeeld gedachten lezen.
Zou je dat zelf willen kunnen?
Ja. Van iedereen die met mij praat, dan weet ik wat die denkt. Ik heb niet graag dat mensen vals doen.
Wat zou Brussel een fijnere stad kunnen maken?
Minder afval op straat. Brussel is heel vuil. Met de school hebben we het Josaphatpark een beetje opgekuist. Ik niet, maar ze zeggen dat ze een kat in een vuilniszak hebben gevonden. Ik weet niet of dat waar is, maar ik denk het wel. De juf heeft het meteen weggegooid.
Reeks nalezen?
Lees de hele reeks op www.BRUZZKet.be/slaapkamer
“De Pokemonkaart die ik van mijn overleden overgrootvader kreeg, staat op mijn kast”
‘JE N’AIME PAS TROP JOUER À L’INTÉRIEUR’
FR William, 11 ans, vit avec ses parents et sa petite sœur Melyssa à Schaerbeek. Il adore le tennis, et le jour où il s’est cassé le bras, il était dévasté. « Je me suis rabattu sur mon portable et ma tablette, mais je n’aime pas trop jouer à l’intérieur. »
‘I DON’T LIKE PLAYING INDOORS THAT MUCH’
EN William (11) lives with his parents and sister Melyssa in Schaarbeek/ Schaerbeek and loves tennis. When he once broke his arm, he was very unhappy. “I played on the mobile phone instead, or watched films. But I don’t like playing indoors that much.”
‘Jullie zijn ook Congolezen. Dat moet je nooit vergeten’
Als we het verhaal van de migratie vertellen blijft één zijde vaak onderbelicht: die van de vrouwen. Acht Brusselessen met roots in Afrika brengen nu in het boek (Grands-)mères en lumière het verhaal van hun grootmoeders en moeders. BRUZZ publiceert een ingekorte versie van een van die levensverhalen, waarin auteur en journaliste Raissa Yowali in gesprek gaat met haar grootmoeder én met zichzelf. “Sluit je hart, bijt op je tanden, zeiden ze bij ons, vooral tegen de vrouwen.”
foto’s Saskia Vanderstichele
Oma, wanneer is je verjaardag?
Ik ben geboren op 7 januari 1948. En waar kom je vandaan?
Uit Mbandaka, in Congo.
Hoe was je jeugd?
We hadden het goed, ik groeide op in Bukavu. We hadden bedienden en kwamen niets tekort. We aten alleen verse producten. Je weet hoe veeleisend
Koko Telessi, mijn moeder, is op het vlak van voeding? Dat komt omdat ze altijd goed eten heeft gehad. We dronken verse melk. In die tijd kwam die in glazen flessen, niet zoals nu. We gingen naar school met blanke kinderen. Mijn
grootvader had een auto, hij was een évolué. We leefden zoals de blanken. De grootvader van Koko Telessi was architect: de kathedraal van Bukavu was zijn werk.
Ah, dus het was echt een heel welgesteld milieu?
Ja, we hadden het echt goed.
Ik herinner me dat, toen je me hier voor het eerst over vertelde, je zei dat ik het op Google moest opzoeken. Het is bizar, ik geloofde het niet echt, een beetje zoals de legendes die beweren
Journaliste Raissa Yowali sprak met haar grootmoeder, op zoek naar haar levensverhaal.
dat we van een koning of grote koningin afstammen. Het ligt misschien aan mijn westerse mentaliteit, maar ik had behoefte aan een schriftelijke bevestiging van wat je me vertelde. Ik vond inderdaad sporen terug van Ernest Itela, vol verwondering, alsof ik een onverwachte som geld aantrof, verstopt in de muren van een nieuw huis. Het was de vreugde van te hebben bestaan vroeger, van deel te hebben uitgemaakt van deze ‘Geschiedenis’. Begrijp me goed, ik weet dat we bestonden vóór de kolonisatie, maar die heeft alles opgeslokt en weggegooid als een sombere voetnoot, een grijs gebied in onze mondelinge tradities. De immateriële gevolgen van de kolonisatie zijn niet in cijfers uit te drukken.
Op een internetpagina lees ik dat Ernest Itela een uitstekende ambtenaar was, dat hij zelfs in het leger heeft gediend en de Eerste Wereldoorlog heeft meegemaakt. Dat zou me niet blij moeten maken, want het was niet onze oorlog en hij was alleen wereldwijd vanuit Europees navelstaarderig perspectief, maar toch ben ik dat. Ik ben verdrietig blij omdat soldaten zoals Ernest uit de boeken zijn gewist.
Wie waren we, oma? Daarvóór? Wie waren we vóór hen? Waar komen je gelaatstrekken vandaan? Waar komen mijn angsten en vaardigheden vandaan? Zie je, oma, dat alles doet me glimlachen wanneer ik de naam Ernest Itela vind, geboren in 1890 en gestorven in 1959, tussen data uit de vorige eeuw in de krochten van het internet.
En daarna? Hoe ben je in Kinshasa terechtgekomen?
Voor mijn studies. Dat was in 1963. Hoe was dat?
Echt heel goed, er waren winkels en alles wat je wil. Ik verbleef bij mijn grootoom. In die tijd was hij directeur toerisme en beheerde hij alle guesthouses. Je weet wie tante Angèle is, toch? Mijn grootoom is de grootvader van tante Angèle. Later begon hij bij Sabena te werken.
Ik wist niet dat je gestudeerd had en ik schaam me echt dat ik dat niet wist of nooit gevraagd heb. Wacht oma, euh, wat heb je gestudeerd?
Basisonderwijs. Ik werkte in het sociaal centrum van ONATRA, l’Office national des transports, in Kinshasa. Ik gaf les.
Literatuur Acht vrouwen praten met hun (groot)moeders
Waarin?
Frans en Lingala.
Je gaf dus Franse les?
Nu ja, ik onderwees de basis, lezen en schrijven op zijn minst. We gaven ook naailes, kookles, de zeden, hoe je het huis op orde houdt, hoe je goed voor je gezin zorgt ... Maar aan wie?
Er waren twee groepen, jonge vrouwen en moeders.
Frans? Vergeef me, oma, maar dat verbaasde me echt. Je hebt nog altijd zo’n zwaar accent, het stigma van mensen die van elders komen. Sommige accenten wekken nieuwsgierigheid, maar het jouwe wekt minachting. Het wil zeggen dat je niet goed genoeg spreekt, dat je niet goed genoeg geïntegreerd bent. Terwijl bij anderen de eerste de beste Franse zin leidt tot verwondering, nieuwsgierigheid en felicitaties, als een blijk van een welgekomen exotisme.
Ik heb soms gelachen om dat accent. Als je me kwam ophalen na de vioolles of op school, wilde ik niet dat mensen het hoorden. Ik wilde niet dat ze ermee zouden spotten. Ik zag overal dat het een aanleiding was om te lachen, geïmiteerd op tv, geïmiteerd op het toneel, geïmiteerd in strips. En jij, met je accent, jij die nog steeds naar je woorden zoekt in het Frans, een van de vele talen die je spreekt, jij gaf Franse les. Dat verbaast me, maar maakt me ook trots.
Als wij met elkaar spreken, combineer je Lingala en Frans. Maar je spreekt nog veel andere talen, waaronder het Swahili dat ik had willen leren. Swahili is de taal van mijn moeder, van wie de familie uit Kivu komt. Vandaag, weet je, kan het me niet schelen dat je je r’s rollen. Men verwijt Engelsen of Italianen hun accent niet, men vindt het zelfs charmant. Waarom zou jij je r’s niet mogen rollen?
Oma, wanneer zijn jullie in België aangekomen?
We kwamen in 1975. We vestigden ons in Brussel, je opa studeerde in Louvain-laNeuve en pendelde.
Hoe was het daar?
Heel proper, niet zoals nu. Nu heb je sommige wijken die echt heel vuil zijn.
Hoe ging het met de Belgen?
Destijds waren we met weinig Congolezen en kenden we elkaar allemaal. Het waren goede families, veel studenten. We waren
heel solidair met elkaar. Vandaag is dat anders. We zijn met heel veel, mensen uit alle milieus, en we hebben geen gemeenschapsgevoel meer. Tegenwoordig zijn mensen individualistisch en te kwader trouw.
Trouwens, als ik dood ben, weet dan dat als iemand komt zeggen: ‘Je oma was me zoveel verschuldigd,’ dat dat niet waar is. Ik heb geen schulden. Je moet geen schulden hebben in het leven, Raïssa, dat is niet goed, je moet altijd je schulden betalen.
En voelde je je goed in België?
We gingen elke zomer terug naar Congo. Mobutu had het makkelijker gemaakt voor studenten om te reizen. Dat was belangrijk. Ik heb er altijd op aangedrongen dat jullie ouders verbonden bleven met hun land, want het is hun land. Jullie zijn geen westerlingen, jullie
zijn ook Congolezen, Afrikanen. Dat moet je nooit vergeten. Jullie zijn niet alleen Belgen. Wees trots dat je Congolees bent.
Waarom is dat belangrijk?
Ah, omdat je altijd een plek hebt om naar terug te keren. Ik wilde altijd dat ze (haar kinderen, red.) de taal (Lingala, red.) spraken en niet alleen Frans. Als je ergens naartoe gaat, neem je wat goed is mee en laat je de rest achter.
Wat was er goed hier?
Er zijn niet alleen slechte dingen in de westerse cultuur. Orde bijvoorbeeld. Een bepaald idee van hygiëne, met hun lakens en handdoeken.
En bij ons?
In onze cultuur zijn er veel goede dingen, bijvoorbeeld de liefde en respect voor ouderen. Weet je, hier (in België, red.), als een jongere me Béatrice noemt, ergert
dat me enorm. We zijn geen vrienden, ik zou hun moeder of grootmoeder kunnen zijn, en ze noemen me bij mijn voornaam!
Zie je, we hebben veel waarden doorgegeven aan jullie ouders, ze zijn goed opgevoed.
Wat deed jij hier toen opa studeerde?
Ik werkte, we moesten tenslotte iedereen voeden. Overdag werkte ik bij de bank, daarna had ik pauze en ‘s avonds maakte ik kantoren schoon. Ik nam elke jongen om de beurt mee om me te helpen schoonmaken: de ene avond was het je oom Toussaint, dan je vader, dan oom Ernest.
Je werkte dus eigenlijk de hele tijd. Vond je het niet erg om schoon te maken, terwijl je uit een goede, rijke familie komt en niets tekortkwam?
Maar het was werk! Je moet werken. Toen ik met je grootvader trouwde, die net aan het begin van zijn leven stond, verliet ik mijn familie en nu moest ik voor de onze zorgen. Ik moest werken voor de mijnen.
Er waren veel mensen in huis, jullie hebben ook heel wat mensen geadopteerd.
Ja, dat was om te helpen ... Oma, hoe heb je opa ontmoet? Ik vind het gênant om je dat te vragen, wij praten niet over de liefde. Ik heb de indruk dat liefde zich nog altijd ophoudt in een schemerzone tussen schaamte en taboe. Ik zeg niet “Ik hou van je”, ik laat het zien en jij laat het ook zien.
Ik nam dezelfde schoolbus als zijn jongere broer. De halte was vlak voor hun huis, bij de voordeur. Hij had me van ver gezien en eerst vergaarde hij informatie bij zijn broer, totdat hij me elke dag het hof kwam maken. Ik zei hem dat ik een serieuze vrouw was en geen avonturier wilde. Als hij goede bedoelingen had, moest hij naar mijn familie gaan en duidelijk zijn.
Wat vroeg hij aan zijn broer?
Hun vader was een beetje racistisch. Hij wilde dat zijn zonen vrouwen meebrachten die hun taal spraken en van dezelfde stam waren als zij. Zodra zijn broer bevestigde dat ik goed Lingala sprak en ook uit de Evenaarsprovincie kwam, was het goed.
En toen?
Nu, je weet hoe koppig je opa is, net als je vader. Hij kwam naar huis, om mijn oom en tante te ontmoeten.
En je ouders?
Die waren niet in Kinshasa.
En toen?
Mijn oom en tante zeiden dat hij moest wachten tot ik mijn studies had afgemaakt.
Ik ben in juni afgestudeerd en we zijn op 30 november 1963 getrouwd.
Hield je van hem? Je lacht verlegen ...
Maar enfin, als je niet van de ander houdt, hoe wil je dan met hem trouwen? Is het huwelijk belangrijk voor jou?
Ja, dat is wat je moet doen. Ook al was het niet altijd makkelijk?
Ach, weet je, dat hoort bij het huwelijk, je moet kunnen vergeven. Ik heb hem verdragen, jullie opa ...
Waarom?
Als iemand je om vergeving vraagt, moet je vergeven. Het is God die ons een vergevingsgezind hart geeft.
Natuurlijk ben ik het niet met alles eens.
Ik zou je kunnen tegenspreken met een radicaal, compromisloos feminisme, maar wat heeft dat voor zin? Hoe zou ik mijn eenendertig jaar kunnen vergelijken met jouw ervaring? Het was een andere tijd, met andere uitdagingen. Wie zou ik zijn geweest in jouw plaats? Wat zou ik hebben gedaan? Ik weet dat je niet zwak bent, dat het beledigend zou zijn en de zaken zou simplificeren om te zeggen dat zij die denken zoals jij zwak zijn. Ik bedoel: zij die bij hun partner blijven.
Kanga motema, zoals we bij ons zeggen. ‘Sluit je hart.’ Het is een simpele zin, een aansporing tot veerkracht. Hij was vooral bedoeld voor vrouwen. Ik heb die zin vroeg geleerd, in onbeduidende situaties. Ze zeiden het tegen me als ik de bijtende schedelpijn tijdens het vlechten niet kon verdragen.
Kanga motema, sluit je hart, bijt op je tanden, enfin, op welke manier dan ook.
Soms heb je veel kracht nodig om vol te houden ondanks de desillusie. Ik zal hier
niet jullie leven in detail beschrijven, het is van jullie en bovendien hou ik van mijn grootvader, hij is een uitzonderlijk man op vele andere vlakken. Ik laat je dus je eigen stem en kijk op de zaken, ik zal niet op zoek gaan naar de intimiteit van je wonden als echtgenote, die zijn van jou. Je bent een sterke vrouw zoals veel oudere vrouwen die ons omringen of die verdwenen zijn. Dat is misschien wat betreurenswaardig is, dat die onzichtbare en discrete kracht zo vaak op de proef is gesteld.
Jij en opa hebben net jullie zestigste huwelijksverjaardag gevierd. Ik vind dat duizelingwekkend, zestig jaar. Wat doe je al die tijd met z’n tweeën? Tijdens de familiebijeenkomsten die ik weer begin bij te wonen, kijk ik aandachtig om me heen, naar de talloze neven en nichten, de tantes en ooms, de kinderen die rondrennen. Ook dat is zestig jaar, een hoop mensen die je omringen. Ik weet niet of ik in het huwelijk geloof, mijn leven is zo anders dan alles wat je me vertelt. Op mijn leeftijd denk je de vormen en vragen opnieuw uit te vinden, je hebt ook meer ruimte om dat te doen. Toch voel ik me meestal verloren.
(Grands-)mères en lumière, dat is het verhaal van de moeders en grootmoeders van sociaal onderneemster Juliette Berguet, journaliste Salwa Boujour, docente Mariam Diallo, juriste Sarah Kawaya, kunstenares Marie-Paule Mugeni, onderneemster Aurélie Mulowa, auteur en journaliste Raissa Yowali en politicoloog en inclusie-experte Fatima Zibouh. Het werk ontstond in samenwerking met de vereniging ParagraFes en is uitgegeven bij maelstrÖm.
‘ON DISAIT AUX FEMMES DE SOUFFRIR EN SILENCE’
FR L’histoire de la migration néglige souvent la voix des femmes. Dans (Grands-)Mères en lumière, huit Bruxelloises d’origine africaine rectifient le tir en mettant noir sur blanc l’histoire de leurs mères et grands-mères. BRUZZ publie un extrait émouvant de cet hommage : Raissa Yowali, autrice et journaliste, dialogue avec sa grand-mère… et avec elle-même. « Ferme ton cœur, serre les dents, nous disaient-ils, surtout aux femmes. »
‘THEY TELL WOMEN TO SUFFER IN SILENCE’
EN When we talk about migration, the stories women have to tell often remain untold. Eight Brussels women with roots in Africa decided to do something about that and share the stories of their grandmothers and mothers in the book (Grands-)mères en lumière. BRUZZ is publishing an abridged version of the life stories of author and journalist Raissa Yowali and her grandmother. “They tell you to close your heart and keep quiet, especially to women.”
Mijn toren, mijn thuis
Kathleen Peters is stand-upcomedian, Limburgse, maar woont in Brussel. Binnenkort keert ze terug naar de heimat voor een eenmalige show over de verschillen tussen Brussel en Limburg. Ze schrijft tweewekelijks over wat haar opvalt.
“Mijn Brussel, ik verlies me weer en loop je straatjes op en neer.” Ik ken het lied van Johan Verminnen al veel langer dan dat ik in Brussel woon, en toch raakt de tekst me keer op keer. Brussel is een stad waar verdwalen geen probleem is, maar een uitnodiging. Niet alleen om de straten te ontdekken, maar ook mezelf. Telkens als ik mentaal de weg even kwijt ben, los ik dat op door te gaan wandelen. Ik volg dan de mooiste wegen en zo ben ik al op veel plekken geweest. En ik noem het dan wel verdwalen, maar ik vind de weg altijd terug. Dankzij mijn blauwe anker: de Financietoren. Mijn eerste les aan de universiteit heb ik gemist. Omdat ik de weg niet vond. En erger nog, ik vond de weg naar mijn kot ook niet terug. Ik had geen smartphone, dus geen Google Maps. Wat ik snel ontdekte, was dat ik mijn weg altijd kon vinden vanaf de Financietoren. Gelukkig kan je dat ding van overal zien. Hoog, strak en blauw – een rustpunt in een stad die nooit ophoudt te bewegen. Of ik nu van de
wijnbar in Schaarbeek naar huis fiets of in de Marollen sta te twijfelen of ik links of rechts moet gaan: ik kijk omhoog en weet weer waar ik heen moet.
Tien jaar en drie adressen later ken ik mijn weg veel beter, maar heeft die toren nog altijd dezelfde rol. Mijn blik is wel veranderd. Waar hij vroeger puur functioneel was – mijn ijkpunt in de stad – is hij nu een symbool geworden. Voor thuiskomen, voor de stad die ik me eigen heb gemaakt, maar ook voor mijn drang om te blijven ontdekken.
Stratenplan
Dat ontdekken is niet voorbij. Integendeel. Ik heb al even de ambitie om alle straten van Brussel te bewandelen. Elke straat van elke gemeente. Ik wil Brussel echt kennen. Ik zit nu zo’n kleine duizend kilometer ver in mijn project en ik hou meer van Brussel dan ooit tevoren. Brussel is een stad van contrasten. Mensen leven naast elkaar zonder zich altijd met elkaar te mengen, maar zijn toch met elkaar verbonden. Elke vijf straten zit je precies in een heel andere buurt. Ik heb geen vooropgesteld plan. Ik laat me door Brussel leiden. Ik heb namelijk geen haast.
Mijn buurt in Sint-Joost ken ik al, als ik nu wil verdwalen, moet ik wat verder gaan. Ik stap in een willekeurige bus of metro en laat me leiden door mijn map op Strava, daar zie ik welke straten ik al bewandeld heb en ik stap af op een stukje waar ik nog niet ben geweest. Daar kan ik dan verdwalen. Ik verdwaal, maar ik loop niet meer echt verloren. Brussel geeft me altijd iets: een onbekend pleintje, een onverwacht mooi uitzicht, of gewoon de rust die ik soms zo hard nodig heb. En als ik echt even niet meer weet waar ik ben, is er altijd de Financietoren. Die blauwe reus die boven alles uitsteekt, zoals een vuurtoren in een stedelijke zee. Vanaf het moment dat ik hem zie, weet ik dat ik snel weer thuis zal zijn.
Want verdwalen is mooi, zolang je weet dat er altijd iets is waar je naar terug kunt. In Brussel is dat voor mij de toren. Maar eigenlijk vooral het besef dat thuiskomen niet betekent dat je altijd de juiste route moet nemen. Soms is het juist de moeite om de omweg te maken.
Reeks nalezen?
Wie alle columns van BRUZZ wil herlezen, kan de teksten terugvinden op BRUZZ.be/column
Uw gids door de culturele agenda 22 > 28/11
‘Brussel is hét kruispunt waar genres samenvloeien’
Op het eerste gezicht lijkt het een ongewone liaison: Ars Musica dat Bryce Dessner als festivalartiest binnenhaalt. Maar de gitarist van The National heeft óók een leven als componist van onder meer een pianoconcerto en een symfonisch werk. “Muziek maak je door in dialoog te gaan.”
door Jasper Croonen
Het internationale festival voor hedendaagse muziek Ars Musica bombardeert dit jaar Bryce Dessner tot festivalartiest. De gitarist die met de Amerikaanse indierockband The National en nummers als ‘I need my girl’ en ‘Bloodbuzz Ohio’ een wereldwijd publiek verleidt, is in andere kringen immers vooral bekend als componist van een pianoconcerto, het symfonische St. Carolyn by the sea, en het kwartet Sonic wires Reduceer de man dus niet tot een rocker die eens in de klassieke vijver komt vissen. Voor dat soort hokjesdenken is de gitarist vreselijk allergisch. Waar anderen vooral verschillen zien tussen hedendaags gecomponeerde stukken en populaire nummers, ziet Dessner overlap. “De chemie van een band en de chemie van een orkest zijn zeer gelijkend. Mensen vragen zich soms af wat een orkest nu zo bijzonder maakt en waarom ze absoluut eens een keer zo’n concert moeten meemaken. Wel, om precies dezelfde reden als die waarom je naar een band gaat kijken, maar dan vele malen uitvergroot. Je ziet er gelijkgezinde muzikanten samen spelen. Je ervaart de manier waarop ze samen fraseren en stemmen, en de wijze waarop ze zich allemaal verbonden voelen met elkaar, de partituur en de dirigent.”
Waarom blijft de scheiding tussen die verschillende vormen van muziek schrijven zo hardnekkig?
BRYCE DESSNER: Dat heeft volgens mij met perceptie te maken. Er heerst in de klassieke muziek – of hoe je dat genre vandaag ook wilt noemen – nog vaak dat idee van de componist als een solitair, mannelijk meesterbrein. Een heel patriarchale visie op wat een componist hoort te zijn. Volgens mij heeft dat mensen weggejaagd. Het is niet bepaald uitnodigend of drempelverlagend als je het gevoel
krijgt dat je naar een meesterlijk doordacht idee moet komen luisteren.
En ik geloof ook niet dat dat het metier van de componist is. Als componist zoek je een connectie met de muzikanten op het podium en met de toehoorders in het publiek. Dat doe je niet in totale isolatie, maar net door in dialoog te gaan met elkaar. Maar niet alleen de klassieke muziek is in dat bedje ziek. Ik weet bijvoorbeeld dat mijn vriend Justin Vernon (Bon Iver, red.) heel erg afziet van het feit dat ze hem altijd wegzetten als de wereldvreemde eenzaat die in zijn hut in het bos muziek schrijft. Dat is gewoon niet waar.
Zijn er dan geen verschillen tussen hoe je schrijft bij The National en voor een symfonieorkest?
DESSNER: In de band gebeurt het creëren altijd collectief. Zelfs als ik het ben die de song schrijft, komt er nog altijd veel input van de andere leden. Dat maakt het proces ook zo mooi, hoe we op die manier samen groter worden dan de som van de delen. Als componist ligt die verantwoordelijkheid veel meer bij mij alleen. Zeker wanneer je werkt voor een orkest en je ideeën moet vertalen naar een partituur, is het heel belangrijk dat je daar helder en direct in communiceert. De samenwerking verschuift dan naar later in het proces, nadat je de partituur geschreven hebt. Dan gaat het erom hoe een uitvoerder jouw noten gaat interpreteren. Ik kan wel een sol op een notenbalk tekenen, maar een muzikant kan die op zoveel verschillende manieren spelen dat het mijn stuk ingrijpend anders doet klinken. Dat soort beslissingen neemt een klassiek muzikant ontelbaar veel keer tijdens een uitvoering.
Op Ars Musica mag je die beslissingen zelf nemen, want je staat als uitvoerder mee op het podium.
DESSNER: Het idee van een componist die zijn eigen stuk niet zelf uitvoert, is nog
“In de klassieke muziek heerst nog vaak het idee van de componist als solitair, mannelijk meesterbrein. Dat heeft mensen weggejaagd”
“Veel
maar een zeer recente ontwikkeling. In de renaissance en de barok improviseerden ze erop los. Mozart voerde zijn eigen concerto’s uit en bedacht aan de piano zelf de cadensen. Er is gewoon iets ontwapenends aan iemand die zijn eigen muziek speelt, vind ik.
Als elektrisch gitarist steek je ook daar weer probleemloos die (ingebeelde) grenzen tussen genres over. Want in de bijt van de klassieke muziek is dat instrument een vreemde eend, terwijl je in een rockband niet zonder kan.
DESSNER: Als twintiger was ik inderdaad de uitzondering. De hele reden dat ik toen met componisten als Philip Glass en Steve Reich mocht optreden, was omdat ik een van de weinige elektrische gitaristen was die partituren konden lezen en affiniteit hadden met kamermuziek. Ondertussen ben ik de eerste elektrische gitarist die met het New York Philharmonic heeft mogen optreden in de honderdvijftigjarige geschiedenis van het orkest. Dus ja, de gitaar is zeker cruciaal in alles wat ik doe.
Veel orkesten zijn vandaag nog steeds bang als ik met mijn gitaar kom aanzetten, omdat ze die associëren met lawaai. Het feit dat een instrument elektrisch versterkt is, is bijna een belediging voor een akoes-
Bryce Dessner:
orkesten zijn bang als ik met mijn gitaar kom aanzetten, maar ik gebruik het instrument in mijn composities vaak net heel delicaat. Zo keert de perceptie rond wie en wat waar thuishoort langzaamaan.”
tisch symfonieorkest. En natuurlijk, als je denkt aan de schurende, resonerende muziek van The Velvet Underground of Sonic Youth – bands die mij zeker beïnvloed hebben –, snap ik die bekommernis.
Maar de manier waarop ik het instrument in het merendeel van mijn composities gebruik, is net heel delicaat, een beetje zoals je een harp in een orkest zou gebruiken. Dankzij een volumepedaal kan je het instrument bovendien ook uiterst stil gebruiken. Zo keert de perceptie rond
QUAND THE NATIONAL RENCONTRE ARS MUSICA
FR À première vue, l’association peut surprendre : le festival Ars Musica fait appel à Bryce Dessner, connu pour avoir parcouru le monde en tant que guitariste de The National. Pourtant, cet artiste mène aussi une carrière de compositeur, avec un concerto pour piano et des œuvres symphoniques à son actif. « Dans la musique classique, on imagine encore souvent le compositeur comme une sorte de génie solitaire et masculin. Mais ce rôle repose avant tout sur le lien : avec les musiciens, le public. Ce n’est pas l’isolement, mais le dialogue qui nourrit sa créativité. »
wie en wat waar zou thuishoren gelukkig langzaamaan.
Heb je echt het gevoel dat de perceptie keert? En dat de grenzen tussen genres steeds meer vervagen?
DESSNER: Ik heb wel het gevoel dat het sinds mijn generatie de goede kant opgaat, ja. Ik ken heel wat componisten met een conservatoriumdiploma die vandaag het liefst beats producen voor popmuzikanten in Los Angeles. Omgekeerd kom je in aanraking met autodidacten die thuis vanachter hun computer via de elektronica gefascineerd raken door orkestratie en timbre, en zo hun weg vinden in de symfonische muziek. Je voelt dat we ons op een heel interessant kruispunt bevinden. En Brussel is zelf het uitgelezen kruispunt om dat allemaal te laten samenvloeien. De muziekcultuur hier is zo veelzijdig. Zowel met de band als als componist is het een van mijn favoriete plekken om op te treden.
Is dat nu niet het rockbandlid dat spreekt?
DESSNER: Ik weet hoe het klinkt, maar ik meen het oprecht. (Lacht) Brussel is een muzikale tweede thuis voor mij, en dat zeg ik niet zomaar overal. Daarom vind ik deze uitnodiging van Ars Musica ook zo bijzonder. Het voelt alleen maar juist om al die creatieve kanten van mezelf hier te tonen.
Bryce Dessner speelt op 23, 24 en 30/11 op het Ars Musica-festival (> 3/12, arsmusica.be), het livealbum Rome van The National komt uit op 13/12
BETWEEN THE NATIONAL AND ARS MUSICA
EN The international contemporary music festival Ars Musica bringing in Bryce Dessner as a festival artist may seem an unusual liaison. But the American guitarist, who has been touring the world with The National, has a second life as a composer of a piano concerto and a symphonic work, among others. “This idea in classical music of the composer as a solitary, male mastermind remains. But in that role, you’re actually looking for connection, with the musicians and the audience. You can’t do that in isolation, but by engaging in dialogue with each other.”
Pop & JazzArt & Lit
De legende van Zaho
Ze coverde David Bowie voor het Cannes Film Festival, zong ‘Sous le ciel de Paris’ van Édith Piaf tijdens de slotceremonie van de Olympische Spelen, nam een song op met haar held Tom Odell en werd opgenomen in de prestigieuze Ordre des Arts et des Lettres: 2024 was een boerenjaar voor Zaho de Sagazan, de nieuwe chouchou van de Franse pop. “Ik klim misschien snel de trap op, maar ik mis geen enkele trede,” vatte ze haar visie samen in de BRUZZ Select van november.
ZAHO DE SAGAZAN 24/11, ING Arena, ing.arena.brussels
Orkestrale troost
Roos Rebergen vergaarde het voorbije decennium een schare fans met de eigenzinnige folksongs van haar band Roosbeef, waar onder meer ook Tom Pintens deel van uitmaakte. Na diens overlijden zocht Rebergen troost in een subtiele tabula rasa: samen met het SunSunSun Orchestra kleedde ze oude songs opnieuw aan. De orkestrale frullen maken alles nog een stuk intiemer en herfstiger.
Wie had gedacht dat de fluit zo’n voorname rol in de muziekscene zou opeisen dit jaar? Nadat André 3000 zijn radde rhymes inruilde voor de zweverige newageklanken van zijn solodebuut, zette ook Shabaka (Hutchings) het instrument aan zijn lippen. De Londense saxofonist, die de voorbije jaren uitgroeide tot de spilfiguur van de Britse jazz, ontdekte tijdens de pandemie de Japanse shakuhachifluit, en blies er zijn hele nieuwe plaat mee vol. (TZ)
SHABAKA 23/11, Flagey, flagey.be
Heiligschennis
“Zonder de vrijheid om kritisch te zijn, dus mogelijk aanstoot te geven, houdt vrijheid gewoon op te bestaan,” leest de aankondiging van Nom de Dieu: kritiek, blasfemie, satire ... ? Onder die noemer verzamelt curator Willem Elias een goddeloos genootschap kunstenaars rond zich dat al eens graag vloekt in de kerk. Verwacht heiligschennend hoongelach van zielen als Félicien Rops, Axel Daeseleire, Pjeroo Roobjee, Wim Delvoye, Carmen De Vos, Guillaume Bijl en Rob Vanoudenhoven.
NOM DE DIEU 28/11 > 15/2, Pilar, pilar.brussels
Rendez-vous
Elk jaar promoot Flirt Flamand de grensoverschrijdende liefde door de Nederlandstalige en Franstalige literatuur tot literaire gemeenschap uit te nodigen. Dit jaar brengen vijf evenementen op één weekend onder anderen de Nederlandstalige Angelo Tijssens, Eva Kamanda en Mieke Versyp in nauw contact met hun Franstalige love interests Lara Gasparotto, Anna Safiatou Touré en Dominique Goblet.
FLIRT FLAMAND 22 > 24/11, verschillende locaties, passaporta.be
Mythisch
Pandora’s doos zal nooit meer gesloten worden. Sinds mensenheugenis schurken ondermaanse ambitie, toorn, ijdelheid, jaloezie en ander schoons zich netjes aan tegen wat ’s werelds mythes enkele millennia geleden al verbeeldden. Die eeuwige mythes staan centraal in een expo die hedendaagse helden als Lili Dujourie, Jos de Gruyter & Harald Thys, Walter Swennen en Aleksandra Chaushova bijeenbrengt. (KS) ABOUT EPIC MYTHS > 11/1, Nosbaum Reding, nosbaumreding.com
Nom de Dieu
Zaho de Sagazan
Klein onderhoud
LeBlanc debuteert met kwetsbare hiphop op speed
‘Ik voelde me belachelijk onbegrepen’
“Ik ben een overlever,” rapt Brusselaar Daan De Witte, alias LeBlanc, op ‘Stop met slapen’. Met trots, omdat hij ondanks tegenslagen nog steeds doet wat hij het liefst doet: muziek maken. Door de mix van kwetsbare raplijnen en snelle elektronische beats met veel autotune-effecten komt die muziek nog harder binnen dan voorheen. “Mijn carrière leek na een finaleplaats in De Nieuwe Lichting definitief vertrokken, maar op persoonlijk vlak kreeg ik het zwaar te verduren,” vertelt hij in café Chicago. “Door omstandigheden kon ik ineens niet meer thuis blijven wonen, en bevond ik me alleen in een leeg appartement. Het was heel dubbel: ik kon me volop op mijn muziek focussen, maar tegelijk voelde ik me eenzaam en belachelijk onbegrepen.” Die interne struggle is te horen op zijn debuutalbum Nog steeds op een zoektocht
LeBlanc fileert daarop zijn compensatiedrang – die ontstond nadat men hem op school ‘kleine’ begon te noemen – en relaties die stukliepen – omdat hij niet kon geven wat er verwacht werd (‘Leer mij hoe het voelt’). Niet alles wat daaruit groeide is slecht. “Toen mijn hart een eerste keer werd gebroken, hier vlakbij, op het Sint-Katelijneplein, ben ik erover beginnen te rappen.” Zijn bikkelharde geluid is het resultaat van uren experimenteren in de studio met Ruben Vanden Abeele, alias Woebn, een jonge producer uit KnokkeHeist, die hij leerde kennen via een uitwisseling tussen Brusselaars en Vlamingen op Theater Aan Zee. “Terwijl we aan een oldskool raptrack bezig waren, moest hij eens naar het toilet. Ik was toen zo chaud dat ik de drums zelf begon te programmeren. Maar omdat ik daar geen crack in ben, had ik per ongeluk de snaredrum dubbel zo snel gezet.” Sindsdien zijn die megavlugge, punkachtige beats zowat zijn handelsmerk. Zijn hiphop op speed resoneert beter met zijn energie, vindt hij. “De klassieke rapfans zullen denken: ‘What the fuck is dit?’ Maar ik vond het heel spannend. We hebben een ziek experimentele plaat gemaakt. Ofwel vind je die een voltreffer, ofwel helemaal niets. Er is geen tussenweg.”
LeBlanc weet niet goed waar zijn drive vandaan komt. “Soms voel ik me er een slaaf van, maar zo heb ik wel een reden om ’s morgens wakker te worden. Alleen al uit plannen maken put ik veel voldoening.” Op ‘Tegenwind’ dient hij ook de haters van antwoord. “Er is zoveel met mijn smoel gelachen toen ik begon te rappen. Het was nooit goed genoeg. Ik kon dat moeilijk begrijpen. Nu besef ik dat je niet hoeft te vechten tegen die wind, maar hem beter gewoon laat uitblazen.” Liever trekt hij zich op aan zijn fans. “De 250 die er een dik jaar geleden bij waren in de AB kende ik allemaal bij naam. Dat ook zij willen dat ik slaag, geeft me nog extra energie.” TOM PEETERS
Nog steeds op een zoektocht verschijnt op 22/11, op 5/12 staat LeBlanc in de Beursschouwburg, beursschouwburg.be
Brusselse jongeren oog in oog met zichzelf in de Spaanse Pyreneeën
Studio Globo maakte een educatief pakket voor de derde graad van het SO en hogescholen. Het is geïnspireerd op werkvormen die ook in de film gebruikt worden, doorde begeleiders van D’Broej.
DOWNLOAD HET GRATIS
LESPAKKET OP STUDIOGLOBO.BE/RUPTURE
Circusfestival Hors Pistes heet voortaan HP en zal nog meer over het muurtje kijken naar andere genres als dans, performance en muziek. Deze editie, HP24, is goed voor vijftien creaties op zeven locaties, maar het zwaartepunt ligt tijdens de drie weekends in Les Halles. Het programma, dat mee gecureerd werd door artist in residence Arno Ferrera, loopt over van de verrassende acts. Je kan er verschillende combineren en natuurlijk staan er ook feestjes op het programma.
HP24 27/11 > 14/12, verschillende locaties, halles.be
Rwanda, dertig jaar later
Tijdens de volkerenmoord in Rwanda in 1994 kwam een half miljoen tot een miljoen mensen om. Brussels stadsdichter, theatermaker en KVS-gezicht Lisette Ma Neza zoomt in The weight of a woman in op het geweld in het land van haar grootmoeders. Via woorden, liederen, beelden, traditionele instrumenten en dans, die samen één gedicht vormgeven, peilt ze met haar cast naar de waarde van een mensenleven.
LISETTE MA NEZA: THE WEIGHT OF A WOMAN 27 > 29/11, KVS BOX, kvs.be
Antilichamen
De Brusselse performers en choreografen Camilla Strandhagen en Alice Giuliani maken in hun performance een tastbaar wezen van hun chronische aandoeningen. Ze worden de antilichamen van hun eigen lichaam in een open strijd tegen hun (on)gezondheid, en tegen het verborgen tweede leven dat mensen met chronische ziekten er noodgedwongen op na houden. (MB)
ALICE GIULIANI & CAMILLA STRANDHAGEN: AND EVERYTHING IS POROUS AS A BODILY CRACK 28 & 29/11, Beursschouwburg, beursschouwburg.be
Film
things like these
Gevangen in het klooster
Niet in 1885 maar in 1985, het jaar van het Heizel-drama, werden ongehuwde zwangere vrouwen in Ierland nog opgesloten in kloosters. Het sobere maar ijzersterke Small things like these detailleert die mensonterende en soms misdadige situatie niet, maar volgt een kolenhandelaar die langzaam tot inzicht komt dat de stilte moet worden doorbroken. De glansrol is voor Cillian Murphy (Oppenheimer), de regie was in handen van Tim Mielants (Wil).
SMALL THINGS LIKE THESE IE, BE, dir.: Tim Mielants, act.: Cillian Murphy, Emily Watson
Welkom in Tijuana
Wie tien jaar geleden Mange tes morts gemist heeft, kan zijn schade inhalen. Dat straffe, goeddeels waargebeurde misdaaddrama met leden van de Jenische gemeenschap staat weer op de affiche van Cinema Nova. De aanleiding is een focus op regisseur Jean-Charles Hue. Ook zijn nieuwste film wordt vertoond: The soiled doves of Tijuana volgt drie verslaafde sekswerkers uit de achterbuurten van de Mexicaanse grensstad.
In Japan worden na een scheiding kinderen toegekend aan één ouder. De andere ziet zijn kind soms nooit meer. De Frans-Brusselse regisseur Guillaume Senez (bekend van de drama’s over vaderschap Keeper en Nos batailles) vertelt over een Fransman die al negen jaar Tokio doorkruist in de hoop zijn dochter terug te zien. Op een dag stapt ze zijn taxi in zonder hem te herkennen. Een prima Romain Duris houdt je bij de les. (NR) UNE PART MANQUANTE BE, dir.: Guillaume Senez, act.: Romain Duris, Mei Cirne-Masuki, Judith Chemla
HP24
Small
In Brussel zijn de restaurants die de Thaise gastronomie respecteren op de vingers van één hand te tellen. Met als slogan ‘Authen’Thaï Cuisine’ maakt Lune Siamoise net dat respect tot haar missie. Voor kenners staat het buiten kijf: de Thaise keuken is een van de beste ter wereld. Helaas wordt haar in het buitenland vaak geweld aangedaan. De kleine vormen van verraad vloeien meestal voort uit goede bedoelingen: het aanpassen van dit complexe samenspel van zoute, zure, bittere, zoete en pikante smaken aan westerse papillen. Gelet op de groeiende interesse van jongere generaties voor Azië en pittige sauzen zijn die smaakaanpassingen steeds minder nodig, en is Brussel klaar voor restaurants die dichter bij het origineel blijven. Dat is goed nieuws voor Lune Siamoise, die van deze getrouwheid
HP24 – DOS
5x2 tickets, Les Halles, 30/11
Marco Delgado en Valentin Pythoud vermengen circus, dans en performance in een feest van anders-zijn. Mail ‘DOS’
aan de geest van de Thaise gastronomie haar handelsmerk heeft gemaakt.
In de keuken staat chef Jiw, die lang een restaurant in de buitenwijken van Bangkok runde. Samen met haar man Patrick Boulin, een voormalige financier die een boek schreef met als titel ... Lune siamoise, toont de chef haar volle talent. Het duo heeft geïnvesteerd in een interieur met een gedempte sfeer, bekroond door een verlichte maan in de muur. Lichtgekleurde houten stoelen, jaloezieën en Siamese prenten zorgen voor een aangename sfeer.
De uitgebreide menukaart biedt de grote klassiekers van het land aan: pad thai (19 euro), som tam (14 euro) en diverse curry’s (19,50 tot 26 euro). Bijzonder aangenaam zijn de ruime keuze aan vegetarische gerechten en de gedegen wijnselectie (zoals de Terres Dorées van Jean-Paul Brun
Kneecap
5x2 tickets, vanaf 20/11 in de bioscopen
Deels verzonnen film over de Ierse band die rapt over te veel zuipen, snuiven en Engelse bezetters. Mail ‘Kneecap’
Stuur het trefwoord, samen met je adres en telefoonnummer, naar win@bruzz.be
voor 47 euro of Les Creisses voor 59 euro) –zeldzaam in Thaise restaurants.
Het voorgerecht (12 euro) bestond uit vier loempia’s gevuld met groenten en geserveerd op een bedje van krokante rijstvermicelli. De perfect krokante, gefrituurde rolletjes waren overgoten met zoetzure en pruimensaus. De zorgvuldige snijwijze van de groenten getuigde van grote toewijding aan de gerechten.
Het hoofdgerecht, een groene curry, explodeerde in de mond en katapulteerde ons direct naar het ‘land van de glimlach’. Deze keng kiowan pak (18 euro) jongleerde met chilipeper, citroengras en groenten (Thaise aubergines, jonge spinazie, bloemkool, erwten, wortelen ...). Prachtig werk dat uitnodigt tot een volgend bezoek.
TEKST: MICHEL VERLINDEN FOTO: SASKIA VANDERSTICHELE
A la vida bona
5x2 tickets, Les Ateliers Claus, 29/11
Van op het snijvlak van verschillende culturen geeft GLOW Collective kamermuziek een nieuw elan. Mail ‘Vida’
Tenbosstraat 108, Elsene, lunesiamoise.be
Lune Siamoise
De vijf inzichten Haider Al Timimi
‘Laat respect niet omslaan in angst’
Met de voorstelling Havoc, geïnspireerd op de rellen en protesten in de New Yorkse Bronx, moest Antigone wel naar het Brusselse BRONKS komen. Regisseur en choreograaf Haider Al Timimi puurt vijf inzichten uit zijn energieke brandbrief.
door Michaël Bellon
Zie de schoonheid in elkaar
Ik voel bij veel mensen twijfel of de persoon tegenover hen het wel goed met hen voorheeft. De vrees dat de ander je niet moet door je achtergrond of cultuurverschillen wordt groter. Geef niet toe aan dat klimaat van politiek geïnstalleerde angsten en opgeklopte verschillen. Ga niet meteen uit van het idee dat iemands gedachtegoed haaks staat op dat van jou, maar vertrek van het geloof dat de ander het goed meent.
Stop de obsessie met groei
Meer werk, meer geld … Waarom moet alles altijd in stijgende lijn gaan? Het mag af en toe ook eens gewoon niks zijn, of blijven lopen zoals het loopt. Je mag het ook houden bij keuzes die je hebt gemaakt en die je rust bieden. Mens noch maatschappij redden het met dat idee van constante groei. Het zorgt vooral voor competitie en een kloof tussen mensen.
Check your sources
Zeker in tijden van oorlog wil ik een oproep doen om meerdere mediabronnen te raadplegen. De volledige waarheid zal je niet vinden, oorlog maakt ons emotioneel en minder objectief. Maar om uit te maken waar we nog in kunnen geloven, moeten we inspanningen doen om zo dicht mogelijk bij een vorm van waarheid te komen.
Wees niet te trots op je empathie
De Brusselse professor biologie en psychologie Ariane Bazan zei ooit dat je het met empathie voor mensen die op ons lijken alléén niet redt als samenleving. Er is liefde en altruïsme nodig voor mensen die ver van ons staan.
Spring over je cultuurgrens
Sta niet te verkrampt in het debat rond culturele toe-eigening. Respect mag niet omslaan in angst. Blijf tonen dat je ontroerd bent door iets wat niet meteen jouw stijl is. Blijf werken met mensen, muziek en materiaal van elders. Continenten lopen nu eenmaal in elkaar over. We beïnvloeden elkaar. Als de uitwisseling wordt stopgezet, sluiten we broodnodige nieuwe hybride ideeën, lichamen, verbeeldingen en verhalen uit.
Antigone speelt Havoc op 22/11 in BRONKS, bronks.be
Brussel Helpt
SATURDAY 23.11.2024
The Biggest Spaghetti Fest in the World
‘The Biggest Spaghetti Fest in the World’ is so much more than spaghetti. It is an exceptionally warm action that brings Brussels residents together to help vulnerable Brussels residents. This year we are raising money for Accolage, an organisation that sets up neighbourhood help networks in the fight against loneliness among the elderly.
Enjoy a spaghetti at someone’s place and support Brussel Helpt.
Altijd iemand in de buurt
Check brusselhelpt.be and quickly order your portion !
Of je nu iemand zoekt om te gaan shoppen of om gewoon een babbeltje te doen: in onze assistentiewoningen is er altijd iemand in de buurt. Ook als je zorg nodig hebt.
Infosessie bij Saphir vrijdag 29 november om 14u en 19u
• Wat is een (erkende) assistentiewoning?
• Wanneer is een assistentiewoning interessant?
• Waarom best tijdig verhuizen?
• Waarom huren ipv kopen?
• Wat bieden onze assistentiewoningen?
• Met rondleiding in modelfl at en gratis drankje
Kom naar onze Infosessie op 29 november
Graag vooraf inschrijven aub Meer info? Scan de QR-code of ga naar www.saphir.be